Verdwijnt ook Maria-Horebeke
in de stroom van de geschiedenis
Geen franje bij begrafenissen
PREDIKANTEN:
DEZE WEEK IN EEN WOELIGE WERELD
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 11 APRIL 1964
DE ZEVEN GEMEENTEN VAN
DE VLAAMSE OLIJFBERG
Ratten
Het Philippijnse platteland
wordt geteisterd door ratten.
Als de rijst staat te rijpen
op het land, vallen zij de vel
den aan en verslinden min
stens de helft van de op
brengst Het is dan ook geen
wonder dat de regering een
krachtige actie is begonnen
tegen dit ongedierte, dat niet
alleen de oogst vernielt, maar
ook ziekten verspreidt
Met kwistige hand deelt de re
gering vergif uit aan de boe
ren. Ze belegt propaganda-
b ij eenkomsten met films,
waarin wordt aangetoond hoe
dit ongedierte verdelgd kan
worden. Dagelijks verschij
nen er artikelen in de dag
bladen over dit onderwerp.
Maar als de oogst rijpt en de
horden ratten over de velden
trekken, doet de boer niets.
Het vergif laat hij in zijn zak.
En als hij zelf wel de strijd
begint aan te binden, dan is
het meestal tevergeefs, omdat
zijn buren geen enkele vorm
van medewerking verlenen.
Je kunt het „dier met de
staart" immers niet doden,
want dat brengt ongeluk, net
als een zwarte kat ontmoeten
op de weg, of zout morsen op
de tafel.
Bijgeloof houdt de bevolking
van deze eilanden in de Stille
Zuidzee arm. We zijn ge
neigd neer te kijken op hun
domheid met de hautaine blik
van mensen die het wel beter
weten. Maar ontkomen wij
aan dat bijgeloof?
Bijgeloof is geen ongeloof. Het
woord zegt het reeds. Het
veronderstelt geloof, wordt
toegevoegd aan dat geloof.
Duizend en één dingen kun
nen het zijn. In het Oude Tes
tament lezen we: „Zij vereer
den de Here, maar bleven
ook hun goden dienen." Dat
werd gezegd van de volkeren
die in het leeggehaalde tien-
stammenrijk kwamen te wo
nen, toen dit veroverd was
door de Assyriërs.
Zijn wij vrij gebleven van dit
soort bijgeloof, dat zich als
een slingerplant om het ge
loof werpt en het uiteindelijk
verstikt" Wij geloven, maar
het moet beslist op onze ma
nier. Wij geloven, maar het
moet beslist met onze woor
denkeus geuit worden. Dat
zijn ook vormen van bijge
loof.
Het geloof is overwoekerd door
vormen, tradities, ideeën, zelfs
door theologische inzichten.
Zij zijn ontstaan naast het ge- i
loof, zij zyn gegroeid bij het
geloof. Dat is niet erg. Maar i
in sommige gevallen zyn zij
tot bijgeloof geworden. Zij
zijn de plaats van geloof gaan
innemen, zij dreigen de kracht
uit ons geloof weg te zuigen
en we verworden tot steriele
christenen, die met de vuist
op tafel kunnen slaan als het
gaat om bijzaken, maar de
kracht van het geloof niet
meer beleven. Het is goed om
er eens over na te denken in
hoeverre bijzaken de hoofd
zaken hebben verdrongen.
Dan wordt het tijd die bij
zaken te vernietigen, want
het kunnen ratten zijn op het
•rf van gelooi
Van onze kerkredactie
T"\E WEG is smal en bochtig.
Hij golft over een heuvelig
Vlaams landschap tussen klei
ne boerderijen door en langs
uitgestrekte velden. Nu zijn ze
nog maagdelijk bruin, straks
zullen de heuvels bedekt zijn
met een lappendeken van ge
wassen. Eens ruisten hier de
oude eiken. Dicht opeengedron
gen vormden zij het woud, dat
tot schuilplaats diende van on
telbare gelovigen die de felle
haat van de inquisitie terecht
vreesden. Nu is liet land lief
lijk. Niets herinnert er meer
aan, dat deze grond het bloed
heeft ingedronken van protes
tanten die hun God wilden die
nen naar eigen geweten en
Gods Woord. Plotseling duikt
achter een nog kale boom de
spitse toren van een kerk op,
een protestantse kerk, de enige
die nog overgebleven is in de
ze streek waar eens zeven pro
testantse gemeenten bestonden.
Maria-Horebeke is nog altijd
een protestantse gemeenschap.
Maar zij voert een moderne
strijd om het bestaan.
De kleine kerk, de eenmans-
school waar meester S. de Jonge
al meer dan veertig jaar de scep
ter zwaait en het protestantse
kerkhof vormen het centrum van
een streek waar eens, lang gele
den. in de dagen van de hervor
ming, zeven gemeenten waren.
De zeven gemeenten van de
Vlaamse Olijfberg werden ze ge
noemd. omdat de streek heuvel
achtig is en de erenaam „Vlaamse
Ardennen" draagt, maar ook om
het bloed dat hier gevloeid heeft.
Van heinde en ver komen de kin
deren er op school. Van heinde
en ver komen de mensen er ter
kerke en worden de lichamen van
de gelovigen aangedragen om op
de laatste rustplaats ter aarde be
steld te worden.
Maar Maria-Horebeke onder
gaat de invloed van de moderne
tijd. De zuigkracht van de grote
steden doet zich ook gelden in
deze kleine gemeenschap. Jon
geren, en vaak de meest actieve,
Drie namen komen meed» tceer
voor op de zerken van de een
voudige begraafplaats achter de
protestantse kerk van Maria-Ho
rebeke: Blomaert, De Jonge en
fan den Bergh.
trekken weg. Het is een proces
dat al jaren aan de gang is. De
gemeenschap heeft doktoren, ge
leerden, zelfs professoren voort
gebracht, maar zij hebben zich
allen gevestigd ver van tvaar
hun wieg eens stond. En lang
zaam maar zeker vraagt men
zich af: Zal de protestantse ge
meente, die een geschiedenis
heeft die terugreikt tot de dagen
van de Reformatie, zich kunnen
handhaven?
Zeven gemeenten
Nog wordt ieder jaar in de zo
mer een Belgische zendingsconfe
rentie gehouden in dit kleine ge
hucht. dat bestaat uit een kerk
met een paar huizen er om. Maar
het gevaar is groot dat over en
kele tientallen jaren van deze ge
meente niets is overgebleven dan
de herinnering alleen. Dan zal zij
met de andere zes gemeenten on
dergegaan zijn in de stroom van
de geschiedenis.
Nog leven de namen van de an
dere gemeenten voort: Oudenaar
de. de plaats die eens veroverd
werd door Jacob Blomaert, de
bosgeus, zoals hij genoemd werd.
En dan nog de kerken te Wijle-
gem. Maeter, Melden, Etickhove
en Nukerkc. Wat een geschiedenis
hebben zij gekend!
In de dagen van de reformatie
werden er in deze streek tapijten
geweven. De eigenaars van de klei
ne fabrieken waren vooruitstre
vend steeds op zoek naar nieuwe
afzetgebieden. Zij reisden Europa
af en zo kwamen velen van hen in
aanraking met de nieuwe leer, die
als een vloedstroom over de lage
landen joeg. En zij vertelden weer
de mensen die voor hen werkten
van hun nieuw gevonden geloof.
Maar het verzet kwam. Brandsta
pels eisten hun tol, de galgen ver
rezen, de inquisitie eiste mensen,
levens, en riep op zijn beurt wraak
op in de harten.
Hagepreken
De mensen vluchtten naar het
woud. Daar in de donkere uithoe
ken werden de eerste hagepreken
gehouden. In die streek werden de
erste beelden in de tijd van de
beeldenstorm tegen de grond ge
smakt. Het zag er naar uit dat
de protestanten zouden winnen.
Op 17 november 1566 preekte de
Gentse predikant Nicaise Ver
schuren voor meer dan 7000 toe
hoorders, onder bescherming van
200 hellebaardiers. Blomaert een
van de watergeuzen die Den Briel
og altijd eert bosgeus
in Horebeke, de gemeente die in
haar geschiedenis teruggaat tot
kapitein Blomaert de bosgeus die
Den Briel mede heeft veroverd.
De moderne „bosgeus" is een van
ds. Blomaert, die
z\jn geboortedorp heeft gevestigd.
Itij is vooral bekend geuordeii
door zijn Vlaamse gedichten die
hij steeds met „de bosgeus on
dertekende.
veroverd hadden vatte het plan
op om Oudenaarde te veroveren.
Het gelukte. De eerste inquisi
teurs werden gedood. Maar de
verwachte hulp van Franse huge
noten bleef uit. De stad moest
weer ontruimd worden en de ge
lovigen moesten zich opnieuw te
rugtrekken in het woud.
Drie namen
Onder leiding van Alva wordt
de strijd tegen de Hervorming in
alle kracht voortgezet. Maar In de
woudstreek blijven gemeenten be
staan. De bosgeus Blomaert wordt
gedood, maar zijn kinderen blij
ven trouw tot onze tijd toe. Er
zijn drie namen die steeds weer
terugkeren op de zerken van het
protestantse kerkhof, er zijn drie
namen die telkens weer terugke
ren op de leerlingenlijst van de
christelijke school: Blomaert, De
Jonge en Van den Berghe.
De strijd gaat door. Sommige
gemeenten kunnen het niet bol
werken. De inwoners moeten te
gen wil en dank vluchten naar de
noordelijke Nederlanden. Maar
anderen houden vol. En zij krij
gen steun uit Walcheren en Zeeuws
Vlaanderen. In het midden van de
zeventiende eeuw beginnen in Ne
derland overheden dezelfde maat
regelen te nemen tegen roomse
burgers die in de streek van de
Vlaamse Olijfberg, tegen de pro
testanten genomen worden. Ook in
de achttiende eeuw komen de Sta
ten van Holland nog te hulp. Zij
geven de commandant van Sas
van Gent opdracht naar de pas
toor van deze plaats te gaan
ongeacht hun godsdienst. Prote
stanten mogen eigen kerken bou
wen; alleen mogen deze kerken
geen toren en geen klokken heb
ben. In Etichove en Horebeke
worden kerken gebouwd, maar
andere kruisgemeenten zoals ze
ook jarenlang genoemd worden
waren reeds verdwenen.
Langzaamaan komt er meer
vrijheid. In 1836 overlijdt de onge
trouwde Johanna van den Berghe.
Zij laat haar hele bezit na aan
de protestantse kerk. Vijf jaar
lang hebben haar rooms-katholie-
ke familieleden geprocedeerd te
gen het testament maar het werd
uiteindelijk door het hoogste ge
recht rechtsgeldig verklaard.
Nieuwe strijd
Maar nu voert de gemeente
opnieuw een strijd om haar be
staan. De nieuwe kerk" ge
bouwd in 1872, kon een toren
krijgen en een eigen luidklok
die zondags de gelovigen Op
roept. Maar er komen steeds
I minder gelovigen, want de
I streek loopt leeg. Als er niet
wordt ingegrepen zal spoedig de
christelijke school, die reeds
lang een zware strijd voert om
haar bestaan, de deuren moeten
sluiten. Dan zal ook de gemeen
te geen toekomst meer hebben.
Er zal geen predikant meer be
roepen kunnen worden. Er zul
len steeds minder mensen in de
kerk komen.
delijk gepoogd om de streek
nieuw leven in te blazen. Het
moet beginnen met een econo
misch herstel. Er zou een kleine
industrie moeten komen. Of er zou
een sociale inrichting gevestigd
moeten worden. Hoe het ook zij:
Er moet een nieuw kristallisatie
punt komen, dat langzaam maar
zeker mensen aantrekt, de school
weer een toekomst geeft en men
sen in de kerk brengt.
Ontwikkeling
ontwikkelen, wordt gezucht, uuai
men weet in deze omgeving dat
men niets heeft aan een ontwik
kelingsmaatschappij die alleen
maar er op uit is het geïnves
teerde kapitaal zo spoedig moge
lijk terug te krijgen met een zo
groot mogelijke winst.
We hebben een tijdje met mees
ter De Jonge zitten praten. Hij
haalt een oud fotoalbum uit de
kast. „Dat is de school van 1938.
Toen hadden we 27 leerlingen",
zegt hij. „Er zijn er nu nog zes
van over". Hij bladert verder:
„Hier, de school van 1940, twin
tig kinderen. Nog vier wonen er
in Maria Horebeke."
Op het ogenblik zijn er 21 kin
deren op school ook al dank zij
een kinderrijk gezin uit de Bori-
nage dat echter ook plotseling
weer kan vertrekken. Dan zijn er
minder leerlingen dan toegestaan
zijn. Bovendien is de subsidie
voor deze school in gevaar ge
bracht door een openbare school
die zojuist door de staat opge
richt is. Niet langer kan er ge
zegd worden daV er geen openba
re schóól is op minder dan 6 ki
lometer afstand. Zo strijdt deze
christelijke school, die aangeslo
ten is bij het Christelijk Nationaal
Plotseling duikt de spitse toren
van de protestante kerk van Ma
ria-Horebeke uit het heuvelige
landschap op. Hier heeft de oud
ste protestantse gemeente van
België haar tehuis.
Schoolonderwijs zijn strijd om het
bestaan.
Wat er ook gebeurt, er moeten
gezinnen komen, zegt meester De
Jonge. Hij weet dat sommigen
al zeggen dat het reeds te laat is
om Maria Horebeke voor uitster
ven te behoeden, maar diep in
zijn hart hoopt hij op een oplos
sing. En staat er niet in het ker
kelijk zegel van deze plaats:
„Vreest niet, gij kleine kudde-
ke." (Lucas 12 vers 32). Hoe vaak
hebben die woorden de gelovigen
van de Vlaamse Olijfberg rust
geschonken en vertrouwen op de
toekomst die in Gods handen ligt.
Verdrag
De zuidelijke lage landen zijn
inmiddels onder Oostenrijks be
stuur gekomen. De protestanten
plukken de vruchten van het zo
genaamde protestantenpatent, ook
wel genoemd het Edict van Ver
draagzaamheid van 1782. Openba
re ambten kunnen voortaan be
kleed worden door alle burgers,
De besturen van de twee
begrafenisverenigingen van
Delfzijl hebben van de cen
trale kerkeraad van de plaat
selijke hervormde gemeente
een brief ontvangen, waarin
staat dat de aanwezigheid
van een kerkelijke ambts
drager bij een begrafenis en
kel en alleen ter wille van de
franje door de kerkeraad on
gewenst ivordt geacht". Deze
„oproep tot bezinning" heeft
vooral betrekking op begra
fenissen van mensen, die niet
bij een kerk aangesloten zijn
geweest. Volgens ds. A. L.
Verkopen
Dr. Gunning („Johan") preekte
op een koude morgen in de (toen
nog) tochtige en kille Domkerk. Hij
werd er snip-verkouden. Prompt
schreef hij op maandagmorgen een
brochure: Laten wij de Domkerk
verkopen aan de R.K. Kerk! Hij
wou deze Domkerk graag kwijt en
hij was ervan overtuigd, dal als de
r.k. haar terug ontvingen, dit grote
gebouw, door treffelijke verwarming
c.a„ veel doelmatiger zou worden
ingericht. Sommigen werden erg
boos, anderen lachten, niemand nam
Strandvonder
Lapré, één van de twee. her
vormde predikanten van
Delfzijl en voorzitter van de
centrale kerkeraad, zouden
de onkerkelijke families
waarvan een lid is overleden,
door de begrafenisvereni
gingen worden „aangespoord"
om een predikant bij de ter
aardebestelling aanwezig te
laten zijn en hem het woord
te laten voeren.
Ds. Lapré noemt dit een vorm
van intimidatie. „Het komt hier
de laatste tijd vaak voor dat de
begrafenisverenigingen de fami
lieleden van de overledene ervan
overtuigen dat het toch eigenlijk
niet te pas komt de dode „zo
maar als een hond" onder de
grond te laten stoppen. Het ge
volg is meestal dat de familiele
den het hiermee spoedig eens zijn
en dat wij dan maar moeten op-
Kerkelijk verzet
in Delfzijl
mers. het gaat hier zoals gezegd
in hoofdzaak om onkerkelijke
mensen, die dus niet in een kerk
register staan ingeschreven. De
predikanten weten in vele geval
len niets of nauwelijks iets van
de mensen en het milieu, waarin
ze hebben geleefd. „Het gevolg
hiervan is", aldus ds. Lapré. „dat
we op de begraafplaats vaak bij
na niet weten wat we zeggen
moeten. We zijn dus een officiële
ceremoniemeester, die met zijn
mond vol tanden staat."
Bemiddeling
Karikatuur
De voorzitter van de centrale
kerkeraad en zijn plaatselijke
ambtgenoot, ds. J. Bouwers, vin
den dat de kerk hiermee tot een
karikatuur wordt gemaakt. De
beide predikanten zijn zich terde
ge bewust van huu pastorale taak,
maar vinden dat die niet zo ver
moet gaan dat ze „voor de fran
je" mensen, die in hun leven
nooit met een kerk van doen heb
ben gehad, ter aarde te bestellen.
De beide predikanten zouden
graag zien dat in bovenstaande
ongewenste toestanden veran
dering wordt gebracht. Ze wil
len de bemiddelende rol van be
grafenisverenigingen om begra
fenisbijstand uitgeschakeld
zien. Als een predikant wordt
verzocht een begrafenis van
een onkerkelijke te leiden, dan
zou dat verzoek moeten worden
gedaan door één van de familie
leden van de overledene.
Blijven de ongewenste toe
standen voortbestaan, dan is de
kans groot dat de twee her
vormde predikanten van Delf
zijl op den duur zullen weigeren
die begrafenissen te leiden. „In
dat geval moet iemand van de
begrafenisvereniging ging maar
bij het graf spreken. Dat zijn
mensen die een hoge hoed op
hebben en er vaak keurig uit
zien. En als er niemand spreekt,
dan moet de „hond" zo maar in
de grond. Dat geeft niets als
het een nette hond is", aldus ds.
Bouwers.
Intimidatie
De voorzitters van de twee
Delfzijlse begrafenisverenigingen,
architect F. van der Laan van
„De laatste eer" en de heer C.
Woortman van „De Eendracht",
zijn het met de „oproep tot be
zinning" van de centrale kerke
raad bepaald niet eens. „De be
middeling van dc begrafenisver
eniging gebeurt volledig op basis
van vrijwilligheid. Van intimida
tie van onze kant is dan ook geen
sprake", aldus de heer Woort
man. Wanneer de verenigingen
eind volgende maand hun verga
dering houden, zal de brief van
de kerkeraad ter sprake komen.
De brief van de centrale kerke
raad van Delfzijl betekent dat de
hervormde kerk zich in korte tijd
twee keer met de begrafenis-toe-
standen heeft bezig gehouden. On
langs heeft de kerkeraad van de
hervormde gemeente van Ooster-
wolde (Friesland) ook een „op
roep tot bezinning" gedaan. Deze
oproep betrof het betrachten van
soberheid bij begrafenissen. Vol
gens ds. C. J. van Royen, her
vormd predikant van Oosterwol-
de, zijn op deze oproep vele gun
stige reacties gekomen. Op de
Delfzijlse brief is nog niet gerea
geerd. Maar dat er reacties op
komen, daar zijn de predikanten
Lapré en Bouwers van overtuigd.
CHroesjtsjef bijna 70 jaar Een man, die toch niet zo
zeker is van zijn zaak Langs moeilijke weg omhoog
(Van f
r redacteuren)
CHROESJTSJOF is bijna 70
jaar. Op 17 april a.s. is hij
jarig. Hij beseft zelf heel goed.
dat hij al een daagje ouder
wordt. Vorig Jaar verklaarde
hij nog, dat een kind kon be
grijpen, dat hij niet altijd aan
het bewind zou kunnen blijven.
Deze uitspraak gaf aanleiding
tot speculaties, als zou hij zich
door ziekte genoodzaakt zien,
het roer uit handen te geven.
Ook werd de veronderstelling
uitgesproken, dat hij In wezen
reeds had gecapituleerd voor de
krachten, die het In het geheel
niet eens zijn met de wijze,
waarop hij de communistische
wereldrevolutie wil verweien-
lljken.
Niets van dat alles bleek het
geval te zijn. Het was gewoon
een nuchtere constatering van
de Russische premier, dat ook
voor hem de tijd zal aanbreken,
dat hij er niet meer zal zijn.
Misschien heeft hij met zijn op
merking de kracht willen ont
nemen aan beweringen, als zou
hij naar alleenheerschappij stre
ven en heeft hij de betrekkelijk
heid daarvan willen onderstre
pen. Hij is gewoon, de dingen op
een ongewone manier te zeggen
Zo was het deze week ook met
zijn grove uitlating, dat manna
niet bestaat, omdat zijn ruimte
vaarders het niet hebben gezien.
Met deze uitlating bewees de
man. die niet in God zegt te
gelo%'en. alleen maar. dat die
zelfde God hem toch nog parten
speelt. Hij blijkt toch niet zo ze
ker van zijn zaak te zijn.
Boedapest
Slechts drie weken voor zijn
verjaardag is Chroesjtsjof met
zijn vrouw aan zijn zijde vro
lijk in de trein naar Boedapest
gestapt om in die stad de ver
jaardag van de overwinning in
de Tweede Wereldoorlog te vie
ren. Hij liet heel wat binnen- en
buitenlandse problemen in
Moskou achter, maar een
misschien wel het neteligste
heeft hij meegenomen: de atrijd
met rood China om de leiding in
de wereld. Tijdens zijn bezoek
aan Boedapest heeft hij een te
genaanval tegen China ontke
tend en daaraan persoonlijk de
nodige kracht bijgezet. Het Chi
nese probleem was tot kookhitte
gebracht door de publicatie van
het door Soeslof, de ideologische
woordvoerder van de Sowjetunie.
opgestelde antwoord aan het
adres van China, dat zes weken
opgehouden was. terwijl de ver
schillende communistische par
tijen zich beraadden over de
vraag, of en wanneer het gepu
bliceerd moest worden.
Het was een zuiver verdedi
gende verklaring, maar er werd
klaarblijkelijk ondanks veel
veriet In het communistische
kamp In voorgesteld, een in
ternationale bijeenkomst van de
communistische partij en in de
gehele wereld te houden, waar
in de kaarten op tafel zouden
worden gelegd.
Ontevreden
In Westerse kringen te Mos
kou wordt aangenomen, dat het
gemompel van ontevredenheid
over het beleid van de premier
in de Sowjetunie sterker is dan
bijvoorbeeld een jaar geleden.
In het afgelopen jaar is de
Chinese crisis ernstiger gewor
den en heeft het mislukken van
de tarweoogst een schel licht ge
worpen op het niet slagen van
een landbouwprogramma, dat
hij de laatste elf jaren nage
noeg persoonlijk heeft geleid en
uitgestippeld. In vele jaren zijn
er niet zoveel onaangename
moppen over hem getapt, zowel
door de Russen als door buiten
landers. Chroesjtsjof beweert
nog maar steeds, dat de land-
bouwproduktie veel groter is
dan tien jaar geleden. Maar wat
hij verzwijgt is, dat de hogere
produktie geen gelijke tred heeft
gehouden met de gestadige be
volkingsaanwas. In geen enkel
opzicht stemt hetgeen hij zegt
overeen met de optimistische
voorspellingen, die hij enkele
jaren geleden heeft gedaan. Hij
zei toen. dat de Sowjetunie op
het punt stond, de Ver. Staten
op vele gebieden van de land-
bouwproduktie in te halen.
Deze voorspellingen zijn nu
een wapen geworden, dat tegen
hem gebruikt wordt. Het Is op
het ogenblik vrijwel onmogelijk
om in Moskou een bevoor
rechte stad meel te kopen.
Het witbrood is grauw van de
vervangingsmiddelen, die er in
Dynamisch
Dit neemt echter niet weg. dat
ofschoon Chroesjtsef ouder
ia dan de meeste van xijn me
dewerkers hij nog altijd ver
reweg de meest dynamische fi
guur in het Sowjetregiem is. Zijn
Chinese mededinger naar de
macht in het communistische
kamp, Mao Tse Tocng heeft de
meeste van zijn functies neer
gelegd. Sedert de dood van Sta
lin is Chroesjtsjof vrijwel de on
bestreden machthebber in de
Sowjetunie, zowel in de regering
als in de partij. Westerse diplo
maten zeggen vaak. dat iedere
regeringsleider in een niet-com-
munistisch land van het politie
ke toneel zou zijn weggevaagd,
als hij zoveel opeenvolgende cri
ses het hoofd had moeten bie
den, als met Chroesjtsjef het ge
val is geweest. In Moskou be
wondert men hem algemeen om
zijn kalmte. Hij gedraagt zich
in het openbaar met het zichtba
re gemak van een man. die geen
enkele uitdaging aan zijn macht
de moeite waard acht. Hij is
zozeer de dominerende figuur op
elk toneel, dat anderen naast
hem onbetekenend lijken. Zo was
het ook oij zijn optreden in
Boedapest, dat via de tv naar
Moskou werd gerelayeerd.
Intussen moet bij toch maar
het hoofd bieden aan de voort
durende druk van het leider
schap en leiding geven aan en
controle uitoefenen op de voor
bereidingen voor een eventueel
beslissend treffen met China,
mogelijk in de herfst.
Probleem
in het Kremlin. Toen kwam de
smadelijke terugtocht van Cuba.
die in oktober en november van
dat jaar tot ernstige moeilijkhe
den rondom de Russische pre
mier aanleiding gaven. Daarna
ontstond het grote meningsver
schil met de schilders en schrij
vers, die door de strengste or
ders in hun streven naar meer
vrijheid moesten worden afge
remd. Dit optreden was zo
streng, dat een groot deel van
deze mensen zelfs nu nog tot
werkeloosheid is gedoemd of in
het geheim moet werken. Het
zwaarst en moeilijkst te verdra
gen was voor de gewone Rus
echter de oogstcrisis. Er moest
ongeveer een miljoen ton tarwe
landse deviezen heeft gekost.
Wellicht de meest spectaculaire
stap van de premier was de on
dertekening van het kernstop-
verdrag met het Westen, die
hem vanwege de felle Chinese
tegenkanting daartegen, opnieuw
in eigen land in een netelige po
sitie bracht.
In partijraden wordt nu gede
batteerd. Er bestaan ernstige
meningsverschillen over de poli
tiek op het gebied van industrie
en landbouw. Vit de gesloten
raadkamers lekken berichten
uit, dat het debat over de ver-
houding tot China moeilijk was
en nog is. en dat het bitter nas
en langdurig.
Rustiger
Hij past thans beter op zich
zelf dan twee of drie jaar gele
den. Hij neemt lange rustperio
den aan de Zwarte Zee. Kort ge
leden zei hij, dat hij van Mos
kou houdt als het bijtend koud
is. maar als het modderig be
gint te worden moet hij er niets
van hebben. Hij wil dan echt
warm weer en daarom gaat hij
tegen het einde van de winter en
het begin van de lente naar de
Zwarte Zee. Zijn 69ste verjaar
dag liet hij voorafgaan door een
langdurige rustperiode in zijn
gerieflijke datsja (landhuis) aan
de Zwarte Zee en hetzelfde heeft
hij nu gedaan voor zijn 70ste.
Hij ontvangt daar veel bezoekers
behartigt vele zaken, maar
Hij heeft zijn maaltijden inge
krompen en is afgevallen. Acht
jaar geleden heeft hij toegege
ven, dat hij het aan de nieren
had. In die tijd dronk hij zwaar.
Dat doet hij nu volstrekt niet
Gedurende een receptie van
twee uur stelt hij zich tevreden
met een glas champagne, dat hij
bij elke toast aan zijn lippen
brengt, maar de inhoud van
het glas schijnt nooit te vermin
deren. Soms neemt hij achte
loos een nieuw glas alsof hij het
eerste reeds had geledigd, maar
dat heeft hij eenvoudig ergens
laten staan.
Gesprekken
In drie jaar heeft hij in Mos
kou geen enkele belangrijke ech-
te persconferentie met vragen
en antwoorden gegeven. Nu en
dan wisselt hij enkele geksche
rende woorden met verslagge
vers. die hij tegen het lijf loopt,
maar hij negeert elke ernstige
ondervraging. Voor belangrijke
groepen journalisten, zoals re
dacteuren uit Amerika en En
geland op rondreis, beantwoordt
hij stromen vragen, maar het
vraag- en antwoordspel is nor
maliter beleefd en vlot.
Sommige van zijn geestige ant
woorden zijn niet helemaal die
van een ervaren causeur, maar
deze man heeft in zijn leven heel
veel gezien, van kolenmijnen in
zuidelijk Rusland tot debatten op
het hoogste diplomatieke niveau
op topconferenties. Hij is langs
de moeilijke weg omhoog geko-