Ds. A S. TALMA strijder voor recht en gerechtigheid GALILEI -400 jaar geleden geboren DEZE WEEK IN EEN WOELIGE WERELD ZONDAGSBLAD ZATERDAG 15 FEBRUARI 1964 Karikatuur Het meervoud van „kerk" is een onbijbelse, onchristelijke, onoecumenische karika tuur. Dit is bijna een stich telijke gemeenplaats, en het lijkt naïef om het nog eens aan de orde te stellen. En toch: oecumenisch realisme eist, dat we onszelf en el kaar nooit toestaan aan dit meervoud te wennen. Anders raken we. voor we 't weten, op een denk-dwaalspoor, met aUe heil-loze gevolgen van Met deze woorden begint een hoofdartikel in het blad „Sja- loom" waarin rooms-katholie- ke en reformatorische jonge ren samenwerken. Dit rooms-reformatorische po dium is nu twee maal ver schenen in een vorm die al leszins te prijzen is en met een inhoud die allerminst te laken is. Maar vandaag zetten we met Paulus een vraagteken. Toen hij de vierde brief schreef, die van hem in de bijbel op genomen is richtte de heiden apostel zich „aan de ge meenten van Galatië", en er is als we het spraakgebruik volgen binnen de Gerefor meerde Kerken, niets tegen te zeggen om ook te verta len: „Aan de kerken van Ga latië." Slechts een paar kerken in Ne derland kennen dit spraakge bruik niet, zoals de Rooms Katholieke en de Nederland se Hervormde Kerk. Alle an dere gebruiken het meervoud of van „kerk" of van „ge meente". De „Gereformeerde Kerken-', de „Gereformeer de Gemeenten', de „Unie van Baptisten Gemeenten", en de „Broederschap van Doopsgezinde Gemeenten". In al deze gemeenschappen wordt bijzondere prijs gesteld op het meervoud van „ker ken". Daar zit een theologische kwes tie achter. Pas de laatste ja ren wordt het in studies van de Wereldraad van Kerken duidelijk wat reeds lang in al deze presbyteriaanse en congregationalistische ge meenschappen leefde. Men is tot de ontdekking gekomen, na jaren van na-oorlogse stu die, dat de plaatselijke kerk of gemeente volledig het li chaam van Christus is. Die gedachte leeft eveneens in de Oosterse-orthodoxie, die ook bewust gebruik maakt van het woord „Oosters Or thodoxe Kerken" en niet het aardse organisatorische cen tralisme van de Rooms Ka tholieke Kerk kent. En als wij de verlangens van de progressieve groepering in het concilie goed begrepen hebben dan begint ook in de Rooms Katholieke Kerk dat verlangen door te breken; mis in volkstaal, regionale bisschoppenconferenties, ver langen naar een grotere ma te van plaatselijke of regio nale zelfstandigheid. We weten wel wat Sjaloom be doelde. Die denkt aan de een heid van het Lichaam van Christus. Maar die andere waarheid is er ook: Het Li chaam van Christus open baart zich volledig in dc plaatselijke kerk. RECHT VRIJHEID ARBEID: dat zijn de drie begrippen, waarin het werk kan worden samengevat van ds. Aritius Sybrandus Talma. voorman van de christeljjk-sociale beweging, wiens arbeid ook in onze tijd nog van grote waarde is. Een man met een ruime blik en grote idealen, die veel heeft bereikt maar ook grote teleurstellingen heeft gekend. Woens dag 19 februari is het een eeuw geleden, dat hij in het dorpje Angeren het levenslicht zag. Het is een gedenkdag, die het Convent van christelijk-sociale organisaties gelukkig niet zonder meer voorbij laat gaan. Het Convent zal op deze dag een bijeenkomst houden in de Nicolaïkerk te Utrecht, waarop prof. mr. P. Borst zal spreken over Talma als staatsman en wetgever, waarna dr. W. Albeda een rede zal hou den over Talma en de grondmotieven van de christe lijk sociale beweging. Ontdekking Hoewel hij in een pastorie was geboren, dacht Aritius Tal ma er als jongen niet over om predikant te worden. Evenals het domineeszoontje Kuyper wilde hij liever naar zee. Maar toen hij eenmaal het gymna sium had afgelopen, werd het toch theologie studeren. Werd Kuyper in Leiden gedrenkt in hst modernisme, Talma werd in Utrecht een man van de ethische richting. Hij is het z'n leven lang gebleven: orthodox waar het de verzoening door het bloed des Kruises betrof, maar beslist niet streng dogmatisch denkend. Het predikambt was hem lief, doch z'n onderzoeken de geest richtte zich toch niet in de eerste plaats op de theologi sche wetenschap. Geschokt Nog geen jaar predikant te Hei- nenoord, komt hij in contact met een schildersgezel, die hem met anarchistisch-socialistische theo rieën te lijf gaat. Stumperig moet hij erkennen als gewoon predi kant geen verstand van sociale vraagstukken te hebben. Hoe hij dan een goed predikant kan zijn? De jonge dominee staat met een mond vol tanden. In dezelfde tijd tijd wordt hij geschokt als hij ziet. dat een vrouw uit zijn ge meente door armoede gedwongen is 's winters haar kinderen klei nere 'eigen gebakken) boterham men voor te zetten dan 's zo mers. Ds. Talma duikt in de ge schriften van Marx en Engels en vergaart zich een zo grote kennis van het marxisme, dat Tro» stra hem er later een compliment voor geeft. Tevens leest hij de boeken Praktijk Christen-socialist werd wantrouwend bekeken sympathie heeft. De studie leidt echter niet tot een promotie op Maurice zoals hij een poosje ernstig van plan is geweest maar tot praktisch politiek han- dit is geen waarderende kwalifi catie. Maar door goed en kwaad gerucht heen werkt Talma door. In Dordrecht, waar men zich z'n vader als predikant goed her innert. heeft hij het in 1894 aan gedurfd om de kandidatuur van Kuyper te verdedigen. Door de beroering, die dit heeft gewekt, heeft hij zich niet van de wijs la ten brengen. De politieke strijd is voor hem een onderdeel van de strijd voor het recht van de ar beidende stand. Omdat hij zich tot die strijd geroepen weet. geeft hij tenslotte gevolg aan de aan drang om zich kandidaat te laten stellen voor het lidmaatschap van de Tweede Kamer. Maar het kost hem moeite om het predikambt neer te leggen. De kansel heeft hij nooit kunnen missen. Predi ker èn sociaal strijder was hij: Één koets In 1891, wanneer hij juist predi kant in Vüssingen geworden is. bezoekt hij op aandrang van z'n schoonvader, de sociaal-voelende Dordtse fabrikant Van Schaarden burg. het eerste christelijk-sociaal congres. Door z'n kennis trekt hij daar spoedig de aandacht. Vóór het congres heeft hij het partij program van de anti-revolutionai ren bestudeerd, omdat van de congresgangers daarmee instem ming wordt gevraagd. Hij doet een wonderlijke ontdekking; met de politieke en sociale denkbeel den van Kuyper, die in zijn Her vormde ogen een scheurmaker is, is hij het in hoofdlijnen volkomen „Toen ik het program las", schreef hij later aan De Savor- nin Lohman, „heb ik mij gewon nen gegeven met al de konse- kwenties. waaronder vele on aangename, die het voor mij als ethisch predikant heeft, zo goed als alleen te staan." Hij treedt toe tot de anti-revolutio naire partij en wordt tevens bui tengewoon lid van patrimo nium", hoewel er ook een Chr. Nationale Werkmansbond be staat, die o.m. als doel heeft het aankweken van liefde tot de Ned. Hervormde Kerk. Talma wil samenwerking op brede christelijke grondslag, geen filantropische samenwerking, maar gemeenschappelijke politie ke en sociale actie om door mid del van wetgeving de maatschap pij te hervormen. Het gaat hem allereerst om fundering van de rechtspositie van de arbeider. Dat is zijn levensstrijd geweest. In de Tweede Kamer kwam hij voor het district Tietjerksteradeel, waar de anti-revolutionairen aan vankelijk niet voor z'n kandida tuur geporteerd waren. Hoewel hij een goed Friese naam droeg z'n vader was ook predikant te Harlingen geweest kende men de Arnhemse dominee nauwelijks. stigatie lega zo aanbeval, dat men hem accepteerde. In de verkiezings strijd kwam de half-Fries Talma te staan tegenover de volbloed- Fries mr. P. J. Troelstra. Hun debatten waren fel, maar fair, zo dat het kon gebeuren dat de te genstanders in één koets ver trokken. De S.D.A.P.-leider stel de het voor, dat ds. Talma eigen lijk een wegbereider was voor het socialisme. Dat liet Talma niet op zich zitten. „Ik beschouw de so ciale democratie als een macht, die voor het welzijn van de ar beidersstand gevaarlijker is dan enige andere", antwoordde hij heel duidelijk. Reeds bij de eer ste stemming werd Talma geko zen met 3025 stemmen, terwijl de sociaal-democratische leider niet meer dan 1247 stemmen op zich verzamelde. Ds. Talma bleek „een gevaarlijke tegenkandidaat wegens zijn populariteit als chris telijk voorstander van sociale hervormingen" schreef Schaper later, terwijl Vliegen later toe gaf: „De klap van de val van Troelstra in Tietjerksteradeel kwam hard aan". In het grafmonument heeft het volk Talma willen eren voor zyn grote verdiensten. Oorlogsrede als minister van landbouw, han del en nijverheid, waaronder ook de sociale wetgeving ressorteert. Met grote kennis van zaken en toewijding bouwt hij deze wetge ving op: arbeidsbeschermingswet- ten zoals de Arbeidswet, de Steen- houwerswet en de Stuwadoorswet en verzekeringswetten zoals de Radenwet, de Invaliditeits- en Ou derdomswet en de Ziektewet. Op het terrein van de sociale ver zekering luidt hij een nieuw tijd perk in. Maar het was allerminst zo dat hij kwam, zag en overwon. Her haaldelijk stuitte hij op ernstige tegenstand, ook bij geestverwan ten, mensen als Van Idsinga en Fabius, die in hem een staatsso- cialist zagen. Hij was het niet. Maar eerder dan vele anderen zag hij in, dat het de plicht is van de overheid om in het so ciaal-economisch leven in te grij pen wanneer er verhoudingen zijn scheef gegroeid. Van zijn Raad van Arbeid bleef in de parle mentaire strijd niet veel meer over dan een soort van verzeke ringskantoor. Ondanks taaie vast houdendheid en een gepassio neerd pleiten zag hij z'n ontwerp- Bakkerswet met 49 tegen 42 stem men verworpen. De sociaal-de mocraten, die overigens beslist niet z'n vrienden waren, stemden voor, maar achttien leden van de rechterzijde, onder wie de gehe le c.h. fractie, stemden tegen. Kuyper onttrok zich aan de stem ming. Groot was de teleurstel ling, ook in de kringen van de christelijke arbeiders. schrijft Smeenk. „In het gezin van me nige arbeidersgezel ik weet het van zeer nabij is geweend. Maar Talma kreeg juist door zijn optreden bij de Bakkerswet nog meer plaats in aller hart." Alleen zijn vrienden weten hoeveel hij in die dagen heeft geleden. alle anderen van vele landen heeft overtroefd." Talma heeft z'n krachten in de sociale strijd verteerd. Hij was niet zo sterk als hij scheen. Z'n fout was, dat Ontzag In 1913, wanneer de verkiezin gen voor het kabinet-Heemskerk ongunstig uitvallen, treedt Tal ma als minister af. De N.R.C. schrijft: „Zoek een tweede staats man, die in heel zijn leven zo veel wetten ontworpen heeft als de heer Talma in vijf jaren gij zult er geen vinden. Dan zult gij ontzag krijgen voor deze man, die in produktieve kracht weer gewoon predikant kan den in het rustige Bennebroek. Z'n vriend, dr. A. J. Th. Jonker, die niets moest hebben van pre dikanten-politici, voegt hem het bijbelwoord toe: „Over weinig zijt gij getrouw geweest, over veel zal Ik u zetten." Bij het uitbreken van de we reldoorlog, een jaar later, stelt de oud-minister zich belangeloos als veldprediker beschikbaar en reist het land door. Maar het wil niet goed meer. In 1915 moet hij rust nemen, hij hervat z'n ar beid te vroeg, stort weer in en overlijdt op 12 juli 1916, nog maar 52 jaar oud. in het diakonessen- huis te Haarlem. Dr. Blaauw, de predikant-directeur, schrijft: „Zij, die ds. Talma verpleegden en die hem in zijn ziekte en strijd meemaakten, zij voelden, dat een man Gods in hun midden was en van hen ging." Maar het schoon ste getuigenis gaf een predikant bij de begrafenis: „Talma is steeds een eenvoudig kind van God gebleven." In de christelijke arbeidersbe weging neemt Talma al spoedig een leidende plaats in. Hij is een man van de bijbels-theoretische bezinning, maar niet minder een man van de praktijk. In 1891 ver huist hij naar Arnhem, waar hij naast z'n gewone wijkwerk ar beidt voor ae middernachtzending en de geheelonthouding. Voor de plaatselijke afdeling van de N.C.G.Ö.V. kiest hij als devies „Voor het volk om Christus' wil". Men zou het zijn eigen levensleus kunnen noemen. Dc gedistingeerde predikant kruist in het socialistische café „Voorwaarts" de degens met vooraanstaande socialisten, onder wie Troelstra. Binnen en buiten de kerk, binnen en buiten de anti revolutionaire partij, slaan velen met wantrouwen z'n Ijveren voor sociale hervormingen gade. Men noemt hem christen-socialist en Dat Talma's belangstelling zich niet tot het sociale terrein be perkte, bleek bij zijn maiden speech. Hij hield deze bij de be handeling van de oorlogsbegro ting en trad in het krijt tegen de heren Melchers en Van der Zwaag, die zijns inziens de Bij bel hadden misbruikt bij de ont wikkeling van htm pacifistische ideeën. Z'n rede maakte diepe in druk. Het „Algemeen Handels blad" schreef: „Talma sprak voor de vuist, eerst langzaam en naar het scheen niet zonder enige beginnersschroom, maar weldra met de zekerheid, de redekracht en 't rustige zelfvertrouwen, die men uit sterke overtuiging put en die omgeving en omstandigheden doen vergeten. Het was een oorlogsrede, een rede over oorlog en een rede vol van oorlog, een rede, fors van zware agressie tegen de socialis ten, een rede, mokerend van stem geluid en dreunend van geweldig heid, als een oorlogstrein, die da vert over een kasseideweg". Meer dan een man van de pen was hij een man van het gesproken woord, al kon Troelstra hem als redenaar niet waarderen. „Hij was en bleef de predikant, die te lang en te veel sprak en telkens in z'n domineeschap verdwaalde." Al spoedig trad Talma in het parlement op de voorgrond: hij volstond niet met algemene bij belse getuigenissen, maar ver baasde telkens weer z'n medele den door z'n technische kennis van de meest verschillende wets ontwerpen. En intussen vond hij gelegenheid om de christelijke arbeidersbeweging voor t.e lichten en voor te gaan. In 1902 ver scheen z'n sterk aangevochten brochure „De vrijheid van de ar beidende stand", die we ons als een ontdekking herinneren toen het C.N.V. haar na de oorlog op nieuw uitgaf. In dit geschriftje toont hij het verschil aan tussen de positie van de „dienstknechten" in het Nieuwe Testament en die van de arbeiders uit de moderne tijd. Hij ontvouwt in spreekbeur ten en artikelen telkens weer de betekenis van de vakorganisaties en voert het pleit voor coöperatie. Vandaag is het precies vier honderd jaar geleden, dat in de schaduw van de scheve toren van Pisa Galileo Galilei gebo ren werd. Hij is de uitvinder van de hydrostatische balans en de ontdekker van de slin- gerwetten, de valwetten, de her gen op de maan, de manen van Jupiter en niet te vergeten de schijngestalten van Venus. Toch leeft hij in de eerste plaats in de herinnering voort als de man die in botsing kwam met de starre inzichten van een kerk, die haar theologie voor geloof aanzag. Reeds op 28-jarige leeftijd liet Galilei blijken dat hij gebroken had met de traditionele wereld beschouwing. Hij schreef zijn col lega Johannes Kepler, dat hij ge heel instemde met de ontdekking van Copernicus dat de aarde om de zon draaide en niet omgekeerd. Hij schreef zelfs dat hij een groot aantal argumenten had opgesteld die de inzichten van Copernicus onderstreepten. Maar Galilei durfde er niet voor uit te komen. Hij schreef: „Ik dut# deze stellingen niet te open baren, omdat ik niet het voorwerp van belachelijkheid en spot wii worden. Ik zou mijn gedachten di rect durven te uiten als er meer mensen bestonden zoals gij (Kep ler) doch aangezien dit niet hel geval is zal ik mij ervan weer- nouden, dit te doen. Theologie versperde hem de weg tot de rust Venus en Mercurius. Kennelijk maakten deze ontdekkingen hem overmoedig. Of hij dacht dat zijn bewijzen nu zo sterk waren dat de kerk wel haar ongelijk zou er kennen. Maar een theologie, die zichzelf tot geloof heeft verheven, erkent niet gemakkelijk ongelijk. Een dergelijke theologie kan niet terug, omdat ze de menselijke leer aan gaande God verward heeft met het leven dat God ons geeft. De inquisitie dwong de bijna 70-jari- ge Galilei op zijn knieën ongelijk te bekennen. De tragiek is dat de kerk Galilei niet op zijn knieën voor God bracht, maar liet knie len voor eigen mzichten, die en dat bewijst Galilei's leven ook een afgod geworden waren. Als alle afgoden bleek ook deze afgod niet in staat om de gang van de geschiedenis te keren. Ga lilei stierf eenzaam en gebroken in 1642. maar de wetenschap ging Botsing Het borstbeeld van Talma. dat verleden jaar in Bergum (Fr.) is onthuld. Wetgeving Slechts weinigen zijn verbaasd de „leeuw van Patrimo- 108 wordt aangezocht Galilei vreesde een botsing. Ter wijl hij zelf voortwerkte en op ba sis van de nieuwe inzichten zijn ontdekkingen deed. liet hij het naar buiten voorkomen als was hij een tegenstander van Coperni- Pas twintig jaar later sprak hij zich uit voor de inzichten van Co pernicus. Hij had juist de vier grootste manen van Jupiter ont dekt en de schijngestalten van De Gaulle zwichtte voor de eisen van Peking - Tsjang Kai Sjek handelde toch nog te haastig - Van je vrienden moet je het hebben rvE Chinese communistische lelden hebben een belangrij ke overwinning geboekt, nu er een eind is gekomen aan de di plomatieke betrekkingen tussen Frankrijk en de regering van nationalistisch China, die op For mosa zetelt. Het moet thans als vrij zeker worden beschouwd, dat ln het najaar de zetel van China Ingenomen zal worden door vertegenwoordigers van het regiem in Peking en niet langer door die van Tsjang Kai Sjek. En het Is zeer de vraag, of er voor de Chinese republiek op Formosa nog een plaats in de organisatie van de Verenigde Na ties zal worden ingeruimd. Een desbetreffend voorstel zou de Veiligheidsraad moeten passeren en het staat vast. dat een even tueel instemmend besluit van dc raad door een Russisch veto krachteloos zou worden gemaakt. Leek het er tot voor kort nog op. dat de toelating van de Chi nese communistische delegatie afhankelijk zou worden gemaakt van aanvaarding van de Repu bliek op Formosa als gewoon lid die mogelijkheid is na de ge beurtenissen van deze week wel heel klein geworden. Nederlaag De breuk tussen Frankrijk- en de nationalisten op Formosa is niet alleen een overwinning voor de communisten in Peking, zij is ook een diplomatieke neder laag voor generaal De Gaulle. Want de Franse president is ge zwicht voor de druk van Peking, dat de betrekkingen tussen Pa rijs en Taipeh (hoofdstad van Formosa) verbroken moesten worden, terwijl hij het tegendeel had beloofd. We hebben er al eerder op gewezen, dat het zo wel voor de Chinese communis ten als voor De Gaulle een te genvaller moet zjjn geweest, dat generaal Tsjang Kai Sjek niet overging tot verbreking van de relaties met Frankrijk, toen dit land liet weten, dat het commu nistisch China zou erkennen. Op aandringen van de Verenig de Staten nam Tsjang een af wachtende houding aan, die de Chinese communistische leiders er toe bracht. De Gaulle te laten weten, dat er pas werkelijk spra ke zou kunnen zijn van het aan knopen van diplomatieke be trekkingen. als de banden tus sen Frankrijk en nationalistisch China zouden zijn verbroken. Initiatief Later is gebleken, dat dit loos dreigement was. En De Gaulle zat dan ook enige tijd met de handen in het haar. Het stond voor hem wel vast, dat er een eind zou moeten komen aan de relaties met Tsjang Kai Sjek. De grote moeilijkheid was echter, dat er nog een manier moest worden gevonden, die Frankrijk in staat zou stellen, zich zonder politieke kleerscheuren uit dit Chinese avontuur te redden. En zo nam Parijs maandag jl. het initiatief bij het verbreken van de band met Tsjang om daarme de de weg te banen voor en naar Peking. De hoogste Franse diplo maat op Formosa. Pierre Salade, stelde de regering in Taipeh er van in kennis, dat Frankrijk weldra diplomaten zou uitwisse len met communistisch China. Hij voegde aan deze mededeling toe, dat de reden om in Parijs te blij ven voor de diplomaten van na tionalistisch China niet langer zou bestaan. Toen minister Sjen hem vroeg of dit betekende, dat Frankrijk de betrekkingen met de repu bliek op Formosa wilde verbre ken. antwoordde Salade bevesti gend. Verstandig Later op de dag belde Sjen Salade op om te vragen of er soms al een einde was gekomen aan de betrekkingen tussen Frankrijk en het nationalistische bewind op Formosa. Salade ant woordde daarop, datt zulks in derdaad het geval was. Het ka binet in Taipeh kwam daarop in spoedzitting bijeen en besloot de betrekkingen met Frankrijk te verbreken. Voor eigen doelein den heeft Tsjang Kai Sjek er blijkbaar de voorkeur aan gege ven in het openbaar het stand punt in te nemen, dat niet de Fransen, maar de nationalistische Chinezen de betrekkingen had den verbroken. Dit neemt echter niet weg. dat het optreden van de Franse regering niet verbor gen kon blijven. En het is dan ook de vraag geweest, of Tsjang Johnson (tijdens bezoek van Britse premier Douglas-Home) „Meer last van vrienden dan van vijanden". Kai Sjek er verstandig aan heeft gedaan, niet naar de Amerikanen te luisteren, door te weigeren, het Chinese drakenspel tot het ?indc te blijven meespelen, Hij zou generaal De Gaulle voor het toog van de gehele we reld dan in een bijzonder pijn lijke positie hebben gebracht. Nu heeft hy het vele andere lan den erg moeilijk gemaakt, die op het punt staan het voorbeeld van Frankrijk te volgen. Vrienden Intussen is er nog niet vee! terecht gekomen van de nieuwe rol die Frankrijk in Azië wil gaan spelen. Dit neemt echter niet weg. dat de politiek van ge neraal De Gaulle het Ameri kaanse optreden in dat deel van de wereld doorkruist. President Johnson verklaarde in de afgelo pen week, dat „bepaalde vrien den van de Verenigde Staten zich bij bepaalde tegenstanders van de Ajnerikanen aansluiten en dat deze vrienden uiteindelijk de Ver. Staten meer last bezorgen dan bepaalde vijanden." Hij heeft het niet met zoveel woorden ge zegd. maar het is duidelijk, dat hij Frankrijk ook tot deze be paalde vrienden rekent. Johnson maakte de landen van Zuidoost-Azië, die door het op treden van de Franse president zijn gaan twijfelen aan de Ame rikaanse bedoelingen, heel dui delijk, dat de Ver. Staten geens zins het voornemen hebben, zich uit dit deel van de wereld terug te trekken en het via een neu tralisering als in Laos is gebeurd aan de communisten prijs te ge Optimistisch Bij het bespreken van de pro blemen, waar de Ver. Staten zich tegenover geplaatst zien betoonde hy zich uitgesproken optimis tisch. Hjj zei. dat er veel somber der tjjden geweest zijn dan we nu beleven. In dit verband merk te hjj op. dat de moeilijkheden van de Ver. Staten op het ge bied van de buitenlandse politiek hem vaak heel wat minder ern stig toeschijnen dan die, waaraan premier Chroesjtsjef in zijn re laties met communistisch China het hoofd moet bieden. Wat de Panamese crisis betreft gaf Johnson toe, dat de leerlin gen van een Amerikaanse schooi in de kanaalzone ccn fout had den gemaakt, door de vlag van hun land te hijsen en niet tege lijkertijd hetzelfde te doen met de Panamese vlag. Dit incident had naar zijn mening echter niet tot zulke tragische gebeurtenis sen mogen leiden als zich helaas enige tijd geleden in Panama hebben voorgedaan. Aangaande het onlangs in Oost-Duitsland Tsjang Kai Sjek speelde De Gaulle toch nog in de Chinese kaart. neergeschoten Amerikaanse vlieg tuig gaf de president toe, dat dit toestel in een gebied terecht was gekomen, waar het niet mocht zijn. Maar dit rechtvaardigde niet, dat het werd neergeschoten. Belangen Belangrijk was, dat Johnson er de nadruk op heeft gelegd, dat wereldproblemen niet uitsluitend uit het oogpunt van nationaal belang mogen worden bekeken. Ongetwijfeld bedoelde hij daar mede, dat niet alleen het Ameri kaanse eigenbelang een rol moet spelen bij het bepalen van de buitenlandse politiek. Ook heeft hij er mee willen zeggen, dal zulks in gelijke mate geldt voor alle bondgenoten van de Ver enigde Staten, die tegenwoordig veelal de nationale belangen la ten prevaleren boven die van de gemeenschap der vrije volkerr. Zoals bijvoorbeeld Engeland, dat op grote schaal autobussen aan Cuba zal leveren, die door Wash ington beschouwd worden als strategisch materiaal voor een re gime. dat de Ver. Staten vijan dig gezind is. Johnson doelde echter ook op de pogingen in dc Verenigde Staten, de wereldproblemen tot inzet te maken van de verkie zingsstrijd, die daar is ontbrand. De toespraak van de Republi keinse senator Goldwater, die streeft naar de kandidatuur voor het presidentschap („waarom stuurt president Johnson geen detachement mariniers naar Cu ba om de kraan weer open te draaien") spreekt in dit verband boekdelen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1964 | | pagina 14