Verdwijnt ook Maria-Horebeke in de stroom van de geschiedenis Geen franje bij begrafenissen PREDIKANTEN: DEZE WEEK IN EEN WOELIGE WERELD ZONDAGSBLAD ZATERDAG 11 APRIL 1964 DE ZEVEN GEMEENTEN VAN DE VLAAMSE OLIJFBERG Ratten Het Philippijnse platteland wordt geteisterd door ratten. Als de rijst staat te rijpen op het land, vallen zij de vel den aan en verslinden min stens de helft van de op brengst Het is dan ook geen wonder dat de regering een krachtige actie is begonnen tegen dit ongedierte, dat niet alleen de oogst vernielt, maar ook ziekten verspreidt Met kwistige hand deelt de re gering vergif uit aan de boe ren. Ze belegt propaganda- b ij eenkomsten met films, waarin wordt aangetoond hoe dit ongedierte verdelgd kan worden. Dagelijks verschij nen er artikelen in de dag bladen over dit onderwerp. Maar als de oogst rijpt en de horden ratten over de velden trekken, doet de boer niets. Het vergif laat hij in zijn zak. En als hij zelf wel de strijd begint aan te binden, dan is het meestal tevergeefs, omdat zijn buren geen enkele vorm van medewerking verlenen. Je kunt het „dier met de staart" immers niet doden, want dat brengt ongeluk, net als een zwarte kat ontmoeten op de weg, of zout morsen op de tafel. Bijgeloof houdt de bevolking van deze eilanden in de Stille Zuidzee arm. We zijn ge neigd neer te kijken op hun domheid met de hautaine blik van mensen die het wel beter weten. Maar ontkomen wij aan dat bijgeloof? Bijgeloof is geen ongeloof. Het woord zegt het reeds. Het veronderstelt geloof, wordt toegevoegd aan dat geloof. Duizend en één dingen kun nen het zijn. In het Oude Tes tament lezen we: „Zij vereer den de Here, maar bleven ook hun goden dienen." Dat werd gezegd van de volkeren die in het leeggehaalde tien- stammenrijk kwamen te wo nen, toen dit veroverd was door de Assyriërs. Zijn wij vrij gebleven van dit soort bijgeloof, dat zich als een slingerplant om het ge loof werpt en het uiteindelijk verstikt" Wij geloven, maar het moet beslist op onze ma nier. Wij geloven, maar het moet beslist met onze woor denkeus geuit worden. Dat zijn ook vormen van bijge loof. Het geloof is overwoekerd door vormen, tradities, ideeën, zelfs door theologische inzichten. Zij zijn ontstaan naast het ge- i loof, zij zyn gegroeid bij het geloof. Dat is niet erg. Maar i in sommige gevallen zyn zij tot bijgeloof geworden. Zij zijn de plaats van geloof gaan innemen, zij dreigen de kracht uit ons geloof weg te zuigen en we verworden tot steriele christenen, die met de vuist op tafel kunnen slaan als het gaat om bijzaken, maar de kracht van het geloof niet meer beleven. Het is goed om er eens over na te denken in hoeverre bijzaken de hoofd zaken hebben verdrongen. Dan wordt het tijd die bij zaken te vernietigen, want het kunnen ratten zijn op het •rf van gelooi Van onze kerkredactie T"\E WEG is smal en bochtig. Hij golft over een heuvelig Vlaams landschap tussen klei ne boerderijen door en langs uitgestrekte velden. Nu zijn ze nog maagdelijk bruin, straks zullen de heuvels bedekt zijn met een lappendeken van ge wassen. Eens ruisten hier de oude eiken. Dicht opeengedron gen vormden zij het woud, dat tot schuilplaats diende van on telbare gelovigen die de felle haat van de inquisitie terecht vreesden. Nu is liet land lief lijk. Niets herinnert er meer aan, dat deze grond het bloed heeft ingedronken van protes tanten die hun God wilden die nen naar eigen geweten en Gods Woord. Plotseling duikt achter een nog kale boom de spitse toren van een kerk op, een protestantse kerk, de enige die nog overgebleven is in de ze streek waar eens zeven pro testantse gemeenten bestonden. Maria-Horebeke is nog altijd een protestantse gemeenschap. Maar zij voert een moderne strijd om het bestaan. De kleine kerk, de eenmans- school waar meester S. de Jonge al meer dan veertig jaar de scep ter zwaait en het protestantse kerkhof vormen het centrum van een streek waar eens, lang gele den. in de dagen van de hervor ming, zeven gemeenten waren. De zeven gemeenten van de Vlaamse Olijfberg werden ze ge noemd. omdat de streek heuvel achtig is en de erenaam „Vlaamse Ardennen" draagt, maar ook om het bloed dat hier gevloeid heeft. Van heinde en ver komen de kin deren er op school. Van heinde en ver komen de mensen er ter kerke en worden de lichamen van de gelovigen aangedragen om op de laatste rustplaats ter aarde be steld te worden. Maar Maria-Horebeke onder gaat de invloed van de moderne tijd. De zuigkracht van de grote steden doet zich ook gelden in deze kleine gemeenschap. Jon geren, en vaak de meest actieve, Drie namen komen meed» tceer voor op de zerken van de een voudige begraafplaats achter de protestantse kerk van Maria-Ho rebeke: Blomaert, De Jonge en fan den Bergh. trekken weg. Het is een proces dat al jaren aan de gang is. De gemeenschap heeft doktoren, ge leerden, zelfs professoren voort gebracht, maar zij hebben zich allen gevestigd ver van tvaar hun wieg eens stond. En lang zaam maar zeker vraagt men zich af: Zal de protestantse ge meente, die een geschiedenis heeft die terugreikt tot de dagen van de Reformatie, zich kunnen handhaven? Zeven gemeenten Nog wordt ieder jaar in de zo mer een Belgische zendingsconfe rentie gehouden in dit kleine ge hucht. dat bestaat uit een kerk met een paar huizen er om. Maar het gevaar is groot dat over en kele tientallen jaren van deze ge meente niets is overgebleven dan de herinnering alleen. Dan zal zij met de andere zes gemeenten on dergegaan zijn in de stroom van de geschiedenis. Nog leven de namen van de an dere gemeenten voort: Oudenaar de. de plaats die eens veroverd werd door Jacob Blomaert, de bosgeus, zoals hij genoemd werd. En dan nog de kerken te Wijle- gem. Maeter, Melden, Etickhove en Nukerkc. Wat een geschiedenis hebben zij gekend! In de dagen van de reformatie werden er in deze streek tapijten geweven. De eigenaars van de klei ne fabrieken waren vooruitstre vend steeds op zoek naar nieuwe afzetgebieden. Zij reisden Europa af en zo kwamen velen van hen in aanraking met de nieuwe leer, die als een vloedstroom over de lage landen joeg. En zij vertelden weer de mensen die voor hen werkten van hun nieuw gevonden geloof. Maar het verzet kwam. Brandsta pels eisten hun tol, de galgen ver rezen, de inquisitie eiste mensen, levens, en riep op zijn beurt wraak op in de harten. Hagepreken De mensen vluchtten naar het woud. Daar in de donkere uithoe ken werden de eerste hagepreken gehouden. In die streek werden de erste beelden in de tijd van de beeldenstorm tegen de grond ge smakt. Het zag er naar uit dat de protestanten zouden winnen. Op 17 november 1566 preekte de Gentse predikant Nicaise Ver schuren voor meer dan 7000 toe hoorders, onder bescherming van 200 hellebaardiers. Blomaert een van de watergeuzen die Den Briel og altijd eert bosgeus in Horebeke, de gemeente die in haar geschiedenis teruggaat tot kapitein Blomaert de bosgeus die Den Briel mede heeft veroverd. De moderne „bosgeus" is een van ds. Blomaert, die z\jn geboortedorp heeft gevestigd. Itij is vooral bekend geuordeii door zijn Vlaamse gedichten die hij steeds met „de bosgeus on dertekende. veroverd hadden vatte het plan op om Oudenaarde te veroveren. Het gelukte. De eerste inquisi teurs werden gedood. Maar de verwachte hulp van Franse huge noten bleef uit. De stad moest weer ontruimd worden en de ge lovigen moesten zich opnieuw te rugtrekken in het woud. Drie namen Onder leiding van Alva wordt de strijd tegen de Hervorming in alle kracht voortgezet. Maar In de woudstreek blijven gemeenten be staan. De bosgeus Blomaert wordt gedood, maar zijn kinderen blij ven trouw tot onze tijd toe. Er zijn drie namen die steeds weer terugkeren op de zerken van het protestantse kerkhof, er zijn drie namen die telkens weer terugke ren op de leerlingenlijst van de christelijke school: Blomaert, De Jonge en Van den Berghe. De strijd gaat door. Sommige gemeenten kunnen het niet bol werken. De inwoners moeten te gen wil en dank vluchten naar de noordelijke Nederlanden. Maar anderen houden vol. En zij krij gen steun uit Walcheren en Zeeuws Vlaanderen. In het midden van de zeventiende eeuw beginnen in Ne derland overheden dezelfde maat regelen te nemen tegen roomse burgers die in de streek van de Vlaamse Olijfberg, tegen de pro testanten genomen worden. Ook in de achttiende eeuw komen de Sta ten van Holland nog te hulp. Zij geven de commandant van Sas van Gent opdracht naar de pas toor van deze plaats te gaan ongeacht hun godsdienst. Prote stanten mogen eigen kerken bou wen; alleen mogen deze kerken geen toren en geen klokken heb ben. In Etichove en Horebeke worden kerken gebouwd, maar andere kruisgemeenten zoals ze ook jarenlang genoemd worden waren reeds verdwenen. Langzaamaan komt er meer vrijheid. In 1836 overlijdt de onge trouwde Johanna van den Berghe. Zij laat haar hele bezit na aan de protestantse kerk. Vijf jaar lang hebben haar rooms-katholie- ke familieleden geprocedeerd te gen het testament maar het werd uiteindelijk door het hoogste ge recht rechtsgeldig verklaard. Nieuwe strijd Maar nu voert de gemeente opnieuw een strijd om haar be staan. De nieuwe kerk" ge bouwd in 1872, kon een toren krijgen en een eigen luidklok die zondags de gelovigen Op roept. Maar er komen steeds I minder gelovigen, want de I streek loopt leeg. Als er niet wordt ingegrepen zal spoedig de christelijke school, die reeds lang een zware strijd voert om haar bestaan, de deuren moeten sluiten. Dan zal ook de gemeen te geen toekomst meer hebben. Er zal geen predikant meer be roepen kunnen worden. Er zul len steeds minder mensen in de kerk komen. delijk gepoogd om de streek nieuw leven in te blazen. Het moet beginnen met een econo misch herstel. Er zou een kleine industrie moeten komen. Of er zou een sociale inrichting gevestigd moeten worden. Hoe het ook zij: Er moet een nieuw kristallisatie punt komen, dat langzaam maar zeker mensen aantrekt, de school weer een toekomst geeft en men sen in de kerk brengt. Ontwikkeling ontwikkelen, wordt gezucht, uuai men weet in deze omgeving dat men niets heeft aan een ontwik kelingsmaatschappij die alleen maar er op uit is het geïnves teerde kapitaal zo spoedig moge lijk terug te krijgen met een zo groot mogelijke winst. We hebben een tijdje met mees ter De Jonge zitten praten. Hij haalt een oud fotoalbum uit de kast. „Dat is de school van 1938. Toen hadden we 27 leerlingen", zegt hij. „Er zijn er nu nog zes van over". Hij bladert verder: „Hier, de school van 1940, twin tig kinderen. Nog vier wonen er in Maria Horebeke." Op het ogenblik zijn er 21 kin deren op school ook al dank zij een kinderrijk gezin uit de Bori- nage dat echter ook plotseling weer kan vertrekken. Dan zijn er minder leerlingen dan toegestaan zijn. Bovendien is de subsidie voor deze school in gevaar ge bracht door een openbare school die zojuist door de staat opge richt is. Niet langer kan er ge zegd worden daV er geen openba re schóól is op minder dan 6 ki lometer afstand. Zo strijdt deze christelijke school, die aangeslo ten is bij het Christelijk Nationaal Plotseling duikt de spitse toren van de protestante kerk van Ma ria-Horebeke uit het heuvelige landschap op. Hier heeft de oud ste protestantse gemeente van België haar tehuis. Schoolonderwijs zijn strijd om het bestaan. Wat er ook gebeurt, er moeten gezinnen komen, zegt meester De Jonge. Hij weet dat sommigen al zeggen dat het reeds te laat is om Maria Horebeke voor uitster ven te behoeden, maar diep in zijn hart hoopt hij op een oplos sing. En staat er niet in het ker kelijk zegel van deze plaats: „Vreest niet, gij kleine kudde- ke." (Lucas 12 vers 32). Hoe vaak hebben die woorden de gelovigen van de Vlaamse Olijfberg rust geschonken en vertrouwen op de toekomst die in Gods handen ligt. Verdrag De zuidelijke lage landen zijn inmiddels onder Oostenrijks be stuur gekomen. De protestanten plukken de vruchten van het zo genaamde protestantenpatent, ook wel genoemd het Edict van Ver draagzaamheid van 1782. Openba re ambten kunnen voortaan be kleed worden door alle burgers, De besturen van de twee begrafenisverenigingen van Delfzijl hebben van de cen trale kerkeraad van de plaat selijke hervormde gemeente een brief ontvangen, waarin staat dat de aanwezigheid van een kerkelijke ambts drager bij een begrafenis en kel en alleen ter wille van de franje door de kerkeraad on gewenst ivordt geacht". Deze „oproep tot bezinning" heeft vooral betrekking op begra fenissen van mensen, die niet bij een kerk aangesloten zijn geweest. Volgens ds. A. L. Verkopen Dr. Gunning („Johan") preekte op een koude morgen in de (toen nog) tochtige en kille Domkerk. Hij werd er snip-verkouden. Prompt schreef hij op maandagmorgen een brochure: Laten wij de Domkerk verkopen aan de R.K. Kerk! Hij wou deze Domkerk graag kwijt en hij was ervan overtuigd, dal als de r.k. haar terug ontvingen, dit grote gebouw, door treffelijke verwarming c.a„ veel doelmatiger zou worden ingericht. Sommigen werden erg boos, anderen lachten, niemand nam Strandvonder Lapré, één van de twee. her vormde predikanten van Delfzijl en voorzitter van de centrale kerkeraad, zouden de onkerkelijke families waarvan een lid is overleden, door de begrafenisvereni gingen worden „aangespoord" om een predikant bij de ter aardebestelling aanwezig te laten zijn en hem het woord te laten voeren. Ds. Lapré noemt dit een vorm van intimidatie. „Het komt hier de laatste tijd vaak voor dat de begrafenisverenigingen de fami lieleden van de overledene ervan overtuigen dat het toch eigenlijk niet te pas komt de dode „zo maar als een hond" onder de grond te laten stoppen. Het ge volg is meestal dat de familiele den het hiermee spoedig eens zijn en dat wij dan maar moeten op- Kerkelijk verzet in Delfzijl mers. het gaat hier zoals gezegd in hoofdzaak om onkerkelijke mensen, die dus niet in een kerk register staan ingeschreven. De predikanten weten in vele geval len niets of nauwelijks iets van de mensen en het milieu, waarin ze hebben geleefd. „Het gevolg hiervan is", aldus ds. Lapré. „dat we op de begraafplaats vaak bij na niet weten wat we zeggen moeten. We zijn dus een officiële ceremoniemeester, die met zijn mond vol tanden staat." Bemiddeling Karikatuur De voorzitter van de centrale kerkeraad en zijn plaatselijke ambtgenoot, ds. J. Bouwers, vin den dat de kerk hiermee tot een karikatuur wordt gemaakt. De beide predikanten zijn zich terde ge bewust van huu pastorale taak, maar vinden dat die niet zo ver moet gaan dat ze „voor de fran je" mensen, die in hun leven nooit met een kerk van doen heb ben gehad, ter aarde te bestellen. De beide predikanten zouden graag zien dat in bovenstaande ongewenste toestanden veran dering wordt gebracht. Ze wil len de bemiddelende rol van be grafenisverenigingen om begra fenisbijstand uitgeschakeld zien. Als een predikant wordt verzocht een begrafenis van een onkerkelijke te leiden, dan zou dat verzoek moeten worden gedaan door één van de familie leden van de overledene. Blijven de ongewenste toe standen voortbestaan, dan is de kans groot dat de twee her vormde predikanten van Delf zijl op den duur zullen weigeren die begrafenissen te leiden. „In dat geval moet iemand van de begrafenisvereniging ging maar bij het graf spreken. Dat zijn mensen die een hoge hoed op hebben en er vaak keurig uit zien. En als er niemand spreekt, dan moet de „hond" zo maar in de grond. Dat geeft niets als het een nette hond is", aldus ds. Bouwers. Intimidatie De voorzitters van de twee Delfzijlse begrafenisverenigingen, architect F. van der Laan van „De laatste eer" en de heer C. Woortman van „De Eendracht", zijn het met de „oproep tot be zinning" van de centrale kerke raad bepaald niet eens. „De be middeling van dc begrafenisver eniging gebeurt volledig op basis van vrijwilligheid. Van intimida tie van onze kant is dan ook geen sprake", aldus de heer Woort man. Wanneer de verenigingen eind volgende maand hun verga dering houden, zal de brief van de kerkeraad ter sprake komen. De brief van de centrale kerke raad van Delfzijl betekent dat de hervormde kerk zich in korte tijd twee keer met de begrafenis-toe- standen heeft bezig gehouden. On langs heeft de kerkeraad van de hervormde gemeente van Ooster- wolde (Friesland) ook een „op roep tot bezinning" gedaan. Deze oproep betrof het betrachten van soberheid bij begrafenissen. Vol gens ds. C. J. van Royen, her vormd predikant van Oosterwol- de, zijn op deze oproep vele gun stige reacties gekomen. Op de Delfzijlse brief is nog niet gerea geerd. Maar dat er reacties op komen, daar zijn de predikanten Lapré en Bouwers van overtuigd. CHroesjtsjef bijna 70 jaar Een man, die toch niet zo zeker is van zijn zaak Langs moeilijke weg omhoog (Van f r redacteuren) CHROESJTSJOF is bijna 70 jaar. Op 17 april a.s. is hij jarig. Hij beseft zelf heel goed. dat hij al een daagje ouder wordt. Vorig Jaar verklaarde hij nog, dat een kind kon be grijpen, dat hij niet altijd aan het bewind zou kunnen blijven. Deze uitspraak gaf aanleiding tot speculaties, als zou hij zich door ziekte genoodzaakt zien, het roer uit handen te geven. Ook werd de veronderstelling uitgesproken, dat hij In wezen reeds had gecapituleerd voor de krachten, die het In het geheel niet eens zijn met de wijze, waarop hij de communistische wereldrevolutie wil verweien- lljken. Niets van dat alles bleek het geval te zijn. Het was gewoon een nuchtere constatering van de Russische premier, dat ook voor hem de tijd zal aanbreken, dat hij er niet meer zal zijn. Misschien heeft hij met zijn op merking de kracht willen ont nemen aan beweringen, als zou hij naar alleenheerschappij stre ven en heeft hij de betrekkelijk heid daarvan willen onderstre pen. Hij is gewoon, de dingen op een ongewone manier te zeggen Zo was het deze week ook met zijn grove uitlating, dat manna niet bestaat, omdat zijn ruimte vaarders het niet hebben gezien. Met deze uitlating bewees de man. die niet in God zegt te gelo%'en. alleen maar. dat die zelfde God hem toch nog parten speelt. Hij blijkt toch niet zo ze ker van zijn zaak te zijn. Boedapest Slechts drie weken voor zijn verjaardag is Chroesjtsjof met zijn vrouw aan zijn zijde vro lijk in de trein naar Boedapest gestapt om in die stad de ver jaardag van de overwinning in de Tweede Wereldoorlog te vie ren. Hij liet heel wat binnen- en buitenlandse problemen in Moskou achter, maar een misschien wel het neteligste heeft hij meegenomen: de atrijd met rood China om de leiding in de wereld. Tijdens zijn bezoek aan Boedapest heeft hij een te genaanval tegen China ontke tend en daaraan persoonlijk de nodige kracht bijgezet. Het Chi nese probleem was tot kookhitte gebracht door de publicatie van het door Soeslof, de ideologische woordvoerder van de Sowjetunie. opgestelde antwoord aan het adres van China, dat zes weken opgehouden was. terwijl de ver schillende communistische par tijen zich beraadden over de vraag, of en wanneer het gepu bliceerd moest worden. Het was een zuiver verdedi gende verklaring, maar er werd klaarblijkelijk ondanks veel veriet In het communistische kamp In voorgesteld, een in ternationale bijeenkomst van de communistische partij en in de gehele wereld te houden, waar in de kaarten op tafel zouden worden gelegd. Ontevreden In Westerse kringen te Mos kou wordt aangenomen, dat het gemompel van ontevredenheid over het beleid van de premier in de Sowjetunie sterker is dan bijvoorbeeld een jaar geleden. In het afgelopen jaar is de Chinese crisis ernstiger gewor den en heeft het mislukken van de tarweoogst een schel licht ge worpen op het niet slagen van een landbouwprogramma, dat hij de laatste elf jaren nage noeg persoonlijk heeft geleid en uitgestippeld. In vele jaren zijn er niet zoveel onaangename moppen over hem getapt, zowel door de Russen als door buiten landers. Chroesjtsjof beweert nog maar steeds, dat de land- bouwproduktie veel groter is dan tien jaar geleden. Maar wat hij verzwijgt is, dat de hogere produktie geen gelijke tred heeft gehouden met de gestadige be volkingsaanwas. In geen enkel opzicht stemt hetgeen hij zegt overeen met de optimistische voorspellingen, die hij enkele jaren geleden heeft gedaan. Hij zei toen. dat de Sowjetunie op het punt stond, de Ver. Staten op vele gebieden van de land- bouwproduktie in te halen. Deze voorspellingen zijn nu een wapen geworden, dat tegen hem gebruikt wordt. Het Is op het ogenblik vrijwel onmogelijk om in Moskou een bevoor rechte stad meel te kopen. Het witbrood is grauw van de vervangingsmiddelen, die er in Dynamisch Dit neemt echter niet weg. dat ofschoon Chroesjtsef ouder ia dan de meeste van xijn me dewerkers hij nog altijd ver reweg de meest dynamische fi guur in het Sowjetregiem is. Zijn Chinese mededinger naar de macht in het communistische kamp, Mao Tse Tocng heeft de meeste van zijn functies neer gelegd. Sedert de dood van Sta lin is Chroesjtsjof vrijwel de on bestreden machthebber in de Sowjetunie, zowel in de regering als in de partij. Westerse diplo maten zeggen vaak. dat iedere regeringsleider in een niet-com- munistisch land van het politie ke toneel zou zijn weggevaagd, als hij zoveel opeenvolgende cri ses het hoofd had moeten bie den, als met Chroesjtsjef het ge val is geweest. In Moskou be wondert men hem algemeen om zijn kalmte. Hij gedraagt zich in het openbaar met het zichtba re gemak van een man. die geen enkele uitdaging aan zijn macht de moeite waard acht. Hij is zozeer de dominerende figuur op elk toneel, dat anderen naast hem onbetekenend lijken. Zo was het ook oij zijn optreden in Boedapest, dat via de tv naar Moskou werd gerelayeerd. Intussen moet bij toch maar het hoofd bieden aan de voort durende druk van het leider schap en leiding geven aan en controle uitoefenen op de voor bereidingen voor een eventueel beslissend treffen met China, mogelijk in de herfst. Probleem in het Kremlin. Toen kwam de smadelijke terugtocht van Cuba. die in oktober en november van dat jaar tot ernstige moeilijkhe den rondom de Russische pre mier aanleiding gaven. Daarna ontstond het grote meningsver schil met de schilders en schrij vers, die door de strengste or ders in hun streven naar meer vrijheid moesten worden afge remd. Dit optreden was zo streng, dat een groot deel van deze mensen zelfs nu nog tot werkeloosheid is gedoemd of in het geheim moet werken. Het zwaarst en moeilijkst te verdra gen was voor de gewone Rus echter de oogstcrisis. Er moest ongeveer een miljoen ton tarwe landse deviezen heeft gekost. Wellicht de meest spectaculaire stap van de premier was de on dertekening van het kernstop- verdrag met het Westen, die hem vanwege de felle Chinese tegenkanting daartegen, opnieuw in eigen land in een netelige po sitie bracht. In partijraden wordt nu gede batteerd. Er bestaan ernstige meningsverschillen over de poli tiek op het gebied van industrie en landbouw. Vit de gesloten raadkamers lekken berichten uit, dat het debat over de ver- houding tot China moeilijk was en nog is. en dat het bitter nas en langdurig. Rustiger Hij past thans beter op zich zelf dan twee of drie jaar gele den. Hij neemt lange rustperio den aan de Zwarte Zee. Kort ge leden zei hij, dat hij van Mos kou houdt als het bijtend koud is. maar als het modderig be gint te worden moet hij er niets van hebben. Hij wil dan echt warm weer en daarom gaat hij tegen het einde van de winter en het begin van de lente naar de Zwarte Zee. Zijn 69ste verjaar dag liet hij voorafgaan door een langdurige rustperiode in zijn gerieflijke datsja (landhuis) aan de Zwarte Zee en hetzelfde heeft hij nu gedaan voor zijn 70ste. Hij ontvangt daar veel bezoekers behartigt vele zaken, maar Hij heeft zijn maaltijden inge krompen en is afgevallen. Acht jaar geleden heeft hij toegege ven, dat hij het aan de nieren had. In die tijd dronk hij zwaar. Dat doet hij nu volstrekt niet Gedurende een receptie van twee uur stelt hij zich tevreden met een glas champagne, dat hij bij elke toast aan zijn lippen brengt, maar de inhoud van het glas schijnt nooit te vermin deren. Soms neemt hij achte loos een nieuw glas alsof hij het eerste reeds had geledigd, maar dat heeft hij eenvoudig ergens laten staan. Gesprekken In drie jaar heeft hij in Mos kou geen enkele belangrijke ech- te persconferentie met vragen en antwoorden gegeven. Nu en dan wisselt hij enkele geksche rende woorden met verslagge vers. die hij tegen het lijf loopt, maar hij negeert elke ernstige ondervraging. Voor belangrijke groepen journalisten, zoals re dacteuren uit Amerika en En geland op rondreis, beantwoordt hij stromen vragen, maar het vraag- en antwoordspel is nor maliter beleefd en vlot. Sommige van zijn geestige ant woorden zijn niet helemaal die van een ervaren causeur, maar deze man heeft in zijn leven heel veel gezien, van kolenmijnen in zuidelijk Rusland tot debatten op het hoogste diplomatieke niveau op topconferenties. Hij is langs de moeilijke weg omhoog geko-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1964 | | pagina 14