Nachtzuster J. J. Lépinat 0pen briej JAAGT OVERDAG OP GELUID mnaii.utiiJM.HM> czM-lo de cJimar\jiiió bloeit DE BEZIGHEDEN VAN UW MAN Bakken aan tafel vaak geen succes laa rs ZATERDAG 15 FEBRUARI WM BANDJE SCHEPT SOMS BAND VOOR HETLEVEN ls het een troost voor haar, dat het leven doorgaat na het waken hij de stervenden? Is het een blij beeld van de glo rende dag? Als zuster J. J. Lépinat thuiskomt van haar werk als nachtverpleegster in Den Haag en haar kleine ka mer binnenkomt in de Fah- renheitstraat 416, ziet ze door het bovenraam de belhamels van de buurt. Hun kwette rende keeltjes of agressieve snavels gaan duchtig te keer ze plegen gelijk met de zon op te staan, soms een half uurtje vroeger. Het troepje gespikkelde herrieschoppende spreeuwen in de top van de boom was het eerste geluid dat zuster Lépinat ving; 's nachts verpleegt ze patiën ten en overdag jaagt ze op geluid. Grijzend haar in losse golven rond een sterk gezicht. ..Kijk maar miet naar de rommel", zegt ze verontschuldigend als ze di rect al met taart en koffie bin nenkomt. Haar kamertje is over vol, pakpapier, kluwens smyrna- wol, een opklapbed, een tafel en vier fauteuiltjes waarop zelfge- knoopte fleurige smyrnadekjes. Naast de ouderwetse klok een modern bandopname-apparaat, en daarnaast dozen vol met bandjes, waarop het Manneke uit Brussel een wakend oog houdt. Zuster Lépinat heeft een bewo gen leven achter de rug. Haar in gaat niets boven originele opge nomen geluiden. Het leven zelf vangen op een bandje dat is de fascinerende sport van geluids jagers." Met behoedzame handen zet zuster Lépinat een bandje voor ons op de recorder, de gro te klok wordt stil gezet, hij zou een hinderlijk achtergrond tik tak geven. Even later draait ze een stukje van het interview af, waarbij onze stemmen uit de radio komen. Babbelzieke spreeuwen zijn de belhamels van de buurt. Zuster Lépinat ving hun gekwetter op de band en onze fotograaf ving ze in zijn lens. Geluidsjagen is een prachtige hobby, niet duur, met vele facetten. Voor vrouwen zijn er vete richtingen mogelijk: onder wijs, ballet, correspondentie, zegt nerlijke rust heeft daaronder niet geleden. Kalm en weloverwogen zijn haar bewegingen en slechts terloops maakt ze enige opmer kingen over zichzelf. ,,Ik ben geboren en getogen in Semarang. Vader was eerste ma chinist op een suikeronderneming het Indië van onze jeugd was fantastisch!" Haar verpleegsters diploma haalde ze in Bandoeng. Daarna ging ze in militaire dienst en werd verpleegster bij het K.N.I.L. Padang, Bangkok lagen op haar levensweg, vervolgens een drie en een halfjarige inter nering in een Jappenkamp met steeds minder eten, een langza me verhongering met aan het eind het graf voor velen. In 1946 werkte ze in het Militaire hospi taal in Batavia en verpleegde er onze jongens die gewond werden tijdens de eerste politionele actie. Soerabaja was haar volgende standplaats. In het Indonesië van Soekarno voelde zij zich niet thuis, en zo repatrieerde zuster Lépinat naar ons land. Aan het klimaat is ze allang gewend en ze voelt zich volkomen thuis. Hoewel het een koude dag is en zij een katoenen blouse draagt met korte mouwen, heeft ze pret tig warme handen en een fris ge zicht. zeldzaam voor Indische Ne derlanders. Echte band Wat haar tot haar geluidsjacht bewoog? „In Indië hoorde ik ve le geluiden waarvan ik dacht: die moet je vast kunnen leggen." Eenmaal in Holland hoorde ze hoe geluidsjagers zich inzetten om gesproken briefwisseling te bevorderen tussen militairen bui tenslands en hun familieleden hier. Recorderbezitters gingen naar Limburg of Groningen, soms werden telefonisch gesprek ken opgenomen op de band die een échte band- werd tussen ouders en kinderen. „Ik schafte me een bandrecorder aan en sloot me meteen aan bij de Ne- Zuster Lépinat ontving de Jeitje de Bosch Kemper-onderscheiding en speldt die op haar smetteloos derlandse Vereniging van Ge luidsjagers. De vereniging geeft voorlichting, bevordert gesproken correspondentie met binnen- en buitenlandse geluidsjagers, de zo genaamde „tapespondents". De vereniging regelt ook het onder ling uitwisselen van geluiden en besohikt over een uitgebreid ge luidsarchief waar ook radio omroeporganisaties gebruik van maken. Hoeveel trucjes je ook met een microfoon uit kunt halen (het na bootsen van de donder enz.) er r;> - rK^^<SOScfcsc8oW»c8GM|e^*<*e8<*«Sic8«<^a8<MK Het is feest in de vensterbank als de Amaryllis haar enorme lelicachtige bloemen ontplooit. Het meest spectaculaire bolgewas dat we in de kamer Kunnen opkweken. En hoewel ze eigenlijk Hippeastrum heet en de Amaryllis een plant is, die buiten ge kweekt wordt, is deze laatste naam zó ingeburgerd, dat ze wel altijd onder deze eigenlijk foutieve be naming bekend zal blijven. Als de bol met moeite en zorg op een warme schoorsteen of radiator met weinig water in bloei is getrokken, heerst bij velen de mening dat ze vlak na de bloei verwaarloosd moet worden. Het tegen deel is waar, want juist in die periode moet ze re- servevoedsel verzamelen voor de volgende bloei. Wanneer ze dus voor uw zonnige raam in de warme kamer in volle luister staat te pronken, geeft u veel water rondom de bol en eenmaal in de week of veertien dagen kamerplantenmest. De bloemstengels worden zo diep mogelijk weggesneden als ze hun tooi hebben afgelegd en het laatste restje kunnen we er dan later in verdroogde toe stand tussenuit trekken. Het is uitstekend voor de bol len om vanaf half mei tot be gin oktober met pot en al bui ten ingegraven te worden, waar het misschien alleen wat meer moeite kost ze niet te vergeten. De bollen die binnen blijven krijgen veel frisse lucht en volop water en mest. Rusttijd De eerste week van oktober komen de bollen van buiten naar binnen en kan het blad tot even boven de bol worden afgesneden. Bij de bollen die binnenshuis bleien, laten we het loof gewoon afsterven. De bollen moet»» au Dun rust tijd gaan beginne» en we be- ze dan verder volko men droog in de pot op een niet te koele plaats, bijvoorbeeld in de kast van een verwarmde kamer. Daar blijven ze tot eind december of begin januari. Dat maakt niet zoveel uit. want de knoppen zijn al in de bol aanwezig en komen er bij de juiste behandeling wel uit te voorschijn. Soms is er in droge toestand al een tipje van te zien. Maar in elk geval worden de bollen aan het eind van het jaar of in het begin van het volgende opnieuw aan de groei gebracht Daartoe wordt de bol voorzichtig uit dc pot gehaald, zodat de wortels niet beschadi- Luchtig Meestal kan de zelfde pot weer dienst doen of een maat groter. Hü behoeft slechts een paar centimeter ruimer te zijn dan de omtrek van de bol. Een potscherf op de bodem leggen en daarop een luchtig voed zaam mengsel, bijvoorbeeld bladaarde met oude koemest en scherp zand of een goede bloe- mistengrond. Het is voldoende als de bol voor een derde deel in de aarde komt te rusten. Veel mislukkingen zijn het ge volg van te diep planten en de aarde te stijf aandrukken. De wortels hebben lucht nodig om nieuwe groei te ontwikkelen. De aarde wordt dus in het ge heel niet aangedrukt Na bego ten te zijn krijgt de pot dan een warme ondergrond en wordt de eerste 14 dagen bijna droog ge houden. Tot de knop geheel bo ven de bol uitgegroeid is. Met deze behandeling kunt u jaren genieten van uw Hippeastrum en dan brengt zij haar geld wel op. A. C. MULLER—Idzerda Prijs „Het eerste geluid dat ik ving was dat van kwetterende spreeu wen. Luistert u maar. De gelui den zijn nog fiiet ideaal het is «fk efcht spannend. Hoe krijg ik het er op? Het is niet altijd één twee drie voor elkaar. Op het moment dat je denkt: ik heb 'tti vliegt de troep weer weg. La ter heb ik het spreeuwengeluid verbeterd." We horen duidelijk het resultaat. De merel is het eerste wakker en met z'n zuiver gefluit lokte hij zuster Lépinat. Ze sloop met de microfoon naar het bovenluik en ving de helde re ochtendzang. Wat ze deed met haar pasverworven oeuvre? In zenden naar de luisterwedstrijd van de NVG in de categorie d, bijzondere geluidsopnamen, max imale speelduur vier minuten en won daarmee meteen prijs: vijf bandjes van 80 meter elk, „Jagen op geluid ontaardt écht niet in het jagen op prijzen", lacht de jaagster. „Trouwens, het grappige is, dat je je af vraagt: wie jaagt er nu eigen lijk? Soms heb je het gevoel dat het geluid op j o u jaagt, dat heb- btn ze allemaal! Voorkeur Haar voorkeur gaat uit naar specifieke geluidssnapshots, jammerende katten (het duurde enige weken voordat ze ze ge vangen had), ze laat een gekko roepen Overgenomen van radio Indonesia), een merel die alarm slaat, een nachtegaal die hoven andere vogels uitzingt. Ze houdt van opera's en heeft een prach tige opname van Madame But terfly, haar voorliefde gaat uit naar Puccini. Aan reportages doet ze niet, maar een gesproken brief naar een nichtje in Aruba met Kerstmis gaf haar een wonderlijke voldoening. De sectie Van de geluidsjagejs in Den Haag draagt de toepasselijke naam Tam Tam, er is een eigen studio in de Goptlijfstraat 134. De leden wisselen ervaringen èn band jes uit, en luisteren met z'n een- en-vijftigeri naar de vakantieher inneringen die wel zo leuk zijn als gewone kiekjes. Je hoort b.v. een auto optrekken, een stem ver telt: we zijn de grens gepasseerd, douaneformaliteiten als achter grondgeluiden. de klaterende wa terval van Schaffhausen, de sere nade in een Italiaans bergdorpje, het is allemaal erg levendig. Er wordt ook een luisterwedstrijd ge organiseerd, waarbij de leden mo gen gissen naar de opgaaf; dat blijkt een cirkelzaag te zijn, en... het geluid van een piepjong kui ken. Spreeuwen, merels, krolse katers, zij komen wel eens onder je raam, maar zuster Lépinat heeft in haar achterhoofd al een draagbare bandrecorder zit ten, die er beslist wel komen zal. Dan wordt haar vrije tijdsbesteding nog aktiever. Hebt „Wat is Uw mening over „Dat is nu net een probleem, waar ik wel eens over pieker"; „Soms denk ik: ben of denk ik nu verkeerd" en „Het zal u wel egoïstisch toelijken, maar eer lijk, Ik kan er zo gepikeerd om zijn", zo lulden een paar zinnen, die ik uit enkele brieven heb ge baald. Ze geven mijns inziens goed weer, dat verschillende vrouwen wel eens een beetje zit ten met de vrije-tijdsbesteding van hun respectievelijke weder helften. Eigenlijk is dat „vrije tijdsbesteding" er geen goed woord voor. in menig geval zou „avonden-verslindende werk zaamheden" beter passen. Vori ge week heeft u daar al iets over gelezsn, vandaag komt u er weer enkele openhartigheden over tegen. Waarbij we uiter aard ook nu dc schrijvende leze ressen, die er anders over den ken, dan Wel tegenover staan, niet vergeten. Eerst de „piekerende me vrouw" té Z. „We hebben gen drukke zaak", schrijft zij „waar we beiden in werken. Maar nu komt het: als de zaak zes uur 's avonds gesloten is, dan be gint het: één avond altijd vast huisbezoek (ouderling), kerke- raad, mannenvereniging (be stuurslid) en nog voorzitter van iets anders. En maar vergade ren en vergaderen. Nooit is er ontspanning, zelfs op de middag dat onze zaak dicht is, de zoge naamde „vrije middag" moeten er nog klanten van buiten wor den bezocht. Eerlijk, ik maak me veel zorgen; de prijsverhogin gen brengen ook op het ogenblik al zeer veel werk met zich mee en dan de boekhouding nog! Ten slotte is mijn man zó jong niet meer. Zeg ik er iets van, dan i-eageert mijn man met „ik heb keen bevrediging alleen maar voor het materiële iets te doen en niets voor Gods Koninkrijk". De arts, die ik al in de arm heb genomen, vond ook dat .hij dan maar iets aan jongeren moest overlaten, maar ja, toen was het weer „die zijn niet te krijgen". Het punt is echter, dat hij dit allemaal zo bijzonder graag doet. Dat vaak alleen zit ten vind ik nog niet het ergste, ik kan er goed tegen, maar er zijn toch grenzen". Grenzen Grenzenen waar die trek ken. Dat is ook een probleem ten huize van de familie V. te X., waar het programma van de echtgenoot kort samengevat De man van deze lezeres zit nl. ook in het bonds- en kerke- werk en daarnaast maakt hij van zijn werk nog zijn hobby door 's avonds na de dagtaak bezig te zijn met een soort vrij willig verlengstuk van zijn be zigheden, liggend op het admi nistratieve vlak. Dit is dan een bijverdienste (maar niet on derstreept op mijn aandrin gen!). De twee vrije avonden worden dan nog gevuld, nee, niet met het repareren van een stekker of een deurknop, maar met allerlei telefoontjes, die zo nodig gepleegd moeten worden. Dan wordt er 's zaterdags en 's zondags nog geleerd, kort om: ik zie hem alleen om te eten en te slapen en op verjaar dagen pf andere bezoeken, waar .we nftt buiten kunnen, dus met anderen erbij. Hoe ik het vind? Waardeloos! In jaren hebben eigenlijk geen echt gesprek paar avonden het weer zo. En toch houden we veel van elkaar! Dat is 't onbegrijpelijkste, zo besluit de ze lezeres haar ontboezemingen. Jalouys De mevrouw^van denk ik verkeerd", J IJ, zegt, nadati, ze all* functies van haar man heeft opgesomd: „ten ik. of auprr. X. te „Toen ik er van de week, door de rubriek daartoe aange zet, mijn gedachten over liet gaan heb ik me afgevraagd of mijn man maar beter niet ge trouwd had kunnen zijn. Hij vond het al erg geen tijd meer te hebben voor huisbezoek, om dat hij ook eens aan mij moest denken en is hij dan thuis, dan is hij nog vaak voor de zaak bezig. We hebben heus een echt goed gezin en vroeger was het ook altijd gezellig. Maar moet ik hem steeds maar laten gaan. denkend het is voor een goed doel en mijn man is in dienst van zijn Heer? Of mag ik ook aan mijzelf denken? Ik ga bij na nooit weg. Alleen 's zondags naar de kerk en als er iemand jarig is. Ik denk óók wel eens aan de vrouwen, die om ande re redenen (cafébezoek en an dere vrouwen) alleen worden gelaten. Dan mag ik eigenlijk nog dankbaar zijn, dat het bij ons anders is. Maar het leven is zo kort en wat hebben wij dan 's avonds aan elkaar? Wachten blijf ik altijd tot hij thuiskomt. En dan... misschien ben ik er wel een beetje jaloers op. dat hij het zo gezellig heeft", durft deze mevrouw er in alle eerlijkheid en met wat zelfkritiek aan toe te voegen. Egoïstisch Twee brieven vat ik samen en wel die van de echtgenote van een al jaren studerende man en vader en die van de schrijfster met een „vissende wederhelft". De eerste noemt zich zelf ..een reuze egoïst, maar ik ben het compleet beu. Al zes jaar is mijn man 's avonds aan het stu deren een echt zware studie ea dat doet hij voor mij en de kinderen, omdat je met officiële „papiertjes" nu eenmaal voor uit komt in de wereld. Mijn man is dus wél elke avond thuis, maar ik zit er gewoon als een zwijgende gezelschaps dame bij. „Hier, koffie" en „nog een koekje?'", dat is alles wat er bij ons 's avonds ge zegd wordt. Ik lees en hand werk erg veel en gelukkig vaak tot m'n plezier maar al u in mijn hart kijkt: nou het zit me tok hier. De avonden, dat wij eens weg gaan, om van uit gaan maar niet te spreken. éen hand gewoon zijn op de vingers te tellen. Ik voel rr soms een „meutepiet' de film, ja gezellig". Tenslotte de vrouw van een aan vissen „verslaafde", die nu al tegen de zomer opziet, om dat dan immer haar week-en- den in het water vallen. In het viswater van de echtgenoot wel te verstaan, 's Nachts al weg, 's avonds laat thuis en dan zon dags (sorry hoor» meer snur kend dan slapend (dit vanwe- fe die gezonde buitenlucht) de ag doorgebracht. Een hobby: goed, maar om nu élke zater dag er op uit te gaan, nee, vindt zij. (Ik heb slechts één remedie, mevrouw, in antwoord op uw: wat moet ik aan steeds doen? Wurmen zoeken en meegaan Met een thermosfles en mug genolie. En stiekum In uw tas een fijn boek, vissen en lezen zijn best te combineren. U doet gewoon het laatste.) Melange u misschien al eens het grapje ge hoord van O Suzanna, geblaft door honden? Het wijsje werd samenge steld door een collcga-jager in Denemarken, die zeventien ver schillende rassen schoot op de band. Hij rangschikte de verschil lende „blaffen" tot een toonladder en na geëxperimenteer met schaar en band ontstond dit hondse vers. Er is zelfs een grammofoonplaat van gemaakt. De recorder schept mogelijkheid tot het aanknopen van banden die van geluid en van vriendschap, ja zelfs een hu welijk kwam tot stand tussen jon gelui die elkaar eerst via stem en band hebben ontmoet! Niet duur „Het geluidsavontuur is niet kostbaar", zegt zuster Lépinat. „De grootste uitgave is de recor der. Bandjes, och, dat valt mee, terwijl je bij de NRU in Hilver sum ook gebruikte, uitgewiste bandjes kunt kopen voor een prik. Het lidmaatschap van de NVG bedraagt 12,50 per jaar met een inschrijfgeld van 2.50 maar dan hoef je ook niet in je eentje te experimenteren". „Nog meer hobbies?" Ja, het verzamelen van postzegels van Nederland, de rijksdelen en Indonesië. Smyrna en haken, maar dat doe ik meest al als ik waak. 's nachts, bij pa tiënten. Niet iedereen kan het, 's nachts werken en overdag sla pen. Ik nam waar in ziekenhuis West einde. het Rode Kruisziekenhuis en Bronovo hier in de nachtdiensten. Het beroep van nachtverpleegster is niet aanlokkelijk. Ik kan het goed aan. de laatste hulp verlenen als de patiënt stervende is." Op 6 mei 1960 ontving zij bij haar 25-jarig jubileum als verpleegster de Jeltje de Bosch Kemper onder scheiding. De laatste welvaartsverschij- ning in ons huishouden Is de elektrische koekepan, waarmee je aan tafel kunt bakken en braden want direkt vuur is niet nodig. Het ingebouwde element levert warmte. De prijzen lopen uiteen van veertig tot honderd dertig gulden. :hil eaf de Co de Zomerse thermostaatpan aan een kritiscb onderzoek te onderwerpen. Het sultaat was niet op alle fronten onverdeeld gunstig. Twee va: merken voldeden niet aan de derdompelingseis, een derde had geen randaarde, slechts drie zes onderzochte merken kunnen als veilig worden aanbevolen. Alle pannen vertoonden een delijke gelijkmatige wgrmt ever de ling. De thermostaten werkten be hoorlijk. De snelste pan is na vijf a zes minuten op maximumtempe ratuur, de traagste na dertien. De afkoelingstijd varieert zelfs maximum naar warm van vijf tien minuten tot een uur! Lezeres sen met ervaring in electrische pannen kennen dit verschijnsel ongetwijfeld. Walmen Deze winter heeft de laarzenmo de heel Europa veroverd. De laarsjes zijn warm. komfortabel en beschutten koude enkels en schone kousen in vies weer. De mode-ontwerpers hebben nu ook een oogje gewaagd aan laarzen voor de zomer! De schachten zijn ditmaal niet van leer, maar van gevlochten textiel (katoen of lin nen), en, zeggen de ontwerpers met de hand op het mode-hart: heerlijk koel. Niet alleen de lage modellen, ook de kuitlaars zullen we deze zomer zien. Ze zullen frisse zomerkleuren en bloemmo tieven te zien geven, die passen bij zomerjurkjes en sportkleding. Concluderende komt de bond tot de slotsom, dat voor een gemid deld gezin de uitgave van een thermostaatpan maar zelden ver antwoord is. Het walmen en spat ten in de kamer is bepaald geen succes, de gewone braadijzeren pan in de keuken is wél zo voor delig. Voor kamerbewoners daarente gen, of huisvrouwen die dikwijls genoodzaakt zijn van te voren ge kookt eten warm te houden is het een uiterst praktisch apparaat. Wie nog meer wil weten over dit bak-snufje kan de hebbelijkheden en de prijzen vinden in het janua rinummer van de Consumenten gids. A LS DE een het over roken heeft, begint de ander over op- loskoffie. En weer iemand anders over alles wat er ln het Westen des lands in de lucht zweeft. Nu vraagt iemand me of ik daarvan nu nooit last heb. Van die angst dat je iets gebruikt dat niet goed is, of dat je in een situatie leeft die ongezond is. VOOR IK hierop antwoord geef, wil ik een intussen ingekomen brief citeren uit Delft: „Vroeger sliepen soms hele gezinnen in één kleine ruimte en dat kon niet an ders, al had er iemand t.b.c. en al werd er geprotesteerd. En aan een blindedarmontsteking kon je al sterven omdat je te laat waar schuwde, ja, echt „schuw" was voor dokters en operaties om maar niet te spreken van allerlei verwaarloosde kwalen (ik ben voor mijn huwelijk verpleegster geweest, dat is al weer 36 jaar geleden). Waarom zouden we, nu we zoveel gekregen hebben, meer hygiëne, betere verzorging op zui- gelingengebied, een geweldig con trole-apparaat op medisch gebied, meer gevoel voor licht, lucht en zonneschijn, in paniek raken? Ter wijl we zelf kunnen gaan wande len in plaats van altijd in de auto te zitten, zelf hetroken kunnen laten, zelf onze vakantie kunnen uitzoeken (en niet door Europa razen om maar flink ver weg ge weest te zijn), zelf oordelend met moderne vindingen kunnen om gaan? We zullen nooit alle ziek ten wegkrijgen, en als er minder ziekten zijn waaraan je sterft, zal natuurlijk de angst voor de over blijvende ziekten toenemen. Maar we kunnen toch verstandig en be heerst leven zonder zelfverhef fing? Toch altijd met het weten dat God tenslotte ons leven in Zijn hand houdt?" TK geef dit stuk zó door. Ik J- denk dat we elkaar zonder meer de hand kunnen geven. Wat mijzelf betreft, het gaat me even zo: natuurlijk vraag ik me wel eens af: is dit of dat artikel nu wel goed, maar dit is een persoonlijke kwestie. Zo krijg ik van oploskoffie gauw hoofdpijn, We zitten in een slecht klimaat Er zijn kerketochten en kerkdien sten geweest in de week der ge beden, en die hebben weerstanden slaap er slecht van. en. „zelf wijls achtereen verwittigd van cn kritiek gewekt, omdat ze door oordelend" in de woorden van een plotselinge ommekeer in een sommigen werden aangezien voor briefschrijfster, gebruik ik het zojuist nog gelukkig gezin, van oecumene zelf, in plaats van voor dus zelden. Maar niet uit paniek, een opdracht zich nu eens niet een getuigenis van de wil om tot Zo ook b.v. met afwasmiddelen, meer voor de mal te houden, een oecumenisch gesprek te ko- ik heb daartegen een zekere arg- maar de waarheid de dood men wat ze 2Ün- Voor mij per- waan. Wat klutsen we toch alle- recht in de ogen te zien. En dat soonlijk, Jioe graag ik ook met maal tegen ons tafelzilver en ser- geheim te leren kennen, al vech- vies aan? Een scheutje bederf on- tend te leren der in de theekopjes, keer op keer? - Wel, als je zo'n gevoel hebt. spoel je alles af met kokend water, of je wast af met niks in het water, wat ook maar. Maar geen paniek. Vroeger toen het woord" kanker nog een volkswoord was, zei men dat je het kreeg van te heet drinken. Of je bezorgde het je zusje als je haar een har de stomp gaf. Het kan allemaal waar zijn. ik weet het niet. Als je je erdoor gealarmeerd voelt, moet je je beheersen bij drinken en stompen. Niet in paniek ra ken, want bij alles zijn we in Gods hand. Als je dat weet, is beheersing een gewone leetwijze, niet iets bijzonders. Verstandig handelen en op God vertrouwen, dat zijn twee dingen die in het leven van alledag veel meer met elkaar te maken hebben dan zo op het eerste gezicht zou worden vermoed. Veel meer: ze zijn soms zelfs een geheim. Want sommige mensen hébben te maken met paniek, en voor anderen is beheersing een ge- „anders"denkenden omga, bij oecumene maar één ding waar om het gaat: het bloed van Je zus Christus, Gods Zoon. Gebro ken lichaam en vergoten bloed van Christus is kostbaarder dan al le menselijke constructies ba sis voor oecumene. En als je nu Iemand kent die dat belijdt, die zegt: ja, ja, dat is van harte mijn overtuiging, mijn leven, is dan niet elk moment dat we niet verder praten en maar onze gang gaan, zonde? Iemand schrijft me: die ene kerk is onzichtbaar. Maar mogen we daarmee tevreden zijn? Begrijp me goed, ik ben tegen dat alleen-maar gezellig samen doen. Het is geen krentebollen eten heb ik de vorige keer gezegd. Als het dat alleen is, die goodwill, die vlotte manier van kerkelijke aan pak. dan gaat ieder, als het punt je bij het paaltje komt, zijn eigen gang. Want we zijn mensen, en oecumene is een menselijk po gen. en we zullen altijd teleur stellingen ondervinden als die van de laatste weken, en voelen hoe veel pijn het doet dat we in zon- M. en I. in Den Haag die ik al de staan en handelen en zwijgen zo lang wil schrijven en die zich en bedisselen en alweer kritiek ongetwijfeld afvragen: waar blijft hebben, ze met haar brief, dit is haar ge- Dan, als of koffie of frisse lucht, jawel, even verjeven. Aandacht. luiste"- dan wordt maar er zijn mensen die vrese- ^enlS'ware et mogeUjkaleen pv,n lijk lijden, naar lichaam, naar honderdurige werkweek. Natuur- ziel. Voor wie de stap van paniek ''3k weet ik naar vrede een onophoudelijk ge- vecht is. Tussen kansloos zien je leven en het perspectief de urgentie goed zeker de mensen wei raar op v*., j* .cvc„ xici "3 "«en maar ik doe wal ontdekken in datzelfde leven staat lk kan en dat 15 altlJd te w€1' het geheim tussen je zelf en God. ni8- Dat is een groot geheim. TVrU WIL IK het toch nog even Ik heb dat nooit zo geweten als i" over de oecumene hebben. Ge in deze weken. Nooit zijn er zo- woon uit mezelf, en omdat ik het' veel brieven over ziekte en lijden de vorige keer beloofde. Ik heb [binnengekomen, nooit ook werd er lange brieven over bij de post. Ik in mijn vriendenkring zo dik- maar die heb ik nog niet eens ize nood ons heil worat van het onzichtbare zichtbaar. Terugge- het ene, beginnen we Andere problemen bewaren we tot volgende week om nu met nog enkele brieven als een soort melange te gaan besluiten. Mevr. J. K. te H.: „Vroeger, toen ik nog niet getrouwd was, schoot ik er wel eens bij in vanwege drukke vergaderingen, tot mijn man (toen nog verloof de dus) ziek werd en een kuur moest ondergaan. Toen hij weer genezen naar huis mocht kreeg hij het advies meer in de buitenlucht zijn ont spanning te zoeken na kantoor werk overdag, dus is hij in de boomgaard van zijn ouders aan de slag gegaan en dat gebeurt nu nog. 's Zomers werken samen in de tuin, *s winters enkele vergadering en verder met 'n krant bij de kachel Zo se lezen en ook praten heeft beslist zijn bekoring, want het rustig bij elkaar zijn zonder dit of dat te moéten doen, zou ik niet graag willen missen." Voorbeeld Mevr. P. te R. wil graag i nen, die 's avonds zitten te sla pen haar man als voorbeeld stel len. want zegt ze: iets doen houdt een mens jong. Nu heeft u ook wel een „han- digerd" getroffen, mevrouw, want ofschoon de heer P. kantoor zit, knapt hij 's avon< in stofjas gestoken alles op, wat daarvoor aan de beurt is. Wit ten, verven, behangen, timme ren, solderen en toen de kinde ren nog klein waren konden ze met de gekste dingen naar pappa „omdat die dat wel even in orde zou maken". Nu de intussen groot gewerden kin deren de deur uit zijn, is hij nog graag bezig. „Wij vervelen dus nooit", zo schrijft deze vrouw, die uiteraard helemaal achter deze vrije-tijds-vulling van haar man staat. Mevr. Van W. te R. vindt man zonder hobby's een groot gemis. „Vroeger dacht ik daar wel eens anders over als mijn man 's avonds weer naar bo ven ging om te knutselen, maar nu ben ik er blij om. Weet u. door die bezigheden 's avonds hebben we ook vaak stof tot praten en het is erg leuk iets te zien groeien onder zijn han den. Bovendien kan hij juist door deze ontspanning 's avonds zijn dagelijkse werk beter aan. Noe, ik zou mijn man niet an ders willen hebben, ook niet in zijn bezigheden". Mevr. G. V. B. acht zich ook al een gelukkig mens, want „nou: ik heb het heel gauw ver teld. We hebben het altijd gezel lig, want we knutselen allemaal 's avonds, ik help herr er wel eens bij. Een kopje koffie, een plaatje draaien, of met z'n al len wat muziek maken: bij ons is altijd iedere avond zó om". We besluiten met een man compleet zonder hobby's, die door zijn gade „de liefste man van de wereld" wordt genoemd, waaraan deze mevrouw (De G. te V.) toevoegt, dat het eigenlijk heerlijk is, dat zovele vrouwen ervan overtuigd zijn stuk voor stuk die liefste te hebben ge troffen. Inderdaad een gelukki ge waarheid! Deze hobby-loze echtgenoot heeft door drukte in het bedrijf overigens niet veel tijd om er iets bij te doen, maar moet er thuis eens iets worden gerepa reerd, dan wordt dat zonder uit- =tel gedaan. Een partijtje voet bal, baby-sitten als zijn vrouw eens weg moet en natuurlijk de krant: „ik vind het fijn, dat mijn man zo graag thuis is. En dat hij geen hobby's heeft komt misschien omdat hij plezier heeft in z'n werk en daarom geen be hoefte aan een hobby heeft", denkt deze lezeres. Hoe u er over denkt en dan meer in 't algemeen als reactie wat intussen al is gezegd hoor ik weer graag! Bij plaatsing van nw mening ontvangt u naar wens het boek Tip Parade. De dokter zegt 1 of De dokter zegt 2. Wilt o uw naam en adres óók vermelden ln de brief, die u kunt stnren naar de redactie „Blad- Zij" met op de enveloppe „Uw mening" Zo nodig gal de redac tie een keus maken uit de binnengekomen brieven en deze bekorten. Over deze beslissing wordt niet gecorrespondeerd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1964 | | pagina 15