kostbare muziekbelevenissen De Haagsche Schetsclub zestig jaar a/s briefschrijver ZONDAGSBLAD ZATERDAG 16 NOVEMBER 196S Wij berichtten reeds over het «eer belangwekkende, instruc tieve gedeelte van de Kasseier Musiktage. Dit speelde zich als het ware „binnenskamers" af in lezingen, demonstraties en discussies. Er was ook een officieel, naar buiten gericht gedeelte, dat een programma vol concerten, een wereldpremière van een opera, lezingen e.d. bood. En stak dit nu zo kenmerkend af tegen het programma van een „doorsnee- festival"? Ja zeker, het droeg een zeer eigen karakter. Men ontmoette er b.v. geen van de langs de festivals rondtrekken de kunstenaars, het program ma omvatte geheel andere wer ken dan de „doorsnee-festival- muziek" en het peil was er heus niet minder om. Integen deel. Men haalde hier een fris se neus, men kreeg hier vele kostelijke en kostbare beleve nissen te verwerken. En welk festival begint met een lezing? Het was de vice- president van de Bondsdag prof. dr. Carlo Schmid ver maard denker en auteur, die de Kas seier Musiktage in zette met een in drukwekkende voordracht over „Der europSische Mensch". Prof. Schmid ging na welke elementen hebben bijgedragen tot de vorming van de typische ken merken van de ge- meenschappelij ke Europese cultuur. Europa het schiereiland van Azië bezit de geografische lands Het N.C.R.V. Vocaal Ensemble onder Marinus Voorberg gaf het openingsconcert op de Kasseier Musiktage. Het behaalde een nut Kamerkoor, het Danzi- voorwaarden zowel voor verschei- Kwintet, onze instrumentale denheid als voor gemeenschappe- vocale solisten, lijkheid. zo begon prof- Schmid, vervolgens- somde hij de pun ten op, die hij dan verder uit werkte. Zijn these was, dat de Europese mens vrij staat tegen- de buitenmenselijke mach- Voorberg voerde Purcell deze keer in het Duits) ei - de „Ode for the birthday of ken_ snei trillend ten dit in tegenstelling tot de Queen Anne" van Handel. In beweging. Voor het jaar 1927 mens buiten Europa. Bij de Grie- beide werken fungeerden koorle- bijzonder geavanceerde compost- ken ontwikkelt zich het rationele den als solist en begeleidde het tie, die hier en daar doet den- Wallingford Riegger bedoelde zün klonken dansen voor de luit, door Study in sonority (uit 1927) Eugen Dombois ronduit fantas- hy de tisch bespeeld, de Franse chan- sons als Jouyssance vous donne- ray en Amy souffrez, of de Ita liaanse madrigalen in tal van itmische verschillende zettingen, waardoor steeds de kleur en vaak het tem po wijzigde. Over deze verschil lende zettingen moet men zich felijk programma uit, nl. de „Cae- hoge en uiterst' hoge liggingen cilia-Ode" van Purcell «voor bü voorkeur gebruikt. Zo ont- daar- staan uiterst fyne wryvbigsvlak- Penderecki. Kreneks Mar- componist i ginal Sounds voor slaginstrui ten met viool beweegt zich het „gewone seriële idioom oit i denken, dat leidt tot de ontdekking Kasseier Barokensemble ..Pro ken aan vermaarde Threnody niet verbazen. In di der wetmatigheid van de natuur en arte antiqua". Het was e~ daarmee tot de techniek. De tech- en mooi concert, al mil nische bekwaamheid is een ty- door de Duitse vertaling pisch Europese eigenschap, die cell de karakteristieke de Europese mens J de uitvoering wenste. Soms ziet men aan de schrijfwijze, dat een bepaalde stem alleen in de toepassing en combinatie strument bedoeld moet zijn. de yeie verschillende dat deze vocaal niet is uit te i de naast semble, toen het onder leiding v hem levende mens, de wereld zo- Voorberg wel als de „Uberwelt". De tra- und Ewig" gedie is de neerslag van het con flict itussen wereld en überwelt slagwerk (de gehele De gewoonte i „keuken" stond er opgesteld!) je, een madrigaal, een chanson, verrassende effecten te- gezongen en/of gespeeld werd al naar gelang de beschikbare - krachten. Dat gebeurde hier ook: Iets nieuws op dit gebed eminente blokfluitsoeler Hans i de staat, waarin de rechten het individu verzekerd worden. De democratische staatsvorm is een Europees kenmerk. Het grote Romeinse Rijk schiep de moge- feesten lijkheid tot 'het verbreiden deze ideeën tot universaliteit Een formidabele prestatie deze avant-garde muziek brachten de- - - 2e „klanken op het grensgebied" evenwel niet. Het slot van deze avond kwam met Strawinsky's Concerto in Es voor kameror kest, het z.g. Dumbarton Oaks- Concert (1938) en het was merk waardig te constateren, hoe „ouder wets", hoe „gewoon" dit aandeed. trefzeker en vlekkeloos ir weer te geven. De cyclus stamt uit 1949 er bestemd voor de Goethe- Berlijn. De titel is Goethe'; de eminente blokfluitspeler Hans Martin Linde zong soms het lied, dat daarna b.v. door de vier vio- da gamba gespeeld werd of Voornaamheid ontleend voegde er zelf aan toe de Romein- deel gedichten, waarmee het tweede Het is i welk punt i zelfdiscipline die Benedictus Nursia overnam in zijn regels de Benedictijnei En hoe dit alles geboden werd J1A.m VCJ. met welk een voorbeeldige het aard- zÜn voortreffelijk geschoold orkest smaak, met welk de cyclus opent (er iet bekükt Voor Dean Dixon .i ir.-«vrtr«»ff*lnlc mvhonlri orkp ïr_ betekende dit gehele program- _r kloosterorde, scheidene gedaanten vormt het ma een groot succes en voor alsook het Romeinse rechtsbegrip, grondthema van het geheel. Het al t €n - aardse kan zéér aards er uitzien, de „Venetianische Epigram- Het eeuwige krijgt gestai- Nieuwe kamermuziek de „Hymnen" als „Prome- Grenzen der Mensch- Voordat wij nu overgaan tot termezzo het drie- en in „Paradiesisches", een der hoogtepunten van deze rlcercare voor eer in de dichter tot de hoeri muziekdagen, n.l. het ensemble Bach's Musikalisches Opfer. Al- het Paradijs spreekt. van de Schola Cantorum Basi- Pepping vond voor elk gedicht liensis onder August Wenzinger, met de „leges ger- maniae" (barbarorum) de grond- als „Der Storch' slag van het Europese recht ge- tisch als in „Anakreons Grab' worden is. Maar het Romeinse en Rijk deed meer: het gaf het mi 1 Christendom door. En het Chris- te in telijk geloof werd de band, die theus' Europa samenbond, vooral na het heit", verlies van de gebieden rond de Middellandse Zee aan de Islam. Europees is het geloof aan de red ding van de mi dood. Europees geloofwaarheid de Christelijke reldbeschouwing. op hij het moderne klank- eert materiaal hanteerde, wekte gro- tes te bewondering. mortier. Mens - arbeid door Christus' de eigen karakterisatie door ge- bespreken wij eerst het concert fijnd, de Christelijke bruik te maken van een uiterst van nieuwe kamermuziek. Daarop geraffineerde vocale taal, die kreeg men onuitgegeven werk soms het instrumentale nadert en van verschillende samenstelling die prachtige klankeffecten weet horen. De „Sieben Bagatellen" te wekken. Men zou Pepping' stijl misschien de moderne En dan barokmuziek met sona- Joseph Bodin dc Bois- Handel en Tri em arm, Suite van Marin Ma- drie vlola's da gamba als dlep-ernstig ln- zesstemmig cembalo uit J. S. :hes Opfer. welk een voorbeeldig siceren, levendig en sierlijk, ver- nooit overgeculti- eerd. Zo'n prachtig ensemble onuitgegeven werken moest Europees is ook de verhouding drigaalstijl kunnen mens-arbeid. De Europese mens geval vindt hij de nauwste werkt en acht dit zijn plicht. De- sluiting bij de 16de-eeuwsse m ze werkzaamheid tezamen met het steihmigheid, die hij met de Calvinisme gaf aan de Nederlan- derne middelen der ritmiek den in de 17de eeuw de enorme harmoniek uitbreidt, economische bloei en expansi Europees is tenslotte ook de tonomie van de kunst en var wetenschap. Voor de degenen, die de denk- Hans Poser klavier bleek typische speel- elk muziek voor leken te zijn. licht- ian- jes modern van taal, maar zon- »er- der veel eigen gezicht. Ook de So- iio- natine voor altviool en fluit van en Thomas Christan David (zoon van Johann Nepomuk David) was onschuldige, te lange muziek het geval land ko- zelfs al kan ons land ook bogen op dergelijke specialisten. altblokfluit Maar dit Wenzingergezelschap dit Wt ormt zo'n volkomen eenheid, waarvan elke klenr zorgvuldig is afgewogen. Ja deze concerten waren ervaringen i niet te i Deze beide concerten van het N.C.R.V. Vocaal Ensemble gaven de misschien wel het duidelijkst de met Tre Pezzi Espressivi strekking van deze muziekdagen Helmut Eder eej kant het bren- J:~ „De Haagsche Sóhetsclub werd opgericht 15 november 1903, met 't doel aan beeldhouwers, schilders, teekenaars en allen, die zich in hun vrijen tijd wenschen te oefenen in het model- teekenen daartoe gelegenheid te bieden." Met bovenstaande woorden, die opzettelijk in de toenmaals geldende spelling worden weergegeven, richtten de drie enthousiaste jonge oprichters zich tot hun leden en adspirant-leden. De geestdriftige initiatiefne mers, die tot verzamelen blie zen, waren de binnenhuisarchi tect Corn, van der Sluijs. de le raar-tekenaar Jac. Bodaan en W. de Gruijter, wiens beroep niet met zekerheid te achterha len viel, maar die naar alle waarschijnlijkheid een Jeugdig „ververspatroon" was, zoals de aanduiding toentertijd luidde. Zij ouderdom waren geïnspireerd door een ar tikel in „De Studio", waarin ge wag werd gemaakt van de toen reeds jaren bestaande „London Sketching Club". Tekenavond in 1913. dergelijk ge- ding nootschap, want er zijn er ette- vierde lijke in ons land die de jubila ris op dit vlak met stukken Van de daad Oer-Haags Mannen waren, lieten zij onverwijld convocatie uitgaan naar dege- Een dozijn aanmeldingen het gunstige gevolg op „wekroep". toch menen voor dit instituut (met lande- als zij lijke betekenis) even de aan dacht te moeten vragen, is meer de grote betekenis die de voor het toenmalige, (maar voor het huidige) kunstle- had en heeft. Immers zij werd wel, popu lair aangeduid als het door gangshuis voor beeldende kun- De eerste vergadering vond stenaars, waarvan zij er talloze als jongmaatje binnen haar ge- urgent probleem werd, rekend, over wie wij enige weken sn de teugels en stelde geleden, binnen deze kolommen de club open voor een leder die uitgebreid melding maakten, maar een redelijke tekenprestatie wist degene die het werkelijk tot we- te leveren en het deelnemen aan reldfaam heeft gebracht is, bui de tekenavonden puur voor ple- ten kijf, toch wel Geer van Vel- zler wenste te beoefenen. de, die reeds jarenlang van Pa rijs uit „opereert" en het tot Het teruglopen in het alge- een kunstenaar van internatio- meen van de vakkennis, zal nale allure bracht. Wie de ge- hier ook wel een woordje heb- schiedenis van de jubilerende ben meegesproken. vereniging schrijft, ontkomt niet da?"» echSlrlSe8 «kS f S/'fe 8rote kunst consciëntieus en op be- ereilQ 1S! hoorlijk niveau werd beoefend. HistOMG plaats op 11 november 1903 Verleidelijk contributie werd vastgesteld op verlaten. begon meteen die toe wensten te treden. tekenen op 15 november van voornoemd jaar, waar tevens de oprich tingsdatum mee gefixeerd lag. ..De Haagsche Schetsclub" heeft zijn 60-jarig jubileum ge- vierd; geen uitzonderlijk hoge g|^ea°d°e'5e' Een academische ondergrond was wel het minste wat men vroeg, maar daarnaast was er een strenge ballotage, die vele latere corypheeën, maar met de hakken over de sloot, binnen de de club deed belanden. Het is uiterst verleidelijk een pleegt te worden, valt niet op eindeloze reeks namen van „ge- ^oor heftige commoties, of het om'tte grote" hoeTeeuSid^e" m°'" het biina chronische nogal taaie aangelegenheid, geldgebrek zijn. waarmee ze ns zullen beperken vanaf de oprichting achtervolgd te gras enkele te W€r(j ^t zeker aan haar dertig voltallig bestuur geci erd, bij het dertigjarig j Na de oorlog Daar is dan allereerst Hein Stolle, (van Rotterdamse origi ne), die in 1930 al in Den Haag wortel schoot en in datzelfde jaar als lid (en later als be stuurder) toetrad en dit maar liefst 32 jaar bleef, waardoor jarig bestaan toe. Dit jubileum midden in de crisisjaren (1933) zou luisterrijk worden gevierd, maar er was geen rooie cent in kas: Onversaagd echter wer den er maar liefst drie zalen van hij, als geen ander, met het wel het Genootschap de club dio" gehuurd *ÏLr™nJ™t»I" bekommerd eau het werk waard is. WC e" het feest volledig te doen sla- Namen N* stond "en nóg stalt! deftig Haags bloemenmagazijn, leerde zijn medeleden papieren bloemen vouwen, die in duizen- ka,„r,„c „QT. den vervaardigd werden, waar- +h«nl ai mee de zalen omgetoverd wer- Bundt, thans al ge- dm tot ee[1 waar ;prookie8paleis aldus uitgroeide tot eerst namen gedachte als van de bekende etser Arend Hendriks; of die van Levinus durende lange 4nrpn riï- en alaus ungroeiae wi nei n de Vrije sch°°.n.ste feest dat „Pulchri" Academie Haag, zowel als die j*" -o12n van Harry Verburg daverend batig saldo de huidige directeur Kas- de Arnhemse Académie, maar ook bekende schilders als Louis Tentoonstellingen M Roem genoot de club ook om uhaar „drie-jaarlijkse" tentoon- nroir Rraam stellingen, die op allerlei adres- """f".,?!* sen werden gehouden (van de Hit «ffirfhuv not ai Nutsbibliotheek aan de Lutherse tjjd leraar aan de Bur?wal 111 l?07_tot die in „Ex- Kon. Academie te a" Den Haag zijn zoals celsior" aan de Zeestraat in 1930, te culmineren in die van t,«goj in de Koninklijke Kunst- Koppenhagen om van Jaal Kleijkamp aan de gcheve- no^mm ningsewegl. Een ietwat kwalijke reputatie Witjens worden ge- wereld van onze grootste cultuur- gen van de oude muziek, historicus prof. J. Huizinga ken- de andere kant het brengen nen. bevatte deze lezing op de de hedendaagse muziek, maai keper beschouwd niet veel nieuws, dat de band tussen beide behou- verloopt al gauw En de Nederlandse toehoorder zal den blijft of dat de brug gesla- F zeker een vraagteken plaatsen gen wordt, bij de verklaring van de bloei van onze „Gouden Eeuw". Maar Prof. Schmids voordracht reikte -diep en zette tot denken, tot discussie. Kamerorkest Daar was het weloverwogen pro gramma van het Kamerorkest van de Hessische Rundfunk. Dean Dixon, hier ook welbekend, diri geerde en leverde een bijzonder interessante bijdrage. Haydn's Aan het N.C.R.V. Vocaal En- speelse Notturno nr. 1 in C en ible van Marinus Voorberg Mozart's G-dur Fluitconcert, aardig en speels, maar meer niet. Harald Genzmer's Di vertissement voor fluit en viool (1962) zet heel virtuoos in, maar wat dro ge neobarok. En Sutermeister's Serenade nr. 2 (1961) voor fluit, hobo, klarinet, fagot, hoorn en trompet amuseerde iedéreen een echte kermisachtige „uit smijter". NCRV-Vocaal Ensemble viel de eer te beurt het ope ningsconcert te geven. De „Stadt- Pohlers concerteerde, gaven het Maar wat uitstak boven alles, dat waren de Inventlonen (1956) van Robert Sater voor fluit, viool en cello. Suter is leerling van Wladimir Vogel en komt uit de Kranlchsteiner cursussen in uitnemende fluitist Klaus Darmstadt. Hij werkt nu als le- VK turn»»»»niets vermoedende begin .HP D (natuurlijk!stamp- deze avond. Toen kwam het Con- Beze .mu"ek. gematigd certino van Janacek, Vo- halle", de grote concertzaal Kassei, was (natu vol en het succes was eno hartverwarmend groot. Ja Nederlandse kunstenaars in het buitenland meer gewaar- de eerste deel de piano tegenover de orden hoorn gezet wordt, in deel twee de klarinet er bij komt en dan i bet ser'ële taal, toonde talent trekt volle zalen, ook het Neder- brak zich het n rakter: ze was beknopt, helder en delicaat geschreven. Een werk om te onthouden. Was dit nu een goed resultaat te noemen van Eén goed worden. vallend talent temidden van veel goedwillende talenten ontdekt Nog curieuzer werd het daar- in ejk geval is Suter een compo- na: Study in sononty van Wal- nist, die wat belangrijks te zeg- lingford Riegger, om met Ernst gen heeft en daarvoor de juiste, passende vorm weet te vinden. Trouwens op het congres van de International Society for Con temporary Music, dat deze zomer in Amsterdam werd gehouden, werd ook al de aandacht op hem gevestigd. August Wenzinger Nu dan de beide concerten van August Wenzinger en zijn ensem ble. Wenzinger is een van de grootste kenners van de gamba familie, hij doceert te Basel in de uitvoeringspraktijk van de oude muziek en bezit een ware virtuo siteit in het bespelen van deze in strumenten. Dit alles demon streerde hij in twee verrukkelijke concerten. Op het ene werd mu ziek van de renaissance op het andere muziek van de barok uit gevoerd. Daar klonken de pava nes en gaillardes uit de verzame lingen van Pierre Attaignant (1530) in de oude kleur van gam ba's, blokfluit, zink. kromhoorn, luit en cembalo: een coloriet als het prachtige brocaten weefsel Jet misfcTen^wS he®" de club zi^ ^en man als Wiliem door zijn V€le verhuizingen. Begonnen in een achterkamer op het Spui. die men al schie lijk verliet om de stank van wal mende petroleumlampen waar bij men moest werken, ging men achtereenvolgens naar de Am- munitiehaven, de Balistraat, de De Riemerstraat, de Regentesse- laan, de Denneweg en weer te rug naar de Ammunitiehaven (thans op de 1ste verdieping van hetzelfde pand, waarvan men van 1904 tot 1909 de tweede etage had bevolkt). Hierna is de club oneindig lang geherbergd geweest aan de Laan Copes van Cattenburgh 117, met als ingang een schil derachtig poortje, aan welk ver blijf uw verslaggever zelf, de aangenaamste herinneringen be waart. Reden waarom wij de Een criticus is geen onper soonlijke instantie, maar een mens met een geschiedenis. Als ik de naam Louis Coupe ras noem, heeft die voor mij een bijzondere gevoelswaarde, niet zozeer uit genegenheid of bewondering, maar omdat de naam van deze schrijver een van de eerste was die ik in dit verband tegenkwam. Bij bepaalde namen van mensen en dingen denkt men dikwijls tegelijk aan de omstandighe den, waaronder men die na men of woorden voor het eerst hoorde. Limonade...een be zoek van de jeugdige koningin Wilhelmina aan een school; het Wilhelmus wordt door de verschillende klassen op een verschillende seconde ingezet. Disponibel... mijn vader koopt op het abattoir een „beestje"; men handklapt en betuigt; een koe ligt rochelend en bloedend tegen de straatstenen te sterven. Een ritueel geslachte kip flad dert zonder kop een meter of wat voort. Zo is de Nederland se literatuur voor mij openge gaan in een uitgeverscatalogus Het Boek ln 1904, aangeschaft voor een dubbeltje met een bon uit een advertentieblad. Daar paradeerden onze letterkundigen. Jacques Hartog was gestorven, Querido die ik de grootste van allemaal vond, hoewel ik weinig van zijn bijdrage begreep beleefde zijn opkomst, en dan had je Herman Heijermans, me vrouw Van Gogh-Kaulbach, Top Naeff. Ina Boudier-Bakker. Je kon deze Nederlandse Olympus nog overzien, het zag er nog niet zwart van de grote mannen als reeds een kwarteeuw later. Associaties nederd voelt, dat hij,dan liever helemaal niet uitgeeft, ja hele maal niet meer schrijft, die zijn voor hem, voor 't ogenblik, zo zeer ernst dat wij aan een die- Symbool De lezer voelt er iets van na, welke associaties opdoemen als Het geheel maakte een rustige Pe geschoktheid "moeten geïo- indruk. Ook Couperus .as daar. ven." ontbreken) ons in de handen komt. Je vindt Couperus' eigen uitspraak uit 1913 bewaarheid. Er staat weinig in. Je zult er niet in een stil uur in gaan zit- __o __oo_. ten lezen, zoals in de brieven het honorarium had van Rilke. Een groter contrast verwende Indische jongen met En dan leest men later kritie- tussen Couperus en de twaalf zijn homo-erotische aanleg de en over zijn werk, van Queri- jaar jongere Rilke. als het op betekenis van een symbool: het do. Van ^Deyssel, Johan de brieven aankomt, is niet denk- stelde het antwoord voor dat de de brie- mensengemeenschap hem gaf Couperus i met een getekend portret Haverman en een druk stukje proza over Dionysos. Noch de man, noch zijn stijl, kon ik r vergeten. Kritieken Van Tricht spreekt dan van Couperus' innerlijk-onvaste hou ding tegenover de gemeenschap: baar. Voor Rilke ven die hij schreef een deel wil zijn letterkundige oeuvre en hij Slechte in verzorgde zijn correspondentie Van Deyssel die dagen betékende een inter- des te beter, omdat dat bric- griefden hem niet alleen view nog iets! Couperus venschrijven hem gedeeltelijk teraire redenen. In 1912 ver- d'Oliveira. dat hij troostte, wanneer zh'n inspiratie klaart Couperus: kon dus nooit hoog genoeg zijn. zoals die van Wereldvrede, maken hem dc Haagsche Schetsclub van "deze plaats af, maar al te gaarne een van harte gemeend proficiat toe wensen met een gestage opgang naar de volgende zestig GIJS KORDING De interviewer steek liet. Men kan niet beter schrijverij uit." Bijzonder fraai doen en laat de doen dan de Couperuskenner H. brief mismoedig in zijn la flad- W. i zijn inleiding de volzin uit 26 april 1887 aan de re van Nederland: „De hoedanigheid var tisch mensch echter een voegende bij het ideale i Sf'Üf, «end kind elen d.t hoe te»,«r P«ëct zoü ik gnnme ik my voor een deèf'aïn de m™ ho" »«'d ««kon." nier, waarop hij de taal han teert, vooral in de kleine, beken- tenis-achtige stukjes in Van en over Mijzelf en Anderen. Dan verveel ik me met EHne Vere en Majesteit, vergelijk Iskander met De Oude Waereld van Is. Querido...kortom, Couperus Is voor mij iemand, een voorge leefde manier waarop men I Verreweg het grootste deel v delen over collega's, vrienden en bekenden, waarin dus het tere „Die factor zit er ongetwijfeld punt van Couperus' verhouding ook wel in, maar het contrast tot de maatschappij niet zo tussen de aardige, hoffelijke merkbaar was. Daarom is dit grand-seigneur Couperus en dit boekje de moeite a lastpak is te groot, Couperus' denen weigert, dat hij «lch (f 2.90) zeker waard; het is een uitgave van Daamen N.V., Den Haag. C. RIJNSDORP Dokter in Alaska Dokter in Alaska, door A. Co- mandliii. Uitgave H. Mculenhof, Amsterdam. De jonge Amerikaanse dokter Grafton Burke heeft meer dan dertig jaar als een ware Schweit zer zijn beroep uitgeoefend in het barre Alaska, waar hij op hon derden mijlen in de omtrek de enige arts was. Zoals in zovele doktersromans, was het ook hier zijn vrouw, die hem bijstond in zijn moeilijke taak. De „blanke medicijnmeester" heeft heel wat wantrouwen, bijgeloof, vooroor deel moeten overwinnen van de in heemse bevolking, doch tenslotte won hij het vertrouwen van zijn grote en kleine natuurkinderen. Het is een boek vol grappige, doch ook tragische gebeurtenis sen. Uit deze roman blijkt niet al leen hoezeer Burke een onverge telijke figuur is geworden in Alas ka, doch ook dat zijn vrouw Adele Comandini, behalve een toegewijd echtgenote van een pionier, een goed schrijfster is. De lezer krijgt een beeld van Alaska en zijn be volking en blijft geboeid de bele venissen van Burke en zijn vrouw volgen. Het boek is uit het Engela vertaald door B. J. Eenhoorn.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1963 | | pagina 17