Zieke kinderen thuis
moeten actief zijn
Blad
cU w dokte3
0pen kriel
ooi wecj
MIJ?»
ZATERDAG 18 APRIL 1981
Boekjes helpen moeder
eind op de goede weg
J^INDEREN doen alles in
tens: blij zijn, zich ver
diepen in hun spel, hevig
verdriet bij straf demonstre
ren, opwinding bij feestjes
maar ook ziek zijn. Nu
vele gezinnen en scholen te
maken hebben met allerlei
kinderziektes, begeleidend
symptoom van het winter-
einde dat dit jaar laat valt,
zijn wij voor u op zoek ge
gaan naar wat steun in de
strijd tegen de rode hond.
mazelen en wat er maar meei
kan schorten aan de gezond
heid van onze kinderen.
Als u ontdekt, dat een van uw
huisgenoten ziek is, gaat er een
bericht naar het doktershuis. U
zult hem of haar op het spreek
uur of het etensuur thuis treffen.
Geef daarbij een duidelijk mo
tief op, en prepareer u thuis op
het bezoek van de arts. Bij ieder
bezoek is het prettig warm water
bij de hand te hebben, alsmede
zeep en een schone handdoek,
eventueel verband. Wat wil dok
ter van u weten? Wanneer de eer
ste ziektesymptomen zich voor
deden, veranderingen in de ont
lasting of urine, temperatuurverho-
ging, eetlustvermindering, hoes
ten, huiduitslag. Het verdient in
het algemeen aanbeveling, een
plasje van uw patiëntje te be
waren, het kan van belang zijn
voor het onderzoek. Kunnen er
conflicten, op school of thuis, in
het spel zijn? Vertel het de arts
eerlijk.
Geen smoesjes
En over eerlijk gesproken:
moet het kind een pijnlijke be
handeling ondergaan, verzin
dan geen smoesjes. Zeg het
maar: „het doet even pijn, die
prik, je mag best au! roepen,
maar het is voor je bestwil ert
weer gauw voorbij." Wees zelf
rustig. Uw kind zal op u steunen.
Bent u ongerust over het ver
loop van de ziekte, of de aard
van het geval, zeg het de behan
delende geneesheer, „vooral als
die ongerustheid in de hand ge
werkt wordt door opmerkingen
van familieleden of kennissen",
adviseert dr. S. E. Bos, kinder
arts, in het Medisch Gezins
boekje', uitgave Van Dishoeck.
Zeer behartigenswaardig zijn ook
de opmerkingen: Vroeger was
bedrust vaak het enige wat de
arts kon voorschrijven. Er zijn
nu zoveel mogelijkheden om
ziekten actief te bestrijden met
geneesmiddelen, dat daardoor
bedrust veelal geen hoofdthera
pie, maar hulpmiddel is gewor
den. „U hebt het met uw rode
hond-patiënt al wel gemerkt: een
ziek kind hoeft niet meer auto
matisch rust te houden. Een kind
met koorts mag niet naar bui-
wel extra rust nodig.
is, is de dokter
voor uw kind. Hij
kan met een enkel woord en wal
begrip de angst bij het kind
wegnemen.
nodige hulp verleend kan
Medicijnen
Het zieke kind vruagi
dacht en moeder doet er ver
standig aan haar dagelijlcse
werkzaamheden aan de tijdelijke
Spelen helpt
Wist u overigens, dat spelen
helpt, om beter te worden? Als
het kind speelt, kan het zijn ziek
te veel gemakkelijker verwerken,
aldus de folder „Ziek zijn en
spelen" die dezer dagen uitgege
ven werd door de Nationale Fe
deratie voor Huishoudelijke en
Gezinsvoorlichting, van Speyk-
straat 19, Den Haag en samen
gesteld door het K. en O. Voor
lichtingscentrum voor Ouders en
Opvoeders, 's-Gravendijkwal 60,
Rotterdam. Voor het luttele be
drag van een kwartje kunt u bij
beide adressen dit vouwblad be
stellen.
U kunt er een schat aan ideeën
in opdoen. „Uw peuter van an
derhalf jaar begrijpt helemaal
niet wat ziek zijn is, hij voelt
zich ongelukkig en heeft rust en
troost nodig. Geef hem zijn lieve
lingsspeelgoed in bed doe uw
huishouden met de Franse slag
en ga bij uw hummel zitten
naaien...." Als het kind plat moet
liggen, zijn er nog legio dingen
die het kan doen: spelen met een.
magneet en een paar grote spij-
Laat hel zieke kind in bed
spelen. Het is toch al uit zijn
gewone doen. Afleiding zal de
genezing bevorderen
kers, tekenen op een wonderlei,
met twee spiegeltjes het licht
vangen, door een vergrootglas kij
ken naar dekenpluizen, pyama,
laken, en de eigen huid. En een
zaklantaarn: daar kun je aller
lei griezeligs mee uithalen:
ten noemt de folder ook een heel
stel bezigheden. Enkele daarvan
zijn: weven, kaart naaien, muziek
maken met mondharmonica of
blokfluit, het electriciteitsspel.
kralen rijgen, naaidoos oprui-
Nieuwe rol
Wat kunt u eens meebrengen
voor een ziek kind? Ook daar
weet het vouwblad raad op: wat
te zeggen van een speelgoed-ste
thoscoop, plastic plakfiguren,
sneeuwbolletje, magnetische hond
jes of treintjes? Het iS maar een
greep uit de mogelijkheden. U
bent naast moeder, nu ook spel-
leidster geworden en die nieuwe
rol zal u best bevallen! Van het
spel nog even naar de zieke: bij
verwonding, vergiftiging en in
noodgevallen geeft de arts de
raad om geen kostbare tijd ver
loren te laten gaan. Breng het
kind per auto naar bet dichtstbij
zijnde ziekenhuis, waar direct de
Berg alle geneesmiddelen bui
ten bereik van kinderhanden. Gro
te hoeveelheden (soms mooi ge
kleurde en lekker smakende kin
dertabletten) kunnen door kin
deren worden opgesnoept in een
onbewaakt ogenblik. Bij aspiri
nevergiftiging is het zaak, direct
naar het ziekenhuis te reppen
om de maag leeg te laten pom
pen. We hebben over medicijnen
ons licht eens opgestoken bij een
apotheker.
,,De badkamer is beslist geen
goede plek om uw geneesmidde
len te bewaren" was zijn welge
meend advies. Er is aaar een
veel te hoge vochtigheidsgraad. In
een koele slaapkamer, hoog en
droog is beter.
Overigens worden medicijnen
voor een bepaalde (ziekte) toe
stand voorgeschreven. Direct na
het ziekteproces dient u de me
dicijnen weg te gooien. Meestal
zijn geneesmiddelen, klaarge
maakt door de apotheek om voor
één keer dienst te doen. Als het
immers nodig is, kunt u nieuwe
halen. Een uitzondering hierop
vormt een middel tegen asthma
bijvoorbeeld, waarvan u altijd
lets in voorraad moogt hebben
om een aanval op te vangen.
Overigens zijn medicijnen niet
onbeperkt houdbaar, ook deze
Indien u maar even twijfelt
aan de kwaliteit, vraag het even
uw eigen apotheker. Een uitzon
dering op de regel zijn verpakte,
onaangebroken geneesmiddelen.
Specialiteiten blijven drie jaar
bruikbaar, maar dit is geen wet
van Meden en Perzen. Het wel
bekende aspirientje kan na drie
jaar ook wel geen aspirine meer
zijn. Bent u toch aan de schoon
maak bezig, inspecteer uw medi
cijnkast eens grondig aan de
hand van bovenstaande tips. Mis
schien kunt u ook uw voordeel
doen met de wetenschap, dat ver
se jodium nauwelijks prikt! Na
een half jaar is dit rode goedje
onplezieriger in gebruik, mercu-
rochroom heeft geen enkele waar
de voor ontsmettingsdoeleinden.
Vaseline is onbeperkt houdbaar.
De werking van boorwater en
boorzalf daarentegen mag men
wel met een argwanend oog be
kijken. Gekookt water en vase
line zijn even goed, zo niet be
ter. Norit kunt u best in grote
hoeveelheden aanschaffen, dat is
goedkoper en norit bederft niet.
Dat geldt ook voor de kleine ge
le tabletjes, superol, die overi
gens een bijtende werking in keel
en mond kunnen hebben. Vraag
liever een spoeldrank aan de
arts: Lysoform kunt u goed hou
den, evenals steriel verband, mits
onaangebroken. Snelverband en
pleisters zijn voordeliger als u in
't groot aanschaft, en zolang de
kleefstof nog goed Is, ook bruik-
Van vitaminen hoeft u geen
grote hoeveelheden in te slaan;
vooral vit. C ontleedt vrij gauw,
als er vocht bij kan komen. Als
geneesmiddelen verkleuren, is
dat een veeg teken. Levertraan-
en olijfolie worden ranzig als het
lang staat. Is het seizoen voor
bij, dan kimt u het met een ge
rust hart wegdoen, evenals de vi
tamines. In de herfst schaft u
weer nieuwe voorraad aan met
de zekerheid, dat het allemaal
..schoon" is.
Wat er verder zoal in uw huis
apotheek aanwezig dient te zijn?
Een buisje A.P.C. (nóg vrij ver
krijgbaar), zodat u de nacht
dienst van de apotheek niet hoeft
lastig te vallen, die is alleen in
gesteld voor spoedgevallen op re
cept. U zult overigens versteld
staan van het percentage, nacht
bezoekers tachtig! die de apo
theek 's nachts voor wissewasjes
als APC of maandverband dur
ven te misbruiken. Keelontsmet-
tingstabletten, een hoeststroopje
(aangebroken flesje weggooien
met de schoonmaak), pleisters,
iedere huisvrouw weet wel zo'n
beetje, wat de zwakke plekjes van
haar huisgenoten zijn. Heeft opa
soms last van hardlijvigheid of
aambeien dan dient men zetpil
len in voorraad te hebben, en
voor maagzuurkwaaltjes wat be
strijdingsmiddelen, dat hangt af
van geval tot geval. Neusdrup
pels voor Jan moet u beslist niet
aan Piet geven, laat iedere pa
tiënt zijn eigen medicijnen ge
bruiken en vraag, als u er twee
hebt van één ziekte, twee apar
te recepten. Dan hebt u de ze
kerheid, dat u met het (besmet
te) pipetje geen infectie over
brengt. Ook voor oogdruppels etc.
geldt dit advies. Schaf een oog-
,Wat is Uw mening
over
'k Hoop, dat u de nieuwe
vraag, waarover in het bege
leidend kader wordt gespro
ken, even zeer zult kunnen
appreciëren als deze over de
dokter. Dan komt er tenmin
ste qua omvang weer een en
thousiaste stapel post binnen.
Laten we daar maar weer on
middellijk mee van stapel
gaan en dan kies ik als eerste
de brief van mevr. H. M. van
V. te H., die iets wil zeggen op
uitdrukkingen als „Wij heb
ben zóóóó'n dokter" die u al
in de voorgaande afleveringen
bent tegengekomen.
„Eerlijk gezegd heb ik derge
lijke brieven met enige jalours-
heid gelezen", zo begint deze le
zeres, want „als ik naga hoe
vertrouwelijk de mensen met
hun dokter kunnen praten, dan
mis ik erg veel. Er zijn toch
zo nu en dan in een gezin wel
eens dingen waarvoor je de dok
ter nodig hebt. Maar echt con
tact hebben met de dokter en
een vertrouwelijk gesprek voeren
daar krijg ik de gelegenheid
niet voor. Als je op het spreek
uur komt en je merkt, dat de
dokter haast heeft, dan vergeet
je de helft te zeggen van wat
je eigenlijk wilde vertellen. Ik
las in de rubriek over een dok
ter, de zelf de medicijnen even
langs bracht en verder aanbood
de mevrouw thuis te bezoeken.
Nou, dat zou onze dokter nooit
doen; het moet wel héél erg
zijn voor hij zegt: u moet in
bed blijven en dan bezoek ik u
nog wel eens. Nu moet u niet
denken dat onze huisarts niet be
kwaam is, want dat is hij wel.
Maar geestelijk staat hij mijlen
En dan nu uw dominee
Eigenlijk heb ik er maar weinig aan toe te voegen...
u die gewend bent deze rubriek te lezen en vooral u die
schrijft weten waar het om begonnen is: we gaan
over onze dominee schrijven! Dat ik er dit maal zo
weinig over wil zeggen komt, omdat het me veel aar
diger lijkt als u zo maar eens over uw predikant
gaat praten op papier dan) zonder verdere sugges
ties van mijn kant in de richting van de verschillende
taken, die de dominee toch in zich verenigt als 't
goed is.
Zullen we het er op gaan wagen? En onze dominee
eens ieder op de haar eigen manier gaan bekijken?
Graag, ik reken in vol vertrouwen weer op uw schrij
vende medewerking. Vandaag over twee weken 2
mei dus gaan we er mee beginnen. Mag ik dan uw
eerste brieven vóór de 24e binnen hebben?
Ik wil hier gelijk wat aan vast knopen. Verschillen
de lezeressen menen, dat er dan na een door mij ge
noemde datum geen reacties meer worden geaccep
teerd. Niets is minder waar, juist het reageren op wat
er in de rubriek heeft gestaan is vaak bijzonder aardig,
't Gaat er mij met die datum alleen maar om, dat
een (liefst flink) aantal lezeressen na de aankondiging
van de nieuwe vraag direkt in haar bal- en andere pen
nen klimt zodat we een goed begin aan zo'n nieuwe
reeks kunnen maken. Dus wat mij betreft, met ge
noegen zie ik de eerste predikanten zo eind volgende
week op m'n bureau belanden.
af
wel jammer".
dat is toch
Zoonlief
Een mooi verhaal schrijft me-
rr. G. M. O. te V.; ik wil het
beslist niet onthouden. Ze ver-
„In Amsterdam heb ik eens
een wonderlijke huisarts gehad.
Bij een keuring bleek dat ik
bloedarmoede had. Ik werd dus
verwezen naar m'n huisarts. Ik
woonde daar pas op kamers en
ging naar een arts in dezelfde
straat. Die heeft me nooit on
derzocht en schreef iedere
maand twee recepten tegelijk uit
voor staalpillen. De data kon ik
zelf invullen en de pillen halen
als ze weer op waren! Hij hield
spreekuur met z'n zoontje op
schoot; pa schreef aan de lopen
de band recepten en verwijs-
briefjes en zoonlief mocht ze dan
aan de patiënten geven...
In onze nieuwe woonplaats na
men we onze buurman als huis
arts. We hebben hem een paar
keer laten roepen, omdat ik he
vige pijnen in m'n buik
Wegdoen
het
Wegdoen betekent in
onderhavige geval: zó diep i
vuilnisvat, dat een ander het er
niet uit kan halen, want dat komt
voor. Ook als we op het moment
geen zieke thuis hebben, is het
verstandig eens de mogelijkhe
den en moeilijkheden in het ge
zin na te gaan. Voor een luttel
bedrag kunt u raad in tijd van
nood hebben, we wezen reeds op
het boekje van dr. Bos, de poc
ket van zuster T. M. M. Stell-
weg, bovengemeld vouwblad, of
het boekje van J. D. Lebret: Als
uw kinderen ziek zijn. Het is een
eenvoudige wijsheid: iets dat je
kent, is niet zo geheimzinnig als
het onbekende. Gemoedsrust van
de verzorgster kan veel tot de
genezing van de zieke bijdragen.
Dat de glazen fles voor de melk
in de toekomst het veld zal moe
ten ruimen voor een wegwerp-
exemplaar, schreven wij reeds.
Allerlei artikelen bij de drogist-
verschenen ook al in zo'n ver
gankelijk jasje, makkelijk voor
huisvrouw en fabrikant, terwijl
de winkelier zich het hoofd niet
hoeft te breken over retourzen
dingen met statiegeld. Naast de
spiritus-in-plastic kwam korte
lings azijn op de markt. De
Combinatie van Nederlandse
Azijn-fabrikanten brengt haar
produkt nu ook in éénmalige
verpakking, een primeur voor
Nederland. De nieuwe verpak
king is hygiënisch, de folie is
•steriel en de azijn wordt voor de
afvulling gepasteuriseerd en ts
daardoor langer houdbaar. Een
nraktische schenktuit is een
welkome bijkomstigheid. Dat
dit soort lichter in gewicht is
dan zijn glazen makker is, hoeft
geen betoog. De „gewone" fles
blijft eveneens verkrijgbaar, de
huisvrouw mag zelf bepalen of
zij van deze nieuwe ontwikkeling
gebruik gaat maken of niet.
pijn, héél normaal". Later bleek
dat ik dan aanvallen van nier
stenen had, een flinke vlees
boom, die in m'n blaas gedrukt
zat en een aangetaste nier.
Maar de dokter maar zeggen:
heel normaal.... Onze tegenwoor
dige huisarts is gelukkig een erg
vriendelijke jonge man, die be
langstellend luistert en erg pre-
Goudrandje
Wat, sprekend over „fonds" en
„particulier" deze mevrouw niet
zo geweldig vindt is het verschil
dat in verschillende apotheken
wordt gemaakt. „Als fondspa
tiënt (dat was deze lezeres vroe
ger) kon je het recept 's mor
gens afgeven en dan na vier
uur zelf halen. Als particulier
mag je erop wachten of het
wordt thuis bezorgd. De fonds
patiënt krijgt z'n medicijnen in
een eenvoudig wit doosje. De
particulieren krijgen doosjes met
bloemetjes en goudrandjes! Be
lachelijk!"
JViet bemoedigend
Ook mevr. W. B. te R. kan,
evenals de eerste lezeres uit de
ze rubriek, niet spreken over
een vertrouwelijke verhouding
arts-patiënt.
„Ik heb de dokter heel veel
nodig, maar iedere keer weer
als ik hem zie maak ik mij ze
nuwachtig. Ik heb hem al zo
veel jaren en van veranderen
houd ik niet. Maar als iemand
al zo lang iets mankeert is een
bemoedigend woord of een be
grijpen op z'n plaats. Ik be
grijp, dat een dokter bij de pa
tiënten geen geestelijk gesprek
kan beginnen, want dat laat de
drukke praktijk niet toe, maar
één woord van begrip kan al ge
noeg zijn". Daarom raadt deze
lezeres vooral iedereen, die nog
een arts moet kiezen, aan er een
van eigen richting te nemen.
De vrouw
Nadat mevr. P. M. van W.
te L. een loflied over haar arts
heeft gezongen (dag en nacht
voor je klaar, kortom
Marmer
in opmars
Wie mocht menen dat marme
ren gebruiksvoorwerpen ouder
wets zijn, vergist zich, het ma
teriaal neemt een steeds grotere
plaats in voor allerlei luxe ge
bruiksvoorwerpen.
Het onderhoud vraagt echter
wel wat zorg, afstoffen alleen is
niet voldoende. Tot behoud van de
fraaie natuurglans is een lauw
warm sopje nodig, vlekken kun
nen behandeld worden met ace-
ton of amylacetaat (verkrijgbaar
bij de drogist). U doopt een dik
ke prop tissues in de vloeistof en
legt deze op de vlek, laat de prop
niet opdrogen. Leg bijvoorbeeld
een glas of een stuk plastic op
het geval om snel verdampen te
voorkomen. Naar gelang de leef
tijd van de vlek duurt de behan
deling van twee tot vierentwintig
uur. Thee-, koffie;- of chocolade
vlekken reageren ook goed op
een blekende behandeling met wa-
terstofsuperoxide of ammonia.
Op dezelfde manier opbrengen.
Krassen kunt u verwijderen door
met heel fijn schuurpapier te
wrijven, daarna oppoetsen met
zo'n prop, waarop nu wat stop
verfpoeder is gestrooid. Dat dun
ne, witte was voor gladde opper
vlakken hét onderhoudsmiddel is,
wist u al.
ER is een aardige vraag op me
afgevuurd, gemakkelijk voor
wie hem stelde, moeilijker om
hem hier weer te geven. De
vraag kwam ongeveer hierop
neer: „u schrijft deze rubriek, en
in de voorbije jaren heeft dat
schrijven een bepaalde toon ge
kregen; de toon moet u in meer
of mindere mate liggen, anders
kon u het zo niet volhouden.
Maar bént u nu ook zo als uw
Subliek u in uw antwoorden
wingt te zijn, of valt het u
WEL. er is een beroemde zin
in het Engels: „Every culture
lives inside its own dream", dat
wil zeggen dat je, om samen te
praten, de een schrijvend, de an
der lezend, een gemeenschappelij
ke denkwereld moet hebben.
Daarbij is hel dan meestal zo dat
de schrijvende partij wat meer
variaties op het thema kan te
voorschijn toveren dan de lezen
de, maar beide hebben ze toch één
thema, één „ethos" zoals het def
tig heet waarbij ik dan, van
deftig naar populair gaand, wel
wat van de diepe betekenis van de
woorden verloren doe gaan.
OM een voorbeeld te nemen
stel dat ik hier, in plaats van
de Open Brief, iedere maand een
verhaal schreef. Iets in de trant
van „Jan, houd je van me".
Meisje dat voor haar hart na mis
lukte verloving genezing zoekt in
dorp van grootmoeder, ontmoet
energiek hoofd der school etc.,
volgend keertje: man die na auto
ongeluk (zojuist had zijn wildrij-
dende verloofde hem verteld dat
zij met een rijke kerel wilde
trouwen) genezing zoekt in stil
oord, ontmoet lieftallige domi
neesdochter enz. Om dit vol te
houden, het ook echt te menen,
zou ik, zouden u en ik, iets ge
meen moeten hebben: ons geloof
in de Jannen. Ik zou een vage
notie moeten hebben omtrent uw
smaak, uw idealen, maar niet
meer dan een vage notie, want
ook ik zou die smaak, die idealen
min of meer hebben: heel het
groepje van schrijvende en lezen
de dames zou binnen „its own
dream", eigen droom leven, de
schrijfster zou alleen wat geva
rieerder imoeten zijn, bepaalde
dingen ln hoge mate moeten be-
zitten en zo lang als ze zelf wordt begrepen, ik zou dat
geloofde in wat ze schreef, echt mezelf niet kunnen zeggen,
vond dat er Jannen en ontmoe- iemand een lezing houdt, of
tingen en genezingen-voor-gebro- preek, dan heeft hij ook een in-
ken-harten zijn, zou het haar niet stinctief gevoel voor zijn gehoor
zijn al deze dingen
moeilijk vallen de maandelijkse
rubriek te vullen. Maar o wee,
als zij niet geloofde wat ze schreef.
Niemand zou het verhaal span
nend vinden of zij zou er mee
ophouden.
weer tikken, wikken en wegen,
van lange tijd niksen, de hond horen
Als slapen aan mijn voeten, beker
melk drinken, ineens een eind ra
telen, stoppen, tikken.... dubbel en
dwars waard.
f gaat uitspreken,
zichzelf te hoewel
In ieder geval valt het schrij- ^Vt^d" ifSrWak^
ven me niet moeilijk wat de kant „IL,® ,-1 Lvvr h?i?
van het zich-indenken betreft, dat {Liuc 1 vh.'«tr üni iwUa E. ?i„wl
zal mijn vragenstelster nu wel uïSra^f"'i'r ï.Sal? lea
weer: „hoe verwerk je dat alle
maal, het komt je huis maar bin
nen. je kunt het niet van je af
schudden, nee, ik houd op te kla
gen, je hebt al genoeg narigheid
te incasseren..." Och, dat is
net als met het hebben van een
enig kind. Als dat niet eten wil,
willen aannemen. Dat de
kant van het vinden van eenvou
dige woorden een bezigheid op
zichzelf is, zal zij dan nog even
apart moeten noteren.
vragen; dat ik er nooit mee
ophield, daarvan heb ik dagelijks
nog plezier, nu ik merk hoeveel ee, mi
l/nre^khrWMer Vhraf!en stf' je liever appelmoes. Maar
Li^cflnv r^i groot gezin tast ieder welgemeend
kerkeb^ terrein toe, hangt er eentje tegen aan dan
VOO\ moi"gen beter of 't kind is ziek en
iJ"°°k wordt onder de wo' gestopt. Zo
briefschrijf- ook met de post. Die ligt op mijn
sters zich kunnen opwinden. Ik »afei inderdaad Fr vpheiirt in
ben dlkwijto verhuisd; ook al weer o^faM. Ir fSfz'Óve"
der B tarieven. IkhSf ef „^"^"Teeu^Al!?'dinee'n
vindt "hi^1 in pin n<r e',ede?een krijgen hun tijd. Maar door de
ran da„v gebeu- veelheid worden ze nooit te zwaar
ren, denk ik me in maar wat belast
fijn voor het meeleven in allerlei
hele en halve angsten van vrien
dinnen; zo kan ik in de lach
schieter om het geruststellende
het bekende: zóóóóo'n arts) wil
zij het toch ook hebben over de
vrouw van haar dokter. „Wat
een zware taak heeft, op een
dorp tenminste, ook vaak de
doktersvrouw. Hier in ieder ge
val wel. Ze heeft met een gezin
van zes kinderen heus wel wat
te doen, maar als er iemand
met een gat in z'n hoofd of
been of iets anders aankomt als
de dokter niet thuis is, dan
helpt onze doktersvrouw. Ook
helpt zij veel in de apotheek,
enfin noemt u maar op. En dat
terwijl zij nog al eens met het
krijgen van huishoudelijke hulp
te kampen heeft. Wij staan er
hier allemaal versteld over", al
dus deze pluim op de hoed van
een doktersvrouw, iets waaraan
ik zeker niet voorbij wilde
Kinderen
In verschillende brieven wordt
terecht gezegd hoe belangrijk
het kan zijn als de dokter goed
met de kinderen kan opschie
ten. Als ik daar één brief over
mag aanhalen.
Mevr. J. S.-van D. te M. zegt:
„Onze (jonge) dokter is gewoon
fantastisch met de kinderen en
het is toch wel uitermate be
langrijk dat kinderen vertrouwe
lijk met de dokter kunnen zijn.
Onze drie (oudste bijna 6, jong
ste 2) staan vaak voor het raam
en als ze hem dan met z'n auto
zien zwaaien ze om het hardst.
Als hij op een bepaald moment
zegt: die en die dag kom ik nog
even kijken, dan vragen ze de
hele dag „wanneer de dokter
nou komt". Dat hij écht het ver
trouwen heeft bewijst wel een
opmerking van onze oudste. Die
zegt nl. niet gauw wat en ook
de dokter kreeg nauwelijks ant
woord als hij hem wat vroeg.
Maar nu is het zo ver dat hij
laatst eens tegen me zei: „Mam
ik wou dat de dokter maar bij
ons woonde...." Is het niet fijn
dat ze dus geen angst voor de
dokter hoeven hebben, iets dat
toch bijzonder veel voorkomt?"
Tegenstelling
Ook deze keer weer een te
genstelling, die met name spe
cialisten betreft.
Lezen we eerst de brief van
mevr. C. G. N.-Z. te R. die ver
telt hoe verbaasd zij stond toen
de huisarts zei, dat de specia
list haar zieke echtgenoot wel
thuis kwam opzoeken. „Ik zei:
dokter, komt hij wel? We zijn
maar fondspatiënt. Toen kreeg
ik een standje van de dokter en
hij zei: dat mag je nooit zeggen,
alle patiënten zijn voor ons het
zelfde". Ik kan u vertellen dat
ik dat zelf ook in het ziekenhuis
heb ondervonden, waar ik lang
verpleegd ben geworden, maar
een uitstekende verzorging en
heel goede specialistenhulp heb
gehad. Laten de boze tongen
toch zwijgen, die zeggen dat
fondspatiënten niet goed gehol
pen worden" zo voegt deze le
zeres er in alle eerlijkheid en
een tikkeltje verontwaardigd nog
aan toe.
Nu mag men mevr. W. v. d.
S. te H. beslist geen boze tong
toedenken, want zij schrijft bij
zonder aardig en heel reëel over
haar huisarts. Maar zij heeft wél
een vervelende ervaring op spe-
cialistengebied.
„Na weken op bed gelegen te
hebben moest ik naar de poli
kliniek, waar ik zo uit bed in de
ijskou belandde. Het was meer
dan erg. Mijn man zei toen: dat
gebeurt nooit meer. En dat ter
wijl een kennis van ons naar het
huis van dezelfde specialist kon
gaan (zij was particulier) waar
het heerlijk warm was. Ik weet
wel dat wat verder het vele uren
wachten betreft de dokter geen
schuld treft, maar laten we eer
lijk zijn: voor de patiënten valt
het vaak niet mee. Denkt u nu
niet dat ik alles gelijk wil ma
ken, standen zijn er altijd ge
weest (ook in de bijbel) en zul
len er blijven ook. Maar voor
ernstige zieken moest het een
beetje gemakkelijker gemaakt
worden", meent deze mevrouw,
die overigens ook naar voren wfl
brengen dat niet iedere patiënt,
vooral in een ziekenhuis, altijd
even gemakkelijk is.
Roddeltje
Ik moet ér al weer mee op
houden. Nog één briefje dan en
wel van mevr. Z. te A., die even
een „roddeltje" wil aanhalen. Zij
heeft in één woord en in alle
opzichten een uitstekende dok
ter, dit moet vooropgesteld. „Nu
was ik onlangs op bezoek bij
mensen die een kamer vol visite
hadden. Het gesprek kwam op
de dokter en ik luisterde. In on
ze woonplaats zijn er zes en elk
prees zijn dokter om het hardst
Ook vertelde men echter iets
over een dokter, nou dat was
niet zó best. Hij zei dit en hij
zei dat, och, och, ieder had er
het zijne van te zeggen. Totdat
een van de gasten opmerkte:
,,'k woon hier nog niet zo lang,
dus ken ik die dokter niet maar
als ik jullie zo hoor zal die man
wel weinig patiënten hebben".
Laat die dokter nou de grootste
praktijk van heel A. bezitten, ter
wijl men toch wel moest toege
ven dat hij voor z'n patiënten
eigenlijk uitstekend was. Ze had
den over mijn dokter gesproken,
dus nou ziet u maar weer
De conclusie ligt voor de hand.
zou 'k tot slot willen zeggen. En
natuurlijk: tot volgende week als
we onze doktersserie af gaan
ronden.
het, geloof ik. ook met schieter om het geruststellende e dlkke
de Open Brief. Als ik in Brazilië briefje van deze week na de ang- accenten- °at versnippert ons an-
s geboren en pas op mijn der- stige van een week eerder: ik derzijds. In die tweeheid leven we
tigste naar Nederland gekomen, dacht al dat je „kwaal" meeviel. Steeds zoekend naar waar het op
precies hetzelfde heb ik tien jaar aan komt. Ieder door zijn eigen
rijstebrijberg heen. Ieder in het
groeiend besef van Augustinus'
bot»» al weer taS X00rd«»; he.b.'
ik, hoewel lid
kerk die ook mijn briefschrijfster geleden beleefd in dezelfde situa-
vertrouwd is, toch niet een Open tie. Ik wou je al pennen, maar
Brief kunnen schrijven. had er de tijd niet toe. Je had woorden-
En woonde ik mijn hele leven ïf1 1® fantasie a! weer bendes y on u gericht, gemaakt En
tussen de briefschrijfsters, maar doorgemaakt, ik ken dat. Van al rustjg js ons hart todat het rust
was ik b.v. het Zen-Boeddhisme dl® hevigheid blijven de dagen g?? nart' totlat het
toegedaan, dan zou het, geloof ik. Vn1 jUj ,c -
ook niet gaan.
Wij hebben dus iets gemeen.
Een achtergrond. De „taal" van Wat
degene die me schrijft, is mij niet vind
onbekend. En bijna ongemerkt dacht
trekt die taal me naar zich toe, dwaas
waardoor we een Open Brief matisch,
krijgen zoals we die nu hebben, luchting is te merken dat
Misschien voel Ik ook intuïtief der ook zo dwaas en melodrama
dat het zó ongeveer het best tinch is. Die opluchting te const».
vol. het is niet "anders,
zoudt het niet willen missen.
at nu zo fijn is, tenminste dat M s
l ik, is dat sommige jaren ge-X CX Xr \/f -
it hebben: o wat ben ik eenr .X» vO jé 9
as of o wat ben ik melodra-L
isch, en dat het dan zo'n op-^""^
Bij plaatsing van uw
mening ontvangt u naar
wens het boek Tip Parade.
De dokter zegt 1 of De
dokter zegt 2
Wilt u uw naam en
adres óók vermelden in de
brief, die u kunt sturen
naar de redactie „Blad-
Zij" met op de enveloppe
„Uw mening"
Zo nodig zal de redac
tie een keus maken uit de
binnengekomen brieven en
deze bekorten. Over deze
beslissing wordt niet
gecorrespondeerd.