PROTESTANTEN Een PYRRHUS-OVERWINNING Terugkeer in Toradjaland b""isch°'' ZAG HOE KERK MASSAAL GEGROEID WAS VOOR U GELEZEN DEZE WEEK IN EEN WOELIGE WERELD ZONDAGSBLAD ZATERDAG 14 SEPTEMBER 196S KRACHT GODS Bloed en tranen hebben het evangelie in Toradjaland niet kunnen stuiten. De aloude ge schiedenis van de geboorte van een kerk uit zorgen en smar ten heeft zich herhaald. Waar om schijnt het evangelie het snelst te groeien tegen druk en verdrukking in? Wij zoeken in onze dagen verbeten naar nieuwe evange lisatiemethoden. Wij houden Uigenlange conferenties over de vraag hoe wij het evangelie het beste in de taal van onze tijd kunnen vertalen. Wij be denken nieuwe vormen van apostolaat. We roepen de psy chologie. de sociologie, en de anthropolie te hulp en komen tot de conclusie dat we toch maar met moeite behouden wat we hebben Dc Toradja's hadden geen vormingscentra, geen evange- l'.;atiepredikanten. geen evan- gehsatieouderlingen of evange- Jisatieteams. De Toradja s be iegden geen evangelisatiebij- ^entomsten en organiseerden Ifeen gesprekskringen. Maar in rauwelijks tien jaar groeide de Toradjakerk met bijna 300 procent. Het geheim ligt in een woord oat ds. D. J. van Dijk eens hoorde uitroepen: ..Mensen die zo kunnen sterven..." In To radjaland werd het evangelie vertaald, niet in de moderne woorden van deze tijd. maar beleefd als in een kracht Gods. Toen de Toradja's zo diep in de put zaten dat zij omhoog moesten reiken om de bodem aan te raken, bleek dat noch de heidense afgoden, noch het mohammedaanse fatalisme een antwoord had. Toen werd in eens bewaarheid wat de psal mist schreef: ..Hij trok mij op uit de kuil van het verderf, uit het slijk van de modder poel. Hij stelde mijn voeten op een rots." Voor deze men sen werd het evangelie meer dan eer. leer. meer dan een ge loof. het werd een kracht Gods tot behoud. Speelman ttWl< vertolkte 4 (Van onze kerkredactie) De Toradjakerk is haar Nederlandse zende lingen nog niet vergeten. Dat bleek in de af gelopen weken tijdens het bezoek van dominee en mevrouw D. J. van Dijk. Duizenden gelovi gen kwamen met stralende gezichten hun de hand drukken. Ze overstelpten hen met hun vragen en problemen. En duizenden malen klonk het: ,,Wat zijn wij blij". Die woorden klonken ook uit de mond van de eenvoudige Toradja-weduwe toen mevrouw Van Dijk' haar in haar kamponghuis opkocht. Ze holde naar bulten en kwam even later met een speelman terug, die onder het huis haar blijdschap op zijn muziekinstrument moest ver tolken. Eerlijk zeiden deze heidenen toen tegen hem: ..Mensen die zo kun nen sterven, bezitten iets". Velen zijn in de ontzettende ja ren die volgden gestorven. De Daroel Islam teisterde dit gebied. Deze mohammedaanse beweging van super-nationalisme streed een strijd niet slechts tegen de Indo nesische regering maar ook te gen het geloof en tegen de kerk. Bloed vloeide, maar de plaats van iedere gelovige werd door tien ingenomen. anderen ion Dijk Er werden herinneringen opge haald uit het verleden. De Torad- ja-kerk is nog niet oud. Het is precies vijftig jaar geleden dat zendeling A. A. van de Loos- drecht dat gebied betrad. Vier jaar later werd hij vermoord, maar ook zijn bloed was het zaad van de kerk. Niet alleen zijn bloed werd vergoten, ook in de afgelopen tientallen jaren heeft het bloed van gelovigen gevloeid. Maar moord gn doodslag hebben er het evangelie niet kunnen te genhouden. Ds. Van Dijk en zijn vrouw kwamen in 1927 in dit gebied. Zij hebben daar de eerste grotere overgangen tot het christelijk ge loof meegemaakt. In hun herin nering leeft nog de dienst waar in 350 mensen werden gedoopt. Ze hebben daar beleefd hoe in die jaren overal in de kampongs de kleine christelijke kernen ontston den: hoe jonge gelovigen het moeilijk te verduren kregen in de heidense en vaak zeer vijandelij ke omgeving. Maar nu is deze zendeling-predikant blij dat toen werd beslist deze christenen met uit hun omgeving weg te halen en in christelijke „getto's" on der te brengen. Dat besluit, in dertijd genomen door de Gere formeerde Zendingsbond en de Toradjagelovigen heeft vrucht ge dragen. want deze kerk is on danks strijd en moeilijkheden, on danks veel lijden een zoutend zout geworden. Donkere wolken Japanse tijd in een concentratie kamp doorgebracht. Maar zij smaakten tevens het geluk om weer terug te mogen keren. Maar de blijdschap van die terugkeer toen werd reeds getemperd door de donkere wolken die ds. Van Dijk boven deze kerk zag hangen, wolken die hun zware last In het nabije verleden ook Inderdaad hebben uitgestort. Nog eer deze zendingspredikant met zijn gezin naar Nederland te rugkeerde (19501 zag hij reeds iets van het genadelicht achter die donkere wolken. Hij maakte van nabij mee hoe een van de kerkelijke leiders van de Torad ja's vermoord werd. maar hij zag toen ook de tientallen mensen naar zich toe komen die meer wilden weten van het evangelie. Massale groei Deze kerk. die reeds na 34 jaar zendingsarbeid in 1947 zelfstandig werd, telde ln 1950 rond 60.000 leden. Juist in de tijd dat de Gereformeerde Zendingsbond wei nig werk kon verzetten, en geen nieuwe mensen meer kon sturen, volgde de enorme groei. De To- radja-kerk in het gebied waar de G.Z.B. mocht werken telt nu 170.000 leden. En met de door braak van het evangelie is ook de rust teruggekeerd in dit To- radjagebled. Zo i blij i Berkhof antwoordt Berkouwer (Van c kerkredactie) Het nieuwste boek van prof. dr. G. C. Berkouwer over de weder komst, waarin hij vooral aan dacht schenkt aan de tekenen der tijden (enige weken geleden door ons besproken), bevatte een con frontatie met wat de hervormde hoogleraar prof. dr. H. Berkhof over deze dingen geschreven heeft. Nu heeft op zijn beurt Berkhof Berkouwer beantwoord in een uitvoerig artikel in het blad „In de waagschaal". Prof. Berkhof komt tot dc conclusie dat van het fundamentalistisch bij bellezen dat voor enkele decennia nog zo'n g'rotc invloed had in de Gereformeerde Kerken hier „geen spoor meer over is." Berkhof vreest echter dat Berkouwer in dit opzicht te ver is doorgescho ten. „Hij heeft het mes zo krach tig in allerlei woekeringen gezet dat hij ïn.i. ook edele delen heeft geraakt." In het slot van zijn be spreking schrijft prof. Berkhof zelfs: „Voor mij is zijn overwin ning op het fundamentalisme dan een Pyrrhus-overwlnnlng." Prof. Berkhof begint met een vraag aan Berkouwer. Hij wil we ten ..hoe hij zo zeker weet dat de heilsopenbaring elk element van mededeling aangaande een binnenhistorische ontwikkeling uit sluit?" Prof. Berkouwer erkent volgens Berkhof wel mededelin- éen aangaande het verleden (b.v. hristus' kruis en opstanding), ook aangaande de eeuwige toe komst (b.v. wederkomst en op standing der doden): maar niet aangaande de geschiedenis die zich uitstrekt van het eerste naar het tweede." Prof. Berkhof vraagt zich af „Waarom niet?" en kon geen antwoord op die vraag vin- voor het fundamentalisme iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiii Reportage schrijft over de tekenen der tij den die geen reportage zijn vol gens hem van toekomstige ge beurtenissen, in wezen overblijft? Berkhof gaat akkoord met de ge dachte dat overal waar het evan gelie optreedt de tekenen optre den. Maar, vraagt hij, zit er geen voortgang geen groei in? Mogen we niet principieel meer ver wachten dan de geschiedenis na Christus tot nu toe te zien gat Berkhof vraagt dan in dit ver band: „Waarom maakt Berkou wer ons dan ook niet concreter en existentiëler duidelijk dat Openbaringen 20 zich vandaag voltrekt en de antichrist (die vol gens Berkouwer geen historische figuur is, maar in vele vormen nu reeds optreedt-red.) zich van daag met wonderen en tekenen in de tempel Gods zet? Ik dacht dat dit ook voor Berkouwer een te zware opgave zou zijn. Hij komt er één keer op, nl. bij het tot jaloersheid verwekken van Is rael. waarvan hij helaas moet zeggen hoezeer het in de loop der eeuwen ontbroken heeft. Maar moet een dogmatiek die toch de verkondiging wil dienen, dan niet veel dieper ingaan op die bewuste of onbewuste, in elk geval schul dige weigering der kerk om bij de tekenen van het Rijk te le- Prof. Berkhof schrijft dat hij de oplossing van Berkouwer te abstract vindt en te weinig over eenkomend met de concreetheid en de ernst waarmee het Nieuwe Testament bij de tekenen leeft. Maar juist daarom Israel van Berkouwer ten opzichte van de toekomst van Israël. Het gaat daarbij om de trouw Gods. zoals deze verkondigd wordt in Romei nen 11. In dit verband beroept prof. Berkhof zich tegen prof. Berkouwer op vroegere geschrif ten van Berkouwer zelf. Hij vat een bepaalde uitspraak van de gereformeerde hoogleraar samen aat „geloof mag geloven dat Gods belofte ook mijn geloof omvat." Zo heeft althans Berkhof de doopsuitspraak der Gereformeer de Kerken in 1946 begrepen. Maar zo wil Berkhof ook de beloften der profeten voor Israël en het ..onberouwelijk" van Paulus in Romeinen 11 verstaan. Maar de toekomstige bekering van Israël blijft volgens Berkhof bij Berkouwer een (voor hem niet duidelijke) vorm van het hier-en- nu. Het moeilijkste, meent hij dat Berkouwer het heeft met die ver wachting als het gaat om de be lofte van God. waarover Romei nen 11 spreekt. Prof. Berkhof schrijft: „Als hier geen reportage is over de toekeer van Israël, wat is die ver wachting van Paulus dan wel? Het is de verwachting, dat die toekeer nu „kan" plaats hebben (volgens Berkouwer). Maar bij Paulus gaat het niet om .kunnen", doch om „zullen". Wordt daarmee de „verwachting" waarmee Berkouwer opereert niet (zoals hij zelf oppert) „ge minimaliseerd tot een subjectieve verwachting, die voor ons geen betekenis heeft"? Neen. zegt Ber kouwer met klem. „want al wat hier tot ons doorklinkt, concen treert zich in de blijvende actu aliteit van de naijver als schakel in het heilshistorisch handelen DE twee bekendste Neder landse theologen (zowel in binnen- als buitenland), dc ge reformeerde prof. dr. G. C. Berkouwer en de hervormde prof. dr. H. Berkhof zijn met elkaar in gesprek. Het begon met het boek in de „Dogmatische Studiën". „Wederkomst II", waarin prof. Berkouwer inging op be- Saaide gedachten van prof. dr. Berkhof, vooral over de toe komst van Israël, het duizend jarig rijk, de antichrist e.d. Toen wij het boek enige we ken geleden bespraken schre ven wij reeds dat dit meer dan enig boek van Berkouwer bij velen en zeker buiten de Gereformeerde Kerken vra gen zal oproepen. Prof. Berkhof heeft nu vele van deze vragen opgesteld in een bespreking die hij aan het boek wijdt in het blad „In de weegschaal". Het gaat hier, menen wij, om meer dan een verschil van inzicht tussen twee theologen van naam. Op de achtergrond van de theologische discussie staat de vraag hoe wij de bij bel als Woord van God lezen en mogen lezen. Hoewel een dagblad niet de aangewezen plaats is voor de bespreking van een confronta tie van theologische inzichten, menen wij toch dat dit gesprek tussen dc twee grote „B" s van de Nederlandse theologie zo belangrijk is dat wij er niet aan voorbij mogen gaan. Synode van God: Betekent dit (zie het woord ..schakel") dat Israël toch niet alleen kan, maar zal aange nomen worden? Op de volgende bladzijde gaat het er even op lijken, als de ver wachting gefundeerd wordt in een genade van God die de correlatie van zoeken en vinden te boven zijn toen van 19—22 juli het feit herdacht werd dat vijftig jaar ge leden-het evangelie in dit gebied voor het eerst gepredikt werd. Maar de blijdschap werd nog gro ter toen de Toradja's hoorden dat hun „oude" zendingsvader. ds. Van Dijk een visum had gekre gen om het jubileum in Rante- Pao bij te wonen. Maar toen. zon der dat mevrouw Van Dijk het wist, vrienden uit de gemeenten die zij samen met haar man had gediend in Nederland de hoofden bij elkaar staken en het geld bij een brachten om ook haar de reis naar Toradja-land mee te laten maken, kende de vreugde onder de Toradja's helemaal geen gren- Het jubileum werd groots ge vierd. De 28 classes hadden om de oudste kerk ieder een eigen onderkomen in typische Toradja- stijl gebouwd. Ze waren in dui- Een week later (van 29 juli tot 3 augustus) kwam de synode van deze kerk bijeen. Het was de ne gende van deze jonge kerk, die bewezen heeft werkelijk op eigen benen te kunnen staan. Maar juist deze negende synode greep de kans aan om ds. Van Dijk, die het hoofdbestuur van de Ge reformeerde Zendingsbond verte genwoordigde, een verlanglijstje voor te leggen. Er is een geweldig tekort aan predikanten. De behoefte aan een theologische school wordt met de dag groter. En zo viel het be sluit om samen met de Toradja kerk van Mamasa, ontstaan door het zendingswerk van de Christe lijke Gereformeerde Kerken, een theologische school te stichten. Voor deze school vraagt de sy node uit Nederland hulp. De Ge reformeerde Zendingsbond werd gevraagd om twee docenten (of meer) beschikbaar te stellen. Tevens werd gevraagd of er geen studentenpredikant kan wor den gezonden die zich in Makas sar kan vestigen en ook werd met nadruk gevraagd om een leraar voor net nijverheidsonderwijs. Te vens zullen de Christelijke Gere formeerde Kerken gevraagd wor den om zo mogelijk twee docen ten te zenden. De nieuive school, die dus de toekomstige predikanten zal op leiden van zowel de Mamasa- als de Rante Pao-Toradjakerk zal be ginnen als een middelbare theo logische opleiding, maar gehoopt wordt dat deze reeds binnen en kele jaren kan uitgroeien tot een theologische hogeschool. Ook de Toradja's zelf zullen hun docenten leveren. De eis geldt dat het aan tal eigen docenten in Indonesië groter is dan het aantal uitheem se. Ds. Van Dijk dacht wel dat deze mensen te vinden zijn. In de jaren 1946 tot 1950 heeft prof. S. van der Linde een cursus ge geven en die heeft eminente krachten voor de kerk opgeleverd. Kweekschool Maar ook besloot de synode de mogelijkheid te onderzoeken of de kweekschool van Salatiga een af deling kan vestigen in dit gebied, omdat er ook een grote behoefte is aan onderwijskrachten. Er is reeds een goede school om dorps onderwijzers op te leiden, maar er moeten nu leraren komen voor de middelbare opleidingen. Juist in deze tijd van geweldige groei is een goede opleiding van zowel predikanten als leraren een absolute noodzaak. Anders dreigt het gevaar dat er aan diepte ver loren gaat, wat aan de breedte wordt gewonnen. Het werd ons in ons gesprek met dominee en me vrouw Van Dijk wel duidelijk dat zij straks in de vergadering van het hoofdbestuur van de G.Z.B. goede pleitbezorgers zullen zijn voor de Toradja-kerk. Maar de beslissing van het hoofdbestuur zal uiteindelijk afhankelijk zijn van het meeleven van de Neder landse gelovigen. Opnieuw wordt hun een verantwoordelijkheid op gelegd. Herhaaldelijk werd ds. Van Dijk gevraagd om te blijven. „Wij hebben uw raad zo nodig," klonk het telkens weer. Ouderen die zij nog kenden, maar ook jongeren die ze nog nimmer ontmoet had den, kwamen vragen om advies. „Hoe moeten we dit doen? Wat raadt u ons aan in dat opzicht..." Dc Toradja's hebben een geheel eigen bouwstijl, en zo hebben hun kerken ook eigen vormen gekregen die bijzonder aantrekkelijk zijn, zoals van dit kerkje. Dergelijke gebouwen plaatsen de 28 classes van de jubilerende kerk in Rante Pao toen daar hel vijftig jarig beslaan feestelijk werd herdacht. Te oud om nóg jaren als advi seur terug te gaan. Het is even wei duidelijk dat dere jonge kerk geholpen wil en daarom ook moet De laatste der rechtvaardigen, door Schwartz-Bart. Oorspron- kelijke titel Le Dernier des jus- tes. Vertaling Jean A. Scliale- kamp. Omslag Dick Bruna. Uit gave A. W- Bruna Sc Zoon, Utrecht. Dit boek is een der opmerke lijke verschijnselen in de wereld literatuur, ook zonder de bekro ning met de Goncourt-prijs in 1959, en het zal als klassiek werk zijn plaats behouden. Ondanks al het vele. dat hier over in de loop van enkele jaren geschreven is. kan men niet vol staan met de aankondiging van deze vertaling en de vertaler de beste lof voor een vertaler te ge ven: Dat men hem niet merkt. Het boek stelt immers het ac tuele en schrijnende vraagstuk van jood en christen aan de orde. Hoe ziet de jood de christen, die toch immers een leesbare brief van Christus moet zijn? Dit boek geeft hierop een antwoord, dat verschrikt. Schrijft de Bijbel dat de jood een deksel op het aange zicht heeft als het volle licht van Christus op hem valt. hier heeft de christenheid een deksel op het hart. Zal beider verblindheid dan pas wegvallen als de volheid der heidenen binnengaat en gans Is raël zal behouden worden? Geluk kig zijn er bij de christenen teke- neil van ontwaken. Gelukkig heb ben in Nederland christenen ge vochten en hun leven gegeven voor de joden. Maar men moet zich niet verbazen, dat de schrijver tengevolge van het diepe leed van eeuwen en het felst in de oorlog slechts een vertekend beeld heeft gelezen in „brieven" waarvan de handtekening vervalst was. De rechtvaardigen in dit boek zijn mensen die volgens de opvat tingen van het ghetto-volk van Oost-Europa de zonden moeten dragen als het lam ter slachting j van Jesaja 53. uitverkorenen. Na i eeuwen van slachting valt de last j op een kind. dat op de gruwelijk- ste wijze wordt gekrenkt, geeste- j lijk en lichamelijk geschonden op groeit tot een oude man van twin tig jaren, en eindelijk in de do- denfabriek geofferd wordt. Adem- berovend is de schildering van het leven der rechtvaardigen en vooral van het gedachtenleven van de laatste, kind, jongen en j rrtan met zijn ontsporingen en ogenblikken van verhevenheid. Na zijn dood schijnt hij voort te j leven in zijn volk. vervolgd en i veracht, niet wetend van de heer- j lijkheid die komen zal, maar met j de spreuk op de lippen: Hoort Is raël!, de Eeuwige onze God, de Eeuwige is één Wie is als Gij. o barmhartige Vader, en wie kan op U gelijken? 't Is Oranje, 't blijft Oranje, door K. Norel. Uitgave G. F. Callenbach N.V., Nijkerk. 't Is Oranje, 't blijft Oranje is een werkje, uitgegeven ter gele genheid van het feit, dat ons land 150 jaar geleden een koninkrijk werd. Het wil de jeugd bij dit historische gebeuren betrekken door een spannend verhaal, dat zich afspeelt omstreeks het jaar 1813. Verteld wordt over de Fran se overheersing, de veldtocht naar Rusland, de aankomst van Prins Willem in Scheveningen en het begin van zijn regering als konirig Willem I. Hoofdpersonen uit het boekje, 'dat' is ve'rliclit met illustraties van H. H. Prahl, zijn kinderen uit een Amster dams gezin. ongerust over nieuwe kerkwet inZurich gaat. Maar dan is het hoofdstuk uit. Het zou vreemd zijn als Ber kouwer zijn vorige redenering zo abrupt zou hebben doorbroken. En wat zou dan ten slotte het verschil zijn met de door Ber kouwer zo scherp afgewezen re portage? Maar wat is dan voor Berkouwer het verschil tussen objectivistische reportage en sub jectivistische verwachting? Waar ligt dat tertium dat de gemeente vandaag in concrete vreze en iu- bcl en gehoorzaamheid doel echter dat Berkouwer zulk een gerichtheid ontkent. Voor mij is zijn overwinning op het fundamentalisme dan een Pyr- rhus-overwinning. (Van onze kerkredactie) In het Zwitserse kanton Zü- rich is een nieuwe wet aange nomen waarin de subsidie die aan dc protestantse kerk ge geven wordt nu ook ter be schikking komt van de rooms- katholieke parochies. Deze wet werd met een meerderheid van tweederde van het aantal stem men aangenomen, maar heeft in bepaalde protestantse krin gen ongerustheid veroorzaakt. Zo wordt in het blad van de radio-uitzendingen van de Neder lander Wim Malgo, „Mitternachts- ruf", bezorgdheid uitgesproken over dc gevolgen die dit besluit zal hebben voor het protestantse getuigenis. De schrijver van dn artikel meent dat in het vervolg de rooms-katholieke pastoors ten opzichte van de protestantse pre dikanten in het voordeel zijn. Het blad schrijft: „De protes tantse predikanten worden iedere zes jaar door de gemeente voor het eerst of opnieuw gekozen. Dit feit dwingt hen reeds voor de verkiezingen plaats vinden, zeer voorzichtig te zijn in hun uitspra ken. Dan zullen zij zich nauwe lijks durven uitspreken voor bij belse waarheden, die door het rooms-katholicisme worden ver draaid. Daar komt bij dat de huidige geest op tolerantie is afgestemd en die gewenste hrrmonie «nag in geen enkel opzicht verstoord worden. Daartegenover staat dat de rooms-katholieke geestelijkheid door het episcopaat wordt ge- en verplaatst. Het gevolg van dit verschil in beroepingspraktijk is dat de pro testantse predikant, zijn werk met terughouding moet doen. omdat hij bloot staat aan de openbare kritiek, terwijl de rooms-katnolie- ke geestelijke, die ook door de staat wordt betaald, preken kan wat hij wil. Dit betekent dat °en kerk die naar geloof. Kerkorde en traditie van het oorspronkelijke christendom is afgeweken aan macht zal winnen, en de predi king van het Bijbelse evangelie van Jezus Christus bemoeilijkt zal worden. Amerikaans-Russisch overleg inzake Cuba? - Belan gen van Amerika, Rusland en Cuba lijken samen te vallen TN WASHINGTON' doen ge- 1 ruchten de ronde, dat er tussen dc Verenigde Staten en dc Sowjetunie besprekingen gaande zijn ter oplossing van de Cubaanse kwestie. Zo zou president Kennedy bepaalde kre dieten ln het vooruitzicht heb ben gesteld, als Chroesjtsjef be reid zou zijn, alle Russische (roepen en „deskundigen" met hun uitrusting van Cuba terug te trekken. De tegenstanders van dc president, dlc beweren, dat hij inderdaad een voorstel van deze strekking aan Chroesj tsjef heeft gedaan, menen dat hier sprake Is van een verkie zingsstunt. Als Kennedy er in zou slagen, dc verwijdering van de Russische troepen etc. van Cuba 1c bewerkstelligen, zouden zijn kansen om volgend jaar op nieuw tot president tc «orden gekozen, wellicht belangrijk groter worden, zo zeggen ge noemde tegenstanders. Geen stunt Wat dit laatste betreft zouden we willen opmerken, dat het on juist zou zUn. het optreden van een 'president van de Verenigde Staten in de periode die vooraf gaat aan nieuwe verkiezingen, al leen en uitsluitend tegen de achtergrond van de stembus strijd te beoordelen. Daar komt bij. dat het onmogelijk is, op dit ogenblik uit te maken of een nu te nemen maatregel aan het eind van het volgende jaar nog als een verstandig besluit zal worden beoordeeld. Zo is het ook met Cuba het geval en er is dan ook reden om aan te ne men, dat Kennedy wat hij ook ten aanzien van dit pro bleem onderneemt in de eer ste plaats het belang van zijn land en dat van de rest van Niet xeker Intussen is het nog helemaal niet zeker dat Kennedy in derdaad een soort ruilhandel met de Sowjetunie heeft voorge steld. Misschien heeft men in Washington de klok horen lui de klepel hangt. Heel waar schijnlijk is het, dat Kennedy langs de normale diplomatieke kanalen pogingen in het werk stelt om wat de Sowjetunie en de Verenigde Staten betreft een definitieve en voor beide partijen aanvaardbare oplossing van de Cubaanse kwestie na te streven. Hij zal daarbij de draad hebben opgenomen, waar deze aan het eind van het vorig jaar is blijven liggen, nadat de Russische aanvalswapens van Cuba werden teruggetrokken. De Verenigde Staten hadden toegezegd, te garanderen, dat zij geen invasie op Cuba zouden ondernemen, als door middel van een VN-inspectie zou wor den vastgesteld, dat alle aan valswapens van het eiland wa ren verwijderd en alle lanceer- bases waren vernietigd. Onveranderd Tot een dergelijke VN-inspec tie is het nooit gekomen, omdat Fidel Castro al dan niet in overleg met de regering van de Sowjetunie weigerde er mee in te stemmen. Dit had tot ge volg. dat de Verenigde Staten nadrukkelijk vaststelden, dat zij nu ook niet bereid waren te ga randeren, dat zij niet tot een in vasie tegen Cuba zouden over gaan. De situatie is op het ogenblik nog onveranderd: er bevinden zich nog steeds Russi sche troepen op het eiland, de Amerikaanse luchtinspecties vin den (ongehinderd) voortgang, maar niemand weet zeker, dat er geen nieuwe samenzwering te gen de Ver. Staten op Cuba wordt voorbereid: aan de ande re kant behouden de Amerika nen zich nog altijd het recht voor, een militaire actie tegen het eiland te beginnen, als zij menen, dat hun veiligheid op nieuw wordt bedreigd. op Cuba zouden dan ook belang kunnen hebben bij een definitie ve oplossing van dit probleem. De Chinezen Daar komt nog iets bij. Tij dens de Cubaanse crisis van vo rig jaar is duidelijk gebleken, dat communistisch China pogin gen in het werk stelt om een grote dikke vinger in de Cu baanse pap te krijgen. Het ge vaar dat van de kant van de Chinezen dreigde was de voor naamste aanleiding tot het lang durige bezoek, dat Mikoyan (die zich blijkbaar nog steeds in de gunsten van Chroesjtsjef mag verheugen) aan Fidel Castro bracht, toen de Russische te rugtocht tot grote moeilijkheden tussen de Sowjetunie en het Cas- tro-regime had geleid. Blijk baar heeft Mikoyan dit gevaar kunnen bezweren. Het bezoek, dat Fidel Castro later (ter ge legenheid van de 1 mei-viering) aan de Sowjetunie bracht, duidt er wellicht ten overvloede op, dat het meningsverschil werd bijgelegd en dat het van de kant van communistisch China drei gende gevaar was bezworen. Dat neemt echter niet weg, dat het telkens weer om de hoek kan komen kijken. En het ziet er naar uit. dat dit laatste thans heel sterk het geval is. Castro Het is langzamerhand een pu bliek geheim, dat Fidel Castro zich op Cuba in een alles be halve benijdenswaardige positie bevindt. Hij zit klem tussen de Verenigde Staten, die hem in economisch opzicht in grote moeilijkheden hebben gebracht, aan de ene kant en de commu nisten op Cuba. die hem het heft uit handen willen nemen, aan de andere kant. Zolang Cas tro nog iets in Havana te ver tellen heeft, zullen de Chinezen wellicht geen kans krijgen, de Russen uit hun positie op Cuba te verdringen. De Sowjetunie zou er dus belang bij kunnen hebben, naar een normalisatie van de betrekkingen tussen de Verenigde Staten en het Castro- regime te streven om te voor komen. dat de communisten op Cuba de macht in handen ne- de Chinese communis- Normalisatie van die betrek kingen kan zo zij al mogelijk is echter pas plaatsvinden, wanneer alle Russen van Cuba zijn verdwenen en vaststaat, dat het eiland niet meer als aan- valsbasis tegen de Ver. Stalen kan worden gebruikt. Geen keus Merkwaardigerwijs lijken de belangen van Amerika, Rus land en het Cuba van Castro hier samen te vallen. Een voor de drie partijen aanvaardbare oplossing zou moeten neerkomen op een vorm van neutralisatie van Cuba. De Sowjetunie heeft er belang bij, dat zowel de Amerikanen als de Chinezen van het eiland af blijven. De Ver. Staten zul len een regeling toejuichen, die het de Russen zowel als de Chi nezen onmogelijk maakt. Cuba als springplank naar het Weste lijk halfrond te gebruiken. En Fidel Castro heeft geen keus: als hij zijn politieke leven wil redden kan hij dat alleen nog bereiken door samen met dc Russen naar een vergelijk met de Verenigde Staten te streven. De mogelijkheden voor een ver gelijk zijn er dus wel. Het is slechts de vraag of cr gebruik van zal worden gemaakt en of het nog niet te laat is om op Cuba drastische wijzigingen door te voeren. Zowel voor Cas tro en Chroesjtsjef als voor Ken nedy zal het overigens moeilijk zijn. een eventueel vergelijk voor iedereen aannemelijk te maken. Pleidooi Niettemin is het de laatste da gen opgevallen dat van Russi sche zijde telkens weer wordt aangedrongen op hervatting van de diplomatieke betrekkin gen tussen de Verenigde Staten en het Castro-rcgime op Cuba. De Prawda wijdde cr woensdag een groot artikel aan, dat blijk baar afkomstig was van een vooraanstaande regerings-woord- voerder. Het pleidooi voor her vatting van dc relaties ging wel vergezeld van een waarschu wing, dat de Sowjetunie altijd schouder aan schouder zal staan met het Cubaanse volk ln zijn strijd om de onafhankelijk heid te waarborgen, maar dat boort nu eenmaal bij de taktick van de communisten. Het is dan ook met grote belangstelling dat wc dc komende ontwikke lingen rondom Cuba zullen vol gen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1963 | | pagina 14