PROTESTANTEN
Een PYRRHUS-OVERWINNING
Terugkeer in Toradjaland
b""isch°'' ZAG HOE KERK MASSAAL GEGROEID WAS
VOOR U GELEZEN
DEZE WEEK IN EEN WOELIGE WERELD
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 14 SEPTEMBER 196S
KRACHT GODS
Bloed en tranen hebben het
evangelie in Toradjaland niet
kunnen stuiten. De aloude ge
schiedenis van de geboorte van
een kerk uit zorgen en smar
ten heeft zich herhaald. Waar
om schijnt het evangelie het
snelst te groeien tegen druk
en verdrukking in?
Wij zoeken in onze dagen
verbeten naar nieuwe evange
lisatiemethoden. Wij houden
Uigenlange conferenties over
de vraag hoe wij het evangelie
het beste in de taal van onze
tijd kunnen vertalen. Wij be
denken nieuwe vormen van
apostolaat. We roepen de psy
chologie. de sociologie, en de
anthropolie te hulp en komen
tot de conclusie dat we toch
maar met moeite behouden
wat we hebben
Dc Toradja's hadden geen
vormingscentra, geen evange-
l'.;atiepredikanten. geen evan-
gehsatieouderlingen of evange-
Jisatieteams. De Toradja s be
iegden geen evangelisatiebij-
^entomsten en organiseerden
Ifeen gesprekskringen. Maar in
rauwelijks tien jaar groeide
de Toradjakerk met bijna 300
procent.
Het geheim ligt in een woord
oat ds. D. J. van Dijk eens
hoorde uitroepen: ..Mensen die
zo kunnen sterven..." In To
radjaland werd het evangelie
vertaald, niet in de moderne
woorden van deze tijd. maar
beleefd als in een kracht Gods.
Toen de Toradja's zo diep
in de put zaten dat zij omhoog
moesten reiken om de bodem
aan te raken, bleek dat noch
de heidense afgoden, noch het
mohammedaanse fatalisme een
antwoord had. Toen werd in
eens bewaarheid wat de psal
mist schreef: ..Hij trok mij op
uit de kuil van het verderf,
uit het slijk van de modder
poel. Hij stelde mijn voeten
op een rots." Voor deze men
sen werd het evangelie meer
dan eer. leer. meer dan een ge
loof. het werd een kracht Gods
tot behoud.
Speelman ttWl<
vertolkte 4
(Van onze kerkredactie)
De Toradjakerk is haar Nederlandse zende
lingen nog niet vergeten. Dat bleek in de af
gelopen weken tijdens het bezoek van dominee
en mevrouw D. J. van Dijk. Duizenden gelovi
gen kwamen met stralende gezichten hun de hand
drukken. Ze overstelpten hen met hun vragen en
problemen. En duizenden malen klonk het: ,,Wat
zijn wij blij". Die woorden klonken ook uit de
mond van de eenvoudige Toradja-weduwe toen
mevrouw Van Dijk' haar in haar kamponghuis
opkocht. Ze holde naar bulten en kwam even later
met een speelman terug, die onder het huis haar
blijdschap op zijn muziekinstrument moest ver
tolken.
Eerlijk zeiden deze heidenen toen
tegen hem: ..Mensen die zo kun
nen sterven, bezitten iets".
Velen zijn in de ontzettende ja
ren die volgden gestorven. De
Daroel Islam teisterde dit gebied.
Deze mohammedaanse beweging
van super-nationalisme streed een
strijd niet slechts tegen de Indo
nesische regering maar ook te
gen het geloof en tegen de kerk.
Bloed vloeide, maar de plaats van
iedere gelovige werd door tien
ingenomen.
anderen
ion Dijk
Er werden herinneringen opge
haald uit het verleden. De Torad-
ja-kerk is nog niet oud. Het is
precies vijftig jaar geleden dat
zendeling A. A. van de Loos-
drecht dat gebied betrad. Vier
jaar later werd hij vermoord,
maar ook zijn bloed was het zaad
van de kerk. Niet alleen zijn
bloed werd vergoten, ook in de
afgelopen tientallen jaren heeft
het bloed van gelovigen gevloeid.
Maar moord gn doodslag hebben
er het evangelie niet kunnen te
genhouden.
Ds. Van Dijk en zijn vrouw
kwamen in 1927 in dit gebied. Zij
hebben daar de eerste grotere
overgangen tot het christelijk ge
loof meegemaakt. In hun herin
nering leeft nog de dienst waar
in 350 mensen werden gedoopt.
Ze hebben daar beleefd hoe in die
jaren overal in de kampongs de
kleine christelijke kernen ontston
den: hoe jonge gelovigen het
moeilijk te verduren kregen in de
heidense en vaak zeer vijandelij
ke omgeving. Maar nu is deze
zendeling-predikant blij dat toen
werd beslist deze christenen met
uit hun omgeving weg te halen
en in christelijke „getto's" on
der te brengen. Dat besluit, in
dertijd genomen door de Gere
formeerde Zendingsbond en de
Toradjagelovigen heeft vrucht ge
dragen. want deze kerk is on
danks strijd en moeilijkheden, on
danks veel lijden een zoutend zout
geworden.
Donkere wolken
Japanse tijd in een concentratie
kamp doorgebracht. Maar zij
smaakten tevens het geluk om
weer terug te mogen keren. Maar
de blijdschap van die terugkeer
toen werd reeds getemperd door
de donkere wolken die ds. Van
Dijk boven deze kerk zag hangen,
wolken die hun zware last In het
nabije verleden ook Inderdaad
hebben uitgestort.
Nog eer deze zendingspredikant
met zijn gezin naar Nederland te
rugkeerde (19501 zag hij reeds
iets van het genadelicht achter
die donkere wolken. Hij maakte
van nabij mee hoe een van de
kerkelijke leiders van de Torad
ja's vermoord werd. maar hij zag
toen ook de tientallen mensen
naar zich toe komen die meer
wilden weten van het evangelie.
Massale groei
Deze kerk. die reeds na 34 jaar
zendingsarbeid in 1947 zelfstandig
werd, telde ln 1950 rond 60.000
leden. Juist in de tijd dat de
Gereformeerde Zendingsbond wei
nig werk kon verzetten, en geen
nieuwe mensen meer kon sturen,
volgde de enorme groei. De To-
radja-kerk in het gebied waar de
G.Z.B. mocht werken telt nu
170.000 leden. En met de door
braak van het evangelie is ook
de rust teruggekeerd in dit To-
radjagebled.
Zo i
blij i
Berkhof antwoordt Berkouwer
(Van c
kerkredactie)
Het nieuwste boek van prof. dr.
G. C. Berkouwer over de weder
komst, waarin hij vooral aan
dacht schenkt aan de tekenen der
tijden (enige weken geleden door
ons besproken), bevatte een con
frontatie met wat de hervormde
hoogleraar prof. dr. H. Berkhof
over deze dingen geschreven
heeft. Nu heeft op zijn beurt
Berkhof Berkouwer beantwoord
in een uitvoerig artikel in het
blad „In de waagschaal". Prof.
Berkhof komt tot dc conclusie dat
van het fundamentalistisch bij
bellezen dat voor enkele decennia
nog zo'n g'rotc invloed had in de
Gereformeerde Kerken hier „geen
spoor meer over is." Berkhof
vreest echter dat Berkouwer in
dit opzicht te ver is doorgescho
ten. „Hij heeft het mes zo krach
tig in allerlei woekeringen gezet
dat hij ïn.i. ook edele delen heeft
geraakt." In het slot van zijn be
spreking schrijft prof. Berkhof
zelfs: „Voor mij is zijn overwin
ning op het fundamentalisme dan
een Pyrrhus-overwlnnlng."
Prof. Berkhof begint met een
vraag aan Berkouwer. Hij wil we
ten ..hoe hij zo zeker weet dat
de heilsopenbaring elk element
van mededeling aangaande een
binnenhistorische ontwikkeling uit
sluit?" Prof. Berkouwer erkent
volgens Berkhof wel mededelin-
éen aangaande het verleden (b.v.
hristus' kruis en opstanding),
ook aangaande de eeuwige toe
komst (b.v. wederkomst en op
standing der doden): maar niet
aangaande de geschiedenis die
zich uitstrekt van het eerste naar
het tweede." Prof. Berkhof vraagt
zich af „Waarom niet?" en kon
geen antwoord op die vraag vin-
voor het fundamentalisme
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiii
Reportage
schrijft over de tekenen der tij
den die geen reportage zijn vol
gens hem van toekomstige ge
beurtenissen, in wezen overblijft?
Berkhof gaat akkoord met de ge
dachte dat overal waar het evan
gelie optreedt de tekenen optre
den. Maar, vraagt hij, zit er geen
voortgang geen groei in? Mogen
we niet principieel meer ver
wachten dan de geschiedenis na
Christus tot nu toe te zien gat
Berkhof vraagt dan in dit ver
band: „Waarom maakt Berkou
wer ons dan ook niet concreter
en existentiëler duidelijk dat
Openbaringen 20 zich vandaag
voltrekt en de antichrist (die vol
gens Berkouwer geen historische
figuur is, maar in vele vormen
nu reeds optreedt-red.) zich van
daag met wonderen en tekenen
in de tempel Gods zet? Ik dacht
dat dit ook voor Berkouwer een
te zware opgave zou zijn. Hij
komt er één keer op, nl. bij het
tot jaloersheid verwekken van Is
rael. waarvan hij helaas moet
zeggen hoezeer het in de loop der
eeuwen ontbroken heeft. Maar
moet een dogmatiek die toch de
verkondiging wil dienen, dan niet
veel dieper ingaan op die bewuste
of onbewuste, in elk geval schul
dige weigering der kerk om bij
de tekenen van het Rijk te le-
Prof. Berkhof schrijft dat hij
de oplossing van Berkouwer te
abstract vindt en te weinig over
eenkomend met de concreetheid
en de ernst waarmee het Nieuwe
Testament bij de tekenen leeft.
Maar juist daarom
Israel
van Berkouwer ten opzichte van
de toekomst van Israël. Het gaat
daarbij om de trouw Gods. zoals
deze verkondigd wordt in Romei
nen 11. In dit verband beroept
prof. Berkhof zich tegen prof.
Berkouwer op vroegere geschrif
ten van Berkouwer zelf. Hij vat
een bepaalde uitspraak van de
gereformeerde hoogleraar samen
aat „geloof mag geloven dat Gods
belofte ook mijn geloof omvat."
Zo heeft althans Berkhof de
doopsuitspraak der Gereformeer
de Kerken in 1946 begrepen. Maar
zo wil Berkhof ook de beloften
der profeten voor Israël en
het ..onberouwelijk" van Paulus
in Romeinen 11 verstaan.
Maar de toekomstige bekering
van Israël blijft volgens Berkhof
bij Berkouwer een (voor hem niet
duidelijke) vorm van het hier-en-
nu. Het moeilijkste, meent hij dat
Berkouwer het heeft met die ver
wachting als het gaat om de be
lofte van God. waarover Romei
nen 11 spreekt.
Prof. Berkhof schrijft: „Als
hier geen reportage is over de
toekeer van Israël, wat is die ver
wachting van Paulus dan wel?
Het is de verwachting, dat die
toekeer nu „kan" plaats hebben
(volgens Berkouwer).
Maar bij Paulus gaat het niet
om .kunnen", doch om „zullen".
Wordt daarmee de „verwachting"
waarmee Berkouwer opereert
niet (zoals hij zelf oppert) „ge
minimaliseerd tot een subjectieve
verwachting, die voor ons geen
betekenis heeft"? Neen. zegt Ber
kouwer met klem. „want al wat
hier tot ons doorklinkt, concen
treert zich in de blijvende actu
aliteit van de naijver als schakel
in het heilshistorisch handelen
DE twee bekendste Neder
landse theologen (zowel in
binnen- als buitenland), dc ge
reformeerde prof. dr. G. C.
Berkouwer en de hervormde
prof. dr. H. Berkhof zijn met
elkaar in gesprek.
Het begon met het boek in
de „Dogmatische Studiën".
„Wederkomst II", waarin
prof. Berkouwer inging op be-
Saaide gedachten van prof. dr.
Berkhof, vooral over de toe
komst van Israël, het duizend
jarig rijk, de antichrist e.d.
Toen wij het boek enige we
ken geleden bespraken schre
ven wij reeds dat dit meer dan
enig boek van Berkouwer bij
velen en zeker buiten de
Gereformeerde Kerken vra
gen zal oproepen.
Prof. Berkhof heeft nu vele
van deze vragen opgesteld in
een bespreking die hij aan het
boek wijdt in het blad „In de
weegschaal".
Het gaat hier, menen wij,
om meer dan een verschil van
inzicht tussen twee theologen
van naam. Op de achtergrond
van de theologische discussie
staat de vraag hoe wij de bij
bel als Woord van God lezen
en mogen lezen.
Hoewel een dagblad niet de
aangewezen plaats is voor de
bespreking van een confronta
tie van theologische inzichten,
menen wij toch dat dit gesprek
tussen dc twee grote „B" s
van de Nederlandse theologie
zo belangrijk is dat wij er niet
aan voorbij mogen gaan.
Synode
van God: Betekent dit (zie het
woord ..schakel") dat Israël toch
niet alleen kan, maar zal aange
nomen worden?
Op de volgende bladzijde gaat
het er even op lijken, als de ver
wachting gefundeerd wordt in een
genade van God die de correlatie
van zoeken en vinden te boven
zijn toen van 19—22 juli het feit
herdacht werd dat vijftig jaar ge
leden-het evangelie in dit gebied
voor het eerst gepredikt werd.
Maar de blijdschap werd nog gro
ter toen de Toradja's hoorden dat
hun „oude" zendingsvader. ds.
Van Dijk een visum had gekre
gen om het jubileum in Rante-
Pao bij te wonen. Maar toen. zon
der dat mevrouw Van Dijk het
wist, vrienden uit de gemeenten
die zij samen met haar man had
gediend in Nederland de hoofden
bij elkaar staken en het geld bij
een brachten om ook haar de reis
naar Toradja-land mee te laten
maken, kende de vreugde onder
de Toradja's helemaal geen gren-
Het jubileum werd groots ge
vierd. De 28 classes hadden om
de oudste kerk ieder een eigen
onderkomen in typische Toradja-
stijl gebouwd. Ze waren in dui-
Een week later (van 29 juli tot
3 augustus) kwam de synode van
deze kerk bijeen. Het was de ne
gende van deze jonge kerk, die
bewezen heeft werkelijk op eigen
benen te kunnen staan. Maar
juist deze negende synode greep
de kans aan om ds. Van Dijk,
die het hoofdbestuur van de Ge
reformeerde Zendingsbond verte
genwoordigde, een verlanglijstje
voor te leggen.
Er is een geweldig tekort aan
predikanten. De behoefte aan een
theologische school wordt met de
dag groter. En zo viel het be
sluit om samen met de Toradja
kerk van Mamasa, ontstaan door
het zendingswerk van de Christe
lijke Gereformeerde Kerken, een
theologische school te stichten.
Voor deze school vraagt de sy
node uit Nederland hulp. De Ge
reformeerde Zendingsbond werd
gevraagd om twee docenten (of
meer) beschikbaar te stellen.
Tevens werd gevraagd of er
geen studentenpredikant kan wor
den gezonden die zich in Makas
sar kan vestigen en ook werd met
nadruk gevraagd om een leraar
voor net nijverheidsonderwijs. Te
vens zullen de Christelijke Gere
formeerde Kerken gevraagd wor
den om zo mogelijk twee docen
ten te zenden.
De nieuive school, die dus de
toekomstige predikanten zal op
leiden van zowel de Mamasa- als
de Rante Pao-Toradjakerk zal be
ginnen als een middelbare theo
logische opleiding, maar gehoopt
wordt dat deze reeds binnen en
kele jaren kan uitgroeien tot een
theologische hogeschool. Ook de
Toradja's zelf zullen hun docenten
leveren. De eis geldt dat het aan
tal eigen docenten in Indonesië
groter is dan het aantal uitheem
se. Ds. Van Dijk dacht wel dat
deze mensen te vinden zijn. In
de jaren 1946 tot 1950 heeft prof.
S. van der Linde een cursus ge
geven en die heeft eminente
krachten voor de kerk opgeleverd.
Kweekschool
Maar ook besloot de synode de
mogelijkheid te onderzoeken of de
kweekschool van Salatiga een af
deling kan vestigen in dit gebied,
omdat er ook een grote behoefte
is aan onderwijskrachten. Er is
reeds een goede school om dorps
onderwijzers op te leiden, maar
er moeten nu leraren komen voor
de middelbare opleidingen.
Juist in deze tijd van geweldige
groei is een goede opleiding van
zowel predikanten als leraren een
absolute noodzaak. Anders dreigt
het gevaar dat er aan diepte ver
loren gaat, wat aan de breedte
wordt gewonnen. Het werd ons in
ons gesprek met dominee en me
vrouw Van Dijk wel duidelijk dat
zij straks in de vergadering van
het hoofdbestuur van de G.Z.B.
goede pleitbezorgers zullen zijn
voor de Toradja-kerk. Maar de
beslissing van het hoofdbestuur
zal uiteindelijk afhankelijk zijn
van het meeleven van de Neder
landse gelovigen. Opnieuw wordt
hun een verantwoordelijkheid op
gelegd.
Herhaaldelijk werd ds. Van Dijk
gevraagd om te blijven. „Wij
hebben uw raad zo nodig," klonk
het telkens weer. Ouderen die zij
nog kenden, maar ook jongeren
die ze nog nimmer ontmoet had
den, kwamen vragen om advies.
„Hoe moeten we dit doen? Wat
raadt u ons aan in dat opzicht..."
Dc Toradja's hebben een geheel eigen bouwstijl, en zo hebben hun
kerken ook eigen vormen gekregen die bijzonder aantrekkelijk zijn,
zoals van dit kerkje. Dergelijke gebouwen plaatsen de 28 classes
van de jubilerende kerk in Rante Pao toen daar hel vijftig jarig
beslaan feestelijk werd herdacht.
Te oud om nóg jaren als advi
seur terug te gaan. Het is even
wei duidelijk dat dere jonge kerk
geholpen wil en daarom ook moet
De laatste der rechtvaardigen,
door Schwartz-Bart. Oorspron-
kelijke titel Le Dernier des jus-
tes. Vertaling Jean A. Scliale-
kamp. Omslag Dick Bruna. Uit
gave A. W- Bruna Sc Zoon,
Utrecht.
Dit boek is een der opmerke
lijke verschijnselen in de wereld
literatuur, ook zonder de bekro
ning met de Goncourt-prijs in
1959, en het zal als klassiek werk
zijn plaats behouden.
Ondanks al het vele. dat hier
over in de loop van enkele jaren
geschreven is. kan men niet vol
staan met de aankondiging van
deze vertaling en de vertaler de
beste lof voor een vertaler te ge
ven: Dat men hem niet merkt.
Het boek stelt immers het ac
tuele en schrijnende vraagstuk
van jood en christen aan de orde.
Hoe ziet de jood de christen, die
toch immers een leesbare brief
van Christus moet zijn? Dit boek
geeft hierop een antwoord, dat
verschrikt. Schrijft de Bijbel dat
de jood een deksel op het aange
zicht heeft als het volle licht van
Christus op hem valt. hier heeft
de christenheid een deksel op het
hart. Zal beider verblindheid dan
pas wegvallen als de volheid der
heidenen binnengaat en gans Is
raël zal behouden worden? Geluk
kig zijn er bij de christenen teke-
neil van ontwaken. Gelukkig heb
ben in Nederland christenen ge
vochten en hun leven gegeven
voor de joden. Maar men moet zich
niet verbazen, dat de schrijver
tengevolge van het diepe leed van
eeuwen en het felst in de oorlog
slechts een vertekend beeld heeft
gelezen in „brieven" waarvan de
handtekening vervalst was.
De rechtvaardigen in dit boek
zijn mensen die volgens de opvat
tingen van het ghetto-volk van
Oost-Europa de zonden moeten
dragen als het lam ter slachting j
van Jesaja 53. uitverkorenen. Na i
eeuwen van slachting valt de last j
op een kind. dat op de gruwelijk-
ste wijze wordt gekrenkt, geeste- j
lijk en lichamelijk geschonden op
groeit tot een oude man van twin
tig jaren, en eindelijk in de do-
denfabriek geofferd wordt. Adem-
berovend is de schildering van
het leven der rechtvaardigen en
vooral van het gedachtenleven
van de laatste, kind, jongen en j
rrtan met zijn ontsporingen en
ogenblikken van verhevenheid.
Na zijn dood schijnt hij voort te j
leven in zijn volk. vervolgd en i
veracht, niet wetend van de heer- j
lijkheid die komen zal, maar met j
de spreuk op de lippen: Hoort Is
raël!, de Eeuwige onze God, de
Eeuwige is één Wie is als Gij.
o barmhartige Vader, en wie kan
op U gelijken?
't Is Oranje, 't blijft Oranje,
door K. Norel. Uitgave G. F.
Callenbach N.V., Nijkerk.
't Is Oranje, 't blijft Oranje is
een werkje, uitgegeven ter gele
genheid van het feit, dat ons land
150 jaar geleden een koninkrijk
werd. Het wil de jeugd bij dit
historische gebeuren betrekken
door een spannend verhaal, dat
zich afspeelt omstreeks het jaar
1813. Verteld wordt over de Fran
se overheersing, de veldtocht
naar Rusland, de aankomst van
Prins Willem in Scheveningen en
het begin van zijn regering als
konirig Willem I. Hoofdpersonen
uit het boekje, 'dat' is ve'rliclit
met illustraties van H. H. Prahl,
zijn kinderen uit een Amster
dams gezin.
ongerust over nieuwe kerkwet inZurich
gaat. Maar dan is het hoofdstuk
uit. Het zou vreemd zijn als Ber
kouwer zijn vorige redenering zo
abrupt zou hebben doorbroken.
En wat zou dan ten slotte het
verschil zijn met de door Ber
kouwer zo scherp afgewezen re
portage? Maar wat is dan voor
Berkouwer het verschil tussen
objectivistische reportage en sub
jectivistische verwachting? Waar
ligt dat tertium dat de gemeente
vandaag in concrete vreze en iu-
bcl en gehoorzaamheid doel
echter dat Berkouwer
zulk een gerichtheid ontkent. Voor
mij is zijn overwinning op het
fundamentalisme dan een Pyr-
rhus-overwinning.
(Van onze kerkredactie)
In het Zwitserse kanton Zü-
rich is een nieuwe wet aange
nomen waarin de subsidie die
aan dc protestantse kerk ge
geven wordt nu ook ter be
schikking komt van de rooms-
katholieke parochies. Deze wet
werd met een meerderheid van
tweederde van het aantal stem
men aangenomen, maar heeft
in bepaalde protestantse krin
gen ongerustheid veroorzaakt.
Zo wordt in het blad van de
radio-uitzendingen van de Neder
lander Wim Malgo, „Mitternachts-
ruf", bezorgdheid uitgesproken
over dc gevolgen die dit besluit
zal hebben voor het protestantse
getuigenis. De schrijver van dn
artikel meent dat in het vervolg
de rooms-katholieke pastoors ten
opzichte van de protestantse pre
dikanten in het voordeel zijn.
Het blad schrijft: „De protes
tantse predikanten worden iedere
zes jaar door de gemeente voor
het eerst of opnieuw gekozen. Dit
feit dwingt hen reeds voor de
verkiezingen plaats vinden, zeer
voorzichtig te zijn in hun uitspra
ken. Dan zullen zij zich nauwe
lijks durven uitspreken voor bij
belse waarheden, die door het
rooms-katholicisme worden ver
draaid.
Daar komt bij dat de huidige
geest op tolerantie is afgestemd
en die gewenste hrrmonie «nag
in geen enkel opzicht verstoord
worden. Daartegenover staat dat
de rooms-katholieke geestelijkheid
door het episcopaat wordt ge- en
verplaatst.
Het gevolg van dit verschil in
beroepingspraktijk is dat de pro
testantse predikant, zijn werk met
terughouding moet doen. omdat
hij bloot staat aan de openbare
kritiek, terwijl de rooms-katnolie-
ke geestelijke, die ook door de
staat wordt betaald, preken kan
wat hij wil. Dit betekent dat °en
kerk die naar geloof. Kerkorde en
traditie van het oorspronkelijke
christendom is afgeweken aan
macht zal winnen, en de predi
king van het Bijbelse evangelie
van Jezus Christus bemoeilijkt zal
worden.
Amerikaans-Russisch overleg inzake Cuba? - Belan
gen van Amerika, Rusland en Cuba lijken samen te
vallen
TN WASHINGTON' doen ge-
1 ruchten de ronde, dat er
tussen dc Verenigde Staten en
dc Sowjetunie besprekingen
gaande zijn ter oplossing van
de Cubaanse kwestie. Zo zou
president Kennedy bepaalde kre
dieten ln het vooruitzicht heb
ben gesteld, als Chroesjtsjef be
reid zou zijn, alle Russische
(roepen en „deskundigen" met
hun uitrusting van Cuba terug
te trekken. De tegenstanders
van dc president, dlc beweren,
dat hij inderdaad een voorstel
van deze strekking aan Chroesj
tsjef heeft gedaan, menen dat
hier sprake Is van een verkie
zingsstunt. Als Kennedy er in
zou slagen, dc verwijdering van
de Russische troepen etc. van
Cuba 1c bewerkstelligen, zouden
zijn kansen om volgend jaar op
nieuw tot president tc «orden
gekozen, wellicht belangrijk
groter worden, zo zeggen ge
noemde tegenstanders.
Geen stunt
Wat dit laatste betreft zouden
we willen opmerken, dat het on
juist zou zUn. het optreden van
een 'president van de Verenigde
Staten in de periode die vooraf
gaat aan nieuwe verkiezingen, al
leen en uitsluitend tegen de
achtergrond van de stembus
strijd te beoordelen. Daar komt
bij. dat het onmogelijk is, op
dit ogenblik uit te maken of een
nu te nemen maatregel aan het
eind van het volgende jaar nog
als een verstandig besluit zal
worden beoordeeld. Zo is het
ook met Cuba het geval en er
is dan ook reden om aan te ne
men, dat Kennedy wat hij
ook ten aanzien van dit pro
bleem onderneemt in de eer
ste plaats het belang van zijn
land en dat van de rest van
Niet xeker
Intussen is het nog helemaal
niet zeker dat Kennedy in
derdaad een soort ruilhandel
met de Sowjetunie heeft voorge
steld. Misschien heeft men in
Washington de klok horen lui
de klepel hangt. Heel waar
schijnlijk is het, dat Kennedy
langs de normale diplomatieke
kanalen pogingen in het werk
stelt om wat de Sowjetunie
en de Verenigde Staten betreft
een definitieve en voor beide
partijen aanvaardbare oplossing
van de Cubaanse kwestie na te
streven. Hij zal daarbij de
draad hebben opgenomen, waar
deze aan het eind van het vorig
jaar is blijven liggen, nadat de
Russische aanvalswapens van
Cuba werden teruggetrokken.
De Verenigde Staten hadden
toegezegd, te garanderen, dat
zij geen invasie op Cuba zouden
ondernemen, als door middel
van een VN-inspectie zou wor
den vastgesteld, dat alle aan
valswapens van het eiland wa
ren verwijderd en alle lanceer-
bases waren vernietigd.
Onveranderd
Tot een dergelijke VN-inspec
tie is het nooit gekomen, omdat
Fidel Castro al dan niet in
overleg met de regering van de
Sowjetunie weigerde er mee
in te stemmen. Dit had tot ge
volg. dat de Verenigde Staten
nadrukkelijk vaststelden, dat zij
nu ook niet bereid waren te ga
randeren, dat zij niet tot een in
vasie tegen Cuba zouden over
gaan. De situatie is op het
ogenblik nog onveranderd: er
bevinden zich nog steeds Russi
sche troepen op het eiland, de
Amerikaanse luchtinspecties vin
den (ongehinderd) voortgang,
maar niemand weet zeker, dat
er geen nieuwe samenzwering te
gen de Ver. Staten op Cuba
wordt voorbereid: aan de ande
re kant behouden de Amerika
nen zich nog altijd het recht
voor, een militaire actie tegen
het eiland te beginnen, als zij
menen, dat hun veiligheid op
nieuw wordt bedreigd.
op Cuba zouden dan ook belang
kunnen hebben bij een definitie
ve oplossing van dit probleem.
De Chinezen
Daar komt nog iets bij. Tij
dens de Cubaanse crisis van vo
rig jaar is duidelijk gebleken,
dat communistisch China pogin
gen in het werk stelt om een
grote dikke vinger in de Cu
baanse pap te krijgen. Het ge
vaar dat van de kant van de
Chinezen dreigde was de voor
naamste aanleiding tot het lang
durige bezoek, dat Mikoyan (die
zich blijkbaar nog steeds in de
gunsten van Chroesjtsjef mag
verheugen) aan Fidel Castro
bracht, toen de Russische te
rugtocht tot grote moeilijkheden
tussen de Sowjetunie en het Cas-
tro-regime had geleid. Blijk
baar heeft Mikoyan dit gevaar
kunnen bezweren. Het bezoek,
dat Fidel Castro later (ter ge
legenheid van de 1 mei-viering)
aan de Sowjetunie bracht, duidt
er wellicht ten overvloede op,
dat het meningsverschil werd
bijgelegd en dat het van de kant
van communistisch China drei
gende gevaar was bezworen.
Dat neemt echter niet weg,
dat het telkens weer om de hoek
kan komen kijken. En het ziet
er naar uit. dat dit laatste thans
heel sterk het geval is.
Castro
Het is langzamerhand een pu
bliek geheim, dat Fidel Castro
zich op Cuba in een alles be
halve benijdenswaardige positie
bevindt. Hij zit klem tussen de
Verenigde Staten, die hem in
economisch opzicht in grote
moeilijkheden hebben gebracht,
aan de ene kant en de commu
nisten op Cuba. die hem het
heft uit handen willen nemen,
aan de andere kant. Zolang Cas
tro nog iets in Havana te ver
tellen heeft, zullen de Chinezen
wellicht geen kans krijgen, de
Russen uit hun positie op Cuba
te verdringen. De Sowjetunie
zou er dus belang bij kunnen
hebben, naar een normalisatie
van de betrekkingen tussen de
Verenigde Staten en het Castro-
regime te streven om te voor
komen. dat de communisten op
Cuba de macht in handen ne-
de Chinese communis-
Normalisatie van die betrek
kingen kan zo zij al mogelijk
is echter pas plaatsvinden,
wanneer alle Russen van Cuba
zijn verdwenen en vaststaat, dat
het eiland niet meer als aan-
valsbasis tegen de Ver. Stalen
kan worden gebruikt.
Geen keus
Merkwaardigerwijs lijken de
belangen van Amerika, Rus
land en het Cuba van Castro
hier samen te vallen.
Een voor de drie partijen
aanvaardbare oplossing zou
moeten neerkomen op een vorm
van neutralisatie van Cuba.
De Sowjetunie heeft er belang
bij, dat zowel de Amerikanen
als de Chinezen van het eiland
af blijven. De Ver. Staten zul
len een regeling toejuichen, die
het de Russen zowel als de Chi
nezen onmogelijk maakt. Cuba
als springplank naar het Weste
lijk halfrond te gebruiken. En
Fidel Castro heeft geen keus:
als hij zijn politieke leven wil
redden kan hij dat alleen nog
bereiken door samen met dc
Russen naar een vergelijk met
de Verenigde Staten te streven.
De mogelijkheden voor een ver
gelijk zijn er dus wel. Het is
slechts de vraag of cr gebruik
van zal worden gemaakt en of
het nog niet te laat is om op
Cuba drastische wijzigingen
door te voeren. Zowel voor Cas
tro en Chroesjtsjef als voor Ken
nedy zal het overigens moeilijk
zijn. een eventueel vergelijk
voor iedereen aannemelijk te
maken.
Pleidooi
Niettemin is het de laatste da
gen opgevallen dat van Russi
sche zijde telkens weer wordt
aangedrongen op hervatting
van de diplomatieke betrekkin
gen tussen de Verenigde Staten
en het Castro-rcgime op Cuba.
De Prawda wijdde cr woensdag
een groot artikel aan, dat blijk
baar afkomstig was van een
vooraanstaande regerings-woord-
voerder. Het pleidooi voor her
vatting van dc relaties ging wel
vergezeld van een waarschu
wing, dat de Sowjetunie altijd
schouder aan schouder zal
staan met het Cubaanse volk ln
zijn strijd om de onafhankelijk
heid te waarborgen, maar dat
boort nu eenmaal bij de taktick
van de communisten. Het is
dan ook met grote belangstelling
dat wc dc komende ontwikke
lingen rondom Cuba zullen vol
gen.