MET SYLVIA NAAR DE AAPJES X7A/ Van orgelconcert tot groot vuurwerk in Katwijk NIEUWE LEIDSE COURANT 4 MAANDAG 12 AUGUSTUS 1963 toen heb ik een pannekoek gegeten en frietjes en er was een meneer die me de hele tijd zat te tekenen. Ik zag het heus wel hoor, want hij keek de hele tijd naar me en toen vroeg ik„Mag ik mezelf eens zien maar toen zei hij: „Wacht maar tot maandag, dan kom je in de krant". En nou ben ik zo benieuwd en ik heb zo'n fijne dag gehad". Dat was het commentaar van de zevenjarige Sylvia, na een dagje Wassenaars Dierenpark. 's Ochtends om half elf halen we haar af en opgewonden rent ze heen en weer op zoek naar haar rode jasje voor als het koud wordt. Nog een beetje verlegen zit ze stilletjes op de achterbank van de auto, haar plooirokje keurig over haar knietjes en in haar nog schone handjes een grote reep chocola. Als we ergens eerst nog even wat gaan drinken, zij een flesje limonade en wij een kop je koffie, ontdooit ze echter al. De overgebleven cake voert ze aan een paar agressieve mussen en als ze een klodder slagroom op haar rokje morst kijkt ze angstig naar me op en haalt uit haar broekspijpje een zakdoek met poppetjes erop, die ze aan mij geeft. Gelukkig is er na af loop van myn ijverig gepoets geen vlekje meer te zien. „Hè, gelukkig is het er af, anders had ik nu al een vuile rok gehad en dat zou wel een beetje jammer zijn hè lk wil het eerst naar de ijsberen en ik ben wel eens in de dierentuin ge weest hoor, met mama en papa en m'n broertjes en ik ga graag naar de dierentuin, maar niet te vaak, want dan vind je er niets meer aan. Gaan we nou?" yPE wordt ongeduldig en dus stap- pen we op. Weldra staan we in de rij voor het Dierenpark. Om ons heen schreeuwen kinderen. Een man in een vuil-paarse bloes rent over het parkeerterrein heen en weer om nog een paar gaatjes te vinden voor binnenrijdende wagens, Het is pas elf uur en nu is de par keerplaats al bijna vol. Een paar kleuters roepen en haastig tilt een huisvader met vakantie een kinder wagen over het hekje. Dan kunnen we naar binnen en gelijk voel ik een klein knuistje in mijn hand en een vertrouwelijk stemmetje babbelt over allerlei „héél erg belangrijke" din gen. Achter ons loopt Karei Links, het potlood extra scherp geslepen. Het is nog koel en de bomen zien er fris uit. Het bladerdak werpt een brede baan schaduw over de paden. Het eerst blijven we stilstaan bij de leeuwen. „De leeuwen vind ik het liefst om dat ze zo mooi zijn. Kijk die es, die heeft een bende haren op zijn kop. O, noem je dat manen. Mooie ma nen, hè. Dag leeuw, dag lieve leeuw, daaaagl. Hij kijkt niet eens, zie je dat. Ik denk dat hij nog slaapt. Langslaper! O, kijk daar eens, daar staan een ten we geduldig op de uitsmijters voor ons en de pannekoek voor Syl via. Daar komen ze al aan, maar de dienster heeft Sylvia's pannekoek vergeten en zegt lachend „Nou, wacht maar even, dan kryg je een extra grote." „Wanneer komt die pannekoek nou Om half drie zeker. Dan ga ik maar apenootjes naar de visjes kei len, hahahahahao, mag dat niet. Nou, dan niet. Pannekoek, waar blijf je, pannekoek, waar blijf je nou Hé, visje met je gele buik je, wij kennen elkaar al. Hebben wij elkaar niet eens eerder ontmoet Wat eet jij veel, kan jij wel zo veel op Ik kan ook best een pannekoek op. Ha, daar komt 'ie al. Lekker. Vóór haar een goudgele panne- -koek. Samen rollen we hem op en met haar vork en mes snijdt ze er enorme stukken af. Haar wangen puilen en voor haar bestaat niets meer dan dat goudgele geval. Kruimeltjes zitten rond haar mondhoeken en haar neusje glimt van genoegen, maar nog meer van het vet, dat ook vastplakt op haar kinnetje. Op dat ogenblik is haar leventje volmaakt. Toch laat ze een stukje liggen. Dé pannekoek was wel erg groot. Met een diepe zucht veegt ze haar gezichtje af. Ze doet alsof ze niets merkt, maar heeft best in de gaten dat Karei Links haar zit te tekenen. Ze zit prima model. TAAN stappen we op en gaan naar de speeltuin, waar ze toch eigenlijk het liefst van alles heen gaat. Eventjes als we de speeltuin binnenkomen, kijkt ze verbijsterd rond, erg klein temidden van al dat lawaai rond haar heen. Maar al gauw vermant ze zich en maakt zich mees ter van een schommel. „Nee, ik wil niet op de draai molen, ik wil eigenlijk alleen maar schommelen. Gaat fijn, hè O, daar is nog een veel grotere, maar ik moet even wachten tot dat meisje klaar is. Dank je wel. Nee ik wil liever helemaal alleen schommelen, maar jij mag zo ook wel eventjes. en der is niet eens zo'n hie. zo'n dingesbeest. Kijk es, daar is een sloot, zal ik daar maar eventjes in springen Hahahaha, ik heb niet eens een badpak bij me en ik kan ook nog niet zwemmen. Maar ik kan wel goed lezen en ik heb een zes heleboel mensen. Zullen we daar even heengaan. O, daar zijn hena's, dat staat op het bordje. O, zijn het hieieëna's. A joh, ik zie niks, het hok is leeg, ik denk dat zij ook sla pen. Iedereen slaapt hier en die gek ke mensen ook, want ze kijken maar „Dan moet je die min maar eens wegwerken, zeggen wij pedagogisch, maar het snuitje betrekt en dus stel ik haar gerust door te zeggen dat ik heel erg slecht kon rekenen. Triom fantelijk stelt ze vast dat zij een ze ven heeft voor rekenen. TAAN zien wij een stalletje waar op staat: „Voeder voor de die ren" en met een kwartje in de hand geklemd gaat ze naar het tentje en wacht voorbeeldig op haar beurt. Haast devoot ontvangt ze een grote bruine puntzak, die, als hij wordt opengemaakt, pinda's blijkt te be vatten. Eigenlijk lust ze zelf ook pin da's, maar ze beheerst zich, en vouwt de zak weer netjes dicht. Hièrop hebben de dieren recht en direct gaan we dan ook naar de apen. Vóór de kooien is het zoals gewoonlijk weer een enorme druk te. Reeds nu zijn de dieren verza digd, want voor apen is het publiek meestal erg gul. Goedige pa's, gie chelende ma's, joelende kinderen en jongens met hun vriendinnetjes ver dringen zich voor de tralies, waar achter de apen laconiek rondsprin gen of grijnzend zitten te loeren. Ze talen echter niet naar de pinda's die Sylvia, toch wel een beetje angstig, door de tralies heen gooit. Misschien hebben ze in hun leven al te veel apenootjes gehad. Een kleintje schuilt weg aan de borst van een nieuwsgierig rondkijkende apin en gluurt af en toe stilletjes achterom. Ondertussen heb ik Sylvia opgetild en trots prijkt ze boven de mensen uit op mijn arm. „Kijk es, daar is een heel klein aapje, drinkt het nou melk Snoezig, hè en moet je die zien, dat is vast een hele boze. Zie je wel, er staat .Gevaarlijk" op zijn kooi. Hahahaha, die eet een stukje tomaat en nou wil die andere het pakken, maar hij krijgt het niet. Nee, nee, het lukt hem lekker niet. Hé, ga jij eens weg, lelijkerd. Die zit notabene dat klein tje te plagen. Ik plaag toch ook nooit een bebietje. Waarom eten ze Waar is O, daar zullen u al. Nou wil ik er af, laar weer weg gaan". die lekkere pinda's nou niet Lusten ze ze niet Waarom niet Hé, jij zei zonet dat ik alles mag, behalve in de sloot vallen. Zal ik dan nou eventjes in een paar gevaarlijke hok ken gaan Nee hoor, wees maar niet bang, dat durf ik toch niet eens. Kijk eens, die aap komt hierheen, nou, aap, wil jij soms wel een pin da Ja, hij heeft hem gepakt, hij heeft hem gepakt, en nou eet 'ie hem ook nog op." Ze is voldaan. Haar gave is uit eindelijk toch niet versmaad. Ze laat zich van mijn arm zakken en we gaan naar de kraagberen, die ze niet mooi vindt. Ineens mist ze meneer Links en kijkt zoekend ach terom. Ongerust rent ze weg, haar plooirokje wappert om haar heen en haar miniatuur pullovertje kruipt een beetje op en laat een felrood bloesje zien. Maar daar is Karei Links al. Ze is gerustgesteld en we kunnen verder gaan. A AN sommige kooien hangt een -'*• bordje, waarop staat: „Gevaar lijk, indien gebeten, EHBO in het apenhuis". Karei Links en ik kijken elkaar aan en schieten in de lach. Allebei zien we vóór ons een Orang- Oetang met een grote EHBO-pet, die een ontstelde meneer verbindt en Karei Links maakt er gauw even een schetsje van. Inmiddels hebben we trek gekregen en gaan op zoek naar iets eetbaard. We komen terecht op een met glas overdekt terras waar zelfs druiven groeien. Langs talrijke tafeltjes moeten we ons wringen voordat we eindelijk een leeg tafeltje naast een goudvis sen vijver vinden. Met een verrukt gezichtje leunt Sylvia over het muurtje en kijkt neer op een hele boel f el-oranje visjes, die loom lucht happen. In haar handje klemt ze nog een paar overgebleven pin da's. Belangstellend informeert ze of visjes die ook lusten. Wij vermoe den echter dat ze er wel eens in zouden kunnen stikken en daarom proberen we de olienootjes zelf maar, ze smaken niet best. En dus wach- Ze blijkt er al gauw genoeg van te hebben, dus gaan we en stuiten al gauw op een levensgrote giraffe, die eenzaam en majesteitelijk staat te dromen tussen de bomen. Van het gewoel beneden hem merkt hij niets. Over de drukte heen kijkt hij in de verte en waaraan hij denkt weet niemand en niemand zal het ooit weten. En daar staat Sylvia, klein tjes in haar plooirokje. Helemaal alleen kijkt zij op naar de grote, grote giraffe. Hij ziet haar niet. Het lijkt of ze wat wil vragen. Maar ze vraagt niets. Ze staat daar. Klein en verloren. Plotseling keert ze zich om en haar handje kruipt in de mijne. Dan gaan we verder en zien nog pelikanen, een hele grote schild pad en nog een heleboel dieren meer, maar ze interesseren haar niet meer. Ze wordt een beetje moe. Totdat we bij de ezeltjes komen. „Ik wil eigenlijk best op een ezel tje rijden. Moeten we eerst kaartjes kopen Waarom neem je er nou twee? O, mag ik dan langer rijden? Kijk, daar komt er een aan. O, weg is ie al. Er staan zoveel mensen, kom ik nu wel aan de beurt Ha, daar is er weer een. Hopla- keetje!" En daar gaat ze. Als een konin ginnetje zit ze op de rug van de makke ezel en houdt de leidsels ste vig vsat. Ze is tegelijk verrukt en een heel klein beetje bang. AAN de andere kant van de om- rastering maakt een kar als maar rondjes. Hij wordt getrokken door een paar ezels en op de bok zit een jonge man met een volle maansgezicht, die de leidsels houdt. Naast hem speelt een verwijtend rondkijkende, donkerharige man als- maai* dezelfde deuntjes op een har monica. Maar achter die twee zit een troep verrukte kinderen, die muisstil zijn om de muziek zo goed mogelijk te horen. Ondertussen komt Sylvia weer terug en we komen bij een automaat, waarin een kip zit die voor een kwartje een ei legt; een extra attractie is, dat ze vooraf nog kakelt ook. Prompt mag Sylvia een kwartje in de gleuf doen. De kip be gint dadelijk te kakelen, maar ze blijft kakelen en houdt niet meer op met dat gekakel en een ei legt ze helemaal niet. „Nog nooit heb ik zo'n hekel aan kippen gehad", zegt Karei Links verbolgen, maar een meisje dat ook vol verwachting naar de automaat staart, zegt wijs: „De eieren zijn op". Dan gaan we maar naar een andere automaat, waarop staat: De Zwarte Ruiter, le en 15e van de maand een nieuw programma. Dat moet worden gezien en dus stoppen we een dubbeltje in de gleuf. Adem loos tuurt Sylvia door het ruitje, waar voor haar, alleen voor haar, zich de spannende avonturen van een sombere zwarte ruiter in een eenza me woestijn afspelen. Jammer, het duurt maar een paar seconden. „Gaan we nu naar huis Weet je waar ik nou nog wel trek in zou hebben Drie keer raden! Nee, niet in een ijsje. Ook niet in een reep chocola. Nee, joh, ook niet in een zure haring. Weet je het niet Nou, ik zou eigenlijk wel een zakje frietjes lusten". De patat wordt gekocht en meege nomen in de auto, waar ze de bruine staafjes heel zuinig opeet om er zo lang mogelijk mee te doen. Opeens wordt er een knuistje glimmend van de mayonaise onder mijn neus ge duwd en als ze mijn verschrikte ge zicht ziet, schatert ze van het lachen. We zijn bijna thuis. „En wat ga jij nou doen Ga jij weer naar kantoor? Nee? Mag jij dan zomaar van kantoor weglopen? O, mag je als de krant vol is naar huis? In hoeveel tijd maak jij de krant vol? In vier minuten?" Karei Links stopt voor haar huis. Ze wipt uit de auto, maar geeft die aardige meneer nog even netjes een handje. Haar kleren zijn nog smette loos, haar knietjes zijn nog schoon en hoe ze dat heeft gepresteerd be grijp ik niet. Als ze het huis binnen gaat, vergeet ze me te groeten, zo vol is ze van wat ze allemaal heeft beleefd. Het eerste dat ze tegen haar moe der zegt, is: „Ik heb een pannekoek gegeten en frietjes in de auto hoor, (in de auto hoor, niet op stragt!) en er was een meneer, die me de hele tijd zat te tekenen. En ik ben heus heel beleefd en netjes geweest hoor, je kunt het uniformen!" Het weekprogramma van V.V.V, luidt: Dinsdag 13 augustus: orgelconcert door Feike Asma in de Nieuwe Kerk aan de Voorstraat. Aanvang 8 uur n.m. Donderdag 15 augustus: strandfeesten voor kleuters van 3 jaar en ouder op het parkeerterrein bij De Zwaan. Aanvang 9.30 uur v.m. Het inleggeld bedraagt f 0.25 per spel. Inschrijving 9.15 uur v.m. aan de startplaats: corso-wandeltocht, georganiseerd door V.V.V. Startplaats: strandbedrijf Fock de Best, tegenover hotel Rich (centrum). Afstanden: 5 en 10 km. Starttijd: tussen 6.30 en 7 uur n.m. Inschrijving tijdens de start. Na het vol brengen van de tocht wordt een me daille uitgereikt; bridge-drive in De Ros kam, Bruggestraat te Katwijk aan den Rijn. Inschrijving tot 20.00 uur. Vrijdag 16 augustus: volleybalwed strijd KVC 1WA op het parkeerter rein Andreasplein. Aanvang 7 uur n.m. Zaterdag 17 augustus: achtste Katwijk- se bloemencorso „Flora's Kleurenpracht aan Zee". Vertrektijd Katwijk aan den Rijn van de Sandtlaan af. om 2.30 uur n.m. Aanvang avondcorso 8.30 uur n.m. Opstelling: Parklaan. Carillonbespeling door B. J. v. d. Teen, beiaardier van Hoorn en Alkmaar van 89 uur n.m.; 10.15 uur n.m.: groot vuurwerk aan de Zuid-Boulevard. Mannenvereniging Het bestuur van de mannenvereniglng Calvijn is weer gereedgekomen met het opstellen van het rooster voor het ko mende vergaderseizoen. Evenals voor gaande jaren zullen deze onderwerpen in een gezamenlijke bijeenkomst van in leiders verdeeld worden. Deze bijeen komst is vastgesteld op maandag 12 augustus om 8 uur in zaal I van het Verenigingsgebouw aan de Voorstraat (ingang Nieuwe Kerkplein). f Jeugd ontwaakt Donderdag wordt een samenkomst in de Kapel aan de Voorstraat gehouden. uur. Deze samenkomst gaat uit van de jongemannen-studievereniging Boger- voorzitter de heer D. C. van der Plas. Ds. J. den Hoed, predikant te Wijk bü Heusden, hoopt te spreken over het onderwerp: Jeugd, ontwaakt! KATWIJK Gevestigde en vertrokken personen GEVESTIGD: F Brandsma, v Rotter- j dam n Dahliastraat IDE; A Houwaard, v Groningen n Abeelplein 25; P. J Ro- j mijn, v De Bil't n Bosplein 38; K Groe- neveld, v Warmond n Nachtegaallaan 26; A Verloop, v Weesp n Hoge weg 8; G de Vries, v Haarlemmermeer n Val- kenlbjweg 36; E S G Buijs. v Nijkerk j n Zeeweg 109; H M Vink, v Zandvoort n Rijnmond 191; D Meirik, v Amsterdam n Rijnstraat 30; G H Greve, v Rotter- dam n Boulevard 88; D Verdoes, v Zwit serland n Rijnmond 101; P G van Am sterdam, v Zoeterwoude n Borgerstraat i 25; T Wagemans, v Den Haag n Drie- plassenweg 17; K Kelderman, v Amster- I dam n Emmaplein 11; J Z van Beele- van Dijk, v Hengelo n Zeeweg 159: F van den Berg-Virik, v Wateringen n Nwe Duinweg 62; A W Jonker, v Utrecht n Meeuwenlaan 73; I P Harre, v Duits- land n Drieplassenweg 50; G T Hoek en gezin, v Delft n Duinstraat 17; V F J Surie en gezin, v Den Haag n Corcus- straat 6B: D de Mol en gezin, v Delft n Naohtegaallaan 57; A Gonggrijp-van Kralingen en kind, v Den Helder n An jerstraat 5D; G A J S van Marie, v Delft n Blnnensluis 1; J v Duijvenbode, I v Rotterdam n Pr Hendriklaan 7. VERTROKKEN: J A Vooijs, v Anna- j dwarsstraat 14 n Noordwijk; W Thijsse, v Pr. Irenelaan 8 n Leiden: P van Eg- mond-Schaap, v J Banckerstraat 11 n Rijnsburg; A J Gijsbers en gezin, v Was- irseweg 50A n Vlaardingen; J van Rijn, v Voorstraat 11 n Duitsland; M C G Kreuger-Niessink en kind., v Crocus- straat 3C n Nd. Ant.; A C van Slinger land, v Pr. Bernhardlaan 45 n Alphen 1 den Rijn; H W van Singerland, idem; P Ruis, v Hogeweg 20 n Krimpen aan de IJssel; W de Mol, v Kortenaerstraat n Noordwijk; H A Haasnoot, v J Israëlsweg 24 n Noordwijk; H Maat en gezin, v Laan v Nw Zuid 28 n Heems kerk; J Naves en gezin, v Boslaan 153 n Maarssen; P C van Lindenbergh, v Carrtineweg 21 n Zeist; J E G Scheta, Drieplassenweg 17 n Breda.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1963 | | pagina 4