1964..1965..1966..1967..19zoveelenzestig WAAR GLIJDEN WE OP AF 'Ruimte voor ons. LIEVER PLANNEN DAN WAT ZIJ VAN HUN TOEKOMST VERWACHTEN IDEALEN ER UIT GELICHT: J. P. B. TE E. ZATERDAG 4 JANUARI 1961 We dat zijn Jannie de Kwaasteniet en Tjit Reinsma hebben geprobeerd een antwoord te krijgen op deze (seizoen) vraag. Het resultaat zie je op deze ruimte-aflevering, waaraan Robert Col lette en Fred van der Poel fotografische medewerking verleenden. Leo Kleyn verzorgde het (ge) Vraag (d) Gesprek. met de Reina-Prinsen-Geerligs- prijs bekroonde verhalenbundel „Drempelvrees". Jan Paul Bres- ser heeft van drempelvrees geen last. Vooralsnog vindt hij het le ven een te boeiend avontuur om er geen positieve kanten aan te zien. Als dichter wil hij daarvan getuigenis afleggen niet in een poëtische geheimtaal, maar in verstaanbare poëzie. Ook voordat hij de prijs won, zei Jan Paul Bresser al: „Ik ben gelukkig". Een opmerkelijke uit spraak voor een dichter, aange moedigd of niet, want ontstaat poëzie niet juist uit een zich-on- gelukkig-voelen, uit een tekort? Gelukkig, zouden we bijna zeggen, ziet Jan Paul Bresser toch ook wel een tekort: het teveel aan ma terie waardoor het leven beheerst wordt. Vandaar zijn afkeer van Gard-Sivik- en aanverwante po- ezie, waarvan de waarde bepaald schijnt te worden door het hono rarium. Geen wonder dat de toon daarvan zo negatief is: het hono rarium is natuurlijk altijd te laag. Geld en poëzie hebben wel met elkaar te maken, maar het eerste moet in dienst worden gesteld van het laatste, en niet andersom. Hoe dat kan, laat Bresser zelf zien: de vijfhonderd gulden die hij won, gaat hij besteden aan de uitgave van zijn bundel. Dat wordt dan eindelijk eens een posi tief boek een geneesmiddel voor wie „Eruit gelicht" niet meer zien kan. LEO KLEYN Hoe het zij, we hebben met een paar mensen vraagge- sprekjes gehad over hun plannen, idealen. Een paar. om het niet te laten ontaarden in een enquête, maar misschien ook met alle willekeur van dien. We zijn geen bureau voor de statistiek "ten slotte. Omdat we ook geen sociologen zijn en een preektoon ons misstaat, ve-binden we er geen conclu sies aan. Heb je idealen? Floris Slote- maker (zijn echte naam mocht niet), derdejaars stu dent, Amsterdam: „Nee, wel plannen." Waarom maak je onderscheid? „Idealen zie ik als onbereikbaar, men streeft plannen bereikt Beschouw je idealist als niem voor mislukkeling? Zolang je jezelf mislukkeling? ixr Colang je jezelf niet lukt vindt, ben je het ook Zojuist hebben we weer een volkomen denkbeeldige nieuwjaarsdrempel overschreden. De goede voornemens zijn al klaar. Of er iets van blijken zal, is nauwelijks de vraag. Wij zijn een kat-uit-de-boom-kijkerig volk. Wie dan leeft, die dan zorgt. De toekomst is zo dichtbij of zo ver weg als je zelf wilt. Dit geldt in versterkte mate, als je jong bent. Vroe ger kon men, met de vertederde glimlach van de volwasse ne, die wel beter weet („De leerschool van het leven"), nog spreken van „jeugdig enthousiasme" en „idealistische jongeren". Dat kan niet meer, want die begrippen zijn verouderd. Naoorlogse generatie wordt langzaam maar ze ker een soort eufemisme voor lege, initiatiefloze massa. Misschien terecht. pleegster: „Ja. ik heb hele vage plannen. Niet uitgestip peld." Welke? „Een paar jaar in de verpleging. Trouwen. Een goed huwelijk is een ideaal, een huwelijk is een plan." Heb je idealen? „Dat zou ik op mezelf nooit willen toepassen." Vind je het een hoog woord? „Nee, te vaag. Ik krijg onmiddellijk associa ties met dominees. Als je ver pleegster wordt bijvoorbeeld, vragen 90 van de 100 mensen, of het roeping is. of een ide aal. Dat is misselijk. Mensen, die gelovig zijn, hebben idea len, dat kun je geen plannen meer noemen. Iets dergelijks gaat buiten je om. Een plan. daar werk je aan." Heb je zelf geloofsidealen? „Mis schien, dat je geloof meer concreet wordt. Niet de ene dag wel en dan weer een week niet. Niet zo. dat je alleen maar twee maal naar de kerk gaat." Je wilt verandering? „Ja. Zo ben ik niet tevreden. Misschien domweg, dat je voor minder vragen komt te staan. Met de situatie ben ik wel tevreden." Met wat je doet? „Ja. achteraf had ik het niet anders willen doen." Verhoor.... Cor Meurs, werkzaam In een boekhandel. „Nee, ik leef meer bij de dag. Ik heb geen concrete plannen. Ik maak me er geen zorgen over." Vind je dat onbelangrijk? „Nee. dat niet. Ik vind het zinloos. Ik heb een hekel aan een vast i. Je moet de moge- I van het avontuur openhouden. Ik geloof, dat je niet zonder ideaal kunt leven. Maar ik ben niet zo'n over dreven idealist. De wereld moet bewoonbaar zijn en zo." Ga je daar iets voor doen? „Zeker." Wat? „Dat is de moeilijkheid. Dat hangt van jezelf af. Plannen van we reldhervorming, daar komt niets van. Je moet in je eigen omgeving mens zijn." Wat is dat? „Je moet geen nummer van de maatschappij zijn. je moet het zijn allemaal nogal afgesleten termen met je naaste willen optrek- Ben je praktisch bereid tot idealisme? „Ach. ik zie dat nog niet zo. Liefdadigheidsco- mité's zeggen me vrij weinig." En eigen initiatief? „Weinig behoefte aan. Ik leef bij de dag. Iedere dag is een bele venis." Ben je tevreden? „Niet alles is even leuk. Als je je niet conformeert aan de maat schappij. ga je eraan. Het is allemaal even keihard." Nog maals: ga je er iets aan doen? „Je moet weten, hoe. Begin bij jezelf." Doe je dat? „Dat loopt vaak mis, maar je moet het proberen. Je moet je niet te veel met het leven van anderen bemoeien." Heb je een doel? „Nee. Je zou beter kunnen zeggen: „Een bepaald levenspatroon." Waar dat heen gaat, weet ik nog niet." (Hij vond, dat het gesprek iets van een verhoor had.) Geloofsideaal W. B., student. „Ik heb een meisje. Wel, daar trouw ik mee." Dat zijn je toekomst plannen? „Nee, niet alleen. Ik wil gelukkig worden, zoiets als tevreden zijn, niets meer te wensen hebben, dus. Dat hangt af van een gelukkig huwelijk. Niet in de eerste plaats materieel, dacht ik. Materiële omstandigheden kunnen van belang worden, door er te veel belang aan te hechten." Heb je idealen? „Ja. een geloofsideaal. Ik wil in geloof rust vinden." Heb je een einddoel? „Nee. Een soort betrekkelijk einddoel plannen heb je? „Studie afmaken. Militaire dienst. Enkele jaren reizen. Als ik terug kom een leraarsbaan tje en verder studeren". Rei zen? Wat stel je je daarvan voor? ,,'t Lijkt misschien sen timenteel maar ik.. eh„ 't Er gert me, dat ik niet alles ge zien, alles beleefd heb. Ik wil ervaringen opdoen. Als ik b.v. naar Lawrence toega. is dat omdat ik zelf nooit Lawrence één mogelijkheid." En als de dingen, door ziekte b.v. mis lukken? „Oh. dat is ook een ervaring". Idealen In liefde? „Nee." Plannen? (Enthousi ast) „JA!" Vind je jezelf niet patroon, wat romantisch? Jazeker, lijkheid Toekomstmuziek M. den B. 18 jaar, scholier Den Haag: „Ja, ik maak plan nen. Op langere termijn ook wel ja, maar niet in de verre toekomst. Een paar maanden hoogstens. Vakantieplannen. Ik heo altijd de gekste plannen, maar zodra er echt niets van komt, vergeet ik ze weer. Nu wil 'ik als houtvlotter in Zwe den gaan werken en het geld in Spanje opmaken". Wat vind je van idealen? „Ze zijn voor mij per definitie onbereik baar". Omdat ze lnconcreet zijn? „Ja." Heb je een doel? „Een levensdoel? Nee, nog niet". Denk je dat 't komt? „Ja, misschien. Ik hoop het. Ik ben keihard aan 't studeren. Trompet. Drie uur per dag. Als het mogelijk is. zal ik mu sicus worden. Volgens mijn le raar heb ik wel aanleg, maar je kunt er zo weinig van zeg gen. 't Is natuurlijk riskant om er alles voor te laten schieten." Neem je geen risico's? „Ik zou ertoe in staat zijn om alle schepen achter me te verbran den. Als ik zeker van mezelf ben, ga ik onmiddellijk naar het conservatorium." Geloof je?„Ja. Omdat ik te zwak ben. Ik geloof wel in God, maar ge draag me er niet naar. Sinds Pasen b.v. ben ik alleen gis teren (Kerstmis) naar de kerk geweest. Het is eigenlijk mis schien wei laf, halfslachtig. Je komt er niet toe. Je wilt wel, maar het lukt niet. Ik denk bij na met na. (Glimlach). Het schuldgevoel is te klein om tot inkeer te brengen". Zoii je bij mislukking opnieuw beginnen? „Als je oud bent en iedereen je mislukt vindt, vind je dat zelf ook geloof ik. Dan ben je eigenwijs of ziekelijk, als je er mee doorgaat." In het algemeen, ben je te vreden? „Nee, ik ben niet te vreden, maar ik voel me niet geroepen, er zelf iets aan te gaan doen. Ik zou een heleboel meer willen. Waar leef je voor? Ik onttrek me niet aan die vraag, je wordt af en toe gedwongen, erover na te den ken. Maar zo gauw het kan, houd ik ermee op." Trouwen Annemarie V., 19 jaar, ver- niet in. Een werkkring, die ik niet al te rot vind. Daar neem ik al genoegen mee. Hele povere eisen, omdat die te bereiken zijn." TJIT REINSMA Zaterdag na Kerst kreeg dc Am sterdamse transportondernemer C. H. Kroon (53) een wilde eend in z'n rgdende vrachtauto, nadat dit ge dierte zich door zijn voorruit had geboord. Jammer meneer Kroon, dat was net een paar dagen te laat. Een achtjarig jongetje heeft de Kerststemming in Roermond ver stoord door dc splinternieuwe kerst groep in dc Heilige Geestkerk in brand te steken, Deze religieuze py- En dit tekende Janwie de Kwaasteniet op uit de mond van een paar (uiteraard jon ge) mensen, met wie zij hun over hun toekomst praatte. Sandra N„ 22 jaar, tekenares bij een instelling die kinderbla den uitgeeft. Na de opleiding aan de Aca demie wilde ik free lance gaan werken. Mijn ideaal is nl. altijd geweest om zelfstandig kunstena res te worden. Maar 't is erg moei lijk om voet aan de grond te krijgen. En zo'n onzeker bestaan Daarom heb ik nu een vaste baan.. „Bevredigt je werk je nu, of wil je toch verder?" „Het is wel eens wat een tonig om altijd in hetzelfde genre te moeten blijven. De laatste tijd leg ik me in m'n vrije tijd toe op een andere kunstvorm, nl. pot tenbakken. of liever gezegd kera miek. ik maak ook kettingen en- zo. Misschien dat ik nog eens zelfstandig ga beginnen. Maar dan moet je wel een eigen oven tje hebben hé." lacht ze. „En een behoorlijk afzetgebied natuurlijk. Nu ja. daar kan ik onmogelijk nog iets zeker van zeggen. De verwezenlijking daarvan hangt voor mij van zo veel factoren at Trouwen? Ja. ik ben verloofd. Over een jaar, wanneer hij af gestudeerd is. Maar dan blijf ik nog wel werken hoor. Dat is voor mij iets waar ik niet meer buiten kan. Ik geloof wel dat een huwelijk en een gezin vormen met mijn werk te combineren valt. Wim de J. 20 Jaar. „zit in de zaak van z'n vader", wat inhoudt dat zijn beroep melkboer is. (pas uit dienst). „Heb je dat altijd al willen worden?" Welnee, eerst schold ik op de zaak. Ik wilde nooit mee als m'n vader en m'n broer „de wijk" gingen doen. Dat gesjouw altijd en dan die koude winkel, ik had er een hekel aan. Maar ja, het moest wel hè. Nu ik er aan gewend ben, krijg ik er ook wel plezier in. Je komt de hele cisg •net mensen in aanraking: over al een praatje maken, dat is wel k„Zou je een eigen zaak wil- M'n broer begint een eigen ■aak. en ik neem die van mijn „Moet je er nu nog iets voor )ver hebben om dit te bereiken?" Jammer genoeg wel. Ik zit nu bijna elke avond te leren. De loodzakelijke vakdiploma's. Mid denstand en melkdiploma, zoals wij dat noemen. Waar al die la rie voor nodig is.„. !k zal heus de klanten niet -uit ;aan leggen hoe een ei in elkaar at. daar komen ze zelf wel ach- er. En als ze alles van worst visten dan kochten ze het mis- „Denk je nog wel eens te Als ik een meisje kan vin- len dat ook voor het vak voelt.... vant dat moet natuurlijk wel. „Vind je het belangrijk voor e levensgeluk dat je veel ver dient?" Hij grijst. 't is natuurlijk wel lekker hè? Nou ja, daar be hoef ik niet zo bang voor te zijn. De zaak loopt goed en we kun nen ons veel meer veroorloven dan vroeger. Piet v. d. R. 20 jaar, 3e jaars student scheikunde. Ik heb nog geen vaste plan nen over wat ik ga doen als ik afgestudeerd ben. Je kunt zo veel kanten uit.... Ik kan me slechts in vage termen uitdrukken, we tenschappelijk onderzoek of zo.„. trekt me wel aan.... nou ja. dat zie ik dan wel weer. „Is het bij jou zo dat de omstandigheden voor een groot deel je toekomst gevormd heb ben?" Hoe bedoel je dat precies? „Nou. een bepaalde wens van je ouders bijvoorbeeld." Nee. het is meer mijn per soonlijke belangstelling en aanleg geweest, geloof ik. Ze hebben me thuis nooit tot de studie willen dwingen. Ik wilde het gewoon graag, en het kon Ik probeer onopgemerkt om te schakelen naar het onderwerp „Vind je voor je toekomst de keuze van een levenspartner een belangrijk iets?" Wat zeg je dat akelig.... (Dus ben ik toch nog niet voor zichtig genoeg omgeschakeld) „Ik zal me eenvoudiger uit drukken. Vind je trouwen nood zakelijk om gelukkig te worden?" Dat kan ik moeilijk zeggen. Ik denk dat ondervinding de bes te leermeester is. Maar ik zal toch nog maar wachten tot ik af gestudeerd ben. Li3 V. (byna) 19 jaar. Na de huishoudschool ben ik een paar jaar verkoopster ge weest. O. het werk was wel leuk. afwisselend ook. maar hét gaf me niet zoveel voldoening, ik wil de het niet altijd blijven doen.... volgende maand ga ik in de ver pleging. Dat was altijd mijn wens al. Het lijkt me machtig mooi werk. wel over nagedacht, moet ik er voor over hebben. En ook het feit dat ik in het begin niet veel verdien. Of ik al aan trouwen denk? Nee.... eh..„ mijn vriend zit in Curasao. Mili taire dienst. Als hij thuiskomt zal ik wel verder zien. O nee. ik zou niet graag ongetrouwd blijven. Zou ik vreselijk vinden. Of je moet zo opgaan in je beroep dat je geen behoefte hebt aan iemand die het leven met je deelt. Ik kan nu natuurlijk nog niet zeggen hoe het met mij zal gaan. Mijn vriend schrijft wel leuke brieven. Ik heb pas nog een foto van hem gekregen. Moet je hem zien? Hij is zo lekker bruin geworden..».. Piet M., 25 jaar. „Je zou mijn beroep het beste sterrekundige of weerkun dige kunnen noemen. We doen allerlei wetenschappelijke onder zoekingen op dat gebied. Het is erg veelomvattend. Nee, ik ben nog niet klaar met studeren. Dat gebeurt in mijn vrije tijd. ;,Heb je altijd al belangstel ling voor dit beroep gehad?" Nou ik heb eerst voor ra dio-technicus geleerd. In die tijd bouwde ik een eigen sterrekijker, uit liefhebberij. Ik las er veel over, en wilde er steeds meer van weten. Nu nog. Ik weet niet of ik wel eens uitgestudeerd raak. Het boeit me allemaal zo enorm, wat er in de ruimte ge beurt. De wetenschap gaat steeds verder en als ik dit allemaal wil blijven volgen, dan kom ik nooit klaar. Maar dat wil ik ook niet. Dit werk fascineert me gewoon, het is een belangrijk deel van mijn leven. nee. bijna héél mijn leven geworden." Op die onvermijdelijke vraag, die ik steeds gesteld heb, ant woordt hij wat verlegen: Nou, tot nu toe heb ik het echt nog niet de moeite gevonden om me daar druk over te ma ken... ik heb er geen tijd voor... Els H., secretaresse, 23 jaar. Waarom ik dit ben gewor den? Het werk leek me wel aar dig. Niet te druk, toch verant woordelijk, en een behoorlijk sa laris... Ik ben een levensgeniet- ster. Ik hou van mooie dingen, van een goed concert, verder in teresseer ik me erg voor alle an dere mogelijke soorten kunst, ga vaak naar tentoonstellingen en musea, toneeluitvoeringen en films. En ik speel zelf piano. Verder leren? Hogerop? Niet nodig hoor en er blijft geen tijd voor over. Ik probeer mijn leven inhoud te geven door oog te heb ben voor schoonheid... dat is voor mij voldoende... Trouwen? Als ik de ware Jo zef vindmischien ben ik te kritisch. Soms verlang ik wel eens naar een eigen home, als ik eerlijk moet zijn geloof ik dat ik dit wel onbewust als een le vensvervulling zie... maar overi gens ben ik redelijk gelukkig met mijn leventje zo en zou geen in grijpende veranderingen wen- Marja K, 19 jaar, kantoor. Ik werk op een klein re clamebureau en blijf daar voorlopig, want ik heb het er reu ze naar mijn zin, verdien erg goed. Ik kan zelfstandig werken: telefonisch moet ik allerlei zaken regelen, werk verzorgen dat op tijd naar de drukkerij moet, dan is de rest van de administratie er nog... We doen het met z'n tweeën, maar ik heb de leiding en verantwoording en dat vind ik fijn. Vind je het niet nodig om in de avonduren verder te leren? Waarom zou ik? Ik heb de diploma's die ik voor mijn baan nodig heb. En ik zei al dat ik voorlopig niet verander. Als ik wegga, is het om te trouwen. Heb je al vaste trouwplan- Met Nieuwjaar gaan we ons verloven. Nou, en dan maar wachten op een huis hè? En spa ren, natuurlijk lukkig lezen wg verder: de schade wordt door verzekering gedekt. Dc schrijver S. V. is gearresteerd. Een bittere pil voor je, Simon. Maar we zeggen maar zo: „Marihuana maakt, dat alles beter smaakt". Hollenhollenoliebollen, Theo Ngsen heeft ze weer! (GE)VRAAG(D) GESPREK Dat de protestants-christelijke literatuur in Nederland op Ont moeting na dood Is, komt uitsluitend voor rekening van onze beruchte rubriek „Eruit gelicht". De woorden „Stuur nog eens wat", die ook wel eens in dat typisch negatieve kolommetje «taan, betekenen natuurlijk niet meer dan druppels op van ver ontwaardiging gloeiende platen. Jammer genoeg Is verontwaardiging de tv heeft dat heel toevallig al aangetoond geen reden om ergens mee op te houden en al was dat wel zo: poëzie ls nu eenmaal een kwes tie van druppels. Het werk van het veelvuldig er uit gelichte slachtoffer J. P. B. te E. bijvoorbeeld, ging heel wat malen terug, maar zelden zonder die druppel waardering die erop wees dat zijn poëzie zo gek nog niet was. Als H. F. of R. G. on- gelaafd voor de leeuwen gewor pen werden, was het omdat hun gedichten dat wel waren. Meer dan eens was onze waardering zelfs zo groot, dat we gedichten van J. P. B. op onze pagina plaatsten. En nu heeft deze zelfde J. P. B. als Jan Paul Bresser de aanmoedigingsprijs voor poëzie van de gemeente Eindhoven ge wonnen. De gehate eruitlichters 'blijken de voorlopers van een gro te gemeente in het zuiden des lands. Wel even iets om zich met Jan Paul Bresser door aange moedigd te voelen. Natuurlijk hebben wij nog geen tweede Achterberg of Vroman ont dekt en Jan Paul Bresser (22). leerling-journalist bij het Elndho- vens Dagblad, is bescheiden ge noeg om het daarin met ons eens te zijn. De titel an zijn bekroon de bundel, „Grotemensenkinde ren", die hij in samenwerking met vriendin Marijke Graus (21) schreef, wijst er trouwens al op dat hij zichzelf niet overschat. Uit die titel blijkt namelijk dat hij zich nog geen „groot mens" voelt, laat staan een groot dich ter. De kwalificatie ..eerlijke ly riek", die de jury leden van de Eindhovense kunststichting aan de bundel gaf. lijkt dan ook niet ongerechtvaardigd. Bresser weet zijn plaats: er gens op de grens tussec jeugd en volwassenheid en het is dit gebied dat bij in zijn bundel een soort beurtzang! geëxploreerd heeft. Een paar Jaar geleden deed Peter van Gestel hetzelfde in zijn

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1964 | | pagina 18