MARIA MONK HET WOORD, DE ZWARTE NON, opnieuw verschenen de Bijbel op verantwoorde wijze bekort Twijfel löioot DEZE WEEK IN EEN WOELIGE WERELD ZONDAGSBLAD ZATERDAG 18 APRIL 19(14 PROTESTANTSE MODDER UIT DE VORIGE EEUW Deze week is er een heftig de bat gevoerd ln de synode van de Kerk van Württemberg. Inzet van de woordenstrijd was de vraag of de theologi sche opleiding een gevaar is voor bet geloofsleven van ve le jonge mensen of niet „Ja", zeiden de wat meer piëtistisch ingestelde alge vaardigden, „en deze jonge mensen zijn een gevaar voor de gemeente als ze op de kansel verschijnen." Maar van de kant van hen die ernaar streven om het evan gelie modern in de taal van vandaag en met woorden van vandaag te verkondigen klonk een luid protesterend „Neen!" En de verklaring die zij gaven is opmerkelijk al is zij geenszins nieuw „Men moet door de ver schrikkelijke twijfel van de ze tijd heengaan, zelf er aan deel aan gehad hebben, om het evangelie overtuigend te kunnen prediken." Hier is weer eens een duide lijk voorbeeld van een halve waarheid. Natuurlijk is het waar dat een prediker die geworsteld heeft met de twij fel van deze tijd, en tot een diep en waarachtig geloof is gekomen een element in zijn prediking brengt dat de mensen rechtop doet zitten. Zon man weet waar hij over spreekt. Maar moeten we daarom jon ge mensen zo maar bloot stellen aan angst en twijfel, aan de moderne leegheid en doelloosheid? Moeten we zeg gen, als zij het geloof van hun kinderjaren verliezen: Gelukkig, nu kunnen het ten minste goede predikers wor den? Neen! Neen! Neen! Welke arts eet eerst arsenicum om een patiënt die vergiftigd is beter te kunnen helpen? Welke advocaat pleegc eerst een moord om beter een moordenaar te kunnen verde digen? Welke onderwijzer zakt eerst bewust voor zijn beter onderricht te geven? Het is waar, men moet zijn tijd kennen, begrip hebben voor de twijfel enonrust van onze dagen, maar om te kunnen prediken behoeft men er nog geen deel aan te heb ben. Gods Woord is Waar heid voor alle tijden. Het staat vast voor alle tijden. ..Christus is dezelfde", zegt de schrijver van de Hebree- enbrief, „gisteren en heden en tot in eeuwigheid". We hebben het recht niet, om. nu veel inderdaad aan het wankelen is, te menen dat ook dat fundament op zijn grondvesten staat te trillen. Nog altijd kunnen we zin gen: „Ik heb de vaste grond gevonden, waarin mijn anker eeuwig hecht". Dat is een betere basis voor een bijbel se prediking dan deel heb ben aan de twijfel van onze tijd. Di Henri Wald Beecher Uam •p een zondagmorgen in de kerk en kreeg van de koster een zo juist bezorgde brief. Hij opende de en veloppe en las het enige woord dat op het papier stond: Idioot! Tijden» de aankondigingen stelde hij de ge meente op de hoogte met de volgen de woorden: Ik heb al vaak brieven ontvangen van mensen die vergaten •r hun naam onder te zetten, maar dit ii de eerite keer dat ik een brief krijg van iemand die wel z'n naam aat, maar vergat de brief te ichrijven. KERKNIEUWS (Van onze kerkredactie) JN DEZE TIJD van „oecu mene", van gesprek, niet alleen tussen de protestantse kerken onderling, maar ook tussen Rome en Reformatie is opnieuw een boek versche nen dat de jonden en ge varen van het kloosterleven" openbaar maakt. Het is her uitgave van ,jMaria Monk, de zwarte non", een boek dat in het midden van de vorige eeuw in de Verenigde Staten grote opgang heeft gemaakt. Het is heftig aangevallen en vurig verdedigd. Het bevatte zelfs een aantal onder ede af gelegde verklaringen over toestanden in een klooster te Montreal in Canada, die later vals bleken te zijn. Eens was dit een bestseller. Voor de burgeroorlog in de Verenigde Staten (18611865) waren er reeds 300.000 exempla ren van dit boek verkocht. La ter is het nog weer in ontelba re uitgaven verschenen, aange vuld en gewijzigd. En nu in de eeuw van de oecumene komt het opnieuw uit. In de Verenig de Staten verscheen onlangs in offsetdruk een hernieuwde uit gave van de eerste druk. In Antwerpen (Uitgave A.D.E.P., Dambruggestraat 125) een her uitgave van wat kennelijk een Engelse bewerking van het boek is geweest. welijke feiten. Het vertelt wat een wantrouwige geest reeds meende te kunnen geloven van de kloosters. Het vermeldt „feiten" over onzedelijke verhoudingen tus sen priesters en nonnen met juist zoveel terughouding dat de lezer in staat is er zelf de hele rest bij te denken. Gruwelen Het geeft gegevens over een ge heime gang tussen dit klooster van de zwarte nonnen en het priesterseminarium, vertelt van kinderen die geboren worden. De schrijfster zou er zelfs in geslaagd zijn om een boek in handen te krijgen met minstens de geboor ten van zestig kinderen in twee jaar tijds in dat ene klooster. Zij beschrijft hoe een moord ge pleegd wordt op een non die een overtreding heeft begaan. Ze be schrijft hoe zij onder in de kelder een diepe kuil aantreft, waarin de lijkjes gegooid worden van de ba- bies die worden geboren, ge doopt en meteen daarop ver moord. De kuil is omgeven door ongebluste kalk. Ze beschrijft ook van cellen waarin nonnen al jarenlang gevangen zitten en van nonnen die aan de benen worden opgehangen, omdat ze een klein vergrijp hebben gepleegd. Het is een lange lijst (verdeeld over twintig hoofdstukken) van gruwelijkheden, die in naam van de waarheid worden beschreven, met achter in het boek nog de verslagen van beëdigde verklarin gen die het element van betrouw baarheid moeten vormen. En overal ter wereld hebben protes tanten hun hoofden geschud en ge zegd: Zie je wel dat het waar is. Hier zijn de feiten. (Door een zetfout vermeldt de ti telpagina 1936 Dat zou deze vrouw rond 125 jaar oud maken). In dat jaar ontvluchtte ze en werd In een ziekenhuis opgeno men waar zij een baby ter we reld bracht. Het meeat opmerke lijke ls dat zij er ln slaagde om In mei te ontvluchten, een kind ter wereld te brengen enkele maanden later en tevens tijd te i dit irljven en uit te geven. De eerste druk dateert volgens de titelpagina immers uit datzelfde Jaar 1836. Maar toen het uitkwam heeft geen protestant zich afge vraagd, hoe deze vrouw, die zon der middelen van bestaan was dat wel gepresteerd kan hebben. Het feit dat dit boek in de vo rige eeuw zo'n geweldige oplage bereikte en in verschillende talen vertaald werd, getuigt een beetje van de geest van die dagen. Ter wijl onze eeuw wel eens de eeuw van de ontmoeting (althans op kerkelijk gebied) genoemd wordt, werd de vorige eeuw, de eeuw van de afscheiding genoemd. Men bleef zover mogelijk van elkaar vandaan. Men had een bepaald beeld van elkaar en dat beeld werd dan uit alle kracht bestre den. Misschien is dit wel al te generaliserend gesteld, maar een boek als dat van „Maria Monk, de zwarte non", onderstreept toch wel sterk die levenshouding. Veranderingen Hoe anders is dan de tegenwoor dige mentaliteit, ook bij groepen die van rooms-katholieke zijde nog wel eens beschuldigd wor den van anti-papisme om hun mi litante houding. We troffen on langs een recensie aan in een blad dat steeds gewoon is geweest de dingen rechtuit te zeggen, zoals men het zag, een blad dat er ze ker niet van beschuldigd kan worden veel heil te zien in een gesprek met Rome, de zendings bode van de Spaanse Evangeli sche Zending.: Het schrijft: „Er gaat een voorrede aan vooraf. Afgezien nog van het feit, dat het nut van de heruitgave schrijver dezes ontgaat, lijkt ons de „voorrede" niet passend in een Nederlandse vertaling. Immers protestantse ouders in Nederland zullen hun kinderen, o.i. toch niet naar een kloosterschool sturen. In deze ..voorrede" stuitten we bij het lezen voorts op de onprotestant se term „katholieken". Protes tanten dienen o.t. geen voet te geven aan roomse aanmatigin gen. Vertaler en uitgever hadden hiermede o.i. zeker re kening moeten houden. Het ver haal zelf is o.i. onsamenhan gend hier en daar zelfs plat vloers naar het ons voorkomt en heeft geen strekking van eni ge waarde. Dit boek, waarvan de prijs ons onbekend is, kun nen wij niet aanbevelen." een herdruk van een berucht boek uit de bestsellerslijsten van de vorige eeuw. Maar het opmer kelijke is dat de Nederlandse uit gave nog weer eens in volle over tuiging als een dienst aan de pro testantse wereld op de markt ge bracht te zijn, door een Vlaamse uitgeverij die zich verschuilt ach ter de letters A.D.E.P. in Ant werpen. Honderd jaar nadat dit boek als fabel aan de kaak is ge steld, zijn er toch nog mensen die het bruikbaar achten om er de Rooms-Katholieke Kerk mee te bestrijden. Haat Ook onze eeuw heeft zijn boe ken van ex-roomz-katholieken. Maar hoe andera ia de toon, zelfs in een wat strijdlustig werk als dat van ds. H. J. Hegger: „Moe der ik klaag u r.an". De vraag komt op: Hoe kon een boek als dat van Maria Monk ontstaan? Is het een bewuste protestantse fal sificatie? Waarschijnlijk niet. Eerder wekt het de indruk ge schreven te zijn door een vrouw wier liefde in haat verkeerd is, en die zich nu keert tegen de plaats waar zij jaren heeft door gebracht. Wie het nu leest vraagt zich af of hier geen geestelijk ge stoorde aan het werk is, verblind door haat. Een andere verklaring die in het verleden gegeven is meent dat Maria Monk nooit non is geweest, maar op deze manier probeerde te ontkomen aan de schande van het moederschap van een buitenechtelijk kind. Ze was er immers van verzekerd daardoor het medelijden op te wekken, van de Amerikanen in New York, waar zij na haar zo genaamde ontvluchting uit het klooster van Montreal opdook. Waarheid De werkelijke waarheid zal wel niemand ooit meer ontdekken. Het boek heeft echter zijn werk gedaan, modder gesmeten en een ieder weet dat er heel wat van is blijven hangen. We schrijven dat niet om het kloosterleven te ver dedigen. Wij zijn pertinente te genstanders van kloosters, gelo ven dat het leven daar onnatuur lijk is en geen enkele werkelijke geestelijke waarde heeft. Wij ge loven dat de bezwaren nog te meer gelden waar het gaat om vrouwenkloosters, omdat een vrouwenmaatschappij zijn eigen moeilijkheden heeft. Maar kloosters bestrijden met •en boek dat op geen enkele his torische waarheid berust, dat een beeld geeft dat zo overtrokken en vals is, mag met geen woord ver dedigd worden. De uitgever van „Maria Monk" heeft de vinger gelegd bij een dieptepunt van de protestantse aanvallen op de Rooms-Katholieke Kerk. met dit boek vereenzelvigd heb ben en er daarom mede schuldig aan waren. Misschien dat het ons nu kan leren hoe het niet moet. Dit boek zij een boei in de stroom van kerkelijke verhouding om de plaats aan te geven waar we nooit meer mogen komen. Verkoop Maar de vorige eeuw bejubelde dit boek. En niets kon de jubel tegenhouden. Achter in het boek zijn een aantal notarieel vastge legde verklaringen opgenomen om de feiten van het boek te sta ven. Maar reeds in de jaren zes tig van de vorige eeuw is aange toond dat de feiten volkomen Montreal Maria Monk, zou novice en non geweest zijn in een klooster te Montreal van 1829 tot 1836 Maar dat maakte "geen .eind aan zijn populariteit onder pro testanten. In een nieuw voor woord, gevoegd bij de heruitgave van de eerste druk schrijft de Amerikaanse historicus Ray Al len Billington: „Het boek van Maria Monk bleef echter een steeds groter aantal lezers trek ken vooral onder de goedgelovi- bevooroordeelde minder- QVER enkele weken ver schijnt een nieuwe en zeer bijzondere uitgave van de BijbelHet Woord. Dit is geen gewone Bijbel, zoals die in de gezinnen wordt aange troffen. Het Woord is een uit gave van de Bijbel in een enigszins bekorte vorm, hoe wel men er toch naar heeft gestreefd de inhoud van de Bijbel als het Woord van God, dat spreekt van de Openba ring van de Schepper en On derhouder aller dingen, van zonde en van schuld, maar ook van genade eivan ver lossing, volledig weer te ge ven. In het binnenkort te ver schijnen boek zijn de ge slachtsregisters uit de Bijbel weggelaten evenals diverse doublures en zeer moeilijke gedeelten, maar is niettemin toch een doorlopend verhaal ontstaan van het oude en het nieuwe testament. Reeds tal van jaren heeft men zich in de „Vereeniging tot Ver spreiding der Heilige Schrift" hezig gehouden met het probleem, dat veel predikanten en ouderlin gen (evenals naar wij hopen mee levende kerkleden) beroert, name lijk dat veel mensen, die op hun huwelijksdag in de kerk een Bij bel krijgen, er niet of bijna niet in leken. Klacht Dikwijls hoort men de klacht, dat de inhoud van de Bijbel, voor al voor mensen, die al van de kerk zijn vervreemd, moeilijk te verstaan is. De huwelijksbijbel De aansporing „Leest de Bijbel" krijgt door de uitgave van Het -NN blijft gesloten op de boekenplank staan en veel buitenkerkelijken, wier interesse in de Bijbel is ge wekt, staan met de Bijbel in de hand, zonder te weten wat ze er mee moeten beginnen. Vele malen hoorde het bestuur van.de „Vereeniging tot Versprei ding der Heiligen Schrift" de klacht: „De taal van de Bijbel is de onze niet en er staat zo veel onbegrijpelijks in". Ondanks de „Nieuwe Verta ling" bleef er toch een grote vraag bestaan naar een bijbel voor de jongeren en voor de evan gelisatie, in een daarvoor geëigen de vorm. Nadat deze wensen en proble men te berde waren gebracht, be sloot men een Bijbel voor volwas- «g senen te laten verschijnen, een Bijbel, die tevens naar men hoopt zal voorzien in een behoefte van niet-kerkelijk meelevenden en die ook door jongeren, die in hun ge zin de huwelijksbijbel niet ge bruiken, zal worden aangeschaft. Normen Bij de voorbereiding ging het bestuur van de Vereengiglng tot Verspeidtng der Heilige Schrift van de volgende normen uit: 1. De vorm moet gelijk zijn aan het meest luxueuze boek. 2. De tekst moet in de Nieuwe Vertaling zijn gezet, in een gro te, zeer gemakkelijke leesbare letter. 3. De inhoud moet zowel het oude als het nieuwe testament bevatten. 4. De Bijbel moet van illus traties in kleuren worden voor zien, die „beeldend" de tekst verklaren. 5. De prijs mag niet hoger zijn dan van een gewone huis bijbel. Twee jaar geleden zijn de op drachten verstrekt voor de ver vaardiging van een dergelijke Bijbel. Het Nederlands Bijbel Ge nootschap gaf de vereniging gra tis de beschikking over de Nieu we Vertaling. Binnenkort begin mei ver schijnt deze nieuwe uitgave van de Bijbel. Het is een fantastisch boekwerk geworden! Het heeft 336 pagina's en is geïllustreerd met ruim honderd prachtige vier kleuren platen van de bekende kunstenaar Bert Bouman, die ook nog een aantal zwart-wit te keningen maaRte. in aanraking te brengen. Aan dit boekwerk is de naam „Het Woord gegeven. Prijs Gebonden Het boek is gebonden en heeft een gekleurd en geplastificeerd stofomslag. Volgens indisers geeft de „Ver eeniging tot Verspreiding der Hei lige Schrift" niet alleen een bijzonder fraai uitgevoerd boek werk uit, maar is dit boek te vens bijzonder geschikt om men sen, die het contact met de kerk en met de Bijbel hebben verlo- re, weer met het Woord van God De vereniging is, zoals wellicht bekend is, geen commerciële in stelling. Het doel van de vereni ging is ons volk bij de grote rijk dom van de Bijbel te doen leven. De vereniging heeft een vrij groot aantal leden en contributanten, dat (gelukkig) nog steeds toe neemt en ontvangt ook van diver se zijden giften voor het belang rijke werk. Voorts wordt zeer ef ficiënt gewerkt en wordt al het mogelijke gedaan om de kosten van de vereniging zo laag moge lijk te houden. Men schroomt niet ten behoeve van de evange- wordt uitgegeven dan nodig is om tot de beoogde re sultaten te komen. Dank zij de contributies van de leden en de giften, die de ver eniging ontvangt, is het mogelijk het boek „Het Woord" beschik baar te stellen voor een bijzon der lage prijs, namelijk voor acht gulden. Deze lage prijs springt vooral in het oog als men weet dat het boek twee kilogram weegt. Bij normale berekening van kosten zou ongeveer veertig gulden be taald moeten worden. Het lijkt dan ook ietwat vreemd, dat voor verzending van een boek, dat acht gulden kost, twee gulden aan de PTT moet worden betaald. Niet-ingewijden zullen zich daar over verwonderen. Men moet ech ter de verzendkosten zien in ver houding tot een prijs van veer tig gulden. De „Vereeniging tot Versprei ding der Heilige Schrift" kan ech ter de kosten van verzending in een eartonnen doos niet zelf be talen, zodat het boek franco thuis bezorgd tien gulden kost. Wie „Het Woord" wil bestellen, voor eigen gezin of voor een an der, kan dat nu al doen door tien gulden te storten op girorekening 48814 van de Vereeniging tot Ver- De artsenstaking in België en wat er aan vooraf is gegaan-Kabineten parlement onder socialistische druk HET IS niet eenvoudig, een uit weg te vinden uit de dool hof van de Belgische artsen- staking. Zodra dergelijke za ken in de emotionele afeer wor den getrokken, trekken zij, die hun medemensen in nood in de steek laten, vanzelfsprekend aan het kortste eind van de publieke opinie. Een artsenstaking kan nooit sympathiek zijn. We den ken er dan ook niet aan, op de ze plaats een lans te breken voor het stakingsrecht, dat de Belgische artsen zichzelf heb ben aangemeten. Wel willen we echter proberen, de zaak zo als die zich thans aan ons voor doet tot zijn juiste proporties terug te brengen. En we zien daa: dat de basis voor de hui dige moeilijkheden werd gelegd in de periode, voordat de wet tot stand kwam; dat de Chris telijke volkspartij van premier Lefevre terwille van de politie ke vrede ln het rooms-rode coa litie-kabinet een aocisllstlsch ge tinte wet heeft geaccepteerd; «u dat men bij dit alles zowel 1b regeringskringen sla in het parlement wat al te gemakke lijk ia uitgegaan van de ver wachting, dat de artsen het toch niet in hun hoofd zonden halen, te gaan staken. Hiermede brach ten zij de geneesheren (zoals zij in België veelal genoemd wor den) in een hachelijke positie en de eerlijkheid gebiedt te zeg gen, dat regering en parlement zeker niet vrijuit gaan, na de zaak in het honderd is gelopen. Doorgejaagd De wet, waarover thans zo veel deining is ontstaan, ia tot stand gekomen, zonder dat er wezenlijk rekening is gehouden met de wensen van de artsen. Bij het opstellen van de wet en de behandeling er van in het par lement, werd het verzoek van de artsen, gehoord te mogen worden, genegeerd. Ook een 120 pagina's tellend witboek van de artsenfederatie werd volgens de artsen nauwelijks voor kennis geving aangenomen. Het gevolg was, dat de wet onder sterke •n eenzijdige invloed van zie kenfondsen en vakbonden tot stand kwam en door het parle ment werd gejaagd (getuige de opmerkingen van de voorzitter van de Belgische Senaat. Paul Struye), zonder dat rekening werd gehouden met de groeps belangen van de artsen. Nu is het op zichzelf een loffelijk stre ven om in het belang van de be volking zulke sociale maatrege len te nemen, dat het algemeen welzijn er mee is gediend. Toch geeft dit regering noch parlement de vrijheid, zulks ten koste van andere zaken van we zenlijke betekenis te doen. En dit geldt dan in dit geval in het bijzonder ten aanzien van de positie van de Belgische art sen onder de nieuwe wetgeving. Een regering, die zo luid ver kondigt dat een arts niet het recht heeft te staken, moet toch wel veel sterker staan dan die van premier Lefèvre. Krachtmeting Ne de totstandkoming van de wet zijn drie maanden voorbij gegaan, waarin de regering ge legenheid heeft gehad, de klach ten van de artsen serieus te on derzoeken. Dit is echter niet ge beurd. Onder druk van de so cialisten, die zich op hun beurt gesteund wisten door de vak bonden en de ziekenfondsen, liet men de zaak zoals zij was. De artsen stelden een ultima tum: als op 1 april geen over eenstemming zou zijn bereikt over de wensen van de artsen, zou België geconfronteerd wor den met een artsenstaking. In de overtuiging, dat het zo ver toch nooit zou komen, werden de za ken op hun beloop gelaten en toen de dokters inderdaad gin gen staken, schreeuwden vooral de socialisten moord en brand. Ook ln de periode, die vooraf ging aan de mobilisatie van alle artsen-reserve-officieren, wa ren het de socialisten, die het tot het laatst toe op een kracht meting met de stakende artsen wilden laten aankomen. Zij wieten zich gesteund door de vakbonden, die het dreige ment hadden uitgesproken, een nationale staking te zuilen or ganiseren, als aan de eisen van de artsen zou worden voldaan. Premier Lefèvre werd als ge volg hiervan met zijn rug tegen de politieke muur geplaatst. En het gevolg was, dat hij besloot een laatste poging te wagen om de staking van de artsen te bre ken. Eind vorige week zocht de re gering contact met de leiders van ae ertsensteking. Deze sta king was toen enigszins aan het verlopen en er leek reden te zijn om aan te nemen, dat er nog maar weinig nodig was om er een eind aan te maken, zonder dat de stakers hun zin zouden krijgen. De publieke opinie was duidelijk tegen de stakende art sen gericht en het initiatief van de regering werd dan ook toe gejuicht. In de nacht van za terdag op zondag kwam echter de aap uit de mouw. De rege ring wilde wel gaan onderhan delen met de artsen, maar dan moest eerst de staking worden opgeheven. De artsen waren hiertoe bereid, maar vroegen om een garantie, dat hetgeen bij de voorbereidende bespre kingen was overeengekomen, ook zou worden waar gemaakt. Toen dit laatste zelfs niet mo gelijk bleek, lieten' de artsen we ten, dat de staking tijdens de onderhandelingen zou blijven voortduren. De ministers liepen toen de conferentiezaal uit en enkelen van hen maakten de stakings leiders uit voor moordenaars en schoften, die hun trekken wel zouden thuiskrijgen. Toen bleek, dat de regering al enkele dagen de mobilisatie van zo'n kleine 4.000 artsen had voorbe reid en dat zij klaarblijkelijk zelf reden had gehad om aan te nemen, dat het door haarzelf Ctzochte contact met de artsen t nleta zou leiden... G«en noodzaak Op het moment, dat de rege ring het contact met de staken de artsen verbrak en de mobi lisatie voor een groot aantal van hen afkondigde, was er geen enkele noodzaak. De artsen had den met hun wachtdiensten de zaak stevig ln handen. Zij wa ren vaak dag en nacht in de weer om er maar voor te zor gen, dat niemand werkelijk on der de staking behoefde te lij den. De twee artsen, die gear resteerd waren, omdat zij ver antwoordelijk zouden zijn ge weest voor het overlijden van een kind van lVi jaar, moesten worden vrijgelaten. Later bleek, dat de ouders te lang hadden ge wacht met het inroepen van doktershulp. Toen de mobilisa tie eenmaal was afgekondigd en de wachtdiensten van de dokters werden opgeheven, ontstond er een chaotische toestand. De ge vorderde artsen meldden zich en hielden zich volkomen aan de dienstvoorschriften van het le ger, bekend om de administra tieve rompslomp, die men daar blijkbaar onontbeerlijk acht. Met kunst en vliegwerk wordt nu een militaire wachtdienst gaande gehouden, die lang niet toereikend blijkt te zijn, on danks bet feit, dat veel meer artsen zijn ingeschakeld, dan voor de mobilisatie-maatregelen het geval was. Het is een toe stand, waarvoor de stakende artsen niet langer de verant woordelijkheid dragen. Woensdag jl. verklaarde de socialistische minister van jus titie, niet gekant te zijn tegen een parlementair optreden om tegemoet te komen aan de ei sen van de staker». Maar, voeg de hij er veelbetekenend aan toe. niet al mijn collega's denken er zo over. Een van deze col lega's, de socialistische minis ter Leburton, van wie de wet af komstig is, verklaarde diezelfde dag nog: „Zolang de staking duurt zijn geen onderhandelingen mogelijk". Volgens Leburton is de wet aangenomen en moet zij thans worden toegepast. Ook van bemiddeling kon naar zijn mening geen sprake zijn, zo lang de artsen aan hun stand punt vasthouden. En de art sen hebben hem niet in het on zekere gelaten: „Wij zullen door gaan met de staking, zolang wij niet de wijziging in de wet krij gen, die wij eisen". Afgezien nu van het feit, dat een artsensta king een onverkwikkelijke zaak is en in een beschaafd land niet behoort voor te komen, ligt de zaak voor de Belgische rege ring thans toch weer iets anders dan in begin april, toen alles nog moest beginnen. Aanvankelijk wist de regering niet, of werkelijk alle 12.000 Belgische artsen de wet onaan vaardbaar achtten. Zij weet dit nu wel, ondanks het feit, dat tal rijke artsen graag weer aan het werk zouden willen, omdat de staking hen evenzeer tegen de borst stuit, als bij de bevolking het geval ls. Parlement Te betreuren valt, dat de re gering aanvankelijk gepoogd heeft, het te doen voorkomen alsof de actie van de artsen •en geldkwestie zou zijn en of de medisch-ethische principes slechts als rookgordijn zouden worden gebruikt. Dergelijke uit latingen hebben de sfeer onno dig vertroebeld. Ook getuigde het niet van wijsheid, toen de re geringsdelegatie in de nacht van zaterdag op zondag de vergader zaal verliet, omdat de artsen zich niet met een kluitje in het riet wilden laten sturen. Het wordt dan ook tijd, dat de re gering te Brussel zich gaat rea liseren, dat zij niet alleen met stakende artsen te maken heeft, maar ook en vooral met men sen, die zich bij de uitoefening van nun beroep, in dienst van het algemeen welzijn, in hun vrijheid aangetast voelen en zien als één man verzetten te gen. een wet, die hen tot diena ren van de staat wil maken. De leiders van de r.k. Chr. Volks partij dienen zich in te prenten, dat de samenwerking met de so cialisten niet tot elke prijs mag worden geprolongeerd en dat de belangen van een voor de sa menleving onmisbare groep daar niet aan mogen worden opge offerd. In de afgelopen dagen heeft de Belgische regering toch geant woord op het memorandum, dat ztf vorige week niet in behande ling wenste te nemen. De moge lijkheid is niet uitgesloten, dat vandaag al van opschorting of beëindiging van de artsenstaking sprake zal zijn. Mocht die niet zo zijn en dwingen de socialisten hun coalitiepartners, de kracht meting tot het bittere einde uit te vechten, dan heeft de Kamer van afgevaardigden, die dinsdag weer bijeenkomt, een belangrijke taak.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1964 | | pagina 14