EEK DORPSSTEMTJE IN EEN WEEELDSTSE 1813 GINO SEVERINI'S GOEDHARTIGE KUNST Kunst van 150 jaren Koninkrijk Nederland ZONDAGSBLAD ZATERDAG 13 JULI 1%J OMVANGRIJK OVERZICHT IN HET .STEDELIJK» 1813: Het Franse juk is afgeschud. Stad houder Willem V landt als Koning Willem I op de kust van Scheve- Komende geslachten zullen deze jaartallen nooit vlak achter elkaar in hun leerboeken aan treffen. De huidige generaties worden er wel mee geconfron teerd omdat het zinvol is, te overzien wat zich in deze ander halve eeuw binnen de lands grenzen heeft voorgedaan. Het eerste evenement in een tot 31 maart 1964 geprojecteerde reeks manifestaties is de om vangrijke tentoonstelling „150 jaar Nederlandse kunst" in het Stedelijk Museum te Amster dam. Een groep deskundigen heeft deze expositie voor de be zoekers en voor het nageslacht vastgelegd in een bijzonder waardevolle catalogus, die als een kunsthistorisch document van de honderdvijftig konink rijksjaren later in boekvorm zal verschijnen. De beeldende kunst van het ge- exposeerde tijdvak is verdeeld in acht perioden, waarop in de ca talogus na een algemene inleiding van dr. H. L. C. Jaffé afzonder lijke toelichtingen worden gege ven. t.w.: ,,De eerste vijftig jaar" door mr. C. J. de Bruyn Kops, „Haagse school en Amsterdams Impressionisme" (A. J. Peter sen), „Vincent van Gogh" (Jos de Gruyter), „Rond 1900", even eens van Jos de Gruyter, „Ex pressionisme" door J. M. Joosten die ook „Mondriaan en De Stijl" heeft geschreven en vervolgens „Neo-realisme" en „Na 1945" van L. Gans. Johan Barthold Jongkind (1819-1891) stond van Alleen was later ook Vine zijn landgenoten geïsoleerd toen hij mede expressionistisch baanbreker koers gaf aan een nieuwe visie in de Europese tijd. Op de tentoonstelling schilderkunst: het Franse Impressionisme. landse kunst" in het Am. Museum hangt n toets en helder voorstellende de h kind dit met geschilderd i Rotterdam in In iedere oude stad van enige grootte, zo ook in Parijs, vindt men wijken en zelfs straten die een eigen karakter hebben bewaard, waar goede na buurschap wordt betracht en een zekere vorm van dorpsleven zich heeft gehandhaafd te midden van de wielende drukte van het stadsverkeer. In zo'n dorp brengt Robert Sabatier zijn lezers in zijn laatste boek La Mort du Figuier. Hij noemt niet eens de naam van zijn straatje; het moet onvindbaar blijven. Wel blijkt uit enkele ge gevens dat de schrijver het plaatst op de rechter Seine-oever. Staalkaart Het eigenaardige vah het straatje is zijn interna tionaal karakter, waarin zeven k acht landen zijn ver tegenwoordigd. De centrale figuur is de Griek Stavro, die na zwerven door verscheidene werelddelen en over vele zeeën hier het anker heeft laten vallen. Beneden hem woont de Duitser Gamfrinus, afstammeling naar zijn zeggen van de uitvinder van het bier, waaraan hij dan ook overvloedig eer bewijst; dicht bij hem de Italiaan Cremonesi, her steller van alle soorten muziek instrumenten en werker aan een nieuw wonderinstrument, en de Spaanse kapper Vicente, die na de mislukte vrijheidsstrijd heeft moeten emigreren; in een hoek Straul, verwoed bonapartist, le verancier van valse identiteits papieren; op eer bovenhuis de blonde jonge vrouw met een duis ter verleden, waaruit ze een zoon tje met de Engelse voornaam Al len heeft overgehouden. Midden in het straatje staat een kasteelachtig herenhuis, het domein van de Hongaarse gravin Veronka de Wy, een erotomane, jagend op liefde in allerlei vorm. Waarom deze onvolledige op somming te ver lengen; alleen is het opvallend dat geen enkele echt- Parijse familie voorkomt tussen al deze ontwortelden, die elk hun ge heim met zich mee dragen, dat ze in elkander eerbiedi gen. Al even op vallend is het dat Sabatier geen en kel volledig gezin presenteert, r tweede wereldoor log voor de gene ratie kunstenaars die daarna aan bod kwam de band der traditie heeft verbroken. Op de tentoonstelling is deze „breuk" hoewel uiteraard do werkeiT- extra geaccentueerd En een OOrloq Verbrak de band met het verleden weerkeltjlcheidsbelevini! de groepering van het geëxpo- -"T--"' »- j-gj Jgelte van seerde: in het oude gedeel het „Stedelijk" heeft men de kunst tot en met de jaren rond 1900 over zestien zalen verdeeld en in de bovenzaal van de nieuw bouw is de hedendaagse kunst on dergebracht. De vertegenwoordi- Expressionisme, B Stijl zijn bijeen i an de „Haagse School" i en de romantische stijl c 'oord; staakten het navolgen e meesters uit de gouden eeuw n realiseerden met warme grij- en een eigentijdse stemmings- het' Neo-réalisme kunst. Haar hoogbloei bereikte de de benedenzaal van Neo-classicisme en Romantiek Om dit. artikel niet te lang en het overzicht met het woord zo overzichtelijk mogelijk te maken, willen wij ons nu bezig houden met het geëxposeerde tot het Ex pressionisme. In een volgende be schouwing hopen wij dan aan dacht te besteden aan de in onze eeuw gewortelde kunst. Centraal staat in het jaar 1813 de figuur van koning Willem I, teruggekeerd uit Engeland, en het is de in Engeland geboren schilder Charles Howard Hodges, wiens fijn-classicistisch en voor naam geschilderde portretstudie van de vorst eigenlijk de tentoon stelling opent. De meesten van zijn Nederlandse vakbroeders pro longeerden nog de tradities van de oud-Hollandse School, al was er dan wel iets merkbaar van het internationaal optredende Neo classicisme en van de Roman tiek enerzijds in het werk van Knip, Mol en Jelgerhuis, en voor het romantische bij Bosboom. Ta- venraat, Koekkoek, Schelfhout Nuyen en ook wel bij J. A. Kru- seman. Het Classicisme maakte hier overigens weinig opgang, want het riekte de schilders te veel naar de Franse overheersing, naar het caesariaanse van de Empirestijl. Geheel in overeen stemming met de eigen aard gin gen zij weer liefdevolle aandacht wijden aan de vaderlandse natuur en de simpele dingen van iedere dag. Zie de landschappen van Hulswit, Weissenbruch en Bil- der en ervaar de ordentelijke burgerlijkheid bij de Rotterdam mer Rochussen, bij de door Won der geobserveerde familie De Bruyn de Neve en in „De Bij bellezing" van Bakker Korff. Niet dramatisch De Nederlanders van die eerste jaren in onafhankelijkheid kenden zeer zeker het romantisch le vensgevoel. maar niet de drama tisch geladen romantiek van kun stenaars als de Fransman Dela croix. Hier is het vlakker, „met nergens iets verhevens ertussen" De mensen zijn huiselijk en: rea listisch. Uit hun rijen komen wel knappe, maar geen gouden- eeuwse meesters voort. De geest van de tijd staat grootheid niet toe. Zie rond op de tentoonstel ling: vrijwel alle werken zijn van bescheiden formaat. Ja. Pieneman poogde ongetwij feld een greep te doen naar groot heid. Met enorme historieschilde ring dacht hij een vaderlands heroïsme leven te kunnen inbla zen en hij had korte tijd succes, doch meer vanwege de afmetin gen van zijn stukken dan dat hij in het thema wist te bezielen. De beeldende kunst zou een andere richting kiezen. Met Weissen bruch als de grote doorbraakfi- guur ging het naar wat de Haag se School wordt genoemd. Achteraf bezien, liep de veelal in Frankrijk levende Jongkind voorop. In zijn tijd kreeg hij ech ter niemand mee. Jongkind, die met zijn krachtige, losse toets en helder koloriet een belangrijke stimulator werd van het Franse impressionisme, kon slechts mis troostig vaststellen dat zijn land genoten. hoewel naar levensge voel er enigszins mee verwant, zich van deze uitlandse vernieu wing afwendden. „Haagse School" •- „Haagse School" in de jaren ze- ■- ventig met de gebroeders Jacob, n Matthijs en Willem Maris, Anton v Mauve, Jozef Israëls en Weissen bruch als de prominenten. Verscheidene jongeren, onder wie leerlingen van Haagse meesters, namen bezit van Amsterdam. Zij ga- i een nieuwe drang: de kunst van het zeer persoonlijk ge voel, de extase van het ogenblik. Het „Amsterdams Impressionisme''_ geboren. Nu leven als de „Tachtigers". Schijnt hun tijd niet veel verder achter ons te liggen? Naar nieuwe tijd Breitner, de invloedrijkste schil der van zijn generatie, voerde de „Amsterdamse School" aan. Van het landschap ging de aandacht naar de vibrerende, groeiende stad en naar de mens die er het ritme aan gaf. Steeds meer grijze toetsen maakten plaats voor broeierige „bruinen". Ook buiten palet en schilderdoek broei de iets. Het socialisme was in op mars, de kerkgemeenschappen reactiveerden, Kuyper en Schaep- man vonden elkaar. Religieuze en sociaal-maat schappelijke impulsen vinden hun de beeidendc- istoffel F Vonder staat aan hel begin van Nederlands i als koninkrijk. Met dit portret van de familie De Bruyn t 1813 is hij Urn volle de representant van de geest van huiselijkheid, van burgerlijk classicisme, kortom puur „Hollands". Fbijna uitsluitend alleenstaande figuren. Een stomme getuige van het dorpsleven mag niet vergeten wor den; waar het straatje zich ver breedt tot een scheepsvormig pleintje staat een oude vijge boom, ook immigrant, tussen de straatstenen. Zijn dorre takken dragen nog een enkel blaadje, een schaars bloempje, maar nooit een vrucht; op het eind van het boek heeft de dood hem volkomen De indringer Een nieuwe man komt in deze vluchthaven binnendringen: een ontslagen gevangene, die na vele jaren opsluiting angst heeft voor het leven en misschien ook voor de wraak van de zijde van de neergeslagen tegenpartij. Stavro neemt hem op, deelt met hem wat hij bezit en staat hem zijn vliering af als verblijf. Als hij voorzien is van nieuwe papieren, kan hij de vrijïieid ingaan. Maar door Lijn verrekijker heeft hij dagen lang Veronka be spied; zijn hart en zinnen roepen om haar. Als hij met haar in contact komt. brengt hij haar de absolute liefde, zonder perverse ele menten, die ze zonder het te we ten zocht. Helaas, ze wordt, ver moedelijk door een afgewezen minnaar, vermoord Pezner, de uitverkorene, werdt aangehouden, maar weet zijn onschuld te be- ROBERT SABATIER vrijden, wordt niet geloofd. En zo eindigt de roman met een onop gelost raadsel. Kaars levensgevoel. Zij taliteit. Berlage schept zijn Am- lieten zich door de sterdamse Beurs; Toorop, Thorn gedurfde schilders- Prikker, Derkinderen en Roland visie inspireren tot Holst alsook de beeldhouwers een dynamischer Mendes da Costa en Zijl dragen bij aan een nieuwe gemeenschaps- •fr kunst. Sommigen hunner en ook an dere kunstenaars zoeken in hun toekomstverlangen naar symbolen. De mens tijgt ter ruimtevaart; de vlak ruimtevaart van de geest in het te vc I. Hij mystieke het bovenzintuiglijke komcn inges,ote„ door de opruk- een Hij leeft reeds in de moderne tijd. En vrijwel niemand heett kende Duitsers. De soldaten voe oog gehad voor de baanbrekers len zich door iedereen verlaten er daarheen: de tragische Vincent willen niet meer vechten als ze karnen wasop'gebr'.nd om «een lieht hebben. Dat licht - de weg naar het moderne te belich- moet komen van kaarsen Kaarsen voor het peloton het peloton, Rondom dit gegeven speelt het De schrijver heeft c door George Mandel. Uitgave verhaal zich af, een vrij zwak geval dat werkelijk wel eens Mendes da Costa (1863-1939) was een van de weinige pro minente Nederland se beeldhouw droeg by at talc gemeenschaps kunst. H ier zijn kleine „Visverkoop- Sijthoff, Leiden. Een gezochte probleemstelling. Een Amerikaanse compagnie is oor het Ardennenoffensief opgerukt en wordt nu vol- verhaal overigens. Oersterke ser geants en zelfverzekerde korpo raals halen de kastanjes uit het gekomen zal zijn, op tendentieu- e wijze gegeneraliseerd en ten 'oorbeeld gesteld aan alle jonge- de heren officieren die ren die nog eens in een oorlog lopen te protsen met verzeild mochten raken. Uit heel het boek spreekt een onvervuld verlangen van de schrijver. Tot slot: is het nu werkelijk blas- hun mooie wapens, niets doen zo ver mogelijk achter het front blijven. Is er nu eens een officier die wat wil doen dan gaat alles nodig een oorlogsboek wordt de compagnie ge- spekken met obsceniteiten Romantiek Een nuchtere weergave van da schamele zakelijke inhoud doet dit boek onrecht. Het is geladen met romantiek, boordevol dichterlijk sentiment. Stavro leeft in zijn ar- 1 moede als een rijk man, hij ziet zichzelf het leven spelen. Zijn be wonderende uitroep is telkens: ..quel grand seigneur je suis". Een weemoedig verlangen naar het verre vaderland en zijn ge boortestad Nauplion boort wel omhoog, maar wordt terugge drongen door de sterkere levens lust Gambrinus mijmert stil over zijn verloofde Rebekka, die het slachtoffer werd van de nazidol heid; voor de buren evenwel is hij de evenwichtige, wijze man, raadgever in moeilijke gevallen, stil genieter van het goede des levens. Cremonesi leeft, omwap- perd door lange manen en baard, in het rijk der klanken met zijn trouwe gezellin, de kip Carmen. De weelderigste .romantiek heeft Labatier uitgestort over de grafelijke familie, de overleden va der met zijn overprikkelde trots en de temperamentvolle dochter, de rijkversierde zalen en het sou terrain met de gemummificeerde doden opgesteld in de houdingen i levenden. Al even romantisrh tragische afloop. Labatier is treedt naar voren in dergeujic de legenden en verhalen die Sta- vro opdist, in de paganistische le venslust en de liefde voor kleuren en geuren, uitgestald door de Griek. Het aparte aroma van dit boek geeft er een bekoring aan als van een blijde zomermorgen. daar- decimeerd, vooral als de sergeant femiteiten? Ons dunkt, een goed waarin nog blijkt van stylering. ten. In het Museum Boymans-van Beuningen te Rotterdam is tot 1 september de ontwikkelings gang te volgen die de nu tachtig jarige, in Parijs levende Itali aanse schilder Gino Severini heeft doorgemaakt. Een van dc meest interessante aspecten van de tentoonstelling is de weer spiegeling van vele stromingen of „ismen" die in de beel dende kunst van de laatste zes tig jaren naar voren zijn geko men. Severini verkende het ter rein naar vrijwel alle richtingen bewoog zich soms in de voor ste gelederen hij behoorde tot de eerste Itallaai e futuristen maar vaak ook nam hij van andere stijlen eerst jaren na het ontstaan daarvan iets in zijn werk over. Severini werd geboren op Etruskische bodem, in het stad je Cortona. In zijn moeilijke kleutertijd kreeg hij niet veel meer mee dan de onafhanke- lijkheidsdrang die de bevolking daar eigen is van eeuwen her Als joch van amper zes jaar be proefde hij al zijn geluk in do Op zestienjarige leeftijd oni ving Severini zijn eerste lessen in de schilderkunst, daarbij ge holpen door nieuwe vrienden di. wat opdrachten gaven. Hij wa- drieëntwintig toen hij in Parijs verscheen en vier jaar late.- on dertekende hij met Bnccioni Carré. Russolo en Balla .iet ma nifest van de futuristische schil ders. een dynamische beweg.ng voortgesproten uit verzet teger het academisme en het gezap.e voortborduren aan verwaterd- vormen. Terugkeer Intussen was het cubisme a enige jaren in zwang, doch he zou nog ongeveer tien jaar v«" gen vooraleer Severini zich v." JW»W deze expressievorm ging bedie- hang nen. Severini stond nimmer aai de extreme, oproerige kant vai een nieuwe uiting. Daar was ai te bedachtzaam voor. Ook kei hij niet anders dan trouw blij veil kele begrippen vastleggen, dan mag gesproken worden van een goedmoedige kunst, veelal ver- k en niet diepgaand in- - ..v,».,. v, maar wel vriendelijk treden zeifs üt zjjn periode van de oor- :on van logsmotieven (19141916) ging Severini voorbij aan de trage- i de waanzin van de oor F.rn van Severini's cubis- tische stillevens (1919). ont staan in de periode waarin hij zich toelegde op matlie- het lyrische een be langrijke rol spelen. We zien deze wezenskenmer ken niet alleen in zijn vroegste, divisionistische werk; ze tre aan den dag in alle fasen Severini's ontwikkeling. kunst heeft, figuurlijk, geen scherpe kanten en vertoont ner gens het karakter van een vlam mend protest. Veel meer was de ze schilder de verbindende scha kel tussen bepaalde stromingen. Zo wordt hij beschouwd als de andere kunstenaars terugkeerde Licht- en Lyriek trait-d'union tussen futurisme cubisme Daarin ligt dan ook hoofdzakelijk zijn betekenis voor de klassieken en dus zijn vorm zocht in het neo-classisi- me. Daarmee gepaard ging z;ji terugkeer tot het katholicisme, hetgeen ongetwijfeld van invloc l is geweest bij zijn zoeken naa: harmonie en. zoals hij zelf ir een publicatie heeft verklaard, naar het verband tussen de har monie van het heelal en de een- icid van vorm en kleur. Severini's hernieuwd religieu oelcven en zijn lichamelijke :wakte na een ernstige ziekte 1920 waren er oorzaak nj zich uit de frontlinies van Cc .ismen" terugtrok De exposi tie in Boymans-van Beuninger vertoont dan ook een vacuum .•an ongeveer tien jaren (192'. 1933) in welke 'ijd nil voor ver scheidene kerken muurschilde ringen en mozaïeken vervaardig Te. boeken illustreerde en ar» i kelen over stromingen in dc beeldende kunst publiceerde. In de tentoon stellingszaa hangt slechts één doek uit de ji ren dertig, een stillev 'ten en schalen en con vis. da hij „Rythme van voorwerpen noemde ihel dynamisch rythm». -» ontstaan uit het futurisme behoort met het spel tussen voorwerp en licht tot zijr. rneest geliefde elementen in de com- Na dc Tweede Wereiaoorlo^ dat heeft Severini als bejaard kun stenaar nog eens alle verworven heden uit zijn stilistische ontwik keling in een aantal werken sa mengevat. Weer zijn er de vrien delijke. frescoachtige tinten, het geometrisch lijnenspel en de re laties met de werkelijkheid waaraan hij in zijn gehele oeuvre heeft vastgehouden. Het zal de tentoonstellingsbe I zoeker opvallen dat deze gebon denheid aan de realiteit Severini verscheidene malen in zijn kun stenaarsloopbaan er toe heeft gebracht dc expressievorm van bet ogenblik volkomen los te la- Reeds a krui vijftig jaar geleden «as m Rotterdam (bij dc Kunstkring) werk te zien van de Italiaanse schilder Gino Severini. Het hier grrr- produceerde divisionistische schilderij „De wafelverko per" Parijsuit 1908. dus periode, wordt nu voor I eerst tentoongesteld. ten om op zijn wijze, in een bij na strenge tekenachtige trant, realist te zijn (zie ..Jeanne" en „Moederschap" van 1916 en zijn „Pierrot musicien" van '23-'24 uit de collectie Boymans-van Beuningen). TON HYDRA liaanse hemel, een Grieks heu vellandschap en dat niettegenstaan de de donkere wolken die som.» wel even opkomen, maar zich spoedig oplossen in het sterke licht. Onmodern Het is merkwaardig een boek te lezen van een jong schrijver die zo vastberaden het nihilisme de rug toekeert en het leven aan vaardt. Geen religieus element verleent de kracht daartoe; de godsdienst van Stavro beperkt zich tot het branden van een paar kaarsen voor de ikonen in de ka merhoek. Dionysos, dc Griekse god van de levensvreugde, huppelt over vele bladzijden van dit boek en als hij daarbij struikelblokken ont moet, weet hij ze wel te vermij den zonder in geforceerdheid te vervallen. Trouwens, het gehele oeuvre van Sabatier is door- glansd van licht en blijheid en een les in menselijke broeder schap Men kan de basis van de ze gezindheid wankel noemen en de auteur beschuldigen van een oppervlakkigheid die blind is voor de noden van de moderne mens, maar leidt cynisme cn nihilisme tot iets beters? In dit verband mag er op ge wezen worden dat Sabatier, volkskind uit Montmartre, wees op tienjarige leeftijd al vroee dc harde kanten van het leven heeft leren kennen en geen geplaveide weg voor zich vond. Een scheut scepticisme in zijn visie op mens en maatschappij zou niets ver wonderlijks hebben. Op het igcnblik werkt hij in een uitgeversbedrijf en publiceert sinds 1951 in kranten cn tijd schriften. Het nu verschenen boek is zijn revende roman. Voeg daarbij twee bundels gedichten en een essay en het is wel duidelijk dat in de verlopen tien. til jaar tijds deze nan naast ziJn dagtaak niet heeft «tilgezeten. Onmodern is Sabatier ook nier- in dat bij niet het voorbeeld volgt van vele schrijvers die zonder te behoren tot de groep Le Nouveau Roman toch een enkel procédé van haar overnemen wat de structuur van hun werk of het taalgebruik betreft Sabatier volkomen zichzelf gebleven; ver moedelijk vindt hij. warmbloedig mens. het nieuwe dnt oe groep brengt te kil en te gekunsteld. Zou het louter toeval ziln dat on der de volgingen van Robbe- Grillet geen enkele dichter-ro« manschrijver voorkomt? V. d. PANNE

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1963 | | pagina 17