HONEST TO GOD"
GEESTELIJK
LEVEN l
M
Moeten wij ons niet meer om wel en wee
van Russische kerk bekommeren
DE OPENBARING
AAN JOHANNES
DEZE WEEK IN EEN WOELIGE WERELD
werpt heel wat
„heilige huisjes"
omver
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 18 MEI 1963
ENGELS CONFLICT OVER BOEK VAN BISSCHOP
Christus Pantokrator (de Albeheerder), een uit
1653 daterende ikoon van Elias Mosehos. De
ikonen hebben een wezenlijke functie in de
Russische kerk. Ook bij de jeugd blijkt de ver
ering ervan diep geworteld te zijn.
Bisschoppelijk verzei tegen
godsdienstigheid
(Van onze kerkredactie)
Dr. John A. T. Robinson, de anglicaanse bis
schop van Woolwich, heeft een rumoer ontketend
in z(jn kerk, dat in alle uithoeken van de wereld te
horen is. Zelden zjjn de flegmatieke Engelsen zo
opgestoven over een kerkelijke kwestie als in de Dr Robinson
afgelopen weken. De storm stak op, toen deze bis
schop een boekje publiceerde van nauwelijks 140 pagina 's, waarin hij
hardop dacht over een aantal dogmatische onderwerpen, die de kerk al
bijna tweeduizend jaar bezig houden. Hij had zijn boekje de titel „Ho-
nest to God" (Eerlijk ten opzichte van God) gegeven. Hij wil daarin
begrijpelijk spreken voor de moderne mens. Juist daardoor komt h(j in
conflict met een aantal traditionele inzichten, die hij niet al te elegant
overboord werpt, zonder eigenlijk precies te weten, wat hij er voor in
de plaats moet stellen. Onmiddellijk na het verschijnen van dit boekje
begon het protestbrieven te regenen bij de redacties van dag-, week-,
en maandbladen, kerkelijke zowel als algemene. De aartsbisschop van*
Canterbury, dr. Michael Ramsey, berispte de bisschop van Woolwich
in een officiële redevoering ter opening van de kerkelijke vergadering
van Canterbury en wees later nog eens voor de televisie de inzichten
van dr. Robinson af. De meeste anglicaanse bisschoppen schreven stuk
ken in hun eigen kerkelijke bladen, waarin zij eigenlijk schreven Ro
binson is een beste man, hij bedoelde het wel goed, maar hij weet zelf
niet goed wat hij eigenlijk wil.
Dr. DRONKERS NA REIS NAAR RUSLAND:
Tn dit derde en laatste artikel
wil Ik voor mezelf enige kritische
vragen formuleren, waartoe een
reis naar Rusland uiteraard alle
aanleiding biedt. Ik doe dat met
het voorbehoud, dat een verblijf
van nog geen volle twee weken
iemand eigenlijk nog geen recht
geeft om over Rusland te schrij
ven; men zou een jaar of langer
In zo'n land moeten vertoeven.
Aan de andere kant: de Intensiteit
waarmee we gereisd hebben en de
gelegenheid tot gesprek, die ons
op velerlei manier geboden werd,
heeft ons van heel wat Informatie
voorzien, waar de gewone toerist
niet zo gemakkelijk aan komt. Het
bleek trouwens, dat onze zegslie
den over hun eigen land zelf ook
niet onkritisch spraken, zelfs wan
neer zij dit deden vanuit een over
tuigd communistische levens- en
wereldbeschouwing. Ik herinner
me de laatste woorden, waarmee
een excursie door een textielfa
briek werd besloten: we doen ons
best, dit zijn onze resultaten en
voor het overige: er zijn natuur
lijk ook bij ons zwakke plekken,
zoals overal in de wereld.
De traditie
De kerk van Rusland heeft een
eeuwenoude traditie. Ik denk nu
natuurlijk aan de Russisch Ortho
doxe Kerk en niet aan de Baptis
ten kerk die in de vorige eeuw
is ontstaan en in 1964 haar 100-ja-
rig bestaan hoopt te vieren. Het
ontstaan van deze laatste kerk is
een interessant verhaal: buiten
landers, meestal van luthers of ge
reformeerd origine, kwamen als
immigranten naar Rusland, en
kregen van regeringswege toe
stemming om eigen godsdienstige
bijeenkomsten te houden. Deze
vonden vaak plaats in de vorm
van bijbellezingen, waaraan door
Russisch personeel, dat bij deze
immigranten in dienst was. werd
deelgenomen. Dientengevolge zijn
er heel wat van deze arbeiders
met het protestantisme in aanra
king gekomen en de baptistenge
meente kan nu met enige trots
zeggen, de enige protestantse for
matie te zijn, die een vorm van
Russisch christendom vertegen
woordigt. Het is een niet zeer
grote kerk, die 500.000 leden om
vat, maar over 5000 gemeenten is
verspreid.
Veel ouder is de traditie van
Dr. A. Dronkers besluit
|z(jn serie van drie artike- I
len over zyn reis naar
I Rusland met de beant-
woording van enkele I
door hemzelf opgeworpen
I „Kritische vragen".
Vooral aan het volgens
hem noodzakelijke con- I
l-tact met de kerken in
Rusland besteedt h(j aan- I
^dacht.
de orthodoxe kerk die haar ge
schiedenis dus herleiden kan tot
het jaar 1054. toen de breuk tus».
sen Oosters en Westers christen
dom ontstond. Wij hadden met on
ze aanraking met deze kerk soms
het gevoel, dat een traditie, on
danks een zekere verhevenheid,
belastend kan werken, waarbij
niet in de laatste plaats gedacht
zou kunnen worden aan de zaken
van liturgische vormgeving en
stijl.
Een openhartig gesprek ont
stond met aartsbisschop Nikodim,
die voor het patriarchaat de bui
tenlandse betrekkingen onder
houdt. Gevraagd naar de wense
lijkheid de lange diensten te be
korten. vertelde hij, dat bezwaar
daartegen, bijvoorbeeld ook door
de kerkelijke jeugd, weinig wordt
ingebracht. De jeugd neemt deel
aan de godsdienstoefening, en ook
bij haar is bijvoorbeeld de ver
ering van de ikonen diep gewor
teld. Het urenlange staan in de
kerken is een kwestie van gewen
ning. Banken ontbreken in de
kerk, omdat zitten als een gebrek
aan eerbied wordt gezien. Maar,
zo werd eraan toegevoegd, het is
beter om te zitten en aan God te
denken dan te staan met overver
moeide voeten. In het algemeen
denken wij echter beter aan God
als wij staan.
Mondigheid
In hoeverre is de gemeente
mondig te noemen? Zo werd door
een deelnemer aan de reis ge
vraagd. Het antwoord luidde: het
aandeel van de gemeente in de
godsdienstoefening is zeer groot.
Nam voor de revolutie het koor
bijvoorbeeld alleen aandeel als
hulp van de priester, thans ver
richt het zijn taak in de samen
zang met de gemeente. Het evan
gelie kan slechts gelezen worden
door de priester en de diaken, al
le andere bijbelgedeelten ook door
de gemeenteleden.
De kerkelijke gebouwen beho
ren aan de staat, maar mogen
door de kerk kosteloos worden ge
bruikt, evenwel met onderhouds
plicht. Een speciale arbeid van
de kerk onder de jeugd is er niet,
die echter harerzijds wel deel
neemt aan de godsdienstoefening,
zoals boven reeds werd opge
merkt. Omdat de sociale verzor
ging door de staat is overgeno
men, kent de kerk geen speciale
diakonale arbeid. Ook voor de re
volutie had de Russische ortho
doxe kerk geen diakonie. De
Praagse christelijke vredesconfe
rentie wordt door het Patriar
chaat van harte ondersteund, en
de kerkelijke pers geeft daar
om ook voorlichting. Geloof wordt
door de staat als een private
zaak gezien, iedere burger kan
zowel religieus als atheïst zijn. De
goddeloze propaganda is ideolo
gisch in het regeringssysteem op
genomen, maar de kerk is harer
zijds verder vrij.
Oud-gelovigen
De orthodoxie heeft in Rusland
meer dan één gezicht. Op de
laatste dag had ik een interes
sant contact met de kerk der zo
genaamde oud-gelovigen in Mos
kou. Numeriek is deze kerk
klein (ongeveer 5 miljoen leden
in heel Rusland), en de verschil
len met de orthodoxe kerk zijn
veelal te herleiden tot betrekke
lijk onbelangrijke stijlvragen. Zo
bekruisen de oud-gelovigen zich
bijvoorbeeld met twee vingers
(vanwege de twee naturen van
Christus), terwijl de orthodoxen
dit doen met drie vingers (van
wege de Drieëenheid). Ook bin
nen deze oud-gelovigen hebben
zich weer splitsingen voorgedaan,
die later weer tot fusies hebben
geleid. Aan het kerkelijke kli
maat in Nederland zijn deze ont
wikkelingen bepaald niet vreemd!
Tenslotte de vraag waar deze
reis ons voor stelde. Is, mede door
het lidmaatschap van de Wereld
raad van Kerken de Russische
Orthodoxe Kerk niet meer voor
onze verantwoording komen te
liggen? Impliceert dit niet, dat
wij ons meer om het wel en wee
van deze kerk zullen moeten be
kommeren? Is het eigenlijk wel
teoorloofd, dat wij deze kerk en
e kerken van Rusland in het al
gemeen in het isolement zouden
laten zitten? Is het daarom niet
hoogst noodzakelijk, dat het con
tact met de Russische kerken
wordt bevorderd en is het niet
gewenst, dat met name de vra
gen der Russische kerken aan de
Westerse kerken ernstig worden
genomen?
Natuurlijk zal daarbij wel blij
ken. dat de dialoog met Moskou
niet tot de gemakkelijkste zaken
behoort. Misschien maken de
kerken' in het Westen door hun
geheel eigen type. geschiedenis
en oriëntering het de Oosterse
kerken ook wel niet altijd even
gemakkelijk. Des te meer reden
dat ontmoetingen, als deze reis
ons bracht, worden voortgezet en
verdiept
Hoe komt het dat de anders
en zeker op kerkelijk gebied
zo nuchtere Engelsen, plotseling
zo zijn opgeschrikt door dit boek
je? We hebben gewacht tot het in
Nederland te verkrijgen zou zijn
om niet af te gaan op geschrif
ten van mensen over het boek-
Het duurde even voor we het te
pakken konden krijgen, omdat de
eerste vier drukken reeds ver
kocht waren haast, eer ze van de
pers kwamen. Er is nu een vijfde
druk verschenen.
Problemen
Het boekje bestaat uit zeven
hoofdstukken. In het eerste be
schrijft dr. Robinson de verande
ringen die de natuurwetenschap
pelijke ontwikkelingen veroor
zaakt hebben in het theologische
denken. In het tweede worstelt
hij met de vraag, of we niet moe
ten breken met het „theïsme",
waarin gesproken wordt over
..een persoonlijke God die zich
met de mensen bezig houdt." Hij
meent, dat het noodzakelijk is ge
worden om te breken met die
wereld van denken, die spreekt
van de tegenstelling natuurlijk-
bovennatuurlijk. In het vierde
hoofdstuk houdt hij zich bezig met
de vraag wie Christus is: in het
vijfde met de vraag of het niet
noodzakelijk wordt een heleboel
godsdienstige franje, die ons le
ven bepaalt, overboord te werpen
en in het zesde met de vraag of
er een nieuwe ethiek nodig is.
Al met al is het een hele kluif
van onderwerpen, waarover bi
bliotheken vol zijn geschreven, sa
mengeperst in een dunne pocket-
uitgave. In dit boek worden ra
dicale dingen gezegd. Zo schrijft
hij: ..De kritiek van de zijde van
het atheïsme op het bovennatuur
lijke is juist". Met instemming
citeert hij felle kritiek op men
sen, ,,die naar de kerk gaan om
God te zoeken en menen dat Hij
alleen maar te ontmoeten is in
de eredienst". Hij vindt dat we
een geheel nieuwe vorm voor ons
geloof moeten zoeken, omdat de
huidige vorm gegoten is in een
denkraam van een. verleden tijd.
Daarom moet er*..een metamor
fose komen van het christelijk ge
loof en de christelijke levens
praktijk".
Niet vrijzinnig
En toch. wie dit boek van dr.
Robinson onder de tafel wil schui
ven met de opmerking „extreem
vrijzinnig" is er naast. Hij ge
looft namelijk dat een nieuwe
vorm om ons .^godsdienstige bele
ven en denken" te modelleren
,,de fundamentele waarheid van
het evangelie" niet behoeft aan te
tasten. En hij maakt keer op
keer duidelijk dat hij deze niet wil
aantasten Hij wil niets weten
van een Christus, die alleen maar
een goed mens is en ons een
voorbeeld heeft nagelaten dat na
volgenswaardig is!
Zijn exegese van de woorden
van Johannes ,,en het Woord was
God" is verrassend. Hij wijst er
op dat het bepalend lidwoord (De)
voor God ontbreekt in het Grieks,
maar hij wil niets weten van de
bewering (te vinden bijvoorbeeld
bij Jehovah's Getuigen en vele
vrijzinnigen, dat er daarom moet
staan: „Het Woord was een God"
(Het Grieks kent namelijk het
onbepaald lidwoord (een) niet).
Dan, zegt Robinson, had er niet
moeten staan „theos", maar
..theios.' Daarom stemt hij in
met de nieuwste Engelse verta
ling, die zegt „En wat God was,
was het Woord."
N iet-orthodox
Maar al schrijft bisschop Ro
binson dan: „Het dogma van de
incarnatie en de godheid van Je
zus Christus is, hoe je het ook
bekijkt, het centrale thema van
de gehele christelijke boodschap."
Maar dat wil niet zeggen dat hij
dus orthodox is. Robinson wil ei
genlijk geen van beide zijn. Hij
verwerpt bijvoorbeeld de verzoe
ningsleer, zoals deze door Ansel-
mus is verdedigd, waarbij sterk
de nadruk ligt op (volgens
Robinson) „de gedachte dat de
Vader de Zoon straft in onze
plaats."
Het zijn beslist niet de theolo
gische inzichten van dr. Robinson
die de woede van velen hebben
opgewekt. Was dat zo geweest,
dan zou hij zeker niet van links
en rechts tegelijkertijd bestookt
zijn met alle mogelijke verwijten.
Wie nauwkeurig leest, moet wel
tot de ontdekking komen, dat de
ze bisschop juist aan de kernin-
houd van het evangelie vast wil
houden, ook al zullen reforma
torische christenen bezwaar heb
ben tegen het feit dat de verzoe
ning in dit boek eigenlijk toch
maar op de. achtergrond blijft.
Tegen de franje
Maar zelfs al zou dit boek vele
theologische ketterijen bevatten
wat over het algemeen niet zo
is dan zou waarschijnlijk En
geland niet zo fel hebben gerea
geerd. Zo dogmatisch is dit land
over het algemeen niet ingesteld.
Robinson heeft echter de Engel
sen kennelijk op hun hart ge
trapt en in hun zwakste plek ge
raakt. Dat wordt pas duidelijk
als men ziet waartegen deze bis
schop in zijn boek ageert.
Hij wil geen modern evangelie
de plaats laten innemen van het
bijbelse evangelie. Hij wil het
evangelie ontdoen van zijn tradi
tioneel kleed en het een moderne
jas aantrekken. Was hij een ju
rist geweest in plaats van een
bisschop dan zou hij de stoffige
De aartsbisschop van Canter
bury, dr. Ramsey, heeft de bis
schop van Woolwich „zachtmoe
dig berispt" om diens boek „Ho-
nest to God". In een rede tot
de kerkelijke vergadering van
Canterbury zei hij: „Ik heb mij
in het bijzonder gestoten aan de
methode, die de bisschop geko
zen heeft om zijn ideeën open
baar te maken. We worden ver
zocht om zijn opzet te zien als
„voorlopig", „hardop denken",
„vragen stellen", enz. Maar de
oorspronkelijke methode die hij
volgde, was door in een dag
bladartikel, helder als glas en in
een vorm en taal die aan het den
ken zet, het publiek te verklaren
dat de gedachte t an een per
soonlijke God, zoals die gevon
den wordt in het populaire chris
tendom en de orthodoxe dogma
tiek, ouderwets is en dat atheïs
ten en agnostici deze terecht ver
werpen." In zijn boekje is de
bisschop van Woolwich echter
heel wat voorzichtiger in zijn
formulering.
pruiken van de hoofden van de
rechters hebben gerukt, die zij in
Engeland nog altijd dragen. Ro
binson keert zich niet tegen het
hart, maar tegen de franje van
het evangelie, tegen de traditie
die het omgeeft. En wat is een
Engelsman zonder traditie?
Reeds in het eerste hoofdstuk
verzet hij zich tegen een heer
send godsbeeld. Maar niet tegen
het godsbeeld van de bijbel, maar
tegen de gedachte dat God ergens
in het universum huist, hij ver
zet zich tegen de tegenstelling na
tuurlijk-bovennatuurlijk, waarbij
God geschilderd wordt als dege
ne. die van tijd tot tijd in onze
gang van zaken moet ingrijpen.
Deze opvatting leeft ook sterk in
de rooms-katholieke theologie,
maar is van reformatorische zij
de reeds vaak afgewezen. Robin
son meent, dat de kerk (of be
ter velen in de kerk) helemaal
niet in de ban gekomen zijn van
het vrijzinnige idee. dat Christus
alleen maar mens is, maar dat
De Openbaring aan Johannes,
door R. J. van der Meulen. Uit
gave Bigot en Van Rossum N.V.,
Blaricum.
Mocht ds. R. J. van der Meulen
indertijd op een wetenschappelijk
onderzoek van het laatste Bijbel
boek promoveren, bij hem bleef
het verlangen leven, ook een meer
populaire verhandeling van de
Openbaring te schrijven.
Jezus is het. zegt ds. Van der
Meulen, Die Zijn Kerk door dit
boek voorlichting geeft over wat
God van eeuwigheid heeft beslo
ten. Wie dus dit boek verwerpt,
verwerpt Jezus.
Nu zullen wij er niet toe komen,
de Openbaring te verwerpen, maar
wel is de Apocalypse voor velen
een gesloten boek, omdat zij zo on
metelijk ver buiten onze realiteit
schiint te staan. Niet dat er nog
slechts sporadisch over is gepu
bliceerd. Maar de indruk bestaat,
dat dit deel van de verklaring van
de Bijbel voor niet-theologen on
toegankelijk is.
De reeks zondagavondlezingen
voor de N.C.R.V. bood ds. Van der
Meulen de gelegenheid een poging
te doen tot het wekken van beter
begrip hieromtrent. De vele reac
ties van luisteraars zullen hem
hebben gestimuleerd zijn lezingen
in boekvorm te doen uitgeven. Als
de Openbaring het grote troost
boek van de Kerk der eeuwen
blijft, mag het niet voorkomen,
dat de Gemeente om reden van
vermeende onbevattelijkheid eraan
voorbijgaat. Deze verklaring wil
dan ook een gids zijn bij het ver
der doordringen In het ontegen
zeggelijk mysterieuze slot van de
Bijbel.
Ondoordringbaar is de Apoca
lypse zeker niet; dat hebben wij
bij het lezen van dit helder en
puntig geschreven boek wel ge
leerd. Weliswaar is zij niet een
menselijke onthulling de Mid
delaar Jezus Christus ontving
deze Openbaring van God om haar
aan Zijn knechten door te geven
en Hij maakte daarbij gebruik van
een engel maar dat wil niet
zeggen dat elke band met het
heden is verbroken, dat de profetie
geheimtaal zou spreken. Zij wil
begrepen worden en moet zich dus
aansluiten bij de gedachtensfeer en
het milieu waarin de personen
leven tot wie zij zich richt. In
beelden en symbolen openbaart zij
iets. Bovendien sluit zij aan bij de
reeds door God gegeven openba
ring, getuige de vele citaten uit
het Oude Testament.
Bij het dichtslaan van dit boek
vroegen wij ons af wat het ons
had gegeven. Wij geloven dit: een
nieuwe nodiging om naar de toe
komst te leven, ons leven daar
naar voortdurend te wenden. Al
leen daèr wordt het diepste
verlangen van de mens (einde
lijk vervuld: dóér zullen wij
God en het Lam zien zoals Zij zijn.
De Visio Dei, de aanschouwing
Gods, wordt zalige realiteit. Het
donker waarin zoveel zonde ge
beurde. is gevlucht voor de eeuwi
ge dag. Het Rijk is gekomen.
Weet u, dat ook dan een ge
kroonde mag zijn?
velen in de kerk juist niet gelo
ven dat hij mens is, maar God
gekleed als mens.
Deze schrijver klaagt over het
feit dat het avondmaal al lang
geen „heilige maaltijd" meer is,
maar een godsdienstig samenzijn,
waarin we het gewone onze rug
toekeren en in een individualisti
sche devotie gemeenschap zoeken
met God die juist daar aanwezig
zou zijn. Hij schrijft dan zelfs:
„Dit is de kern van de godsdien
stige perversie als de eredienst een
plaats wordt, waarin we ons te
rugtrekken uit de wereld om bij
God te zijn. Hij veroordeelt vele
visies over het gebed en de nood
zaak van een gebedsleven als ko
mend uit de kloosterwereld. Ge
bed is niet een terugtrekken uit de
wereld om iets met God te bespre
ken. maar juist gaan in de we
reld om met God tot de oplossing
van dat bijzondere probleem te
komen.
Heilige huisjes
En zo volgt eigenlijk aanval na
aanval op de levenspraktijk, zo
als die in het bijzonder gevonden
wordt in de Anglicaanse Kerk.
Niet de „heilige leer" wordt eigen
lijk aangerand, maar „heilige
huisjes" worden omvergegooid. En
wat een opmerking van bijvoor
beeld de aartsbisschop van Can
terbury niet vermocht, die name
lijk meende, dat de maagdelijke
geboorte in het geheel geen essen
tieel dogma is en dat hij atheïsten
in de hemel tegen zou komen,
deed dit boek vel. En daar ligt
in werkelijkheid de geweldige tra
giek van deze kerkelijke contro
versie. Niet de bijbel, maar de
traditie wordt door de bisschop
van Woolwich veroordeeld en ter
wijl men vaak zweeg toen de bij
bel werd geschonden, roept nu
iedereen „ach en wee".
Niets nieuws
Dat wil niet zéggen, dat dit boek
je van Robinson een meesterwerk
is. Ook niet dat het iets nieuws
brengt. De opmerking is in een
ingezonden stuk gemaakt, dat het
nauwelijks meer is dan een soort
hutspot van gedachten van Til-
lich, Bonhoeffer en Bultmann. En
de schrijver geeft zelf toe, dat hij
hen niet in alle opzichten begrijpt.
Maar het is duidelijk wat hij
wil, als hij op een van de laatste
pagina's schrijft: „Ik zou heel
wat meer hoop voor de kerk heb
ben als zij zioh niet organiseerde
om de interesses van de gods
dienst te verdedigen tegen de
groeiende overheersing van de
staat (al kan dat dan ook legi
tiem zijn), maar om christenen op
te leiden door de kwaliteit en de
kracht van haar gemeenschapsle
ven, om zich met hun „geheime
discipline" te werpen in het op
windende en gevaarlijke seculaire
streven van onze tijd om daar het
werk van God te volgen en te vin
den."
Robinson zet, terecht, een heel
groot vraagteken achter de op
merking dat „de taak van de kerk
is de mensen godsdienstig te ma
ken." Als Robinson een moderne
godsdienst zoekt, dan zoekt hij
een moderne manier om God te
dienen in deze tijd, omdat hij ge
noeg heeft van een heleboel gods
dienstigheid. Maar dat had hij
niet mogen zeggen.
Honest to God, door bisschop
dr. John A. T. Robinson. Uitga,
ve S. C. M. Press Ltd., Londen.
Luchtvaortoorlog straks geheel ten einde
Chroesjtjef krijgt bezoek van Chinezen Kennedy
laat kernproeven
DE luchtvaartoorlog tussen
Amerika en Canada enerzijds
en de Europese landen ander
zijds was in de afgelopen week
nog niet geheel ten einde. Er
waren wel tekenen. dat de
scherpe kanten er van afgesle
pen zouden worden. Maar van
volledige overeenstemming «as
nog geen sprake. Canada blijft -
weigeren, zich bij de tariefsver
hogingen waarover men het
in de IATA eens was geworden
neer te leggen. En de Ame
rikaanse maatschappijen (met
name de Pan American World
Airways) waren geneigd, de kat
nog even uit dc boom te kijken.
Belangrijk
Van belang was echter, dat
de Amerikaanse regering dc
Raad voor de luchtvaart in de
Verenigde Staten er van heef'
weten tc overtuigen, dat hij er
beter aan zou doen. zich niet te
gen de tariefsverhoging te ver
zetten. Dit om tc voorkomen,
dat Amerikaanse luchtvaart
maatschappijen getroffen zou-
annuleren.
den worden door „buitenlandse
strafmaatregelen". En in ver
band daarmede verdient ook
het feit de aandacht, dat presi
dent Kennedy het Amerikaanse
Congres heeft verzocht. een
wetsontwerp goed te keuren,
dat de regering te Washington
in staat zal stellen, controle uit
te oefenen, zowel op de lucht
vaarttarieven van Amerikaanse
als van buitenlandse maatschap
pijen.
Bindend
Volgens het voorstel van pre
sident Kennedy zal de Ameri
kaanse Raad voor de burger
luchtvaart dezelfde bevoegdhe
den krijgen als die, welke de
meeste regeringen van andere
landen hebbeu. Ter toelichting
zegt Kennedy, dat de Verenigde
Staten zich niet vrijwillig de
handen moeten laten binden.
Het Is dan ook interessant na
te gaan, wat Kennedy voor ogen
staat. W'e kunnen dat doen aan
de hand van een rapport, dat
een interdepartementale com
missie op verzoek van de pre
sident heeft opgesteld over de
Amerikaanse luchterkeerspo-
iitiek. Een bijzonderheid is, dat
dit rapport (het resultaat van
twee jaren onderzoekingsarbeid)
door Kennedy tot bindende richt
lijn is verklaard.
Het rapport
Het rapport gaat uit van de
vaststelling, dat het Amerikaan
se aandeel aan het snel groeien
de luchtverkeer als gevolg van
het toenemend aantal buiten
landse luchtvaartmaatschappij
en relatief is afgenomen. In het
algemeen pleit het rapport ech
ter desondanks voor een zo li
beraal mogelijke luchtvaartpoli-
tiek. die de concurrentie zo vrij
mogelijk maakt. Een opdeling
van de internationale markt in
nationale entiteiten zoals
sommige Amerikaanse maat
schappijen eisen wordt afge
wezen. De bilaterale overeen
komst zoals men die in 1944
te Chicago heeft getracht te be
reiken acht men thans volko
men onaannemelijk.
Voorzichtig
Wat de uitbreiding van de be
staande vliegroutes betreft
maant het rapport tot voorzich
tigheid. Waar dat gerechtvaar
digd is. moet aan de Ameri
kaanse maatschappijen ais ge
heel een even groot voordeel
«-orden toegekend als aan de
buitenlandse maatschappijen.
Waar slechts weinig verkeer is
moeten zo weinig mogelijk
maatschappijen vliegen. Dat
geldt in beginsel ook voor rou
tes met een grote verkeersdicht
heid. zoals boven de Atlantische
Oceaan, waar thans negentien
maatschappijen diensten onder
houden. „Het moet onze politiek
zijn deze situatie, die niet ge
zond kan worden genoemd, niet
nog meer te verscherpen", al
dus het rapport.
Bermuda
Wat de zgn. capaciteits-grond-
slagen betreft spreekt het rap
port zich uit voor de regeling
van Bermuda. Ondanks krachti
ge pressie wordt een nieuwe de
finiëring van de „zesde vrij
heid" in de Amerikaanse wetge
ving van de hand gewezen. Dit
desideratum moet men via on
derhandelingen zien te bereiken,
in het bijzonder voor wat be
treft het zgn. Secundary justifi
cation traffic. Nadrukkelijk keert
het rapport zich tegen willekeu
rige restricties op dat gebied en
evenzeer tegen misbruiken bij
de uitleg van de grondslagen
van Bermuda Zeer duidelijk
verklaart het zich tegen de zgn.
..poolarrangements". omdat die
de concurrentie minder vrij ma
ken.
De IATA
Zeer ver gaat het rapport met
zijn aanbevelingen met betrek
king tot de vliegprijzen. Het
mechanisme van de IATA moet
aangehouden worden, maar „wij
kunnen ons niet onttrekken aan
de verantwoordelijkheid voor
de beveiliging van de reizigers
en vrachten en wij zullen voort
gaan te strijden voor verstandi
ge prijzen". Teneinde de Ame
rikaanse regering een doeltref
fend middel aan dc hand te
doen. eist het rapport dat de
Raad voor de burgerluchtvaart
gemachtigd wordt toe te zien
op de vliegprijzen op de lijnen
van en naar de Verenigde Sta
ten. De raad zou slechts met
toestemming van de president
zijn veto over een prijsbesluit
van de IATA kunnen uitspreken.
Tot zover het rapport, dat dus
geen slecht geluid laat horen.
Duvalier
Mmder goed zijn de berichten,
die uit de negerrepubliek Haïti
komen. Frangois Duvalier, een
arts die voordat hij in 1957 tot
president werd gekozen zeer po
pulair was, regeert sedert don
derdag jL zonder meer als dic
tator over de kleine republiek.
In feite heerst hij al meer dan
vijf jaar als een tiran over eer,
volk. dat met de dag armer
wordt. Zijn geheime politie en
speciaal gerecruteerde militia
terroriseren de bevolking en
hebben al laten weten, dat zij
een enorm bloedbad -zullen aan
richten, als er een opstand te
gen het regiem van Duvalier
zou uitbreken. Even heeft het
er vorige wede op geleken, dat
troepen uit de Dominicaanse re
publiek (op de rechterhelft van
het eiland) Haïti zouden binnen
rukken. De belegering van de
Dominicaanse ambassade door
de politietroepen van Duvalier
is echter opgeheven en de span
ning is verminderd.
Talrijke officieren van het le
ger van Haïti, die het terreur
bewind van Duvalier en diens
geheime politie an militia beu
waren, hebben getracht, de pre
sident te beletten de macht aan
zich te trekken, nadat zijn
ambtstermijn zou zijn verstre
ken. Duvalier werd echter op
tijd ingelicht en de officieren
konden op een enkele na
slechts het vege lijf redden door
een toevlucht te zoeken in ver
schillende ambassadegebouwen.
Duvalier reageerde met een
aanval op het gebouw van de
Dominicaanse ambassade. die
tot een groot internationaal in
cident dreigde uit te groeien.
Even leek het er op, dat Duva
lier steun bij Castro zou zoeken.
Haïti en Cuba liggen vrij dicht
bij elkaar. Totdusvea is echter
niet gebleken, dat dit gevaar on
middellijk dreigt. Maar Haïti is
daarmee nog niet van zijn dic
tator af.
Chroesjtsjef is ook nog niet
van zijn lastige Chinese rivalen
af. Enkele maanden geleden
werd hij uitgenodigd naar Pe
king te komen om de „familie
twist" uit te praten. Dat kon
hij zich eenvoudig niet veroor
loven. omdat hij daarmede te
kennen zou hebben geven, dat
er inderdaad over te praten
valt, althans in de geest waarin
de Chinese communisten er
slechts over willen spreken.
Chroesjtsjef liet na verloop van
tijd dan ook weten, dat de Chi
nezen maar naar Moskou moes
ten komen, als zij de ideologi
sche geschillen tussen de Sow-
jetunie en hun eigen land onder
de loupe wilden nemen. De
stand was toen weer 11. Daar
kwam nog bij, dat Chroesjtsjef
Hier ziet men Duvalier, toen
hij als president een nieuw be
lastinggebouw opende om nog
meer geld uit de armoe lijden
de bevolking te kunnen persen.
de komst van de Chinese dele
gatie ongeveer wilde laten sa
menvallen met de bijeenkomst
van het centrale comité van de
Russische communistische par
tij, de. politieke lijfwacht van
Chroesjtsjef als het ware.
Waarom
Mao Tse Toeng accepteerde
de uitnodiging, al liet hij weten,
dat hij zelf niet zou komen. Hij
deed echter nieer. De Chinese
communistische leider deelde
mede, dat de delegatie van zijn
land niet in de tweede helft van
mei, maar in de» tweede helft
van juni kon komen. Later
bleek zelfs, dat bet begin juli
zou worden.
Chroesjtsjef voelde er toen
blijkbaar weinig voor, de bij
eenkomst van het centrale co
mité van zijn eigen partij nor
maal doorgang te doen vinden
en deze is men heeft het kun
nen lezen nu ook verdaagd.
Rest slechts de vraag, waarom
deze partijvergadering is uitge
steld. Is het om de Chinese
communisten zo lang mogelijk
in onzekerheid te kunnen hou
den omtrent de ontwikkelingen,
die thans in de Sowjetunie aan
de gang zijn. Of zijn de gebeur
tenissen, die zich achter de
schermen in en buiten het
Kremlin afspelen, van dien aard,
dat zij op zichzelf reeds om wat
uitstel vragen?
Kernproeven
Rest ons nog tc wijzen op het
feit. dat president Kennedy en
kele proefnemingen In de Neva
da» oestijn heeft laten afgelas
ten, nadat hij een brief van
Chroesjtsjef had ontvangen, die
betrekking zou hebben op dc on
derhandelingen over een verbod
tot het houden van kernproeven.
Het is goed, dc ontwikkeling op
dit terrein met aandacht te vol
gen.