HERKENT U ZICH EEN BEETJE?
HET VOETSTUK KM BREKEN
fcijk, heru.
Hoe denk
je over
je ouders!
'Ruimte
voor ons....
ZATERDAG 5 OKTOBER 1963
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiim
over Vaders en Moeders over Vaders en Moeders over Vaders en
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiin
<:Ucor<:Uadera
Het schrijven van een stuk
Uitsluitend en alleen over de
positie van de man als vader,
is even onvolkomen als een
leegstaand huis. Immers zo
als een huis waardeloos is zon
der zijn bewoners, is het
schrijven over de vader on
volledig, ja zelfs overbodig zon
der daarbij de vrouw en het
kind te zien, die bij die vader
horen. Daarom moet je (én
mag u) wat nu volgt beslit niet
xien als een losstaand element;
het is slechts even uit het ge
heel van deze pagina apart
gezet, echter binnen de cirkel,
die het geheel samenbindt. Vra
gen wij ons af wat het wil
zeggen vader zijn dan
kan een antwoord hierop vaak
alleen maar worden gegeven
door de verschillen tussen de
vader en de moeder beter te
leren kennen.
Vanzelfsprekend gaan we niet
diep graven, voor ons is de wer
kelijkheid meer waard dan al
leen maar uitgedokterde stelre
gels. Maar om te weten hoe je
moeder, je vader handelt, waar
jij al of niet de dupe van bent,
is vooral één ding belangrijk,
namelijk de vraag: waarom rea
geert je moeder zo, je vader soms
heel anders.
De binding van jou, van ons met
de vader, is niet zoals bij de
moeder een band, die zijn
oorsprong vindt via een biologi
sche basis, waar de navelstreng
noort geheel verbroken wordt,
maar in het dagelijks leven
steeds als symbool aanwezig
blijft, misschien zelfs nog wel
na de dood1. Het vaderschap
daarentegen vormt, om het met
dr. P. H. Ritter in een van zijn
boeken te zeggen, een cultuurba
sis. Daarom is de moeder zij, die
je wijsheid geeft, raadgevingen,
zij die je geheimen (soms) be
grijpt, dit alles zelfs wel eens zo,
dat we het meer dan hinderlijk
San vinden. Maar vergeet niet,
ar voor is zij moeder, jouw
moeder,
Daarm is de vader hij die ge
zag uitoefent, je richt voor het le
ven in de maatschappij, de be
kende ladder met meer treden
wil uitbreiden en daarop jouw
yoeten. Daarvoor is hij vader,
jouw vader en bovenal mens,
evenals jij en ik met gebreken en
tekortkomingen.
Het bovenstaande lijkt een ver
dediging voor de vader en ener
zijds is het dat ook. Maar alle
dingen hebben nog steeds twee
kanten en hoewel wüj jongeren,
als we eerlijk zijn die eerste kant
niet helemaal willen ontkennen,
hanteren wij de tweede, want de
ze verdediging houdt bovendien
een aanklacht in zich verborgen.
Nummers draaien
Gewapend met dc wetenschap,
zoals hierboven in de inleiding
staat, heb ik telefoonnummers ge
draaid. Wat is dat vader? Is
dat de hand, die gegroefd is door
zorg, de al of niet vergrijsde
haardos achter de voorpagina van
het ochtendblad, de slaap die ver
drongen wordt door een nacht vol
problemen, de gentleman in het
kOBtuum van een handelsreiziger,
de schouders, die het spelen nooit
moe worden, de pantoffel, die uit
glijdt van gezapigheid? De rede
nering vader werkt en moeder
zorgt voor het eten, vindt bij
ons jongeren allang geen voed-
dingsbodem meer.
Dit beeld
woorden, hoewel dit laatste per
niet gezien moet worden als een
gebrek gedachten moeilijk onder
woorden te kunnen brengen, maar
tevens naar ik meen ook
als een heimelijke angst van bin
nen uit over de vader, jouw va
der te oordelen met de weten
schap zelf ook niet de hand in
eigen boezem te kunnen steken
zonder dat hij er vlekkeloos uit
komt. Dit beeld kwam er uitein
delijk te voorschijn:
Mijn vader is te zakelijk, te veel
mens van deze tijd. Ik vraag
me af waar hij gebleven is, de
speelkameraad van vroeger. Ik
geloof niet. dat hij veranderd
is maar alleen omdat de uiter
lijke vormen van het kind zijn
verdwenen, reageert hij anders
en moet ik handelen als een vol
wassene, niet dat ik dat niet
wil. maar dan zonder hun prak
tijken, die ik niet geheel kan
delen.
Ik kan de dwang van mijn va
der. die hij achter mijn school
werk zet. enigszins begrijpen:
hij wil later een mens zien. die
geslaagd is in het leven, maar
kan hij op zijn beurt ook be
grijpen, dat er in het leven nog
andere dingen zijn dan leren
alleen? Ik weet het niet.
Vaak tracht ik begrip te vinden,
maar veel van mijn denken
vindt hij te sentimenteel en dan
wijst hij me op de realiteit, het
werk, de eerzucht.
Hij is degene, die weinig notitie
van me neemt en schijnbaar op
pervlakkig mijn doen en laten
bekijkt, maar plotseling bewijst
een vader te zijn door met mij
als een gelijkwaardige over iets
te praten, daardoor voel ik me
een mens. een man.
Mijn vader is geloof ik als alle
vaders, een tikje te bezorgd wat
mijn toekomst betreft.
Vaders doen mij soms aan de
oude schoolmeesters denken, te
veel de eigen jeugd vergetend,
alleen maar het vqrmen tot een
bekwaam mens in de maat
schappij. Maar ,gr is meer,
veel meer,
Ik wü hier nog iets aan toevoe-
Sen. Teveel geloof ik is de va-
er (en ik kan me dat enigs
zins voorstellen, hoewel dat nog
niet zeggen wil dat zijn houding
juist is) degene, die ons tot een
herhaling wil brengen van eigen
leven en vooral van eigen werk
zaamheid, hij wil zich herhaald
JfOE zien wij onze ouders. Deze op een der Ruimtevergaderingen achteloos opgeworpen vraag
bleek op zoveel manieren beantwoord te kunnen worden dat het voor ons aanleiding genoeg
was er een hele pagina aan te wijden. We bombarderen het niet tot „probleem van de week". Het
was voor de door Marianne van Raay geïnterviewden ook helemaal geen probleem. Zelfs de ons
zo vaak in de mond gelegde klacht „M'n ouders begrijpen me niet" kwam niet in hun antwoor
den voor. Integendeel. We mogen constateren dat velen toch wel „tevreden" zijn met hun ouders
al zijn ze er wel van overtuigd het later
anders te zullen doen. Maar is dat niet
een vrij normale reactie?
Leo Kleyn en Jan Roos zorgden voor
de meer beschouwende stukken respec
tievelijk over de moeder en de vader.
Foto's ook ditmaal van onze fotograaf
Robert Collette en van Peter Mokveld.
Van Jannie de Kwaasteniet deze week de
kritische rubriek over de film „Weder
zijds" van Gerard Rutten.
Op deze pagina komen je en u uiteraard ook iets tegen
over de vraag: hoe denk je over je ouders. Het antwoord,
zo is duidelijk gebleken, had elke keer hetzelfde refrein.
Niet zoals de psychologen, die alles van pre tot post puber
teit weten, zullen denken: „mijn ouders begrijpen me .niet",
maar: „zet er als
jeblieft m'n naam
niet onder. Verzin
maar een pseudo
niem, of verdraai
zien en als het kan nog een tik
keltje beter.
En dat is wat wij jongeren niet
willen, hoewel wij. als we bij
ons zelf te rade gaan, begrijpen
later aan dezelfde fouten bloot
te staan. Maar Goethe zei reeds,
dat het leven zich voortdurend
nieuwe vormen wil scheppen,
met de vader als stille raadge
ver, maar niet als een betweter
die ons zijn leven wil laten her
scheppen.
Ik besef dat dit stuk hoogst on
volledig is en veel meer dingen
meespreken wat betreft vaders
en wij jeugd, maar naar ik
hoop hebben wij de vader
even geraakt en dat was ook de
bedoeling.
JAN ROOS
WEDERZIJDS
Aangrijpend filmjournaal over
het tijdvak van de beide wereld
oorlogen en dc rol die Koningin
Wilhelmina daarin heeft ge
speeld.
De tijd is een wiel dat voort
rolt.... met deze woorden begint
een indrukwekkende monoloog,
die de inleiding vormt van dc
film: Wederzijds. Hoe waar deze
woorden zijn, ontdek je al gauw.
Het wiel van de tijd rolt enorm
snel voort. Je vraagt je af. of je
alles al weer vergeten bent. De
tijd heelt alle wonden, dus ook
deze: de wonden, geslagen door
oorlog. Maar de stem van een
wond, die nooit helemaal heelde...
met de povere resultaten van dit
voorbije tijdperk worden we im
mers dagelijks zij het niet be
wust geconfronteerd? Eich-
mann. Oorlogsinvaliden. Het nog
steeds bestaande antisemitisme
en andere gevaarlijke -ismen, die
alle direct of indirect het gevolg
zijn van menselijke onderdruk
king.
Wanneer je de beide wereldoor
logen niet bewust hebt meege
maakt, zou je je wel eens slechts
toeschouwer, die zijn tijd pas
seert met „oorlof»je-kijken" kun
nen voelen. Dat zóu kunnen, maar
het geval is. Komt dit door de
belangrijke rol die Koningin Wil
helmina en het verdere konings
gezin in deze film speelt een
indrukwekkend beeld vormend
van haar geweldige karakter
eigenschappen die je plotseling
weer de verknochtheid van de
Nederlanders met het Oranjehuis
doet beseffen, zodat je door dit
gevoelselement er niet onpersoon
lijk meer tegenover kan staan?
De regisseur van de film. Ge
rard Rutten, kende de overleden
Prinses van zeer dichtbij en het
beeld dat hij van haar geeft kan
alleen maar grote bewondering
Soms onduidelijk
Artistiek gezien mankeert er
aan deze film natuurlijk wel iets,
er is nl. gewerkt met oude jour
naalbeelden, die vaak onduidelijk
en antieke prenten, die erg vaag
zijn: dit kon ook niet voorkomen
worden. Primitief is soms het
woord voor bepaalde opnamen:
dc soldaten ?open bijvoorbeeld
te marcheren in zo'n razendsnel
tempo dat het opgewonden speel
goedbeestjes lijken; zeer beslist
wat lachwekkend, maar zelfs hu
mor mag niet ontbreken. Oude
ren zullen voor deze film wat his
torische waarde betreft grote be
langstelling hebben, hoewel men
niet ontkomt aan het ondergaan
van een reeks feiten, die je soms
even kunnen doen duizelen.
(Dit is onvermijdelijk in een film,
waarin binnen twee uur van beide
wereldoorlogen een duidelijk over
zicht gegeven moet worden). Mis
schien gaan jongeren aan vele
feiten, die ze zic;h slechts vaag
kunnen herinneren uit de Vader
landse Geschiedenisboekjes, voor
bij. Ik geloof echter dat de na
oorlogse jeugd deze wereldoorlo
gen niet achteloos in de vergeet
hoek mag duwen; het is een plicht
voor ons om er iets vanaf te we
ten, want we kunnen er een mas
sa van leren. Waar er alleen
plicht is en geen begrijpen van de
nood, die in die tijd geheerst
heeft, zullen we nooit diep onder
de indruk komen. Gelukkig zijn
heid van gebeurtenissen, beelden
die zich in je geheugen griffen.
Daar is bijvoorbeeld Hitler met
een bezweet hoofd en een wegge
zakte spuuglok aan het brallen:
het lawaai van zijn stem schijnt
duizendvoudig te weerkaatsen
dan verandert plots het beeld en
je ziet de rustige, bijna flegma
tieke figuur van dr. Colijn, die
langzaam en beheerst de gedenk
waardige woorden uitspreekt:
„Wacht nu maar rustig af...."
Nooit weer
De honger is daar. Honger die
staat te lezen in ogen, die spreekt
uit lichamen die nog slechts uit
huid en skelet schijnen te be
staam Is dat nog maar 19 jaar
geleden? Je ziet verlaten, trieste
slagvelden, enkele stuiptrekkende
gewonden. Een vliegtuig, dat in
ronkende vaart en met een vlam-
menstaart naar beneden stort.
Flitsende beelden, die je alle een
totaalindruk van het begrip oorlo
gen geven, waarbfl deze wens als
een rood signaal in je gedachten
seint: dit nóóit weer".
Bij de bevrijding is er de jui
chende, hossende menigte, die
danst en springt en elkaar om
armt maar even later een lan
ge rij strompelende oonlogsinvali-
den met krukken, sommigen met
één arm, anderen met een stomp
je been. Zij bewegen zich onbe
holpen en traag voort: er is ech
ter een triomfantelijke glimlach
om hun lippen, zij leven ten min
ste nog
Maar de werkelijke boodschap
die deze documentaire brengt,
komt volgens mij wel tot uiting
in het beeld van een lange, lange
rij Joden; achter de tralies en
het prikkeldraad van een concen
tratiekamp staren zij wezenloos
naar buiten en wachten op hun
ondergang. Op de achtergrond
zingt een wanhopige stem een Jid
disch lied; de stem wordt al harts
tochtelijker en heftiger, het is of
zij aanklaagt, beschuldigt, er op
aandringt om nooit te vergeten
wat een vreselijke gevolgen een
uitbarsting van haat tussen ver
schillende volkeren kan hebben,
zij smeekt om vrede zij doet
ons, welvaartskinderen, die vrede,
die wij zo achteloos accepteren,
plotseling zien.... en misschien
waarderen?
JANNIE DE KWAASTENIET
als
het
Hé// lijn
handen krijgen".
Behalve een
beetje valse
schaamte en angst
voor de gevolgen
een bewijs dat
we toch van ze
houden?
Allereerst Eleonore F., negentien jaar, studente rechten:
„Laat ik eerst stellen, dat ik best tevreden met ze ben. Ze
getroosten zich offers om mij te laten studeren en dat is al
een reden om mijn kritiek maar ergens anders op te richten.
Ik heb het altijd fijn gehader werd me zelden iets ver
boden, ik mocht zoveel rommel maken als ik wilde, de gek
ste spelletjes doen, zoveel vriendjes en vriendinnetjes mee
naar huis nemen als ik wilde.
...soms moet een moeder hel gevoel hebben, dat haar achtste wereldwonder zo over haar denkt
<rOoorcïTloederé
Als ik kinderen had zou ik
ze precies zo opvoeden, op één
punt na. Ik zou ze zelf veel
meer zélf laten doen. Mijn ou
ders hebben mij altijd be
schermd, alles tot het eenvou
digste toe werd voor mij gedaan.
Ze waren verschrikkelijk be
zorgd. Ik besef nu pas, op ka
mers en midden in de ontgroe
ning. hoeveel ze me altijd uit
handen genomen hebben. Ik
kan niets, in de meest simpele
dingen zoals b.v. een girootje
schrijven, ben ik zo onhandig als
een baby. Ik voel me soms do
delijk beangst en heel erg on
zeker. De weekeinden thuis zijn
oases. Ik zou mijn kinderen
dit graag besparen".
Ken se amper
Han O. zeventien jaar, tech
nische school: „Mijn ouders?
Hoe ik over ze denk? Het moet
wel een beetje gek klinken,
maar ik ken ze nauwelijks beter
dan de jongens op school. Zolang
ik me kan herinneren moest ik
op school overblijven omdat
mijn moeder werkte. Kom ik
thuis, dan is alles verlaten
ik heb een zus maar die is al
twee jaar getrouwd en duurt
het nog een uur voor pa en ma
thuiskomen. Vaak is het dan:
hebben jullie erge honger? An
ders haal ik even wat op de
hoek. Nou en 's avonds kijken
ze televisie.Mijn vader heb ik
pas beter leren kennen sinds ik
op de technische school ben,
want daar heb ik zaterdags
vrij. Eerlijk, hij is me honderd
procent meegevallen. Wij knut
selen veel samen en we kletsen
af en toe fijn, terwijl ik vroe
ger alleen op m'n duvel kreeg
als er weer een rotbrief van
de directeur van de H.B.S. was.
Moeder? Die zet koffie en mop
pert dat we zo'n rommel ma
ken. En ze vergeet nog steeds
mijn sokken te stoppen. Maar
zet dat er maar niet in".
avonds waren ze. vooral vroe
ger, doodmoe en kribbig. In de 1
vakanties van de ene tante
naar de andere. Dit jaar had
ik drie jaar M.M.S. en prompt I
moest ik van school af om in
de zaak te helpen. Argumenten:
je spaart ons een dure kracht, 1
die toch snel weggaat om te
trouwen, je leert een vak en
dat slaat alles je hebt toch
een vriendje. Als troost mag ik
's avonds een avondcursus vol-
gen, maar je begrijpt, dat dat
eigenlijk surrogaat is. Het werk i
is me meegevallen, het is af
en toe zelfs wel leuk, maar ik 1
neem ze het nog steeds kwa
lijk dat ze ..de zaak" boven mij
laten gaan". I
Vroeger ja
Margriet W., zeventien, kweek
school: „Wat mij vooral treft is
dat vroeger je ouders in je ge-
dachten op de eerste plaats kwa
men. Alles wat ze deden was
goed, een voorbeeld voor alles I
wat jij deed of zou gaan doen.
Achteraf beschouw je hen in die
tijd als diegenen, die je onder I
andere moeten leiden om een vol
wassen, zelfstandig mens te I
worden. Nu moeten ze dat vol
gens mij nóg zijn. Ze moeten je
„levensgezellen" zijn bij wie je
met alle problemen kunt komen
op-
He
ah is allei
Mary van D„ bijna zestien,
tearoom-serveerster: „Je weet
het zelf wel, ik heb een best
stel ouders. Ze werken hard en
het is iets om je petje voor af
te nemen als je bedenkt, dat
ze de hele zaak met hun eigen
handen gemaakt hebben tot wat
hij nu is. Maar dat is tegelijk
hun fout, én dat begrijpen ze
totaal niet van mij. Zij zien
niets anders meer dan de zaak
en ik had er als kind al een he
kel aan. We moesten aardig
zijn tegen de kinderen van de
klanten. We mochten geen her
rie xpaken boven de winkel.
Overdag moesten we maar
dat we ons vermaakten.
lossing probeert te vinden. Ze
moeten je volledige vertrouwen I
hebben op alle gebied. Bij mijn
ouders is dat niet he.t geval. Oh
ja, het zijn lieve schatten hoor, i
begrijp me goed, maar ik kan I
niet met ze praten. Voor mij
zijn het de mensen, die voor
mij zorgen en mij een goede op
voeding gegeven hebben (waar
voor ik ze dankbaar ben!) en
nog iets meer hoogstwaarschijn
lijk. maar geen „levensgezel
len".
Xet pakje, rol huikje
Erwin, achttien, H.B.S.„Nou
je komt wel op een geschikt
moment. Gisteravond een ouder
wetse ruzie gehad thuis. Pa is
een selfmade man, stoere wer
ker in de avonduren, je kent
dat wel. Steeds hetzelfde deun
tje: waarom werk je niet. ik
heb zulke kansen nooit gehad,
en jij grijpt ze niet. Ik heb al
tijd moeten ploeteren 's avonds
en jij kunt het op je slofjes af
etc. etc. Dan wordt er flink met
deuren gewerkt en na een paar
dagen is de storm weer afgetrok
ken. Verder alles prima hoor.
Altijd net pakje en een vol buik
je eronder. Twee broertjes, twee
..de weekenden thuis zijn oases.
Er zijn vrouwelijke ministers,
vrouwelijke kamerleden, vrou
welijke burgemeesters en vrou
welijke predikanten....op vrij
wel alle gebieden heeft de
vrouw gelijke kansen en rech
ten gekregen. Tussen de zwar
te mannetjesraven worden zij
steeds minder wit en steeds
meer gewaardeerd; het zijn
eigenlijk alleen nog maar de
vrouwelijke mannen, die weinig
getapt blijven. Wie gezien de
emancipatie intussen mocht
zijn gaan denken, dat er tus
sen vrouwen en mannen toch
eigenlijk maar weinig verschil
meer bestaat is jammerlijk
mis. Hoewel er niets verander
lijker is "dan de vrouw, blijft zij
in, één opdicht altijd gelijk; zij
blijft een vrouw.
Nergens manifesteert de
kloof, die man en vrouw ge
scheiden houdt, zich zo duide
lijk als aan de wieg van een
pasgeboren kind. Terwijl een
man zich daar duidelijk niet
thuisvoelt voor hem zijn alle
pasgeborenen gelijk wordt
een vrouw iedere keer opnieuw
tot in het diepst van haar ziel
geroerd om de onschuld die in
zo'n wieg een tegelijkertijd mi
nimale en maximale gestalte
heeft aangenomen. Want naast
de schattig-, snoezig- en allerlei
anderig-heid, is het toch vooral
de onschuld, die haar frappeert
en insoireert tot slaken van
naar lyriek neigende kreten
iedere moeder móét wel het ge
voel krijgen invlaats van het le
ven aan een zoon of dochter, de
wereld haar achtste wonder ge
schonken te hebben.
Mannen, mits niet versomberd
door huis-, tuin-, keuken- en erf-
zonden. zullen de laatsten zijn om
haar die onschuld te betwisten.
Alleen zien zij geen reden er
steeds opnieuw uitbundig over te
doen. Bovendien, en dit is waar
schijnlijk de voornaamste oorzaak
van hun stilzwijgen, zien zij met
de machtige blik van de heerser
die zij al'e vrouwenemancipa
tie ten spijt gebleven zijn voor
uit. De onschuldige blik maakt
dan vanzelf plaats voor een iets
minder opgewekte. Want wat een
schrijver eens zei is maar al "te
wöar: „Ouder worden betekent
hoofdzakelijk het opruimen van la
gen onschuld". Het tragische is
nu, dat de wereld er om vraagt,
dat wij opruimingen houden. Het
is als met duimzuigen: wie het
als baby doet. mag rekenen op
verrukte kreetjes van altijd wel
vertederde tantes, maar wie hier
uit de toch voor de hand liggen
de gevolgtrekking zou maken er
dan maar tot z'n twintigste of
langer mee te moeten doorgaan,
kan er even vast op rekenen dat
de vertedering langzaam maar
zeker in haar tegendeel gaat om
slaan. De dingen krijgen een an
dere naam; onschuld b.v. wordt
naïeveteit. Want het zou naief
zijn in de oom die altijd wel een
rolletje zuurtjes in zijn zakken
had, een aardige man te blijven
niet de bruut, die bijvoor-
wil. zien, moet „De Avonden" le
zen. dieper als daarin kan een
moeder niet vallen.
Knaagdieren
Hoe komt dat nou eigenlijk,
kun je je afvragen, dat iemand
die eerst alles is, later geredu
ceerd wordt tot niets, een wezen
naar wie je moeilijk anders kunt
kijken dan met een wat meewa
rige blik in je ogen, om wie je,
in het ergste geval, zelfs lachen
moet. als het tenminste niet zo
triest was. Het komt, geloven wij.
eenvoudig door het gebrek aan
vergelijkingsmateriaal. Wanneer
de wereld niet groter is dan de
wieg is hij ook zeer dun bevolkt:
op jezelf na is het alleen de moe
der die erop woont, want zelfs de
vader is gedoemde de eerste jaren
niet meer dan een vage bijroM6
spelen. Later wordt die wereld
natuurlijk groter hij gaat uit
een heel huis, een hele straat, er-
hele stad zelfs bestaan. Maar
moeder blijft de centrale figuur
en haar reputatie is nog zo hecht,
dat zij voor aantasting daarvan
voorlopig niet bang hoeft te zijn.
Dat „voorlopig" strekf zich uit
tot de kritieke fase. die even af
schuwelijk is als het woord, dat
men er voor bedacht heeft: de
pubertiteit. Dat is de tijd van het
grote vallen, het grote wankelen,
het hardnekkige knagen. Want
pubers zijn knaagdieren die op
instorten uit zijn. Niets blijft
overeind. En het spreekt wel van
zelf, dat wat het 'hoogst genoteerd
stond, het dieptst moet vallen.
Lichtpunt
beeld zijn i
Zon/a se sijn
Wim T., twintig, student me- I
dicijnen: „Als ik zo mijn waar-
dering voor mijn ouders in de
loop der jaren bekijk, is het net
Tragisch
soort grafiek. Eerst kijk je
tegen je ouders op als tegen de I
griekse goden en godinnen. Pa
kan alles en Ma is volmaakt.
Maar. vanaf de eerste keer
je ze bewust ziet falen, zakt dat,
tot absoluut negatief in je pu-
berteit. Waardeloos, die ouwe- I
lui, zeg je dan. Ik ben nu twin
tig
i dat i
op ik ze juist door mijn kritiek
ben gaan waarderen. Doordat je
ze ziet als gewone mensen en I
ze zo door en door kent, ga je
van ze houden zoals ze zijn. Nu
ik geen kind meer ben en ik
tegenover hen sta. als mens te
genover mens, ben ik wat ze I
voor me geweest zijn en nog
zijn, meer gaan waarderen dan
ooit".
MARIANNE VAN RAAY.
Niet alleen krijgen de dingen een
andere naam. maar ook krijgen
de mensen een ander gezicht. We
gaan scherper zien. meer genuan
ceerd, niet meer alleen de zuur
tjes, die trouwens toch steeds ster
ker aan devaluatie onderhvig ra
ken. Dat oom van onze „verou
derde" inzichten de dupe wordt, is
natuurlijk niet zo erg (zeker niet
als hij werkelijk zijn vrouw
slaat...). Veel ernstiger is de
veranderde houding ten opzichte
van hen, die ons het meest na
staan: de vader en moeder. Voor
al de moederfiguur loopt grote
kans van haar voetstuk te vallen
daarvoor hoeft ze niet eens
ontaard te zijn. Voor haarzelf is
dat niet minder tragisch dan voor
degene, die het voetstuk omver
haalt ten slotte had ze de in
druk gekregen voor een wereld
wonder gezorgd te hebben. Door
dat wereldwonder wordt zij aan
vankelijk ook in die orde van
grootte gezien als iemand die
voor een wonder haar hand niet
omdraait, sterker nog: zelf een
wonder is. Maar langzaam, heel
langzaam of plotseling, heel
plotseling verliest het wonder
zijn luister en wordt het terugge
bracht tot een niveau waar de
wonderen allang de wereld uit
zijn. Wie zo'n ontluisteringspro-
ces-op-zijn-dieptepunt uitgeoeeld
Er is een lichtpunt: in de mees
te gevallen niet alle namelijk
komt er een eind aan het ge-
puber. De grote strijd is gestre-
dert het lelijke eendje zwemt
weg als een zwaan. Maar intus
sen is het voetstuk gebroken en
met de beste wil van de wereld
kan de zwaan de stukken niet
meer aan elkaar lijmen. De m
der blijft ontactvol, of niet hele
maal eerlijk, of met twee maten
meten, kortom, zij blijft iemand
wier gebreken pijnlijk duidelijk
aan het licht zijn gekomen. Een
zwaan is geen struisvogel hij
kan zijn kop niet in de grond ste
ken en doen of hij niets ziet. Er
is geen „Weg zurück".
Maar, er is wel een andere
weg en wie daar langs gaat, komt
toch tot een verrassende uit
komst. De materialen waarvan
het kinderlijke voetstuk gemaakt
was, zijn ondeugdelijk gebleken en
in de branding als wrakhout weg
gespoeld. Nieuwe bouwstenen
moeten gezocht worden. Wie ze
vindt, kan een nieuw voetstuk op
richten. Er komt geen wereldwon
der op te staan, geen wonder
zelfs, geen heilige en geen r
donna. Maar wel een vrouw, die
blij is als wij weer (eens) thuis
komen, die niet voor de vorm
vraagt hoe het met ons gaat.
die minder concreet, meer ab
stract iets voor ons betekent.
Die onze moeder is. Die ons heeft
liefgehad. Het is misschien toen
een wonder.
LEO KLEYN
Mohamed Fewfik uil Cairo heeft,
naar hij zegt, een middel tegen ja
loersheid ontdekt. Geen vis eten.
Wij hebhen een middel tegen rod
delen ontdekt. Geen tong eten
op t
Haagse automobilist gat
wielen door dc bocht
Natuurlijk weer een Hagei
Dit jaar krijgen we reeds school
t.v. Als we het programma goed
doorgelezen hebhen is school t.v.
de onderwijzer ook nog
over een grote groep studenten ver-
klaard dat buitenlandse militaire
bases rondom Indonesië worden ge
bruikt om moeilijkheden te veroor
zaken. Om deze stelling te bewijzen
In de ogen van ge,
tion hebben wij weinig
Wjj hebben weinig vertrouwen in
de ogen van generaal Nasoetion.
Een 48-jarige kantoorbediende uit
Amsterdam is in dc hoofdstad aan
gehouden, verdacht van verduiste
ring van ongeveer zeventig mille ten
nadele van de N.V.S.H., waarhij hij
Dit kan men met goed recht een
zedendelict noemen.
Ook dit jaar zijn lachtigjarigen
en ouderen uitgenodigd voor een
reünie op de Damesbcurs.
Een reünie voor beurse dames dua,