meisjes duizend jongens IN DELFT I '*v\" €)pen briel tegen GRIESMEEL-SOUFFLÉ ZATERDAG 14 SEPTEMBER 1963 Op De R is weer in de maand. Dat betekent, dat de schoolbel weer luidt, we ome wintergar- derobe eens aan een inspectie onderwerpen, dat uw gediplo meerde kroost de maatschap pij ingaat; voor velen van hen betekent dat tegenwoordig ook: de studentenmaatschappij. Wat komt er allemaal kijken als je gaat studeren? In het oude pand Oude Delft 26 te Delft vonden wij vier allervrouwelijkste meis jes bereid een antwoord te ge ven op deze vraag. Waarom Delft? Wel, daar staan om en nabij duizend jongens ingeschre ven voor het nieuwe studiejaar, waar tegenover vijftien meisjes staan: dat is een vreemde verhouding. Welke konsekwenties brengt dat met zich mee? Joke Joritsma: slank, donkerblond met een fijn profiel en een Grace Kelly- rol, Heidi van Deventer: klein, lichtblond en een slobbertrui, zij heeft een la ge duidelijke stem, Bep Poot: zij scheen de jong ste, verliet al gauw het in terviewtoneel en Nies Ger- ritisma, gulle, pretlachen de forse Nies „voor 75 pet. Gronings en de rest Fries", deden de Delftse dingen uit de doekjes. Na de inaugu ratie, de plechtige aanvaar ding van het hoogleraars ambt, beginnen de colleges en is de groentijd afgelo pen, „groentijd" voor de jongens, „novitiaat" voor de meisjes. Het novitiaat in Delft duurt veertien dagen en is met zo spectaculair als menigeen denkt. Ja, de Delftse kappers hebben soms 35 jonge mannen te gelijk candidaat voor de tondeuse, maar de meisjes lopen er met keurige kap sels bij. Nagenoeg alle aan staande vrouwelijke studen ten staan ingeschreven bij een corps, zij beleven dus het novitiaat, dat immers uitgaat van de diverse cor pora. Bij de jongens ligt de verhouding anders: fifty- fifty; de studenten die niet aan het gezelligheidsleven deelnemen worden ook niet ontgroend. Dat de niet- groentjes zo'n hoog percentage laten zien, is een tijdsverschijn sel: tegenwoordig komen de stu denten uit een ander milieu dan vroeger, daarover schreven wij dezer dagen reeds uitvoerig. Hei di zegt: „De corpora waren rij- keluisverenigingen, wéren, want het type student verandert: ook het corps zal zich op de duur wijzigen", voorspelt zij. „De ge neratie van na de oorlog geeft overal verandering, komt nu aan op de universiteiten en 'hier, op de TH. de club Het novitiaat speelt zich hoofd zakelijk af op de club. Daar, op de Oude Delft, huurt ook Joke een kamer waar zij ons gastvrij ont ving; een ruime kamer, waar ze kan tekenen, studeren, kokkerel len achter een rieten mat, gas ten ontvangen en slapen. Een ka mer, dat is de eerste zorg van een noviet. Er is een kamercom missie, daar kun je je laten in schrijven maar dat sorteert met veel effect. Bij Waltman, de boek handel, gewoon een instituut in Delft, hangen lijsten met kamers te huur „iedereen gaat bij Walt man kijken". Gemiddeld vergt de huur 50 tot 60 per maand, kamers die (soms met één afge dankte stoel) gestoffeerd zijn. „Er zijn ook mensen die uit goedheid een kamer „met alles" voor ƒ25 per maand verhuren, zonder winstbejag", verdedigt Jo ke de Delftcnarcn. De meisjes kunnen zelf koken, en dus thuis eten, de niet-verenigingsleden eten op de mensa, de goedkope mid dagtafel aan de universiteit, club leden eten op de club of sociëteit. „Als je maar voor half twee intekent voor de warme maaltijd 's avonds", zeiden de meisjes, dat moet wel, want we hebben een kleine vereniging. Eten er zeven of zeventig per tafel?, dat moet allemaal worden georganiseerd. De maaltijd wordt op je maand rekening geschreven. Komt er nog meer op? Nou! Te lefoonkosten, gebruik van douche, de bar. lucullus. Dat laatste kan een stroopwafel betekenen bij je koffie, je haalt hem uit het kast je en zet je naam op de lijst. Het eindje (van de maand) zal de lasten wel dragen... Je naam, dat is gewoon je meisjesnaam. Geen nummer Is er al een Ada dan ben je Beschermend laagje houdt zilver mooi De warme glans van zilver is niet te evenaren, toch werd zil ver de laatste jaren verdrongen door de door en door vlek vrije metalen, die immers niet be hoeven te worden gepoetst. De huisvrouw in spe bedrijft bij de aankoop van haar cassette ook efficiency. Ontwikkeld uit het schuim dat al een groot gemak betekende, (we behoefden niet langer te poetsen, alleen maar te wassen), is er nu een reinigings middel gevonden dat uw tafelzil ver, zilver en pleet servieswerk niet alleen glanzend maakt, maar ook houdt door er een bescher mende. onzichtbare laag op aan te brengen. De (Engelse) fabrikant garan deert de glans voor vier tot twaalf maanden, afhankelijk van het percentage zwavel dat in de lucht voorkomt en dat verantwoordelijk schijnt voor de gele. of zwartige aanslag op het zilver. Demonstra tie bewees, dat het. behandelde zilver zijn glans behield na on derdompeling in een chemisch bad. waarin een onbehandeld le peltje drastisch verkleurde. U zou nu gerust uw theelepeltje als ei- erlepel kunnen gebruiken, de fa brikant verzekert, dat het spul niet schadelijk voor de gezondheid is. Het is alleen verkrijgbaar bij juweliers, die nu stilletjes hopen dat hun omzet in zilver zich weer in stijgende lijn zal bewegen. Wat Ketsen betreft, is er. geen enkel zwaar meer om zilver of goud aan te schaffen; een andere zaak is, of bruin het kan trekken. Wat komt er kijken als je gaat studeren? IN HET NIEUWE STUDIEJAAR Hier beoefent Joke, studente TH, de techniek van het koffie zetten in een met rietmatten af geschoten hoekje van haar kamer op de club van de VDSV. te nemen, een moeilijke stap vele meiskes. Dat hoort nu maal bij het studentenleven v je in ieder geval geen bent. Voor de novieten op een paar honderd mannelijke is daar geen uitzondering in de collegezalenHet lukt wel", menen onze zegsvrouwen, „maar je moet niet ongenaakbaar doen, in de pauze gewoon naar de jon gens gaan. dictaten vragen, en „vriendje" spelen. Héél belang rijk "is de samenwerking met an deren en de contacten met de ouderejaars, waarmee je de ver slagen van je praktika, de ont werpen van bouwkunde door neemt, kortom, ideeën uitwisselt met je lotgenoten. Op college kijkt de prof eerst de zaal rond, ontdekt een meisje en begint: „Mejuffrouw, mijne heren" maar het is ook wel gebeurd, als je met een donkere trui of een overhemdblouse aan een beetje achteraf zat, dat je hoorde: „Mij ne heren, we zijn weer gezellig onder elkaar..." Durf je wel vra gen te stellen voor het forum van al die mannen? Vragen stellen mag niet, begrijp je iets niet, dan Andere basis Het soort meisjes dat naar Delft gaat ls bijzonder, denkt de bui tenwacht. Wel. hun novitiaat is niet te vergelijken met dat van anderen, het gaat hier veel in tensiever en op een andere ba sis. Alle novieten slapen op de club, de bedden worden gehuurd van een ziekenhuis of zo. De no vieten moeten veel aanhoren: wat voor instanties er allemaal zijn,, de afdelingen, verenigingen en commissies van de studenten wereld. De meisjes worden de he le dag bezig gehouden, en, met hun naam op hun borst gespeld, vragen ze zich gespannen af: „Wat zal er nu weer van me ver langd worden?" jes uit de conservatiefste studen tenstad té flink? ,3U interacade miale bijeenkomsten van de vrouwelijke studentenverenigingen vraagt men hen verbaasd: „komen jullie uit Delft?", en we blijken net als zij te zijn", Lacht Joke. De meisjes komen beter uit met hun toelage dan de jongens: zij onderhouden hun kleding zelf en eten voordeliger. De lange vakan ties worden nuttig besteed: de eerste studiejaren is het verplicht, om zes weken praktisch te wer ken. Bijvoorbeeld bij een aanne mer, die heel bedenkelijk kijkt als het om een meisjes-volontair gaat. Het bouwkunde-meisje loopt tijdens haar practica met de op zichter mee, maar ze is ook niet bang om in spijkerbroek gesto ken, beton te roeren. De verhouding met thuis veran dert ontegenzeggelijk, „Ik ga eens per twee maanden naar huis", zegt Nies. Joke vindt: „door je student-zijn heb je een andere positie thuis, je wóónt er niet meer. Dat heeft zijn gevol gen: thuis moet je in het gareel lopen, hier teken je tot vier uur 's nachts en slaapt tot twaalf uur, geen haan die er naar kraait". Als ze je thuis los kunnen laten, blijft de verhouding goed. Dan komen ze afgepijgerd thuis (van studie of fuif laten we maar in „Wat is Uw mening over In de allereerste plaats dit: wat heeft u fijn gereageerd! En dat bedoel ik dan in twee opzichten, namelijk naar aantal en naar inhoud. Van het aantal ben ik u mag dit gerust weten zelfs lichtelijk geschrokken. Ais men rekent op zo'n twintig tot dertig brie ven en men krijgt dan in één week bijna het tienvoudige, dan Is dat echt wel iets om even bij te gaan zitten. Maar een stimulans is het wel, al houdt het natuurlijk in dat iedereen die schreef zeker niet direkt aan bod kan komen. Wat ik naast uw bijzon der grote bijval evenwel nog meer waardeer, is de inhoud van de meeste brieven. Of er nu veel of minder woor den waren gebruikt: bijna iedereen is op een sympathieke manier voor haar of zijn mening uitgekomen, zodat ik ge rust mag zeggen, dat wij elkaar bij dit eerste begin al direkt goed hebben be grepen. En dat is een prima basis om op verder te gaan. Zo heb ik dan nu een (omvangrijke) melange voor me liggen met het ouder lingenbezoek als uitgangs- en middel punt. Waardering, begrip, suggesties, natuurlijk ook wel kritiek, maar al evenzeer de eigen balk en een ander mans splinter. er is heel verschil lend over ouderlingen en hun huisbe zoek gesproken. Voor ik nu met uw meningen begin, wil ik eerst nog drie dingen zeggen, namelijk: een heel kort woord van dank aan de ongeveer tien ouderlingen, die me even wilden laten weten zeer benieuwd te zijn naar de reacties „omdat we er misschien heel wat aan kunnen heb ben" om één brief aan te halen. leest u s.v.p. vooral even punt drie van het begeleidende kadertje. Is de teleurstelling als uw reactie eventueel niet mee kan gaan niet zo groot. En dan nu echt de brieven. U weet het: hoe groter de keus. hoe moeilijker de beslissing, maar uiteindelijk leek me het volgende een goede start. Uit de brief E. te Rotterdam: „Als ik het eerlijk moet zeggen heb ik ouderlingenbezoek vaak meer een bezoeking dan een bezoek gevonden. Zij kondigden zich (vroeger) meestal aan met „de broeders". Mij was van huis uit een heilig ontzag voor deze mensen meegegeven en als ze dan boven waren straalde het ouderlingschap zó van hen af, dat mijn knieën begonnen te beven van het begin tot het einde toe. Dan werd er via een gewoon gesprek overgegaan op het geestelijke en werden de stemmen anders (heiliger?); er werd duidelijk op aangestuurd zo het een en ander los te peu teren. Het was misschien niet zo bedoeld, maar ik voelde het zo. Als ze zich dan speciaal tot mij richtten, wist ik me geen Dat is het éne soort ouder lingen. Toen mijn man al weer een poos geleden werd gekozen tot ouderling en wij dit samen uitvoerig bespraken, heb ik dan ook gezegd: „Fijn Technische meisjes, ja. Heidi (links) bestudeert de tekeningen van Nies „75% Gronings en de dat er AOW-ers op de collegeban ken zitten: jeugdige bewondering hebben de meisjes voor de oude heren, van 65 en 70 jaar, die puur uit interesse na hun pensionering weer gingen studeren, de één zelfs in een heel andere studie rich ting. oriënteringsdag, daar horen de doorzettingsvermogen Het „praten", opdracht: „amus jaars, je denkt tje te hebben horen dat het Je krijgt een een oudere- leuk vérhaal- Joke, en Nies vult „de ge- Voor iedere noviet vallen - middelde studietijd is... negen eerste veertien dagen échte tra jaar en twee maanden", de duur hangt overigens van je studie richting af. Keus genoeg in Delft: Algemene Wetenschappen, Weg- en Waterbouwkunde in de lijk opvoeding volgens ee: wandeling civiel genaamd. Bouw- paald stramien, je leert je kunde, werktuigbouwkunde, elee- al doorheen slaan trotechniek, mijnbouw, scheeps- en vliegtuigbouwkunde met eer tussenstudie: Metaalkunde. staan". „Hoe vonden jullie het zélf?" vroegen we. „Achteraf was het ontzettend leuk", vinden ze alledrie. Later moet je zelf voor je plaatsje vechten, is het ook een zeggen en dê° mêisjes"be-' vreemde gewaarwording, dat de Delft ligt een hoge- Het klinkt niet erg vrouwelijk, zult 1 vriende- re drempel dan 1 versiteitssteden. De vindt dan ook, dat er clame voor „meisjes na moet worden gemaakt. Wordt zo'n meisje in oudejaars lijk zijn. Hoe meer je voor de club doet, hoe leuker je studententijd is. Hoe de jongens dat doen met een fuif? O. ze zorgen voor een da me door een secretaresse uit te nodigen, ook Middelbare scholie ren en verpleegsters zijn graag geziene gasten. Delftse meisjes zijn technische meisjes, ja, maar juist daarom zujlen ze nóóit met een lange broek op college schijnen. Er studeren zelfs twee ïen, Benedictia en Godelieve, de TH. De jongens zijn trou wens ook jasje dasje". De studie wordt betaald door het rijk, of een particulier, er zijn renteloze voor schotten cn cr zijn studenten, die zelf hun studie bekos tigen d.m.v. part e jobs. „Je kunt goed van ko- 1", vindt Heidi. We krijgen het over studieloon. Nies verwerpt het idee, zij voelt voor een élite-corps. „Het student-zijn, de status, gaat er- - Bij plaatsing van uw mening ontvangt u naar wens het boek Tip Pa rade, De dokter zegt I of De dokter zegt 2. Wilt u uw naam en adres óók vermelden in de brief, die u kunt stu ren naar de redactie „Blad-Zij" met op de en veloppe „Uw mening". Zo nodig zal de re dactie een keus maken uit de binnengekomen brieven en deze bekor ten. Over dezie beslissing wordt niet gecorres pondeerd. dat je iets voor God en Zijn Kerk mag doen, maar word jij alsjeblieft niet zo'n verhe ven figuur die denkt boven de gewone leden te staan." Nu is mijn man twaalf jaar ouderling en ik ben nog steeds blij dat hij dit werk doet." Als ik dan ,nu een stuk van de brief oversla, mag ik mis schien nog aanhalen, wat deze ouderling én zijn vrouw doen, namelijk: zo tijdens het. week end eenzame en in de knoop zittende mensen thuis vragen, ook jongeren, zoals ver van huis zijnde verpleegstertjes; even een bezoekje afleggen als er ergens een baby in de wijk is geboren, jarigen een kaartje sturen, zo nu en dan eens een contactavond op touw zetten om wat meer met elkaar ver trouwd te raken, terwijl de echtigenoot-ouderling een keer per maand (al is 't maar een uurtje) eens een invalide, een chronisch zieke of een bejaar de opzoekt. Even afgezien van de kerke lijke richting, heb ik zo vaag het idéé, dat de schrijfsters van de navolgende brieven wel zo'n „ouderling-paar" als dit in haar wijk of dorp zouden willen heb ben, gezien haar vraag: Waarom irij niet f Mevrouw M. J. H.-de K. te L. „Ik ben 76 jaar en woon al leen en ofschoon er hier voor iedere wijk een ouderling is benoemd, zie ik er nooit een. Gelukkig ben ik nog gezond, maar dat neemt niet weg dat ik best eens ouderlingenbe zoek wil hebben. Als er een nieuwe maand begint ben ik al blij als er een commissie lid de bijdrage of het kerk- bladgeld komt halen. Kan ik bij een kopje koffie toch eens praten." Mej. I. de J. te R. „Toen ik in verband met m'n werk van een dorp naar een grote stad verhuisde (Amsterdam) dacht ik toch wel eens bezoek te krijgen van een of meer ou derlingen, temeer daar ik een trouw kerkgangster ben. Maar in al die jaren zes is er niemand gekomen. Ja, één keer de wijkdominee en dan een kwartiertje. Ik raakte be vriend met twee Gereformeer de meisjes en ofschoon die wel eens een grapje maken als „de broeders" komen, minstens twee keer per jaar zien ze ze toch maar. Toch blijf ik mijn Hervormde kerk trouw, dat begrijpt u. Mevrouw G. de G. te R. „Se dert jaar en dag is mijn man ouderling (ik ben 77 jaar en mijn man 75) geweest en om dat mijn man dat was heeft men blijkbaar altijd gedacht: „dat zit wel goed". Dus in jaren hebben we geen ouder ling gezien. Tot m'n getrouw de dochter die bij ons in kwam wonen, ouderlingenbezoek kreeg. Ik zei: „Kind, ik ben jaloers op je." En jawel hoor, na afloop van het bezoek bo ven klopten ze ook bij ons even aan en beloofden een avond dertdien krijgen we geregeld bezoek en u hebt er geen idee van hoe zeer we dat waarderen." Mevrouw J. C. van de T.-H. te L. „Sedert elf jaar ben ik weduwe en al die tijd is er maar één keer een ouderling bij me geweest. Ik vind dat erg jammer." Mevrouw H. te G. „Majn over leden man was zelf ouderling; vele ouderlingen zijn dan ook op condoleantiebezoek geweest met de belofte nog eens te rug te zullen komen. De eer ste moet ik nog zien en dat terwijl ik toch graag hun be zoek zou ontvangen. Al was het alleen maar om weer eens tabaksrook in mijn kamer te ruiken. al is dat natuurlijk het belangrijkste niet." Mevrouw G. O.-van W. te K. „Hoewel wij nu achttien jaar getrouwd zijn hebben wij nog nooit ouderlingenbezoek ge had. Maar ik stel mij voor, dat door een gesprek met de „opzieners" der kerk zaken die men niet vatten kan, goed uitgesproken kunnen worden. Dit kan opbouwend werken." Mevr. De J. te R. „Bij ons hier ik ben Ned. Herv. worden alleen mensen bezocht die niet in de kerk komen en dat terwijl je als trouwe kerk ganger toch ook wel eens iets te vragen of te bespreken hebt. Wel is het zo, dat als er iemand ziek is de dominee komt en dat vinden wij heel prettig." Mevr. R. J. N. te R. In de dertien jaar dat we getrouwd zijn hebben we tweemaal huis bezoek gehad. Nu is onze ge meente erg uitgestrekt, ik be grijp de moeilijkheden wel. Maar die twee keer waren héél fijn en toen een van hen met ons bad en ons gezin aan God opdroeg, was dat heerlijk, zo innig, we voelden Gods na bijheid en dan ben je weer rijk en kun je het leven weer m -• Jü zeker cachet blij- ven". Heidi is er niet tegen, stelt M nuchter: „Studie- loon houdt in, dat af? je intellectuele ar- beider bent". fS „Er zitten vele u=i kanten aan", meent ','i Joke voorzichtig, zij waagt zich niet - aan een uitspraak omtrent het studie- „Cachet" is be langrijk, zijn ze unaniem van me ning, maar overi gens hangt het af van de tact van de intellectueel, hoe hij zich in de maatschappij be weegt, de afstand weet tussen spel en ernst. Zijn de meis- ^iiiiiiiiiiiiiiini i ii i ii ii ii i mi ii ii i inn ii i ii i ii ii i i ii i HET RECEPT VAN JUSTINE Zet 1 liter melk op met mespunt zout en 6 volle eetlepels suiker. Strooi 250 g griesmeel in de kokende melk. roer met een garde. Draai gas laag, laat griesmeel dik worden. Roer 4 eierdooiers schuimig met 80 g boter en geraspte schil van Yi citroen. Klop 4 eiwitten zeer stijf. Meng door elkaar en roer dit mengsel met garde door afgekoelde griesmeelmassa. Deponeer griesmeelmassa in ingevette, vuurvaste schotel. Dek af met klontjes boter. In vrij hete oven in 40-50 minuten bakken en laten rijzen. Warm serveren met compote of gestoofde appelen. AFBLIJVEN, zei ik de vorige keer. Dat klonk erg bazig. En dat is bet ook. Het moet soms wel. Want er zijn altijd briefschrijfsters die me in hun schuitje willen hebben. De ijdel- heid van hun schoonzuster bevalt hun niet. Of het gedrag van de kinderen van hun broer. Dan moet ik zeggen of ik het er mee eens ben. Met briefschrijfster na tuurlijk. Opdat zij bazig kan zijn en versterkt in haar mening door de mijne zwart-op-wit, met ver dubbelde energie op haar familie leden kan losstormen. Kijk, dan ben ik het liever zelf. Want dan stoppen we tenminste even in onze ren. En zien we el kaar aan en vragen: waarom doe ik het? Ja. niet alleen brief schrijfster maar ook ikzelf. Het is gemakkelijk genoeg om hier in het wilde weg gelijk te hebben maar daarmee maak ik geen vriendinnen. Daarom vraag ik mezelf ook telkens af: waarom. Je staat er niet buiten, zeg ik tegen mezelf. Wat zij voelen, kun je zelf voelen. Hebben zij schoon zusters, jij ook. Hebben zij zich zelf lief. jij ook. Want daar komt elke gedachte op uit. Telkens valt mij op dat ieder zichzelf als maatstaf neemt. Wat de briefschrijfster denkt en meent is het best overwogen en het eer lijkst bedoeld. LATEN we nu even het geval van de vorige keer nemen: dat was erg genoeg. Iemand vindt in de tas van een ander, geheel zonder toeleg haar in handen ge vallen, een brief die daar niet hoort. Als ik briefschrijfster goed begrijp ook van iemand die niet in het leven van haar schoonzus je hoort. Drama. Ik kan aan de brief merken dat de gedachten al gegaan zijn naar echtscheiding, naar die schatten van kinderen die verscheurd zullen worden door de onenigheid., en ga maar door, een romantisch geval, maar dan triest en grauw romantisch. Er is een heel stuk inlegkunde bij. Immers: briefschrijfster heeft, zegt zij, die brief niet gelezen. Wat doet rij dus: zij meet het schien wel wat gedrag van haar schoonzus naar het hare. In dikke onzichtbare letters zie ik boven de brief staan: zoiets zou ik nooit doen! En met die mening moet ik het eens zijn? Graag, maar dan toch alleen wat uzelf betreft. Als u voor uzelf weet dat zoiets nooit zoudt doen (dus simpel een brief meedragen) dan zeg ik: prima, daar blijf ik af. U vreest dat een ander, zo'n brief vindend, wel eens minder mooie gedachten je gens u kan gaan koesteren, en u vej-mijdt die kans liever. Akkoord. Echter, uw brief bergt veel meer dan die mening alleen. U vroeg me: moet ik haar ernstig eens apart nemen en vragen stel len. Natuurlijk met de goede be doeling erger te voorkomen. Moet ik haar niet vermanen: kind, dit kan toch niet, jij een moeder van vier kinderen en dat loopt maar met een brief rond in een tas die iedereen kan vinden.. Of moet ik zwijgen en nooit precies weten hoe de vork in de steel zat (valt ook niet mee!).. Ik vind dat sympathiek. Ik kan het me zo voorstellen. Het is gek maar we doen het allemaal: zo dra een broer of zus een vrouw of man in de familie brengt, krij gen we meningen over die per soon. Je zou het wel laten zoveel fantasie ten aanzien van een vreemde, b.v. tegenover je in de trein, te gebruiken, maar iemand is nog maar nauwelijks familie van je of hup, een klemmende band van o zo goed bedoelde me ningen omsluit het persoontje in kwestie. DAT is heel gewoon menselijk en vergeeflijk. Jan en vrouw zijn naar de Rivièra geweest maar ze hadden beter hun huis eens een verfje kunnen geven. Of schoonzus heeft in de zomeruit- verkoop een bontjasje gekocht, maar ze had eerst aan haar man moeten denken, de stakker heeft zich zijn vrije veertien dagen een ongeluk getimmerd, terwijl zij van het bespaarde geld dan zo doet! Of weer omgekeerd: zus is niet wijs, die slooft en draaft voor haar gezin, staat in dc gang de deuren te verven terwijl man en kinderen hun „gang" gaan; laat ze toch een van die dochters laten thuiskomen, die kinderen leren veel te lang. worden maar eigenwijs en voelen zich te goed voor hun eigen moeder.. Het is altijd wat wij zouden doen. Wij hebben onszelf lief en menen het zo goed. Maar wij hebben onze naaste nog niet zo lief als onszelf. Want dan zouden we hem zichzelf laten liefhebben en doen wat hij, eerlijk, het beste Daarom zei ik: afblijven. Om dat ik. mijzelf kennende door me te stellen onder het grote gebod Gods, weet hoezeer ik erop ge steld ben een eigen leven te hebben. Niemand die op mijn le ven beslag legt, heeft wat aan mij. Pas wanneer ik het vrij en vol vreugde geef, Jieeft mijn le ven zin voor de ander. Wij alle maal worden pas rijker door het wederkerig geven, niet door het bedisselen, al is dat laatste nog zo goed bedoeld. het eigen leven staat nu eens gaat nadenken dat gebod Gods: Hem bovenal| liefhebben en uw naaste als uzelf. Dan voelt vast en zeker schoonzus iets van u uitgaan waarin zij leven kan en zichzelf zijn bij u: Vrijheid. En in die die vrijheid, aoei nei er met meer zo toe. Ik wil hiermee niet zeggen dat ik halfheid niet verfoei of een im moreel gedrag tolereer, maar dat is alles iets anders dan dat waar toe de brief aanleiding geeft. Als je alleen al eens bedenkt hoeveel gedachten wij aangaande elkaar hebben! We verscheuren elkaar bijkans. Tel eens op wat je onder je werk. door je huishouding gaand, over anderen af-denkt. Brr En zo kom ik tot de bazigheid die mij de moed geeft te zeg gen: blijf af. Als je weet wie je zelf bent, en desniettemin accep tabel voor God wie zou jij dan met-acceptabel kunnen duiden. Eén kent ons. Laat het aan die Ene over onze naaste te kennen. Laten wij die naaste alleen maar ijverig liefhebben. Dat is zwaar en licht tegelijk. Het bevrijdt ons van dat getil aan iedereen en alles. Maar het dwingt ons tot een eerlijkheid die elk bijoogmerk, elke ijdelheid uit ons wegbrandt. Dat kan pijn doen. Namelijk als wij onder Christen-zijn iets anders verstaan dan het leven met gebod en ge lofte. Als wij denken dat wij ons gedrag voor ons hele leven kun nen vaststellen. Als wij overtuigd zijn onze weg te kunnen gaan zon der onze handen vuil te maken. Als wij fatsoen en onberispelijk heid als een muur om ons heen zetten. Kortom: als wij niet toe gerust zijn tot strijd. Want strijd doet geen pijn. Strijd maakt vu rig en levendig en altijd wakker; mild en vertrouwend en dank baar. Het is dan ook niet zómaar „een" strijd. Het is de goede. Die van het geloof. aan. Soms kan ik echt erg naar een geestelijk gesprek verlangen, maar ja, onze ge meente is nu eenmaal uitge breid en daarom klaag ik niet." Tot zover deze reacties, die ik naar u ontdekt zult heb ben maar bij elkaar heb ge zet. Maar nu een heel ander geluid: In het zonnetje Mevr, J. van H.-de J. te H. „Ik zou graag het werk van onze wijkouderling in het zon netje willen zetten, want wij hebben het wel zeer getroffen. Ons oudste kindje mankeert iets waar wij veel verdriet van hebben; steeds evenwel heeft de ouderling zeer veel belangstelling voor ons kind en hij blijft informeren hoe het gaat. Dat meeleven en mee voelen doet ons onbeschrijf lijk veel goed; de verhouding is bijna als was hij onze broer als hij op bezoek komt. Alle respect voor deze man." Mej. H. de W. tc L. „Ik ben lang ziek en gelukkig word ik veel verwend met bezoek, ook door ouderlingen. Zij komen zelfs in het ziekenhuis en het is mijn ondervinding geweest dat ook mede-patiënten door hun bezoek vaak gezegend worden, omdat als de ouder lingen weg waren wij vaak zo'n fijn gesprek konden heb ben naar aanleiding van wat wij hadden gezegd of gelezen. Wij als gemeente mogen de ouderlingen wél gedenken." Mevr. VV. 't H. te V. „Wij heb ben een fijne wijkouderling, die niet eenmaal per jaar, maar ook zomaar tussentijds wel eens een praatje met je begint die dus kontakt houdt met de gezinnen. En huisbe zoek is toch zo nodig. Het sa men praten over je verant woordelijkheid of je moeilijk heden is toch ook „de ge meenschap der heiligen". Wat kan het heerlijk zijn om men met je wijkouderling spreken over de blijdschap een kind van God te zijn. Dan krijg je weer eens een extra injectie om die blijkschap ook aan anderen uit te dragen". Over blijdnchap qettproUen Een goede aansluiting hierop vind ik de brief van mevrouw A. de H.-H. te R. Zij be schrijft hoe ze vaak loopt te piekeren over het op handen zijnde bezoek, hoe onder het eerste kopje koffie over de ge bruikelijke zaken zoals het weer, de vochtige zomer en het nieuwe orgel in de kerk wordt gesproken om vervol gens te zeggen: „En dan valt er een pijnlijke stilte. Daar heb je het nu, denk ik. wat moeten we nu r praten. Vooral niet te veel eigen innerlijk blootgeven, dat gaat hen immers toch niets aan. Dan opeens valt er die vraag: „Ervaart u beiden toch wel die blijdschap die het ge loof in God u geven kan?" Een simpele vraag, even verstrakt er iets in mij. daar zal je 't hebben. Ik kijk in twee paar begrijpende ogen. Er vaart u die blijdschap... en opeens is daar die blijdschap en kan ik alleen maar ant woorden: ja, die ervaar ik in alle dingen, op een moment als ik de kamer stof, die blijd schap is er bij het naar de kerk gaan, bij het zien van de bloemen op de kansel, bij de eerste tonen van het orgel.,., kortom in alles. Even zie ik de verraste ogen van mijn man alsof hij wil zeggen: wat durf jij vanavond ineens. Di rect daarop vertel ik óók van die dagen, waarop er geen blijdschap is. maar twijfel en onzekerheid proberen deze te overmeesteren. We hebben een fijn gesprek gekregen, de avond vloog om. Mijn mening over ouderlingen bezoek: „Geen avond van op het matje geroepen te worden en braaf te antwoorden op de informaties naar de vorderin gen in ons geloofsleven, maar een open en eerlijk gesprek tussen vier mensen, op reis naar hetzelfde vaderhuis". En hierbij moet Ik het deze eerste keer helaas laten. U begrijpt: een heleboel is nog niet gezegd, dit zijn not maar een paar facetten. Volgende week komen de ouderlingen weer op „Blad-Zij" bezoek. ZEEP VAN... NERTSOLIE Naast dc vele nieuwtjes die we op de jaarbeurs kunnen zien, is er een klein, prettig gevalletje in een charmant doosje: zeep ver vaardigd uit nertsolie. De nertsen worden speciaal op farm ge kweekt voor de hyper de chique bontmantels, men deed op een ge geven moment de ontdekking, dat de verzorgers mooie zachte han den en een betere gezichtshuid kregen, Nertsoliezeep zou dezelf de eigenschappen bezitten, heeft een prettig parfum en lijkt me een énig klein cadeautje voor ie mand, die alles al heeft: er «L zelfs een rose lintje om. Wie zich de luxe van een minkjas niet kan permitteren, kan zich dan toch hullen in een nerts-... oliezeep. schuim, in dit geval geen „schra* le" troost!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1963 | | pagina 15