ZWERFSTEEN ZEN Geef voorbeeld door op school niet te roken Uit schatkist 100 miljoen nodig voor bezitsvorming Een kanttekening Een tvoord voor vandaag Kerkelijke leiders gaan getuigen in rechtszaak Prof. H. Dooyeweerd ziet toekomst voor „wetsidee" ZATERDAG 4 JANUARI 1964 Albeda en Schmelzer over winstdeling (Van soc.-econ. redactie) DE overheidsuitgaven voor de thans reeds getroffen bezits vormingsmaatregelen en de in de toekomst nog te realiseren over heidsinitiatieven zullen in totaal ongeveer 100 miljoen gaan be dragen. Dit bedrag is, gezien het grote maatschappelijke belang, dat aan de orde is, niet te hoog te achten. Met dit bedrag moeten gefinancierd worden de premie spaarregeling voor jongeren, de AFBETALING IN ANDERE BANEN f)P 1 Januari 1964 is de wet op het afbetalingsstelsel In werking gesteld, twee en een half Jaar na haar totstandkoming. Er ls over deae wet zeer ▼••1 te doen geweest en het heeft Jaren geduurd voordat ril de eindstreep haalde, maar wij moeten bepaald niet denken dat de afbetaling door de nievwe wet een geheel andere kant sal uitgaan. De afbetaling wordt wettelijk op twee wijzen geregeld. Er bestaat sedert 1936 een privaatrechtelijke regeling, die de onderlinge verhoudingen van de burgers bij de koop en verkoop op afbetaling en bij de huurkoop regelt. De betrokken artikelen sijn opgenomen in bet Burgerlijk Wetboek en in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Om daarnaast ook toezicht op de verkopers op afbetaling en op de colporteursI te kunnen uitoefenen, verscheen in 1936 eveneens de wet op het afbetalings- bedrijf. Deze laatste wet nu heeft plaats gemaakt voor de nieuwe wet op het afbetalingsstelsel. Zij wil het afbetalingsstelsel in goede banen leiden en uitwassen bestrijden. Maar zij maakt bet ook mogelijk om de omvang van het kredietvolume te regelen, waardoor in een hoogconjunctuur de rem kan worden aangezet en in een laagconjunctuur die rem weer wat losser gezet kan worden. De nieuwe wet heeft dus zowel een sociaal als een ecoootnisch karakter. Het onmiddellijke gevolg van de inwerkingtreding van de wet is, dat alle afbetalingsleveranciers thans bij de Kamer van Koophandel ingeschreven moeten worden, dat leveranciers met colporteurs een vergunning van burgemeester en wethouders moeten vragen en dat alle afbetalingsfinanciers een vergunning van het departement van economische zaken moeten hebben. De wet onderscheidt dus afbetalingsleveranciers en financiers. Dit is inder daad zeer zinvol. Vele winkeliers die op afbetaling verkochten hebben in den beginne de hiermee gepaard gaande kredietverlening zelf gefinancierd. Maar steeds meer winkeliers wilden die hieruit voortspruitende soesah niet meer hebben of waren eenvoudig niet in staat financieel de zaak vol te houden. Vandaar dat steeds meer winkeliers een financieringsmaatschappij Inschakelden en tallozen zo ver zijn gegaan, dat zij de klant in de gelegenheid stellen op afbetaling te kopen maar de organisatie verder helemaal naar de financieringsmaatschappij doorschuiven. Ook de statistiek houdt met deze ontwikkeling rekening. Er is een statistiek ▼an de kredieten van de financieringsmaatschappijen en een statistiek van do verkopen op afbetaling van 615 detailhandelsbedrijven. Het is wel inte- rrssant om hier even wat dieper op in te gaan, omdat de cijfers zo duidelijk aantonen, dat de financieringmaatschappijen andere artikelen financieren dan de zelffinancierende detailhandelsbedrijven. In 1962 (latere cijfers zijn nog niet bekend) hebben de financieringsmaat schappijen 138 miljoen verstrekt voor de financiering van de verkoop of afbetaling van duurzame gebruiksartikelen; de zelffinancierende detail handelaren verkochten voor 135 miljoen op afbetaling. Van die 138 miljoen gaven de financieringsmaatschappijen 18 pet. voor bromfietsen, rijwielen, motoren en scooters (groep a), 33 pet. voor radio, t.v„ platenspelers, bandrecorders en andere muziekinstrumenten (groep b), 28 pet voor huishoudelijke artikelen als wasmachines, stofzuigers, koelkas ten, haarden, naaimachines (groep c), 17 pet. voor meubilair, woninginrichting en kinderwagens (groep d), 2 pet voor kleding en overig textiel (groep e) en 2 pet voor diversen (groep f). De detailhandelsbedrijven verkochten van het totaal aan verkopen ad 135 miljoen 3 pet aan groep a, 9 pet aan groep b, 16 pet. aan groep c, 24 pet aan groep d, 46 pet aan groep e en 8 pet. aan groep f. Meubelen, woninginrichting en kleding spelen bij de echte het geding is, maar'ook om- afbetalingsmagazijnen dus de grootste rol. Een kernpunt bij de afbetaling is de overkredKering, het te veel op afbe taling kopen bij diverse leveranciers. Leveranciers en financiers moeten hiertegen volgens de nieuwe wet waken door het inwinnen van inlichtingen. De beste metbode hiervoor zou een algemene kredietregistratie zijn: iedere leverancier en financier moet opgeven wat zij verkopen en aan wie, waar door bij nieuwe aanvragen nagegaan kan worden of aanvrager bekend is en in welke mate hij schuld heeft. De wet «telt deze registratie nog niet verplicht, maar acht haar kennelijk wel wenselijk. Er wordt hierover in het bedrijfsleven druk onderhandeld zodat het er naar uitziet dat zo'n registratie er zal komen. Bona fidë winke liers hebben hier trouwens alle baat bij, omdat zij van kopers met te veel schulden alleen maar schade lijden. Belangwekkend is dat de nieuwe wet de minister van economische zaken de kans geeft in te grijpen als dat naar zijn mening economisch noodzakelijk la. Hieronder vallen dan in de eerste plaats de kassastorting en de vast stelling van de looptijd van het krediet. Deze maatregelen kennen wij ove rigens al sedert 1956, omdat de overheid het toen al nodig vond de conjunc tuur wat af te zwakken door de kopers op afbetaling te verplichten een deel van de koopprijs in contanten op tafel te leggen en door voorts de krediet termijn niet te lang te maken. Dit is thans in de wet opgenomen, terwijl in de uitvoeringsbeschikking de kassastorting op 28 pel o* 58 pel is geseld, al naar een bepaalde groep artikelen. Nieuw is de bepaling, dat een leverancier of financier verboden kan worden transacties in bepaalde goederen of diensten te doen. Maar verder nog gaat de bevoegdheid om het consumptieve kredietvolume (zowel goederen- als geldkrediet) en het produktieve goederenkrediet aan een maximum te bin den. Van deze bevoegdheden ls thans nog geen gebruik gemaakt. Het merkwaardige ls, dat de wet eigenlijk alleen op het consumpieve goe derenkrediet slaat maar dat om de conjunctuur te kunnen regelen in dit geval ook het geldkrediet alsmede het produktieve goederenkrediet in de regeling wordt betrokken. Alleen de handelsbanken met haar persoonlijke leningen vallen er buiten. Laat ons hopen dat de wet én sociaal én economisch gunstig zal werken. .Gereformeerde vrouw' over toekomst bond de beschouwing de bond veel De oproep van het Nederlands Vrou wen Comité aan alle vrouwenorganisa ties zich te bezinnen op verleden, heden en toekomst heeft ook bij de Bond van Gereformeerde Vrouwenverenigingen weerklank gevonden. In het januari nummer van „De gerefori vrouw" wordt naa over de toekomst boeren en tuinders) to>. oprichting van aandacht geschonken aan de vrouw en een beleggingsfonds speciaal gericht op ,de universiteit en de politiek, het doen deelnemen van de werkeners De Bond van Gereformeerde Vrouwen- in de beleggingen van het bedrijfsle-verenigingen streeft ernaar m de toe ven komst gezien te kunnen worden als een Bijzonder belangrijk noemt hij ook vertegenwoordiging van alle gerelor- het in voorbereiding zijnde program]vr<Swenj. °alr,0? '5 ,het "°°d- van actie van de dfie werknemersvak-1 ?=kehjk, aldus het blad. dat ook de cht op deelneming van dc werknemers in ingehouden en-of uit gekeerde winst, gekoppeld aan het niet- dit bezit. haar krachten geven Naast de bondsdag die op 28 mei aanstaande in Den Haag zal worden ge houden zal de gereformeerde vrouw ook aanwezig zijn op de door het Neder landse Vrouwen comité belegde grote bijeenkomst in de Stadsschouwburg te r de mening'Utrecht op 14 maart 1964 waar alle de toekomst j vrouwenverenigingen „Vergetende hetgeen achter mij ligt...." schreef Paulus aan de Philippenzen. We moeten onze zonden vergeten, want God heeft ze vergeven. We moeten onze zegeningen vergeten, want we hebben nieuwe geloof en een nieuwe zegen nodig. We moeten vooral vergeten wat anderen ons hebben aangedaan. Veel mensen zijn als olifanten. Ze kunnen maar niet vergeten en vergeven. Soms na jaren breekt hun weerzin en verzet weer baan, geven zij lucht aan hun wraakgevoelens. Christus zegt dat we moeten vergeven. Hij laat ons zelf bid den: „Vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren." Zonder vergeven ontvangen wij geen verge ving. Dat vinden we moeilijk. We willen wel vergeven, maar pas als de ander om vergeving vraagt of zijn schuld bekent. We willen pas vergeven als het initiatief van de ander uit gaat. We willen in alles de eerste zijn. maar niet in liet ver geven. Petrus heeft er mee gezeten. Hoe vaak moeten we dan vergeven, vraagt hij de Heiland. Stel je voor dat iemand ons telkens weer miskent en pijn doet. Moeten we dan altijd maar weer vergeven. Zeven keer ts toe! genoeg, denkt hij. Maar Christus zegt zeventig maal zeven keer. We moeten vergeten wat anderen ons aangedaan hebben, dan pas zijn we in staat om ons werkelijk uit te strekken naar wat God voor ons heeft. geleidelijk verschuivingsproces kun- - i hui plaats vinden, zonder dat de nood-£om.st herdenkmg ambtenarenspaarregeling, de fis- J zakelijke besparingen voor het bedrijfs-! Koninkrijk, cale faciliteiten bij het bedrijfS-leven verminderen. De bestaande sparen, de maatregelen ter be- vordering van het effectenbezit i 150 jaar voor de kleine spaarder en de nog op stapel staande Algemene Pre miespaarregeling, waarbij iede re Nederlander bij een inkomen beneden de 12.000 per jaar in aanmerking kan komen voor een I premie op net sparen. Drs. W. K. N. Schmelzer. oud-staats secretaris voor bezitsvorming, thans voorzitter van de K.V.P.-Tweede Kamer fractie komt tot deze conclusie in een boekje, dat dezer dagen verschijnt on der de titel: Bezitsvorming. Het boekje, waaraan ook dr. W. Albeda, secretaris van het C.N.V., een zeer belangrijke bij drage heeft geleverd, is opgenomen in de serie Mens en Medemens, uitgave van Het Spectrum. Drs. Schmelzer vindt een bedrag van 100 miljoen ter bevordering en sprei ding van het particulier bezit niet te voorbereiding zijn de overheidsfacilitei- ten worden in dit velband ook van veel betekenis genoemd. Aan het tegengaan van de vermo gensconcentratie wordt de voorkeur ge geven boven een herverdeling van de inkomens achteraf van staatswege, zo als in socialistische kring wel is ge suggereerd. Drs. Schmelzer meent, dat op deze iet volk zich ook meer persoon lijk verbonden z..l gaan voelen met het sociaal-economisch groeiproces. Het zal niet vervreemden van het eigen vrije ondernemingsgewijze produktiestelsel. Op den duur zal zo ook een bijdrage geleverd kunnen worden om te komen tot het overwinnen van het wantrou- de communistische wereld je gens het westen, het zou een ontluis tering kunnen inhouden van de mythe der noodzakelijke .communistische we reldoverheersing. dat dit geen consumptieve uitgave is Deze uitgave leidt namelijk tot grotere besparingen, die in de vorm van le ningen, naar de overheid kunnen terug vloeien. Bij een gunstige stand van de Nederlandse staatsschuld is het ook niet nodig deze uitgave te dekken door belastingheffing. Concentratie De stormachtige industriële en internatiuncle ontwikkeling gaat in internationale ontwikkeling gaat in onze tijd gepaard met een tendens tot centralisatie van overheids macht en concentratie van onder nemingsvermogen. Dit tempo, waarin hrt sociaal-economisch le ven verandert, vereist een tijdige structuurhervorming van het maat schappelijk bestel. Alleen in dat geval kannen, naar de menning van drs. Schmelzer, de grondslagen van ons vrije ondernemingsgewijze pro- duktiestelsei verstevigd worden, in plaats van dit stelsel aan geleide lijke maar zekere uitholling en on dermijning bloot te stellen. Hij ziet daarbij verdere, spreiding van het particuliert bezit als een van de es sentiële onderdelen om het vraag stuk van de politieke en sociaal-eco nomische democratie voor de toe komst op te lossen. Met waardering spreekt drs. Schmel zer over het initiatief van het Convent van Chr. Sociale Organisaties (werkge vers, werknemers, middenstanders en Klemmend beroep op onderwijzers: de Nederlandse onderwijzers vereniging (NOV) in Amsterdam heeft gisterochtend in een motie een klemmend beroep gedaan op alle 'Nederlandse onderwijzers het roken althans op school te staken. „De onderwijzer moet een voorbeeld zijn", zo meende de heer L. F. Beeld snijder uit UithuL-en (Groningen), die de motie had ingediend. Hij zei voorts dat de onderwijzer naast zijn verant woordelijkheid voor zijn eigen gezond heid, ook rekening heeft te houden met de invloed die van hem uitgaat op zijn pupillen. De heer Beeldsnijder, die van mening is dat roken een pe dagogisch probleem is, zei: „Van u wordt een voorbeeld verlangd in de strijd van de mens om zijn leeftijd te verlengen. Om later verslaving te voorkomen, moet de jeugd nu al wor den benaderd" Hij achtte het nood zakelijk de schoolkinderen ervan te overtuigen dat niet roken van meer volwassenheid getuigt dan verslaving. Tijdens het vurig pleidooi van de heer Beeldsnijder was de walm van sigaretten- en sigarenrook in de con greszaal vin Krasnapolsky in Amster dam even opgetrokken. afgevaar- t de motie en 12 Vijf stemden blanco. Televisie De onderwijzers aanvaardden voorts een voorstel, waarin wordt ge vraagd een onderzoek te laten instel len naar de mate, waarin 's avonds door scholieren naar de televisie wordt gekeken, naar de aard van de gekozen programma's alsmede naar de gevolgen die dit voor de school en de leerlingen heeft of kan hebben ten goede of ten kwi de. Het NOV-bestuur zei dit onderzoek zelf niet te kunnen verrichten, maar ver wees naar het uit 1959 daterende rap port van het CBS ..Schooljeugd en tele- A visie" De indieners van het voorstel den dit rapport te oud want in 1959 390.000 tv-toesten en n ke onderwijzersverenigingen omvat. De rooms-katholieke jonge onderwijzers kwalificeerden de houding van het ANOF-bestuur als slap, te netjes, en veel te weinig getuigend van enige durf en stootkracht Naar hun mening ls de houding van ANOF en KO V-bestuur te fatsoenlijk, 1 de slechtste betekenis van bet woord. Winst deling Verhouding met vrije bedrijf verstoord joen. De NOV zal het CBS nu vragen et meer recente gegevens te komen. Aanvaard werd ook een voorstel om te pleiten voor een ruimere mo gelijkheid tot gehele of gedeeltelijke vrijstelling van militaire dienst voor onderwijzers. Ongerust De onderwijzers hebben op de verga dering voorts uiting gegeven aan hun ongerustheid over de verhouding tussen de overhzidsJonen en de lonen in het vrije bedrijf. Zij menen dat de ver houding tuiste de financiële waardering i de werknemers in het vrije bedrijf de ambtenaren en onderwijzers ern stig in het nadee' van de laatsten is verstoord door winstuitkeringen in het vrije bedrijf Met algemene stemmen is dan ook een voorstel aangenomen, dat „alles moet worden gedaan om aan dit onrecht eer einde te maken". Kritiek Tijdens een gisteren in Utrecht gehou den vergadering van het Katholieke On derwijzers Verbond (KOV) hebben ver- tegenwoorLgers van groepen onderwij zers felle t.ribek geuit op het door ANOF-besturr gevoerde beleid, in het luJClulug bij/onder waar hei salariskwesties be-1 het oorlogsvraagstuk". treft De ANOF is de algemene Neder- Rönng gelooft dat het van de ijzers federatie, die de al- onderwijzer afhangt of de opgroeiende -r. christelij- genexatie mentaal geschikt zal zijn voor wereld waarin zij leven kan. Daar- winstdeling hij op, dat een arbeidscontract huurovereenkomst is en dat een werk nemer meer is dan een leverancier arbeidskrachten. Met het vantevo- „overeengekomen loon" is de on derneming niet van de werknemer af. De definitieve resultaten van de onder neming kannen pas achteraf verdeeld worden. Dr. Albeda verklaart zlcb geen groot voorstander van een „pooling" van een an de winst van het hele Ne derlandse bedrijfsleven ten gunste van de werknemers. Ook zou hij de winstde ling liever niet per bedrijfstak geregeld Voorkeur verdient naar zijn me- irnemlng, met de onderneming versterkt. Voor bedrijfstakken als de landbouw de bouwnijverheid zou gedacht kun- m worden aan mee flexibele lonen, omdat hier een winstdeling bijzonder moeilijk .is. Na voldoende ervaringen te hebben opgedaan. Zou de winstdeling deling aan wettelijke bepalingen gebon- >n kunnen worden. De spaarbevordering zal bij de heid deel moeten uitmaken van breed program, waarbij het verhogen van de reële inkomens der laagst be taalden punt no. 1. diennt te zijn. Tot een dergelijk program behoort ook, aldus dr. Albeda, het stimuleren van de studie bij jongeren uit de lagere inko mensgroepen, want vermeerdering van geestelijke rijkdom behoort vooraf te gaan aan vermeerdering van de r teriële rijkdom. Lange termijn Van een verhoging van de lagere komens verwacht dr. Albeda nog niet direct een toeneming van de besparin gen, omdat bij velen eerst nog de mo derne, duurzame gebruiksgoederen, zo als wasmachine, koelkast tv. om van auto maar te zwijgen, aangeschaft moeten worden. Bezitsvormingspolitiek is daarom lange-termijn-politiel ze moet ingebed worden in der sociaal-economisch beleid. Bezitsvorming is, aldus dr. Albeda, i wezen een begeleidend verschijnsel zn twee fundamentele trekken vai modern sociaal-economisch beleid: hoging van de levensstandaard van brede lagen van ons volk en democra tisering van de structuur drijfsleven. Het ondernemingsgewijze karakter van onze westerse produktie- wijze kan slechts behouden worden door de bezitsverhoudingen en de zeggen schapsverhoudingen in de ondernemin gen te democratiseren. Democratisering de verhouding met gelijktijdige af- Prof. De Quay nu curator van de T.H. Eindhoven By Koninklijk besluit is benoemd tot d van het College van curatoren van de Technische Hogeschool te Eindhoven: prof dr J E de Quay te Beers (N-B)De nu 62-jarige oud-premier heeft zich vroeger al verdiensten voor de Technische Hoge school te Eindhoven verworven. Hy is voorzitter geweest van het bestuur van de Stichting technisch hoger onderwijs in het Zuiden. In augustus 1955 stelde de minister van onderwijs, kunsten en wetenschappen een commissie in ter ver dere uitwerking van de plannen voor de Technische Hogeschool te Eindhoven. Prof. De Quay werd tot voorzitter van deze commissie benoemd. Bij Koninklijk besluit van 14 juni 1956 werd hij be noemd tot lid en voorzitter van het col lege van curatoren van de Technische Hogeschool te Eindhoven. Op 23 juni 1956, de Dies Natalis van de hogeschool. Reumatiek TO GAL HELPT Griep TOGAL HELPT Migraine TOGAL HELPT Menstruatiepijn TOGAL HELPT Verkouden TOGAL HELPT Hoofdpijn TOGAL HELPT Spit TOGAL HELPT Prof. Röling voor NOV over oorlog De opvattingen van de onderwijzer over het oorlogsvraagstuk zijn van be palende invloed voor het denkpatroon van het kind. zo meent de Groninger hoogleraar in het straf- en volkeren recht en de wetenschap van de vrede (polaemologie) prof. mr. B. V. A. Röling, die gistermiddag op de algemene ver gadering van de Nederlandse Onder wijzers Vereniging in Amsterdam een inleiding hield over „het onderwijs en moet veel praktisch en theoretisch werk worden verricht, want het gaat er daarbij om de jeugd te leren denken aan grotere gemeenschappen dan het het eigen landje en te doordringen van het besef, dat de wapens er niet zijn om te gebruiken. ..Dat we nog leven leven hebben we te danken aan de onkunde van onze voorouders, maar nu beschikken we over wapens die de aarde vyandig aan het leven kunnen maken", zo betoogde prof. •ylen Röling, die herinnerde aan een uitspraak rlen; i van Kennedy, dat in de eerste 24 uur van Maassluis (vac. C. Mak): J. Bovenberg I een atoomoorlog 150 miljoen' doden zul- te Goesteren-Gelselaar; te Warns: R. v. d j len vallen. De laatste oorlog kostte 100 IVi mil- Berg, kand. te Emmeloord. Imiljoen slachtoffers Beroepingswerk NED. HERV. KERK GEREFORMEERDE KERKEN e verstatelijking. Na bijna 24 jaar keert de Lufthansa terug naar Schiphol. In de komende zomer zal de Duitse luchtvaartmaat schappij, die tot de oorlog toe ook op Schiphol vloog, een geregelde lijndienst onderhouden van Frankfort via Schiphol naar Londen en terug. Het ligt in de bedoeling deze nieuwe lijn vanaf 1 april a.s. dagelijks uit te voeren, voorlopig waarschijnlijk met een Viscount hem op zijn verzoek eervol ontslag ver leend als voorzitter en lid van het col lege van curatoren met dankbetuiging voor de belangrijke diensten in deze functie aan den lande bewezen. In antwoord op schriftelijke vra gen van het Tweede Kamerlid Frans- sen (PvdA) inzake de dood van de hnzaar L. G. de Bruin, zegt de mi nister van defensie, De Jong, dat de officier van justitie te Zwolle de bar- bediende, die de huzaar De Bruin van alcohol had voorzien zal vervol- zal worden. Zoals bekend werd huzaar De Bruin 9 oktober 1963 in de legerplaats 't Har de dood in bed aangetroffen, vermoede- ia het gebruik van een grote hoe veelheid alcohol. Op-een vraag van het Kamerlid of de huzaar tijdens het zgn. „ontgroenen van fillers" gedwongen zou zijn tot het drinken van alcohol, ant woordt de minister dat een justitieel onderzoek heeft uitgewezen, dat er voldoende termen aanwezig zijn or bij deze zaak betrokken militairen de krijgsraad te verwijzen. Vanwege het wel aanwijsbare krljgstuchtelijke aspect is him zaak in handen gesteld van de commanderende officier ter krijgstuch- telijke afdoening, aldus de minister. Belediging van Gerstenmaier De rechtbank van Kiel heeft enkele vooraanstaande Duitse kerkelijke leiders opgeroepen om te verschijnen als getuigen in een rechtszaak tegen een voormalige parachutistengeneraal en zijn ad vocaat. Zij moeten zich verant woorden wegens belediging van de huidige president van de Duit se Bondsdag, Eugen Gerstenmai er. Martin Niemöller en ds. Grü- ber zijn onder meer opgeroepen. De rechtzaak gaat terug op een ver oordeling van Gerstenmaier tegen het einde van de oorlog, op 11 januari 1945 wegens medeplichtigheid aan verzet te gen Adolf Hitler. Van de zes verzetslie den werden er drie ter dood veroor deeld en drie kregen lange tuchthuis straffen. Gerstenmaier werd veroor deeld tot zeven jaar tuchthuisstraf. Sedert het einde van de oorlog heeft de parachutist Bernhardt Ramcke, die Best verdedigde tot het niets meer dan een puinhoop, herhaaldelijk aanklachten ingediend tegen Gersten maier wegens „onwar uitspraken over zijn verzet tegen het nationaal-socialis- De beschuldigingen zijn van Oostduitse zijde herhaaldelijk aangegrepen om Ger stenmaier in een duister daglicht te stellen, meldt het Duitse blad „Der Spiegel". Volgens Ramcke heeft Gerstenmaier zijn vrienden in de steek' gelaten om zelf zijn hoofd te redden. Hij heeft de kerk verzocht maatregelen tegen de pre sident van de bondsdag te nemen. De ze antwoordde echter reeds in 1958 dat zij geen enkele reden zag om op dia oude kwestie terug te komen. Gerstenmaier zelf heeft echter nu een persoonlijke aanklacht ingediend tegen Ramcke en diens advocaat die de be schuldigingen opstelde. Wilhelm Mass- mann. Hij heeft de rechtbank verzocht verscheidene protestantse kerkelijke personen op te roepen om als getuige aor hem op te treden. De nazi-parachutist heeft inmiddels a hulp ingeroepen van extreem-linkse tannen en de journalist Hartmut Bun- ke opgeroepen. Prof. mr. G de Heer overleden In de ouderdom van 69 jaar ia in Krimpen aan de IJssel overleden prof. dr. mr. C. de Heer, oud-hoogleraar aan de universiteit van Indonesië te Makas- Prof. De Heer werd 23 september 1894 te Schoonhoven geboren. Hij studeerde aan de Nederlandsche Economische Hoo- geschool te Rotterdam, waar hij in 1929 promoveerde op een proefschrift over de Oostindische compagnie. Voorts studeerde hy aan de Vrye Uni versiteit rechten. In Rotterdam, waar hij werkte, was hij gemeenteraadslid van de A.R. Partij. Voorts diende hij de Hervormde gemeenteen van Rotterdam- Delfshaven. Als ouderling maakte hij deel uit van het Prov. kerkbestuur van Utrecht In 1949 hield hy te Makasa' zijn in augurele oratie over „De grond als kos tenfactor". De teraardebestelling van zijn stoffelijk overschot zal maandagmiddag te Schoonhoven geschieden. Uitgave over het wonder Geest Gods maakt kern actueel De wijsbegeerte der wetsidee heeft slechts toekomst als zij zich laat stuwen door de centrale drijf kracht van Gods Woord en het waarlijk oecumenisch christelijk motief van schepping, zondeval en verlossing door Jezus Christus in de gemeenschap der Heilige Geest. Daarin ligt de religieuze kern van de christelijke wijsbe geerte der wetsidee. Prof. H. Dooyeweerd, schrijver van het standaardwerk over deze mate rie gaf met deze uitspraak op de studieconferentie, annex jaarver- gadering, van de Vereniging voor Calvinistische Wijsbegeerte blijk van een optimistische kijk op de toekomst van deze filosofie. De leer van de tijd, modaliteiten individualiteitsstructuren vormen wijsgerige ombouw van het geheel, ei hij. Deez wijsgerige ombouw is feilbaar, aan tijd gebonden mensen werk. Maar zolang de geest van God in ons werkzaam blijft zal haar kem actueel blijven, en zal de drijfkracht van Gods Woord ons oproepen tot re formatie van ons denken, meent prof. Dooyeweerd. Toekomst Prof. Dooyeweerd gaf naast deze toe komstvisie een beschouwing over het ontstaan van de „wetsidee". Hij noerri- de dr A. Kuyper die een integrale re formatie van het. gehele leven voor stend. Ook die van de wetenschap. Toch was bij hem en zijn volgelingen, zo zei prof. Dooyeweerd, ook nog een scholastieke lijn te bespeuren: de ten dens om de wijsbegeerte aan te passen aan de scholastieke theologie. Op dit punt brak later het conflict uit met de theologische faculteit aan de V.U. die toen nog hing aan het dualistische mensbeeld, zo verklaarde hij. Prof. Dooyeweerd noemde als gevaren die de christelijke wijsbegeerte na de tweede wereldoorlog bedreigen de door braak en de tendens tot verkerkelijking (Van kerkredactie) Dezer dagen heeft het Nederlands Gesprek» Centrum zijn 26ste publicatie het licht doen zien. Het ls een brochure gewijd aan „Hei wonder", waaraan protestantse, rooms-katholieke en ande re auteurs hebben meegewerkt. Reeds in 1958 bes'oot het curatorium van het gesprekscectrum een commis sie in te stellen om zich bezig te hou den met het wonder als fenomeen. Vo rig jaar werd een apart weekend aan dit onderwerp gewijd. Achtereenvolgens werden inleidingen opgenomen over „Het wonder in onze wereld," „Het wonder als confrontatie met het mys terie der werkelijkheid", „Het wonder als providentieel gebeuren," en „Het wonder als mirakel." Als bijlage zijn korte inleidingen op genomen van ds. P. Simoons over „Het wonder in de Heilige Schrift", van ds. G. van Loenen over „Het wonder vol gens de Heilige SchriJ'", J. J. C. Mar let over „Psychologische aspecten van de wonderbeleving" en van de rooms- katholieke prof. dr. E. C. T%. 4 Schille- beekx over zijn r.k. visie op de intrede van God in de geschiedenis. Tegelijkertijd is ook het jongste num mer van het blad „Geloof en weten schap" het orgaan van de Christelijke vereniging van natuur- en geneeskundi gen in Nederland aan dit onderwerp gewijd. Het bevat de inleiding (met e gehouden op sten van de led;n van d»vereniging. Prof. gaat uit van de zojuist versche nen brochure van het Gesprekscen- AOSRAM Haar ogen leken me groter en bruiner dan ooit. Ze zag er ontroerend slecht uit. Haar gezicht was asgrauw, wat nog erger uitkwam door de blauw zwarte schaduwen onder de ogen. Eten deed ze nauwelijks, als een kleine schim liep ze nu al een paar dagen door ons Huis. Ze maakte met de kinderen de grapjes van altijd, maar haar ogen lachten niet mee, die zagen andere dingen. Welke? Ik wist het niet. Het ging me wel wat benauwen, juist omdat het zo duidelijk was dat er moeilijk heden waren. Ze converseerde mee, beleefd, doch afwezig. Ze hielp plichtsgetrouw afwassen, maar was verder onbereikbaar. Zo anders dan de andere keren dat ze hier was. Dan praatte ze zonder géne over haar wonderlijk bonte leventje dat zich afspeelde in zulke andere sferen dan de mgne. Ze was nu 32 jaar, had gezworven in weet ik hoeveel landen, ze had gezongen in rokerige kroegjes, was fotomodel geweest en maakte poppen. Heel nette klederdrachtpoppen, die ze verkocht aan souvenirwinkeltjes en heel vreemde poppen, die iedereen machtig knap vond, maar die onverkocht bleven. In de ogen van menigeen was ze een maat schappelijk kneusje zonder serieus verankerde toekomst. Zelf tilde ze daar niet zwaar aan, ze plukte de dag zoals hij kwam. Een kind-vrouwtje was ze, lief en wereldvreemd. Sinds een half jaar had ze nu een vast vrindje. We hadden de hoofden geschud. Hij was tien jaar jonger dan zij, een vage figuur, die verzen schreef. Toen ik vanmorgen de kamer binnenkwam om de planten water te geven, legde ze het boek Va&tang.e£s en neer, waarin ze las en alsof het zomaar een losse opmerking was, zei ze: ..Ik verwacht een kind. Van G er ben", verduidelijkte ze. Mijn hersenen werkten op topsnelheid en waren praktische zaken aan het regelen van wieg en luiers, ondertussen gingen mijn handen door met het gietertje. Maar mijn stem, vlak en gewoon als de hare, vroeg: „Wat zegt Gerben ervan?" Voorlopig zegt hij niets Hh heeft een of andere literaire prijs gewonnen en zit in Italië." ..T> ouwen jullie als hij terugkomt?" „Geen idee. Hij bindt zich liever niet, geloof ik." ,Jlou je van hem?" „Ach, wat is houden van?" Doorgieteren, dacht ik, gewoon doorgieteren, niet laten merken hoe alles je schokt, niet preken, niet moraliseren. Jij vindt me natuurlijk heel slechthè?" Js het niet veel belangrijker wat jijzelf vindt?" ontweek ik. „Het kind dat vind ik fijn. Sinds mijn vader dood is heb ik nooit meer iets helemaal voor mezelf gehad, behalve de poppen. Een kindje van mezelf, ja dat lijkt me heerlijk. Maar Gerben? Ik weet niet hoor, trouwen is een heel ding. Soms is hij erg lief voor me, dat wel. Maar er zijn ook dagen, dat hij maar voor het raam staat te staren, wachtend op inspiratie, dan wordt ik doodnerveus van hem en zo geïrriteerd." Alle planten hadden nu water gehad, ik ging bij haar zitten en vroeg: „Als we nu eerst eens een afspraak met de dokter maakten!" „De dokter?", vroeg ze verwonderd, „o ja, de dokter, dat moet wel natuurlijk. Ik ben wel een dissonant in jouw nette maatschappelijke wereldje hè? Dat bedoel ik niet hatelijk hoor, want eigen lijk zou ik wel willen, dat mijn eigen leven ook een beetje meer zo was." Haar grote ogen keken me hulpeloos en verontschuldigend aan. „Maar ja, ik ben nu eenmaal een vreemde fliederde- fladder." Ik voelde me net een moeder-overste van i heel strenge orde, die een te hupse not bekapittelde, toen ik ten slotte toch met haar praten ging. Halverwege mijn sermoen sprong ze op, kuste me spontaan op beide wangen en zei: Als Het een meisje wordt, noem ik het Mink." En ik wist niet of ik lachen of huilen moest. MINK VAN RIJSDIJK I

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1964 | | pagina 2