meisjes
duizend jongens
IN DELFT
I '*v\"
€)pen briel
tegen
GRIESMEEL-SOUFFLÉ
ZATERDAG 14 SEPTEMBER 1963
Op
De R is weer in de maand.
Dat betekent, dat de schoolbel
weer luidt, we ome wintergar-
derobe eens aan een inspectie
onderwerpen, dat uw gediplo
meerde kroost de maatschap
pij ingaat; voor velen van hen
betekent dat tegenwoordig ook:
de studentenmaatschappij. Wat
komt er allemaal kijken als je
gaat studeren? In het oude pand
Oude Delft 26 te Delft vonden
wij vier allervrouwelijkste meis
jes bereid een antwoord te ge
ven op deze vraag. Waarom
Delft? Wel, daar staan om en
nabij duizend jongens ingeschre
ven voor het nieuwe studiejaar,
waar tegenover vijftien
meisjes staan: dat is een
vreemde verhouding. Welke
konsekwenties brengt dat met
zich mee?
Joke Joritsma: slank,
donkerblond met een fijn
profiel en een Grace Kelly-
rol, Heidi van Deventer:
klein, lichtblond en een
slobbertrui, zij heeft een la
ge duidelijke stem, Bep
Poot: zij scheen de jong
ste, verliet al gauw het in
terviewtoneel en Nies Ger-
ritisma, gulle, pretlachen
de forse Nies „voor 75 pet.
Gronings en de rest Fries",
deden de Delftse dingen uit
de doekjes. Na de inaugu
ratie, de plechtige aanvaar
ding van het hoogleraars
ambt, beginnen de colleges
en is de groentijd afgelo
pen, „groentijd" voor de
jongens, „novitiaat" voor de
meisjes. Het novitiaat in
Delft duurt veertien dagen
en is met zo spectaculair
als menigeen denkt. Ja, de
Delftse kappers hebben
soms 35 jonge mannen te
gelijk candidaat voor de
tondeuse, maar de meisjes
lopen er met keurige kap
sels bij. Nagenoeg alle aan
staande vrouwelijke studen
ten staan ingeschreven bij
een corps, zij beleven dus
het novitiaat, dat immers
uitgaat van de diverse cor
pora. Bij de jongens ligt de
verhouding anders: fifty-
fifty; de studenten die niet
aan het gezelligheidsleven
deelnemen worden ook niet
ontgroend. Dat de niet-
groentjes zo'n hoog percentage
laten zien, is een tijdsverschijn
sel: tegenwoordig komen de stu
denten uit een ander milieu dan
vroeger, daarover schreven wij
dezer dagen reeds uitvoerig. Hei
di zegt: „De corpora waren rij-
keluisverenigingen, wéren, want
het type student verandert: ook
het corps zal zich op de duur
wijzigen", voorspelt zij. „De ge
neratie van na de oorlog geeft
overal verandering, komt nu aan
op de universiteiten en 'hier, op
de TH.
de club
Het novitiaat speelt zich hoofd
zakelijk af op de club. Daar, op
de Oude Delft, huurt ook Joke een
kamer waar zij ons gastvrij ont
ving; een ruime kamer, waar ze
kan tekenen, studeren, kokkerel
len achter een rieten mat, gas
ten ontvangen en slapen. Een ka
mer, dat is de eerste zorg van
een noviet. Er is een kamercom
missie, daar kun je je laten in
schrijven maar dat sorteert met
veel effect. Bij Waltman, de boek
handel, gewoon een instituut in
Delft, hangen lijsten met kamers
te huur „iedereen gaat bij Walt
man kijken". Gemiddeld vergt de
huur 50 tot 60 per maand,
kamers die (soms met één afge
dankte stoel) gestoffeerd zijn.
„Er zijn ook mensen die uit
goedheid een kamer „met alles"
voor ƒ25 per maand verhuren,
zonder winstbejag", verdedigt Jo
ke de Delftcnarcn. De meisjes
kunnen zelf koken, en dus thuis
eten, de niet-verenigingsleden eten
op de mensa, de goedkope mid
dagtafel aan de universiteit, club
leden eten op de club of sociëteit.
„Als je maar voor half twee
intekent voor de warme maaltijd
's avonds", zeiden de meisjes, dat
moet wel, want we hebben een
kleine vereniging. Eten er zeven
of zeventig per tafel?, dat moet
allemaal worden georganiseerd.
De maaltijd wordt op je maand
rekening geschreven.
Komt er nog meer op? Nou! Te
lefoonkosten, gebruik van douche,
de bar. lucullus. Dat laatste kan
een stroopwafel betekenen bij je
koffie, je haalt hem uit het kast
je en zet je naam op de lijst. Het
eindje (van de maand) zal de
lasten wel dragen... Je naam, dat
is gewoon je meisjesnaam.
Geen nummer
Is er al een Ada dan ben je
Beschermend laagje
houdt zilver mooi
De warme glans van zilver is
niet te evenaren, toch werd zil
ver de laatste jaren verdrongen
door de door en door vlek vrije
metalen, die immers niet be
hoeven te worden gepoetst. De
huisvrouw in spe bedrijft bij de
aankoop van haar cassette ook
efficiency. Ontwikkeld uit het
schuim dat al een groot gemak
betekende, (we behoefden niet
langer te poetsen, alleen maar te
wassen), is er nu een reinigings
middel gevonden dat uw tafelzil
ver, zilver en pleet servieswerk
niet alleen glanzend maakt, maar
ook houdt door er een bescher
mende. onzichtbare laag op aan
te brengen.
De (Engelse) fabrikant garan
deert de glans voor vier tot twaalf
maanden, afhankelijk van het
percentage zwavel dat in de lucht
voorkomt en dat verantwoordelijk
schijnt voor de gele. of zwartige
aanslag op het zilver. Demonstra
tie bewees, dat het. behandelde
zilver zijn glans behield na on
derdompeling in een chemisch
bad. waarin een onbehandeld le
peltje drastisch verkleurde. U zou
nu gerust uw theelepeltje als ei-
erlepel kunnen gebruiken, de fa
brikant verzekert, dat het spul
niet schadelijk voor de gezondheid
is. Het is alleen verkrijgbaar bij
juweliers, die nu stilletjes hopen
dat hun omzet in zilver zich weer
in stijgende lijn zal bewegen. Wat
Ketsen betreft, is er. geen enkel
zwaar meer om zilver of goud
aan te schaffen; een andere zaak
is, of bruin het kan trekken.
Wat komt er kijken als je gaat studeren?
IN HET NIEUWE STUDIEJAAR
Hier beoefent Joke, studente
TH, de techniek van het koffie
zetten in een met rietmatten af
geschoten hoekje van haar kamer
op de club van de VDSV.
te nemen, een moeilijke stap
vele meiskes. Dat hoort nu
maal bij het studentenleven v
je in ieder geval geen
bent. Voor de novieten
op een paar honderd mannelijke
is daar geen uitzondering in de
collegezalenHet lukt wel",
menen onze zegsvrouwen, „maar
je moet niet ongenaakbaar doen,
in de pauze gewoon naar de jon
gens gaan. dictaten vragen, en
„vriendje" spelen. Héél belang
rijk "is de samenwerking met an
deren en de contacten met de
ouderejaars, waarmee je de ver
slagen van je praktika, de ont
werpen van bouwkunde door
neemt, kortom, ideeën uitwisselt
met je lotgenoten. Op college
kijkt de prof eerst de zaal rond,
ontdekt een meisje en begint:
„Mejuffrouw, mijne heren"
maar het is ook wel gebeurd, als
je met een donkere trui of een
overhemdblouse aan een beetje
achteraf zat, dat je hoorde: „Mij
ne heren, we zijn weer gezellig
onder elkaar..." Durf je wel vra
gen te stellen voor het forum van
al die mannen? Vragen stellen
mag niet, begrijp je iets niet, dan
Andere basis
Het soort meisjes dat naar Delft
gaat ls bijzonder, denkt de bui
tenwacht. Wel. hun novitiaat is
niet te vergelijken met dat van
anderen, het gaat hier veel in
tensiever en op een andere ba
sis. Alle novieten slapen op de
club, de bedden worden gehuurd
van een ziekenhuis of zo. De no
vieten moeten veel aanhoren:
wat voor instanties er allemaal
zijn,, de afdelingen, verenigingen
en commissies van de studenten
wereld. De meisjes worden de he
le dag bezig gehouden, en, met
hun naam op hun borst gespeld,
vragen ze zich gespannen af:
„Wat zal er nu weer van me ver
langd worden?"
jes uit de conservatiefste studen
tenstad té flink? ,3U interacade
miale bijeenkomsten van de
vrouwelijke studentenverenigingen
vraagt men hen verbaasd: „komen
jullie uit Delft?", en we blijken
net als zij te zijn", Lacht Joke.
De meisjes komen beter uit met
hun toelage dan de jongens: zij
onderhouden hun kleding zelf en
eten voordeliger. De lange vakan
ties worden nuttig besteed: de
eerste studiejaren is het verplicht,
om zes weken praktisch te wer
ken. Bijvoorbeeld bij een aanne
mer, die heel bedenkelijk kijkt
als het om een meisjes-volontair
gaat. Het bouwkunde-meisje loopt
tijdens haar practica met de op
zichter mee, maar ze is ook niet
bang om in spijkerbroek gesto
ken, beton te roeren.
De verhouding met thuis veran
dert ontegenzeggelijk, „Ik ga
eens per twee maanden naar
huis", zegt Nies. Joke vindt:
„door je student-zijn heb je een
andere positie thuis, je wóónt er
niet meer. Dat heeft zijn gevol
gen: thuis moet je in het gareel
lopen, hier teken je tot vier uur
's nachts en slaapt tot twaalf uur,
geen haan die er naar kraait".
Als ze je thuis los kunnen laten,
blijft de verhouding goed. Dan
komen ze afgepijgerd thuis (van
studie of fuif laten we maar in
„Wat is Uw mening
over
In de allereerste plaats dit: wat
heeft u fijn gereageerd! En dat bedoel
ik dan in twee opzichten, namelijk naar
aantal en naar inhoud. Van het aantal
ben ik u mag dit gerust weten
zelfs lichtelijk geschrokken. Ais men
rekent op zo'n twintig tot dertig brie
ven en men krijgt dan in één week
bijna het tienvoudige, dan Is dat echt
wel iets om even bij te gaan zitten.
Maar een stimulans is het wel, al
houdt het natuurlijk in dat iedereen
die schreef zeker niet direkt aan bod
kan komen. Wat ik naast uw bijzon
der grote bijval evenwel nog meer
waardeer, is de inhoud van de meeste
brieven. Of er nu veel of minder woor
den waren gebruikt: bijna iedereen is
op een sympathieke manier voor haar
of zijn mening uitgekomen, zodat ik ge
rust mag zeggen, dat wij elkaar bij dit
eerste begin al direkt goed hebben be
grepen. En dat is een prima basis om
op verder te gaan.
Zo heb ik dan nu een (omvangrijke)
melange voor me liggen met het ouder
lingenbezoek als uitgangs- en middel
punt. Waardering, begrip, suggesties,
natuurlijk ook wel kritiek, maar al
evenzeer de eigen balk en een ander
mans splinter. er is heel verschil
lend over ouderlingen en hun huisbe
zoek gesproken. Voor ik nu met uw
meningen begin, wil ik eerst nog drie
dingen zeggen, namelijk:
een heel kort woord van dank aan
de ongeveer tien ouderlingen, die me
even wilden laten weten zeer benieuwd
te zijn naar de reacties „omdat we er
misschien heel wat aan kunnen heb
ben" om één brief aan te halen.
leest u s.v.p. vooral even punt drie
van het begeleidende kadertje. Is de
teleurstelling als uw reactie eventueel
niet mee kan gaan niet zo groot.
En dan nu echt de brieven. U weet
het: hoe groter de keus. hoe moeilijker
de beslissing, maar uiteindelijk leek
me het volgende een goede start.
Uit de brief
E. te Rotterdam: „Als ik het
eerlijk moet zeggen heb ik
ouderlingenbezoek vaak meer
een bezoeking dan een bezoek
gevonden. Zij kondigden zich
(vroeger) meestal aan met „de
broeders". Mij was van huis
uit een heilig ontzag voor deze
mensen meegegeven en als ze
dan boven waren straalde het
ouderlingschap zó van hen af,
dat mijn knieën begonnen te
beven van het begin tot het
einde toe. Dan werd er via een
gewoon gesprek overgegaan op
het geestelijke en werden de
stemmen anders (heiliger?); er
werd duidelijk op aangestuurd
zo het een en ander los te peu
teren. Het was misschien niet
zo bedoeld, maar ik voelde het
zo. Als ze zich dan speciaal tot
mij richtten, wist ik me geen
Dat is het éne soort ouder
lingen. Toen mijn man al
weer een poos geleden werd
gekozen tot ouderling en wij
dit samen uitvoerig bespraken,
heb ik dan ook gezegd: „Fijn
Technische meisjes, ja. Heidi
(links) bestudeert de tekeningen
van Nies „75% Gronings en de
dat er AOW-ers op de collegeban
ken zitten: jeugdige bewondering
hebben de meisjes voor de oude
heren, van 65 en 70 jaar, die puur
uit interesse na hun pensionering
weer gingen studeren, de één zelfs
in een heel andere studie rich
ting.
oriënteringsdag, daar horen de doorzettingsvermogen Het
„praten",
opdracht: „amus
jaars, je denkt
tje te hebben
horen dat het
Je krijgt een
een oudere-
leuk vérhaal-
Joke, en Nies vult
„de ge- Voor iedere noviet vallen -
middelde studietijd is... negen eerste veertien dagen échte tra
jaar en twee maanden", de duur
hangt overigens van je studie
richting af. Keus genoeg in
Delft: Algemene Wetenschappen,
Weg- en Waterbouwkunde in de lijk opvoeding volgens ee:
wandeling civiel genaamd. Bouw- paald stramien, je leert je
kunde, werktuigbouwkunde, elee- al doorheen slaan
trotechniek, mijnbouw, scheeps-
en vliegtuigbouwkunde met eer
tussenstudie: Metaalkunde.
staan". „Hoe vonden jullie het
zélf?" vroegen we. „Achteraf was
het ontzettend leuk", vinden ze
alledrie. Later moet je zelf voor
je plaatsje vechten, is het ook een
zeggen en dê° mêisjes"be-' vreemde gewaarwording, dat de
Delft ligt een hoge-
Het klinkt niet erg vrouwelijk,
zult 1
vriende-
re drempel dan 1
versiteitssteden. De
vindt dan ook, dat er
clame voor „meisjes na
moet worden gemaakt.
Wordt zo'n meisje in
oudejaars
lijk zijn.
Hoe meer je voor de club doet,
hoe leuker je studententijd is.
Hoe de jongens dat doen met een
fuif? O. ze zorgen voor een da
me door een secretaresse uit te
nodigen, ook Middelbare scholie
ren en verpleegsters zijn graag
geziene gasten. Delftse meisjes
zijn technische meisjes, ja, maar
juist daarom zujlen ze nóóit met
een lange broek op college
schijnen. Er studeren zelfs twee
ïen, Benedictia en Godelieve,
de TH. De jongens zijn trou
wens ook jasje
dasje". De studie
wordt betaald door
het rijk, of een
particulier, er zijn
renteloze voor
schotten cn cr zijn
studenten, die zelf
hun studie bekos
tigen d.m.v. part
e jobs. „Je kunt
goed van ko-
1", vindt Heidi.
We krijgen het
over studieloon.
Nies verwerpt het
idee, zij voelt voor
een élite-corps.
„Het student-zijn,
de status, gaat er-
-
Bij plaatsing van uw
mening ontvangt u naar
wens het boek Tip Pa
rade, De dokter zegt I
of De dokter zegt 2.
Wilt u uw naam en
adres óók vermelden in
de brief, die u kunt stu
ren naar de redactie
„Blad-Zij" met op de en
veloppe „Uw mening".
Zo nodig zal de re
dactie een keus maken
uit de binnengekomen
brieven en deze bekor
ten. Over dezie beslissing
wordt niet gecorres
pondeerd.
dat je iets voor God en Zijn
Kerk mag doen, maar word
jij alsjeblieft niet zo'n verhe
ven figuur die denkt boven de
gewone leden te staan." Nu is
mijn man twaalf jaar ouderling
en ik ben nog steeds blij dat
hij dit werk doet."
Als ik dan ,nu een stuk van
de brief oversla, mag ik mis
schien nog aanhalen, wat deze
ouderling én zijn vrouw doen,
namelijk: zo tijdens het. week
end eenzame en in de knoop
zittende mensen thuis vragen,
ook jongeren, zoals ver van
huis zijnde verpleegstertjes;
even een bezoekje afleggen als
er ergens een baby in de wijk
is geboren, jarigen een kaartje
sturen, zo nu en dan eens een
contactavond op touw zetten
om wat meer met elkaar ver
trouwd te raken, terwijl de
echtigenoot-ouderling een keer
per maand (al is 't maar een
uurtje) eens een invalide, een
chronisch zieke of een bejaar
de opzoekt.
Even afgezien van de kerke
lijke richting, heb ik zo vaag
het idéé, dat de schrijfsters van
de navolgende brieven wel zo'n
„ouderling-paar" als dit in haar
wijk of dorp zouden willen heb
ben, gezien haar vraag:
Waarom irij niet f
Mevrouw M. J. H.-de K. te L.
„Ik ben 76 jaar en woon al
leen en ofschoon er hier voor
iedere wijk een ouderling is
benoemd, zie ik er nooit een.
Gelukkig ben ik nog gezond,
maar dat neemt niet weg dat
ik best eens ouderlingenbe
zoek wil hebben. Als er een
nieuwe maand begint ben ik
al blij als er een commissie
lid de bijdrage of het kerk-
bladgeld komt halen. Kan ik
bij een kopje koffie toch eens
praten."
Mej. I. de J. te R. „Toen ik
in verband met m'n werk van
een dorp naar een grote stad
verhuisde (Amsterdam) dacht
ik toch wel eens bezoek te
krijgen van een of meer ou
derlingen, temeer daar ik een
trouw kerkgangster ben. Maar
in al die jaren zes is
er niemand gekomen. Ja, één
keer de wijkdominee en dan
een kwartiertje. Ik raakte be
vriend met twee Gereformeer
de meisjes en ofschoon die
wel eens een grapje maken
als „de broeders" komen,
minstens twee keer per jaar
zien ze ze toch maar. Toch
blijf ik mijn Hervormde kerk
trouw, dat begrijpt u.
Mevrouw G. de G. te R. „Se
dert jaar en dag is mijn man
ouderling (ik ben 77 jaar en
mijn man 75) geweest en om
dat mijn man dat was heeft
men blijkbaar altijd gedacht:
„dat zit wel goed". Dus in
jaren hebben we geen ouder
ling gezien. Tot m'n getrouw
de dochter die bij ons in kwam
wonen, ouderlingenbezoek
kreeg. Ik zei: „Kind, ik ben
jaloers op je." En jawel hoor,
na afloop van het bezoek bo
ven klopten ze ook bij ons even
aan en beloofden een avond
dertdien krijgen we geregeld
bezoek en u hebt er geen
idee van hoe zeer we dat
waarderen."
Mevrouw J. C. van de T.-H. te
L. „Sedert elf jaar ben ik
weduwe en al die tijd is er
maar één keer een ouderling
bij me geweest. Ik vind dat
erg jammer."
Mevrouw H. te G. „Majn over
leden man was zelf ouderling;
vele ouderlingen zijn dan ook
op condoleantiebezoek geweest
met de belofte nog eens te
rug te zullen komen. De eer
ste moet ik nog zien en dat
terwijl ik toch graag hun be
zoek zou ontvangen. Al was
het alleen maar om weer eens
tabaksrook in mijn kamer te
ruiken. al is dat natuurlijk
het belangrijkste niet."
Mevrouw G. O.-van W. te K.
„Hoewel wij nu achttien jaar
getrouwd zijn hebben wij nog
nooit ouderlingenbezoek ge
had. Maar ik stel mij voor,
dat door een gesprek met de
„opzieners" der kerk zaken
die men niet vatten kan, goed
uitgesproken kunnen worden.
Dit kan opbouwend werken."
Mevr. De J. te R. „Bij ons
hier ik ben Ned. Herv.
worden alleen mensen bezocht
die niet in de kerk komen en
dat terwijl je als trouwe kerk
ganger toch ook wel eens iets
te vragen of te bespreken
hebt. Wel is het zo, dat als
er iemand ziek is de dominee
komt en dat vinden wij heel
prettig."
Mevr. R. J. N. te R. In de
dertien jaar dat we getrouwd
zijn hebben we tweemaal huis
bezoek gehad. Nu is onze ge
meente erg uitgestrekt, ik be
grijp de moeilijkheden wel.
Maar die twee keer waren héél
fijn en toen een van hen met
ons bad en ons gezin aan God
opdroeg, was dat heerlijk, zo
innig, we voelden Gods na
bijheid en dan ben je weer
rijk en kun je het leven weer
m -•
Jü zeker cachet blij-
ven". Heidi is er
niet tegen, stelt
M nuchter: „Studie-
loon houdt in, dat
af? je intellectuele ar-
beider bent".
fS „Er zitten vele
u=i kanten aan", meent
','i Joke voorzichtig,
zij waagt zich niet
- aan een uitspraak
omtrent het studie-
„Cachet" is be
langrijk, zijn ze
unaniem van me
ning, maar overi
gens hangt het af
van de tact van
de intellectueel,
hoe hij zich in de
maatschappij be
weegt, de afstand
weet tussen spel en
ernst. Zijn de meis-
^iiiiiiiiiiiiiiini i ii i ii ii ii i mi ii ii i inn ii i ii i ii ii i i ii i
HET RECEPT VAN JUSTINE
Zet 1 liter melk op met mespunt zout en 6 volle eetlepels
suiker. Strooi 250 g griesmeel in de kokende melk. roer met een
garde. Draai gas laag, laat griesmeel dik worden.
Roer 4 eierdooiers schuimig met 80 g boter en geraspte schil
van Yi citroen. Klop 4 eiwitten zeer stijf. Meng door elkaar en
roer dit mengsel met garde door afgekoelde griesmeelmassa.
Deponeer griesmeelmassa in ingevette, vuurvaste schotel. Dek
af met klontjes boter. In vrij hete oven in 40-50 minuten bakken
en laten rijzen.
Warm serveren met compote of gestoofde appelen.
AFBLIJVEN, zei ik de vorige
keer. Dat klonk erg bazig.
En dat is bet ook. Het moet
soms wel. Want er zijn altijd
briefschrijfsters die me in hun
schuitje willen hebben. De ijdel-
heid van hun schoonzuster bevalt
hun niet. Of het gedrag van de
kinderen van hun broer. Dan
moet ik zeggen of ik het er mee
eens ben. Met briefschrijfster na
tuurlijk. Opdat zij bazig kan zijn
en versterkt in haar mening door
de mijne zwart-op-wit, met ver
dubbelde energie op haar familie
leden kan losstormen.
Kijk, dan ben ik het liever zelf.
Want dan stoppen we tenminste
even in onze ren. En zien we el
kaar aan en vragen: waarom
doe ik het? Ja. niet alleen brief
schrijfster maar ook ikzelf. Het
is gemakkelijk genoeg om hier in
het wilde weg gelijk te hebben
maar daarmee maak ik geen
vriendinnen. Daarom vraag ik
mezelf ook telkens af: waarom.
Je staat er niet buiten, zeg ik
tegen mezelf. Wat zij voelen, kun
je zelf voelen. Hebben zij schoon
zusters, jij ook. Hebben zij zich
zelf lief. jij ook. Want daar komt
elke gedachte op uit.
Telkens valt mij op dat ieder
zichzelf als maatstaf neemt. Wat
de briefschrijfster denkt en meent
is het best overwogen en het eer
lijkst bedoeld.
LATEN we nu even het geval
van de vorige keer nemen:
dat was erg genoeg. Iemand vindt
in de tas van een ander, geheel
zonder toeleg haar in handen ge
vallen, een brief die daar niet
hoort. Als ik briefschrijfster goed
begrijp ook van iemand die niet
in het leven van haar schoonzus
je hoort. Drama. Ik kan aan de
brief merken dat de gedachten al
gegaan zijn naar echtscheiding,
naar die schatten van kinderen
die verscheurd zullen worden door
de onenigheid., en ga maar door,
een romantisch geval, maar dan
triest en grauw romantisch. Er
is een heel stuk inlegkunde bij.
Immers: briefschrijfster heeft,
zegt zij, die brief niet gelezen.
Wat doet rij dus: zij meet het
schien wel wat
gedrag van haar schoonzus naar
het hare. In dikke onzichtbare
letters zie ik boven de brief
staan: zoiets zou ik nooit doen!
En met die mening moet ik het
eens zijn? Graag, maar dan toch
alleen wat uzelf betreft. Als u
voor uzelf weet dat zoiets nooit
zoudt doen (dus simpel een brief
meedragen) dan zeg ik: prima,
daar blijf ik af. U vreest dat een
ander, zo'n brief vindend, wel
eens minder mooie gedachten je
gens u kan gaan koesteren, en u
vej-mijdt die kans liever. Akkoord.
Echter, uw brief bergt veel
meer dan die mening alleen. U
vroeg me: moet ik haar ernstig
eens apart nemen en vragen stel
len. Natuurlijk met de goede be
doeling erger te voorkomen. Moet
ik haar niet vermanen: kind, dit
kan toch niet, jij een moeder van
vier kinderen en dat loopt maar
met een brief rond in een tas die
iedereen kan vinden.. Of moet ik
zwijgen en nooit precies weten
hoe de vork in de steel zat (valt
ook niet mee!)..
Ik vind dat sympathiek. Ik kan
het me zo voorstellen. Het is gek
maar we doen het allemaal: zo
dra een broer of zus een vrouw
of man in de familie brengt, krij
gen we meningen over die per
soon. Je zou het wel laten zoveel
fantasie ten aanzien van een
vreemde, b.v. tegenover je in de
trein, te gebruiken, maar iemand
is nog maar nauwelijks familie
van je of hup, een klemmende
band van o zo goed bedoelde me
ningen omsluit het persoontje in
kwestie.
DAT is heel gewoon menselijk
en vergeeflijk. Jan en vrouw
zijn naar de Rivièra geweest
maar ze hadden beter hun huis
eens een verfje kunnen geven. Of
schoonzus heeft in de zomeruit-
verkoop een bontjasje gekocht,
maar ze had eerst aan haar man
moeten denken, de stakker heeft
zich zijn vrije veertien dagen een
ongeluk getimmerd, terwijl zij
van het bespaarde geld dan zo
doet! Of weer omgekeerd: zus is
niet wijs, die slooft en draaft
voor haar gezin, staat in dc gang
de deuren te verven terwijl man
en kinderen hun „gang" gaan;
laat ze toch een van die dochters
laten thuiskomen, die kinderen
leren veel te lang. worden maar
eigenwijs en voelen zich te goed
voor hun eigen moeder..
Het is altijd wat wij zouden
doen. Wij hebben onszelf lief en
menen het zo goed. Maar wij
hebben onze naaste nog niet zo
lief als onszelf. Want dan zouden
we hem zichzelf laten liefhebben
en doen wat hij, eerlijk, het beste
Daarom zei ik: afblijven. Om
dat ik. mijzelf kennende door me
te stellen onder het grote gebod
Gods, weet hoezeer ik erop ge
steld ben een eigen leven te
hebben. Niemand die op mijn le
ven beslag legt, heeft wat aan
mij. Pas wanneer ik het vrij en
vol vreugde geef, Jieeft mijn le
ven zin voor de ander. Wij alle
maal worden pas rijker door het
wederkerig geven, niet door het
bedisselen, al is dat laatste nog
zo goed bedoeld.
het eigen leven
staat nu eens gaat nadenken
dat gebod Gods: Hem bovenal|
liefhebben en uw naaste als uzelf.
Dan voelt vast en zeker
schoonzus iets van u uitgaan
waarin zij leven kan en zichzelf
zijn bij u: Vrijheid. En in die
die vrijheid,
aoei nei er met meer zo toe.
Ik wil hiermee niet zeggen dat
ik halfheid niet verfoei of een im
moreel gedrag tolereer, maar dat
is alles iets anders dan dat waar
toe de brief aanleiding geeft. Als
je alleen al eens bedenkt hoeveel
gedachten wij aangaande elkaar
hebben! We verscheuren elkaar
bijkans. Tel eens op wat je onder
je werk. door je huishouding
gaand, over anderen af-denkt. Brr
En zo kom ik tot de bazigheid
die mij de moed geeft te zeg
gen: blijf af. Als je weet wie je
zelf bent, en desniettemin accep
tabel voor God wie zou jij dan
met-acceptabel kunnen duiden.
Eén kent ons. Laat het aan die
Ene over onze naaste te kennen.
Laten wij die naaste alleen maar
ijverig liefhebben.
Dat is zwaar en licht tegelijk.
Het bevrijdt ons van dat getil
aan iedereen en alles. Maar het
dwingt ons tot een eerlijkheid die
elk bijoogmerk, elke ijdelheid uit
ons wegbrandt. Dat kan pijn
doen. Namelijk als wij onder
Christen-zijn iets anders verstaan
dan het leven met gebod en ge
lofte. Als wij denken dat wij ons
gedrag voor ons hele leven kun
nen vaststellen. Als wij overtuigd
zijn onze weg te kunnen gaan zon
der onze handen vuil te maken.
Als wij fatsoen en onberispelijk
heid als een muur om ons heen
zetten. Kortom: als wij niet toe
gerust zijn tot strijd. Want strijd
doet geen pijn. Strijd maakt vu
rig en levendig en altijd wakker;
mild en vertrouwend en dank
baar. Het is dan ook niet zómaar
„een" strijd. Het is de goede. Die
van het geloof.
aan. Soms kan ik echt erg
naar een geestelijk gesprek
verlangen, maar ja, onze ge
meente is nu eenmaal uitge
breid en daarom klaag ik
niet."
Tot zover deze reacties, die
ik naar u ontdekt zult heb
ben maar bij elkaar heb ge
zet. Maar nu een heel ander
geluid:
In het zonnetje
Mevr, J. van H.-de J. te H.
„Ik zou graag het werk van
onze wijkouderling in het zon
netje willen zetten, want wij
hebben het wel zeer getroffen.
Ons oudste kindje mankeert
iets waar wij veel verdriet
van hebben; steeds evenwel
heeft de ouderling zeer veel
belangstelling voor ons kind en
hij blijft informeren hoe het
gaat. Dat meeleven en mee
voelen doet ons onbeschrijf
lijk veel goed; de verhouding
is bijna als was hij onze broer
als hij op bezoek komt. Alle
respect voor deze man."
Mej. H. de W. tc L. „Ik ben
lang ziek en gelukkig word ik
veel verwend met bezoek, ook
door ouderlingen. Zij komen
zelfs in het ziekenhuis en het
is mijn ondervinding geweest
dat ook mede-patiënten door
hun bezoek vaak gezegend
worden, omdat als de ouder
lingen weg waren wij vaak
zo'n fijn gesprek konden heb
ben naar aanleiding van wat
wij hadden gezegd of gelezen.
Wij als gemeente mogen de
ouderlingen wél gedenken."
Mevr. VV. 't H. te V. „Wij heb
ben een fijne wijkouderling,
die niet eenmaal per jaar,
maar ook zomaar tussentijds
wel eens een praatje met je
begint die dus kontakt houdt
met de gezinnen. En huisbe
zoek is toch zo nodig. Het sa
men praten over je verant
woordelijkheid of je moeilijk
heden is toch ook „de ge
meenschap der heiligen". Wat
kan het heerlijk zijn om
men met je wijkouderling
spreken over de blijdschap
een kind van God te zijn. Dan
krijg je weer eens een extra
injectie om die blijkschap ook
aan anderen uit te dragen".
Over blijdnchap qettproUen
Een goede aansluiting hierop
vind ik de brief van mevrouw
A. de H.-H. te R. Zij be
schrijft hoe ze vaak loopt te
piekeren over het op handen
zijnde bezoek, hoe onder het
eerste kopje koffie over de ge
bruikelijke zaken zoals het
weer, de vochtige zomer en
het nieuwe orgel in de kerk
wordt gesproken om vervol
gens te zeggen:
„En dan valt er een pijnlijke
stilte. Daar heb je het nu, denk
ik. wat moeten we nu r
praten. Vooral niet te veel
eigen innerlijk blootgeven, dat
gaat hen immers toch niets
aan. Dan opeens valt er die
vraag: „Ervaart u beiden toch
wel die blijdschap die het ge
loof in God u geven kan?" Een
simpele vraag, even verstrakt
er iets in mij. daar zal je
't hebben. Ik kijk in twee
paar begrijpende ogen. Er
vaart u die blijdschap... en
opeens is daar die blijdschap
en kan ik alleen maar ant
woorden: ja, die ervaar ik in
alle dingen, op een moment
als ik de kamer stof, die blijd
schap is er bij het naar de
kerk gaan, bij het zien van de
bloemen op de kansel, bij de
eerste tonen van het orgel.,.,
kortom in alles. Even zie ik
de verraste ogen van mijn
man alsof hij wil zeggen: wat
durf jij vanavond ineens. Di
rect daarop vertel ik óók van
die dagen, waarop er geen
blijdschap is. maar twijfel en
onzekerheid proberen deze te
overmeesteren. We hebben een
fijn gesprek gekregen, de
avond vloog om.
Mijn mening over ouderlingen
bezoek: „Geen avond van op
het matje geroepen te worden
en braaf te antwoorden op de
informaties naar de vorderin
gen in ons geloofsleven, maar
een open en eerlijk gesprek
tussen vier mensen, op reis
naar hetzelfde vaderhuis".
En hierbij moet Ik het deze
eerste keer helaas laten. U
begrijpt: een heleboel is nog
niet gezegd, dit zijn not maar
een paar facetten. Volgende
week komen de ouderlingen
weer op „Blad-Zij" bezoek.
ZEEP VAN...
NERTSOLIE
Naast dc vele nieuwtjes die we
op de jaarbeurs kunnen zien, is
er een klein, prettig gevalletje in
een charmant doosje: zeep ver
vaardigd uit nertsolie. De nertsen
worden speciaal op farm ge
kweekt voor de hyper de chique
bontmantels, men deed op een ge
geven moment de ontdekking, dat
de verzorgers mooie zachte han
den en een betere gezichtshuid
kregen, Nertsoliezeep zou dezelf
de eigenschappen bezitten, heeft
een prettig parfum en lijkt me
een énig klein cadeautje voor ie
mand, die alles al heeft: er «L
zelfs een rose lintje om. Wie zich
de luxe van een minkjas niet kan
permitteren, kan zich dan toch
hullen in een nerts-... oliezeep.
schuim, in dit geval geen „schra*
le" troost!