alfa
§ieyk Scljwber
San Francisco
Shakespearevertolker
helpt jonge spelers
HET BOEK
Tal van uitgaven, die goede lectuur bieden
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 18 JANUARI 1964
verdiepte
bloei
^LS VOORTZETTING van de
reeks exposities gewijd aan
bekende Nederlandse schilders,
is thans in het Haags Gemeen
temuseum de beurt aan Sierk
Schroder.
Aanleiding was mede het feit,
dat hij in april van het vorige
Jaar zijn zestigste verjaardag
mocht vieren.
Schroder is een in vele op
zichten begenadigd kunstenaar
die echter zijn grootste bekend
heid geniet als portretschilder.
Geboren te Ambon, ging hij
eerst in Den Haag studeren en
wel aan de Koninklijke Acade
mie. waarna men hem omstreeks
1925 terugvindt op het atelier van
André Lhöte te Parijs. Drie maal
verwierf hij een koninklijke sub
sidie, terwijl het hem in andere
opzichten ook niet aan waardering
ontbrak.
In 1935 viel hem de Thérèse
van Duyll-Schwantzeprijs ten
deel, in 1950 de tweede Jacob Ma-
risprijs, in 1951 de Jacob Hartog-
Êrijs en in 1956 tenslotte de zoge
eten publiekprijs van de Haagse
Salon.
Zo groeide Schröders talent
langzaam uit en bereikte de aan
zienlijke hoogte, waarvan men de
recente resultaten thans aan de
wanden van het Gemeentemu
seum bijeen vindt. Langzamer
hand, want terecht zegt de cata
logus, dat Schroder eer
bloeier is.
Geen schok
Haagse Kunstzaal d'Audretsch
(in 1932) beslist geen schokkende
aangelegenheid: ..open, fijnzinnig
werk, maar vooralsnog aan de
passieve neutrale kant", aldus de
catalogus.
Eerst na de Tweede Wereldoor
log lichtte zijn palet op, hetgeen
te danken was aan het werken
met pastel; pastels waarin hij zijn
verering en bewondering voor de
eminente Fransen als Degas. Fan
tin Latour. Manet niet onder stoe
len of banken stak.
Het werk won daardoor uit de
aard der zaak aan charme, maar
„diepgang" was vooralsnog ver
te zoeken.
Schroder is zichzelf steeds be
wust geweest, van zijn te grote
vlotheid, die hem maar al te
vaak in de grensgebieden van de
oppervlakkigheid deed belanden.
Het tijdig inzien van deze over
maat aan talent behoedde hem,
door ijzeren zelftucht, voor een
verder afglijden naar het gemak
kelijk bereikte aantrekkelijke por
tretje.
Teneinde het geheel volstrekt
gedisciplineerd in de hand te hou
den gaat hij zeer consciëntieus
opnieuw studeren. Deze zelfdisci
pline treft men bij meer grote
kunstenaars aan.
Ook Breitner ging op latere
leeftijd weer aan een avondaca
demie studeren.
Wie zich Schröders exposities
uit deze periode weet te herinne
ren, zal weten, dat hij eerst toen
tot volle wasdom kwam.
Ongedwongen
Zichzelf in alle opzichten geheel
trouw blijvend won hij veel. in de
meeste gevallen zelfs alles, aan
directheid en innerlijke onge
dwongenheid in het tweegesprek
met zijn model.
Zelfs binnen het kader van de
vijf jaar waaruit thans geput is.
kan men eeft duidelijke ontwikke
lingsgang op de voet volgen.
Hij is een man van het oog
gebleven, een impressionist, maar
hij realiseert zijn intenties met
steeds grotere doeltreffendheid.
Voor wie toegerust met deze
feitenkennis thans zo nieuws
gierig gemaakt is, dat het hem
een behoefte wordt deze expositie
te gaan bezoeken, (en dat kan
nog slechts enige dagen) lijkt het
toch niet ondienstig, om los van
het voorgaande, nog eens te be
klemtonen dat hij hier geconfron
teerd zal worden met het werk
van een portrettist van zeer hoge
klasse. Een waardering die zon
neklaar blijkt uit de talloze offi
ciële opdrachten die hij ontving
en die culmineerde in vererende
verzoeken tot het f conterfeiten
van koningin Juliana. De bekro
ning echter op zijn verzadigde
Dit jaar wordt de grote
Engelse Shakespearevertolker
Sir John Gielgud 60 jaar. Hij
staat meer dan 40 jaar op de
planken, waarvan meer dan
dertig jaar op het eerste plan.
Thans heeft hij in een bij Hei-
nemann in Londen verschenen
studie zijn rijke toneelervaring
neergelegd. „Stage Directions"
noemde hij dit boek Stage Di
rections, by Sir John Gielgud.
Edited by Heinemann, Londen.
En hoewel het vanuit zijn eigen
situatie geschreven is, is het
geenszins een autobiografie.
Die heeft Gielgud reeds eerder
geschreven, nl- in 1937 toen hij
glansde in de glorie van zijn
kunstenaarsschap. „Early Sta
ges" noemde hij dat boek,
waarin hij zich intensief bezig
hield met zijn jeugd en met de
familie van zijn moeder, de
Terry's, een beroemd toneelspe
lersgeslacht.
In zijn nu verschenen werk
houdt Gielgud zich nauwgezet aan
het doel, waartoe hij deze Stage
Directions schreef: aanwijzingen
voor het acteren, speciaal be
stemd voor jonge tonelisten.
Zijn boek is in feite een nade
re uitwerking van het eerste
hoofdstuk, geheten Art or Craft.
Het is een warm pleidooi voor
het goede vakmanschap: goed
spreken, zich goed bewegen, wel
overwogen uitdrukking geven aan
de emoties. Met het moderne zg.
„realistische" toneel heeft hij niet
veel op. Als voorbeeld haalt hij
„The Connection" aan, waarin de
acteurs monotoon voor zich uit
moeten babbelen en door elkaar
heen om het „echt" te doen lijken,
maar zulk gebabbel, zegt Giel
gud, kan je elke dag horen in
tram of bus. Het „zegt" je niets
meer. Acteren echter is een keu
ze maken: een keuze in de into
natie. in de gebaren, in de emo
ties. Men moet zich weloverwogen
oefenen in deze keuze. Dat leidt
misschien wel tot een sterk ge
bonden spel, tot een soort „under
acting". maar dit doet een stuk
meer recht dan een ongebreideld,
hartstochtelijk erop afgaan zon
der lijn en zonder systeem. Een
stuk is echter een welbewust ge
concentreerd stuk leven, door de
auteur opgebouwd volgens een
systeem en dit systeem moet men
in zijn spel trachten te ontdek
ken en er de expressie aan ge
ven. Veel moderne acteurs denken
dat Shakespeare kost wat het
kost „naturalistisch" gesproken
moet worden, maar daarmee zijn
zij er volkomen naast. Shakespea
re heeft een bepaald ritme in zijn
taal en dat heeft hij niet voor
biets. Shakespeare wordt pas le-
Nuchter
Gielgud besluit zijn „Stage Di
rections" met een hoofdstuk To
the Young Actor: „First, I would
say. you must learn to become a
good partner"Lastly, and
most important of all I would
say, try to discover the secret to
the difficult art of relaxation. Hus
band your emotional resources, se
lect your moments of climax so
as to gain real power and range."
En verder moet de acteur zijn
best doen in goede en kwade da
gen. Hij moet zich niet uit het
veld laten slaan, noch door zijn
publiek, noch door zijn critici,
maar moet erop bedacht zijn,
dat de beloning van zijn werk zo
nu en dan ruimschoots gegeven
wordt tijdens de voorstelling zelf.
in die schaarse momboten vart
een tastbaar contact tatt een in
telligent publiek.
Een nuchter boek over het to
neel van iemand, die recht van
spreken heeft. EV. GROLLE
lijkt ons toch wel zijn
benoeming tot hoogleraar aan de
Rijksacademie te Amsterdam, nu
alweer enige jaren geleden.
Groei
Wonderlijk dat deze veeleisen
de taak hem niet van het „vrije
schilderen" af kon houden,
maar hem integendeel verder
deed groeien en rijpen, zodat
men volmondig mag zeggen,
dat de professor, de kunstenaar
geenszins verdrongen heeft.
Wie zich realiseert wat er in
wezen van een portretschilder ge
vraagd wordt zal met klimmen
de verbazing langs het tentoonge
stelde gaan. Vóór men aan de
grote zaal toe is. waar de „spec
taculaire" werken bijeen hangen,
lijkt het raadzaam eerst de zij
zaaltjes te bezoeken, waar men
de exposant in zijn intieme hoe
danigheden leert kennen.
Daar is dan vooreerst „voor de
spiegel" een aquarel, waar men
volledig de larmoyante chic van
het fin-de-siècle in terug vindt.
Hier ook zal men geschokt wor
den door de magistrale technische
perfectie van de kunstenaar, die
zijn toppen bereikt in een blad als
„Rustende":
In de onmiddellijke nabijheid
treft men ook „Modelstudie" aan,
we ontwaren hierop een jonge
vrouw die zich aan het kleden is.
De indruk als zou zij hier bij deze
bezigheid door de kunstenaar be
trapt zijn. is slechts schijn, want
dit prachtige blad kwam eerst
veel later als een soort „na-
droom" onder de handen van
Schroder vandaan en berust uit
sluitend op de visuele herinne-
Fijnzinnig
„Kreeft" is een tekening die de
studieuze kant van Schroder in de
eerste plaats belicht; „Figuur
met draperie" daarentegen geeft
blijk van een fijnzinnig schier
etherisch kunnen.
Een kunnen dat weieens over
slaat naar virtuositeit en dan
zien we de kunstenaar ontsporen.
Hij is dan als de circusartiest
die zijn moeilijkste toeren vaak
opzettelijk doet mislukken om
zijn geslaagde werkstukken daar
door meer glans te verlenen. Tot
de „mislukte toeren" van Schro
der moeten beslist „Modelstudie"
(20) en „Interieur in groenen"
(21) worden gerekend.
Langzamerhand zijn we nu de
grote zaal genaderd, waar men
de „vlaggen" van de expositie
vindt. Soms nog de geest van
Breitner ademend (portret G. de
W. no. 2), een andere keer
met niets en niemand vergelijk-
Alle spanning die in hem is, is
gebundeld in „Portret van de
schilder P. C."; Droomverloren is
de schilder in „Meisjesportret-3";
voornaam en van rijke allure in
het grote portret, de toneelspeel
ster Ida Wasserman voorstellend.
Stil en ingetogen in „Vrouwepor-
tret-4" (met de languissante han
den!); boeiend in een ander meis
jesportret dat zijn grote kracht
ontleent aan de zwier waarmee de
gestreepte blouse uitstaat tegen
een rustig fond.
Fel gedaan is het brede portret
van de schilder Th. Schwagema-
ker; met een beheerste economie
van middelen en ln aristocratisch
is de beeltenis van mevrouw Ket
ting. Wat men echter ook bewon
dert, men zal steeds ervaren te
genover een groot kunstenaar te
GLJS KORDING
Experiment van Ivo Michiels
TAE roman is al vele malen
dood verklaard en even ve
le raaien probeert hij zich te
vernieuwen. Een moderne ge
dachte is de relativiteit van de
tijd, waardoor de romanschrij
ver op de gedachte komt het
verschil tussen heden en verle
den uit te wissen. In de roman
Het boek Alfa van de jonge
Vlaamse auteur Ivo Michiels
(ultg. De Bezige Bij, Amster
dam, resp. Uitgeverij Ontwil^»
keling, Antwerpen) is dit rela
tiveringsprocédé, of liever het
droomachtig dooreenmengen
van indrukken uit heden en
verleden aan de hand van ver
springende associaties, die hun
knooppunt hebben bij een of
andere lichamelijke ervaring,
consequent toegepast. Het ge
volg is dat de lezer niet pre-
cies weet wat er eigenlijk ver
teld wordt. Is het oorlog, vlucht
de stad leeg en neemt de ik
van het verhaal, geweer op de
schouder, deel aan de algeme
ne vlucht? Zoekt hij een jeugd
vriendin op? Is het mogelijk
dat iemand in een* aangevallen
stad, waarop bommen en gra
naten vallen, uitvoerige en lu
cide jeugdherinneringen heeft?
Zelfs grote machtsfantasieën
en weidse visioenen uit de
jeugd stijgen op en vermengen
zich met wat de ogen waarne-
Nee, de fictie dat de centrale
figuur van het boek dit alles on
dergaat, is niet vol te houden.
gaat het hier
gen. op gang gebracht door
schrik, angst, massale emotie.
Het is een nieuwe manier om
jeugdherinneringen te schrijven,
niet in tijdsvolgorde, maar op de
manier waarop men soms droomt.
Natuurlijk kan de vergelijking
mot de wijze waarop droombeel
den elkaar opvolgen, niet hele
maal opgaan. De droom wordt
moeite wel te ontknopen valt.
is veel kunst en moeite aange
wend om de indruk van spontaan
fantaseren te geven.
Grote lof
USA muzikaal
verkend
KUNST ELDORADO
„Bij het begin van dit sei
zoen is Josef Krips dirigent van
ons Symfonie-orkest geworden
Joan Sutherland is vanmor
gen aangekomen om een week
lang La Sonnambula te zingen
Leontine Price is hier gedu
rende het gehele herfstseizoen
soliste onze begroting voor
een seizoen muziek beloopt tien
miljoen dollar..." Kurt Adler,
manager van de San Francisco
Opera, en evenknie van de be
roemde Rudolf Bing van New
Yorks MET, maakt er geen ge-
Günther Rennert bouwde een
bijzonder geestig toneelbeeld tan
Rossini's ,JJarbier van Sevilla",
waarin Peter van der Bilt natrad.
heim van dat San Francisco
het cultuyele centrum van Ame-
rika's Westkust is. Hij bewijst
het met cijfers en namen, de be
zoeker van dit oord met het
ideale klimaat merkt het zelf
weldra aan de kunstuitingen,
de kwaliteit daarvan en de be
langstelling ervoor.
House (3250 plaatsen) 36 uitvoe
ringen van 14 verschillende ope
ra's gegeven daarna verhuist
het hele gezelschap naar Los
Angeles, waar een operatheater
met maar liefst 6.000 plaatsen
een maandlang uitverkocht is
voor de reprises van San Fran
cisco. In de lente volgt dan een
kort seizoen met jonge, meest
„^Tïlynkeer de -Q, uropeaan
by kt verbaaód"
grammabeleid. Zoals San Fran
cisco trots is op zijn opera, zo
is het trots op zijn andere cultu
rele instellingen, in de eerste
plaats wel het orkest, waar nu
Josef Krips de scepter zwaait in
de tijd dat de opera niet moet
worden begeleid het motto
„tijd is geld" bepaalt ook het
kunstleven in de Verenigde Sta
ten! en wel in een druk bezet
concertseizoen.
Hoofdbrekens
het geestelijke en natuurkundige
klimaat (in San Francisco meer
dan in Los Angeles) dat zijn fac
toren die steden als New York,
Chicago en Boston aan de Oost
kust wel missen. Zowel in binnen-
als buitenland wordt dat terdege
beseft: het aantal inwoners (in
nauwelijks twintig jaar verdub
beld!) bedraagt nu vijftien mil
joen, en het grootste deel daar
van is immigranten, van de Oost
kust. uit Italië, uit Zuid-Amerika,
uit Duitsland, uit Nederland.
De oude Herman Teirlinck heeft
dit boekje zeer geprezen en ziet
er een vooruitlopen in op komen
de vernieuwingen in de roman
kunst Hier is meer aan de hand
dan een schrijven van een veran
derde tijdgeest uit, zegt hij (met
andere woorden). Het individuele
talent van de jonge auteur Ivo
Michiels heeft hem in staat ge
steld boven het modieuze uit te
stijgen En met deze schrijver,
oordeelt Teirlinck, kan Vlaande
ren medezeggenschap uitoefenen
in de Nederlandse letteren.
Het is ondoenlijk ook maar iets
uit deze roman te citeren. Men
kent u:t sommige hedendaagse
boeken de gesublimeerde keuken
meiderstijl van voortrammelen
zonder kop of staart, met soms
bladzijdenlange zinnen. Ook deze
truc is (met komische bedoelin
gen) al lang geleden toegepast.
Wie er zich voor interesseert,
moet maar eens uit een biblio
theek lenen de Prikkelidyllen van
Cornells Veth van een halve eeuw
geleden en dan opzoeken de „Ont
hullingen van een kamenier Ten
Hove". Nu, Brigitta, de oude ka
menier, die haar memoires
schrijft na lang op haar penhou
der te hebben gekloven, hanteert
deze stij* met een voorbeeldig en
voortijoig meesterschap.
Twijfel
Actief
vend als men zicl^ aan zijn sys
teem van versvorming onder-
Wennen
Nu zijn de mensen tegenwoor
dig door de nieuwe media (radio,
t.v., grammofoon, transistor, enz)
zo aan het onsystematische la
waai gewend, dat zij in het the
ater weer moeten wennen aan
systematisch gesproken taal,
maar zonder zulke taal kan het
toneel niet bestaan. Een acteur
moet het spreken van deze taal
echter volkomen onder de knie
hebben, wil zijn stem toch
„waar" klinken en niet gekun
steld. Daarom blijft goed vak
manschap een eerste els; daar
na kan men aan de kunst gaan
denken.
In de volgende hoofdstukken
werkt Gielgud deze beginselen ver
der uit. Hij licht de problemen
toe, die er komen kijken bij het
regisseren van de klassieken (juist
ook met het oog op de moderne
media als film en t.v. die zulke
nieuwe eisen stellen). Hij illu
streert dit aan grote rollen, die hij
in het verleden heeft gespeeld.
Met name behandelt hij Shake
speare's „Richard II", „Koning
Lear", en „Hamlet", en stukken
van Oscar Wilde en Tsjechow. Hij
vertelt wat hij van grote regis
seurs geleerd heeft en niet te ver
geten van het samenspel met zijn
collega's en vertelt op humoris
tische wijze wat een hekel hij
heeft aan Festivals, inderdaad
gruwelijke ondingen: enerzijds
dat zij de enige mogelijkheid bie
den tot grote manifestaties, maar
anderzijds afschuwelijk vanwege
Let snobisme, waartoe zij altijd
weer uitnodigen.
ste plaats, en meestal nog wel
in abonnement. Dat is trouwens
bij onze begroting wel nodig!"
En inderdaad klinkt het ongelo
felijk dat een gezelschap met zul
ke gasten (Maria Callas, Sona
Cervena en Joan Sutherland in
cluis) kans ziet vijfentachtig pro
cent van de onkosten met entree
gelden te dekken. „De honoraria
van de top-artisten kosten me wel
eens hoofdbrekens," maar bij zulk
een publieke belangstelling heb ik
toch nog geen enkel artistiek
idee moeten laten vallen om za
kelijke redenen". Wat Adler daar
beweert zullen niet veel managers
hem kunnen nazeggen. De en
treeprijzen liggen in San Francis
co zo rond de tien dollar, maar
•er zijn al plaatsen voor twee
dollar vijftig.
Goed „klimaat"
Maar zijn nu alleen een „ster-
ren"-opera en een behoorlijk
symfonieorkest de oorzaak van
zoveel jaloerse blikken als je in
New York vertelt dat je naar de
Westkust vertrekt? Uiteraard niet;
de magische klank van San-Fran
(zegt U vooral nooit Frisco als U
geen ruzie met de vriendelijke be
woners wilt hebben) berust op
die talrijke elementen die de
staat Californië tot zulk een voor
spoedig land maken: de snel
groeiende bevolking (meer dan
tien procent van de totale in de
Verenigde Staten) wordt door de
beste systemen van onderwijs,
kunstverspreiding en recreatie op
gevangen. de ontspannen activi
teit, de instelling van de menaen,
Het getal van de Nederlandse
immigranten, zevenduizend, moge
dan in de vijftien miljoen weinig
betekenen, een actief groepje
vormen zij wel. Zo waren er nog
al wat present, toen in het afge
lopen najaar de jonge Nederland
se bas Peter van der Bilt temid
den van artisten met klinkende
namen enige weken lang in San
Francisco en daarna in Los An
geles grote successen behaalde.
Voor Peter van der Bilt was deze
uitverkiezing natuurlijk wel iets
bijzonders. „Zes van de veertien
opera's die hier het seizoen vor
men, dat is geen kleinigheid",
geeft hij zelf toe. „Maar de ar
tistieke en zakelijke leiding van
Adler, en de grote regisseurs en
dirigenten waarmee je kimt wer
ken, maken alles góed". Alles,
dus blijkbaar ook de Amerikaan
se dagindeling waarmee de jonge
Van der Bilt moet werken, en
waarvan de twee dagen dat ik
in het Opera House rondsnuffelde
een aardig beeld geven: ochtend
repetitie Traviata, middag repe
titie Rossini's Barbier (met als
regisseur die wereldreiziger-van-
de-opera Günther Rennert) avond
uitvoering Samson en Delilah van
Saint Saëns. Ochtend repetitie
Strauss' Capriccio, middag repe
titie Traviata, avond uitvoering
Barbier... Dit engagement bete
kende voor Peter van der Bilt
hard werk, een hoog honorarium,
een interessante werkkring, en
een duidelijke belofte voor een
internationale carrière. Van der
Bilt, nu voor enige rollen in Ne
derland, wilde er toen in Califor
nië nog niet veel over zeggen.
Maar inmiddels weten
Wat mij persoonlijk betreft, ik
ben do1 op experimenten, maar
ik twijfel soms ernstig aan het
resultaat Ik blijf geloven dat hoe
groter een schrijver is, des te
eenvoudiger zijn stijl. Wat niet
wegneemt dat Ivo Michiels in
derdaad bewijst schrijftalent te
bezitten. Wat ik ook geloof is, dat
de proefnemers en onderzoekers
in de literatuur menen te schui
ven, maar geschoven worden.
Door hen heen leert een nieuwe
tijd zien uitdrukken, want iedere
nieuws generatie moet opnieuw
het spieken en schrijven leren:
dat geldi in letterlijke zin en in
letterkundige zin. De experimen
tele auteur wordt onleesbaar,
maar hij heeft zijn steentje tot de
vernieuwing bijgedragen. Een
onzelfzuchtig streven, dat niet ge
zocht maar opgelegd is. Het expe
riment heeft in zover toekomst,
dat bet eens achterhaald zal zijn.
Daarom is deze roman eigen
lijk een boek voor schrijvers en
critici misschien ook voor een
bepaalde groep geschoolde le
zers. De anderen moeten zich
„troosten" met de zeer sugges
tief verhaalde, erotische jeugd
ervaringen, want hoe zouden die
kunnen ontbreken? De sexuo-
loog beleeft heden ten dage wèl
een rijke oogst aan materiaal.'
C. RIJNSDORP
Düs-
Nieuwe boeken
voor u besproken
Geschiedenis der Scheep
vaart. door Courtlandt Can-
by. Uitgave Scheltema en
Holkema N.V., Amsterdam.
Serie Kennis en Vernuft.
lustraties een waardevol bezit
voor de leek die belangstelling
heeft voor de historie van de zee
vaart en van de op zee gebruik
te scheepstypen. Voor de vakman
is het boekje wat summier,
maar voor hem is het ook niet
bedoeld.
De tekst is in feite onafhanke
lijk van de tekeningen. Die kan
in een boekje van een dergelijk
geringe omvang niet anders dan
beknopt zijn. Toch is het opval
lend, hoeveel feiten er zijn sa
mengevat. Het „lezen" van de te
keningen veronderstelt wel enige
kennis van zaken omtrent het
zeilschip in het algemeen, de mo
gelijkheden ervan en de zeiltech-
niek. Vermoedelijk zullen lief
hebbers van de zeilsport er veel
aantrekkelijks in vinden. Drs. C.
van Lierde en drs. J. G. M.
Wellen zorgden voor een prettige
vertaling.
Het wrede eiland, door Robert
Merle. Uitgave De Boekerij.
Baarn.
Beschrijving van de muiterij op
de Bounty. Een spannend en fas
cinerend verhaal, triest nu de
kleine nederzetting zichzelf ver
nietigde door wantrouwen en
haat. De vertaling is van R. Fid-
delaar.
IN THE NEW AMERICAN LIBRARY:
In de afgelopen maanden
hebben wij van The New Ame
rican Library weer een grote
zending pockets van de meest
uiteenlopende aard en kwali
teit ontvangen. Dit fonds geeft
er iedere keer blijk van com
mercieel te mikken op het vele
miljoenen tellende Amerikaan
se lezerspubliek. Maandelijks
wordt die narkt bewerkt met
een twintigtal boeken, varië
rend van vluchtige detective
romans tot zware wetenschap
pelijke werken.
Dat de keuze van deze ene
(grote) uitgeverij zo bijzonder
groot is, mag op zichzelf al als
een verdienste worden be
schouwd. We zullen dit over
zicht met de Signet Classics be
ginnen. Systematisch werpen de
redacteuren van The New Ame
rican Library het werk van de
roten der wereldliteratuur in
eze strijd om de boekenkoper.
Literatuur
Van Thomas Mann is daar het
bekende Confessions of Felix
Krull, Confidence Man, van
George Orwell 1884, zijn min
der bekende Burmese Days, van
Henry James, The Portrait of
a Lady, van Colette Gigi and
Selected Writings en van de Ita
liaanse schrijver Ignazio Silone
zijn beroemd geworden Bread
and Wine. De liefhebbers heb
ben alleen al aan deze boeken
lectuur voor vele avonden.
Maar de Signet Classics bie
den nog meer: The Egoist, door
George Meredith, Appointment
in Samarra. door John O'Hara,
het uit de vorige eeuw dateren
de McGuffey's Sixth Eclectic
Reader, een merkwaardig boek
vol interessante artikelen over
allerlei onderwerpen, die in het
leven van toen een goed inzicht
geven en dan nog onder de titel
Lyubka the Cossack, een bundel
van vijftig uitstekende verhalen
van de in 1939 onder Stalin van
de aardbodem verdwenen Rus
sische schrijver Isaac Babel.
Kunst
Samen met de Unesco geeft
The American Library ook re
gelmatig boeken op kunstgebied
uit; in de Mentor-serie versche
nen ditmaal een viertal werkjes
over A. vroege Boeddhistische
muurschilderingen in India, B.
Byzantijnse fresco's uit Joego
slavische kerken, C. Japanse
schilderingen in Boeddhistische
heiligdommen en tempels, en D.
Mexicaanse muurschilderingen
uit de tijd van de Maya's en
de Azteken. Voor de niet-inge-
wijden nogal bizarre onderwer
pen, maar ongetwijfeld voor een
liefhebber bijzonder boeiend en
instructief. De reproducties, die
in veelvoud de tekst begeleiden,
zijn allemaal in de originele
kleuren uitgevoerd.
Van de bekende Amerikaanse
componist Apron Copland is
verschenen als Mentorboek
What to listen for in Music, een
goede gids voor degenen, die
wat wijzer op muziekgebied wil
len worden.
Wetenschap
Populair-wetenschappelijke
werken zijn er vanzelfsprekend
ook: van Peter Wolff Break
throughs in Mathematics, een
boek, dat zich (en de lezer) be
zig houdt met de oude cn
nieuwste ontdekkingen op wis
kundig gebied; van Ashley Mon
tagu het werk Human Heredity,
een belangwekkende studie over
erfelijkheid. Andere uitgaven,
die onder het hoofd populair en
wetenschappelijk kunnen wor
den gerangschikt waren: Asia
in the Modern World, door He
len G. Matthew; The Sayings of
Chuang Chou, door James R.
Ware; The Care of the Earth,
door Russell Lord, The Essen
tial Newman, door Vincent Fer
rer Blehl. The Satires of Juve
nal, en Automation: its Impact
on Business and People, door
Walter Buckingham.
J. van H.
gen tegen
artist van kwaliteiten;
er moedeloos van worden.
Doortastend
Wat doortastend kunstbeleid be
tekent, laat trouwens Amerika
meer nog dan Duitsland en an
dere actieve Europese staten dui
delijk zien. En niet alleen In San
Francisco vraagt de Nederlandse
bezoeker zich af in hoeverre die
Amerikaanse houding van nede
righeid nog terecht is. Zeker, het
is vleiend iets aan te treffen van
„hoe zou meneer de Europeaan
het bij ons vinden; zouden we
de cultuur al wat beter gaan die
nen?", maar de enorme stoot die
de Verenigde Staten, in West en
Oost aan vele takken van kunst
hebben gegeven en het enthou
siasme waarmee dat door wer
kelijk alle lagen van de bevolking
wordt opgevangen, is iets wat ons
in Nederland langzamerhand ten
enenmale vreemd is. Daarbij
komt die uiterst belangrijke com
binatie van de eigen stuwkracht
en de geïmporteerde traditie die
Amerika veel sneller tot een cul
tuurdrager maken dan wij in
onze zelfvoldaanheid wel kunnen
vermoeden. Het is niet juist om
dit alleen toe te schrijven aan
Het Geld, alsof dat de oplossing is
voor alles en alsof dat als ele
ment nit de lucht komt vallen.
San Francisco's drukke culturele
seizoen, de uitbreiding van het
aantal centra-met-opera's in de
Verenigde Staten (als paddestoe
len komen ze uit de grond), het
verstandige onderwijs ook op het
gebied van de kunst, de zeer in
tensieve bouw van zalen, musea,
theaters, de verspreiding van mo
derne kunst en de acceptering
door het publiek, en nog zovele
zaken waarover ik U dezer we
ken heb geschreven: zij vormen
een heel positief beeld van een
luisterrijke culturele ontwikkeling
van de Verenigde Staten.
GÉRARD VERLINDEN
Voor U gelezen
De man in het huwelijk, en
De vrouw in het huwelijk,
praktische psychologie, door
Walter van Hollander. Ver
taling A. L. Spoorenberg.
Omslag Kclfkens. Uitgave
N.V. de Arbeiderspers, Am
sterdam.
Het gevaar wordt niet denkbeel
dig. dat de lectuur over het hu
welijk meer tijd gaat kosten dan
het huwelijk zelf. Dit zijn overi
gens boekjes vol praktische raad
gevingen, gegrepen uit het leven
zelf, die wel onderhoudend zijn
te noemen en die aan schijnbare
onbelangrijkheden, (zoals het
grappige voorbeeld van het spe
len met treintjes) belangrijke be
schouwingen kunnen ontlenen.
Het is bij al deze werken goed
als men bij het lezen van de vele
raadgevingen, die tegenwoordig
geboden worden zijn beginselen,
gezond verstand en eigen erva
ringen laat meespreken.
Kunstpockets over El Gre
co, Titiaan, Constable en Hi-
roshige. Uitgaven A. W. Bru-
na en Zoon, Utrecht.
Bruna's reeks RÖnstpockets, ge
wijd aan uitzonderlijke verschij
ningen in de geschiedenis van de
beeldende kunst, is uitgebreid met
deeltjes over de Spaans- Griek El
Greco uit da zestiende eeuw. Ti
tiaan, de Italiaanse magiër van
die eeuw. Constable, de negentien-
de-eeuwse Britse landschapschil
der en diens tijdgenoot Hiroshlge.
de Japanse meester die uitlandse
Invloeden onderging en op zijn
beurt de westerse kunst beïn
vloedde.
Charles Wentlnck, Denys Sut
ton, Phoebe Pool en B. W. Robin
son hebben de deeltjes van een
toelichting voorzien. Alle pockets
bevatten ten minste dertig afbeel
dingen in zwart-wit en 24 kleu
renreproducties. Druktechnisch
heeft El Greco's wonderlijk colo-
riet de meeste moeilijkheden op
geleverd.