HONEST TO GOD" GEESTELIJK LEVEN l M Moeten wij ons niet meer om wel en wee van Russische kerk bekommeren DE OPENBARING AAN JOHANNES DEZE WEEK IN EEN WOELIGE WERELD werpt heel wat „heilige huisjes" omver ZONDAGSBLAD ZATERDAG 18 MEI 1963 ENGELS CONFLICT OVER BOEK VAN BISSCHOP Christus Pantokrator (de Albeheerder), een uit 1653 daterende ikoon van Elias Mosehos. De ikonen hebben een wezenlijke functie in de Russische kerk. Ook bij de jeugd blijkt de ver ering ervan diep geworteld te zijn. Bisschoppelijk verzei tegen godsdienstigheid (Van onze kerkredactie) Dr. John A. T. Robinson, de anglicaanse bis schop van Woolwich, heeft een rumoer ontketend in z(jn kerk, dat in alle uithoeken van de wereld te horen is. Zelden zjjn de flegmatieke Engelsen zo opgestoven over een kerkelijke kwestie als in de Dr Robinson afgelopen weken. De storm stak op, toen deze bis schop een boekje publiceerde van nauwelijks 140 pagina 's, waarin hij hardop dacht over een aantal dogmatische onderwerpen, die de kerk al bijna tweeduizend jaar bezig houden. Hij had zijn boekje de titel „Ho- nest to God" (Eerlijk ten opzichte van God) gegeven. Hij wil daarin begrijpelijk spreken voor de moderne mens. Juist daardoor komt h(j in conflict met een aantal traditionele inzichten, die hij niet al te elegant overboord werpt, zonder eigenlijk precies te weten, wat hij er voor in de plaats moet stellen. Onmiddellijk na het verschijnen van dit boekje begon het protestbrieven te regenen bij de redacties van dag-, week-, en maandbladen, kerkelijke zowel als algemene. De aartsbisschop van* Canterbury, dr. Michael Ramsey, berispte de bisschop van Woolwich in een officiële redevoering ter opening van de kerkelijke vergadering van Canterbury en wees later nog eens voor de televisie de inzichten van dr. Robinson af. De meeste anglicaanse bisschoppen schreven stuk ken in hun eigen kerkelijke bladen, waarin zij eigenlijk schreven Ro binson is een beste man, hij bedoelde het wel goed, maar hij weet zelf niet goed wat hij eigenlijk wil. Dr. DRONKERS NA REIS NAAR RUSLAND: Tn dit derde en laatste artikel wil Ik voor mezelf enige kritische vragen formuleren, waartoe een reis naar Rusland uiteraard alle aanleiding biedt. Ik doe dat met het voorbehoud, dat een verblijf van nog geen volle twee weken iemand eigenlijk nog geen recht geeft om over Rusland te schrij ven; men zou een jaar of langer In zo'n land moeten vertoeven. Aan de andere kant: de Intensiteit waarmee we gereisd hebben en de gelegenheid tot gesprek, die ons op velerlei manier geboden werd, heeft ons van heel wat Informatie voorzien, waar de gewone toerist niet zo gemakkelijk aan komt. Het bleek trouwens, dat onze zegslie den over hun eigen land zelf ook niet onkritisch spraken, zelfs wan neer zij dit deden vanuit een over tuigd communistische levens- en wereldbeschouwing. Ik herinner me de laatste woorden, waarmee een excursie door een textielfa briek werd besloten: we doen ons best, dit zijn onze resultaten en voor het overige: er zijn natuur lijk ook bij ons zwakke plekken, zoals overal in de wereld. De traditie De kerk van Rusland heeft een eeuwenoude traditie. Ik denk nu natuurlijk aan de Russisch Ortho doxe Kerk en niet aan de Baptis ten kerk die in de vorige eeuw is ontstaan en in 1964 haar 100-ja- rig bestaan hoopt te vieren. Het ontstaan van deze laatste kerk is een interessant verhaal: buiten landers, meestal van luthers of ge reformeerd origine, kwamen als immigranten naar Rusland, en kregen van regeringswege toe stemming om eigen godsdienstige bijeenkomsten te houden. Deze vonden vaak plaats in de vorm van bijbellezingen, waaraan door Russisch personeel, dat bij deze immigranten in dienst was. werd deelgenomen. Dientengevolge zijn er heel wat van deze arbeiders met het protestantisme in aanra king gekomen en de baptistenge meente kan nu met enige trots zeggen, de enige protestantse for matie te zijn, die een vorm van Russisch christendom vertegen woordigt. Het is een niet zeer grote kerk, die 500.000 leden om vat, maar over 5000 gemeenten is verspreid. Veel ouder is de traditie van Dr. A. Dronkers besluit |z(jn serie van drie artike- I len over zyn reis naar I Rusland met de beant- woording van enkele I door hemzelf opgeworpen I „Kritische vragen". Vooral aan het volgens hem noodzakelijke con- I l-tact met de kerken in Rusland besteedt h(j aan- I ^dacht. de orthodoxe kerk die haar ge schiedenis dus herleiden kan tot het jaar 1054. toen de breuk tus». sen Oosters en Westers christen dom ontstond. Wij hadden met on ze aanraking met deze kerk soms het gevoel, dat een traditie, on danks een zekere verhevenheid, belastend kan werken, waarbij niet in de laatste plaats gedacht zou kunnen worden aan de zaken van liturgische vormgeving en stijl. Een openhartig gesprek ont stond met aartsbisschop Nikodim, die voor het patriarchaat de bui tenlandse betrekkingen onder houdt. Gevraagd naar de wense lijkheid de lange diensten te be korten. vertelde hij, dat bezwaar daartegen, bijvoorbeeld ook door de kerkelijke jeugd, weinig wordt ingebracht. De jeugd neemt deel aan de godsdienstoefening, en ook bij haar is bijvoorbeeld de ver ering van de ikonen diep gewor teld. Het urenlange staan in de kerken is een kwestie van gewen ning. Banken ontbreken in de kerk, omdat zitten als een gebrek aan eerbied wordt gezien. Maar, zo werd eraan toegevoegd, het is beter om te zitten en aan God te denken dan te staan met overver moeide voeten. In het algemeen denken wij echter beter aan God als wij staan. Mondigheid In hoeverre is de gemeente mondig te noemen? Zo werd door een deelnemer aan de reis ge vraagd. Het antwoord luidde: het aandeel van de gemeente in de godsdienstoefening is zeer groot. Nam voor de revolutie het koor bijvoorbeeld alleen aandeel als hulp van de priester, thans ver richt het zijn taak in de samen zang met de gemeente. Het evan gelie kan slechts gelezen worden door de priester en de diaken, al le andere bijbelgedeelten ook door de gemeenteleden. De kerkelijke gebouwen beho ren aan de staat, maar mogen door de kerk kosteloos worden ge bruikt, evenwel met onderhouds plicht. Een speciale arbeid van de kerk onder de jeugd is er niet, die echter harerzijds wel deel neemt aan de godsdienstoefening, zoals boven reeds werd opge merkt. Omdat de sociale verzor ging door de staat is overgeno men, kent de kerk geen speciale diakonale arbeid. Ook voor de re volutie had de Russische ortho doxe kerk geen diakonie. De Praagse christelijke vredesconfe rentie wordt door het Patriar chaat van harte ondersteund, en de kerkelijke pers geeft daar om ook voorlichting. Geloof wordt door de staat als een private zaak gezien, iedere burger kan zowel religieus als atheïst zijn. De goddeloze propaganda is ideolo gisch in het regeringssysteem op genomen, maar de kerk is harer zijds verder vrij. Oud-gelovigen De orthodoxie heeft in Rusland meer dan één gezicht. Op de laatste dag had ik een interes sant contact met de kerk der zo genaamde oud-gelovigen in Mos kou. Numeriek is deze kerk klein (ongeveer 5 miljoen leden in heel Rusland), en de verschil len met de orthodoxe kerk zijn veelal te herleiden tot betrekke lijk onbelangrijke stijlvragen. Zo bekruisen de oud-gelovigen zich bijvoorbeeld met twee vingers (vanwege de twee naturen van Christus), terwijl de orthodoxen dit doen met drie vingers (van wege de Drieëenheid). Ook bin nen deze oud-gelovigen hebben zich weer splitsingen voorgedaan, die later weer tot fusies hebben geleid. Aan het kerkelijke kli maat in Nederland zijn deze ont wikkelingen bepaald niet vreemd! Tenslotte de vraag waar deze reis ons voor stelde. Is, mede door het lidmaatschap van de Wereld raad van Kerken de Russische Orthodoxe Kerk niet meer voor onze verantwoording komen te liggen? Impliceert dit niet, dat wij ons meer om het wel en wee van deze kerk zullen moeten be kommeren? Is het eigenlijk wel teoorloofd, dat wij deze kerk en e kerken van Rusland in het al gemeen in het isolement zouden laten zitten? Is het daarom niet hoogst noodzakelijk, dat het con tact met de Russische kerken wordt bevorderd en is het niet gewenst, dat met name de vra gen der Russische kerken aan de Westerse kerken ernstig worden genomen? Natuurlijk zal daarbij wel blij ken. dat de dialoog met Moskou niet tot de gemakkelijkste zaken behoort. Misschien maken de kerken' in het Westen door hun geheel eigen type. geschiedenis en oriëntering het de Oosterse kerken ook wel niet altijd even gemakkelijk. Des te meer reden dat ontmoetingen, als deze reis ons bracht, worden voortgezet en verdiept Hoe komt het dat de anders en zeker op kerkelijk gebied zo nuchtere Engelsen, plotseling zo zijn opgeschrikt door dit boek je? We hebben gewacht tot het in Nederland te verkrijgen zou zijn om niet af te gaan op geschrif ten van mensen over het boek- Het duurde even voor we het te pakken konden krijgen, omdat de eerste vier drukken reeds ver kocht waren haast, eer ze van de pers kwamen. Er is nu een vijfde druk verschenen. Problemen Het boekje bestaat uit zeven hoofdstukken. In het eerste be schrijft dr. Robinson de verande ringen die de natuurwetenschap pelijke ontwikkelingen veroor zaakt hebben in het theologische denken. In het tweede worstelt hij met de vraag, of we niet moe ten breken met het „theïsme", waarin gesproken wordt over ..een persoonlijke God die zich met de mensen bezig houdt." Hij meent, dat het noodzakelijk is ge worden om te breken met die wereld van denken, die spreekt van de tegenstelling natuurlijk- bovennatuurlijk. In het vierde hoofdstuk houdt hij zich bezig met de vraag wie Christus is: in het vijfde met de vraag of het niet noodzakelijk wordt een heleboel godsdienstige franje, die ons le ven bepaalt, overboord te werpen en in het zesde met de vraag of er een nieuwe ethiek nodig is. Al met al is het een hele kluif van onderwerpen, waarover bi bliotheken vol zijn geschreven, sa mengeperst in een dunne pocket- uitgave. In dit boek worden ra dicale dingen gezegd. Zo schrijft hij: ..De kritiek van de zijde van het atheïsme op het bovennatuur lijke is juist". Met instemming citeert hij felle kritiek op men sen, ,,die naar de kerk gaan om God te zoeken en menen dat Hij alleen maar te ontmoeten is in de eredienst". Hij vindt dat we een geheel nieuwe vorm voor ons geloof moeten zoeken, omdat de huidige vorm gegoten is in een denkraam van een. verleden tijd. Daarom moet er*..een metamor fose komen van het christelijk ge loof en de christelijke levens praktijk". Niet vrijzinnig En toch. wie dit boek van dr. Robinson onder de tafel wil schui ven met de opmerking „extreem vrijzinnig" is er naast. Hij ge looft namelijk dat een nieuwe vorm om ons .^godsdienstige bele ven en denken" te modelleren ,,de fundamentele waarheid van het evangelie" niet behoeft aan te tasten. En hij maakt keer op keer duidelijk dat hij deze niet wil aantasten Hij wil niets weten van een Christus, die alleen maar een goed mens is en ons een voorbeeld heeft nagelaten dat na volgenswaardig is! Zijn exegese van de woorden van Johannes ,,en het Woord was God" is verrassend. Hij wijst er op dat het bepalend lidwoord (De) voor God ontbreekt in het Grieks, maar hij wil niets weten van de bewering (te vinden bijvoorbeeld bij Jehovah's Getuigen en vele vrijzinnigen, dat er daarom moet staan: „Het Woord was een God" (Het Grieks kent namelijk het onbepaald lidwoord (een) niet). Dan, zegt Robinson, had er niet moeten staan „theos", maar ..theios.' Daarom stemt hij in met de nieuwste Engelse verta ling, die zegt „En wat God was, was het Woord." N iet-orthodox Maar al schrijft bisschop Ro binson dan: „Het dogma van de incarnatie en de godheid van Je zus Christus is, hoe je het ook bekijkt, het centrale thema van de gehele christelijke boodschap." Maar dat wil niet zeggen dat hij dus orthodox is. Robinson wil ei genlijk geen van beide zijn. Hij verwerpt bijvoorbeeld de verzoe ningsleer, zoals deze door Ansel- mus is verdedigd, waarbij sterk de nadruk ligt op (volgens Robinson) „de gedachte dat de Vader de Zoon straft in onze plaats." Het zijn beslist niet de theolo gische inzichten van dr. Robinson die de woede van velen hebben opgewekt. Was dat zo geweest, dan zou hij zeker niet van links en rechts tegelijkertijd bestookt zijn met alle mogelijke verwijten. Wie nauwkeurig leest, moet wel tot de ontdekking komen, dat de ze bisschop juist aan de kernin- houd van het evangelie vast wil houden, ook al zullen reforma torische christenen bezwaar heb ben tegen het feit dat de verzoe ning in dit boek eigenlijk toch maar op de. achtergrond blijft. Tegen de franje Maar zelfs al zou dit boek vele theologische ketterijen bevatten wat over het algemeen niet zo is dan zou waarschijnlijk En geland niet zo fel hebben gerea geerd. Zo dogmatisch is dit land over het algemeen niet ingesteld. Robinson heeft echter de Engel sen kennelijk op hun hart ge trapt en in hun zwakste plek ge raakt. Dat wordt pas duidelijk als men ziet waartegen deze bis schop in zijn boek ageert. Hij wil geen modern evangelie de plaats laten innemen van het bijbelse evangelie. Hij wil het evangelie ontdoen van zijn tradi tioneel kleed en het een moderne jas aantrekken. Was hij een ju rist geweest in plaats van een bisschop dan zou hij de stoffige De aartsbisschop van Canter bury, dr. Ramsey, heeft de bis schop van Woolwich „zachtmoe dig berispt" om diens boek „Ho- nest to God". In een rede tot de kerkelijke vergadering van Canterbury zei hij: „Ik heb mij in het bijzonder gestoten aan de methode, die de bisschop geko zen heeft om zijn ideeën open baar te maken. We worden ver zocht om zijn opzet te zien als „voorlopig", „hardop denken", „vragen stellen", enz. Maar de oorspronkelijke methode die hij volgde, was door in een dag bladartikel, helder als glas en in een vorm en taal die aan het den ken zet, het publiek te verklaren dat de gedachte t an een per soonlijke God, zoals die gevon den wordt in het populaire chris tendom en de orthodoxe dogma tiek, ouderwets is en dat atheïs ten en agnostici deze terecht ver werpen." In zijn boekje is de bisschop van Woolwich echter heel wat voorzichtiger in zijn formulering. pruiken van de hoofden van de rechters hebben gerukt, die zij in Engeland nog altijd dragen. Ro binson keert zich niet tegen het hart, maar tegen de franje van het evangelie, tegen de traditie die het omgeeft. En wat is een Engelsman zonder traditie? Reeds in het eerste hoofdstuk verzet hij zich tegen een heer send godsbeeld. Maar niet tegen het godsbeeld van de bijbel, maar tegen de gedachte dat God ergens in het universum huist, hij ver zet zich tegen de tegenstelling na tuurlijk-bovennatuurlijk, waarbij God geschilderd wordt als dege ne. die van tijd tot tijd in onze gang van zaken moet ingrijpen. Deze opvatting leeft ook sterk in de rooms-katholieke theologie, maar is van reformatorische zij de reeds vaak afgewezen. Robin son meent, dat de kerk (of be ter velen in de kerk) helemaal niet in de ban gekomen zijn van het vrijzinnige idee. dat Christus alleen maar mens is, maar dat De Openbaring aan Johannes, door R. J. van der Meulen. Uit gave Bigot en Van Rossum N.V., Blaricum. Mocht ds. R. J. van der Meulen indertijd op een wetenschappelijk onderzoek van het laatste Bijbel boek promoveren, bij hem bleef het verlangen leven, ook een meer populaire verhandeling van de Openbaring te schrijven. Jezus is het. zegt ds. Van der Meulen, Die Zijn Kerk door dit boek voorlichting geeft over wat God van eeuwigheid heeft beslo ten. Wie dus dit boek verwerpt, verwerpt Jezus. Nu zullen wij er niet toe komen, de Openbaring te verwerpen, maar wel is de Apocalypse voor velen een gesloten boek, omdat zij zo on metelijk ver buiten onze realiteit schiint te staan. Niet dat er nog slechts sporadisch over is gepu bliceerd. Maar de indruk bestaat, dat dit deel van de verklaring van de Bijbel voor niet-theologen on toegankelijk is. De reeks zondagavondlezingen voor de N.C.R.V. bood ds. Van der Meulen de gelegenheid een poging te doen tot het wekken van beter begrip hieromtrent. De vele reac ties van luisteraars zullen hem hebben gestimuleerd zijn lezingen in boekvorm te doen uitgeven. Als de Openbaring het grote troost boek van de Kerk der eeuwen blijft, mag het niet voorkomen, dat de Gemeente om reden van vermeende onbevattelijkheid eraan voorbijgaat. Deze verklaring wil dan ook een gids zijn bij het ver der doordringen In het ontegen zeggelijk mysterieuze slot van de Bijbel. Ondoordringbaar is de Apoca lypse zeker niet; dat hebben wij bij het lezen van dit helder en puntig geschreven boek wel ge leerd. Weliswaar is zij niet een menselijke onthulling de Mid delaar Jezus Christus ontving deze Openbaring van God om haar aan Zijn knechten door te geven en Hij maakte daarbij gebruik van een engel maar dat wil niet zeggen dat elke band met het heden is verbroken, dat de profetie geheimtaal zou spreken. Zij wil begrepen worden en moet zich dus aansluiten bij de gedachtensfeer en het milieu waarin de personen leven tot wie zij zich richt. In beelden en symbolen openbaart zij iets. Bovendien sluit zij aan bij de reeds door God gegeven openba ring, getuige de vele citaten uit het Oude Testament. Bij het dichtslaan van dit boek vroegen wij ons af wat het ons had gegeven. Wij geloven dit: een nieuwe nodiging om naar de toe komst te leven, ons leven daar naar voortdurend te wenden. Al leen daèr wordt het diepste verlangen van de mens (einde lijk vervuld: dóér zullen wij God en het Lam zien zoals Zij zijn. De Visio Dei, de aanschouwing Gods, wordt zalige realiteit. Het donker waarin zoveel zonde ge beurde. is gevlucht voor de eeuwi ge dag. Het Rijk is gekomen. Weet u, dat ook dan een ge kroonde mag zijn? velen in de kerk juist niet gelo ven dat hij mens is, maar God gekleed als mens. Deze schrijver klaagt over het feit dat het avondmaal al lang geen „heilige maaltijd" meer is, maar een godsdienstig samenzijn, waarin we het gewone onze rug toekeren en in een individualisti sche devotie gemeenschap zoeken met God die juist daar aanwezig zou zijn. Hij schrijft dan zelfs: „Dit is de kern van de godsdien stige perversie als de eredienst een plaats wordt, waarin we ons te rugtrekken uit de wereld om bij God te zijn. Hij veroordeelt vele visies over het gebed en de nood zaak van een gebedsleven als ko mend uit de kloosterwereld. Ge bed is niet een terugtrekken uit de wereld om iets met God te bespre ken. maar juist gaan in de we reld om met God tot de oplossing van dat bijzondere probleem te komen. Heilige huisjes En zo volgt eigenlijk aanval na aanval op de levenspraktijk, zo als die in het bijzonder gevonden wordt in de Anglicaanse Kerk. Niet de „heilige leer" wordt eigen lijk aangerand, maar „heilige huisjes" worden omvergegooid. En wat een opmerking van bijvoor beeld de aartsbisschop van Can terbury niet vermocht, die name lijk meende, dat de maagdelijke geboorte in het geheel geen essen tieel dogma is en dat hij atheïsten in de hemel tegen zou komen, deed dit boek vel. En daar ligt in werkelijkheid de geweldige tra giek van deze kerkelijke contro versie. Niet de bijbel, maar de traditie wordt door de bisschop van Woolwich veroordeeld en ter wijl men vaak zweeg toen de bij bel werd geschonden, roept nu iedereen „ach en wee". Niets nieuws Dat wil niet zéggen, dat dit boek je van Robinson een meesterwerk is. Ook niet dat het iets nieuws brengt. De opmerking is in een ingezonden stuk gemaakt, dat het nauwelijks meer is dan een soort hutspot van gedachten van Til- lich, Bonhoeffer en Bultmann. En de schrijver geeft zelf toe, dat hij hen niet in alle opzichten begrijpt. Maar het is duidelijk wat hij wil, als hij op een van de laatste pagina's schrijft: „Ik zou heel wat meer hoop voor de kerk heb ben als zij zioh niet organiseerde om de interesses van de gods dienst te verdedigen tegen de groeiende overheersing van de staat (al kan dat dan ook legi tiem zijn), maar om christenen op te leiden door de kwaliteit en de kracht van haar gemeenschapsle ven, om zich met hun „geheime discipline" te werpen in het op windende en gevaarlijke seculaire streven van onze tijd om daar het werk van God te volgen en te vin den." Robinson zet, terecht, een heel groot vraagteken achter de op merking dat „de taak van de kerk is de mensen godsdienstig te ma ken." Als Robinson een moderne godsdienst zoekt, dan zoekt hij een moderne manier om God te dienen in deze tijd, omdat hij ge noeg heeft van een heleboel gods dienstigheid. Maar dat had hij niet mogen zeggen. Honest to God, door bisschop dr. John A. T. Robinson. Uitga, ve S. C. M. Press Ltd., Londen. Luchtvaortoorlog straks geheel ten einde Chroesjtjef krijgt bezoek van Chinezen Kennedy laat kernproeven DE luchtvaartoorlog tussen Amerika en Canada enerzijds en de Europese landen ander zijds was in de afgelopen week nog niet geheel ten einde. Er waren wel tekenen. dat de scherpe kanten er van afgesle pen zouden worden. Maar van volledige overeenstemming «as nog geen sprake. Canada blijft - weigeren, zich bij de tariefsver hogingen waarover men het in de IATA eens was geworden neer te leggen. En de Ame rikaanse maatschappijen (met name de Pan American World Airways) waren geneigd, de kat nog even uit dc boom te kijken. Belangrijk Van belang was echter, dat de Amerikaanse regering dc Raad voor de luchtvaart in de Verenigde Staten er van heef' weten tc overtuigen, dat hij er beter aan zou doen. zich niet te gen de tariefsverhoging te ver zetten. Dit om tc voorkomen, dat Amerikaanse luchtvaart maatschappijen getroffen zou- annuleren. den worden door „buitenlandse strafmaatregelen". En in ver band daarmede verdient ook het feit de aandacht, dat presi dent Kennedy het Amerikaanse Congres heeft verzocht. een wetsontwerp goed te keuren, dat de regering te Washington in staat zal stellen, controle uit te oefenen, zowel op de lucht vaarttarieven van Amerikaanse als van buitenlandse maatschap pijen. Bindend Volgens het voorstel van pre sident Kennedy zal de Ameri kaanse Raad voor de burger luchtvaart dezelfde bevoegdhe den krijgen als die, welke de meeste regeringen van andere landen hebbeu. Ter toelichting zegt Kennedy, dat de Verenigde Staten zich niet vrijwillig de handen moeten laten binden. Het Is dan ook interessant na te gaan, wat Kennedy voor ogen staat. W'e kunnen dat doen aan de hand van een rapport, dat een interdepartementale com missie op verzoek van de pre sident heeft opgesteld over de Amerikaanse luchterkeerspo- iitiek. Een bijzonderheid is, dat dit rapport (het resultaat van twee jaren onderzoekingsarbeid) door Kennedy tot bindende richt lijn is verklaard. Het rapport Het rapport gaat uit van de vaststelling, dat het Amerikaan se aandeel aan het snel groeien de luchtverkeer als gevolg van het toenemend aantal buiten landse luchtvaartmaatschappij en relatief is afgenomen. In het algemeen pleit het rapport ech ter desondanks voor een zo li beraal mogelijke luchtvaartpoli- tiek. die de concurrentie zo vrij mogelijk maakt. Een opdeling van de internationale markt in nationale entiteiten zoals sommige Amerikaanse maat schappijen eisen wordt afge wezen. De bilaterale overeen komst zoals men die in 1944 te Chicago heeft getracht te be reiken acht men thans volko men onaannemelijk. Voorzichtig Wat de uitbreiding van de be staande vliegroutes betreft maant het rapport tot voorzich tigheid. Waar dat gerechtvaar digd is. moet aan de Ameri kaanse maatschappijen ais ge heel een even groot voordeel «-orden toegekend als aan de buitenlandse maatschappijen. Waar slechts weinig verkeer is moeten zo weinig mogelijk maatschappijen vliegen. Dat geldt in beginsel ook voor rou tes met een grote verkeersdicht heid. zoals boven de Atlantische Oceaan, waar thans negentien maatschappijen diensten onder houden. „Het moet onze politiek zijn deze situatie, die niet ge zond kan worden genoemd, niet nog meer te verscherpen", al dus het rapport. Bermuda Wat de zgn. capaciteits-grond- slagen betreft spreekt het rap port zich uit voor de regeling van Bermuda. Ondanks krachti ge pressie wordt een nieuwe de finiëring van de „zesde vrij heid" in de Amerikaanse wetge ving van de hand gewezen. Dit desideratum moet men via on derhandelingen zien te bereiken, in het bijzonder voor wat be treft het zgn. Secundary justifi cation traffic. Nadrukkelijk keert het rapport zich tegen willekeu rige restricties op dat gebied en evenzeer tegen misbruiken bij de uitleg van de grondslagen van Bermuda Zeer duidelijk verklaart het zich tegen de zgn. ..poolarrangements". omdat die de concurrentie minder vrij ma ken. De IATA Zeer ver gaat het rapport met zijn aanbevelingen met betrek king tot de vliegprijzen. Het mechanisme van de IATA moet aangehouden worden, maar „wij kunnen ons niet onttrekken aan de verantwoordelijkheid voor de beveiliging van de reizigers en vrachten en wij zullen voort gaan te strijden voor verstandi ge prijzen". Teneinde de Ame rikaanse regering een doeltref fend middel aan dc hand te doen. eist het rapport dat de Raad voor de burgerluchtvaart gemachtigd wordt toe te zien op de vliegprijzen op de lijnen van en naar de Verenigde Sta ten. De raad zou slechts met toestemming van de president zijn veto over een prijsbesluit van de IATA kunnen uitspreken. Tot zover het rapport, dat dus geen slecht geluid laat horen. Duvalier Mmder goed zijn de berichten, die uit de negerrepubliek Haïti komen. Frangois Duvalier, een arts die voordat hij in 1957 tot president werd gekozen zeer po pulair was, regeert sedert don derdag jL zonder meer als dic tator over de kleine republiek. In feite heerst hij al meer dan vijf jaar als een tiran over eer, volk. dat met de dag armer wordt. Zijn geheime politie en speciaal gerecruteerde militia terroriseren de bevolking en hebben al laten weten, dat zij een enorm bloedbad -zullen aan richten, als er een opstand te gen het regiem van Duvalier zou uitbreken. Even heeft het er vorige wede op geleken, dat troepen uit de Dominicaanse re publiek (op de rechterhelft van het eiland) Haïti zouden binnen rukken. De belegering van de Dominicaanse ambassade door de politietroepen van Duvalier is echter opgeheven en de span ning is verminderd. Talrijke officieren van het le ger van Haïti, die het terreur bewind van Duvalier en diens geheime politie an militia beu waren, hebben getracht, de pre sident te beletten de macht aan zich te trekken, nadat zijn ambtstermijn zou zijn verstre ken. Duvalier werd echter op tijd ingelicht en de officieren konden op een enkele na slechts het vege lijf redden door een toevlucht te zoeken in ver schillende ambassadegebouwen. Duvalier reageerde met een aanval op het gebouw van de Dominicaanse ambassade. die tot een groot internationaal in cident dreigde uit te groeien. Even leek het er op, dat Duva lier steun bij Castro zou zoeken. Haïti en Cuba liggen vrij dicht bij elkaar. Totdusvea is echter niet gebleken, dat dit gevaar on middellijk dreigt. Maar Haïti is daarmee nog niet van zijn dic tator af. Chroesjtsjef is ook nog niet van zijn lastige Chinese rivalen af. Enkele maanden geleden werd hij uitgenodigd naar Pe king te komen om de „familie twist" uit te praten. Dat kon hij zich eenvoudig niet veroor loven. omdat hij daarmede te kennen zou hebben geven, dat er inderdaad over te praten valt, althans in de geest waarin de Chinese communisten er slechts over willen spreken. Chroesjtsjef liet na verloop van tijd dan ook weten, dat de Chi nezen maar naar Moskou moes ten komen, als zij de ideologi sche geschillen tussen de Sow- jetunie en hun eigen land onder de loupe wilden nemen. De stand was toen weer 11. Daar kwam nog bij, dat Chroesjtsjef Hier ziet men Duvalier, toen hij als president een nieuw be lastinggebouw opende om nog meer geld uit de armoe lijden de bevolking te kunnen persen. de komst van de Chinese dele gatie ongeveer wilde laten sa menvallen met de bijeenkomst van het centrale comité van de Russische communistische par tij, de. politieke lijfwacht van Chroesjtsjef als het ware. Waarom Mao Tse Toeng accepteerde de uitnodiging, al liet hij weten, dat hij zelf niet zou komen. Hij deed echter nieer. De Chinese communistische leider deelde mede, dat de delegatie van zijn land niet in de tweede helft van mei, maar in de» tweede helft van juni kon komen. Later bleek zelfs, dat bet begin juli zou worden. Chroesjtsjef voelde er toen blijkbaar weinig voor, de bij eenkomst van het centrale co mité van zijn eigen partij nor maal doorgang te doen vinden en deze is men heeft het kun nen lezen nu ook verdaagd. Rest slechts de vraag, waarom deze partijvergadering is uitge steld. Is het om de Chinese communisten zo lang mogelijk in onzekerheid te kunnen hou den omtrent de ontwikkelingen, die thans in de Sowjetunie aan de gang zijn. Of zijn de gebeur tenissen, die zich achter de schermen in en buiten het Kremlin afspelen, van dien aard, dat zij op zichzelf reeds om wat uitstel vragen? Kernproeven Rest ons nog tc wijzen op het feit. dat president Kennedy en kele proefnemingen In de Neva da» oestijn heeft laten afgelas ten, nadat hij een brief van Chroesjtsjef had ontvangen, die betrekking zou hebben op dc on derhandelingen over een verbod tot het houden van kernproeven. Het is goed, dc ontwikkeling op dit terrein met aandacht te vol gen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1963 | | pagina 14