SLUIERS WEGGERUKT - PIJNLIJKE INGREEP Twee vrouwen met bijl neergeslagen Joegoslaven verwekken groot enthousiasme Holland Festival sloot met Mahler's Achtste Dansers boden reis aan Paraplu 's verdwenen aan de lopende band MAANDAG IS JULI 1963 Grote openheid en ernst bij Duitse rechters „Gouden brug" naar pensioen door halsstarrigen geweigerd (Van een onzer redacteuren) Wat mij, bij het spreken met Duitse rechters en officieren over de vervolging en bestraffing van de gruweldaden, onder meer heeft getroffen, was, naast de ernst, de openheid waarmee men mij, pers man, tegemoet trad. Er was geen zweem bij van pogingen om dit of dat te verbergen. Voor wie in Nederland zijn journalistieke werk in de sfeer van rechtspraak en rechtspleging heeft te verrichten, was het bijna iets om jaloers te worden. Zo kan het dus óók, dacht men on willekeurig. Is dit overigens niet een te verlan gen kenmerk van de rechtspleging, deze openheid? Terecht zien wij de openbaar heid als een waarborg voor de rechts zekerheid. Hitier heeft getracht, de mis daden waartoe hij de opdracht gaf ach ter de schermen der heimelijkheid te verbergen. Had hij wat God heeft willen behoeden met zijn heilloze leer de overwinning behaald, dan zou veel van het begane onrecht mogelijk nimmer zijn bekend geworden. En ook nu laat zich alles niet meer achterhalen. Maar het is alleen al een daad van ge rechtigheid, dat de sluiers worden weg gerukt, hoe pijnlijk deze handeling ook zijn moge. Want dat de Duitse rechterlijke macht dit alles niet met onverholen geestdrift doet het laat zich begrijpen. Het is hoe noodzakelijk en onvermijdelijk ook. een ingreep in het eigen volk. Maar men doet het derhalve met openheid ook met ernst op zichzelf ook weer een Duitse eigenschap. Grondigheid Voor een deel van deze rechtspleging mag het dan laat zijn enkele oorza ken daarvoor heb ik in mijn vorige ar tikel*) doorgegeven hut gebeurt nu ook met een grondigheid die weinig aan het toeval zal overlaten. Men heeft zich in Duitsland reeds vertrouwd gemaakt met de gedachte dat enkele processen vele maanden zullen duren. Bij de sa menstelling van de rechtbanken en bij het aanwijzen van lekenrechters wordt hiermee rekening gehouden. Maar men wenst achter de feiten te komen, hoe af zichtelijk deze mogen zijn. Van de voorbereiding die deze processen ver gen kan intussen bij enig doordenken wel een voorselling worden gevormd. Toch kan wie met rechters en officie ren van justitie over deze materie te spreken komt zich niet geheel losmaken van de gedachte, dat aan het in bewe ging geraken van heel dit vervolgings- anparaat een zeker toeval niet vreemd lijkt en dat dit alles zich bovendien niet denken Iaat zonder de vasthoudendheid van misschien betrekkelijk weinigen. Een werkelijk centrale plaats neemt ln het te Ludwigsburg gevestigde bu reau tot het opsporen en vervolgen van wat genoemd worden de nationaalsocla- listische misdaden. We waren in de ge legenheid, een indruk op te doen van de intense wijze waarop het bureau werkt Vele tienduizenden kaarten staan cr reeds ingevuld. Een groep togewijden is nu sinds vijf jaren bezig met verza melen en registreren en hier ook worden de dossiers voorbereid die het materiaal bevatten voor de rechtszittingen. Bittere zaken Uiterst bittere zaken zijn bet waar mee, wie hier werken, worden gecon- f'onteerd. Het is een archief waarvan zich vermoeden laat dat bepaalde Duit sers het bestaan ervan verwensen. Wel licht niet zonder voorbedachte rade is liet, dat men al deze stukken heeft on dergebracht in het gebouw van een ge vangenis. zodat het de besscherming we dervaart die nu eenmaal van een ge vangenis het kenmerk is. En in de totstandkoming nu van dit centrale bureau schijnt het toeval een <ekere rol te hebben gespeeld. Ter plaat je werd ons het volgende verhaal ge daan. In 1957 stond ergens in Duitsland en man terecht voor een oorlogsmis daad. Wat de man tot zijn rechtvaardi ging aanvoerde kwam de huidige leider van het bureau op grond van eigen er varing uiterst onwaarschijnlijk voor. Hij eing op nader onderzoek uit, maar stuitte toen op de eigenaardige proble matiek van de Duitse rechterlijke inde ling. Ieder land binnen de bondsrepu bliek heeft namelijk zijn eigen compe tentie. Alleen samenwerking van de justitiële autoriteiten ut de onderschei dene Duitse landen, resulterend fn een gemeenschappelijk bureau zou in deze nröblematiek kunnen voorzien. Welnu, het bureau kwam er, zij het dus eerst in 1958, dertien jaren na de beëindiging van Hitiers overheersing. Men had zich de instelling van een bureau als dit vroeger kunnen denken, ook wanneer men de aangevoerde oor zaken verneemt voor de vertraging in de rechtspleging. Die opdeling van de Duitse bondsre publiek in een aantal landen, ook wat de rechtspleging betreft, herinnert de Nederlandse bezoeker aan de geschiede nis van zijn eigen land met daarin d<= zeven provinciën. Er is hoe een der dieptepunten uit de donkere Jaren van het nazisme was. dat recht en rechtspleging aan de lugubere gedach- tenwcreld van Hitier en dc zijnen wer den dienstbaar gemaakt. Het is hem be kend, hoe iedere rechtspleging die zich niet schikte naar zijn sinistere politiek deze man een ergernis en een gruwel was. waaraan h(j dan ook op niet te mis- kennen wijze uitdrukking gaf. Hiermee dan is de jonge rechtsstaat voor een nieuw moeilijk probleem gesteld. Een rechtsstaat toch wordt gekenmerkt door de bekende drie deling van wetgeving, uitvoering rechterlijke macht en door een strikte onafhankelijkheid van deze laatste, on der meer tot uitdrukking komend in dc rechterlijke onafzetbaarheid. Hoe te han delen met de foute rechters? Men heeft blijkbaar lang tegen dit probleem gekeken en eerst in 1961 heeft men kozen voor een oplossing die in rechtsstaat leek te passen. Gouden brug In dat jaar namelijk is voor rechters en officieren van justitie die in de pe riode van 1 september 1939 tot 9 mei 1945 hebben meegewerkt aan een niet te antwoorden of onmenselijke terdoodver oordeling de gelegenheid geopend, niet vervroegd pensioen te gaan. Omstreeks 150 rechters en officieren van justitie hebben van die gelegenheid die type rend de gouden brug wordt genoemd gebruik gemaakt Een probleem dev nog die kelen óp die voor het passeren van gouden brug in aanmerking komen m die weigerachtig bljjven deze weg te gaan. Men ziet er tegen op, met het oog op hen de constitutie, die immers van de rechterlijke onafzetbaarheid spreekt, te wijzigen, al sprak ik verscheidenen die met dit aanblijven van deze weinigen geen vrede hebben. Het valt te begrijpen. In elk geval heeft men zorg gedragen, dat de enkele halsstarrigen hun justiële carrière beëindigen op bescheiden pos ten, waar de aanraking met het publiek gering is. indien ze al plaats heeft. Ook hier dus een tamelijk late aanpak van een pijnlijke zaak. Maar ook hier is er een beroep op de omstandigheden die een vertraging in de aanpak heb ben bevorderd het gebrek aan docu menten bijvoorbeeld. Ts N?t een bevre digend verweer? Men ging in elk geval de probleemstelling in de gesprekken niet uit de weg. Er zijn trouwens ge wetenssituaties waarmee iemand zelf in het reine moet zien te komen, ook dan wanneer er geen dwingende wettelijke voorschriften zijn. En het zal met name de rechter zijn, die door zijn geweteD niet spoedig met rust wordt gelaten. In een beschouwing over de barre rechtspleging in vroeger eeuw heeft prof. Diepenhorst het onlangs ondenkbaar ge noemd, dat de twijfel toen niet een enke le maal aan rechtersharten heeft ge knaagd. al bleek naar buiten van enige wankeling niets. Inderdaad onbegrijpe lijk en ontmoedigend dit laatste, en wel in staat om de betrekkelijkheid van menselijke recbstoefening zich bewust te worden. Vrede in liet hart Maar wellicht is nu toch iets van di< inzelfkwelling ger/ angde gewetc y open baar geworden in de uittocht van die honderdvijftig die, zjj het over een gou den brug, de aftocht hebben gemaakt Zou het hun iets van dc vrede in hun hart hebben hergeven? Duitsland, jonge rechtsstaat maar juist ook als zodanig zelf gebukt onder de enorme last van onrecht Het was herderlijk schrijven van de Evangelische Kerk, in ons vorige artikel al genoemd, dat ook deze last plaatste onder de di mensie van de goddelijke gerechtigheid, waarvan de menseWce, rechtspleging niet dan een schaduw kan zijn. Tegelijk echter geeft dit aan die rechtspleging haar diepe zin en enorme betekenis. Naar het recht gemeten is het nieuwe Duitsland doende, iets goed te maken. Het eerste artikel over derwerp publiceerden wij blad van zaterdag 13 juli j.l. dit c TLTET Holland Festival is voorbij. Het sloot wat de muzieksector betreft, zaterdagavond in het Amsterdamse Concertgebouw met de uitvoering van Mahler's Achtste Symfonie. Een enorm apparaat was daarvoor op de been ge bracht: behalve het Concertgebouw orkest in versterkte bezetting stondeD daar vierhonderd zangers van het Am sterdamse Toonkunstkoor en de Am sterdamse Stem des Volks plus het jongenskoor van de St. Willibrordus- kerk en acht zangsolisten bij elkaar zo'n zeshonderd medewerkers. Rafael Kubelik moest al deze zan gers en spelers door de zeer vele no ten van de Achtste Symfonie leiden en, om het maar dadelijk te zeggen dit is hem niet helemaal gelukt. Nu is deze Mahler-Symfonie een bij zonder moeilijk werk. Maar toch kan dit niet als verontschuldiging dienen. De erbU betrokken koordirigenten hadden weliswaar met hun koor de noten goed ingestudeerd, maar Kubelik zelf kwam Das een week vóór de uitvoering aan En als men weet, dat Eduard Flipse voor zijn uitvoering van Mahlers Achtste zo ongeveer honderd repetities' nodig vond èn ook gebruikte, dan beseft men wel dat Rafael Kubelik deze zaak te licht opgevat heeft. Een muziek van zulke omvang en van zulke dieptè van inhoud stampt men er niet in een week tijds inl Daarom moest het wel mis gaan. En dat deed 't ook, met name in 't eerste deel. waarin een onbeschrijfelijke verwarring begon te heersen kort na het imposante Es-dur begin. Er viel geen touw meer aan vast te knopen en Kubelik wist ten slotte niets beters te doen, dan slechts de maat te slaan en niets meer aan te geven. Dat de eindstreep toch nog tegelijk werd gehaald, was het grootste wondr-r van deze avond. Het tweede deel slaagde veel beter, maar daarvan is de structuur ook veel gemakkelijker. Het koor heeft er weinig in te doen, terwijl op de so listen en het orkest het zwaartepunt ligt Bij de weergave werd Kubelik tenslotte door de extatische kracht van de muziek omhoog getild en toen pas begon Mahlers wereld enigszins te leven, toen pas be gon de muziek diepere zin te krijgen. Maar dit kon de uitvoering als geheel niet meer redden. Jammer, dat het zo moest gebeuren. Want men haalt niet meer zo gemakkelijk voor een derde keer het vereiste aantal zangers en spelers bij elkaar. De 34-jarige textielarbeider B. J. G. T. uit Tubbergen heeft zaterdag avond in Hengelo (O.) de vrouw, met wie hij omgang had, de 37-jarige mej. M. Bosch en haar 70-jarige moeder, de weduwe H. B. Bosch-Vergert, ern stige verwondingen toegebracht. Beide vrouwen zijn in een ziekenhuis opgenomen. De moeder had bezwaren tegen de om gang van haar dochter met T. en list dit ook blijken. Zaterdagavond, toen de dochter voor een boodschap was ver trokken, kwam het opnieuw tot ruzie tussen de moeder en T., die op bezoek was. Deze ruzie liep zo hoog, dat T. de oude vrouw bij de keel greep, haar neersloeg en haar hoofd tegen de keuken vloer beukte, tot zU bewus.eloos was Daarna heeft T.. die volgens zijn zeggen niet meer wist wat hi) deed, een wapen gezocht. Hij vond een bijl en daarmee wachtte hij de dochter op, die hij bij haar terugkeer vier of vijf slagen op het achterhoofd gaf. Zij werd ernstig ge wond, maar wist niettemin de straat op te lopen en om hulp te roepen. Daarna zakte zij in elkaar. De dader nam per fiets de vlucht. HU reed naar het sta tion, waar hij een taxi naar Borne nam. Uit Borne liet hij zich, weer per taxi. naar Almelo brengen, waar hU zich bU de politie meldde. Deze stelde de man op transport naar Hengelo, waar hU een uur na het plegen van de dubbele moord aanslag aankwam. Tegenover de politie tn Hengelo heeft hU een volledige be kentenis afgelegd. Beide vrouwen, die ernstig aan het hoofd waren gewond. zUn naar het ziekenhuis in Hengelo ge bracht. Mej. B. is later naar het zieken huis Ziekenzorg te Enschede vervoerd voor het onderdaan van een hersen operatie. Waar gaat het dan om in deze Achtste van Mahler? Mahler grijpt hier heel hoog: in het eerste deel, dat contrapun- tisch ronduit een wonder is en dat strak opgetrokken vorm bezit, bezimt hU het Veni, creator spiritus, de oude hymne, die getuigenis aflegt van kracht van le Heilige Geest. Mahler ziet deze hymne als symbool van de un sele, al-bezielende Liefde. Deze opvatting vormt ook de band met het tweede deel, waarvoor Mahler het mystieke slot van Goethe's Faust II gebruikt, en ook the matisch is overduidelUke verwantschap. Het voert te ver om op de betekenis van dit beroemde slot in te gaan. maar ook hier is sprake van de alomvattende Lief de, die Mahler inspireerde tot zUn „mu ziek der sferen", waarin „das Universum zu tönen und zu klingen beginnt". Het begin met de geheimzinnige instrumen tale inzet duidt dit reeds aan en bU de slotwoorden „Alles Vergangliche is ein Glelchnis" tekent zich de mystieke extase duidelUk af. Om tenslotte op de uitvoering terug komen: als solisten werkten mee Erna Spoorenberg, Margaret Tynes. Annette de la Bye, allen sopraan. Nan Merriman en Anny Delorie, alt, Anton Dermota, tenor, Vladimir Ruzdjak, bariton en ris Carmeli, bas. Allen kweten zich goed van hun taak op de bas Carmeli na, zUn partU niet kende en slecht zong. Dra- H. E. Kokee-van den Berge Treinramp bij Soerabaja Door een treinontsporing bU Soerabaja zijn volgens Arutara zaterdag twintig jen om het leven gekomen en veer tig gewond. De Joegoslavische dansgroep Kolo. die zaterdag het Haagse publiek tot groot enthousiasme wist te brengen. Vlaamse poëzieprijs Lievaart en Risseeuw Voor de zesde maal heeft het gemeen tebestuur van Heist (België) ter gele genheid van de 11 juli viering (Gulden Sporendag) haar steeds meer in de pu blieke belangstelling komende poëzie prijsvraag gehouden. Het aantal inzen dingen bedroeg dit jaar niet minder dan 277. De jury bestond uit de Vlaamse dichters en critici P. G. Buckinx, An- dré Demets, H. G. Parnath en J. Ver- Sedert de instelling van de priis v->- Fr. 5000,— is deze slechts tweemaal ln zijn geheel toegekend. Dit maal weid het bedrag verdeeld tussen zes dichters. De gemeente had er nog een schepje boven op gedaan. Inge Lievaart ontving haar prijs op grond van een van de drie door haar ingezonden verzen, getiteld Van de din gen. P. J. Risseeuw had een ballade in. gezonden getiteld Novum Belgium- Nieuw Nederland, welke de bewogen geschiedenis van Nieuw Amsterdam (New York) tot onderwerp had. De derde Nederlandse prijswinnaar was Pater Pierre Benoit van Haarlem. De overige bekroonden waren de Vlamingen Luc van Clooster uit Gent. Walter Margot uit leper en Walter Haesaert uit Thielt Bij elk lustrum van deze jaarlijkse poëzieprijsvraag worden de bekroond» verzen in een bundeltje uitgegeven. Drie dagen gewond in bos gelegen Niet minder dan drie dagen en nach ten heeft een 33-jarige vrouw uit Mep- pel, mej. H. v. d. S.. in de staatsbossen bij IJhonst gelegen na een val van haar fiets. Zij werd zaterdagavond ontdekt door een veertienjarig jongetje uit Stap horst. Onmiddellijk werd de vrouw een ziekenhuis in Meppel gebracht. De vrouw fietste woensdag door de bossen toen zij kwam te vallen. Ze be zeerde zich zodanig dat ze niet meer op kon staan. Haar hulpgeroep werd door niemand gehoord. Inmiddels was wel aangifte van haar vermissing ge daan: de politie verzocht vervolgens haar opsporing. Toen Wim van der Linde zaterdag avond door het bos fietste vond hij de w die zacht kreunde. Ze was uitge put door gebrek aan voedsel en door de emoties. Het Joegaslavisch danstheater ,Kolo" heeft zaterdagavond een vol ledig bezette Kurzaal tot groot ent housiasme gebracht met zijn optre den in het kader van het Holland- Festival. Het geweldige tempera ment, de perfecte techniek en de on gekunstelde vreugde, waarmede de 35 beroepsdansers uit Belgrado de zo rijk geschakeerde volksdansen van de Balkan voor het voetlicht brach ten, begeleid door een groep voor treffelijke musici, veroorzaakte on gekende ovaties bij het dankbare publiek. t was dan ook een belevenis, deze voorstelling. .Met een enorme vaart en schijnbaar onvermoeid boden de dan sende Joegoslaven de festivalbezoekers een onvergetelijke reis door hun land, dat in feite een tiental volken bundelt en dat daarom zo contrastrijk is, ook in cultureel opzicht Uit de melodieën, de passen en de symboliek van de dan sen herkende men hun herkomst: de oriëntaalse ritmen uit Macedonië, Bos nië en Zuid-Servië. de polka's uit het bergalnd van Slovanië, de reidansen uit Servië, de oogstdansen uit Kroatië en Slavonië. Zij werden afgewisseld met krijgshaftige bewegingen van Komitadjis' uit Macedonië, met duel lerende herders uit Rugovo, verleidelijk dansende zigeunerinnen uit de Voivodi- na en lyrische volksliederen uit Dal- matië. Nog sterker spraken de authen tieke klederdrachten, die rijker er kleuriger werden naarmate de streek van herkomst welvarender is. De overheid in Joegoslavië stimuleert de volksdanscultuur met ruime midde len en biedt een aantal instituten de gelegenheid oude volksdansen op te sporen en te bewaren voor het nage slacht. Zo heeft de directrice van „Ko lo", Olga Skovran, verschillende oude streekdansen, die op dorpspleinen in herbergen zijn opgespoord, voor theater omgewerkt. Zij heeft daarbij de stijl, de techniek en dc beweging van de originele dansen echter in haar cho reografieën weten vast te houden, wi door aan oorspronkelijkheid niets is geboet wordt gehouden als in Joegoslavië, al moet er direct worden bijgezegd dat ook weinig landen zijn die over zulk 1 schat aan nationale dansen kunnen beschikken. De toerist die meer en naar Joegoslavië trekt kan bo vendien merken hoe de volksdans er leeft vooral onder de jeugd. Elke feest dag. elke gebeurtenis die de samenle ving raakt, wordt er aangegrepen om in de kolo, de karakteristieke reidans, die zo oneindig veel vormen kent, de vreugde en temperament tot uitdruk king te brengen. Daarom was het eigenlijk geen won dat het beroepsgezelschap, dat za- lagavond in de Kurzaal ovatie op ovatie kreeg en daarom tot vele toe giften werd gedwongen daaraan, met zo duidelijk merkbare vreugde voldeed en aldus zorgde voor een indrukwek kende afsluiting van het Holland-Fes tival voor dit jaar. R. W. Helding» der teVdai Een paraplu-service, die de direc tie van het motel bij Arnhem negen maanden geleden in het leven riep, is dit motel tot nu toe op een ver lies van enkele honderden regen schermen komen te staan. Teneinde bij regenachtig weer de gasten tegen nattigheid te beschermen stelde de directie in de hal van het motel en op de parkeerruimte regenschermen ter beschikking van „de geachte clientèle". De paraplu's werden in daarvoor speciaal vervaardigde stan daards geplaatst. Na zeer korte tijd waren alle paraplu's, die vijftien gul den per stuk kostten, verdwenen! De directie zette nieuwe exemplaren in de standaards, waarboven het opschrift „Niet meenemen, geen souvenirs" werd geschreven. Ook nu weer bleken de standaards na korte tijd volledig leeg te zijn. Toen probeerde de moteldirectie het met heel goedkope, uit Japan ge ïmporteerde paraplu's waarop ze overvloede in grote letters de naam het motel liet aanbrengen. Ook dit hielp weinig: De voorraad liep onmiddellijk terug. Bij een steekproef zag de directeur binnen zes minuten ongeveer evenveel Rinus Westra was in stilte de treurende min naar. Hij had de eed van huwelijkstrouw aan zijn Jeannetje nog niet afgelegd en in dat sta dium kijkt de minnaar als regel naar een brief van zijn lief uit als een hond naar een vette kluif. Maar correspondentie was voor onbepaalde Toch moest en zou hij zijn hart luchten en toen tijd opgeschort en het bestaan van postverbin dingen was kort en goed uit hun leven geschrapt de „Katrynsveen" haar tweede doop had ont vangen was hij een dagboek begonnen Hij had het weliswaar niet van dag tot dag bijgehouden, maar eenmaal het boek in handen, zou Jeannetje behoorlijk op de hoogte zijn van de meest in tieme gedachten, die Rinus in zijn verliefde brein had gekoesterd. En daarnaast was het een boek vol avonturen, de avonturen van een vrij buiter. Daags na de uitspatting van zijn kapitein in Nagasaki, schreef Rinus in zijn dagboek tot de schande van kapitein Bart Beunders het volgen de: „Wat hem dwars zat weet ik niet. Ik weet al leen maar dat hij een behoorlijk stuk in zijn kraag had en met de een of andere Engelsman, die hij ergens had opgepikt, door Nagasaki zwier de en er geen straat breed genoeg was. Begrij pen doe ik het niet, want dat is de „ouwe" nog nooit gebeurd, bij mijn weten. Toevallig was ik 's avonds met Simon een uurtje de wal opgegaan om 's rond te neuzen. Je hebt dan natuurlijk altijd zoveel gehoord over die beroemde Japan se geishas, dat je het ook wel eens met je eigen ogen wil zien, maar neem het maar van mij aan, Jeannetje-lief, ze kunnen mij gestolen wor den. Een partij geverfde poppen; net dingen met een stuk mechaniek er in. Neen, voor mijn ge voel is daar geen stukje menselijkheid meer aan en van mij kunnen ze direct een vol dozijn ca deau krijgen tegen één Jeannetje. Ja kind, het is een ellende, dat Ik alleen maar op papier met je kan kletsen en zelfs dan spreek ik nog tegen de muur, daar ik het je niet eens kan sturen. Maar wat moet, dat moet en Beunders, die ouwe zuipschuit doet werkelijk alles om de twee ONDER VALSE VLAG ouwetjes zo gauw als maar mogelijk is, uit de knoei te helpen. Enfin, ik liep dan met Simon zo'n beetje rond te kuieren en daar zagen we hem ineens. Hij had 'm, wat je noemt, staan ais een dief, maar wij zijn maar gauw een zijstraatje inge- glipt, want voor hein zou het natuurlijk niet lol lig zijn, als hij one was tegengekomen. Maar van morgen, niks aan 'm te zien en je begrijpt wel, dat ik ook niks liet merken. Het was gewoon „Morgen Rinus", en „Morgen kap'tein" en toen hoorde ik. dat we anker gingen lichten en naar Kobe zouden opstomen. „Zo maar leeg en wel, kapitein?" vroeg ik nog, want als je met een schuit, die zo'n eind boven de waterlijn uitsteekt ook maar een klein zeetje krijgt, ben je nog lang niet gelukkig. Maar hij haalde zijn schouders op en zei: „Ja joh. het is pech, maar hier is geen cent te verdienen en ik heb inlichtingen gekregen, dat we in Kobe niet op de koffie zullen komen We moeten het er maar op wagen en hopen, dat we rustig water vinden.Ik weet er ook niks anders op" En zo zijn we, vanmorgen vroeg, vertrokken en de zee is als een spiegel zo. glad Kobe is niet zo ver; het zal, denk ik, zowat twee etma len zijn, dus dat is dan ook het ergste weer niet. Als we er nu maar vracht vinden. Simon begon vandaag nog over gisteravond, maar ik zei: „Vergeet het nu maar. Simon. De „ouwe" zal een beetje kopzorg b vt««n gehad. omdat d'r niks aan lading te vinden was en die Engelsman heeft hem het een of ander drankje gegeven, dat niet zo best gevallen is. Bart Beun ders, dat weet je toch, is zo niet" Enfin, wat ik liever zou willen weten is of je nu al wat met die kerels van het Woningbureau hebt kunnen versieren. Daar zit ik zo dikwijls over te piekeren. Ten slotte heb ik hier mijn werk en jou heb ik met de hele rompslomp la ten zitten. Misschien denk ie zelfs wel, dat ik je helemaal vergeten ben, omdat je taal noch teken van me hoort Het is een ellendige geschiedenis en soms vraag ik me wel eens af of het de moeite waard is om dat allemaal over te heb ben voor twee ouwe mensen, die d'r leventje ge leefd hebben. Maar Beunders heeft gelijk. We moeten die arme kerels uit de penarie zien te helpen. Wij hebben ten slotte ons hele leven nog voor ons. Maar oh kind. wat zit ik soms te hunkeren naar een enkel lettertje van jou Breed en machtig strekte de Zuid-Chinese Zee zich voor hen uit. Kapitein Gregson had gelijk gehad. Het spreek woord, dat kinderen en dronken mensen de waar heid spreken, had weer eens een goede beurt gemaakt. Kobe had meer dan bevredigende oogst gegeven en de „Fairy Queen" was tot over de waterlijn gevuld met een gemengde lading voor Brunei, Penang en Rangoon. Bart Beunders en zijn volk waren weer voor verschillende weken onder de pannen en, wanneer alles zonder hor ten of stoten verliep, bleef er waarschijnlijk nog een aardig duitje voor de Vlaardingse oubazen over. Een half jaartje geluk, hoopte Bart, en hij zou hen uit het financiële moeras weer op de kant kunnen trekken. De .Fairy Queen" had een volle lading kun nen boeken voor Soerabaia en Djakarta. Aantrek kelijk genoeg, maar kapitein Beunders wilde zijn nog wat jeugdige scheepspapieren liever nog niet onder het al te spiedend oog van een Ne derlands ambtenaar brengen. Eerst moesten ze een beetje meer besmeurd zijn met tal van stempeltjes en onleesbare handtekeningen, voor dat hij zich aan dit experiment waagde. (wordt vervolgd) paraplu's in auto's verdwUnen. Op zijn vraag „Waarom?" kreeg hij het weinig originele antwoord: „We dachten dat het souvenirs waren" De directie verliest de moed niet en heeft de voorraad maar weer aangevuld. „Al lijkt het er op", zo werd van deze zijde verklaard, ,,dat we aan ons motel een paraplufabriek moeten gaan ver binden" Ontvluchte zond directeur pakje en de groeten... De directeur van de strafgevangenis in Scheveningen heeft gisteravond een pak je ontvangen, dat de sp.»rtkleding bevat te van de enke'e dagen geleden op spec taculaire wijze ontvluchte 27-jarige Haag se zeeman J. B. Ook zat er in het pak je een briefje waarin B. de directeur be dankte voor de goede behandeling en hem meededeeHe. dat hij voorlopig nog wat vakantie zou houden. Het pakje werd zondag gevonden op het dak van een rijwielstalling dichtbij de hoofdingang. B., die veroordeeld was wegens poging tot diefstal met geweldpleging op een taxl- ctiaffeur, had t-j^ eind mei 1964 gevangen moeten zitten Hij wist eohter over een hoge muur te komen en nam vervolgens met een ware tijgersprong de laaste hin dernis naar de vrijheid. Beeldjes gestolen uit Madurodam Tussen elf uur en half twaalf zijn za terdagmorgen van een tentoonstelling van kleinplast'.ek in de miniatuurstad Madurodam in Den Haag drie beeldjes gestolen. De vermiste kunstwerken zijn .De dokwerker" van Sydney Harplcy uit Kew (Engeland) ter waarde van bijna f 700 en „Studie 1" en .Studie 2" van de kunstenaar Celo Pertot uit Stockholm. Deze beeldjes zijn per stuk ongeveer f 1075 waard. De directeur van Maduro-' dam, de heer G G. Jungerius, gelooft dat souvenirjagers de beeldjes van hun sok kel hebben gebroken. Op de tentoonstel ling is toezicht en ook zijn er alarmschel- len aangebracht. Ned. kustvaarder in moeilijkheden De Nederlandse kustvaarder Lizard <360 brt) is zaterdagnacht in moeilijk heden geweest op de Noordzee. Door nog onbekende oorzaak begon het scheepje op 40 mUl ten westen van Hoek van Holland slagzU te maken. Kapitein A. van der Linden besloot toen een gedeelte van de deklast over boord te zetten. De slagzij werd daardoor binnen acht minuten tUds opgeheven. De Lizard was met een lading cacao- schilvers op weg van Zaandam naar Avonmouth in het kanaal van Bristol. Het scheepje heeft de reis voortgezet.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1963 | | pagina 9