ZWERFSTEEN
ZEN
Geef voorbeeld door op
school niet te roken
Uit schatkist 100 miljoen
nodig voor bezitsvorming
Een kanttekening
Een tvoord voor vandaag
Kerkelijke leiders gaan
getuigen in rechtszaak
Prof. H. Dooyeweerd ziet
toekomst voor „wetsidee"
ZATERDAG 4 JANUARI 1964
Albeda en Schmelzer over winstdeling
(Van
soc.-econ. redactie)
DE overheidsuitgaven voor de
thans reeds getroffen bezits
vormingsmaatregelen en de in de
toekomst nog te realiseren over
heidsinitiatieven zullen in totaal
ongeveer 100 miljoen gaan be
dragen. Dit bedrag is, gezien het
grote maatschappelijke belang,
dat aan de orde is, niet te hoog te
achten. Met dit bedrag moeten
gefinancierd worden de premie
spaarregeling voor jongeren, de
AFBETALING IN ANDERE BANEN
f)P 1 Januari 1964 is de wet op het afbetalingsstelsel In werking gesteld,
twee en een half Jaar na haar totstandkoming. Er ls over deae wet zeer
▼••1 te doen geweest en het heeft Jaren geduurd voordat ril de eindstreep
haalde, maar wij moeten bepaald niet denken dat de afbetaling door de
nievwe wet een geheel andere kant sal uitgaan.
De afbetaling wordt wettelijk op twee wijzen geregeld. Er bestaat sedert 1936
een privaatrechtelijke regeling, die de onderlinge verhoudingen van de
burgers bij de koop en verkoop op afbetaling en bij de huurkoop regelt. De
betrokken artikelen sijn opgenomen in bet Burgerlijk Wetboek en in het
Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
Om daarnaast ook toezicht op de verkopers op afbetaling en op de colporteursI
te kunnen uitoefenen, verscheen in 1936 eveneens de wet op het afbetalings-
bedrijf. Deze laatste wet nu heeft plaats gemaakt voor de nieuwe wet op het
afbetalingsstelsel.
Zij wil het afbetalingsstelsel in goede banen leiden en uitwassen bestrijden.
Maar zij maakt bet ook mogelijk om de omvang van het kredietvolume te
regelen, waardoor in een hoogconjunctuur de rem kan worden aangezet en
in een laagconjunctuur die rem weer wat losser gezet kan worden. De nieuwe
wet heeft dus zowel een sociaal als een ecoootnisch karakter.
Het onmiddellijke gevolg van de inwerkingtreding van de wet is, dat alle
afbetalingsleveranciers thans bij de Kamer van Koophandel ingeschreven
moeten worden, dat leveranciers met colporteurs een vergunning van
burgemeester en wethouders moeten vragen en dat alle afbetalingsfinanciers
een vergunning van het departement van economische zaken moeten hebben.
De wet onderscheidt dus afbetalingsleveranciers en financiers. Dit is inder
daad zeer zinvol. Vele winkeliers die op afbetaling verkochten hebben in
den beginne de hiermee gepaard gaande kredietverlening zelf gefinancierd.
Maar steeds meer winkeliers wilden die hieruit voortspruitende soesah niet
meer hebben of waren eenvoudig niet in staat financieel de zaak vol te
houden. Vandaar dat steeds meer winkeliers een financieringsmaatschappij
Inschakelden en tallozen zo ver zijn gegaan, dat zij de klant in de gelegenheid
stellen op afbetaling te kopen maar de organisatie verder helemaal naar de
financieringsmaatschappij doorschuiven.
Ook de statistiek houdt met deze ontwikkeling rekening. Er is een statistiek
▼an de kredieten van de financieringsmaatschappijen en een statistiek van
do verkopen op afbetaling van 615 detailhandelsbedrijven. Het is wel inte-
rrssant om hier even wat dieper op in te gaan, omdat de cijfers zo duidelijk
aantonen, dat de financieringmaatschappijen andere artikelen financieren dan
de zelffinancierende detailhandelsbedrijven.
In 1962 (latere cijfers zijn nog niet bekend) hebben de financieringsmaat
schappijen 138 miljoen verstrekt voor de financiering van de verkoop
of afbetaling van duurzame gebruiksartikelen; de zelffinancierende detail
handelaren verkochten voor 135 miljoen op afbetaling.
Van die 138 miljoen gaven de financieringsmaatschappijen 18 pet. voor
bromfietsen, rijwielen, motoren en scooters (groep a), 33 pet. voor radio,
t.v„ platenspelers, bandrecorders en andere muziekinstrumenten (groep b),
28 pet voor huishoudelijke artikelen als wasmachines, stofzuigers, koelkas
ten, haarden, naaimachines (groep c), 17 pet. voor meubilair, woninginrichting
en kinderwagens (groep d), 2 pet voor kleding en overig textiel (groep e)
en 2 pet voor diversen (groep f). De detailhandelsbedrijven verkochten
van het totaal aan verkopen ad 135 miljoen 3 pet aan groep a, 9 pet aan
groep b, 16 pet. aan groep c, 24 pet aan groep d, 46 pet aan groep e en 8
pet. aan groep f. Meubelen, woninginrichting en kleding spelen bij de echte het geding is, maar'ook om-
afbetalingsmagazijnen dus de grootste rol.
Een kernpunt bij de afbetaling is de overkredKering, het te veel op afbe
taling kopen bij diverse leveranciers. Leveranciers en financiers moeten
hiertegen volgens de nieuwe wet waken door het inwinnen van inlichtingen.
De beste metbode hiervoor zou een algemene kredietregistratie zijn: iedere
leverancier en financier moet opgeven wat zij verkopen en aan wie, waar
door bij nieuwe aanvragen nagegaan kan worden of aanvrager bekend is en
in welke mate hij schuld heeft.
De wet «telt deze registratie nog niet verplicht, maar acht haar kennelijk
wel wenselijk. Er wordt hierover in het bedrijfsleven druk onderhandeld
zodat het er naar uitziet dat zo'n registratie er zal komen. Bona fidë winke
liers hebben hier trouwens alle baat bij, omdat zij van kopers met te veel
schulden alleen maar schade lijden.
Belangwekkend is dat de nieuwe wet de minister van economische zaken
de kans geeft in te grijpen als dat naar zijn mening economisch noodzakelijk
la. Hieronder vallen dan in de eerste plaats de kassastorting en de vast
stelling van de looptijd van het krediet. Deze maatregelen kennen wij ove
rigens al sedert 1956, omdat de overheid het toen al nodig vond de conjunc
tuur wat af te zwakken door de kopers op afbetaling te verplichten een deel
van de koopprijs in contanten op tafel te leggen en door voorts de krediet
termijn niet te lang te maken. Dit is thans in de wet opgenomen, terwijl in
de uitvoeringsbeschikking de kassastorting op 28 pel o* 58 pel is geseld,
al naar een bepaalde groep artikelen.
Nieuw is de bepaling, dat een leverancier of financier verboden kan worden
transacties in bepaalde goederen of diensten te doen. Maar verder nog gaat
de bevoegdheid om het consumptieve kredietvolume (zowel goederen- als
geldkrediet) en het produktieve goederenkrediet aan een maximum te bin
den. Van deze bevoegdheden ls thans nog geen gebruik gemaakt.
Het merkwaardige ls, dat de wet eigenlijk alleen op het consumpieve goe
derenkrediet slaat maar dat om de conjunctuur te kunnen regelen in
dit geval ook het geldkrediet alsmede het produktieve goederenkrediet in
de regeling wordt betrokken. Alleen de handelsbanken met haar persoonlijke
leningen vallen er buiten.
Laat ons hopen dat de wet én sociaal én economisch gunstig zal werken.
.Gereformeerde vrouw'
over toekomst bond
de beschouwing
de bond veel
De oproep van het Nederlands Vrou
wen Comité aan alle vrouwenorganisa
ties zich te bezinnen op verleden, heden
en toekomst heeft ook bij de Bond van
Gereformeerde Vrouwenverenigingen
weerklank gevonden. In het januari
nummer van „De gerefori
vrouw" wordt naa
over de toekomst
boeren en tuinders) to>. oprichting van aandacht geschonken aan de vrouw en
een beleggingsfonds speciaal gericht op ,de universiteit en de politiek,
het doen deelnemen van de werkeners De Bond van Gereformeerde Vrouwen-
in de beleggingen van het bedrijfsle-verenigingen streeft ernaar m de toe
ven komst gezien te kunnen worden als een
Bijzonder belangrijk noemt hij ook vertegenwoordiging van alle gerelor-
het in voorbereiding zijnde program]vr<Swenj. °alr,0? '5 ,het "°°d-
van actie van de dfie werknemersvak-1 ?=kehjk, aldus het blad. dat ook de
cht op deelneming van
dc werknemers in ingehouden en-of uit
gekeerde winst, gekoppeld aan het niet-
dit bezit.
haar krachten geven
Naast de bondsdag die op 28 mei
aanstaande in Den Haag zal worden ge
houden zal de gereformeerde vrouw ook
aanwezig zijn op de door het Neder
landse Vrouwen comité belegde grote
bijeenkomst in de Stadsschouwburg te
r de mening'Utrecht op 14 maart 1964 waar alle
de toekomst j vrouwenverenigingen
„Vergetende hetgeen achter mij ligt...." schreef Paulus aan de
Philippenzen. We moeten onze zonden vergeten, want God
heeft ze vergeven. We moeten onze zegeningen vergeten,
want we hebben nieuwe geloof en een nieuwe zegen
nodig. We moeten vooral vergeten wat anderen ons hebben
aangedaan. Veel mensen zijn als olifanten. Ze kunnen maar
niet vergeten en vergeven. Soms na jaren breekt hun weerzin
en verzet weer baan, geven zij lucht aan hun wraakgevoelens.
Christus zegt dat we moeten vergeven. Hij laat ons zelf bid
den: „Vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze
schuldenaren." Zonder vergeven ontvangen wij geen verge
ving. Dat vinden we moeilijk. We willen wel vergeven, maar
pas als de ander om vergeving vraagt of zijn schuld bekent.
We willen pas vergeven als het initiatief van de ander uit
gaat. We willen in alles de eerste zijn. maar niet in liet ver
geven. Petrus heeft er mee gezeten. Hoe vaak moeten we dan
vergeven, vraagt hij de Heiland. Stel je voor dat iemand ons
telkens weer miskent en pijn doet. Moeten we dan altijd maar
weer vergeven. Zeven keer ts toe! genoeg, denkt hij. Maar
Christus zegt zeventig maal zeven keer. We moeten vergeten
wat anderen ons aangedaan hebben, dan pas zijn we in staat
om ons werkelijk uit te strekken naar wat God voor ons heeft.
geleidelijk verschuivingsproces kun-
- i hui plaats vinden, zonder dat de nood-£om.st herdenkmg
ambtenarenspaarregeling, de fis- J zakelijke besparingen voor het bedrijfs-! Koninkrijk,
cale faciliteiten bij het bedrijfS-leven verminderen. De bestaande
sparen, de maatregelen ter be-
vordering van het effectenbezit
i 150 jaar
voor de kleine spaarder en de nog
op stapel staande Algemene Pre
miespaarregeling, waarbij iede
re Nederlander bij een inkomen
beneden de 12.000 per jaar in
aanmerking kan komen voor een I
premie op net sparen.
Drs. W. K. N. Schmelzer. oud-staats
secretaris voor bezitsvorming, thans
voorzitter van de K.V.P.-Tweede Kamer
fractie komt tot deze conclusie in een
boekje, dat dezer dagen verschijnt on
der de titel: Bezitsvorming. Het boekje,
waaraan ook dr. W. Albeda, secretaris
van het C.N.V., een zeer belangrijke bij
drage heeft geleverd, is opgenomen in
de serie Mens en Medemens, uitgave
van Het Spectrum.
Drs. Schmelzer vindt een bedrag van
100 miljoen ter bevordering en sprei
ding van het particulier bezit niet te
voorbereiding zijn de overheidsfacilitei-
ten worden in dit velband ook van
veel betekenis genoemd.
Aan het tegengaan van de vermo
gensconcentratie wordt de voorkeur ge
geven boven een herverdeling van de
inkomens achteraf van staatswege, zo
als in socialistische kring wel is ge
suggereerd.
Drs. Schmelzer meent, dat op deze
iet volk zich ook meer persoon
lijk verbonden z..l gaan voelen met het
sociaal-economisch groeiproces. Het zal
niet vervreemden van het eigen vrije
ondernemingsgewijze produktiestelsel.
Op den duur zal zo ook een bijdrage
geleverd kunnen worden om te komen
tot het overwinnen van het wantrou-
de communistische wereld je
gens het westen, het zou een ontluis
tering kunnen inhouden van de mythe
der noodzakelijke .communistische we
reldoverheersing.
dat dit geen consumptieve uitgave is
Deze uitgave leidt namelijk tot grotere
besparingen, die in de vorm van le
ningen, naar de overheid kunnen terug
vloeien. Bij een gunstige stand van de
Nederlandse staatsschuld is het ook
niet nodig deze uitgave te dekken door
belastingheffing.
Concentratie
De stormachtige industriële en
internatiuncle ontwikkeling gaat in
internationale ontwikkeling gaat in
onze tijd gepaard met een tendens
tot centralisatie van overheids
macht en concentratie van onder
nemingsvermogen. Dit tempo,
waarin hrt sociaal-economisch le
ven verandert, vereist een tijdige
structuurhervorming van het maat
schappelijk bestel. Alleen in dat
geval kannen, naar de menning van
drs. Schmelzer, de grondslagen van
ons vrije ondernemingsgewijze pro-
duktiestelsei verstevigd worden, in
plaats van dit stelsel aan geleide
lijke maar zekere uitholling en on
dermijning bloot te stellen. Hij ziet
daarbij verdere, spreiding van het
particuliert bezit als een van de es
sentiële onderdelen om het vraag
stuk van de politieke en sociaal-eco
nomische democratie voor de toe
komst op te lossen.
Met waardering spreekt drs. Schmel
zer over het initiatief van het Convent
van Chr. Sociale Organisaties (werkge
vers, werknemers, middenstanders en
Klemmend beroep op onderwijzers:
de Nederlandse onderwijzers
vereniging (NOV) in Amsterdam
heeft gisterochtend in een motie
een klemmend beroep gedaan op
alle 'Nederlandse onderwijzers
het roken althans op school te
staken.
„De onderwijzer moet een voorbeeld
zijn", zo meende de heer L. F. Beeld
snijder uit UithuL-en (Groningen), die
de motie had ingediend. Hij zei voorts
dat de onderwijzer naast zijn verant
woordelijkheid voor zijn eigen gezond
heid, ook rekening heeft te houden
met de invloed die van hem uitgaat
op zijn pupillen. De heer Beeldsnijder,
die van mening is dat roken een pe
dagogisch probleem is, zei: „Van u
wordt een voorbeeld verlangd in de
strijd van de mens om zijn leeftijd
te verlengen. Om later verslaving te
voorkomen, moet de jeugd nu al wor
den benaderd" Hij achtte het nood
zakelijk de schoolkinderen ervan te
overtuigen dat niet roken van meer
volwassenheid getuigt dan verslaving.
Tijdens het vurig pleidooi van de
heer Beeldsnijder was de walm van
sigaretten- en sigarenrook in de con
greszaal vin Krasnapolsky in Amster
dam even opgetrokken.
afgevaar-
t de motie en 12
Vijf stemden blanco.
Televisie
De onderwijzers aanvaardden
voorts een voorstel, waarin wordt ge
vraagd een onderzoek te laten instel
len naar de mate, waarin 's avonds
door scholieren naar de televisie
wordt gekeken, naar de aard van de
gekozen programma's alsmede naar
de gevolgen die dit voor de school en
de leerlingen heeft of kan hebben ten
goede of ten kwi de.
Het NOV-bestuur zei dit onderzoek
zelf niet te kunnen verrichten, maar ver
wees naar het uit 1959 daterende rap
port van het CBS ..Schooljeugd en tele- A
visie" De indieners van het voorstel
den dit rapport te oud want
in 1959 390.000 tv-toesten en n
ke onderwijzersverenigingen omvat. De
rooms-katholieke jonge onderwijzers
kwalificeerden de houding van het
ANOF-bestuur als slap, te netjes, en
veel te weinig getuigend van enige durf
en stootkracht
Naar hun mening ls de houding van
ANOF en KO V-bestuur te fatsoenlijk, 1
de slechtste betekenis van bet woord.
Winst deling
Verhouding met
vrije bedrijf
verstoord
joen. De NOV zal het CBS nu vragen
et meer recente gegevens te komen.
Aanvaard werd ook een voorstel
om te pleiten voor een ruimere mo
gelijkheid tot gehele of gedeeltelijke
vrijstelling van militaire dienst voor
onderwijzers.
Ongerust
De onderwijzers hebben op de verga
dering voorts uiting gegeven aan hun
ongerustheid over de verhouding tussen
de overhzidsJonen en de lonen in het
vrije bedrijf. Zij menen dat de ver
houding tuiste de financiële waardering
i de werknemers in het vrije bedrijf
de ambtenaren en onderwijzers ern
stig in het nadee' van de laatsten is
verstoord door winstuitkeringen in het
vrije bedrijf Met algemene stemmen
is dan ook een voorstel aangenomen,
dat „alles moet worden gedaan om aan
dit onrecht eer einde te maken".
Kritiek
Tijdens een gisteren in Utrecht gehou
den vergadering van het Katholieke On
derwijzers Verbond (KOV) hebben ver-
tegenwoorLgers van groepen onderwij
zers felle t.ribek geuit op het door
ANOF-besturr gevoerde beleid, in het luJClulug
bij/onder waar hei salariskwesties be-1 het oorlogsvraagstuk".
treft De ANOF is de algemene Neder- Rönng gelooft dat het van de
ijzers federatie, die de al- onderwijzer afhangt of de opgroeiende
-r. christelij- genexatie mentaal geschikt zal zijn voor
wereld waarin zij leven kan. Daar-
winstdeling
hij op, dat een arbeidscontract
huurovereenkomst is en dat een werk
nemer meer is dan een leverancier
arbeidskrachten. Met het vantevo-
„overeengekomen loon" is de on
derneming niet van de werknemer af.
De definitieve resultaten van de onder
neming kannen pas achteraf verdeeld
worden.
Dr. Albeda verklaart zlcb geen groot
voorstander van een „pooling" van een
an de winst van het hele Ne
derlandse bedrijfsleven ten gunste van
de werknemers. Ook zou hij de winstde
ling liever niet per bedrijfstak geregeld
Voorkeur verdient naar zijn me-
irnemlng,
met de onderneming
versterkt.
Voor bedrijfstakken als de landbouw
de bouwnijverheid zou gedacht kun-
m worden aan mee flexibele lonen,
omdat hier een winstdeling bijzonder
moeilijk .is. Na voldoende ervaringen
te hebben opgedaan. Zou de winstdeling
deling aan wettelijke bepalingen gebon-
>n kunnen worden.
De spaarbevordering zal bij de
heid deel moeten uitmaken van
breed program, waarbij het verhogen
van de reële inkomens der laagst be
taalden punt no. 1. diennt te zijn. Tot
een dergelijk program behoort ook,
aldus dr. Albeda, het stimuleren van de
studie bij jongeren uit de lagere inko
mensgroepen, want vermeerdering van
geestelijke rijkdom behoort vooraf te
gaan aan vermeerdering van de r
teriële rijkdom.
Lange termijn
Van een verhoging van de lagere
komens verwacht dr. Albeda nog niet
direct een toeneming van de besparin
gen, omdat bij velen eerst nog de mo
derne, duurzame gebruiksgoederen, zo
als wasmachine, koelkast tv. om van
auto maar te zwijgen, aangeschaft
moeten worden. Bezitsvormingspolitiek
is daarom lange-termijn-politiel
ze moet ingebed worden in
der sociaal-economisch beleid.
Bezitsvorming is, aldus dr. Albeda,
i wezen een begeleidend verschijnsel
zn twee fundamentele trekken vai
modern sociaal-economisch beleid:
hoging van de levensstandaard van
brede lagen van ons volk en democra
tisering van de structuur
drijfsleven. Het ondernemingsgewijze
karakter van onze westerse produktie-
wijze kan slechts behouden worden door
de bezitsverhoudingen en de zeggen
schapsverhoudingen in de ondernemin
gen te democratiseren. Democratisering
de verhouding met gelijktijdige af-
Prof. De Quay nu
curator van de
T.H. Eindhoven
By Koninklijk besluit is benoemd tot
d van het College van curatoren van
de Technische Hogeschool te Eindhoven:
prof dr J E de Quay te Beers (N-B)De nu
62-jarige oud-premier heeft zich vroeger
al verdiensten voor de Technische Hoge
school te Eindhoven verworven. Hy is
voorzitter geweest van het bestuur van
de Stichting technisch hoger onderwijs
in het Zuiden. In augustus 1955 stelde
de minister van onderwijs, kunsten en
wetenschappen een commissie in ter ver
dere uitwerking van de plannen voor de
Technische Hogeschool te Eindhoven.
Prof. De Quay werd tot voorzitter van
deze commissie benoemd. Bij Koninklijk
besluit van 14 juni 1956 werd hij be
noemd tot lid en voorzitter van het col
lege van curatoren van de Technische
Hogeschool te Eindhoven. Op 23 juni
1956, de Dies Natalis van de hogeschool.
Reumatiek TO GAL HELPT
Griep TOGAL HELPT
Migraine TOGAL HELPT
Menstruatiepijn TOGAL HELPT
Verkouden TOGAL HELPT
Hoofdpijn TOGAL HELPT
Spit TOGAL HELPT
Prof. Röling voor
NOV over oorlog
De opvattingen van de onderwijzer
over het oorlogsvraagstuk zijn van be
palende invloed voor het denkpatroon
van het kind. zo meent de Groninger
hoogleraar in het straf- en volkeren
recht en de wetenschap van de vrede
(polaemologie) prof. mr. B. V. A. Röling,
die gistermiddag op de algemene ver
gadering van de Nederlandse Onder
wijzers Vereniging in Amsterdam een
inleiding hield over „het onderwijs en
moet veel praktisch en theoretisch
werk worden verricht, want het gaat er
daarbij om de jeugd te leren denken aan
grotere gemeenschappen dan het het
eigen landje en te doordringen van het
besef, dat de wapens er niet zijn om te
gebruiken.
..Dat we nog leven leven hebben we
te danken aan de onkunde van onze
voorouders, maar nu beschikken we over
wapens die de aarde vyandig aan het
leven kunnen maken", zo betoogde prof.
•ylen Röling, die herinnerde aan een uitspraak
rlen; i van Kennedy, dat in de eerste 24 uur van
Maassluis (vac. C. Mak): J. Bovenberg I een atoomoorlog 150 miljoen' doden zul-
te Goesteren-Gelselaar; te Warns: R. v. d j len vallen. De laatste oorlog kostte 100
IVi mil- Berg, kand. te Emmeloord. Imiljoen slachtoffers
Beroepingswerk
NED. HERV. KERK
GEREFORMEERDE KERKEN
e verstatelijking.
Na bijna 24 jaar keert de Lufthansa
terug naar Schiphol. In de komende
zomer zal de Duitse luchtvaartmaat
schappij, die tot de oorlog toe ook op
Schiphol vloog, een geregelde lijndienst
onderhouden van Frankfort via Schiphol
naar Londen en terug. Het ligt in de
bedoeling deze nieuwe lijn vanaf 1 april
a.s. dagelijks uit te voeren, voorlopig
waarschijnlijk met een Viscount
hem op zijn verzoek eervol ontslag ver
leend als voorzitter en lid van het col
lege van curatoren met dankbetuiging
voor de belangrijke diensten in deze
functie aan den lande bewezen.
In antwoord op schriftelijke vra
gen van het Tweede Kamerlid Frans-
sen (PvdA) inzake de dood van de
hnzaar L. G. de Bruin, zegt de mi
nister van defensie, De Jong, dat de
officier van justitie te Zwolle de bar-
bediende, die de huzaar De Bruin
van alcohol had voorzien zal vervol-
zal worden.
Zoals bekend werd huzaar De Bruin
9 oktober 1963 in de legerplaats 't Har
de dood in bed aangetroffen, vermoede-
ia het gebruik van een grote hoe
veelheid alcohol. Op-een vraag van het
Kamerlid of de huzaar tijdens het zgn.
„ontgroenen van fillers" gedwongen zou
zijn tot het drinken van alcohol, ant
woordt de minister dat een justitieel
onderzoek heeft uitgewezen, dat er
voldoende termen aanwezig zijn or
bij deze zaak betrokken militairen
de krijgsraad te verwijzen. Vanwege het
wel aanwijsbare krljgstuchtelijke aspect
is him zaak in handen gesteld van de
commanderende officier ter krijgstuch-
telijke afdoening, aldus de minister.
Belediging van Gerstenmaier
De rechtbank van Kiel heeft
enkele vooraanstaande Duitse
kerkelijke leiders opgeroepen om
te verschijnen als getuigen in een
rechtszaak tegen een voormalige
parachutistengeneraal en zijn ad
vocaat. Zij moeten zich verant
woorden wegens belediging van
de huidige president van de Duit
se Bondsdag, Eugen Gerstenmai
er. Martin Niemöller en ds. Grü-
ber zijn onder meer opgeroepen.
De rechtzaak gaat terug op een ver
oordeling van Gerstenmaier tegen het
einde van de oorlog, op 11 januari 1945
wegens medeplichtigheid aan verzet te
gen Adolf Hitler. Van de zes verzetslie
den werden er drie ter dood veroor
deeld en drie kregen lange tuchthuis
straffen. Gerstenmaier werd veroor
deeld tot zeven jaar tuchthuisstraf.
Sedert het einde van de oorlog heeft
de parachutist Bernhardt Ramcke, die
Best verdedigde tot het niets meer
dan een puinhoop, herhaaldelijk
aanklachten ingediend tegen Gersten
maier wegens „onwar uitspraken over
zijn verzet tegen het nationaal-socialis-
De beschuldigingen zijn van Oostduitse
zijde herhaaldelijk aangegrepen om Ger
stenmaier in een duister daglicht te
stellen, meldt het Duitse blad „Der
Spiegel".
Volgens Ramcke heeft Gerstenmaier
zijn vrienden in de steek' gelaten om
zelf zijn hoofd te redden. Hij heeft de
kerk verzocht maatregelen tegen de pre
sident van de bondsdag te nemen. De
ze antwoordde echter reeds in 1958 dat
zij geen enkele reden zag om op dia
oude kwestie terug te komen.
Gerstenmaier zelf heeft echter nu een
persoonlijke aanklacht ingediend tegen
Ramcke en diens advocaat die de be
schuldigingen opstelde. Wilhelm Mass-
mann. Hij heeft de rechtbank verzocht
verscheidene protestantse kerkelijke
personen op te roepen om als getuige
aor hem op te treden.
De nazi-parachutist heeft inmiddels
a hulp ingeroepen van extreem-linkse
tannen en de journalist Hartmut Bun-
ke opgeroepen.
Prof. mr. G de Heer
overleden
In de ouderdom van 69 jaar ia in
Krimpen aan de IJssel overleden prof.
dr. mr. C. de Heer, oud-hoogleraar aan
de universiteit van Indonesië te Makas-
Prof. De Heer werd 23 september 1894
te Schoonhoven geboren. Hij studeerde
aan de Nederlandsche Economische Hoo-
geschool te Rotterdam, waar hij in 1929
promoveerde op een proefschrift over
de Oostindische compagnie.
Voorts studeerde hy aan de Vrye Uni
versiteit rechten. In Rotterdam, waar
hij werkte, was hij gemeenteraadslid
van de A.R. Partij. Voorts diende hij de
Hervormde gemeenteen van Rotterdam-
Delfshaven. Als ouderling maakte hij
deel uit van het Prov. kerkbestuur van
Utrecht
In 1949 hield hy te Makasa' zijn in
augurele oratie over „De grond als kos
tenfactor". De teraardebestelling van zijn
stoffelijk overschot zal maandagmiddag
te Schoonhoven geschieden.
Uitgave over
het wonder
Geest Gods maakt
kern actueel
De wijsbegeerte der wetsidee
heeft slechts toekomst als zij zich
laat stuwen door de centrale drijf
kracht van Gods Woord en het
waarlijk oecumenisch christelijk
motief van schepping, zondeval
en verlossing door Jezus Christus
in de gemeenschap der Heilige
Geest. Daarin ligt de religieuze
kern van de christelijke wijsbe
geerte der wetsidee. Prof. H.
Dooyeweerd, schrijver van het
standaardwerk over deze mate
rie gaf met deze uitspraak op de
studieconferentie, annex jaarver-
gadering, van de Vereniging voor
Calvinistische Wijsbegeerte blijk
van een optimistische kijk op de
toekomst van deze filosofie.
De leer van de tijd, modaliteiten
individualiteitsstructuren vormen
wijsgerige ombouw van het geheel,
ei hij. Deez wijsgerige ombouw is
feilbaar, aan tijd gebonden mensen
werk. Maar zolang de geest van God
in ons werkzaam blijft zal haar kem
actueel blijven, en zal de drijfkracht
van Gods Woord ons oproepen tot re
formatie van ons denken, meent prof.
Dooyeweerd.
Toekomst
Prof. Dooyeweerd gaf naast deze toe
komstvisie een beschouwing over het
ontstaan van de „wetsidee". Hij noerri-
de dr A. Kuyper die een integrale re
formatie van het. gehele leven voor
stend. Ook die van de wetenschap.
Toch was bij hem en zijn volgelingen,
zo zei prof. Dooyeweerd, ook nog een
scholastieke lijn te bespeuren: de ten
dens om de wijsbegeerte aan te passen
aan de scholastieke theologie. Op dit
punt brak later het conflict uit met
de theologische faculteit aan de V.U.
die toen nog hing aan het dualistische
mensbeeld, zo verklaarde hij.
Prof. Dooyeweerd noemde als gevaren
die de christelijke wijsbegeerte na de
tweede wereldoorlog bedreigen de door
braak en de tendens tot verkerkelijking
(Van
kerkredactie)
Dezer dagen heeft het Nederlands
Gesprek» Centrum zijn 26ste publicatie
het licht doen zien. Het ls een brochure
gewijd aan „Hei wonder", waaraan
protestantse, rooms-katholieke en ande
re auteurs hebben meegewerkt.
Reeds in 1958 bes'oot het curatorium
van het gesprekscectrum een commis
sie in te stellen om zich bezig te hou
den met het wonder als fenomeen. Vo
rig jaar werd een apart weekend aan dit
onderwerp gewijd. Achtereenvolgens
werden inleidingen opgenomen over
„Het wonder in onze wereld," „Het
wonder als confrontatie met het mys
terie der werkelijkheid", „Het wonder
als providentieel gebeuren," en „Het
wonder als mirakel."
Als bijlage zijn korte inleidingen op
genomen van ds. P. Simoons over „Het
wonder in de Heilige Schrift", van ds.
G. van Loenen over „Het wonder vol
gens de Heilige SchriJ'", J. J. C. Mar
let over „Psychologische aspecten van
de wonderbeleving" en van de rooms-
katholieke prof. dr. E. C. T%. 4 Schille-
beekx over zijn r.k. visie op de intrede
van God in de geschiedenis.
Tegelijkertijd is ook het jongste num
mer van het blad „Geloof en weten
schap" het orgaan van de Christelijke
vereniging van natuur- en geneeskundi
gen in Nederland aan dit onderwerp
gewijd. Het bevat de inleiding (met e
gehouden op
sten van de led;n van d»vereniging.
Prof. gaat uit van de zojuist versche
nen brochure van het Gesprekscen-
AOSRAM
Haar ogen leken me groter en bruiner dan ooit.
Ze zag er ontroerend slecht uit. Haar gezicht was
asgrauw, wat nog erger uitkwam door de blauw
zwarte schaduwen onder de ogen. Eten deed ze
nauwelijks, als een kleine schim liep ze nu al een
paar dagen door ons Huis. Ze maakte met de
kinderen de grapjes van altijd, maar haar ogen
lachten niet mee, die zagen andere dingen. Welke?
Ik wist het niet. Het ging me wel wat benauwen,
juist omdat het zo duidelijk was dat er moeilijk
heden waren. Ze converseerde mee, beleefd, doch
afwezig. Ze hielp plichtsgetrouw afwassen, maar
was verder onbereikbaar. Zo anders dan de
andere keren dat ze hier was. Dan praatte ze
zonder géne over haar wonderlijk bonte leventje
dat zich afspeelde in zulke andere sferen dan de
mgne. Ze was nu 32 jaar, had gezworven in weet
ik hoeveel landen, ze had gezongen in rokerige
kroegjes, was fotomodel geweest en maakte
poppen. Heel nette klederdrachtpoppen, die ze
verkocht aan souvenirwinkeltjes en heel vreemde
poppen, die iedereen machtig knap vond, maar
die onverkocht bleven.
In de ogen van menigeen was ze een maat
schappelijk kneusje zonder serieus verankerde
toekomst. Zelf tilde ze daar niet zwaar aan, ze
plukte de dag zoals hij kwam. Een kind-vrouwtje
was ze, lief en wereldvreemd. Sinds een half jaar
had ze nu een vast vrindje. We hadden de hoofden
geschud. Hij was tien jaar jonger dan zij, een
vage figuur, die verzen schreef.
Toen ik vanmorgen de kamer binnenkwam om
de planten water te geven, legde ze het boek
Va&tang.e£s
en
neer, waarin ze las en alsof het zomaar een losse
opmerking was, zei ze: ..Ik verwacht een kind.
Van G er ben", verduidelijkte ze.
Mijn hersenen werkten op topsnelheid en waren
praktische zaken aan het regelen van wieg en
luiers, ondertussen gingen mijn handen door met
het gietertje. Maar mijn stem, vlak en gewoon als
de hare, vroeg: „Wat zegt Gerben ervan?"
Voorlopig zegt hij niets Hh heeft een of andere
literaire prijs gewonnen en zit in Italië."
..T> ouwen jullie als hij terugkomt?"
„Geen idee. Hij bindt zich liever niet, geloof ik."
,Jlou je van hem?"
„Ach, wat is houden van?"
Doorgieteren, dacht ik, gewoon doorgieteren,
niet laten merken hoe alles je schokt, niet preken,
niet moraliseren.
Jij vindt me natuurlijk heel slechthè?"
Js het niet veel belangrijker wat jijzelf vindt?"
ontweek ik.
„Het kind dat vind ik fijn. Sinds mijn vader
dood is heb ik nooit meer iets helemaal voor
mezelf gehad, behalve de poppen. Een kindje van
mezelf, ja dat lijkt me heerlijk. Maar Gerben?
Ik weet niet hoor, trouwen is een heel ding. Soms
is hij erg lief voor me, dat wel. Maar er zijn ook
dagen, dat hij maar voor het raam staat te staren,
wachtend op inspiratie, dan wordt ik doodnerveus
van hem en zo geïrriteerd."
Alle planten hadden nu water gehad, ik ging bij
haar zitten en vroeg: „Als we nu eerst eens een
afspraak met de dokter maakten!"
„De dokter?", vroeg ze verwonderd, „o ja, de
dokter, dat moet wel natuurlijk. Ik ben wel een
dissonant in jouw nette maatschappelijke wereldje
hè? Dat bedoel ik niet hatelijk hoor, want eigen
lijk zou ik wel willen, dat mijn eigen leven ook
een beetje meer zo was." Haar grote ogen keken
me hulpeloos en verontschuldigend aan. „Maar
ja, ik ben nu eenmaal een vreemde fliederde-
fladder."
Ik voelde me net een moeder-overste van i
heel strenge orde, die een te hupse not
bekapittelde, toen ik ten slotte toch met haar
praten ging. Halverwege mijn sermoen sprong
ze op, kuste me spontaan op beide wangen en
zei: Als Het een meisje wordt, noem ik het
Mink."
En ik wist niet of ik lachen of huilen moest.
MINK VAN RIJSDIJK I