SLUIERS WEGGERUKT
- PIJNLIJKE INGREEP
Twee vrouwen met
bijl neergeslagen
Joegoslaven verwekken
groot enthousiasme
Holland Festival sloot
met Mahler's Achtste
Dansers boden
reis aan
Paraplu 's verdwenen
aan de lopende band
MAANDAG IS JULI 1963
Grote openheid en ernst bij Duitse rechters
„Gouden brug" naar pensioen door
halsstarrigen geweigerd
(Van een onzer redacteuren)
Wat mij, bij het spreken met Duitse rechters en officieren over
de vervolging en bestraffing van de gruweldaden, onder meer heeft
getroffen, was, naast de ernst, de openheid waarmee men mij, pers
man, tegemoet trad. Er was geen zweem bij van pogingen om dit of
dat te verbergen. Voor wie in Nederland zijn journalistieke werk in
de sfeer van rechtspraak en rechtspleging heeft te verrichten, was het
bijna iets om jaloers te worden. Zo kan het dus óók, dacht men on
willekeurig.
Is dit overigens niet een te verlan
gen kenmerk van de rechtspleging, deze
openheid? Terecht zien wij de openbaar
heid als een waarborg voor de rechts
zekerheid. Hitier heeft getracht, de mis
daden waartoe hij de opdracht gaf ach
ter de schermen der heimelijkheid te
verbergen. Had hij wat God heeft
willen behoeden met zijn heilloze
leer de overwinning behaald, dan zou
veel van het begane onrecht mogelijk
nimmer zijn bekend geworden. En ook
nu laat zich alles niet meer achterhalen.
Maar het is alleen al een daad van ge
rechtigheid, dat de sluiers worden weg
gerukt, hoe pijnlijk deze handeling ook
zijn moge.
Want dat de Duitse rechterlijke macht
dit alles niet met onverholen geestdrift
doet het laat zich begrijpen. Het is
hoe noodzakelijk en onvermijdelijk ook.
een ingreep in het eigen volk. Maar
men doet het derhalve met openheid ook
met ernst op zichzelf ook weer een
Duitse eigenschap.
Grondigheid
Voor een deel van deze rechtspleging
mag het dan laat zijn enkele oorza
ken daarvoor heb ik in mijn vorige ar
tikel*) doorgegeven hut gebeurt nu
ook met een grondigheid die weinig aan
het toeval zal overlaten. Men heeft zich
in Duitsland reeds vertrouwd gemaakt
met de gedachte dat enkele processen
vele maanden zullen duren. Bij de sa
menstelling van de rechtbanken en bij
het aanwijzen van lekenrechters wordt
hiermee rekening gehouden. Maar men
wenst achter de feiten te komen, hoe af
zichtelijk deze mogen zijn. Van de
voorbereiding die deze processen ver
gen kan intussen bij enig doordenken
wel een voorselling worden gevormd.
Toch kan wie met rechters en officie
ren van justitie over deze materie te
spreken komt zich niet geheel losmaken
van de gedachte, dat aan het in bewe
ging geraken van heel dit vervolgings-
anparaat een zeker toeval niet vreemd
lijkt en dat dit alles zich bovendien niet
denken Iaat zonder de vasthoudendheid
van misschien betrekkelijk weinigen.
Een werkelijk centrale plaats neemt
ln het te Ludwigsburg gevestigde bu
reau tot het opsporen en vervolgen van
wat genoemd worden de nationaalsocla-
listische misdaden. We waren in de ge
legenheid, een indruk op te doen van
de intense wijze waarop het bureau
werkt Vele tienduizenden kaarten staan
cr reeds ingevuld. Een groep togewijden
is nu sinds vijf jaren bezig met verza
melen en registreren en hier ook worden
de dossiers voorbereid die het materiaal
bevatten voor de rechtszittingen.
Bittere zaken
Uiterst bittere zaken zijn bet waar
mee, wie hier werken, worden gecon-
f'onteerd. Het is een archief waarvan
zich vermoeden laat dat bepaalde Duit
sers het bestaan ervan verwensen. Wel
licht niet zonder voorbedachte rade is
liet, dat men al deze stukken heeft on
dergebracht in het gebouw van een ge
vangenis. zodat het de besscherming we
dervaart die nu eenmaal van een ge
vangenis het kenmerk is.
En in de totstandkoming nu van dit
centrale bureau schijnt het toeval een
<ekere rol te hebben gespeeld. Ter plaat
je werd ons het volgende verhaal ge
daan. In 1957 stond ergens in Duitsland
en man terecht voor een oorlogsmis
daad. Wat de man tot zijn rechtvaardi
ging aanvoerde kwam de huidige leider
van het bureau op grond van eigen er
varing uiterst onwaarschijnlijk voor. Hij
eing op nader onderzoek uit, maar
stuitte toen op de eigenaardige proble
matiek van de Duitse rechterlijke inde
ling. Ieder land binnen de bondsrepu
bliek heeft namelijk zijn eigen compe
tentie. Alleen samenwerking van de
justitiële autoriteiten ut de onderschei
dene Duitse landen, resulterend fn een
gemeenschappelijk bureau zou in deze
nröblematiek kunnen voorzien. Welnu,
het bureau kwam er, zij het dus eerst
in 1958, dertien jaren na de beëindiging
van Hitiers overheersing.
Men had zich de instelling van een
bureau als dit vroeger kunnen denken,
ook wanneer men de aangevoerde oor
zaken verneemt voor de vertraging in de
rechtspleging.
Die opdeling van de Duitse bondsre
publiek in een aantal landen, ook wat
de rechtspleging betreft, herinnert de
Nederlandse bezoeker aan de geschiede
nis van zijn eigen land met daarin d<=
zeven provinciën.
Er is
hoe een der dieptepunten uit de donkere
Jaren van het nazisme was. dat recht en
rechtspleging aan de lugubere gedach-
tenwcreld van Hitier en dc zijnen wer
den dienstbaar gemaakt. Het is hem be
kend, hoe iedere rechtspleging die zich
niet schikte naar zijn sinistere politiek
deze man een ergernis en een gruwel
was. waaraan h(j dan ook op niet te mis-
kennen wijze uitdrukking gaf.
Hiermee dan is de jonge rechtsstaat
voor een nieuw moeilijk probleem
gesteld. Een rechtsstaat toch wordt
gekenmerkt door de bekende drie
deling van wetgeving, uitvoering
rechterlijke macht en door een strikte
onafhankelijkheid van deze laatste, on
der meer tot uitdrukking komend in dc
rechterlijke onafzetbaarheid. Hoe te han
delen met de foute rechters? Men heeft
blijkbaar lang tegen dit probleem
gekeken en eerst in 1961 heeft men
kozen voor een oplossing die in
rechtsstaat leek te passen.
Gouden brug
In dat jaar namelijk is voor rechters
en officieren van justitie die in de pe
riode van 1 september 1939 tot 9 mei 1945
hebben meegewerkt aan een niet te
antwoorden of onmenselijke terdoodver
oordeling de gelegenheid geopend, niet
vervroegd pensioen te gaan. Omstreeks
150 rechters en officieren van justitie
hebben van die gelegenheid die type
rend de gouden brug wordt genoemd
gebruik gemaakt
Een probleem dev
nog die
kelen óp die voor het passeren van
gouden brug in aanmerking komen m
die weigerachtig bljjven deze weg te
gaan. Men ziet er tegen op, met het oog
op hen de constitutie, die immers van de
rechterlijke onafzetbaarheid spreekt, te
wijzigen, al sprak ik verscheidenen die
met dit aanblijven van deze weinigen
geen vrede hebben. Het valt te begrijpen.
In elk geval heeft men zorg gedragen,
dat de enkele halsstarrigen hun justiële
carrière beëindigen op bescheiden pos
ten, waar de aanraking met het publiek
gering is. indien ze al plaats heeft.
Ook hier dus een tamelijk late aanpak
van een pijnlijke zaak. Maar ook hier
is er een beroep op de omstandigheden
die een vertraging in de aanpak heb
ben bevorderd het gebrek aan docu
menten bijvoorbeeld. Ts N?t een bevre
digend verweer? Men ging in elk geval
de probleemstelling in de gesprekken
niet uit de weg. Er zijn trouwens ge
wetenssituaties waarmee iemand zelf in
het reine moet zien te komen, ook dan
wanneer er geen dwingende wettelijke
voorschriften zijn. En het zal met name
de rechter zijn, die door zijn geweteD
niet spoedig met rust wordt gelaten.
In een beschouwing over de barre
rechtspleging in vroeger eeuw heeft prof.
Diepenhorst het onlangs ondenkbaar ge
noemd, dat de twijfel toen niet een enke
le maal aan rechtersharten heeft ge
knaagd. al bleek naar buiten van enige
wankeling niets. Inderdaad onbegrijpe
lijk en ontmoedigend dit laatste, en wel
in staat om de betrekkelijkheid van
menselijke recbstoefening zich bewust
te worden.
Vrede in liet hart
Maar wellicht is nu toch iets van di<
inzelfkwelling ger/ angde gewetc y open
baar geworden in de uittocht van die
honderdvijftig die, zjj het over een gou
den brug, de aftocht hebben gemaakt
Zou het hun iets van dc vrede in hun
hart hebben hergeven?
Duitsland, jonge rechtsstaat maar juist
ook als zodanig zelf gebukt onder de
enorme last van onrecht Het was
herderlijk schrijven van de Evangelische
Kerk, in ons vorige artikel al genoemd,
dat ook deze last plaatste onder de di
mensie van de goddelijke gerechtigheid,
waarvan de menseWce, rechtspleging
niet dan een schaduw kan zijn. Tegelijk
echter geeft dit aan die rechtspleging
haar diepe zin en enorme betekenis.
Naar het recht gemeten is het nieuwe
Duitsland doende, iets goed te maken.
Het eerste artikel over
derwerp publiceerden wij
blad van zaterdag 13 juli j.l.
dit c
TLTET Holland Festival is voorbij. Het
sloot wat de muzieksector betreft,
zaterdagavond in het Amsterdamse
Concertgebouw met de uitvoering van
Mahler's Achtste Symfonie. Een enorm
apparaat was daarvoor op de been ge
bracht: behalve het Concertgebouw
orkest in versterkte bezetting stondeD
daar vierhonderd zangers van het Am
sterdamse Toonkunstkoor en de Am
sterdamse Stem des Volks plus het
jongenskoor van de St. Willibrordus-
kerk en acht zangsolisten bij elkaar
zo'n zeshonderd medewerkers.
Rafael Kubelik moest al deze zan
gers en spelers door de zeer vele no
ten van de Achtste Symfonie leiden
en, om het maar dadelijk te zeggen
dit is hem niet helemaal gelukt.
Nu is deze Mahler-Symfonie een bij
zonder moeilijk werk. Maar toch kan
dit niet als verontschuldiging dienen. De
erbU betrokken koordirigenten hadden
weliswaar met hun koor de noten goed
ingestudeerd, maar Kubelik zelf kwam
Das een week vóór de uitvoering aan
En als men weet, dat Eduard Flipse voor
zijn uitvoering van Mahlers Achtste zo
ongeveer honderd repetities' nodig vond
èn ook gebruikte, dan beseft men wel
dat Rafael Kubelik deze zaak te licht
opgevat heeft. Een muziek van zulke
omvang en van zulke dieptè van inhoud
stampt men er niet in een week tijds inl
Daarom moest het wel mis gaan. En dat
deed 't ook, met name in 't eerste deel.
waarin een onbeschrijfelijke verwarring
begon te heersen kort na het imposante
Es-dur begin. Er viel geen touw meer
aan vast te knopen en Kubelik wist ten
slotte niets beters te doen, dan slechts
de maat te slaan en niets meer aan te
geven. Dat de eindstreep toch nog tegelijk
werd gehaald, was het grootste wondr-r
van deze avond. Het tweede deel slaagde
veel beter, maar daarvan is de structuur
ook veel gemakkelijker. Het koor heeft
er weinig in te doen, terwijl op de so
listen en het orkest het zwaartepunt ligt
Bij de weergave werd Kubelik tenslotte
door de extatische kracht van de muziek
omhoog getild en toen pas begon Mahlers
wereld enigszins te leven, toen pas be
gon de muziek diepere zin te krijgen.
Maar dit kon de uitvoering als geheel
niet meer redden. Jammer, dat het zo
moest gebeuren. Want men haalt niet
meer zo gemakkelijk voor een derde keer
het vereiste aantal zangers en spelers
bij elkaar.
De 34-jarige textielarbeider B. J.
G. T. uit Tubbergen heeft zaterdag
avond in Hengelo (O.) de vrouw, met
wie hij omgang had, de 37-jarige mej.
M. Bosch en haar 70-jarige moeder,
de weduwe H. B. Bosch-Vergert, ern
stige verwondingen toegebracht.
Beide vrouwen zijn in een ziekenhuis
opgenomen.
De moeder had bezwaren tegen de om
gang van haar dochter met T. en list
dit ook blijken. Zaterdagavond, toen de
dochter voor een boodschap was ver
trokken, kwam het opnieuw tot ruzie
tussen de moeder en T., die op bezoek
was. Deze ruzie liep zo hoog, dat T.
de oude vrouw bij de keel greep, haar
neersloeg en haar hoofd tegen de keuken
vloer beukte, tot zU bewus.eloos was
Daarna heeft T.. die volgens zijn zeggen
niet meer wist wat hi) deed, een wapen
gezocht. Hij vond een bijl en daarmee
wachtte hij de dochter op, die hij bij
haar terugkeer vier of vijf slagen op het
achterhoofd gaf. Zij werd ernstig ge
wond, maar wist niettemin de straat op
te lopen en om hulp te roepen. Daarna
zakte zij in elkaar. De dader nam per
fiets de vlucht. HU reed naar het sta
tion, waar hij een taxi naar Borne nam.
Uit Borne liet hij zich, weer per taxi.
naar Almelo brengen, waar hU zich bU
de politie meldde. Deze stelde de man
op transport naar Hengelo, waar hU een
uur na het plegen van de dubbele moord
aanslag aankwam. Tegenover de politie
tn Hengelo heeft hU een volledige be
kentenis afgelegd. Beide vrouwen, die
ernstig aan het hoofd waren gewond.
zUn naar het ziekenhuis in Hengelo ge
bracht. Mej. B. is later naar het zieken
huis Ziekenzorg te Enschede vervoerd
voor het onderdaan van een hersen
operatie.
Waar gaat het dan om in deze Achtste
van Mahler? Mahler grijpt hier heel
hoog: in het eerste deel, dat contrapun-
tisch ronduit een wonder is en dat
strak opgetrokken vorm bezit, bezimt
hU het Veni, creator spiritus, de oude
hymne, die getuigenis aflegt van
kracht van le Heilige Geest. Mahler ziet
deze hymne als symbool van de un
sele, al-bezielende Liefde. Deze opvatting
vormt ook de band met het tweede deel,
waarvoor Mahler het mystieke slot van
Goethe's Faust II gebruikt, en ook the
matisch is overduidelUke verwantschap.
Het voert te ver om op de betekenis van
dit beroemde slot in te gaan. maar ook
hier is sprake van de alomvattende Lief
de, die Mahler inspireerde tot zUn „mu
ziek der sferen", waarin „das Universum
zu tönen und zu klingen beginnt". Het
begin met de geheimzinnige instrumen
tale inzet duidt dit reeds aan en bU de
slotwoorden „Alles Vergangliche is
ein Glelchnis" tekent zich de mystieke
extase duidelUk af.
Om tenslotte op de uitvoering terug
komen: als solisten werkten mee Erna
Spoorenberg, Margaret Tynes. Annette
de la Bye, allen sopraan. Nan Merriman
en Anny Delorie, alt, Anton Dermota,
tenor, Vladimir Ruzdjak, bariton en
ris Carmeli, bas. Allen kweten zich goed
van hun taak op de bas Carmeli na,
zUn partU niet kende en slecht zong.
Dra- H. E. Kokee-van den Berge
Treinramp bij
Soerabaja
Door een treinontsporing bU Soerabaja
zijn volgens Arutara zaterdag twintig
jen om het leven gekomen en veer
tig gewond.
De Joegoslavische dansgroep
Kolo. die zaterdag het Haagse
publiek tot groot enthousiasme
wist te brengen.
Vlaamse poëzieprijs
Lievaart en Risseeuw
Voor de zesde maal heeft het gemeen
tebestuur van Heist (België) ter gele
genheid van de 11 juli viering (Gulden
Sporendag) haar steeds meer in de pu
blieke belangstelling komende poëzie
prijsvraag gehouden. Het aantal inzen
dingen bedroeg dit jaar niet minder dan
277. De jury bestond uit de Vlaamse
dichters en critici P. G. Buckinx, An-
dré Demets, H. G. Parnath en J. Ver-
Sedert de instelling van de priis v->-
Fr. 5000,— is deze slechts tweemaal ln
zijn geheel toegekend. Dit maal weid
het bedrag verdeeld tussen zes dichters.
De gemeente had er nog een schepje
boven op gedaan.
Inge Lievaart ontving haar prijs op
grond van een van de drie door haar
ingezonden verzen, getiteld Van de din
gen. P. J. Risseeuw had een ballade in.
gezonden getiteld Novum Belgium-
Nieuw Nederland, welke de bewogen
geschiedenis van Nieuw Amsterdam
(New York) tot onderwerp had.
De derde Nederlandse prijswinnaar
was Pater Pierre Benoit van Haarlem.
De overige bekroonden waren de
Vlamingen Luc van Clooster uit Gent.
Walter Margot uit leper en Walter
Haesaert uit Thielt
Bij elk lustrum van deze jaarlijkse
poëzieprijsvraag worden de bekroond»
verzen in een bundeltje uitgegeven.
Drie dagen gewond
in bos gelegen
Niet minder dan drie dagen en nach
ten heeft een 33-jarige vrouw uit Mep-
pel, mej. H. v. d. S.. in de staatsbossen
bij IJhonst gelegen na een val van haar
fiets. Zij werd zaterdagavond ontdekt
door een veertienjarig jongetje uit Stap
horst. Onmiddellijk werd de vrouw
een ziekenhuis in Meppel gebracht.
De vrouw fietste woensdag door de
bossen toen zij kwam te vallen. Ze be
zeerde zich zodanig dat ze niet meer
op kon staan. Haar hulpgeroep werd
door niemand gehoord. Inmiddels was
wel aangifte van haar vermissing ge
daan: de politie verzocht vervolgens haar
opsporing.
Toen Wim van der Linde zaterdag
avond door het bos fietste vond hij de
w die zacht kreunde. Ze was uitge
put door gebrek aan voedsel en door de
emoties.
Het Joegaslavisch danstheater
,Kolo" heeft zaterdagavond een vol
ledig bezette Kurzaal tot groot ent
housiasme gebracht met zijn optre
den in het kader van het Holland-
Festival. Het geweldige tempera
ment, de perfecte techniek en de on
gekunstelde vreugde, waarmede de
35 beroepsdansers uit Belgrado de zo
rijk geschakeerde volksdansen van
de Balkan voor het voetlicht brach
ten, begeleid door een groep voor
treffelijke musici, veroorzaakte on
gekende ovaties bij het dankbare
publiek.
t was dan ook een belevenis, deze
voorstelling. .Met een enorme vaart en
schijnbaar onvermoeid boden de dan
sende Joegoslaven de festivalbezoekers
een onvergetelijke reis door hun land,
dat in feite een tiental volken bundelt
en dat daarom zo contrastrijk is, ook
in cultureel opzicht Uit de melodieën,
de passen en de symboliek van de dan
sen herkende men hun herkomst: de
oriëntaalse ritmen uit Macedonië, Bos
nië en Zuid-Servië. de polka's uit het
bergalnd van Slovanië, de reidansen
uit Servië, de oogstdansen uit Kroatië
en Slavonië. Zij werden afgewisseld
met krijgshaftige bewegingen van
Komitadjis' uit Macedonië, met duel
lerende herders uit Rugovo, verleidelijk
dansende zigeunerinnen uit de Voivodi-
na en lyrische volksliederen uit Dal-
matië. Nog sterker spraken de authen
tieke klederdrachten, die rijker er
kleuriger werden naarmate de streek
van herkomst welvarender is.
De overheid in Joegoslavië stimuleert
de volksdanscultuur met ruime midde
len en biedt een aantal instituten de
gelegenheid oude volksdansen op te
sporen en te bewaren voor het nage
slacht. Zo heeft de directrice van „Ko
lo", Olga Skovran, verschillende oude
streekdansen, die op dorpspleinen
in herbergen zijn opgespoord, voor
theater omgewerkt. Zij heeft daarbij de
stijl, de techniek en dc beweging van
de originele dansen echter in haar cho
reografieën weten vast te houden, wi
door aan oorspronkelijkheid niets is
geboet
wordt gehouden als in Joegoslavië, al
moet er direct worden bijgezegd dat
ook weinig landen zijn die over zulk
1 schat aan nationale dansen kunnen
beschikken. De toerist die meer en
naar Joegoslavië trekt kan bo
vendien merken hoe de volksdans er
leeft vooral onder de jeugd. Elke feest
dag. elke gebeurtenis die de samenle
ving raakt, wordt er aangegrepen om
in de kolo, de karakteristieke reidans,
die zo oneindig veel vormen kent, de
vreugde en temperament tot uitdruk
king te brengen.
Daarom was het eigenlijk geen won
dat het beroepsgezelschap, dat za-
lagavond in de Kurzaal ovatie op
ovatie kreeg en daarom tot vele toe
giften werd gedwongen daaraan, met
zo duidelijk merkbare vreugde voldeed
en aldus zorgde voor een indrukwek
kende afsluiting van het Holland-Fes
tival voor dit jaar.
R. W. Helding»
der
teVdai
Een paraplu-service, die de direc
tie van het motel bij Arnhem negen
maanden geleden in het leven riep,
is dit motel tot nu toe op een ver
lies van enkele honderden regen
schermen komen te staan. Teneinde
bij regenachtig weer de gasten tegen
nattigheid te beschermen stelde de
directie in de hal van het motel en
op de parkeerruimte regenschermen
ter beschikking van „de geachte
clientèle". De paraplu's werden in
daarvoor speciaal vervaardigde stan
daards geplaatst. Na zeer korte tijd
waren alle paraplu's, die vijftien gul
den per stuk kostten, verdwenen!
De directie zette nieuwe exemplaren in
de standaards, waarboven het opschrift
„Niet meenemen, geen souvenirs" werd
geschreven. Ook nu weer bleken de
standaards na korte tijd volledig leeg
te zijn. Toen probeerde de moteldirectie
het met heel goedkope, uit Japan ge
ïmporteerde paraplu's waarop ze
overvloede in grote letters de naam
het motel liet aanbrengen. Ook dit hielp
weinig: De voorraad liep onmiddellijk
terug.
Bij een steekproef zag de directeur
binnen zes minuten ongeveer evenveel
Rinus Westra was in stilte de treurende min
naar. Hij had de eed van huwelijkstrouw aan
zijn Jeannetje nog niet afgelegd en in dat sta
dium kijkt de minnaar als regel naar een brief
van zijn lief uit als een hond naar een vette
kluif. Maar correspondentie was voor onbepaalde
Toch moest en zou hij zijn hart luchten en toen
tijd opgeschort en het bestaan van postverbin
dingen was kort en goed uit hun leven geschrapt
de „Katrynsveen" haar tweede doop had ont
vangen was hij een dagboek begonnen Hij had
het weliswaar niet van dag tot dag bijgehouden,
maar eenmaal het boek in handen, zou Jeannetje
behoorlijk op de hoogte zijn van de meest in
tieme gedachten, die Rinus in zijn verliefde
brein had gekoesterd. En daarnaast was het een
boek vol avonturen, de avonturen van een vrij
buiter.
Daags na de uitspatting van zijn kapitein in
Nagasaki, schreef Rinus in zijn dagboek tot de
schande van kapitein Bart Beunders het volgen
de:
„Wat hem dwars zat weet ik niet. Ik weet al
leen maar dat hij een behoorlijk stuk in zijn
kraag had en met de een of andere Engelsman,
die hij ergens had opgepikt, door Nagasaki zwier
de en er geen straat breed genoeg was. Begrij
pen doe ik het niet, want dat is de „ouwe" nog
nooit gebeurd, bij mijn weten. Toevallig was ik
's avonds met Simon een uurtje de wal opgegaan
om 's rond te neuzen. Je hebt dan natuurlijk
altijd zoveel gehoord over die beroemde Japan
se geishas, dat je het ook wel eens met je eigen
ogen wil zien, maar neem het maar van mij
aan, Jeannetje-lief, ze kunnen mij gestolen wor
den. Een partij geverfde poppen; net dingen met
een stuk mechaniek er in. Neen, voor mijn ge
voel is daar geen stukje menselijkheid meer aan
en van mij kunnen ze direct een vol dozijn ca
deau krijgen tegen één Jeannetje. Ja kind, het
is een ellende, dat Ik alleen maar op papier met
je kan kletsen en zelfs dan spreek ik nog tegen
de muur, daar ik het je niet eens kan sturen.
Maar wat moet, dat moet en Beunders, die
ouwe zuipschuit doet werkelijk alles om de twee
ONDER
VALSE
VLAG
ouwetjes zo gauw als maar mogelijk is, uit de
knoei te helpen.
Enfin, ik liep dan met Simon zo'n beetje
rond te kuieren en daar zagen we hem ineens.
Hij had 'm, wat je noemt, staan ais een dief,
maar wij zijn maar gauw een zijstraatje inge-
glipt, want voor hein zou het natuurlijk niet lol
lig zijn, als hij one was tegengekomen. Maar van
morgen, niks aan 'm te zien en je begrijpt wel,
dat ik ook niks liet merken. Het was gewoon
„Morgen Rinus", en „Morgen kap'tein" en toen
hoorde ik. dat we anker gingen lichten en naar
Kobe zouden opstomen.
„Zo maar leeg en wel, kapitein?" vroeg ik
nog, want als je met een schuit, die zo'n eind
boven de waterlijn uitsteekt ook maar een klein
zeetje krijgt, ben je nog lang niet gelukkig.
Maar hij haalde zijn schouders op en zei:
„Ja joh. het is pech, maar hier is geen cent
te verdienen en ik heb inlichtingen gekregen, dat
we in Kobe niet op de koffie zullen komen
We moeten het er maar op wagen en hopen, dat
we rustig water vinden.Ik weet er ook niks
anders op"
En zo zijn we, vanmorgen vroeg, vertrokken
en de zee is als een spiegel zo. glad Kobe is
niet zo ver; het zal, denk ik, zowat twee etma
len zijn, dus dat is dan ook het ergste weer
niet. Als we er nu maar vracht vinden.
Simon begon vandaag nog over gisteravond,
maar ik zei: „Vergeet het nu maar. Simon. De
„ouwe" zal een beetje kopzorg b vt««n gehad.
omdat d'r niks aan lading te vinden was en die
Engelsman heeft hem het een of ander drankje
gegeven, dat niet zo best gevallen is. Bart Beun
ders, dat weet je toch, is zo niet"
Enfin, wat ik liever zou willen weten is of je
nu al wat met die kerels van het Woningbureau
hebt kunnen versieren. Daar zit ik zo dikwijls
over te piekeren. Ten slotte heb ik hier mijn
werk en jou heb ik met de hele rompslomp la
ten zitten. Misschien denk ie zelfs wel, dat ik je
helemaal vergeten ben, omdat je taal noch teken
van me hoort Het is een ellendige geschiedenis
en soms vraag ik me wel eens af of het de
moeite waard is om dat allemaal over te heb
ben voor twee ouwe mensen, die d'r leventje ge
leefd hebben. Maar Beunders heeft gelijk. We
moeten die arme kerels uit de penarie zien te
helpen. Wij hebben ten slotte ons hele leven nog
voor ons. Maar oh kind. wat zit ik soms te
hunkeren naar een enkel lettertje van jou
Breed en machtig strekte de Zuid-Chinese Zee
zich voor hen uit.
Kapitein Gregson had gelijk gehad. Het spreek
woord, dat kinderen en dronken mensen de waar
heid spreken, had weer eens een goede beurt
gemaakt. Kobe had meer dan bevredigende oogst
gegeven en de „Fairy Queen" was tot over de
waterlijn gevuld met een gemengde lading voor
Brunei, Penang en Rangoon. Bart Beunders en
zijn volk waren weer voor verschillende weken
onder de pannen en, wanneer alles zonder hor
ten of stoten verliep, bleef er waarschijnlijk nog
een aardig duitje voor de Vlaardingse oubazen
over. Een half jaartje geluk, hoopte Bart, en hij
zou hen uit het financiële moeras weer op de
kant kunnen trekken.
De .Fairy Queen" had een volle lading kun
nen boeken voor Soerabaia en Djakarta. Aantrek
kelijk genoeg, maar kapitein Beunders wilde
zijn nog wat jeugdige scheepspapieren liever nog
niet onder het al te spiedend oog van een Ne
derlands ambtenaar brengen. Eerst moesten ze
een beetje meer besmeurd zijn met tal van
stempeltjes en onleesbare handtekeningen, voor
dat hij zich aan dit experiment waagde.
(wordt vervolgd)
paraplu's in auto's verdwUnen. Op zijn
vraag „Waarom?" kreeg hij het weinig
originele antwoord: „We dachten dat het
souvenirs waren"
De directie verliest de moed niet en
heeft de voorraad maar weer aangevuld.
„Al lijkt het er op", zo werd van deze
zijde verklaard, ,,dat we aan ons motel
een paraplufabriek moeten gaan ver
binden"
Ontvluchte zond
directeur pakje
en de groeten...
De directeur van de strafgevangenis in
Scheveningen heeft gisteravond een pak
je ontvangen, dat de sp.»rtkleding bevat
te van de enke'e dagen geleden op spec
taculaire wijze ontvluchte 27-jarige Haag
se zeeman J. B. Ook zat er in het pak
je een briefje waarin B. de directeur be
dankte voor de goede behandeling en
hem meededeeHe. dat hij voorlopig nog
wat vakantie zou houden. Het pakje werd
zondag gevonden op het dak van een
rijwielstalling dichtbij de hoofdingang.
B., die veroordeeld was wegens poging tot
diefstal met geweldpleging op een taxl-
ctiaffeur, had t-j^ eind mei 1964 gevangen
moeten zitten Hij wist eohter over een
hoge muur te komen en nam vervolgens
met een ware tijgersprong de laaste hin
dernis naar de vrijheid.
Beeldjes gestolen
uit Madurodam
Tussen elf uur en half twaalf zijn za
terdagmorgen van een tentoonstelling
van kleinplast'.ek in de miniatuurstad
Madurodam in Den Haag drie beeldjes
gestolen. De vermiste kunstwerken zijn
.De dokwerker" van Sydney Harplcy uit
Kew (Engeland) ter waarde van bijna
f 700 en „Studie 1" en .Studie 2" van de
kunstenaar Celo Pertot uit Stockholm.
Deze beeldjes zijn per stuk ongeveer
f 1075 waard. De directeur van Maduro-'
dam, de heer G G. Jungerius, gelooft dat
souvenirjagers de beeldjes van hun sok
kel hebben gebroken. Op de tentoonstel
ling is toezicht en ook zijn er alarmschel-
len aangebracht.
Ned. kustvaarder
in moeilijkheden
De Nederlandse kustvaarder Lizard
<360 brt) is zaterdagnacht in moeilijk
heden geweest op de Noordzee. Door nog
onbekende oorzaak begon het scheepje
op 40 mUl ten westen van Hoek van
Holland slagzU te maken. Kapitein A.
van der Linden besloot toen een gedeelte
van de deklast over boord te zetten.
De slagzij werd daardoor binnen acht
minuten tUds opgeheven.
De Lizard was met een lading cacao-
schilvers op weg van Zaandam naar
Avonmouth in het kanaal van Bristol.
Het scheepje heeft de reis voortgezet.