De Schrift is in onze harten gestorven
1 Calvijn gaat weer
Nederlands spreken"
DEZE WEEK IN EEN WOELIGE WERELD
(Van onze kerkredactie)
NOG DIT JAAR verschij
nen de eerste delen van
de commentaar vara Calvyn
op de Bgbel in een geheel
nieuwe Nederlandse verta
ling, waaraan een groot aan
tal theologen meewerkt.
Dit is het ambitieuze plan
van een theologische student
Overgave
In zijn commentaar op de
Psalmen 'begint Calvijn met
een voorwoord waarin hij
schriift: „Eerst was ik de
bijgelovigheden van het paus
dom zo hardnekkig toege
daan, dat het niet gemakke
lijk was, mij uit die diepe
afgrond te trekken. Maar
door een plotselinge bekering
heeft God mijn hart, dat voor
mijn leeftijd al te zeer ver
hard was. tot gehoorzaam
heid onderworpen. En toen
ik aldus enige smaak in de
ware vroomheid gekregen
had, ontvlamde ik zo in ijver
om daarin verder te komen,
dat ik de andere studies wel
iswaar niet terzijde schoof,
maar mij daar toch met min
der energie mee bezighield.
Nog geen jaar was afgelopen
of allen die begerig waren
naar de zuivere leer, kwa
men naar mij, de nieuweling
beginneling, toe om van
jn heeft in zijn leven een
wonder ontdekt. Hij gebruikt
dat woord wel niet, maar dat
is toch de achtergrond van
dit voorwoord. „Ik ontvlam
de zo in ijver om verder te
komen..." dat zijn woorden
die wij in onze dagen niet
zo erg vaak meer horen, ten
zij bij jonge gelovigen die
geen kerkelijke achtergrond
hebben. Persoonlijk komen
wij veel meer met
C«hÜin
den soms zo moeilijk vinden.
Die zeggen dat de prediking
hen vaak zo weinig boeit en
Hoe komt dat toch, vragen de
ze mensen soms. Zou het
niet zijn dat het een uiting
is van gebrek aan liefde, en
misschien ook daarom wel
gebrek aan overgave
boeide haar in geen enkel op
zicht. Halverwege legde ze
het weg. Enkele jaren later
verloofde ze zich met de
schrijver. Plotseling kreeg
het boek een geheel ander
aanzien. In één adem las ze
het uit. Het was de ontmoe
ten liefde leeft altijd uit het
„jawoord". Liefde moet
steeds weer opnieuw onder
woorden gebracht worden.
Dat moet beginnen met wat
Calvijn beleefde in zijn plot
selinge bekering, waarin hij
„ja" zei op Gods liefdeaan
bod. Dat moet daarna tel
kens weer herhaald en door
onze daden bevestigd wor-
Calvijn is dat moment van
zijn eerste ja-woord nimmer
meer vergeten. Hij kon daar
steeds weer op terugzien en
het weten: Toen werd mij
Gods liefde duidelijk, en toen
werd die liefde in mij ver
vuld omdat die liefde mij
overweldigde en ik voor Gods
liefde boog om Hem mijn
wederliefde te betuigen.
Wij kunnen moeilijk verwach
ten te „ontvlammen in ijver"
voor Gods Woord en Gods
zaak. als wij ons niet vereen
zelvigd hebben met Zijn
Woord en Zijn zaak door on
ze overgave.
(aan de Ryksuniversiteit te
Utrecht) Sj. van der Zee, die
inmiddels zover is dat de in
tekenaars nog deze maand
het eerste deel, de commen
taar op de brief van Paulus
aan de Romeinen zullen ont
vangen. In tegenstelling met
de Amerikaanse uitgave van
Eerdmans in Grand Rapids,
die 45 delen omvat, zal deze
uitgave in ongeveer twintig
delen verschenen. Drie a vier
delera van ongeveer 400 pagi
na's druk zullen per jaar
worden uitgegeven.
De eerste delen van deze nieu
we uitgave verschijnen in het
jaar waarin de vierhonderdste
sterfdag van Johannes Calvijn
wordt herdacht, die overleden
is op 27 mei 1564. Niet ten on
rechte wordt het werk dan ook
een „jubileum-uitgave" ge
noemd.
De organisator, Sjoerd van der
Zee, werd reeds jaren geleden
tijdens een van de eerste colle
ges van prof. dr. S. van der Linde
gestimuleerd om tot dit werk te
komen. Prof. Van der Linde
sprak er toen zijn teleurstelling
over uit dat calvinistisch Neder
land er nog steeds niet in was
geslaagd tot een nieuwe uitgave
van deze commentaar te komen.
De laatste delen verschenen
omstreeks de eeuwwisseling.
Toen gaf Kok in Kampen de
Handelingen uit, Z als man in
Kampen kwam met een harmo
nie en verklaring van de eerste
drie evangelieën, Ten Hoove in
Utrecht gaf Johannes uit en twee
verschillende werken van Calvijn
over de Psalmen. K. Ie Cointre
in Middelburg kwam met Gene
sis in een vertaling van H. Ba-
vinck en D. Donner in Leiden
publiceerde de Zendbrieven. Van
veel eenheid was er toen dus
geen sprake. Later is er op het
gebied van de exegetische wer
ken van Calvijn niets meer ge
beurd. Deze zijn nog slechts an
tiquarisch te verkrijgen en dan
zijn ze meestal duur.
Plan
Nog eenmaal is er in het ver
leden een plan geweest om tot
een- nieuwe uitgave te komen. De
Amsterdamse uitgever Botten-
burg bekend door zijn com
mentaar maakte een begin.
De brief aan de Romeinen was
het laatste werk dat uitkwam,
maar daar bleef het bij. Om
standigheden maakten een voort
zetting onmogelijk.
Het zag er in 1955 niet naar
uit dat Van der Zee veel succes
zou hebben. Hij gaf zijn theolo
gische studie op en vestigde zich
als boekhandelaar in Harderwijk.
Maar zijn nieuwe beroep deden
hem zijn belangstelling voor een
uitgave van de commentaar van
Calvijn niet vergeten. En toen hij
zich met behoudt van zijn
boekenwinkel anderhalf jaar
geleden weer aan het studeren
zette (hij hoopt de komende zo
mer zijn kandidaatsexamen te
doen) dook het plan weer op en
nam het vaste vormen aan. Cal
vijn moest en zou er komen.
staat te lezen wat Calvijn over
bepaalde bijbelgedeelten heeft ge
zegd. Juist in onze tijd is het
goed ons weer opnieuw op deze
theoloog te bezinnen.
Daar komt bij dat de commen
taar van Calvijn allerminst tech-
nisch-theologisch is, zoals vele he
dendaagse commentaren die de
leek nauwelijks kan lezen. Cal
vijn schrijft zo dat ieder er wat
aan heeft. Hij is ook voor de
mensen in de kerkbank leesbaar.
Calvijn, die door dr. W. Nijen-
huis in diens proefschrift „oecu-
menicua" is genoemd heeft ook
hen in onze oecumenische eeuw
iets te zeggen.
Van der Zee organiseert de uit
gave, maar heeft een redactie ge
vormd van bekende theologen die
toezicht op de uitgave zullen uit
oefenen. Daarin hebben zitting ge
nomen (In alfabetische orde) prof.
dr. J. N. Bakhuizen v. d. Brink
(herv.) te Lelden, prof. dr. J. van
Genderen (chrlst.-geref) te Apel
doorn, prof. dr. G. P. van Itter-
zon (herv.) te De Bilt, prof. dr.
mSm der Linde (herv.) te
nesis, de wetenschappelijke amb
tenaar aan de V.U. dr. C. Augus
tijn, de commentaar op Jozua. de
vrijgemaakte gereformeerde pre
dikant van Rotterdam drs. J. Fa-
ber de Psalmen en drs. Ph. Roor-
da te Dokkum Jesaja.
De synoptische evangeliën wor
den vertaald door ds. A. Schip
pers, verder werken nog mee dr.
C. Graafland, drs. C. G. Baart en
dr. H. M. Mulder.
Onverkort
Urgent
Van der Zee is van oordeel
dat deze uitgave theologisch ge
sproken urgent is. We noemen
ons calvinisten, maar de gemid
delde predikant, en zeker het ge
wone gemeentelid zijn niet in
R. Schippers (geref.) te Amster
dam en prof C .Veenhof (geref.
vrijgemaakt) te Kampen.
Een groot aantal werken van
Calvijn wordt op het ogenblik ver
taald door dr. H. Schroten, her
vormd predikant van Rotterdam,
die reeds enige jaren bezig was.
Hij zal onder meer commentaren
op Colossenzen, Thessalonicenzen,
Timotheus, Titus, Filemon, He
breeën, Jacobus, Petrus, Johan
nes en Judas vertalen. Verschei
dene boeken zijn reeds klaar.
De hervormde predikant van
Zegveld, drs. I. Kok, vertaalt Ge-
De heer Van der Zee weet nog
niet wat hij zal doen met de ge
schriften van Calvijn over Deu-
teronomium. Job en SamueL Cal
vijn heeft nimmer werken in
commentaarvorm gepubliceerd
over deze bijbelboeken, maar wel
series preken, die evenwel zo
breedvoerig zijn, dat zij vele de
len in beslag zullen nemen. Het is
mogelijk dat deze echter in een
verkorte uitgave zullen verschij
nen. Het commentaar van Calvijn
komt echter volkomen onverkort
uit.
In de afgelopen weken zijn de
eerste folders uitgegaan naar de
predikanten. Reeds nu heeft de
heer Van der Zee een verblij
dend aantal reacties ontvangen,
zozeer zelfs dat hij er zeker van
is dat de zinsnede uit zijn folder
dat de serie „bij voldoende deel
name" zal verschijnen geschrapt
kan worden. Al zijn alle proble
men nog lang niet opgelost de se
rie komt er met drie a vier de
len per jaar. Het zal dus ongeveer
vijf jaar duren eer deze compleet
is. Prijs per deel bij intekening
is vastgesteld op 24.50, afzon
derlijke delen zullen 29.50 kosten.
De heer Van der Zee is gevestigd
Barnsteenlaan 411 te Utrecht.
^•katholieke St. Lambertuskerk te Eindhoven is de grote schoonmaak vroeg begonnen. Maar
wel, want door een defect van de oliestookinrichting van de centrale verwarming was de kerk
1 de stenen plavuizen tot de dakgewelven toe onder een dikke vette
JOODS THEOLOOG A. J. HESCHEL
„Avondzon"
Een nog slechts pas in het ambt
gestelde jonge dominee heeft voor
het eerst een dienst in een bejaar
dentehuis te vervullen. Moeilijke
opgave. Vindt hijzelf ook. Preken
voor bejaarden is geen eenvoudig
werk en zeker niet voor een jonge
pastor. Na afloop van de dienst is
er niemand die op zijn preek rea
geert. Men zwijgt. Hij wordt er
nerveus van. Wil toch graag weten
boe men hem heeft beoordeeld. Hij
waagt het er maar op, klampt heel
willekeurig één van de mensen aan
en vraagt op hoop van zegen naar
zijn mening. Volgt een moment van
pijnlijke stilte. Dan komt het ant
woord, mild ironisch met een tikje
humor besprenkeld, vleiend voor
onze predikant in kwestie, maar in
het algemeen „raak": „Het was zo
wel goed, dominee, U heeft ten
minste het woord „avondzon" niet
gebruikt."
DIAKONIA
nagog* zich bezig met haarklove
rijen.
Zo typeerde dezer dagen een
rabbi de huidige geestelijke si
tuatie. De bekende Amerikaans-
Joodse theoloog Abraham Joshua
Heschel schreef in het blad
„Christian Century" over de mo
gelijkheid van een nieuwe pro
testantse reformatie. Het gehele
nummer van dit blad was gewijd
aan dc vraag of het protestantis
me zich nog wel kan hervormen.
Er staan 3 artikelen in, een van
de hand van Bernard Eugene Me
iand, een presbyteriaanse theo
loog, een van Reinhold Niebuhr
en he) meest opmerkelijke van
de Jood Heschel. Naar diens me
ning lieeft onze tijd niet in de
eerste plaats behoefte aan het
„priesterschap van- alle gelovi
gen", maar veel meer aan het
„profetenschap van alle gelovi
gen."
Over de bijbel schreef hij: „In
onze moderne tijd zijn wij ge
neigd de Geest overal te zoeken
behalve in de woorden van de
Hebreeuwse bijbel. Er is geen re-
ligio ex nihilo, geen uiteindelijk
begin. Ei is geen wetenschap
zonder hypothese en geen religie
zonder vooronderstellingen. Jood
en christen zullen in de eerste
plaats moeten bepalen of zij be
trokken willen zijn op de He
breeuwss bijbel of niet. De toe
komst van de westerse wereld
hangt af van de wijze waarop wij
om gaar. met de Hebreeuwse bij
bel. De wijze waarop het chris
tendom zich identificeert met de
Hebreeuwse bijbel is het bewijs
van zijn authenticiteit, evenals
dat het bewijs is voor de Jood
se authenticiteit. De afwezigheid
van zulk een identificatie vormt
het hart van de malaise van het
hedendaagse protestantisme.
Scepticisme
De hedendaagse bijbelgeleerde
legt in zijn bestudering van de
bijbel z:jn gehele persoonlijkheid,
zijn steeds groeiende kennis van
het Midden-Oosten, zijn analyti
sche geven, zijn historisch ge
voel, zijn eerlijke overgave aan
dc waarheid, maar ook zijn aan
geboren scepticisme, waar het
gaat om bijbelse eisen en de tra
ditie. Het gevolg is dat we zo veel
te zeggen hebben over de bijbel,
dat we niet langer in staat zijn
om te luisteren naar wat de bij
bel over ons te vertellen heeft.
wij hebben de bijbel niet lief;
we hebben onze eigen kritische
gaven lief en onze theorieën over
de bijbel. Een intellectueel nar
cisme (ziekelijke liefde voor zich
zelf) is een ziekte waarvoor som
migen van ons niet altijd im
muun zijn. Het besef van het
mysterie en de transcendentie van
wat in de bijbel aaar voren komt
gaat verloren in het proces van
De belangrijkste vooronderstel
ling waarvan het moderne protes
tantse bijbelonderzoek uitgaat, en
dat een enorme bijdrage heeft ge
leverd aan ons historisch en theo
logisch inzicht, is dat we de bij
bel moeten bestuderen als ieder
ander boek objectief en vrij
blijvend. Objectiviteit zit echter
vol dubbelzinnigheid.
Niet gelijk
Mijn moeder is en is niet ge
lijk aan iedere andere moeder en
de bijbel is en is niet gelijk aan
ieder ander boek voor mij. Een
pianist moet musicologie stude
ren, rnaai hij moet een kunste
naar blijven De woorden van de
bijbel zijn niet van papier. Om ze
te leren kennen, moet ik ze aan
mijn .ooraee". onderwerpen: om ze
te begrijpen moet ik me onder
hun ocraeel stellen.
De Hebreeuwse bijbel wordt in
preken geciteerd, maar is in de
geest afwezig. Zijn intellectuele
beteken's wordt niet aangevoeld.
Zijp denkwijze beïnvloedt de mo
derne mens niet en blijft, naar
het me toeschijnt, buiten de in
tellectuele notie van vele heden
daagse theologen.
Vervreemding
Wij moeten een diepgaande ver
vreemding van de bijbel onder
ogen zien. De profetische catego
rieën zijn onbekend en vreemd ge
worden. Om te geloven hebben
we God, een ziel en het Woord
nodig. Omdat velen de bijbel ver
worpen hebben als een papieren
paus, is de bijbel verworden tot
een slechte verzameling gegevens
op een massa papier.
De bijbel is heiligheid in woor
den. Hoe kunnen wij die heilig
heid vasthouden in onze kritische
studies; hoe kunnen we tot een
inzicht komen dat het gezag van
de bijbel niet alleen maar geba
seerd is op filologische of chrono
logische gegevens? Veel belang
rijker dan de dogmatische poging
om datum van ontstaan en de na
men van de schrijvers van bij
belboeken vast te stellen, is de
openheid ten opzichte van de te
genwoordigheid van God in de
bijbel. Zulk een openheid is niet
vanzelfsprekend. Zij is de vrucht
van ingespannen werk, voortdu
rend er mee bezig zijn, van een
zich betrokken weten; zij is de
vrucht van gebed, zoeken en
verlangen.
Waar en hoe wordt de moder
ne mens geholpen en geleid om
dit vandaag te zoeken? Het Woord
is nog steeds bij ons. De Schrift
mag dan in onze harten gestor
ven zijn. Het wonder van de op
standing is nog altijd mogelijk.
Het was in Cairo te mooi om waar te zijn - Binnens
kamers harde woorden - Naar buiten een demon
stratie van eenheid - Wie haalt de kastanjes uit het
vuurr
TN Cairo zün deze weck vogels
J van diverse pluimage bij
een geweest. Mensen van wie
bekend is, dat xij elkaar niet
verder vertrouwen dan zij el
kaar zien, omarmden elkaar,
alsof er nooit iets tussen hen
was geweest. Koning Hoessein
van Jordanië en koning Ibn
Saoed van Saoedi-Arabië ver
keerden op goede voet met pre
sident Salal van Jemen, terwijl
zij met wapens en allerlei ande
re middelen de verdreven imam
van dit land steunen in diens
strijd tegen Salal. Zij rookten
ook de vredespijp met president
Nasser van Egypte, terwijl zij
zich er van bewust waren, dat
deze nog steeds tracht, bun po
sitie te ondermijnen. Koning
Hassan van Marokko liet zich
fotograferen met zijn Algerijn
se en Egyptische collega's, hoe
wel hij weet. dat deze heren
langs de grens van Marokko iets
in hun schild voeren. De verte
genwoordigers van Syrië en Irak
voegden zich broederlijk bij dit
derven. Want de bijeenkomst
moest naar buiten althans
een succes worden. Een demon
stratie van eensgezindheid was
onder de huidige omstandighe
den het enige, wat de Arabieren
zonder risico te lopen tegenover
de Israëlische Jordaanplannen
konden stellen.
Conflict
Overigens schijnt het binnens
kamers toch wel tot botsingen
te zijn gekomen. Zo heeft het
Egyptische blad Al Achram
uit de school geklapt, dat gene-
raal-majoor Amin el Hafez van
Syrië tijdens de besprekingen
gezelschap en deden het voorko
men. alsof er geen vuiltje aan
de Arabische lucht was.
Casus belli
Het leek te mooi om waar
zijn. Vanwaar plotseling die
eensgezindheid, deze schijn-een-
heid? Want niemand gelooft,
dat dq meningsverschillen in de
Arabische wereld nu echt zijn
bijgelegd. We hebben hier te ma
ken met een demonstratie, met
vlagvertoon. De Arabische lei
ders en met name president Nas-
onmiddellijke aanleiding tot oor
log, zou worden beschouwd.
Maar over de militaire maatre
gelen, die in dat geval genomen
zouden moeten worden, was men
blijkbaar nog niet akkoord.
t;:
-ij kwamen
koning Hoessein werden
geconfronteerd met het plan van
Israël, Jordaanwater. om te lei
den, zodat het gebruikt kan
den voor bevloeiing van de dor
re Negebwoestijn - een plan. dat
binnen afzienbare tijd zal wor
den uitgevoerd. Er moest iets ge
daan worden.
Men was het er in de Arabi
sche wereld wel over eens. dat
uitvoering van het Israëlische
plan als een „casus belli", een
Nasser kreeg de indruk, dat
men hem voor alles wilde laten
opdraaien en kaatste de bal te
rug. Hij nodigde alle Arabische
leiders uit om in Cairo deze
zaak te komen bespreken. Hij
wist van tevoren, dat hij succes
zou hebben, want nu het om een
eventuele actie tegen staatsvij
and no. 1 Israël ging. kon nie
mand zich veroorloven, weg te
blijven. En zo kwamen zij van
heinde en ver: uit Irak en Sy
rië. Jordanië en Saoedi-Arabië.
e en
Marokko,
geten uit Jemen.
Iedereen zette zijn beste been
tje voor en niemand peinsde er
over de goede stemming te be
geklaagd over een superio-
itsgevoel
misnoegen over geuit, 3at Egyp
te aan anderen zijn „bescher
ming" wilde opleggen. Blijkbaar
heeft Nasser geprobeerd. de
Syrische delegatie in een hoek
te dringen, omdat zij totdusver
de voornaamste sta-in-de-weg
is geweest voor de expansie
plannen van de Egyptische pre
sident.
Uit het bericht in Al Achram
zou men kunnen opmaken, dat
de Syrische leider op de aanval
van Nasser heeft gereageerd
met het verwijt, dat de Egyp
tische president niets tegen
Israël durft te ondernemen. Er
was al genoeg gepraat. Nu
moest het maar eens tot daden
komen, aldus Hafez, voordat hij
door Nasser werd onderbroken.
Mislukt
Een ander veelzeggend ver
schijnsel is de nationaliteit van
de opperbevelhebber van het ge
meenschappelijke commando
over de Arabische legers, die
wentueel tegen Israël zullen ope
reren. Al Achram. dat blijkbaar
over uitstekende inlichtingen be
schikt, meldt dat overeenstem
ming werd bereikt over het aan
wijzen van een Egyptische op
perbevelhebber. Het blad zegt
er echter bij, dat Egypte er op
had gestaan, dat een Iraakse
officier op deze post zou wor
den benoemd, maar dat de ge
hele conferentie er op bleef
staan, dat een Egyptenaar zou
worden aangewezen. Als men
niet beter weet, krijgt men uit
dit bericht de indruk, dat Egyp
te echt niet heeft gesolliciteerd
naar dat baantje, maar dat de
andere landen persé wilden, dat
Nasser een van zijn officieren
zou benoemen.
In werkelijkheid is het zo, dat
Nasser geprobeerd heeft, een
van de andere landen voor de
verantwoordelijkheid voor het
gemeenschappelijke commando
te laten opdraaien, maar dat de
ze poging jammerlijk is mislukt.
Vluchtelingen
Opvallend is ook de gedachte
van een „Palestijns bevrijdings
leger". waarmee in Cairo wordt
gespeeld. Het is niet bekend,
welke positie dit nog op te rich
ten leger inneemt met betrek
king tot het gemeenschappelijke
commando, dat door de Arabi
sche landen zal worden ge
vormd. Het moet worden samen
gesteld uit „Palestijnen". waar
onder men waarschijnlijk ver
staat de Arabieren, die vroeger
Koning Hoessein van Jordanië
met president Salal van Jemen
(rechts).
hebben geleefd in het gebied,
dat thans het grondgebied van
de staat Israël is. Dat zijn de
Palestijnse vluchtelingen, die in
de tot Egypte behorende Gaza-
strook, maar voornamelijk in
het door Jordanië bezette deel
van he^ vroegere Palestina „ver-
Deze mensen weigeren (met
instemming van de Arabische
leiders) „elders" een bestaan te
zoeken met financiële hulp van
Israël en de Ver. Staten (via
de Ver. Naties. Zij hebben al
leen geleerd, Israël te haten en
wachten werkeloos af, totdat zij
naar hun woonsteden kunneu te
rugkeren, als de Joodse staat
vernietigd is.
Jordanië
De mogelijkheid bestaat, dat
de oprichting van dit bevrij
dingsleger een poging is om
vooral Jordanië de kastanjes uit
het Israëlische vuur te laten ha
len. Dit land heeft het meeste
belang bij het verijdelen van de
Israëlische plannen, grote hoe
veelheden water aan de Jordaan
tc onttrekken. Want zuidelijk
van het punt, waar Israël kana
len heeft laten graven om het
water naar de Negeb te voeren,
loopt de Jordaan dwars door
Jordanië, dat voor de verdeling
van Palestina Transjordanië
heette, omdat het toen alleen
nog maar aan „gene zijde van
de rivier" was gelegen.
Bovendien is het niet uitgeslo
ten, dat verschillende Arabische
landen, die niet rechtstreeks bij
iet Jordaanwater-probieem be
trokken zijn, pogingen i.i het
werk zullen stellen, het Pales
tijnse bevrijdingsleger (met
steun van het Jordaanse leger)
als het er op aan komt de spits
te laten afbijten. En het is dan
ook de vraag, of koning Hoes
sein zich bij zijn vertrek uit
Cairo erg gelukkig heeft ge-
Spanning
Hoe dan ook, in het Midden
oosten is een nieuwe periode van
grote spanning aangebroken. Is
raël is vastbesloten, de kanalen,
die het voor de omleiding van
net Jordaanwater heeft doen
graven, op het vastgestelde tijd
stip te gaan gebruiken. De Ara-
>ische leiders beseffen, dat dit
ook inderdaad zal gaan gebeu
ren en zij hebben nu laten we
ten, dat zij de Israëlische plan
nen zullen verijdelen. Een de
monstratie als waarvan we deze
veek in Cairo getuigen zijn ge
weest zal echter niet voldoende
zijn. Een Arabisch ingrijpen be
tekent oorlog en een oorlog te
gen Israël houdt voor de Arabi
sche landen nog steeds het ge
vaar van zelfvernietiging in. Het
is dan ook nu weer de vraag, of
de Arabische soep zo heet zal
worden gegeten, als zij wordt op
gediend. AJ Achram, dat we al
enkele malen hebben geciteerd,
maakte ook melding van een
Arabisch tegenproject voor om
legging van de Jordaan.
Dit is tekenend voor de situa
tie. De Israëlische plannen moe
ten binnen enkele maanden wor
den uitgevoerd. Een Arabisch
tegenprojekt wodt nog een kwes
tie van jaren en houdt dus de
erkenning in, dat men zich neer
legt bij het project van de te
genstander... Of is het een rook
gordijn?
Student organiseert uitgave van commentaar
ZATERDAG 18 JANUARI 1*