Zieke kinderen thuis moeten actief zijn Blad cU w dokte3 0pen kriel ooi wecj MIJ?» ZATERDAG 18 APRIL 1981 Boekjes helpen moeder eind op de goede weg J^INDEREN doen alles in tens: blij zijn, zich ver diepen in hun spel, hevig verdriet bij straf demonstre ren, opwinding bij feestjes maar ook ziek zijn. Nu vele gezinnen en scholen te maken hebben met allerlei kinderziektes, begeleidend symptoom van het winter- einde dat dit jaar laat valt, zijn wij voor u op zoek ge gaan naar wat steun in de strijd tegen de rode hond. mazelen en wat er maar meei kan schorten aan de gezond heid van onze kinderen. Als u ontdekt, dat een van uw huisgenoten ziek is, gaat er een bericht naar het doktershuis. U zult hem of haar op het spreek uur of het etensuur thuis treffen. Geef daarbij een duidelijk mo tief op, en prepareer u thuis op het bezoek van de arts. Bij ieder bezoek is het prettig warm water bij de hand te hebben, alsmede zeep en een schone handdoek, eventueel verband. Wat wil dok ter van u weten? Wanneer de eer ste ziektesymptomen zich voor deden, veranderingen in de ont lasting of urine, temperatuurverho- ging, eetlustvermindering, hoes ten, huiduitslag. Het verdient in het algemeen aanbeveling, een plasje van uw patiëntje te be waren, het kan van belang zijn voor het onderzoek. Kunnen er conflicten, op school of thuis, in het spel zijn? Vertel het de arts eerlijk. Geen smoesjes En over eerlijk gesproken: moet het kind een pijnlijke be handeling ondergaan, verzin dan geen smoesjes. Zeg het maar: „het doet even pijn, die prik, je mag best au! roepen, maar het is voor je bestwil ert weer gauw voorbij." Wees zelf rustig. Uw kind zal op u steunen. Bent u ongerust over het ver loop van de ziekte, of de aard van het geval, zeg het de behan delende geneesheer, „vooral als die ongerustheid in de hand ge werkt wordt door opmerkingen van familieleden of kennissen", adviseert dr. S. E. Bos, kinder arts, in het Medisch Gezins boekje', uitgave Van Dishoeck. Zeer behartigenswaardig zijn ook de opmerkingen: Vroeger was bedrust vaak het enige wat de arts kon voorschrijven. Er zijn nu zoveel mogelijkheden om ziekten actief te bestrijden met geneesmiddelen, dat daardoor bedrust veelal geen hoofdthera pie, maar hulpmiddel is gewor den. „U hebt het met uw rode hond-patiënt al wel gemerkt: een ziek kind hoeft niet meer auto matisch rust te houden. Een kind met koorts mag niet naar bui- wel extra rust nodig. is, is de dokter voor uw kind. Hij kan met een enkel woord en wal begrip de angst bij het kind wegnemen. nodige hulp verleend kan Medicijnen Het zieke kind vruagi dacht en moeder doet er ver standig aan haar dagelijlcse werkzaamheden aan de tijdelijke Spelen helpt Wist u overigens, dat spelen helpt, om beter te worden? Als het kind speelt, kan het zijn ziek te veel gemakkelijker verwerken, aldus de folder „Ziek zijn en spelen" die dezer dagen uitgege ven werd door de Nationale Fe deratie voor Huishoudelijke en Gezinsvoorlichting, van Speyk- straat 19, Den Haag en samen gesteld door het K. en O. Voor lichtingscentrum voor Ouders en Opvoeders, 's-Gravendijkwal 60, Rotterdam. Voor het luttele be drag van een kwartje kunt u bij beide adressen dit vouwblad be stellen. U kunt er een schat aan ideeën in opdoen. „Uw peuter van an derhalf jaar begrijpt helemaal niet wat ziek zijn is, hij voelt zich ongelukkig en heeft rust en troost nodig. Geef hem zijn lieve lingsspeelgoed in bed doe uw huishouden met de Franse slag en ga bij uw hummel zitten naaien...." Als het kind plat moet liggen, zijn er nog legio dingen die het kan doen: spelen met een. magneet en een paar grote spij- Laat hel zieke kind in bed spelen. Het is toch al uit zijn gewone doen. Afleiding zal de genezing bevorderen kers, tekenen op een wonderlei, met twee spiegeltjes het licht vangen, door een vergrootglas kij ken naar dekenpluizen, pyama, laken, en de eigen huid. En een zaklantaarn: daar kun je aller lei griezeligs mee uithalen: ten noemt de folder ook een heel stel bezigheden. Enkele daarvan zijn: weven, kaart naaien, muziek maken met mondharmonica of blokfluit, het electriciteitsspel. kralen rijgen, naaidoos oprui- Nieuwe rol Wat kunt u eens meebrengen voor een ziek kind? Ook daar weet het vouwblad raad op: wat te zeggen van een speelgoed-ste thoscoop, plastic plakfiguren, sneeuwbolletje, magnetische hond jes of treintjes? Het iS maar een greep uit de mogelijkheden. U bent naast moeder, nu ook spel- leidster geworden en die nieuwe rol zal u best bevallen! Van het spel nog even naar de zieke: bij verwonding, vergiftiging en in noodgevallen geeft de arts de raad om geen kostbare tijd ver loren te laten gaan. Breng het kind per auto naar bet dichtstbij zijnde ziekenhuis, waar direct de Berg alle geneesmiddelen bui ten bereik van kinderhanden. Gro te hoeveelheden (soms mooi ge kleurde en lekker smakende kin dertabletten) kunnen door kin deren worden opgesnoept in een onbewaakt ogenblik. Bij aspiri nevergiftiging is het zaak, direct naar het ziekenhuis te reppen om de maag leeg te laten pom pen. We hebben over medicijnen ons licht eens opgestoken bij een apotheker. ,,De badkamer is beslist geen goede plek om uw geneesmidde len te bewaren" was zijn welge meend advies. Er is aaar een veel te hoge vochtigheidsgraad. In een koele slaapkamer, hoog en droog is beter. Overigens worden medicijnen voor een bepaalde (ziekte) toe stand voorgeschreven. Direct na het ziekteproces dient u de me dicijnen weg te gooien. Meestal zijn geneesmiddelen, klaarge maakt door de apotheek om voor één keer dienst te doen. Als het immers nodig is, kunt u nieuwe halen. Een uitzondering hierop vormt een middel tegen asthma bijvoorbeeld, waarvan u altijd lets in voorraad moogt hebben om een aanval op te vangen. Overigens zijn medicijnen niet onbeperkt houdbaar, ook deze Indien u maar even twijfelt aan de kwaliteit, vraag het even uw eigen apotheker. Een uitzon dering op de regel zijn verpakte, onaangebroken geneesmiddelen. Specialiteiten blijven drie jaar bruikbaar, maar dit is geen wet van Meden en Perzen. Het wel bekende aspirientje kan na drie jaar ook wel geen aspirine meer zijn. Bent u toch aan de schoon maak bezig, inspecteer uw medi cijnkast eens grondig aan de hand van bovenstaande tips. Mis schien kunt u ook uw voordeel doen met de wetenschap, dat ver se jodium nauwelijks prikt! Na een half jaar is dit rode goedje onplezieriger in gebruik, mercu- rochroom heeft geen enkele waar de voor ontsmettingsdoeleinden. Vaseline is onbeperkt houdbaar. De werking van boorwater en boorzalf daarentegen mag men wel met een argwanend oog be kijken. Gekookt water en vase line zijn even goed, zo niet be ter. Norit kunt u best in grote hoeveelheden aanschaffen, dat is goedkoper en norit bederft niet. Dat geldt ook voor de kleine ge le tabletjes, superol, die overi gens een bijtende werking in keel en mond kunnen hebben. Vraag liever een spoeldrank aan de arts: Lysoform kunt u goed hou den, evenals steriel verband, mits onaangebroken. Snelverband en pleisters zijn voordeliger als u in 't groot aanschaft, en zolang de kleefstof nog goed Is, ook bruik- Van vitaminen hoeft u geen grote hoeveelheden in te slaan; vooral vit. C ontleedt vrij gauw, als er vocht bij kan komen. Als geneesmiddelen verkleuren, is dat een veeg teken. Levertraan- en olijfolie worden ranzig als het lang staat. Is het seizoen voor bij, dan kimt u het met een ge rust hart wegdoen, evenals de vi tamines. In de herfst schaft u weer nieuwe voorraad aan met de zekerheid, dat het allemaal ..schoon" is. Wat er verder zoal in uw huis apotheek aanwezig dient te zijn? Een buisje A.P.C. (nóg vrij ver krijgbaar), zodat u de nacht dienst van de apotheek niet hoeft lastig te vallen, die is alleen in gesteld voor spoedgevallen op re cept. U zult overigens versteld staan van het percentage, nacht bezoekers tachtig! die de apo theek 's nachts voor wissewasjes als APC of maandverband dur ven te misbruiken. Keelontsmet- tingstabletten, een hoeststroopje (aangebroken flesje weggooien met de schoonmaak), pleisters, iedere huisvrouw weet wel zo'n beetje, wat de zwakke plekjes van haar huisgenoten zijn. Heeft opa soms last van hardlijvigheid of aambeien dan dient men zetpil len in voorraad te hebben, en voor maagzuurkwaaltjes wat be strijdingsmiddelen, dat hangt af van geval tot geval. Neusdrup pels voor Jan moet u beslist niet aan Piet geven, laat iedere pa tiënt zijn eigen medicijnen ge bruiken en vraag, als u er twee hebt van één ziekte, twee apar te recepten. Dan hebt u de ze kerheid, dat u met het (besmet te) pipetje geen infectie over brengt. Ook voor oogdruppels etc. geldt dit advies. Schaf een oog- ,Wat is Uw mening over 'k Hoop, dat u de nieuwe vraag, waarover in het bege leidend kader wordt gespro ken, even zeer zult kunnen appreciëren als deze over de dokter. Dan komt er tenmin ste qua omvang weer een en thousiaste stapel post binnen. Laten we daar maar weer on middellijk mee van stapel gaan en dan kies ik als eerste de brief van mevr. H. M. van V. te H., die iets wil zeggen op uitdrukkingen als „Wij heb ben zóóóó'n dokter" die u al in de voorgaande afleveringen bent tegengekomen. „Eerlijk gezegd heb ik derge lijke brieven met enige jalours- heid gelezen", zo begint deze le zeres, want „als ik naga hoe vertrouwelijk de mensen met hun dokter kunnen praten, dan mis ik erg veel. Er zijn toch zo nu en dan in een gezin wel eens dingen waarvoor je de dok ter nodig hebt. Maar echt con tact hebben met de dokter en een vertrouwelijk gesprek voeren daar krijg ik de gelegenheid niet voor. Als je op het spreek uur komt en je merkt, dat de dokter haast heeft, dan vergeet je de helft te zeggen van wat je eigenlijk wilde vertellen. Ik las in de rubriek over een dok ter, de zelf de medicijnen even langs bracht en verder aanbood de mevrouw thuis te bezoeken. Nou, dat zou onze dokter nooit doen; het moet wel héél erg zijn voor hij zegt: u moet in bed blijven en dan bezoek ik u nog wel eens. Nu moet u niet denken dat onze huisarts niet be kwaam is, want dat is hij wel. Maar geestelijk staat hij mijlen En dan nu uw dominee Eigenlijk heb ik er maar weinig aan toe te voegen... u die gewend bent deze rubriek te lezen en vooral u die schrijft weten waar het om begonnen is: we gaan over onze dominee schrijven! Dat ik er dit maal zo weinig over wil zeggen komt, omdat het me veel aar diger lijkt als u zo maar eens over uw predikant gaat praten op papier dan) zonder verdere sugges ties van mijn kant in de richting van de verschillende taken, die de dominee toch in zich verenigt als 't goed is. Zullen we het er op gaan wagen? En onze dominee eens ieder op de haar eigen manier gaan bekijken? Graag, ik reken in vol vertrouwen weer op uw schrij vende medewerking. Vandaag over twee weken 2 mei dus gaan we er mee beginnen. Mag ik dan uw eerste brieven vóór de 24e binnen hebben? Ik wil hier gelijk wat aan vast knopen. Verschillen de lezeressen menen, dat er dan na een door mij ge noemde datum geen reacties meer worden geaccep teerd. Niets is minder waar, juist het reageren op wat er in de rubriek heeft gestaan is vaak bijzonder aardig, 't Gaat er mij met die datum alleen maar om, dat een (liefst flink) aantal lezeressen na de aankondiging van de nieuwe vraag direkt in haar bal- en andere pen nen klimt zodat we een goed begin aan zo'n nieuwe reeks kunnen maken. Dus wat mij betreft, met ge noegen zie ik de eerste predikanten zo eind volgende week op m'n bureau belanden. af wel jammer". dat is toch Zoonlief Een mooi verhaal schrijft me- rr. G. M. O. te V.; ik wil het beslist niet onthouden. Ze ver- „In Amsterdam heb ik eens een wonderlijke huisarts gehad. Bij een keuring bleek dat ik bloedarmoede had. Ik werd dus verwezen naar m'n huisarts. Ik woonde daar pas op kamers en ging naar een arts in dezelfde straat. Die heeft me nooit on derzocht en schreef iedere maand twee recepten tegelijk uit voor staalpillen. De data kon ik zelf invullen en de pillen halen als ze weer op waren! Hij hield spreekuur met z'n zoontje op schoot; pa schreef aan de lopen de band recepten en verwijs- briefjes en zoonlief mocht ze dan aan de patiënten geven... In onze nieuwe woonplaats na men we onze buurman als huis arts. We hebben hem een paar keer laten roepen, omdat ik he vige pijnen in m'n buik Wegdoen het Wegdoen betekent in onderhavige geval: zó diep i vuilnisvat, dat een ander het er niet uit kan halen, want dat komt voor. Ook als we op het moment geen zieke thuis hebben, is het verstandig eens de mogelijkhe den en moeilijkheden in het ge zin na te gaan. Voor een luttel bedrag kunt u raad in tijd van nood hebben, we wezen reeds op het boekje van dr. Bos, de poc ket van zuster T. M. M. Stell- weg, bovengemeld vouwblad, of het boekje van J. D. Lebret: Als uw kinderen ziek zijn. Het is een eenvoudige wijsheid: iets dat je kent, is niet zo geheimzinnig als het onbekende. Gemoedsrust van de verzorgster kan veel tot de genezing van de zieke bijdragen. Dat de glazen fles voor de melk in de toekomst het veld zal moe ten ruimen voor een wegwerp- exemplaar, schreven wij reeds. Allerlei artikelen bij de drogist- verschenen ook al in zo'n ver gankelijk jasje, makkelijk voor huisvrouw en fabrikant, terwijl de winkelier zich het hoofd niet hoeft te breken over retourzen dingen met statiegeld. Naast de spiritus-in-plastic kwam korte lings azijn op de markt. De Combinatie van Nederlandse Azijn-fabrikanten brengt haar produkt nu ook in éénmalige verpakking, een primeur voor Nederland. De nieuwe verpak king is hygiënisch, de folie is •steriel en de azijn wordt voor de afvulling gepasteuriseerd en ts daardoor langer houdbaar. Een nraktische schenktuit is een welkome bijkomstigheid. Dat dit soort lichter in gewicht is dan zijn glazen makker is, hoeft geen betoog. De „gewone" fles blijft eveneens verkrijgbaar, de huisvrouw mag zelf bepalen of zij van deze nieuwe ontwikkeling gebruik gaat maken of niet. pijn, héél normaal". Later bleek dat ik dan aanvallen van nier stenen had, een flinke vlees boom, die in m'n blaas gedrukt zat en een aangetaste nier. Maar de dokter maar zeggen: heel normaal.... Onze tegenwoor dige huisarts is gelukkig een erg vriendelijke jonge man, die be langstellend luistert en erg pre- Goudrandje Wat, sprekend over „fonds" en „particulier" deze mevrouw niet zo geweldig vindt is het verschil dat in verschillende apotheken wordt gemaakt. „Als fondspa tiënt (dat was deze lezeres vroe ger) kon je het recept 's mor gens afgeven en dan na vier uur zelf halen. Als particulier mag je erop wachten of het wordt thuis bezorgd. De fonds patiënt krijgt z'n medicijnen in een eenvoudig wit doosje. De particulieren krijgen doosjes met bloemetjes en goudrandjes! Be lachelijk!" JViet bemoedigend Ook mevr. W. B. te R. kan, evenals de eerste lezeres uit de ze rubriek, niet spreken over een vertrouwelijke verhouding arts-patiënt. „Ik heb de dokter heel veel nodig, maar iedere keer weer als ik hem zie maak ik mij ze nuwachtig. Ik heb hem al zo veel jaren en van veranderen houd ik niet. Maar als iemand al zo lang iets mankeert is een bemoedigend woord of een be grijpen op z'n plaats. Ik be grijp, dat een dokter bij de pa tiënten geen geestelijk gesprek kan beginnen, want dat laat de drukke praktijk niet toe, maar één woord van begrip kan al ge noeg zijn". Daarom raadt deze lezeres vooral iedereen, die nog een arts moet kiezen, aan er een van eigen richting te nemen. De vrouw Nadat mevr. P. M. van W. te L. een loflied over haar arts heeft gezongen (dag en nacht voor je klaar, kortom Marmer in opmars Wie mocht menen dat marme ren gebruiksvoorwerpen ouder wets zijn, vergist zich, het ma teriaal neemt een steeds grotere plaats in voor allerlei luxe ge bruiksvoorwerpen. Het onderhoud vraagt echter wel wat zorg, afstoffen alleen is niet voldoende. Tot behoud van de fraaie natuurglans is een lauw warm sopje nodig, vlekken kun nen behandeld worden met ace- ton of amylacetaat (verkrijgbaar bij de drogist). U doopt een dik ke prop tissues in de vloeistof en legt deze op de vlek, laat de prop niet opdrogen. Leg bijvoorbeeld een glas of een stuk plastic op het geval om snel verdampen te voorkomen. Naar gelang de leef tijd van de vlek duurt de behan deling van twee tot vierentwintig uur. Thee-, koffie;- of chocolade vlekken reageren ook goed op een blekende behandeling met wa- terstofsuperoxide of ammonia. Op dezelfde manier opbrengen. Krassen kunt u verwijderen door met heel fijn schuurpapier te wrijven, daarna oppoetsen met zo'n prop, waarop nu wat stop verfpoeder is gestrooid. Dat dun ne, witte was voor gladde opper vlakken hét onderhoudsmiddel is, wist u al. ER is een aardige vraag op me afgevuurd, gemakkelijk voor wie hem stelde, moeilijker om hem hier weer te geven. De vraag kwam ongeveer hierop neer: „u schrijft deze rubriek, en in de voorbije jaren heeft dat schrijven een bepaalde toon ge kregen; de toon moet u in meer of mindere mate liggen, anders kon u het zo niet volhouden. Maar bént u nu ook zo als uw Subliek u in uw antwoorden wingt te zijn, of valt het u WEL. er is een beroemde zin in het Engels: „Every culture lives inside its own dream", dat wil zeggen dat je, om samen te praten, de een schrijvend, de an der lezend, een gemeenschappelij ke denkwereld moet hebben. Daarbij is hel dan meestal zo dat de schrijvende partij wat meer variaties op het thema kan te voorschijn toveren dan de lezen de, maar beide hebben ze toch één thema, één „ethos" zoals het def tig heet waarbij ik dan, van deftig naar populair gaand, wel wat van de diepe betekenis van de woorden verloren doe gaan. OM een voorbeeld te nemen stel dat ik hier, in plaats van de Open Brief, iedere maand een verhaal schreef. Iets in de trant van „Jan, houd je van me". Meisje dat voor haar hart na mis lukte verloving genezing zoekt in dorp van grootmoeder, ontmoet energiek hoofd der school etc., volgend keertje: man die na auto ongeluk (zojuist had zijn wildrij- dende verloofde hem verteld dat zij met een rijke kerel wilde trouwen) genezing zoekt in stil oord, ontmoet lieftallige domi neesdochter enz. Om dit vol te houden, het ook echt te menen, zou ik, zouden u en ik, iets ge meen moeten hebben: ons geloof in de Jannen. Ik zou een vage notie moeten hebben omtrent uw smaak, uw idealen, maar niet meer dan een vage notie, want ook ik zou die smaak, die idealen min of meer hebben: heel het groepje van schrijvende en lezen de dames zou binnen „its own dream", eigen droom leven, de schrijfster zou alleen wat geva rieerder imoeten zijn, bepaalde dingen ln hoge mate moeten be- zitten en zo lang als ze zelf wordt begrepen, ik zou dat geloofde in wat ze schreef, echt mezelf niet kunnen zeggen, vond dat er Jannen en ontmoe- iemand een lezing houdt, of tingen en genezingen-voor-gebro- preek, dan heeft hij ook een in- ken-harten zijn, zou het haar niet stinctief gevoel voor zijn gehoor zijn al deze dingen moeilijk vallen de maandelijkse rubriek te vullen. Maar o wee, als zij niet geloofde wat ze schreef. Niemand zou het verhaal span nend vinden of zij zou er mee ophouden. weer tikken, wikken en wegen, van lange tijd niksen, de hond horen Als slapen aan mijn voeten, beker melk drinken, ineens een eind ra telen, stoppen, tikken.... dubbel en dwars waard. f gaat uitspreken, zichzelf te hoewel In ieder geval valt het schrij- ^Vt^d" ifSrWak^ ven me niet moeilijk wat de kant „IL,® ,-1 Lvvr h?i? van het zich-indenken betreft, dat {Liuc 1 vh.'«tr üni iwUa E. ?i„wl zal mijn vragenstelster nu wel uïSra^f"'i'r ï.Sal? lea weer: „hoe verwerk je dat alle maal, het komt je huis maar bin nen. je kunt het niet van je af schudden, nee, ik houd op te kla gen, je hebt al genoeg narigheid te incasseren..." Och, dat is net als met het hebben van een enig kind. Als dat niet eten wil, willen aannemen. Dat de kant van het vinden van eenvou dige woorden een bezigheid op zichzelf is, zal zij dan nog even apart moeten noteren. vragen; dat ik er nooit mee ophield, daarvan heb ik dagelijks nog plezier, nu ik merk hoeveel ee, mi l/nre^khrWMer Vhraf!en stf' je liever appelmoes. Maar Li^cflnv r^i groot gezin tast ieder welgemeend kerkeb^ terrein toe, hangt er eentje tegen aan dan VOO\ moi"gen beter of 't kind is ziek en iJ"°°k wordt onder de wo' gestopt. Zo briefschrijf- ook met de post. Die ligt op mijn sters zich kunnen opwinden. Ik »afei inderdaad Fr vpheiirt in ben dlkwijto verhuisd; ook al weer o^faM. Ir fSfz'Óve" der B tarieven. IkhSf ef „^"^"Teeu^Al!?'dinee'n vindt "hi^1 in pin n<r e',ede?een krijgen hun tijd. Maar door de ran da„v gebeu- veelheid worden ze nooit te zwaar ren, denk ik me in maar wat belast fijn voor het meeleven in allerlei hele en halve angsten van vrien dinnen; zo kan ik in de lach schieter om het geruststellende het bekende: zóóóóo'n arts) wil zij het toch ook hebben over de vrouw van haar dokter. „Wat een zware taak heeft, op een dorp tenminste, ook vaak de doktersvrouw. Hier in ieder ge val wel. Ze heeft met een gezin van zes kinderen heus wel wat te doen, maar als er iemand met een gat in z'n hoofd of been of iets anders aankomt als de dokter niet thuis is, dan helpt onze doktersvrouw. Ook helpt zij veel in de apotheek, enfin noemt u maar op. En dat terwijl zij nog al eens met het krijgen van huishoudelijke hulp te kampen heeft. Wij staan er hier allemaal versteld over", al dus deze pluim op de hoed van een doktersvrouw, iets waaraan ik zeker niet voorbij wilde Kinderen In verschillende brieven wordt terecht gezegd hoe belangrijk het kan zijn als de dokter goed met de kinderen kan opschie ten. Als ik daar één brief over mag aanhalen. Mevr. J. S.-van D. te M. zegt: „Onze (jonge) dokter is gewoon fantastisch met de kinderen en het is toch wel uitermate be langrijk dat kinderen vertrouwe lijk met de dokter kunnen zijn. Onze drie (oudste bijna 6, jong ste 2) staan vaak voor het raam en als ze hem dan met z'n auto zien zwaaien ze om het hardst. Als hij op een bepaald moment zegt: die en die dag kom ik nog even kijken, dan vragen ze de hele dag „wanneer de dokter nou komt". Dat hij écht het ver trouwen heeft bewijst wel een opmerking van onze oudste. Die zegt nl. niet gauw wat en ook de dokter kreeg nauwelijks ant woord als hij hem wat vroeg. Maar nu is het zo ver dat hij laatst eens tegen me zei: „Mam ik wou dat de dokter maar bij ons woonde...." Is het niet fijn dat ze dus geen angst voor de dokter hoeven hebben, iets dat toch bijzonder veel voorkomt?" Tegenstelling Ook deze keer weer een te genstelling, die met name spe cialisten betreft. Lezen we eerst de brief van mevr. C. G. N.-Z. te R. die ver telt hoe verbaasd zij stond toen de huisarts zei, dat de specia list haar zieke echtgenoot wel thuis kwam opzoeken. „Ik zei: dokter, komt hij wel? We zijn maar fondspatiënt. Toen kreeg ik een standje van de dokter en hij zei: dat mag je nooit zeggen, alle patiënten zijn voor ons het zelfde". Ik kan u vertellen dat ik dat zelf ook in het ziekenhuis heb ondervonden, waar ik lang verpleegd ben geworden, maar een uitstekende verzorging en heel goede specialistenhulp heb gehad. Laten de boze tongen toch zwijgen, die zeggen dat fondspatiënten niet goed gehol pen worden" zo voegt deze le zeres er in alle eerlijkheid en een tikkeltje verontwaardigd nog aan toe. Nu mag men mevr. W. v. d. S. te H. beslist geen boze tong toedenken, want zij schrijft bij zonder aardig en heel reëel over haar huisarts. Maar zij heeft wél een vervelende ervaring op spe- cialistengebied. „Na weken op bed gelegen te hebben moest ik naar de poli kliniek, waar ik zo uit bed in de ijskou belandde. Het was meer dan erg. Mijn man zei toen: dat gebeurt nooit meer. En dat ter wijl een kennis van ons naar het huis van dezelfde specialist kon gaan (zij was particulier) waar het heerlijk warm was. Ik weet wel dat wat verder het vele uren wachten betreft de dokter geen schuld treft, maar laten we eer lijk zijn: voor de patiënten valt het vaak niet mee. Denkt u nu niet dat ik alles gelijk wil ma ken, standen zijn er altijd ge weest (ook in de bijbel) en zul len er blijven ook. Maar voor ernstige zieken moest het een beetje gemakkelijker gemaakt worden", meent deze mevrouw, die overigens ook naar voren wfl brengen dat niet iedere patiënt, vooral in een ziekenhuis, altijd even gemakkelijk is. Roddeltje Ik moet ér al weer mee op houden. Nog één briefje dan en wel van mevr. Z. te A., die even een „roddeltje" wil aanhalen. Zij heeft in één woord en in alle opzichten een uitstekende dok ter, dit moet vooropgesteld. „Nu was ik onlangs op bezoek bij mensen die een kamer vol visite hadden. Het gesprek kwam op de dokter en ik luisterde. In on ze woonplaats zijn er zes en elk prees zijn dokter om het hardst Ook vertelde men echter iets over een dokter, nou dat was niet zó best. Hij zei dit en hij zei dat, och, och, ieder had er het zijne van te zeggen. Totdat een van de gasten opmerkte: ,,'k woon hier nog niet zo lang, dus ken ik die dokter niet maar als ik jullie zo hoor zal die man wel weinig patiënten hebben". Laat die dokter nou de grootste praktijk van heel A. bezitten, ter wijl men toch wel moest toege ven dat hij voor z'n patiënten eigenlijk uitstekend was. Ze had den over mijn dokter gesproken, dus nou ziet u maar weer De conclusie ligt voor de hand. zou 'k tot slot willen zeggen. En natuurlijk: tot volgende week als we onze doktersserie af gaan ronden. het, geloof ik. ook met schieter om het geruststellende e dlkke de Open Brief. Als ik in Brazilië briefje van deze week na de ang- accenten- °at versnippert ons an- s geboren en pas op mijn der- stige van een week eerder: ik derzijds. In die tweeheid leven we tigste naar Nederland gekomen, dacht al dat je „kwaal" meeviel. Steeds zoekend naar waar het op precies hetzelfde heb ik tien jaar aan komt. Ieder door zijn eigen rijstebrijberg heen. Ieder in het groeiend besef van Augustinus' bot»» al weer taS X00rd«»; he.b.' ik, hoewel lid kerk die ook mijn briefschrijfster geleden beleefd in dezelfde situa- vertrouwd is, toch niet een Open tie. Ik wou je al pennen, maar Brief kunnen schrijven. had er de tijd niet toe. Je had woorden- En woonde ik mijn hele leven ïf1 1® fantasie a! weer bendes y on u gericht, gemaakt En tussen de briefschrijfsters, maar doorgemaakt, ik ken dat. Van al rustjg js ons hart todat het rust was ik b.v. het Zen-Boeddhisme dl® hevigheid blijven de dagen g?? nart' totlat het toegedaan, dan zou het, geloof ik. Vn1 jUj ,c - ook niet gaan. Wij hebben dus iets gemeen. Een achtergrond. De „taal" van Wat degene die me schrijft, is mij niet vind onbekend. En bijna ongemerkt dacht trekt die taal me naar zich toe, dwaas waardoor we een Open Brief matisch, krijgen zoals we die nu hebben, luchting is te merken dat Misschien voel Ik ook intuïtief der ook zo dwaas en melodrama dat het zó ongeveer het best tinch is. Die opluchting te const». vol. het is niet "anders, zoudt het niet willen missen. at nu zo fijn is, tenminste dat M s l ik, is dat sommige jaren ge-X CX Xr \/f - it hebben: o wat ben ik eenr .X» vO jé 9 as of o wat ben ik melodra-L isch, en dat het dan zo'n op-^""^ Bij plaatsing van uw mening ontvangt u naar wens het boek Tip Parade. De dokter zegt 1 of De dokter zegt 2 Wilt u uw naam en adres óók vermelden in de brief, die u kunt sturen naar de redactie „Blad- Zij" met op de enveloppe „Uw mening" Zo nodig zal de redac tie een keus maken uit de binnengekomen brieven en deze bekorten. Over deze beslissing wordt niet gecorrespondeerd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1964 | | pagina 15