HERKENT U ZICH EEN BEETJE? HET VOETSTUK KM BREKEN fcijk, heru. Hoe denk je over je ouders! 'Ruimte voor ons.... ZATERDAG 5 OKTOBER 1963 iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiim over Vaders en Moeders over Vaders en Moeders over Vaders en iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiin <:Ucor<:Uadera Het schrijven van een stuk Uitsluitend en alleen over de positie van de man als vader, is even onvolkomen als een leegstaand huis. Immers zo als een huis waardeloos is zon der zijn bewoners, is het schrijven over de vader on volledig, ja zelfs overbodig zon der daarbij de vrouw en het kind te zien, die bij die vader horen. Daarom moet je (én mag u) wat nu volgt beslit niet xien als een losstaand element; het is slechts even uit het ge heel van deze pagina apart gezet, echter binnen de cirkel, die het geheel samenbindt. Vra gen wij ons af wat het wil zeggen vader zijn dan kan een antwoord hierop vaak alleen maar worden gegeven door de verschillen tussen de vader en de moeder beter te leren kennen. Vanzelfsprekend gaan we niet diep graven, voor ons is de wer kelijkheid meer waard dan al leen maar uitgedokterde stelre gels. Maar om te weten hoe je moeder, je vader handelt, waar jij al of niet de dupe van bent, is vooral één ding belangrijk, namelijk de vraag: waarom rea geert je moeder zo, je vader soms heel anders. De binding van jou, van ons met de vader, is niet zoals bij de moeder een band, die zijn oorsprong vindt via een biologi sche basis, waar de navelstreng noort geheel verbroken wordt, maar in het dagelijks leven steeds als symbool aanwezig blijft, misschien zelfs nog wel na de dood1. Het vaderschap daarentegen vormt, om het met dr. P. H. Ritter in een van zijn boeken te zeggen, een cultuurba sis. Daarom is de moeder zij, die je wijsheid geeft, raadgevingen, zij die je geheimen (soms) be grijpt, dit alles zelfs wel eens zo, dat we het meer dan hinderlijk San vinden. Maar vergeet niet, ar voor is zij moeder, jouw moeder, Daarm is de vader hij die ge zag uitoefent, je richt voor het le ven in de maatschappij, de be kende ladder met meer treden wil uitbreiden en daarop jouw yoeten. Daarvoor is hij vader, jouw vader en bovenal mens, evenals jij en ik met gebreken en tekortkomingen. Het bovenstaande lijkt een ver dediging voor de vader en ener zijds is het dat ook. Maar alle dingen hebben nog steeds twee kanten en hoewel wüj jongeren, als we eerlijk zijn die eerste kant niet helemaal willen ontkennen, hanteren wij de tweede, want de ze verdediging houdt bovendien een aanklacht in zich verborgen. Nummers draaien Gewapend met dc wetenschap, zoals hierboven in de inleiding staat, heb ik telefoonnummers ge draaid. Wat is dat vader? Is dat de hand, die gegroefd is door zorg, de al of niet vergrijsde haardos achter de voorpagina van het ochtendblad, de slaap die ver drongen wordt door een nacht vol problemen, de gentleman in het kOBtuum van een handelsreiziger, de schouders, die het spelen nooit moe worden, de pantoffel, die uit glijdt van gezapigheid? De rede nering vader werkt en moeder zorgt voor het eten, vindt bij ons jongeren allang geen voed- dingsbodem meer. Dit beeld woorden, hoewel dit laatste per niet gezien moet worden als een gebrek gedachten moeilijk onder woorden te kunnen brengen, maar tevens naar ik meen ook als een heimelijke angst van bin nen uit over de vader, jouw va der te oordelen met de weten schap zelf ook niet de hand in eigen boezem te kunnen steken zonder dat hij er vlekkeloos uit komt. Dit beeld kwam er uitein delijk te voorschijn: Mijn vader is te zakelijk, te veel mens van deze tijd. Ik vraag me af waar hij gebleven is, de speelkameraad van vroeger. Ik geloof niet. dat hij veranderd is maar alleen omdat de uiter lijke vormen van het kind zijn verdwenen, reageert hij anders en moet ik handelen als een vol wassene, niet dat ik dat niet wil. maar dan zonder hun prak tijken, die ik niet geheel kan delen. Ik kan de dwang van mijn va der. die hij achter mijn school werk zet. enigszins begrijpen: hij wil later een mens zien. die geslaagd is in het leven, maar kan hij op zijn beurt ook be grijpen, dat er in het leven nog andere dingen zijn dan leren alleen? Ik weet het niet. Vaak tracht ik begrip te vinden, maar veel van mijn denken vindt hij te sentimenteel en dan wijst hij me op de realiteit, het werk, de eerzucht. Hij is degene, die weinig notitie van me neemt en schijnbaar op pervlakkig mijn doen en laten bekijkt, maar plotseling bewijst een vader te zijn door met mij als een gelijkwaardige over iets te praten, daardoor voel ik me een mens. een man. Mijn vader is geloof ik als alle vaders, een tikje te bezorgd wat mijn toekomst betreft. Vaders doen mij soms aan de oude schoolmeesters denken, te veel de eigen jeugd vergetend, alleen maar het vqrmen tot een bekwaam mens in de maat schappij. Maar ,gr is meer, veel meer, Ik wü hier nog iets aan toevoe- Sen. Teveel geloof ik is de va- er (en ik kan me dat enigs zins voorstellen, hoewel dat nog niet zeggen wil dat zijn houding juist is) degene, die ons tot een herhaling wil brengen van eigen leven en vooral van eigen werk zaamheid, hij wil zich herhaald JfOE zien wij onze ouders. Deze op een der Ruimtevergaderingen achteloos opgeworpen vraag bleek op zoveel manieren beantwoord te kunnen worden dat het voor ons aanleiding genoeg was er een hele pagina aan te wijden. We bombarderen het niet tot „probleem van de week". Het was voor de door Marianne van Raay geïnterviewden ook helemaal geen probleem. Zelfs de ons zo vaak in de mond gelegde klacht „M'n ouders begrijpen me niet" kwam niet in hun antwoor den voor. Integendeel. We mogen constateren dat velen toch wel „tevreden" zijn met hun ouders al zijn ze er wel van overtuigd het later anders te zullen doen. Maar is dat niet een vrij normale reactie? Leo Kleyn en Jan Roos zorgden voor de meer beschouwende stukken respec tievelijk over de moeder en de vader. Foto's ook ditmaal van onze fotograaf Robert Collette en van Peter Mokveld. Van Jannie de Kwaasteniet deze week de kritische rubriek over de film „Weder zijds" van Gerard Rutten. Op deze pagina komen je en u uiteraard ook iets tegen over de vraag: hoe denk je over je ouders. Het antwoord, zo is duidelijk gebleken, had elke keer hetzelfde refrein. Niet zoals de psychologen, die alles van pre tot post puber teit weten, zullen denken: „mijn ouders begrijpen me .niet", maar: „zet er als jeblieft m'n naam niet onder. Verzin maar een pseudo niem, of verdraai zien en als het kan nog een tik keltje beter. En dat is wat wij jongeren niet willen, hoewel wij. als we bij ons zelf te rade gaan, begrijpen later aan dezelfde fouten bloot te staan. Maar Goethe zei reeds, dat het leven zich voortdurend nieuwe vormen wil scheppen, met de vader als stille raadge ver, maar niet als een betweter die ons zijn leven wil laten her scheppen. Ik besef dat dit stuk hoogst on volledig is en veel meer dingen meespreken wat betreft vaders en wij jeugd, maar naar ik hoop hebben wij de vader even geraakt en dat was ook de bedoeling. JAN ROOS WEDERZIJDS Aangrijpend filmjournaal over het tijdvak van de beide wereld oorlogen en dc rol die Koningin Wilhelmina daarin heeft ge speeld. De tijd is een wiel dat voort rolt.... met deze woorden begint een indrukwekkende monoloog, die de inleiding vormt van dc film: Wederzijds. Hoe waar deze woorden zijn, ontdek je al gauw. Het wiel van de tijd rolt enorm snel voort. Je vraagt je af. of je alles al weer vergeten bent. De tijd heelt alle wonden, dus ook deze: de wonden, geslagen door oorlog. Maar de stem van een wond, die nooit helemaal heelde... met de povere resultaten van dit voorbije tijdperk worden we im mers dagelijks zij het niet be wust geconfronteerd? Eich- mann. Oorlogsinvaliden. Het nog steeds bestaande antisemitisme en andere gevaarlijke -ismen, die alle direct of indirect het gevolg zijn van menselijke onderdruk king. Wanneer je de beide wereldoor logen niet bewust hebt meege maakt, zou je je wel eens slechts toeschouwer, die zijn tijd pas seert met „oorlof»je-kijken" kun nen voelen. Dat zóu kunnen, maar het geval is. Komt dit door de belangrijke rol die Koningin Wil helmina en het verdere konings gezin in deze film speelt een indrukwekkend beeld vormend van haar geweldige karakter eigenschappen die je plotseling weer de verknochtheid van de Nederlanders met het Oranjehuis doet beseffen, zodat je door dit gevoelselement er niet onpersoon lijk meer tegenover kan staan? De regisseur van de film. Ge rard Rutten, kende de overleden Prinses van zeer dichtbij en het beeld dat hij van haar geeft kan alleen maar grote bewondering Soms onduidelijk Artistiek gezien mankeert er aan deze film natuurlijk wel iets, er is nl. gewerkt met oude jour naalbeelden, die vaak onduidelijk en antieke prenten, die erg vaag zijn: dit kon ook niet voorkomen worden. Primitief is soms het woord voor bepaalde opnamen: dc soldaten ?open bijvoorbeeld te marcheren in zo'n razendsnel tempo dat het opgewonden speel goedbeestjes lijken; zeer beslist wat lachwekkend, maar zelfs hu mor mag niet ontbreken. Oude ren zullen voor deze film wat his torische waarde betreft grote be langstelling hebben, hoewel men niet ontkomt aan het ondergaan van een reeks feiten, die je soms even kunnen doen duizelen. (Dit is onvermijdelijk in een film, waarin binnen twee uur van beide wereldoorlogen een duidelijk over zicht gegeven moet worden). Mis schien gaan jongeren aan vele feiten, die ze zic;h slechts vaag kunnen herinneren uit de Vader landse Geschiedenisboekjes, voor bij. Ik geloof echter dat de na oorlogse jeugd deze wereldoorlo gen niet achteloos in de vergeet hoek mag duwen; het is een plicht voor ons om er iets vanaf te we ten, want we kunnen er een mas sa van leren. Waar er alleen plicht is en geen begrijpen van de nood, die in die tijd geheerst heeft, zullen we nooit diep onder de indruk komen. Gelukkig zijn heid van gebeurtenissen, beelden die zich in je geheugen griffen. Daar is bijvoorbeeld Hitler met een bezweet hoofd en een wegge zakte spuuglok aan het brallen: het lawaai van zijn stem schijnt duizendvoudig te weerkaatsen dan verandert plots het beeld en je ziet de rustige, bijna flegma tieke figuur van dr. Colijn, die langzaam en beheerst de gedenk waardige woorden uitspreekt: „Wacht nu maar rustig af...." Nooit weer De honger is daar. Honger die staat te lezen in ogen, die spreekt uit lichamen die nog slechts uit huid en skelet schijnen te be staam Is dat nog maar 19 jaar geleden? Je ziet verlaten, trieste slagvelden, enkele stuiptrekkende gewonden. Een vliegtuig, dat in ronkende vaart en met een vlam- menstaart naar beneden stort. Flitsende beelden, die je alle een totaalindruk van het begrip oorlo gen geven, waarbfl deze wens als een rood signaal in je gedachten seint: dit nóóit weer". Bij de bevrijding is er de jui chende, hossende menigte, die danst en springt en elkaar om armt maar even later een lan ge rij strompelende oonlogsinvali- den met krukken, sommigen met één arm, anderen met een stomp je been. Zij bewegen zich onbe holpen en traag voort: er is ech ter een triomfantelijke glimlach om hun lippen, zij leven ten min ste nog Maar de werkelijke boodschap die deze documentaire brengt, komt volgens mij wel tot uiting in het beeld van een lange, lange rij Joden; achter de tralies en het prikkeldraad van een concen tratiekamp staren zij wezenloos naar buiten en wachten op hun ondergang. Op de achtergrond zingt een wanhopige stem een Jid disch lied; de stem wordt al harts tochtelijker en heftiger, het is of zij aanklaagt, beschuldigt, er op aandringt om nooit te vergeten wat een vreselijke gevolgen een uitbarsting van haat tussen ver schillende volkeren kan hebben, zij smeekt om vrede zij doet ons, welvaartskinderen, die vrede, die wij zo achteloos accepteren, plotseling zien.... en misschien waarderen? JANNIE DE KWAASTENIET als het Hé// lijn handen krijgen". Behalve een beetje valse schaamte en angst voor de gevolgen een bewijs dat we toch van ze houden? Allereerst Eleonore F., negentien jaar, studente rechten: „Laat ik eerst stellen, dat ik best tevreden met ze ben. Ze getroosten zich offers om mij te laten studeren en dat is al een reden om mijn kritiek maar ergens anders op te richten. Ik heb het altijd fijn gehader werd me zelden iets ver boden, ik mocht zoveel rommel maken als ik wilde, de gek ste spelletjes doen, zoveel vriendjes en vriendinnetjes mee naar huis nemen als ik wilde. ...soms moet een moeder hel gevoel hebben, dat haar achtste wereldwonder zo over haar denkt <rOoorcïTloederé Als ik kinderen had zou ik ze precies zo opvoeden, op één punt na. Ik zou ze zelf veel meer zélf laten doen. Mijn ou ders hebben mij altijd be schermd, alles tot het eenvou digste toe werd voor mij gedaan. Ze waren verschrikkelijk be zorgd. Ik besef nu pas, op ka mers en midden in de ontgroe ning. hoeveel ze me altijd uit handen genomen hebben. Ik kan niets, in de meest simpele dingen zoals b.v. een girootje schrijven, ben ik zo onhandig als een baby. Ik voel me soms do delijk beangst en heel erg on zeker. De weekeinden thuis zijn oases. Ik zou mijn kinderen dit graag besparen". Ken se amper Han O. zeventien jaar, tech nische school: „Mijn ouders? Hoe ik over ze denk? Het moet wel een beetje gek klinken, maar ik ken ze nauwelijks beter dan de jongens op school. Zolang ik me kan herinneren moest ik op school overblijven omdat mijn moeder werkte. Kom ik thuis, dan is alles verlaten ik heb een zus maar die is al twee jaar getrouwd en duurt het nog een uur voor pa en ma thuiskomen. Vaak is het dan: hebben jullie erge honger? An ders haal ik even wat op de hoek. Nou en 's avonds kijken ze televisie.Mijn vader heb ik pas beter leren kennen sinds ik op de technische school ben, want daar heb ik zaterdags vrij. Eerlijk, hij is me honderd procent meegevallen. Wij knut selen veel samen en we kletsen af en toe fijn, terwijl ik vroe ger alleen op m'n duvel kreeg als er weer een rotbrief van de directeur van de H.B.S. was. Moeder? Die zet koffie en mop pert dat we zo'n rommel ma ken. En ze vergeet nog steeds mijn sokken te stoppen. Maar zet dat er maar niet in". avonds waren ze. vooral vroe ger, doodmoe en kribbig. In de 1 vakanties van de ene tante naar de andere. Dit jaar had ik drie jaar M.M.S. en prompt I moest ik van school af om in de zaak te helpen. Argumenten: je spaart ons een dure kracht, 1 die toch snel weggaat om te trouwen, je leert een vak en dat slaat alles je hebt toch een vriendje. Als troost mag ik 's avonds een avondcursus vol- gen, maar je begrijpt, dat dat eigenlijk surrogaat is. Het werk i is me meegevallen, het is af en toe zelfs wel leuk, maar ik 1 neem ze het nog steeds kwa lijk dat ze ..de zaak" boven mij laten gaan". I Vroeger ja Margriet W., zeventien, kweek school: „Wat mij vooral treft is dat vroeger je ouders in je ge- dachten op de eerste plaats kwa men. Alles wat ze deden was goed, een voorbeeld voor alles I wat jij deed of zou gaan doen. Achteraf beschouw je hen in die tijd als diegenen, die je onder I andere moeten leiden om een vol wassen, zelfstandig mens te I worden. Nu moeten ze dat vol gens mij nóg zijn. Ze moeten je „levensgezellen" zijn bij wie je met alle problemen kunt komen op- He ah is allei Mary van D„ bijna zestien, tearoom-serveerster: „Je weet het zelf wel, ik heb een best stel ouders. Ze werken hard en het is iets om je petje voor af te nemen als je bedenkt, dat ze de hele zaak met hun eigen handen gemaakt hebben tot wat hij nu is. Maar dat is tegelijk hun fout, én dat begrijpen ze totaal niet van mij. Zij zien niets anders meer dan de zaak en ik had er als kind al een he kel aan. We moesten aardig zijn tegen de kinderen van de klanten. We mochten geen her rie xpaken boven de winkel. Overdag moesten we maar dat we ons vermaakten. lossing probeert te vinden. Ze moeten je volledige vertrouwen I hebben op alle gebied. Bij mijn ouders is dat niet he.t geval. Oh ja, het zijn lieve schatten hoor, i begrijp me goed, maar ik kan I niet met ze praten. Voor mij zijn het de mensen, die voor mij zorgen en mij een goede op voeding gegeven hebben (waar voor ik ze dankbaar ben!) en nog iets meer hoogstwaarschijn lijk. maar geen „levensgezel len". Xet pakje, rol huikje Erwin, achttien, H.B.S.„Nou je komt wel op een geschikt moment. Gisteravond een ouder wetse ruzie gehad thuis. Pa is een selfmade man, stoere wer ker in de avonduren, je kent dat wel. Steeds hetzelfde deun tje: waarom werk je niet. ik heb zulke kansen nooit gehad, en jij grijpt ze niet. Ik heb al tijd moeten ploeteren 's avonds en jij kunt het op je slofjes af etc. etc. Dan wordt er flink met deuren gewerkt en na een paar dagen is de storm weer afgetrok ken. Verder alles prima hoor. Altijd net pakje en een vol buik je eronder. Twee broertjes, twee ..de weekenden thuis zijn oases. Er zijn vrouwelijke ministers, vrouwelijke kamerleden, vrou welijke burgemeesters en vrou welijke predikanten....op vrij wel alle gebieden heeft de vrouw gelijke kansen en rech ten gekregen. Tussen de zwar te mannetjesraven worden zij steeds minder wit en steeds meer gewaardeerd; het zijn eigenlijk alleen nog maar de vrouwelijke mannen, die weinig getapt blijven. Wie gezien de emancipatie intussen mocht zijn gaan denken, dat er tus sen vrouwen en mannen toch eigenlijk maar weinig verschil meer bestaat is jammerlijk mis. Hoewel er niets verander lijker is "dan de vrouw, blijft zij in, één opdicht altijd gelijk; zij blijft een vrouw. Nergens manifesteert de kloof, die man en vrouw ge scheiden houdt, zich zo duide lijk als aan de wieg van een pasgeboren kind. Terwijl een man zich daar duidelijk niet thuisvoelt voor hem zijn alle pasgeborenen gelijk wordt een vrouw iedere keer opnieuw tot in het diepst van haar ziel geroerd om de onschuld die in zo'n wieg een tegelijkertijd mi nimale en maximale gestalte heeft aangenomen. Want naast de schattig-, snoezig- en allerlei anderig-heid, is het toch vooral de onschuld, die haar frappeert en insoireert tot slaken van naar lyriek neigende kreten iedere moeder móét wel het ge voel krijgen invlaats van het le ven aan een zoon of dochter, de wereld haar achtste wonder ge schonken te hebben. Mannen, mits niet versomberd door huis-, tuin-, keuken- en erf- zonden. zullen de laatsten zijn om haar die onschuld te betwisten. Alleen zien zij geen reden er steeds opnieuw uitbundig over te doen. Bovendien, en dit is waar schijnlijk de voornaamste oorzaak van hun stilzwijgen, zien zij met de machtige blik van de heerser die zij al'e vrouwenemancipa tie ten spijt gebleven zijn voor uit. De onschuldige blik maakt dan vanzelf plaats voor een iets minder opgewekte. Want wat een schrijver eens zei is maar al "te wöar: „Ouder worden betekent hoofdzakelijk het opruimen van la gen onschuld". Het tragische is nu, dat de wereld er om vraagt, dat wij opruimingen houden. Het is als met duimzuigen: wie het als baby doet. mag rekenen op verrukte kreetjes van altijd wel vertederde tantes, maar wie hier uit de toch voor de hand liggen de gevolgtrekking zou maken er dan maar tot z'n twintigste of langer mee te moeten doorgaan, kan er even vast op rekenen dat de vertedering langzaam maar zeker in haar tegendeel gaat om slaan. De dingen krijgen een an dere naam; onschuld b.v. wordt naïeveteit. Want het zou naief zijn in de oom die altijd wel een rolletje zuurtjes in zijn zakken had, een aardige man te blijven niet de bruut, die bijvoor- wil. zien, moet „De Avonden" le zen. dieper als daarin kan een moeder niet vallen. Knaagdieren Hoe komt dat nou eigenlijk, kun je je afvragen, dat iemand die eerst alles is, later geredu ceerd wordt tot niets, een wezen naar wie je moeilijk anders kunt kijken dan met een wat meewa rige blik in je ogen, om wie je, in het ergste geval, zelfs lachen moet. als het tenminste niet zo triest was. Het komt, geloven wij. eenvoudig door het gebrek aan vergelijkingsmateriaal. Wanneer de wereld niet groter is dan de wieg is hij ook zeer dun bevolkt: op jezelf na is het alleen de moe der die erop woont, want zelfs de vader is gedoemde de eerste jaren niet meer dan een vage bijroM6 spelen. Later wordt die wereld natuurlijk groter hij gaat uit een heel huis, een hele straat, er- hele stad zelfs bestaan. Maar moeder blijft de centrale figuur en haar reputatie is nog zo hecht, dat zij voor aantasting daarvan voorlopig niet bang hoeft te zijn. Dat „voorlopig" strekf zich uit tot de kritieke fase. die even af schuwelijk is als het woord, dat men er voor bedacht heeft: de pubertiteit. Dat is de tijd van het grote vallen, het grote wankelen, het hardnekkige knagen. Want pubers zijn knaagdieren die op instorten uit zijn. Niets blijft overeind. En het spreekt wel van zelf, dat wat het 'hoogst genoteerd stond, het dieptst moet vallen. Lichtpunt beeld zijn i Zon/a se sijn Wim T., twintig, student me- I dicijnen: „Als ik zo mijn waar- dering voor mijn ouders in de loop der jaren bekijk, is het net Tragisch soort grafiek. Eerst kijk je tegen je ouders op als tegen de I griekse goden en godinnen. Pa kan alles en Ma is volmaakt. Maar. vanaf de eerste keer je ze bewust ziet falen, zakt dat, tot absoluut negatief in je pu- berteit. Waardeloos, die ouwe- I lui, zeg je dan. Ik ben nu twin tig i dat i op ik ze juist door mijn kritiek ben gaan waarderen. Doordat je ze ziet als gewone mensen en I ze zo door en door kent, ga je van ze houden zoals ze zijn. Nu ik geen kind meer ben en ik tegenover hen sta. als mens te genover mens, ben ik wat ze I voor me geweest zijn en nog zijn, meer gaan waarderen dan ooit". MARIANNE VAN RAAY. Niet alleen krijgen de dingen een andere naam. maar ook krijgen de mensen een ander gezicht. We gaan scherper zien. meer genuan ceerd, niet meer alleen de zuur tjes, die trouwens toch steeds ster ker aan devaluatie onderhvig ra ken. Dat oom van onze „verou derde" inzichten de dupe wordt, is natuurlijk niet zo erg (zeker niet als hij werkelijk zijn vrouw slaat...). Veel ernstiger is de veranderde houding ten opzichte van hen, die ons het meest na staan: de vader en moeder. Voor al de moederfiguur loopt grote kans van haar voetstuk te vallen daarvoor hoeft ze niet eens ontaard te zijn. Voor haarzelf is dat niet minder tragisch dan voor degene, die het voetstuk omver haalt ten slotte had ze de in druk gekregen voor een wereld wonder gezorgd te hebben. Door dat wereldwonder wordt zij aan vankelijk ook in die orde van grootte gezien als iemand die voor een wonder haar hand niet omdraait, sterker nog: zelf een wonder is. Maar langzaam, heel langzaam of plotseling, heel plotseling verliest het wonder zijn luister en wordt het terugge bracht tot een niveau waar de wonderen allang de wereld uit zijn. Wie zo'n ontluisteringspro- ces-op-zijn-dieptepunt uitgeoeeld Er is een lichtpunt: in de mees te gevallen niet alle namelijk komt er een eind aan het ge- puber. De grote strijd is gestre- dert het lelijke eendje zwemt weg als een zwaan. Maar intus sen is het voetstuk gebroken en met de beste wil van de wereld kan de zwaan de stukken niet meer aan elkaar lijmen. De m der blijft ontactvol, of niet hele maal eerlijk, of met twee maten meten, kortom, zij blijft iemand wier gebreken pijnlijk duidelijk aan het licht zijn gekomen. Een zwaan is geen struisvogel hij kan zijn kop niet in de grond ste ken en doen of hij niets ziet. Er is geen „Weg zurück". Maar, er is wel een andere weg en wie daar langs gaat, komt toch tot een verrassende uit komst. De materialen waarvan het kinderlijke voetstuk gemaakt was, zijn ondeugdelijk gebleken en in de branding als wrakhout weg gespoeld. Nieuwe bouwstenen moeten gezocht worden. Wie ze vindt, kan een nieuw voetstuk op richten. Er komt geen wereldwon der op te staan, geen wonder zelfs, geen heilige en geen r donna. Maar wel een vrouw, die blij is als wij weer (eens) thuis komen, die niet voor de vorm vraagt hoe het met ons gaat. die minder concreet, meer ab stract iets voor ons betekent. Die onze moeder is. Die ons heeft liefgehad. Het is misschien toen een wonder. LEO KLEYN Mohamed Fewfik uil Cairo heeft, naar hij zegt, een middel tegen ja loersheid ontdekt. Geen vis eten. Wij hebhen een middel tegen rod delen ontdekt. Geen tong eten op t Haagse automobilist gat wielen door dc bocht Natuurlijk weer een Hagei Dit jaar krijgen we reeds school t.v. Als we het programma goed doorgelezen hebhen is school t.v. de onderwijzer ook nog over een grote groep studenten ver- klaard dat buitenlandse militaire bases rondom Indonesië worden ge bruikt om moeilijkheden te veroor zaken. Om deze stelling te bewijzen In de ogen van ge, tion hebben wij weinig Wjj hebben weinig vertrouwen in de ogen van generaal Nasoetion. Een 48-jarige kantoorbediende uit Amsterdam is in dc hoofdstad aan gehouden, verdacht van verduiste ring van ongeveer zeventig mille ten nadele van de N.V.S.H., waarhij hij Dit kan men met goed recht een zedendelict noemen. Ook dit jaar zijn lachtigjarigen en ouderen uitgenodigd voor een reünie op de Damesbcurs. Een reünie voor beurse dames dua,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1963 | | pagina 18