intnicolias ONDERWIJZEND PERSONEEL? fyemrlijk EN BEHOORLIJK 0pen briel IS TROTS OP ZIJN NAAM Vijf in één ZATERDAG 30 NOVEMBER 1963 Maar Sinterniklaas vroeg en kreeg naamsverandering „Sintnicolaas, de schoorsteen is kapot, Sintnicolaas, de storm heeft mijn dak een behoorlijke knauw gegeven...", logisch dat deze klachten door de telefoon geuit direct genoteerd worden, Sintnicolaas is een accu raat man en in zijn dikke boek wordt alles genoteerd, hij heeft belang bij daken. De goede man heeft ook maar één paar handen en personeelsschaarte daar weet hij van mee te praten als middenstander. Als kinderen hem opbellen, wordt hij ronduit vriendelijk, gaat altijd op him vragen in, maar „je moet wel eens oppassen met wat je zegt." Sintnicolaas is aannemer en metselaar en woont in de Slaghekstraat in Rotterdam. DECEMBERLEKKERNIJEN Wie is er een prima 1 keuken-Jet zoekt een recept voor vijge-beignet I Idan wel een warme avonddrank (bisschopswijn kend'u allank) I Bistro-sla of Naranja-taart drie stuivers 't is het vast wel waard I gireren: drie zes drie nul acht een „lekkernijen voor december" I komt meteen wie doet dat voor zo'n kleine vergoeding? I't bureau Voorlichting voor de Voeding domicilierend in Den Haag voor de Nederlandse maag. Diamant vernoemd naar Valentina De Russen vinden de prestaties van hun kosmonaute zó schittere- rend, dat te harere ere een on langs gevonden diamant van 51.6 karaat gedoopt is met de naam ..Valentina-diamant". De steen werd opgediept in het uiterste nootfrn bsn fr zdobjry-2unir met nog negen andere grote stenen. Begrijpelijk, dat Valentina Teresj- kowahet ook schitterend vindt. ,,Ik ben een oorlogsslachtoffer", zegt hij op on-slachtofferachtige toon en lacht naar mevrouw Sintnicolaas. „We trouwden in 1943, „verduidelijkt deze, ,,ik had geen idee wat voor naam er aan de huwelijksboot vastzat. Denk maar aan 5 december", zei Sint nicolaas op vrijersvoeten, maar het zei haar niets. Nu, ze weet het wel, dat ze mevrouw Sintni colaas is. Nauwelijks is november in het land, of het regent tele foontjes. Van kinderen is dat al tijd leuk, al zijn het er tien per dag, ze worden altijd te woord gestaan met veel fantasie en ver ve; mevrouw, die het klachten- boek bijhoudt, overhandigt zwij- Vragen SINTNICOLAAS soms toel vervelend..» „Als ik zoet ben krijg ik dan een fornuisje?" „Ja, als je lief bent, wel!" „Sintnicolaas, wan neer kom je naar ons toe? Sint nicolaas, zal je zwaaien als je bij ons langs komt?" Dat zijn van die hartewensen geuit aan de zwarte hoorn. Soms bellen ze terug: ,,U had toch beloofd, langs te komen, waarom bent u niet ge weest?" Sintnicolaas improvi seert: „Ik moest me streng aan de route van de politie houden" en als hij bedankjes krijgt voor cadeautjes, weet hij altijd een weerwoord. „Ik ben al een oude man, kan niet alles onthouden..." Ik heb ook wel voor Sint Nico- laas gespeeld, voor de C.J.M.V. Onesimus. Grote ontsteltenis toen bleek, dat er al een heilig man in de zaal aanwezig was. „Ik ben de echte", zei Sintnicolaas en de pseudo-heilige, niet op zijn bemij- terde achterhoofd gévallen, vroeg: „Kun je je legitimeren?" Nou, ik liet m'n paspoort zien, en de pseudo droop af. Sintnico laas deed ook eens mee aan de AVROquiz: Haal je schoolgeld te rug. Cees de Lange werd hatelijk, dacht er leuk op in te gaan, maar toen bleek dat Sintnicolaas écht Sintnicolaas was. Overigens had die quiz nog een staartje, want de Rotterdammer won een flinke geldprijs, schonk die direct heel huids aan de kankerbestrijding, maar zijn goedgevigheid leverde hem een aanzienlijke belasting aanslag op. Sintnicolaas houdt van de Y.M.C.A.-club en "zijn menslievendheid brengt hem ook op de daken als de rode haan er gens kraait, dat zit hem in het bloed want ook zijn vader was brandmeester. Op 5 december moest deze eens een brandje blussen in een banketzaak. Vader Sintnicolaas is in november overleden, en zelfs midden in de nacht zijn mensen zo „grappig" om Sintnicolaas te bellen. „Toen grootvader op ster ven lag, dachten we 's nachts on middellijk aan narigheid", ver telt mevrouw Sintnicolaas. Ook haar schoonmoeder moet nog al tijd in de rouwweek flauwitei ten van anderen aanhoren. De mensen wéten het niet, maar je moet het toch maar opvangen! Grote lijnen ..Er zijn ook grote lijzen van een fabriek, die iedere dag maar belden en giechelden. We hebben de directeur gewaarschuwd, dat is toen afgelopen, ze hebben me nooit meer lastig gevallen en moesten hun excuses aanbieden," zegt mevrouw Sintnicolaas. De telefoon rinkelt en gedul dig luistert ze „Goed hoor, ik zal het zeggen", en schrijft in de volle agenda van haar man, die intussen vertelt: „Ik ben eens in een klooster geweest, maar kwam- als1 bisschop- binnen." Als zaterdag Sinterklaas langs komt, dan knikt hij - vast beminnelijk naar zijn vrouw, zijn „schoon zuster", die steevast vanuit haar raam terugzwaait naar de rijke tak van de familie" En als de bouwpolitie me op het matje roept, dan grap ik „Je hoeft geen grote mond op te zetten, anders krijg je niets in je schoen!" „Wat is Uw mening over Dit is al weer de laatste on- derwijs-mbriek. En dat terwijl ik nog flink wat brieven heb liggen. Daarom een klein beet je een sneltreinvaart vandaag, waarbij we nog even terugko men op de handwerkles, roken In de klas, het zo (mijns In ziens) moeilijke b.I.o.-werk én nog een klein cocktailtje van verschillende meningen als be sluit. De handwerkles uit een van de vorige rubrieken, heeft nog al wat reacties teweeg ge bracht. Eerst echter een actue le vraag, gesteld door mevrouw N. D.-T. te 's-G.: „Is het niet véél beter i.p.v. lagere- en kleu terschoolkinderen op 5 decem ber 's middags vrij te geven hen de ochtend van de zesde de cember dit plezier te gunnen? Die middag lopen ze maar rond, terwijl de spanning stijgt en morgen misschien bij het spe len met hun pas verworven schatten tot rust kunnen komen. Bovendien hebben de moeders vaak juist op die laatste mid dag de handen vol". Zo te zien inderdaad een idee waar wel wat in zit. Sokken breien Mevr. A. v. d. S.-van B. te R. (over de handwerkles): „Er moesten vrouwen in het school bestuur zitten, juist i.v.m. die handwerkles! Want inderdaad zijn er nog heel wat handwerk- onderwijzeressen, die er nog al gemakkelijk over denken. Het is goed dat de meisjes leren brei en en vers-tellen heus daar kun nen ze later bijzonder veel aan hebben. Maar als je ziet (wat onze dochters en andere leer lingen is overkomen) hoe er b.v. een onderjurkje wordt ge maakt, dat de meisjes zelf „een monster" noemen en nooit van haar leven willen dragen, dan En dan nu een antwoord op dit alles van een handwerkon- denvijzeres, mej. H. den H. te R. „Mijn ervaring is" schrijft ze „dat als je de meisjes twee sokken laat breien ze er nog niets van af weten. Nemen we een vierde klas met 38 leerlin gen, die bijvoorbeeld met vier recht moeten breien, dan bete kent dit dat er die middag on- teveer 160 naalden door de han en van de juf gaan. Zijn er kin deren bij. die nog niet averecht kunnen breien, dan zeg je: vraag thuis eens aan je moe der of ze je helpen wil. Wat jammer is het als er dan moe ders zijn, die haar dochters ge woon niet willen helpen bij dit werk, zo onder het motto: „Dat moet de juffrouw je maar le ren". Wat zou het prettig zijn als méér moeders eens echte be langstelling en wat meer be grip voor ons vak toonden". Verder wil deze lezeres zeker beklemtonen, dat men op hand werkles ook leuke dingen moet maken om het bezig zijn te sti muleren, terwijl men tevens niet elk jaar hetzelfde moet la ten doen. Wat haar een beetje dwars zit is. dat als het bestuur op school verschijnt, men vaak de handwerkklas voorbijloopt, omdat „we er toch geen ver stand van hebben", alsof n allemaal wél verstand heeft rekenen en taal.... kend ging worden. Het niet ken moet bij hen, dus thui» beginnen. Al geef ik toe dat ro- Jammer Na ook dit keer nog even te hebben aangestipt hoe jammer het kan zijn aLs leer krachten wat al te gemakkelijk over het van school gaan den ken (Mevr. A. v. d. P. te G., wiens „ulo"-zoon haars inziens niet voldoende door het hoofd werd geholpen) en de kritische kanttekening over het beroem de en beruchte strafwerk (Mevr. A. K. te V.: „is 1000 strafre gels voor het vergeten van een gymbroekje niet een beetje il te erg?") even iets over een andere zaak. Namelijk de dubbele taak. die heel wat onderwijzers en lera ren vervullen door 's avonds op een andere school nog lea te geven. Mevr. C. E. K.-N. te 's-G. meent, dat voor deze dubbele taak de nodige dubbele energie van huisbezoek tussen ouders en de mensen va; school. Hierover nog twee merkingen: Mevr. W. G.-B. te R. „Op huisbezoek krijg je een heel dere kijk op de man of vr voor de klas. De kinderen ge ven nu eenmaal vooral fouten en gebreken vaak heel anders door dan de werkelijkheid is". Mevr. Z. den H.-de J. te L. „Wat mij het meest bezwaart is dat er in onze gemeente vrij wel geen contact tussen ouders en personeel bestaat. Zou het te veel gevraagd zijn als de leer krachten één keer per jaar de ouders van hun leerlingen eens opzochten? Het hoeft heus geen hele avond te duren". In dit verband een fijne brief van mevr. E. G. te O. die ver telt hoezeer enkele onderwijzers wel meeleefden met haar min der valide (door kinderverlam ming) getroffen zoontje. Alle peet, onderstreept zij. Tipje telt hoe haar twee dochtertjes in de herfstvakantie haar brei werk meekregen om thuis tien centimeter te breien. „Maar ze konden er nog niets van: ik ben de hele dag bezig geweest het knoeiwerk in orde te bren gen. M'n soep kookte er zelfs door over. Nee, dacht ik. juf frouw, u hebt er zich wel ge makkelijk van af gemaakt". Mevr. J. N. te N. vindt dat de meisjes op handwerkles 51- les moeten leren, ouderwets of niet, omdat het nu eenmaal ge makkelijk is als ze later zo no dig ook in dit opzicht de han den uit de mouwen kunnen ste ken. Zij zegt ook nog iets over poken in.de H\as.. xp&ag daar- over sfraks meer. Mevr. M. den O.-van O. te B. tenslotte is pal voor het le ren van alle brei- en naaiste- ken op de lagere school, thuis nog door moeder te stimuleren, maar begrijpt niet. waarom men handwerkles op de mulo- school niet afschaft. „Jammer Over het roken In de klas door de leerkrachten is ook zo 't een en ander gezegd na de eerste opmerking hierover. Mevr. L. M. te G. „Roken vind ik de slechtste les. die zij onze kinderen voor het leven meegeven": de reeds bij de handwerkles genoemde mevr. N. „Het moest totaal verboden worden. Is het nu zo erg de uren dat de les duurt niet te roken? Ze hebben toch een pau ze? Bovendien: wij snoepen toch ook niet heel de dag". Tenslotte nog deze opmerking uit de (vele) gekozen: mevr. J. de K. te R.: „dat het bij zonder moeilijk is roken af te leren (af te wennen!) is be kend. Maar enige zelfbeheer sing in de klas lijkt mij drin gend gewenst. Wat heeft het voor zin duizenden guldens uit te geven om de jeugd niet tot roken te brengen, terwijl er voor de klas de ene sigaret na de an dere wordt opgestoken?" i rokende leerkracht. i de rijzer te schuiven? Hoe veel vaders én moeders, die hier foei over zeggen, steken zelf niet om de haverklap een si garet op. Dat roken niet gezond is weten we allemaal, maar ik coord, maar een complete avond mulo leiden b.v., daar worden over het algemeen de „dag"- kinderen de dup« go» dan vaak bij in, vindt zij. Ook nog even een herinnering doorgegeven en wel van mevr. De V.-de G. te R., die mi, zo'n 45 jaar later, neg weet hoe zij zich een tijd lang bijzonder ongelukkig heeft gevoeld door de opmerking „ga jij maar ach teraan zitten, dan kun je voor spek en bonen meedoen". Dit nadat zij eens (volkomen bui ten haar schuld) te laat was ge komen. B.L.O. Van de bileven, die het b.l.o. ter sprake brengen, kies ik er twee uit, daarbij benadrukkend, dat er juist voor deze moeilijke tak van onderwijs zéér veel waardering van de kant van de ouders bestaat! MEVR. A. van L. te B. „Het valt als ouders niet mee die stap naar het b.l.o. met hun kind te moeten doen. Maar: hulde en dank voor juist dit personeel. Hoeveel liefde en geduld weten zij niet op te brengen!" Mevr. Van der W. te R. „Als er samen over het kind en diens moeilijkheden wordt gepraat bijvoorbeeld het niet willen eten, ook niet als het over moét blij ven -r- kan alles fijn geregeld worden. Dat heb ik tot mijn ge noegen kunnen ervaren." Even „ouderwets" worden fnet een tipje, doorgegeven door mevr. C. van D.-K, te R. Naar aanleiding van de onlangs in de ze rubriek geplaatste opmerking, dat je bijna een boekje nodig hebt om uit al die verschillende schooltijden van de kinderen wijs te blijven, zegt zij aan de binnen kant van een kastdeur een lijst met de thuiskomsttijden van de kinderen te hebben opgehangen. Bevalt enorm! Ten slotte Twee brieven 'ot afsluiting van deze vier onder wijs-rubrieken. Om te beginnen de aardige sa menvatting van ram. E. van M.-B. te 's-G. „Onze leerkrach ten moeten toch maar iedere morgen weer opnieuw zich van dertig, veertig of kinderen de stemmin gen aan te voelen, op te van gen en zo mogelijk mee te be leven. Ze moeten zorgen dat de „zwakken" niet voorbij ge lopen worden en de „vluggeD" zich niet gaan vervelen. Voeg daarbij nog: geld ontvangen voor zending, natuurrampen, schoolreisjes, schoolmelk, enz., bij kleine ongelukjes de kinde- stellen c Bezoek Eng „Dit boek is er om je hier bij te helpen", zo eindigt Ma ry Young die aan het hoofd staat van een school voor man nequins in Londen het alleraar digste, frisse boekje voor jon ge meisjes: Bekoorlijk en be hoorlijk, dat uitkwam bij Ko ninklijke Uitgeverij Erven J. J. Tij! N.V. te Zwolle. Haar raadgevingen werden ver taald door Ageeth Scherphuis die de inhoud aanpaste aan Neder landse begrippen en gewoonten. Haar eigen, met schade en schan de verworven wijsheden voegde ze er aan toe in de hoofdstukken: hoe hoort het eigenlijk?, stem en lach, drie gulden regels voor je figuur, waar begin ik mee?, en op kamers. Uw slordige, nonchalante of on zekere dochter zal van Ageeth en Mary vast meer aan willen ne men dan van moeder. In dit ge val kunt u het gerust aan de schrijfsters over laten in te wij den over de juiste manier van li chaamsverzorging, lopen, je ge dragen als je voor het eerst gaat solliciteren of met een vriendje ergens gaat eten: allemaal ple zierig om te weten, niet in het Uitzet op stapel Irene Haverman schreef prakti sche tips voor verliefden en ver loofden (Drukkerij De Spaarne- stad Haarlem). De titel doet den ken aan warenkennis van de he dendaagse uitzet, maar daarnaast geeft de schrijfster ook praktische wenken over etiquette „bedenk al tijd dat de etiquette er voor ons is en niet wij voor de etiquette." Aanzoek doen (alleen voor jon gens), sluiertje terugslaan, het organiseren van een bruidsboeket en de tafelschikking op de brui loft vinden we er in. Warenkennis van linnenuitzet, cassette, pannen en keukenuitzet ontbreken even min en Irene geeft de raad aan verliefden: „je moet langzamer hand leren je eigen verlangens en verwachtingen opzij te schuiven wanneer dat voor het geluk van de ander noodzakelijk is. Je kunt H zelf pas echt gelukkig zijn als dc K ander van wie je houdt het is." De toon is wat matriar- fl ehaal, overigens is het een pret- tig overzichtelijk boekje. BöKlMWSi minst om het zelfvertrouwen van de jongedame te verstevigen. Voor moeder zelf staan er trouwens ook behartenswaardige wenken in: iedere dag van top tot teen was sen. een garderobe opbouwen, te veel praten (o die pauze van de N.C.V.B.), en: irritant om naar te luisteren, zijn er een paar. De schrijfsters zijn er beiden van overtuigd, dat mooi zijn niet het belangrijkste in het leven is. „Leer zoveel mogelijk de belang rijke zaken van de onbelangrijke te scheiden. Er zijn zoveel din gen die de moeite waard zijn, het zou zonde zijn als je daar niet aan toe kwam doordat je jc teveel bezig houdt met allerlei gezeur." De prijs voor dit stimulerende boek met vele foto's en tekenin- V gen is 5.90. Wie dol is op experimenteren in de keuken en op zoek is naar ccn keukenhulp, kan nu terecht bü een nieuwe keukenmachine die vüf verschillende keuken-hulpmiddelen in zich verenigt. U kunt hem gebruiken als citrusvruchtenpers met twee verschil lende perskegels, als deegkom voor een luchtig taartendeeg. als groentesnijder voor wie van rauwkost houdt, en als u de mixer van het voetstuk haalt en de garden, deeghaken of roomklopper aanbrengt, dan hebt u een handmixer. De staafmixer tenslotte geeft gelegenheid in willekeurig ieder glas of pan te mengen. De machine is uitgevoerd in wit met rood en blauw polystvrol en gaat 188,- kosten, in warenhuizen en grootwinkelbedrijven. „Toch vond ik het eng", zei het jongste zusje Sinterniklaas toen ze voor het eerst bij haar broer A. Niclaes op visite ging. „Je bent even zo leuk mijn zus hoor," zei deze, „maar als vader ge leefd had, zou ik het niet gedaan hebben". De Sinterniklaas-tak komt uit Strijen, maar sinds 1927 woont de heer A. Niclaes in Rot terdam. „Daar was het een gewo ne naam, maar in de stad merk ten we al gauw, dat veel mensen zich ten koste van anderen willen vermaken. Met een naam, die buitenissig is, beginnen de men sen, overal waar je komt, te la chen. Omstreeks deze tijd hoor je dan: „Je bent nog te vroeg", na half december: „je bent wel laat, tot februari durven ze dat vol te houden.... Afgezien van de bellerij, soms acht maal op een avond; nü is dat afgelopen, onder de N. zoeken ze het niet", zegt de rijzige 57-jarige ernstig. Zes TT ET spreekt vanzelf dat we de vorige keer niet uitgepraat waren. Dat zijn wij, babbels aan deze en gene zijde van de Open Brief, natuurlijk nooit. Maar ditmaal waren we midden in een gedachte blijven steken. Het ls echter een gedachte waarover stapels boeken en artikelen zijn geschreven, en ik maak mezelf niet wijs ooit in mijn leven met deze gedachte klaar te komen, laat staan in de Open Brief. Ik herhaal nog eens de zin uit de voorlaatste brief, waarop een briefvriendin inging: „Wie het ge sprek tussen God en zichzelf niet kent, kent ook geen naaste." offerensgezind voor christenen "tot beschamens toe? Is er niet zoiets als een glimp opvangen van goddelijke liefde, is er met als het ware een gena de die meekomt met de genade van God voor deze wereld, een genade waarvan ook de mens die daarbij charmant de arm moeten we dus niet de zaak omkeren: kent niet ieder die toont zijn naaste lief te hebben. God? Zullen we later, bij het binnengaan in heerlijkheid, niet onze ogen uit ons hoofd kijken? Omdat wij hebben gemeend al leen het hoe en wat te weten? Omdat wij lijnen getrokken heb ben: die wel en die niet, die mis schien voor ons leven en ons land en onze aard en ons volk op gingen, maar die in Gods grote patroon maar dunne streepjes waren? Hoe zit dat. zegt zij, ben ik fout? ]YTEE. heb ik gezegd, je bent niet fout. Dit is in ieder geval één kant van de kwestie: dat wfj al te snel klaar staan met een oor deel aangaande mensen die wij als niet-kerkelijk kennen ex wier jaar geleden heeft hij (met de twee toen minderjarige zonen) zijn naam laten veranderen. „Wij voelden onze naam als een ramp, overal waar je kwam wij zijn echte verenigingsmenscn draaien ze hun hoofd om en beginnen te grinniken. Een van de kinderen had een ontzettend „leuke" leraar: op de lagere school al werd het kind altijd zwarte piet genoemd. Eén Geen spijt werd vertegenwoordi- overal waar hij kwam verwekte hij hilariteit. Tenslotte hebben de jongens (een ervan woont nu in Afrika) de knoop doorgehakt, maar het was een hele stap om te doen. „We heb ben er geen spijt van", zegt de heer A. A. Niclaas Jr. van de Schoonegge in Rotterdam. Zijn vader houdt van het Sinterklaas feest. „Ik heb er wel honderd maal voor gespeeld en dat altijd ontzettend leuk gevonden." Hij houdt bijzonder van kinde ren: is voorzitter van de Rotter damse Speeltuincentrale, voorzit ter van de commissie speeltuin verenigingen. ilem van de speel tuin Vreewijk-de Vaan, en hij zwaait de voorzittershamer bij de personeelsvereniging van de Hol landse Apparatenfabriek. Zelfs op kaderconferenties plaatste een hooggeplaatste ambtenaar de bon mot „Wees maar niet bang, Sint nicolaas is er". Hij gaat verder: „Weet u, ik heb wat tegen het onbegrip van de mensen, het kwetst je beslist; we hebben dikwijls de haak van de telefoon gelegd, met een kus sen erop. De procedure van de naamsverandering alleen de staart hebben we overgehouden liep tamelijk vlot, we kregen alle medewerking van de administra tieve recherche die begrip toon de situatie. Ze komen thuis praten, met vrouw en kinderen en ook de broers en zussen moesten een verklaring afleggen, dat verge makkelijkte de procedure. Ein delijk kwam het in de Staatscou rant", „En toen moesten alle pa pieren veranderd worden", lacht de stille, al grijze mevrouw Ni claes. „We zijn er gelukkig mee. och, kinderen, dat was wel leuk" zegt ze nog vergoelijkend. De schoonzuster mevrouw Sin terniklaas van de Pleinweg lacht uitbundig op onze vraag hoe ze haar naam vindt: „Een hele mooie naam," klinkt het na-druk- kelijk. Maar.... mevrouw Sinterni klaas komt uit Duitsland en voor haar is de naam waarschijnlijk niet zo belast als voor haar iwi- g*r. „Ja, Je v*rwekt wel hilari teit, als je op het postkantoor bent met een pakje b.v., maar erg, nee, dit vind ik beslist niet". oprechte naastenliefde wij ple- opstaan. In het verkiezen gen te duiden met humanistisch Pen boven wanhopen. In cn impulsief zonder dat wij hen achtige belangstelling ooit als ..naasten hebben gezien, eenvoud. Je naaste in iemand zien is na melijk in de mens de ogen van je |\/|IJN. n Heiland te zien, en de nadering sluit mij. Ten i ho- wijl er toch elke dag weer het wanhoopsverhaal is van een kind dat oversteekt of in een sloot ver drinkt, van een man die rustig staat te wachten voor een ver keerslicht en tussen een bus en 'rachtau in, dag uit? En dat is iets anders dan aardig levend - - zijn. Dat is tegelijk ook de andere mo€t leven, mag ik kant van dc zaak. Het is een mis- verstand dat onze naaste de mens is tot wie wij ons willen overbui- gen (met o.a. de christelijke ooodschap) en aan wie wii harte lijkheid en goedheid willen be tonen. Wij willen vaak helemaal niets. Wij kunnen die naaste niet zien. Wij haten hem dikwijls, wij willen een ander op ons pad dan juist deze mens. Maar omdat wij de dialoog hebben leren verstaan, het gesprek dat God met ons be gonnen is in het Immanuël. daar om begint onze naaste, niet wij. Die mens. die irritante, moedelo ze. hinderlijke mens begint. En ontsluit in ons een deur, zoekt bij ons contact, gesprek, genegen heid. begrip, troost. Ook al toont hij dit in felle haat en koppigheid, in een hooghartig zwijgen of in een speelse discus sie: hij zoekt ons, onvoorbereid, toch. Want de Heiland zoekt ons, in hem. En daarom moeten we eerst het gesprek met de Vader hebben om Hem te horen in onze rustige geloof dat het is omdat hij een zo gemakkelijk naaste was. Zijn leven, hoe druk en gecom pliceerd ook, lag open. Ieder van ons kan zich voorstellen hoe hij Omdat ik op aarde grapjes maakte met zijn vrouw, .i, leven. En de kinderen knuffelde en hard "enkele kon roeP«n: hè, hè. weer thuis! Hoe En krijgt zelfs het trekken met een ogenschijnlijk niet kan „aarden' niet geestelijk en niet in z^n baan iger het gesprek, hoe g-nSS - t. liefheb, hoe snel ik mezelf ver- Perspectief, uitzicht, al was het geef. hoe goed ik het met mezelf alleen maar omdat hij zich bij getroffen heb. des ook zuiverder treft slag van het gebod: naaste zal liefhebben gen eenvoudig ziet worden, had hij geleerd te zeggen, niet: die vent begrijpt mij niet, maar: ik heb hèm nog niet begrepen. Dat kost wat. Dat kost een enorme zelf discipline en een eerlijkheid zon der ophouden. Maar voor wie de grond voor het gaan tot de ander vindt in het gesprek tussen zijn Schepper en zichzelf, voor die mens is de prijs niet te hoog. Wat immers is een grote dode, als er niet een grote Levende is? Als God niet in onze ellende en on rust en onvrede is ingegaan, dan is er geen „rusten in vrede". Als niet één tot in de diepste consequentie God-met-ons, aller meest nabije Naaste, Mensenzoon was geworden, wat waren wij an- die hier ders, vandaag, dan een para phrase van menselijk tekort, ijl hoog wegstervend, als klokge lui? En het met mezelf alleei1 maar omdat hij zich bij /j te feller maar een enkel mens begrepen weet. J X/ xi^dat^k^mun Dit alles overdenkend in een bef 9 ben als mezelf, wogen week-end, vroeg ik mezelfl af: waarom was John F. Kenne-^""^ O worden wij nederiger dy God en milder voor de mens er velen naast ons. In een blij vallen en nabij? Waarom hebben van ons gehuild, zo uit oprecht verdriet, ter- troosten. ruzietjes beslechten en wel zeer goed oppassen ve. leuke kinderen niet vo< trekken boven de brutale e moeilijke. Voeg daarbij ook het na schooltijd opzoeken zieke kinderen of voorkomende moeilijkheden bespreken met de ouders, nog tijd over zien te houden voor studie of voorbe reiding, dan mogen wij, als ouders, niet nog meer verlan- -gen van de Juf of Meneer, maar onze kinderen met dankbaarheid aan hen toevertrouwen.'' En tenslotte een brief moeder, huisvrouw én lerares V.H.M.O., I V. te L., die uiteraard een wat andere kijk heeft op school taken dan moeders, die alleen huisvrouw rijn of die werkzaam zijn ln een andere sector, zoals ze schrijft. „Wat als lerares altijd _.md frappeert is dat je van de ouders als die het tenmin ste de moeite waard vinden op je spreekuur te komen en dat zijn er héél wat minder dan de buitenwacht wel aanneemt zo dikwijls een ander beeld van een leerling krijgt dan je jezelf had gevormd. En dat is nuttig voor alle partijen." Verder: „De leraar(es) faalt als hij (zij) alléén de te doce ren stof als doel ziet: „ken je je les, dan ben ik verder van je af" is een houding, die men (gelukkig zelden) nog wel aan treft. Men behoeft geen cursus paedagogie gelopen te hebben om te begrijpen, dat de leer ling voor zo'n onderwijskracht misschien niet altijd veel res pect zal hebben intiemer con tact met zo Iemand is niet mo gelijk. En, zonderling genoeg: het zijn vaak de vrouwen, die deze houding aannemen, niet om dat te bang zijn niet klaar te komen met hun stof, doch om dat ze wanorde vrezen als ze zich „laten verleiden" tot het praten over andere onderwerpen. Natuurlijk, de balans kan ook naar de andere kant overslaan. Aldóór opvoedend staan te pra ten wekt alleen ergernis en ver zet. En vooral als dat van „zo'n mevrouw" is, die inplaats van haar stofzuiger thuis te bedie nen, met tekenlat, grammaire algebraboek zwaait, menend dat ze daardoor respect afdwingt." Ook nog: „Leraressen, ook ge trouwde, moeten inzien dat hun privéleven van het schoolleven Bescheiden dient te blijven en at valt ons vrouwen niet altijd mee, omdat we meer op ons sentiment leven dan de mannen. Maar hoeveel opener sta je te genover je schoolklas als je je eigen persoontje kunt vergeten." Deze huisvrouw-lerares heeft nog één (niet te vervullen) wens nl. dat alle ouders, tenminste moeders eens een paar weken voor de klas konden staan. Wat zou er dan een veel groter be grip voor dit werk en een har monieuzere samenwerking kun nen ontstaan.... Beslist wel een reactie, die geloof ik een goede hekkeslui- ter kan worden genoemd. Als ik ook nog iets mag wensen: ver geet u ons volgende onderwerp „de huishoudportemonnee" niet? Ook daar kunnen we samen best iets van maken! Bij plaatsing van uw mening ontvangt u naar wens het boek Tip Para de. De dokter zegt 1 of De dokter zegt 2. Wilt u uw naam en adres óók vermelden in de brief, die u kunt stu ren naar de redactie „Blad-Zij" met op de en veloppe „Uw mening". Zo nodig zal de redac tie een keus maken uit de binnengekomen brieven en deze bekorten. Over deze beslissing wordt niet gecorrespondeerd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1963 | | pagina 15