Diep
vriezer
De boer met het circuspaard
mm
ZONDAGSBLAD
ZOEKT PLAATS
IN
NEDERLANDSE
KEUKEN
I
Sleper Kara Zee bijna blind door Magellan
Liefde zonder trouwring
^ATERDAG 18 MEI 1963
Principe is al tienduizenden jaren oud
De combinatie koelkast-diepvriezer met een koelgedeelte van
155 liter en een diepvriesruimte van 170 lilet. Vooral voor
huizen met een niet al te grote keuken een ideale oplossing,
zegt de fabrikant. De Oppervlakte meet niet meer dan 6 bij 6
decimeter
(Van een onzer
verslaggevers)
De Eskimo's zijn er al dui
zenden jaren mee vertrouwd.
Toen hier de koelkasten nog
ver in de toekomst lagen, be
schikten zij al over diepvries-
kasten: in poolijs uitgehakte
holen, waarin zij hun voed
selvoorraden bewaarden.
Diepvries is een conserve
ringsmiddel, dat al dateert
uit de ijstijd, tienduizenden
jaren geleden. De mammoet,
die in 1901 door een Russi
sche expeditie aan de Bere-
sowka-rivier in een groot
blok ijs werd ontdekt, heeft
dat bewezen.
Hoewel hij daar al vele dui
zenden jaren moet hebben ge
legen, verkeerde hij nog in de
zelfde staat als op het mo
ment waarop hij werd overval
len door de ijslawines. Zijn
snel diepgekoelde vlees was. zo
meldden de ontdekkers, zo goed
geconserveerd, dat het de hon
gerige honden een uitstekende
maaltijd bood. Zo goed was de
ze conserveringsmethode dat
noord, en zuidpoolreizigers de
oude gewoonte overnamen. Een
paar jaar geleden werd nog
zo'n voedseldepot gevonden van
Scott's tocht met Eskimo-hon
den naar de Zuidpool in 1911.
Daarin bevond zich onder meer
een Hollandse kaas, die na wat
omzwervingen tenslotte onder
veel vrolijkheid werd geconsu
meerd door de zoons van de
toenmalige leverancier. De kaas
uit 1911 was nog altijd ,,jong"
Welvaartssymbool
Wij, moderne westerlingen,
gaan nu deze oude vinding van
3e Eskimo's toepassen. Alleen
met dit verschil dat zij in de
kou zitten en wij die kou zelf
moeten maken. Wat zij van de
natuur gratis krijgen, moeten
ons de diepvrieskasten en -kis
ten leveren. Installaties, die
zelfs op de warme zomerdag
het kwik tot ver onder nul
25 gr. C.) doen zakken.
Het is deze diepvrieskast. die
thans hard bezig is de huis
vrouw te veroveren. Na de
stormachtige opmars van de
koelkast hun aantal is in
Europa sinds 1955 bijna vervier
voudigd! doet nu de diep
vriesinstallatie een poging een
vaste plaats in de huishouding
te gaan innemen.
En hoewel de diepvriezer op
het ogenblik nog maar daar
staat waar in 1950 de televisie
nog stond, voorzien de fabrikan
ten een zeer snelle ontwikkeling
van dit nieuwe welvaartssym
bool. Hetsteeds toenemende
aantal diepvriesartikelen zal
daarvoor een belangrijke stimu
lans zijn.
In 1960 bedroeg de omzet van
deze artikelen in Europa ai
300.000 ton (1,2 kg per jaar per
hoofd van de bevolking) een
verdrievoudiging ten opzichte
van de omzet in 1955. Nederland
nam daarvan 12000 ton voor zijn
■ekening (1 kg per hoofd), Ame
rika springt daar met zijn 2
triljoen ton (14 kg per hoofd)
weliswaar ver bovenuit, maar
fabrikanten geloven dat de
Europese huisvrouw deze ach
terstand op korte termijn aan
zienlijk zal inlopen.
Nu al is te zien dat vele huis
vrouwen van het kopen van diep-
r.„ cr, „Alf
trek. De huisvrouw koopt liever
daar waar zij alle branches te
zamen vindt omdat zij er grote
hoeveelheden voor langere tijd
snel kan bestellen. En dan is
het gemakkelijk om die grote
hoeveelheden ook thuis te kun
nen opslaan in de diepvriezer.
Eetgewoonte
Diepvries zal de moderne
mens de gelegenheid geven zich
een geheel andere eetgewoonte
aan te kweken. Immers, onaf
hankelijk van het aanbod zal
men zich een verscheidenheid
kunnen creëren, die zonder
een permanente bewaargelegen-
heid onmogelijk is.
De uiterste consequentie van
deze ontwikkeling is uiteraard
de tevoren geheel geprepareer
de diepvriesmaaltijd, die men
uit de diepvriesinstallatie haalt
en (in de droomkeuken van de
toekomst) in de magnetronische
oven binnen twee minuten tot
consumeertemperatuur van 80
graden Celsius verhit.
Nog voordat de heer des hui
zes gelegenheid heeft gehad zijn
hoed en jas aan de kapstok te
hangen, staat de schotel al
dampend op tafel. Bovendien
kan hij zoveel plotselinge gasten
peratieve diepvrieskluizen, aar meeneme„ aLs hij wii, hel Jal
1.1,.. v.. w». n,„m de sastvrouw nlel tota.
gendeel, ieder krijgt nog een
•menu naar eigen smaak ook.
En de fabrikanten kunnen zo
Platteland
Op het platteland is de diep
vriezer trouwens al een zeer po
pulaire „hulp in de huishou
ding". Daar kent men de coö-
een loket kan huren. Ruim
100 van deze kluizen (met 70.000
loketten) zijn er thans in ons
land (in 1956 nog maar 19).
twee mille moet neertellen. Of
van de magnetronische oven,
die niet minder dan 7000 gul
den kost.
Deze ovens worden dan ook nog
maar alleen in enkele restau
rants gebruikt. Voor de huis
vrouw is hij nog taboe.
Dat neemt niet weg dat de fa
brikanten optimistisch zijn. De
televisie heeft ook slechts aar
zelend zijn entree gemaakt, zeg
gen zij. En nu staan er in Ne
derland al bijna anderhalf mil
joen toestellen. Waarom zou het
met de diepvriezer ook niet zo
runnen gaan?
Het diepvriestfakket is er al
'64 procent groenten, 20 pro
cent vis, 12 procent kip en 4
procent diversen). En nog steeds
neemt het aantal produkten dat
in diepgevroren toestand kan
wordep gekocht toe.
Dat mét de toenemende vraag
van de Nederlandse huisvrouw
naar diepvries, zal de diepvrie
zer zijn weg naar de Nederland
se keuken zeker doen vinden,
zeggen de fabrikanten.
Wanneer de Nederlandse
dichter A. Roland Holst op 23
mei a.s. zijn 75e verjaardag
viert, zal hij ergens in het bui
tenland zijn. Hij hoeft dan
tenminste bij zijn terugkeer
niet een paar dichtregels te
schrijven, waarin hij uit
spreekt dat de best gemeen
de en warmste huldiging aan
de kern van je wezen kan
voorbijgaan:
Leeg en gehuldigd
kwam hij thuis,
vermenigvuldigd
tot een muis.
Misschien noteert hij nu in
een kwatrijn of distichon dat
ook het niet gehuldigd worden
geen medicijn tegen de ouder
dom is. Klein en groot zijn aan
de wet van het sterven onderwor
pen. Zo omstreeks het vijftigste
levensjaar kan de dood een
vruchtbaar en inspirerend letter
kundig onderwerp zijn. Men is
de bocht des levens omgevaren,
het landschap is veranderd, men
voelt zich anders gewórden,
men kan spreken van een om
gekeerde puberteit, bij helder
weer is de dood als een stad aan
de horizon zichtbaar. Men leeft
niet meer van de rente, maar
teert in van het kapitaal. De
onvermijdbare dood legt een
koude hand op de ziel, maar het
lichaam is nog warm en krach
tig. Dan kan men over de dood
mediteren, filosoferen, dichten.
Want voor het behandelen van
de dood als thema is levens
kracht nodig. Maar ook over de
grootsten heerst de majestueuze
wet en dan is de dood niet meer
ons thema, maar worden wij
zijn thema.
Maar, is dit niet merkwaar
dig? Tegen deze achtergrond van
het onafwendbare wordt de
menselijke grootheid eerst duide
lijk en definitief zichtbaar. Zo
is het ook met de dichter Ro
land Holst. Zolang iemand nog
in de kracht van zijn leven is,
kan men menen dat hij zijn
grootheid zelf bezit. Maar bij
het minderen' van de krachten
wordt meer en meer duidelijk,
dat hij als groot geschapen is;
dat hij dat bepaalde formaat in
het leven eenvoudig heeft mee
gekregen. Het is maar éénmaal
gebeurd, dat een profeet zijn
mantel niet in de hemelse ves
tiaire moest inleveren, doch die
voor een discipel kon achterla
ten en dat was „een harde
zaak". Als Eliza Elia's hemel
vaart niet had kunnen zien, dan
had hij de profetenmantel niet
ontvangen.
Menselijke grootheid die van
de aarde is. die uit het Paradijs
stamt, die zich en dit is een
geheimzinnige zaak tegen het
evangelie kan keren en met ko
ning Radboud kan verkiezen hei-
I den te blijven in een wereld die
de goede tijding heeft verno
men. wordt pas in volle omvang
zichtbaar tegen de achtergrond
van de dood. Nu het kleed
wordt afgelegd zien wij pas dui
delijk snit en formaat, de gloed
van de kleur en de schittering
van het passement. Want Gods
oordeel over ons betekent ook
dit: wat houden wij over wan
neer wij Hem het zijne hebben
teruggegeven?
Algemene genade
Straks spreken we nog even
over de grootheid in de orde
van het koninkrijk der hemelen.
Dat is namelijk een heel ande
re orde. We zijn nu nog. om
het traditioneel uit te drukken,
op het terrein van de algeme
ne genade. De leer van de ge
mene gratie moge dan onvol
doende zijn uitgewerkt (naar
mijn persoonlijke mening door
een te veel aan bespiegeling en
een te weinig aan confrontatie
met de empirische wereld van
kunst en cultuur), zij bevat een
onomstotelijke waarheid. Hier
•hebben wij als gelovige chris
tenen een voordeel. De beschou
wingen over Roland Holst die
men in de pers tegenkomt er
kennen alle zijn grootheid als
dichter, maar verschillen dan
voorts van mening of ook zijn
laatste werk groot is en wat
zijn vroegere verzen betreft, in
hoever die of die bundel, dit
of dat vers tot die grootheid
reikt. En dan komt men tot de
eindconclusie, dikwijls in de
eigen formulering van de dich
ter, die immers heeft igeschre-
Wat de mens zei toen dit ge
dicht
begon, wordt zelden waar,
maar dan ook zo waar
dat het zijn bestaan bewijst.
De prijs van het paradijs
voor hoger spel:
als zijn taal het haalt
heet Adam Daniël.
(Dit is de laatste strofe van
het gedicht ..In de kuil" uit
de bundel Onder koude wolken
Den Haag 1962). Welnu, Pierre
Dubois schreef op -13 januari
j.l. in Het Vaderland:
„Al is hij er niet overal in
geslaagd. A. Roland Holst be
hoort tot hen wier taal het
„gehaald" heeft. Daarom be
hoort hij tevens tot onze grote
dichters."
En Rein Bloem oordeelde in
Vrij Nederland van 2 februari
daaraan volgende:
„Is het de taal van A. Roland
Holst „die het niet gehaald
heeft"?"
Beperktheid
In zulk een tegenspraak, le
zer, treft mij altijd de beperkt
heid van een literatuurkritiek
die alleen maar literair is. Het
worden dan sorteerproblemen,
discussies bij een weegschaal,
het blijft planken-problematiek.
De deskundigen zijn het niet
eens. Kritiek moet niet alleen
deskundig zijn, ze moet bedre
ven worden in een geestelijke
ruimte die meer omvat dan al
leen maar literatuur. Dit is het
prae van een christelijke kri
tiek, wanneer die althans die
naam waard is. Door Gods
Groot door de oogopslag van zijn vers
Het is dus duidelijk dat het nog meer voordelen opnoemen.
platteland in eerste instantie
het afzetgebied van diepvrieskis-
ten en -kasten voor gebruik in
woonhuizen zal zijn. Nu al kla
gen veel plattelanders erover
dat de afstand tussen huis en
diepvrieskluis te groot is. Men
wil de voorraad thuis bij de
hand hebben.
Ook de ontwikkeling in Ame
rika heeft te zien gegeven dat
vooral bij de plattelander de
diepvriezer in trek is: 44 pro
cent van de twee miljoen ge
zinnen die een diepvriezer voor
huiselijk gebruik hebben, woont
op het platteland.
Snel veranderende koopge
woonten zijn er echter oorzaak
van dat ook in de stad de
diepvriezer kans op succes
krijgt in zijn poging de huis
vrouw te veroveren. Grote bevol
kingsgroepen komen steeds ver
der af te wonen van de verkoop
centra: de opkomende grotere
verkoopeenheden en supermar
kets, (in dit verband is het wel
interessant te vermelden dat
in Nederland het aantal ver
kooppunten detailhandela
ren binnen een tiental jaren
met 10.000 daalde).
Het dagelijks boodschappen
doen raakt steeds minder in
Het diepgevroren voedsel blijft
in zijn oorspronkelijke staat,
dus vers. Met de diepvriezer
kan de prijs van het levensmid
delenpakket worden verlaagd:
men kan bepaalde produkten
kopen als er een overvloed aan
is en de prijs dus laag is. En
dan is er ook nog het tijd-voor-
deel, do huisvrouw krijgt door
dat zij niet veel tijd aan het
„kokkerellen" hoeft te besteden,
meer gelegenheid zich aan an
dere taken te wijden.
Prijzen
Ondanks deze pluspunten, is
de diepvriezer op het ogenblik
echter nog steeds een luxe, die
slechts in relatief weinig gezin
nen te vinden is. De ontwikke
ling immers is nog in een be
ginstadium, althans in ons land.
Bovendien zal de prijs een
woordje meespreken.
Het verschil met de koelkas
ten is nog aanzienlijk. Vries
kisten van 250 tot 400 liter va
riëren nog altyd van ruim 1000
tot ruim 1300 gulden. Om dau
nog maar niet te spreken van
dc combinatie diepvries-koel
kast, waarvoor men een kleine
DE VERBORGEN ZEESTRAAT
Toen kwam dan dat tele
gram.
Drie dagen na hun vertrek
uit Santa Cruz de Tenerife,
dat ze waren binnengelopen om
de lekken van de sleep te dich
ten, en juist toen ze prinsheer
lijk in een vlak zeetje voort-
ploegden en elke wacht aardig
wat afknabbelden van de 3700
mijl, die ze nog te goed hadden
tot Walvisbaai, waar Sliedrecht
trozén en de runners rondliepen staan, en die de stof verwerkte
met schrappers en verfpotten tot een roman. Hij gaf hem tot
om de Kara Zee er piekfijn te Hiel: „De verborgen zeestraat",
laten uitzien als ze de baai van zoals Straat Magellan nog altijd
Uruguay's hoofdstad zouden bin- bekend staat, en hij is versehe-
nenlopen. Het avontuur begon in nen in de Wimpelreeks van C. de
feite toen ze Montevideo al weer Boer jr., Hilversum,
hadden verlaten.
Kees Borstlap is een knap ver
teller en het bewijs daarvan ligt
in zijn een paar jaar geleden
verschenen twee romans over de
Het begon toen de ouwe in vol- zeesleepvaart, maar bovenal in
le zee ontdekte, dat de kaarten, zijn meesterlijke novelle Quaran-
se baggeraars met smart op die ,de agent aan boord had ge- taine. In „De verborgen zee
hen zaten te wachten. bracht kaarten waren van heel straat" handhaaft hij zijn boeien-
Toen kwim dat telegram andere stukken water op deze de verteltrant. Men vaart mee
Aoen kw am aai telegram wereld dan Zlj juist nodlg had_ fl00r straat Mageiian en men
den. Hij kreeg de schrik van zijn leeft mee met de ouwe van de
Kara Zee, men ondergaat de
Schrik
en ze begrepen, dat ze voorlo
pig nog wel even de tijd had- ]eVen. Én hoe was die verwisse
den voordat ze de Waterweg ]jng mogelijk geweest?
weer in zicht zouden krijgen.
Ze zouden, als ze hun sleep
hadden afgeleverd, met de los
se boot naar Montevideo gaan,
daar bunkeren en door de
Straat Magellan naar Valpa
raiso om een sloop op te ha
len, die naar La Spezia in Ita
lië moest worden gebracht.
Nieuwe roman van
Kees Borstlap
spanning, die hij onderging, toen
hij feitelijk alleen met een echo
lood door het nauwe vaarwater
ging. tientallen mijlen „door een
bergland en geen mens had ons,
van welke oever ook, waargeno
men omdat er geen mens was.
We waren alleen in de straat ge
weest, alleen met ons schip, dc
stromen en de stormen... een
lange verlaten weg".
(Van onze correspondent)
„De boer met het circuspaard"
noemen dc militaire vliegers de
landbouwer van dc twee vol
maakt ronde akkers, die aan de
grens van Nederland en Duits
land in de Twentse gemeente
Tubbergen liggen, om nauwkeu
rig te z(jn bü de doorlaatpost
Mander. Een circuspaard komt
er overigens in het geheel niet
aan te pas als de 54-jarige Albert
Engbers de twee kolossale akkers
ploegt of egt. maar de vliegers
hebben zo hun vaste namen voor
hun oriëntatiepunten.
Een moderne fabriek in Zwol
le met een schoorsteen die altijd
rookt, heet bij hen bijvoorbeeld
„de atoomcentrale". Kapitein
vlieger H. Brunt van de vlieg
basis „Twenthe" heeft ons hier
over een boekje opengedaan.
„Water en wegen vormen altijd
een prachtig houvast voor ons',
zei hij. „Je weet uiteraard hoe
een kanaal of een grote weg
loopt, omdat je een kaart op je
knieën hebt. Maar het mooiste
punt voor iedere vlieger in
Twenthe is „die boer met het
circuspaard". Zo noemen wij dat
heerschap altijd. Als je uil het
noorden komt zijn er wejnig her
kenningspunten. Je vliegt een
tijdlang over heide en aan Dren
te heb je helemaal" geen houvast.
Dan zie je ineens die twee gekke
cirkels en dan weet je. dat je nog
een minuut of vier hebt en je
bent binnen. Ze liggen pal noord
yan de basis."
De twee cirkelvormige akkers,
per stuk ongeveer tlf hectare
groot, zijn eigendom van de En-
schedese textielfabrikant Gerh.
Janr :.ik, die naast de twee ak
kers (rechtse bovenaan op de
foto) een landingsstrip heeft voor
zijn sportvliegtuigje. Het voor
deel van deze akkervorm is. dat
de man die ze bewerkt ongehin
derd rondjes kan draaien als hij
eenmaal is begonnen, ,,'t Gaat
veel vlugger dan bij een recht
hoekige akker en bovenditn heb
je niks te knoeien met de trek
ker", aldus Albert Engbers, die
ongeveer dertig jaar geleden zelf
bij het ontginnen van de heide
die toen nog ter plaatse lag heeft
geholpen. Op iedere topografi
sche kaart staan de twee cirkels
aangegeven, zodat ze voor men
sen die Nederland vanuit de
lucht bekijken, een praktisch her
kenningspunt vormen. Ze zijn
namelijk, in ons land althans,
uniek.
De ouwe van de sleper Kara Dienst
Zee neusde vast wat rond in de
kaartenvoorraad. „Voor de over- Kees Borstlap heeft met dit
steek naar de ingang van Straat „De nummers klopten en daar- fcofk de literatuur over de zee-
Magellan hadden we een goede om voer ik dicht op die agent, vaart een grote dienst bewezen
overzeiler, maar daarna hield het En toch had ik direkt moeten CM „Hollands Glorie" die eer ge-
op. We hadden kaarten van controleren of alles wel in orde geven, die zij tenvolle verdient.
Straat Magellan en voor het tra- was. Dat heb ik met gedaan... Bljna blind door straat Magel-
ject naar Valparaiso nodig en Van teruggaan naar Montevideo lan Een ongelooflijk verhaal dat
MggÉ' V!", "jfi Wo ear is. En door deze ware
die zouden we in Montevideo kun- kan geen sprake zijn. We gaan
nen krijgen". Via het kantoor dus door. Alleen van het eerste
ging een telegram naar de agent traject van Straat Magellan, van
in Montevideo met het verzoek Kaap Virgmes tot Punta Arenas,
de kaarten te bestellen en ze af zitten er twee behoorlijke kaar-
te leveren als ze daar zouden ar- ten in de rol. Dat is maar 150
riveren. En toen hadden ze nog van de 310 mijl door de Straat,
een gezellige bieravond met de En die 160_mijl van Punta Are-
Sliedrechtse baggeraars en
morgen was het
varen geblazen, varen met een 1 ijker dan dat eerste deel waar
losse boot op de grote oversteek je over het algemeen de ruimte
beurtenis is het tragische verhaal
verweven van Jan Visser, stuur
mansleerling, kenner van de ont
dekker van de verborgen zee
straat a.s geen ander, een en
thousiaste. jongen, die het einde
van de doorvaart niet mocht be
de nas tot Evangelistas-eiland is ïev^ Jan" Visser,"dié'zijn
lietl wal moeilijker en gevaar- siechts ten dele in vervulling zag
gaan.
Voordat ze Valparaiso bereik-
openbaring komt de menselijke
cultuur in een uit de hemel val
lend licht te staan. We kennen
de dood niet alleen empirisch,
maar weten waarvandaan hij
komt en dat hij op Pasen over
wonnen is. Ook weten we uit de
Schrift van een tweede dood.
En als we maar diep genoeg
nadenken over Gods onderhou
ding van al het geschapene, we
ten we ook dat God de groot
heid - naar - de - orde - van
het - paradijs door alles heen
handhaaft, juist ter onderhou
ding van de menselijke cultuur.
Huiveringwekkend is dat
staan van de groten onder de
mensen aan de poort van de
doQd. In dat stadium is hij
geen vruchtbare inspiratiemo
gelijkheid meer. Rilke dichtte
'„der Tod ist gross" toen hij nog
springlevend was. De jonge ro
mantici, zoals Höldcrlin, Keats
en Shelley, wisten elegische to
nen te treffen als ze dichtten
over sterven en sterfelijkheid.
Maar de oude Goethe, met zijn
vertwijfelde uitroep „Uber Gra-
bern vorwarts!" gaf het tenslot
te op en vroeg verbitterd waar
om hij er niet een ellendige vijf
tig jaar bij kon krijgen. Toen
de dood Richard Wagner in 1883
in Venetië bij de keel greep,
schreeuwde deze: „Wat gaat me
nu overkomen?" (ik las dit
juist onlangs in een -krantenbe
richt uit dat jaar).
Andere maatstaven
Ja, wat overkomt hun, en
ons... De orde van het paradijs
valt onder onze voeten weg en
we schuiven over in een andere
orde. die van het koninkrijk der
hemelen, waar andere maatsta
ven gelden.
Waaruit bestaat de grootheid
van de dichter A. Roland Holst?
In de eerste plaats is dit een
grootheid binnen het algeméne
kader van de hedendaagse poë
zie. Een dichter nü is een totaal
andere figuur dan in de tijd van
b.v. Vondel. Vondel bezong al
les. dat kon toen. Vandaag is
poëzie vrijwel uitsluitend lyrisch
en die lyriek is in hoofdzaak ik-
lyriek. Veel van de jongste poë
zie kan men terugbrengen tot
de uitspraak: er klopt iets niet,
er is kortsluiting tussen de we
reld, de dingen, de anderen en
mij. Deze gedachte wordt dan
in esoterische taal ingekleed
en eindeloos gevarieerd. Roland
Holst is in die zin een grensfi-
guur, dat hij tussen Vondel en,
laat ik b.v. zeggen Kouwenaar.
instaat. Het blijmoedig bezon
gen „alles" van Vondel is bij
hem een gouden voortijd, waar
van een enkeling nog weet heeft
en dat alleen nog maar mete-
reologisch en mythisch. Tegen
de achtergrond van die verdwe
nen voortijd generaliseert hij
het heden als een tijd van bar
barisme en diep verval. Groot
is Roland Holst dan in de twee
de plaats door de geniale ver
eenvoudiging van de situatie, in
het verlengde waarvan men des
dichters lievelingsuitdrukkingen
en termen moet zien. zoals be
vlogen, oud licht, te keer gaan
enzovoort. Wanneer men als
dichter tegenwoordig gereedlig-
X. ROLAND HOLST
gende formules hanteert, heet
men epigoon. Een poëet van I
klasse moet zijn eigen taal sme- I
den, een taal waaraan men hem
onmiddellijk herkent. Individue- I
le formules zijn toegestaan,
geen collectieve, tenzij die op ge
heel individuele wijze worden I
gehanteerd. Zodra men evenwel I
zijn eigen formuleschat meer uit 1
gewoonte en vertrouwdheid dan
uit innerlijke aandrang gaat I
hanteren, is het óók alweer niet I
goed meer. En dit laatste wordt
door sommige critici aan Ro- I
land Holst naar aanleiding van
sommige verzen verweten. Maar
aan zijn grootheid doet dit niets I
af. 1
Door zijn stem
In de derde plaats is de jubi-
lerende dichter groot door zijn I
stem, of anders en wat meer I
gewaagd gezegd, door de oog
opslag van zijn vers. Ongezocht
kunnen hier enkele uitspraken I
van Ter Braak worden aange-
haald.
Zo gaat het altijd, men
wordt door de stem (den toon. I
den „oogopslag") gewonnen:
want daaraan herkent men den
man, die iets te „zeggen" I
heeft". I
..Een persoonlijkheid wordt.
zulks in tegenstelling tot den I
epigoon, het meest gekarakteri- I
seerd door het feit. dat men hem
om zijn totaliteit, met fouten en I
al, aanvaardt."
Om te eindigen met datgene
waarmee ik had dienen te be- I
ginnen: ter gelegenheid van Ro- I
land Hoist's jubileum zijn twee
uitgaven verschenen, beide bij
Bert Bakker resp. Daamen I
N.V.. Den Haag, te weten een 1
bibliofiele uitgave van verzen,
in de loop der jaren op een ge- I
liefde vrouw geschreven, een ge- I
liefde en nooit vergeten dode,
onder de titel Onderhuids, alle I
gedichten gefotografeerd naar I
het handschrift van de maker
(in oude spelling), met daar-
naast de gedrukte tekst in de nu I
geldende spelling. Behalve de-
ze genummerde en door de dich
ter van zijn handtekening voor- I
ziene reeds uitverkochte I
uitgave komt er in een oplage
van 1000 exemplaren een inge- I
naaide herdruk, niet genum- I
merd en niet gesigneerd, op een
voudiger papier, maar gelijk I
aan de eerste druk wat de in- I
houd betreft. De tweede publi
catie is een herziene en ver- i
meerderde druk van de bloemie-
in deze kolommen besproken,
bevattend poëzie en proza vol- I
gens een keuze van de dichter
zelf. En in de derde plaats: de
mei-aflevering van Maatstaf zal, I
zo wordt ons bericht, voor een
deel aan de verjaardag van Ro
land Holst zijn gewijd met bij- I
dragen o a. van een oud-studie- I
genoot uit Oxford, professor
Swan, Jan Engelman, Simon
Carmiggelt en Bert Voeten. Er I
zal dus gelegenheid zijn op een
en ander binnen het engere ka
der van de literaire k'ritiek nog I
terug te komen.
C. RIJNSDORP
naar het Zuidamerikaanse conti- hebt. Je passeert twee nauwtes, ten was hij overboord geslagen,
nent. maar soms zit er vijftien mijl Hij was in het kombuis geweest
Brullen tussen oever en oever. In dat voor een kop koffie, „had toen gc-
Druilen tweede stuk moet je het dikwijls 2egd dat h*- nog even de wfnd
Het afscheid van Walvisbaai 1# ÏJJ? mdèr w£ S"ï fP* voelen"- D«
was prettig. „Op alles wat daar wat daar onder wa koksmaat had hem nog gewaar-
met de havenwerken te maken ter Zlt" schuwd. „Dat was om 22 uur.
De ouwe van de Kara Zee zei: Van de kombuis was Jan Visser
We gaan dus door". En ze gin- naar achteren gegaan. Daarna
had en varen kon, hadden ze de
Nederlandse vlag gezet en wat
keel kon opzetten, deed dal gen door. Bijna blind door Straat door niemand meer gezien". Er
toen ze weer zee kozen. We brul
den ook nog drie keer, de jongens
Magellan, door de verborgen
straat, op een kaart, die ze toe
zwaaiden een afscheid met hem- vallig in de kaartenkamer had
den en broeken die van de droog
lijnen werden geplukt en we wa
ren weer op weg naar een nieuw
karwei, in de verste verte niet op geen diepten stonden aangegc-
denkend aan avontuur, ook al la- yen en geen vuurtorens. En ze
gen er 3650 mijlen voor onze boeg klaarden het...
tot Montevideo en nog eens 2800
mijlen van daar naar Valparaiso.
Met de losse boot betekent dit,
als alles meezit, rukken van der
tien en tien dagen. En wat kan er
in die tijd al niet gebeuren?"
Het avontuur kwam, een hero-
hadden de hele avond stukken
water over het achterschip ge
broken. Een moet hem te pak-
Waar
den. een kaart, waarop de 310 ken hebben gekregen,
mijlen Straat Magellan een deci- „Die uren van de hondewacht
meter groot was, een kaart, waar- op tegenkoers waren een kwel
ling. Er werd direkt begonnen
met uitkijken. Na een half uur
het de ouwe al onafgebroken het
zoeklicht over de zee spelen.
Niets dan woest water, golven
die achter elkaar kwamen aan-
De geschiedenis is waar. Een rellen, ons inhaalden en dikwijls
Nederlandse zeesleephootkapi- binnenboord stapten. Een hope-
tein heeft eens zonder (behoorllj- loze zaak. En toch deed iedcr-
ke> kaart de doorvaart door een het uiterste, alsof het zijn
isch avontuur zelfs. Maar niet tij- Straat Magellan gedaan. Lang is eigen leven gold. Na twee uur
dens de oversteek, toen ze. als het verhaal slechts in kleine moesten we op de plaats zijn,
verloren in de wijdheid van de kring bekend geweest. Toen waar het waarschijnlijk was ge-
Zuidatlantische Oceaan hun mij- kwam het ter ore van de Rotter- beurd. We kruisten rond, maak-
len wegdraaiden naar* de verre damse romancier Kees Borstlap, ten slagen, ook benedenwinds,
overkant. Nee, dat waren nog on- die meer boeken over de zee. en twee uur lang. Je kunt nooit we-
bezorgde dagen, waarop de ma- sleepvaart op zijn naam heeft ten. Eerst toen gaven we het op".
licht geplaatst en van daaruit be
handeld met tenslotte de praktijk
voor christenmens en volk.
De schrijver stelt in het mid
den dat het huwelijk een instel
ling Gods is en noemt vooreerst
drie regels voor het huwelijk: Het
moet monogaam zijn en voor de
Liefde zonder trouwring, door
prof. dr. P. J. Roscam Abbing.
Uitgave G. F. Callenbach N.V.,
Nljkerk.
Een kort boekje met een menig-,
te problemen, in één term samen
gevat. Vooreerst heeft men hier
het uitgebreid terrein van alles duur van "hetTë'ven'"en"hêtmoet
wat binnen he. huwelijk behoort een diepe en totale gemeenschap
en buiten het huwelijk geschiedt, zijn, een verbond tussen twee
In de tweede plaats de vraag, mensen, gefundeerd als verbond
wanneer wij als christen het be- tussen God cn Zijn volk. Grote
staan van een huwelijk moeten aandacht wijdt de schrijver aan
aannemen. Voorts brengt het taal- de betekenis van het burgerlijk en
gebruik zo veel onder liefde. Dan kerkelijk huwelijk. Met groot be
is er de vraag van de velerlei grip onderzoekt hij waarom zo ve-
oorzaken cn bronnen van de hui- len deze beide instellingen nege-
dige toestand. Vervolgens de be- ren, de een als het ware noodgc-
oordeling van de toestand en ons dwongen, de ander zonder reden
standpunt jegens de medemens. Met grote kracht strijdt hij tegen
Tenslotte komt de vraag: Wat sociaal onrecht, dat het huwelijk
moet er gebeuren? Dit alles wordt in de weg staat, rnaar ook tegen
door steeds fijner wordende verde- negering van het diepste wezen
Ungen geordend, in prmcipieel van het huwelijk zelf.