Diep vriezer De boer met het circuspaard mm ZONDAGSBLAD ZOEKT PLAATS IN NEDERLANDSE KEUKEN I Sleper Kara Zee bijna blind door Magellan Liefde zonder trouwring ^ATERDAG 18 MEI 1963 Principe is al tienduizenden jaren oud De combinatie koelkast-diepvriezer met een koelgedeelte van 155 liter en een diepvriesruimte van 170 lilet. Vooral voor huizen met een niet al te grote keuken een ideale oplossing, zegt de fabrikant. De Oppervlakte meet niet meer dan 6 bij 6 decimeter (Van een onzer verslaggevers) De Eskimo's zijn er al dui zenden jaren mee vertrouwd. Toen hier de koelkasten nog ver in de toekomst lagen, be schikten zij al over diepvries- kasten: in poolijs uitgehakte holen, waarin zij hun voed selvoorraden bewaarden. Diepvries is een conserve ringsmiddel, dat al dateert uit de ijstijd, tienduizenden jaren geleden. De mammoet, die in 1901 door een Russi sche expeditie aan de Bere- sowka-rivier in een groot blok ijs werd ontdekt, heeft dat bewezen. Hoewel hij daar al vele dui zenden jaren moet hebben ge legen, verkeerde hij nog in de zelfde staat als op het mo ment waarop hij werd overval len door de ijslawines. Zijn snel diepgekoelde vlees was. zo meldden de ontdekkers, zo goed geconserveerd, dat het de hon gerige honden een uitstekende maaltijd bood. Zo goed was de ze conserveringsmethode dat noord, en zuidpoolreizigers de oude gewoonte overnamen. Een paar jaar geleden werd nog zo'n voedseldepot gevonden van Scott's tocht met Eskimo-hon den naar de Zuidpool in 1911. Daarin bevond zich onder meer een Hollandse kaas, die na wat omzwervingen tenslotte onder veel vrolijkheid werd geconsu meerd door de zoons van de toenmalige leverancier. De kaas uit 1911 was nog altijd ,,jong" Welvaartssymbool Wij, moderne westerlingen, gaan nu deze oude vinding van 3e Eskimo's toepassen. Alleen met dit verschil dat zij in de kou zitten en wij die kou zelf moeten maken. Wat zij van de natuur gratis krijgen, moeten ons de diepvrieskasten en -kis ten leveren. Installaties, die zelfs op de warme zomerdag het kwik tot ver onder nul 25 gr. C.) doen zakken. Het is deze diepvrieskast. die thans hard bezig is de huis vrouw te veroveren. Na de stormachtige opmars van de koelkast hun aantal is in Europa sinds 1955 bijna vervier voudigd! doet nu de diep vriesinstallatie een poging een vaste plaats in de huishouding te gaan innemen. En hoewel de diepvriezer op het ogenblik nog maar daar staat waar in 1950 de televisie nog stond, voorzien de fabrikan ten een zeer snelle ontwikkeling van dit nieuwe welvaartssym bool. Hetsteeds toenemende aantal diepvriesartikelen zal daarvoor een belangrijke stimu lans zijn. In 1960 bedroeg de omzet van deze artikelen in Europa ai 300.000 ton (1,2 kg per jaar per hoofd van de bevolking) een verdrievoudiging ten opzichte van de omzet in 1955. Nederland nam daarvan 12000 ton voor zijn ■ekening (1 kg per hoofd), Ame rika springt daar met zijn 2 triljoen ton (14 kg per hoofd) weliswaar ver bovenuit, maar fabrikanten geloven dat de Europese huisvrouw deze ach terstand op korte termijn aan zienlijk zal inlopen. Nu al is te zien dat vele huis vrouwen van het kopen van diep- r.„ cr, „Alf trek. De huisvrouw koopt liever daar waar zij alle branches te zamen vindt omdat zij er grote hoeveelheden voor langere tijd snel kan bestellen. En dan is het gemakkelijk om die grote hoeveelheden ook thuis te kun nen opslaan in de diepvriezer. Eetgewoonte Diepvries zal de moderne mens de gelegenheid geven zich een geheel andere eetgewoonte aan te kweken. Immers, onaf hankelijk van het aanbod zal men zich een verscheidenheid kunnen creëren, die zonder een permanente bewaargelegen- heid onmogelijk is. De uiterste consequentie van deze ontwikkeling is uiteraard de tevoren geheel geprepareer de diepvriesmaaltijd, die men uit de diepvriesinstallatie haalt en (in de droomkeuken van de toekomst) in de magnetronische oven binnen twee minuten tot consumeertemperatuur van 80 graden Celsius verhit. Nog voordat de heer des hui zes gelegenheid heeft gehad zijn hoed en jas aan de kapstok te hangen, staat de schotel al dampend op tafel. Bovendien kan hij zoveel plotselinge gasten peratieve diepvrieskluizen, aar meeneme„ aLs hij wii, hel Jal 1.1,.. v.. w». n,„m de sastvrouw nlel tota. gendeel, ieder krijgt nog een •menu naar eigen smaak ook. En de fabrikanten kunnen zo Platteland Op het platteland is de diep vriezer trouwens al een zeer po pulaire „hulp in de huishou ding". Daar kent men de coö- een loket kan huren. Ruim 100 van deze kluizen (met 70.000 loketten) zijn er thans in ons land (in 1956 nog maar 19). twee mille moet neertellen. Of van de magnetronische oven, die niet minder dan 7000 gul den kost. Deze ovens worden dan ook nog maar alleen in enkele restau rants gebruikt. Voor de huis vrouw is hij nog taboe. Dat neemt niet weg dat de fa brikanten optimistisch zijn. De televisie heeft ook slechts aar zelend zijn entree gemaakt, zeg gen zij. En nu staan er in Ne derland al bijna anderhalf mil joen toestellen. Waarom zou het met de diepvriezer ook niet zo runnen gaan? Het diepvriestfakket is er al '64 procent groenten, 20 pro cent vis, 12 procent kip en 4 procent diversen). En nog steeds neemt het aantal produkten dat in diepgevroren toestand kan wordep gekocht toe. Dat mét de toenemende vraag van de Nederlandse huisvrouw naar diepvries, zal de diepvrie zer zijn weg naar de Nederland se keuken zeker doen vinden, zeggen de fabrikanten. Wanneer de Nederlandse dichter A. Roland Holst op 23 mei a.s. zijn 75e verjaardag viert, zal hij ergens in het bui tenland zijn. Hij hoeft dan tenminste bij zijn terugkeer niet een paar dichtregels te schrijven, waarin hij uit spreekt dat de best gemeen de en warmste huldiging aan de kern van je wezen kan voorbijgaan: Leeg en gehuldigd kwam hij thuis, vermenigvuldigd tot een muis. Misschien noteert hij nu in een kwatrijn of distichon dat ook het niet gehuldigd worden geen medicijn tegen de ouder dom is. Klein en groot zijn aan de wet van het sterven onderwor pen. Zo omstreeks het vijftigste levensjaar kan de dood een vruchtbaar en inspirerend letter kundig onderwerp zijn. Men is de bocht des levens omgevaren, het landschap is veranderd, men voelt zich anders gewórden, men kan spreken van een om gekeerde puberteit, bij helder weer is de dood als een stad aan de horizon zichtbaar. Men leeft niet meer van de rente, maar teert in van het kapitaal. De onvermijdbare dood legt een koude hand op de ziel, maar het lichaam is nog warm en krach tig. Dan kan men over de dood mediteren, filosoferen, dichten. Want voor het behandelen van de dood als thema is levens kracht nodig. Maar ook over de grootsten heerst de majestueuze wet en dan is de dood niet meer ons thema, maar worden wij zijn thema. Maar, is dit niet merkwaar dig? Tegen deze achtergrond van het onafwendbare wordt de menselijke grootheid eerst duide lijk en definitief zichtbaar. Zo is het ook met de dichter Ro land Holst. Zolang iemand nog in de kracht van zijn leven is, kan men menen dat hij zijn grootheid zelf bezit. Maar bij het minderen' van de krachten wordt meer en meer duidelijk, dat hij als groot geschapen is; dat hij dat bepaalde formaat in het leven eenvoudig heeft mee gekregen. Het is maar éénmaal gebeurd, dat een profeet zijn mantel niet in de hemelse ves tiaire moest inleveren, doch die voor een discipel kon achterla ten en dat was „een harde zaak". Als Eliza Elia's hemel vaart niet had kunnen zien, dan had hij de profetenmantel niet ontvangen. Menselijke grootheid die van de aarde is. die uit het Paradijs stamt, die zich en dit is een geheimzinnige zaak tegen het evangelie kan keren en met ko ning Radboud kan verkiezen hei- I den te blijven in een wereld die de goede tijding heeft verno men. wordt pas in volle omvang zichtbaar tegen de achtergrond van de dood. Nu het kleed wordt afgelegd zien wij pas dui delijk snit en formaat, de gloed van de kleur en de schittering van het passement. Want Gods oordeel over ons betekent ook dit: wat houden wij over wan neer wij Hem het zijne hebben teruggegeven? Algemene genade Straks spreken we nog even over de grootheid in de orde van het koninkrijk der hemelen. Dat is namelijk een heel ande re orde. We zijn nu nog. om het traditioneel uit te drukken, op het terrein van de algeme ne genade. De leer van de ge mene gratie moge dan onvol doende zijn uitgewerkt (naar mijn persoonlijke mening door een te veel aan bespiegeling en een te weinig aan confrontatie met de empirische wereld van kunst en cultuur), zij bevat een onomstotelijke waarheid. Hier •hebben wij als gelovige chris tenen een voordeel. De beschou wingen over Roland Holst die men in de pers tegenkomt er kennen alle zijn grootheid als dichter, maar verschillen dan voorts van mening of ook zijn laatste werk groot is en wat zijn vroegere verzen betreft, in hoever die of die bundel, dit of dat vers tot die grootheid reikt. En dan komt men tot de eindconclusie, dikwijls in de eigen formulering van de dich ter, die immers heeft igeschre- Wat de mens zei toen dit ge dicht begon, wordt zelden waar, maar dan ook zo waar dat het zijn bestaan bewijst. De prijs van het paradijs voor hoger spel: als zijn taal het haalt heet Adam Daniël. (Dit is de laatste strofe van het gedicht ..In de kuil" uit de bundel Onder koude wolken Den Haag 1962). Welnu, Pierre Dubois schreef op -13 januari j.l. in Het Vaderland: „Al is hij er niet overal in geslaagd. A. Roland Holst be hoort tot hen wier taal het „gehaald" heeft. Daarom be hoort hij tevens tot onze grote dichters." En Rein Bloem oordeelde in Vrij Nederland van 2 februari daaraan volgende: „Is het de taal van A. Roland Holst „die het niet gehaald heeft"?" Beperktheid In zulk een tegenspraak, le zer, treft mij altijd de beperkt heid van een literatuurkritiek die alleen maar literair is. Het worden dan sorteerproblemen, discussies bij een weegschaal, het blijft planken-problematiek. De deskundigen zijn het niet eens. Kritiek moet niet alleen deskundig zijn, ze moet bedre ven worden in een geestelijke ruimte die meer omvat dan al leen maar literatuur. Dit is het prae van een christelijke kri tiek, wanneer die althans die naam waard is. Door Gods Groot door de oogopslag van zijn vers Het is dus duidelijk dat het nog meer voordelen opnoemen. platteland in eerste instantie het afzetgebied van diepvrieskis- ten en -kasten voor gebruik in woonhuizen zal zijn. Nu al kla gen veel plattelanders erover dat de afstand tussen huis en diepvrieskluis te groot is. Men wil de voorraad thuis bij de hand hebben. Ook de ontwikkeling in Ame rika heeft te zien gegeven dat vooral bij de plattelander de diepvriezer in trek is: 44 pro cent van de twee miljoen ge zinnen die een diepvriezer voor huiselijk gebruik hebben, woont op het platteland. Snel veranderende koopge woonten zijn er echter oorzaak van dat ook in de stad de diepvriezer kans op succes krijgt in zijn poging de huis vrouw te veroveren. Grote bevol kingsgroepen komen steeds ver der af te wonen van de verkoop centra: de opkomende grotere verkoopeenheden en supermar kets, (in dit verband is het wel interessant te vermelden dat in Nederland het aantal ver kooppunten detailhandela ren binnen een tiental jaren met 10.000 daalde). Het dagelijks boodschappen doen raakt steeds minder in Het diepgevroren voedsel blijft in zijn oorspronkelijke staat, dus vers. Met de diepvriezer kan de prijs van het levensmid delenpakket worden verlaagd: men kan bepaalde produkten kopen als er een overvloed aan is en de prijs dus laag is. En dan is er ook nog het tijd-voor- deel, do huisvrouw krijgt door dat zij niet veel tijd aan het „kokkerellen" hoeft te besteden, meer gelegenheid zich aan an dere taken te wijden. Prijzen Ondanks deze pluspunten, is de diepvriezer op het ogenblik echter nog steeds een luxe, die slechts in relatief weinig gezin nen te vinden is. De ontwikke ling immers is nog in een be ginstadium, althans in ons land. Bovendien zal de prijs een woordje meespreken. Het verschil met de koelkas ten is nog aanzienlijk. Vries kisten van 250 tot 400 liter va riëren nog altyd van ruim 1000 tot ruim 1300 gulden. Om dau nog maar niet te spreken van dc combinatie diepvries-koel kast, waarvoor men een kleine DE VERBORGEN ZEESTRAAT Toen kwam dan dat tele gram. Drie dagen na hun vertrek uit Santa Cruz de Tenerife, dat ze waren binnengelopen om de lekken van de sleep te dich ten, en juist toen ze prinsheer lijk in een vlak zeetje voort- ploegden en elke wacht aardig wat afknabbelden van de 3700 mijl, die ze nog te goed hadden tot Walvisbaai, waar Sliedrecht trozén en de runners rondliepen staan, en die de stof verwerkte met schrappers en verfpotten tot een roman. Hij gaf hem tot om de Kara Zee er piekfijn te Hiel: „De verborgen zeestraat", laten uitzien als ze de baai van zoals Straat Magellan nog altijd Uruguay's hoofdstad zouden bin- bekend staat, en hij is versehe- nenlopen. Het avontuur begon in nen in de Wimpelreeks van C. de feite toen ze Montevideo al weer Boer jr., Hilversum, hadden verlaten. Kees Borstlap is een knap ver teller en het bewijs daarvan ligt in zijn een paar jaar geleden verschenen twee romans over de Het begon toen de ouwe in vol- zeesleepvaart, maar bovenal in le zee ontdekte, dat de kaarten, zijn meesterlijke novelle Quaran- se baggeraars met smart op die ,de agent aan boord had ge- taine. In „De verborgen zee hen zaten te wachten. bracht kaarten waren van heel straat" handhaaft hij zijn boeien- Toen kwim dat telegram andere stukken water op deze de verteltrant. Men vaart mee Aoen kw am aai telegram wereld dan Zlj juist nodlg had_ fl00r straat Mageiian en men den. Hij kreeg de schrik van zijn leeft mee met de ouwe van de Kara Zee, men ondergaat de Schrik en ze begrepen, dat ze voorlo pig nog wel even de tijd had- ]eVen. Én hoe was die verwisse den voordat ze de Waterweg ]jng mogelijk geweest? weer in zicht zouden krijgen. Ze zouden, als ze hun sleep hadden afgeleverd, met de los se boot naar Montevideo gaan, daar bunkeren en door de Straat Magellan naar Valpa raiso om een sloop op te ha len, die naar La Spezia in Ita lië moest worden gebracht. Nieuwe roman van Kees Borstlap spanning, die hij onderging, toen hij feitelijk alleen met een echo lood door het nauwe vaarwater ging. tientallen mijlen „door een bergland en geen mens had ons, van welke oever ook, waargeno men omdat er geen mens was. We waren alleen in de straat ge weest, alleen met ons schip, dc stromen en de stormen... een lange verlaten weg". (Van onze correspondent) „De boer met het circuspaard" noemen dc militaire vliegers de landbouwer van dc twee vol maakt ronde akkers, die aan de grens van Nederland en Duits land in de Twentse gemeente Tubbergen liggen, om nauwkeu rig te z(jn bü de doorlaatpost Mander. Een circuspaard komt er overigens in het geheel niet aan te pas als de 54-jarige Albert Engbers de twee kolossale akkers ploegt of egt. maar de vliegers hebben zo hun vaste namen voor hun oriëntatiepunten. Een moderne fabriek in Zwol le met een schoorsteen die altijd rookt, heet bij hen bijvoorbeeld „de atoomcentrale". Kapitein vlieger H. Brunt van de vlieg basis „Twenthe" heeft ons hier over een boekje opengedaan. „Water en wegen vormen altijd een prachtig houvast voor ons', zei hij. „Je weet uiteraard hoe een kanaal of een grote weg loopt, omdat je een kaart op je knieën hebt. Maar het mooiste punt voor iedere vlieger in Twenthe is „die boer met het circuspaard". Zo noemen wij dat heerschap altijd. Als je uil het noorden komt zijn er wejnig her kenningspunten. Je vliegt een tijdlang over heide en aan Dren te heb je helemaal" geen houvast. Dan zie je ineens die twee gekke cirkels en dan weet je. dat je nog een minuut of vier hebt en je bent binnen. Ze liggen pal noord yan de basis." De twee cirkelvormige akkers, per stuk ongeveer tlf hectare groot, zijn eigendom van de En- schedese textielfabrikant Gerh. Janr :.ik, die naast de twee ak kers (rechtse bovenaan op de foto) een landingsstrip heeft voor zijn sportvliegtuigje. Het voor deel van deze akkervorm is. dat de man die ze bewerkt ongehin derd rondjes kan draaien als hij eenmaal is begonnen, ,,'t Gaat veel vlugger dan bij een recht hoekige akker en bovenditn heb je niks te knoeien met de trek ker", aldus Albert Engbers, die ongeveer dertig jaar geleden zelf bij het ontginnen van de heide die toen nog ter plaatse lag heeft geholpen. Op iedere topografi sche kaart staan de twee cirkels aangegeven, zodat ze voor men sen die Nederland vanuit de lucht bekijken, een praktisch her kenningspunt vormen. Ze zijn namelijk, in ons land althans, uniek. De ouwe van de sleper Kara Dienst Zee neusde vast wat rond in de kaartenvoorraad. „Voor de over- Kees Borstlap heeft met dit steek naar de ingang van Straat „De nummers klopten en daar- fcofk de literatuur over de zee- Magellan hadden we een goede om voer ik dicht op die agent, vaart een grote dienst bewezen overzeiler, maar daarna hield het En toch had ik direkt moeten CM „Hollands Glorie" die eer ge- op. We hadden kaarten van controleren of alles wel in orde geven, die zij tenvolle verdient. Straat Magellan en voor het tra- was. Dat heb ik met gedaan... Bljna blind door straat Magel- ject naar Valparaiso nodig en Van teruggaan naar Montevideo lan Een ongelooflijk verhaal dat MggÉ' V!", "jfi Wo ear is. En door deze ware die zouden we in Montevideo kun- kan geen sprake zijn. We gaan nen krijgen". Via het kantoor dus door. Alleen van het eerste ging een telegram naar de agent traject van Straat Magellan, van in Montevideo met het verzoek Kaap Virgmes tot Punta Arenas, de kaarten te bestellen en ze af zitten er twee behoorlijke kaar- te leveren als ze daar zouden ar- ten in de rol. Dat is maar 150 riveren. En toen hadden ze nog van de 310 mijl door de Straat, een gezellige bieravond met de En die 160_mijl van Punta Are- Sliedrechtse baggeraars en morgen was het varen geblazen, varen met een 1 ijker dan dat eerste deel waar losse boot op de grote oversteek je over het algemeen de ruimte beurtenis is het tragische verhaal verweven van Jan Visser, stuur mansleerling, kenner van de ont dekker van de verborgen zee straat a.s geen ander, een en thousiaste. jongen, die het einde van de doorvaart niet mocht be de nas tot Evangelistas-eiland is ïev^ Jan" Visser,"dié'zijn lietl wal moeilijker en gevaar- siechts ten dele in vervulling zag gaan. Voordat ze Valparaiso bereik- openbaring komt de menselijke cultuur in een uit de hemel val lend licht te staan. We kennen de dood niet alleen empirisch, maar weten waarvandaan hij komt en dat hij op Pasen over wonnen is. Ook weten we uit de Schrift van een tweede dood. En als we maar diep genoeg nadenken over Gods onderhou ding van al het geschapene, we ten we ook dat God de groot heid - naar - de - orde - van het - paradijs door alles heen handhaaft, juist ter onderhou ding van de menselijke cultuur. Huiveringwekkend is dat staan van de groten onder de mensen aan de poort van de doQd. In dat stadium is hij geen vruchtbare inspiratiemo gelijkheid meer. Rilke dichtte '„der Tod ist gross" toen hij nog springlevend was. De jonge ro mantici, zoals Höldcrlin, Keats en Shelley, wisten elegische to nen te treffen als ze dichtten over sterven en sterfelijkheid. Maar de oude Goethe, met zijn vertwijfelde uitroep „Uber Gra- bern vorwarts!" gaf het tenslot te op en vroeg verbitterd waar om hij er niet een ellendige vijf tig jaar bij kon krijgen. Toen de dood Richard Wagner in 1883 in Venetië bij de keel greep, schreeuwde deze: „Wat gaat me nu overkomen?" (ik las dit juist onlangs in een -krantenbe richt uit dat jaar). Andere maatstaven Ja, wat overkomt hun, en ons... De orde van het paradijs valt onder onze voeten weg en we schuiven over in een andere orde. die van het koninkrijk der hemelen, waar andere maatsta ven gelden. Waaruit bestaat de grootheid van de dichter A. Roland Holst? In de eerste plaats is dit een grootheid binnen het algeméne kader van de hedendaagse poë zie. Een dichter nü is een totaal andere figuur dan in de tijd van b.v. Vondel. Vondel bezong al les. dat kon toen. Vandaag is poëzie vrijwel uitsluitend lyrisch en die lyriek is in hoofdzaak ik- lyriek. Veel van de jongste poë zie kan men terugbrengen tot de uitspraak: er klopt iets niet, er is kortsluiting tussen de we reld, de dingen, de anderen en mij. Deze gedachte wordt dan in esoterische taal ingekleed en eindeloos gevarieerd. Roland Holst is in die zin een grensfi- guur, dat hij tussen Vondel en, laat ik b.v. zeggen Kouwenaar. instaat. Het blijmoedig bezon gen „alles" van Vondel is bij hem een gouden voortijd, waar van een enkeling nog weet heeft en dat alleen nog maar mete- reologisch en mythisch. Tegen de achtergrond van die verdwe nen voortijd generaliseert hij het heden als een tijd van bar barisme en diep verval. Groot is Roland Holst dan in de twee de plaats door de geniale ver eenvoudiging van de situatie, in het verlengde waarvan men des dichters lievelingsuitdrukkingen en termen moet zien. zoals be vlogen, oud licht, te keer gaan enzovoort. Wanneer men als dichter tegenwoordig gereedlig- X. ROLAND HOLST gende formules hanteert, heet men epigoon. Een poëet van I klasse moet zijn eigen taal sme- I den, een taal waaraan men hem onmiddellijk herkent. Individue- I le formules zijn toegestaan, geen collectieve, tenzij die op ge heel individuele wijze worden I gehanteerd. Zodra men evenwel I zijn eigen formuleschat meer uit 1 gewoonte en vertrouwdheid dan uit innerlijke aandrang gaat I hanteren, is het óók alweer niet I goed meer. En dit laatste wordt door sommige critici aan Ro- I land Holst naar aanleiding van sommige verzen verweten. Maar aan zijn grootheid doet dit niets I af. 1 Door zijn stem In de derde plaats is de jubi- lerende dichter groot door zijn I stem, of anders en wat meer I gewaagd gezegd, door de oog opslag van zijn vers. Ongezocht kunnen hier enkele uitspraken I van Ter Braak worden aange- haald. Zo gaat het altijd, men wordt door de stem (den toon. I den „oogopslag") gewonnen: want daaraan herkent men den man, die iets te „zeggen" I heeft". I ..Een persoonlijkheid wordt. zulks in tegenstelling tot den I epigoon, het meest gekarakteri- I seerd door het feit. dat men hem om zijn totaliteit, met fouten en I al, aanvaardt." Om te eindigen met datgene waarmee ik had dienen te be- I ginnen: ter gelegenheid van Ro- I land Hoist's jubileum zijn twee uitgaven verschenen, beide bij Bert Bakker resp. Daamen I N.V.. Den Haag, te weten een 1 bibliofiele uitgave van verzen, in de loop der jaren op een ge- I liefde vrouw geschreven, een ge- I liefde en nooit vergeten dode, onder de titel Onderhuids, alle I gedichten gefotografeerd naar I het handschrift van de maker (in oude spelling), met daar- naast de gedrukte tekst in de nu I geldende spelling. Behalve de- ze genummerde en door de dich ter van zijn handtekening voor- I ziene reeds uitverkochte I uitgave komt er in een oplage van 1000 exemplaren een inge- I naaide herdruk, niet genum- I merd en niet gesigneerd, op een voudiger papier, maar gelijk I aan de eerste druk wat de in- I houd betreft. De tweede publi catie is een herziene en ver- i meerderde druk van de bloemie- in deze kolommen besproken, bevattend poëzie en proza vol- I gens een keuze van de dichter zelf. En in de derde plaats: de mei-aflevering van Maatstaf zal, I zo wordt ons bericht, voor een deel aan de verjaardag van Ro land Holst zijn gewijd met bij- I dragen o a. van een oud-studie- I genoot uit Oxford, professor Swan, Jan Engelman, Simon Carmiggelt en Bert Voeten. Er I zal dus gelegenheid zijn op een en ander binnen het engere ka der van de literaire k'ritiek nog I terug te komen. C. RIJNSDORP naar het Zuidamerikaanse conti- hebt. Je passeert twee nauwtes, ten was hij overboord geslagen, nent. maar soms zit er vijftien mijl Hij was in het kombuis geweest Brullen tussen oever en oever. In dat voor een kop koffie, „had toen gc- Druilen tweede stuk moet je het dikwijls 2egd dat h*- nog even de wfnd Het afscheid van Walvisbaai 1# ÏJJ? mdèr w£ S"ï fP* voelen"- D« was prettig. „Op alles wat daar wat daar onder wa koksmaat had hem nog gewaar- met de havenwerken te maken ter Zlt" schuwd. „Dat was om 22 uur. De ouwe van de Kara Zee zei: Van de kombuis was Jan Visser We gaan dus door". En ze gin- naar achteren gegaan. Daarna had en varen kon, hadden ze de Nederlandse vlag gezet en wat keel kon opzetten, deed dal gen door. Bijna blind door Straat door niemand meer gezien". Er toen ze weer zee kozen. We brul den ook nog drie keer, de jongens Magellan, door de verborgen straat, op een kaart, die ze toe zwaaiden een afscheid met hem- vallig in de kaartenkamer had den en broeken die van de droog lijnen werden geplukt en we wa ren weer op weg naar een nieuw karwei, in de verste verte niet op geen diepten stonden aangegc- denkend aan avontuur, ook al la- yen en geen vuurtorens. En ze gen er 3650 mijlen voor onze boeg klaarden het... tot Montevideo en nog eens 2800 mijlen van daar naar Valparaiso. Met de losse boot betekent dit, als alles meezit, rukken van der tien en tien dagen. En wat kan er in die tijd al niet gebeuren?" Het avontuur kwam, een hero- hadden de hele avond stukken water over het achterschip ge broken. Een moet hem te pak- Waar den. een kaart, waarop de 310 ken hebben gekregen, mijlen Straat Magellan een deci- „Die uren van de hondewacht meter groot was, een kaart, waar- op tegenkoers waren een kwel ling. Er werd direkt begonnen met uitkijken. Na een half uur het de ouwe al onafgebroken het zoeklicht over de zee spelen. Niets dan woest water, golven die achter elkaar kwamen aan- De geschiedenis is waar. Een rellen, ons inhaalden en dikwijls Nederlandse zeesleephootkapi- binnenboord stapten. Een hope- tein heeft eens zonder (behoorllj- loze zaak. En toch deed iedcr- ke> kaart de doorvaart door een het uiterste, alsof het zijn isch avontuur zelfs. Maar niet tij- Straat Magellan gedaan. Lang is eigen leven gold. Na twee uur dens de oversteek, toen ze. als het verhaal slechts in kleine moesten we op de plaats zijn, verloren in de wijdheid van de kring bekend geweest. Toen waar het waarschijnlijk was ge- Zuidatlantische Oceaan hun mij- kwam het ter ore van de Rotter- beurd. We kruisten rond, maak- len wegdraaiden naar* de verre damse romancier Kees Borstlap, ten slagen, ook benedenwinds, overkant. Nee, dat waren nog on- die meer boeken over de zee. en twee uur lang. Je kunt nooit we- bezorgde dagen, waarop de ma- sleepvaart op zijn naam heeft ten. Eerst toen gaven we het op". licht geplaatst en van daaruit be handeld met tenslotte de praktijk voor christenmens en volk. De schrijver stelt in het mid den dat het huwelijk een instel ling Gods is en noemt vooreerst drie regels voor het huwelijk: Het moet monogaam zijn en voor de Liefde zonder trouwring, door prof. dr. P. J. Roscam Abbing. Uitgave G. F. Callenbach N.V., Nljkerk. Een kort boekje met een menig-, te problemen, in één term samen gevat. Vooreerst heeft men hier het uitgebreid terrein van alles duur van "hetTë'ven'"en"hêtmoet wat binnen he. huwelijk behoort een diepe en totale gemeenschap en buiten het huwelijk geschiedt, zijn, een verbond tussen twee In de tweede plaats de vraag, mensen, gefundeerd als verbond wanneer wij als christen het be- tussen God cn Zijn volk. Grote staan van een huwelijk moeten aandacht wijdt de schrijver aan aannemen. Voorts brengt het taal- de betekenis van het burgerlijk en gebruik zo veel onder liefde. Dan kerkelijk huwelijk. Met groot be is er de vraag van de velerlei grip onderzoekt hij waarom zo ve- oorzaken cn bronnen van de hui- len deze beide instellingen nege- dige toestand. Vervolgens de be- ren, de een als het ware noodgc- oordeling van de toestand en ons dwongen, de ander zonder reden standpunt jegens de medemens. Met grote kracht strijdt hij tegen Tenslotte komt de vraag: Wat sociaal onrecht, dat het huwelijk moet er gebeuren? Dit alles wordt in de weg staat, rnaar ook tegen door steeds fijner wordende verde- negering van het diepste wezen Ungen geordend, in prmcipieel van het huwelijk zelf.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1963 | | pagina 13