Hei jubileum van de Raad van State
15
---
(1588-1938)
Zeker en onzeker
c^ïlotre boutique
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 20 APRIL 1963
DE WERELD
25 JAAR
GELEDEN
döor
G. PUCHINGER
„Irt onze constitutionele monarchie vertegenwoordigt de Raad van State, die
niet onder het zoeklicht der publieke belangstelling beschenen wordt, maar
die niettemin belangrijk werk verricht, een element van wijze traditie. Het
richtsnoer blijft het onbevangen en onpartijdig genogen landsbelang."
ALGEMEEN HANDELSBLAD
zaterdagavond, 9 april 1938
..IT ij zullen ons thans hier niet verdiepen in de vraag, of in ons tegenwoordig staatsbestel,
bij omschrijving van de taak van het college, het accent moet worden gelegd op de
adviserende, dan wel op de administratief-rechtelijke bevoegdheid
ALGEMEEN HANDELSBLAD
zaterdagavond, 9 april 1938
1
Vijfentwintig jaar geleden
vierde de Raad van State het
driehonderdvijftigjarig jubi
leum van de vaststelling van
de Instructie van de Raad
van State op 12 april 1588.
Het kan niet onze bedoeling
zijn diep in te gaan op de
historische ontwikkeling, be
tekenis en invloed van dit
hoge college van staat. Men
zou de tegenwoordige beteke
nis van dit college kunnen
omschrijven als een advies
college voor de regering, dat
zich inmiddels steeds meer
heeft ontwikkeld als een
administratief-rechteljjk or
gaan, waarvan de vice-presi
dent gedurende de kabinets
formatie één der vaste raads
lieden van de Koningin is.
Alleen de vice-president
Sommigen zien in het college
een soort klein staatkundig be
jaardenhuis voor een erkende éli
te van verdienstelijke of ook wel
in de practische politiek mislukte
staatslieden. Ten onrechte voor
wie Bedenkt dat Heemskerk in
1918 en De Pous in 1959 vanuit de
Raad van State het politieke leven
weer intraden.
Anderen zien in zijn leden een
concentratie van ouderdom en
achtbaar conservatisme: even
eens ten onrechte voor wie zich
de benoemingen van De Pous en
Ruppert herinnert.
In mei 1940 waren velen teleur
gesteld dat de Koningin zelfs bij
een zo gewichtig besluit als het
verlaten van Nederland, de Raad
om geen advies had gevraagd.
Wij weten thans dat de omstan
digheden zulks gehpel onmogelijk
hebben gemaakt. Maar daar staat'
tevens tegenover dat de Koningin
alleen aan de vice-president, Jhr.
mr. Frans Beelaerts van Blok
land verzocht, haar naar Londen
te begeleiden. Naast het voltallig
kabinet vertoefde als vrijwel eni
ge Nederlandse staatsman van
maat, alleen de vice-president van
de Raad van State gedurende de
oorlogsjaren in Londen: daarmee
had de Koningin in mei 1940, ge
geven de toen zo heel moeilijke
omstandigheden, het college alle
erkenning geschonken, die op dat
moment mogelijk was.
Feilen tonen
Heeft de Raad van State nog
concrete politieke betekenis? Wie
de politieke invloed al te zeer
meet naar de publieke beoorde
lingsnorm, kan daaraan twijfelen,
niét echter wie weet dat de kun
digheid der leden steeds boven
iedere verdenking heeft gestaan,
en die weet dat de adviezen van
dit college aan de Regering er niet
om plegen te liegen!
Toen in juni 1940 de korte
tijd zeer op de voorgrond tre
dende secretarissen-generaal geen
prijs schenen te stellen op een
voortwerken van de Raad van
State, merkte het lid Aalberse je
gens een vertrouwde connectie
op: „Voor hen Is de Raad van Sta
te nu eenmaal een lichaam dat
hun hun feilen toont en dat zU
daarom volstrekt niet als hun
vriend beschouwen."
Door deze suggestie, uit het le
ven gegrepen, wordt wellicht beter
benaderd welke de concrete poli
tieke positie dezer Raad en zijn
adviezen innemen, en steeds weer
kunnen innemen, dan in welke
strikt staatsrechtelijke beschou
wing zou kunnen worden „gefor
muleerd."
De Raad van State heeft zijn
plaats; door er te zijn betekent
Demelza,
mijn vrouw
Demelza, mijn vrouw door
Winston Graham. Uitgave Ad.
M. C. Stok, Zuid-Hollandse Uit
gevers Maatschappij, Den Haag.
Vertaling Hans de Vries.
Hier is er dan weer één, zo'n
bekende turf a la Knud Knudsen,
die zo prettig leest en overloopt
van romantiek. Vervaardigd vol
gens het beproefde procédé. Mid
delpunt: het knappe, vroeger zo
arme meisje uit de lagere stand
dat een diep gelukkig huwelijk
beleeft met de doortastende moe
dige telg uit een voornaam ge
slacht. Stoffering: het ruige land
schap van Cornwall. Feodale toe
standen uit de achttiende eeuw.
Op gezette tijden een adembene
mende gebeurtenis: een scheeps
ramp, een lastige geboorte, een
ontrouwe (ook al weer beeldscho
ne) jonge vrouw, die haar ver
diende loon niet ontgaat, een fik
se vechtpartij tijdens kaartspel,
een enfin, men vuile zelf maar
verder in. Alles komt bijzonder
duidelijk tot ons: de goeden zijn
dus ijselijk goed en de slechten
super-slecht. Voor de liefhebbers
(ze zijn er kennelijk nog in gro
ten getale) om van te smullen,
temeer, daar de schrijver de ver
telkunst goed beheerst. Alleen zo
jammer dat dit genre boeken, net
als de dokterromans, zo afgezaagd
begint te worden. Dan is de kans
namelijk groot dat er bij de le-
zersschare indigestie gaat optre
den.
hij méér dan het handhaven van
een hooggestemde traditie. Hij
vormt een invloedrijke, zij het
niet publiek te controleren, factor
in het beleid van vrijwel iedere
minister.
Zijn vice-presidenten (de Ko
ningin is presidente) Van Leeu
wen, Van Lynden van Sanden-
burg, Beelaerts van Blokland (in
1933 benoemd, nadat De Geer
voor een benoeming bedankt had)
en Rutgers hebben met ere hun
plaats ingenomen en dan noe
men wij nog slechts de laatste
vier vice-presidenten, want er zou
een voornaam boek te schrijven
zijn door een historicus over de
korte levensloop der diverse vice-
presidenten.
Feestmaal ten paleize
In dit artikel, dat deel uit
maakt van een eenvoudige histo
rische kroniek aangaande wat er
vijfentwintig jaar geleden ge
beurde, willen wij ditmaal
slechts enkele herinneringen
weergeven van de herdenking in
het jaar 1938. Ook bij deze fees
telijkheid zocht de Raad van Sta
te het niet in openbaar vertoon.
den van de Raad van State op
een gala-diner in paleis Noord
einde. Bij dit diner sprak Hare
Majesteit de volgende rede uit:
Mijne Heren, leden van de
Raad van State,
Waar op 12 april het intreden
van de Raad van State in Ons
staatsbestel herdacht zal worden,
wens ik aan deze dis uiting te ge
ven aan Mijn grote waardering
voor de wijze, waarop dit Colle
ge de belangen van de Staat en
van Ons Volk heeft gediend.
Driehonderdvijftig jaar heeft
de Raad van State zich met vol
le toewijding van zijn taak ge
kweten. en dit is Mij een waar
borg, dat ook in de toekomst op
de onpartijdigheid en het door
zicht zijner leden te allen tijde
staat zal kunnen worden ge
maakt.
Ik acht Mij gelukkig U, Mijne
Heren, hedenavond om Mij ver
enigd te zien, ter herdenking van
dit heugelijke feit, en Ik voeg
hieraan toe de hartgrondige
wens, dat het de Raad gegeven
moge zijn nog in lengte van da
gen de belangen van het Rijk op
dienovereenkomstige wijze te die-
"Tic stel U voor met Mij op de
gezondheid te drinken van de
Raad van State".
In antwoord hierop antwoord
de de toenmalige vice-president
van de Raad van State. Jhr. Mr.
F. Beelaerts van Blokland, mede
uit naam van zijn medeleden:
..Mevrouw,
Met Uwer Majesteits verlof
moge ik uiting geven aan de ge
voelens van warme erkentelijk
heid. welke de leden van de
Raad van State vervullen voor
de ontvangst ons op heden door
J - - - de
fen "en het is ons een behoefte
des harten. Uwe Majesteit voor
de grote welwillendheid, welke zo
wel in die ontvangst als in die
woorden tot uitdrukking is geko
men, zeer eerbiedig dank te zeg-
Wel nauwelijks behoef ik hier
aan toe te voegen, dat de krach
ten welke ons gegeven zijn, bij
voortduring gericht zullen blijven
cp de zo getrouw mogelijke ver
vulling van de ons opgedragen
taak. Alleen daardoor kunnen
wij hopen voor onze personen
iets van de waardering te ver
dienen, welke Uwe Majesteit
voor de Raad van State heeft ge
lieven uit te spreken.
Met grote dankbaarheid zijn
wij ook weder in deze dagen in
dachtig aan de bijzondere band.
welke van de aanvang -af heeft
bestaan tussen ons College en
Uwer Majesteits Huis.
Krachtens de Instructie van
1588 hebben zowel Prins Maurits
als de Friese Stadhouder Graaf
Willem Lodewijk aanstonds in de
Raad van State zitting en stem
gehad. In de loop der eeuwen is
dit met bijna alle vorsten uit het
Huis van Oranje het geval ge
weest, en sedert ons Vaderland
in de aanvang der vorige eeuw
zijn onafhankelijkheid herwon, is
bovendien het Voorzitterschap
van de Raad aan onze Souverein
voorbehouden, ten gevolge waar
van wij in Uwe Majesteit onze
hoogvereerde Presidente mogen
zien. Het zij mij veroorloofd het
glas op te 'heffen en een dronk
in te stellen op Uwe Majesteit en
ons geliefd Koninklijk Huis".
Herdenkingsrede
vice-president
Op dinsdag 12 april 1938. juist
de dag waarop wekelijks de raad
bijeen pleegde te komen, viel het
eigenlijke jubileum.
Ter gelegenheid daarvan hield
Vice-President Beelaerts van
Blokland een herdenkingsrede in
de Raad. over de geschiedenis
van de Raad van State. En waar
het ons ditmaal gaat om de sfeer
van die dagen zo nauwkeurig mo
gelijk weer te geven, willen wij
eindigen met het weergeven van
deze belangrijke toespraak van
de vice-president:
,,Een bijzondere reden, om
juist in dit jaar den 12den April
in ons midden in herinnering te
brengen, ligt in het feit. dat het
heden 350 jaar geleden is, dat de
Staten-Generaal der Verenigde
Nederlanden de Instructie hebben
vastgesteld, die de grondslag is
gebleven voor de werkzaamheid
van de Raad van State voor de
ganse duur onzer Republiek.
Ik behoef nauwelijks aan te
stippen, dat de Raad van State
van 1588 niet het eerste college
van die naam hier te lande is ge
weest. Het is nog geen volle ze
ven jaar geleden, dat mijn nog
altijd zeer betreurde vriend en
ambtsvoorganger Van Lynden
van Sandenburg. in een buitenge
wone vergadering van onze Raad
de instelling herdacht door Keizer
Karei V, op 1 October 1531, van
de Raad van State, die geroepen
is 's Keizers zuster, de Koningin
weduwe van Hongarye. als Land
voogdes der Nederlandse gewes
ten in belangrijke bestuurszaken
van advies te dienen.
Het is van algemene bekend
heid. hoe in die Raad. geduren
de de jaren, die aan de opstand
tegen Spanje voorafgingen. Prins
Willem van Oranje menigmaal
een waarschuwende stem heeft
doen horen, en voor de rechten der
ingezetenen is opgekomen.
Nadat die oude Raad van State
in 1577 naar de Spaanse zijde
was overgegaan, hebben onder de
invloed van de Prins, de Staten-
Generaal een nieuw college van
dezelfde naam ingesteld, bestemd
om nevens de Aartshertog Mat
thias in het Landsbestuur te*voor-
zien. Aan die Raad, waarin onder
anderen Marnix van St. Aldegon-
de zitting had, is geen lang leven
beschoren geweest. Hij verdween
met de Aartshertog.
In de moeilijke jaren na het
vertrek van de Aartshertog zien
wij achtereenvolgens nog weer
andere colleges van dezelfde aard
ten tonele verschijnen. Ook het
bestaan van deze was van zeer
voorbijgaande aard.
Eerst in de nood waarin ons
Land verkeerde, na de moord op
Pr.ns Willem, in Augustus 1584,
gingen de Staten van verschillen
de Gewesten er toe over weer een
Raad van State in te stellen, die,
met de jonge Graaf Maurits aan
het hoofd, en met uitgebreide be
voegdheden. voorlopig met de re
gering werd belast.
Het gold slechts een voorlopige
voorziening. Vergeefse pogingen
werden aangewend om de Koning
van Frankrijk, daarna de Konin
gin van Engeland de souvereini-
teit over deze Gewesten te doen
aanvaarden. Daarna kwam, als
resultaat van moeizame onder-
li anaelingen, in Augustus 1585 een
verdrag met Koningin Elisabeth
toi stand, waarbij Engeland, te
genover de te verlenen militaire
en financieele hulp, als onder
pand de steden Vlissingen en
Brielle, aan de monden van Schel
de en Maas. verkreeg tegelijk
met de toezegging, dat de opper
bevelhebber en twee andere,
door de Koningin aan te wijzen
Engelsen zitting zouden hebben
in de Raad van State.
Deze raad kreeg in 1586 een
nieuwe Instructie, geheel opge
steld naar de aanwijzing van de
Graaf van Leicester, die, in strijd
met de ontwijfelbare bedoeling
zijner Vorstin, nevens het Kapi
tein-generaalschap ook de hem
door de Staten-Generaal aangebo
den Landvoogdij op zich had ge
nomen. De Instructie gaf de Raad
van State ruime bevoegdheden als
centraal regeringslichaam maar
zij kon niet tot haar recht komen
ten gevolge van het feit, dat Lei-
cester bij het aanvaarden van de
Landvoogdij uitdrukkelijk had
bedongen, dat hij met de advie
zen van de Raad niet <méér reke
ning zou behoeven te houden dan
li 1587 reeds tot allerlei moeili
heden aanleiding had gegeven,
vertrok hij in het laatst van 1587
voor goed. het land in nog gro
ter verwarring achterlatende. In
Engeland gekomen, legde hij zijn
ambt van Gouverneur en Kapitein-
Generaal neder, maar zonder, dat
daarvan aan de Nederlandse Over
heid werd kennis gegeven. Zo za
gen de Staten-Generaal zich in fe
bruari 1588 genoopt de Generale
Regering in eigen naam op te
dragen aan de Raad van State.
Eerst toen de Staten-Generaal of
ficieel van het ontslag van Leices-
ter kennis had gekregen, gevoel
den zij zich vrij om tot herstel van
de openbare orde en regeling van
de algemene Landsregering met
doortastendheid op te treden. Een
van him eerste besluiten gold toen
het vaststellen van de Instructie
voor de nieuwe Raad van State.
Duidelijk blijkt, dat bij het op
stellen van deze Instructie de vroe
gere instructies met
lijk, eenhbofdig gezag is thans los
gelaten. De Staten-Generaal heb
ben voorgoed de plaats van de
Landsheer ingenomen. Zij ver
trouwden weliswaar het uitvoe
rend bewind toe 9an de Raad van
State, waarin ook te allen tijde
de Gouverneurs of Stadhouders
der Provinciën zitting en stem zou
den hebben, maar de Raad zou
dit bewind niet uitoefenen dan on
der het toezicht van de Algeme
ne Staten, en met dien verstan
de. dat deze zich het recht voor
behielden, zowel voor ztchzelven
als voor de Staten der afzonderlijke
Gewesten, om orde te stellen ook
op de zaken, welke krachtens de
Instructie aan de Raad waren toe
vertrouwd. In het bijzonder werd
nog vastgesteld, dat de bevoegd-
Procf ballon verschijnt
elke veertien dagen In
het zondagsblad,
voor iedergeaccep
teerde insending l* er
een postwissel,
mtunr le.v.p.J toto's
tekeningengedichten,
verhalen, commentaren
ideeën ol irat Je nog
meer hebt naar de re-
daktie Ruimte voor
onsran dete krant.
dag jl. kondigden we in het kader
van de rubriek „Zo Maar" een bijdra
ge aan van Jan Roos. Wie er naar
stig naar gezocht heeft op diezelfde
pagina heeft dit stuk beslist niet kun
nen vinden; 't ging er treurig maar
waar niet meer op. We haasten ons
daarom vandaag onze belofte in te
lossen en vandaar dat je nu kunt la-
heid van de Raad van State in
geen geval de grenzen zou over
schrijden van hetgeen aan dit Col-
leg uitdrukkelijk was opgedragen.
Zowel uit de bepalingen zelve
der Instructie als bij een vergelij
king met die van vroegere instruc
ties blijkt de bezorgdheid van de
Staten, dat de Raad te grote
macht zal hebben.
Het streven tot inperking kwam,
naar mij voorkomt, veeleer voort
uit het streven van de Staten zelf
zoveel mogelijk de macht in han
den te houden. Dit streven kan niet
zonder meer op rekening worden
gesteld van de eerst onder Anjou,
daarna onder Leicester opgedane
ervaring. Reeds in 1576, toen te
Brussel naast de Raad van State
de door deze noodgedwongen
saamgeroepen Staten-Generaal wa
ren bijeengekomen, hadden deze
laatste niet gedraald zich met al
le regeringszaken te bemoeien: de
Raad van State lieten zij weinig
meer dan de naam van het ge
zag. In 1578 en 1584 was het wei
nig anders. Heeft trouwens niet
Prins Willem van Oranje in Hol
land en Zeeland steeds al zijn per
soonlijke invloed nodig gehad om
het streven der Staten, het gezag
aan zich te trekken, te beteuge
len? Met vrij grote zekerheid
mag men aannemen, dat het ook
in de Staten-Generaal de Holland
se afgevaardigden zijn geweest,
die er het meest toe hebben bij
gedragen om aan de Raad van Sta
te het gezag te onthouden, dat dit
College behoefde om daadwerke
lijk als centraal regeringslichaam
op te treden.
April 1588 luidt niet alleen het
einde in van de gedachte aan een
eenhoofdig bewind, het is te
vens het tijdstip waarop zij, die
altijd in de eerste plaats in de
bres hadden gestaan voor het
nauwgezet eerbiedigen van de pri
vilegiën en rechten van steden en
gewesten, voorgoed het streven
naar een werkelijk centraal gezag
hadden
Men kan met recht zeggen, dat
het jaar 1588 beslissend is geweest
voor de regeringsvorm der Repu
bliek. Het is het jaar waarin de
Raad van State geacht kon wor
den zijn nationale taak als orgaan
van de onafhankelijke Gewesten,
waaruit ons tegenwoordig Konink
rijk is voortgekomen, te hebben
aangevangen. Want al waren in de
eerste maanden na het vaststellen
van de Instructie van 12 April nog
slechts Gelderland, Holland en
Zeeland door onderscheiden
lijk één, drie en twee leden in
het College vertegenwoordigd, de
Raad van State was toch van de
aanvang af aangewezen als het li
chaam, dat, onder toezicht van de
Staten-Generaal, de gemene za
ken van alle Noord-Nederlandse
Gewesten zou besturen.
Evenals de Unie van Utrecht
van 1579 is ook de Instructie van
de Raad van State van 1588. on
danks de daaraan inherente on
volkomenheden en gebreken, van
kracht gebleven, totdat de revolu
tie van 1795 aan de Republiek der
Verenigde Nederlanden een einde
maakte.
Wanneer wij dus heden de vast
stelling herdenken van de Instruc
tie van 1588, dan herdenken wij
daarmede een nationale gebeurte
nis, die gedurende meer dan
twee eeuwen de regeringsvorm
van ons Vaderland heeft be
heerst. En al heeft het sterk ont
wikkeld stedelijk en gewestelijk
particularisme niet gedoogd, dat
in het Staatsbestel der Republiek
de Raad van State een zo belang
rijke plaats innam als aan Prins
Willem van Oranje had voor ogen
gestaan, dit neemt niet weg, dat
de Raad zich als Ministerie van
Oorlog en tot op zekere hoogte
ook Ministerie van Fianciën der
Unie en Bestuursorgaan der Ge
neraliteitslanden bij voortduring
van een gewichtige taak heeft mo
gen kwijten. Hij heeft het voor
recht gehad alle Stadhouders en
ook de meeste jongere Prinsen uit
het Huis van Oranje aan zijn ver
gaderingen te zien deelnemen en
geregeld met hen te mogen sa
menwerken in het belang van on
ze weermacht.
Die uitzonderlijke band met het
Huis van Oranje is ook onder de
gewijzigde omstandigheden, waar
onder ons College sedert 1814
werkzaam is, nooit verslapt. De
zeer gewaardeerde aanwezigheid
van H.K.H. Prinses Juliana ook in
deze vergadering is daarvan het
treffende bewijs. En het is nog
slechts enkele dagen geleden, door
H.M. de Koningin op zo bijzon
der innemende wijze aan de dag
gelegd, in de herdenking van de
gebeurtenis van 1588.
Ik stel U voor, van die erken
telijkheid te doen blijken, door
op heden aan H.M. onze hoogver
eerde Presidente, een telegram
van eerbiedige hulde te zenden".
Erkentelijkheid
Nu dit jaar de herinnering aan
de hernieuwde verwerving van on
ze onafhankelijkheid weer zal wor
den verlevendigd, door het jaar
1813 in nationaal verband te her
denken, is het zeer te hopen dat
van deze gelegenheid gebruik zal
worden gemaakt om te wijzen op
de betekenis die ook de Raad van
State en zijn leden hebben gehad
voor het Koninkrijk.
Want al pleegt de Raad van
State geen poging te doen de
volksgunst te verwerven, dit Ho
ge College van Staat heeft zeker
recht op de erkentelijkheid van
het Volk, dat daartoe echter ook
de recente geschiedenis van de
Raad van State door middel van
leesbare en betrouwbare publica
ties behoort te kunnen raadple
gen!
C
0
JJ*
Q
0
L
L
5
Het telefoonnummer van een onbekend huis
draaien. In een vreemde kamer de bel horen
rinkelen, op een eikenhouten bureau met en
kele rode mappen, gevuld met beschreven
vellen papier, die voor een witte omlijsting
zorgen, blocnoten. een agenda, waarin de
uren van deze en komende weken opgeborgen
zijn.
Naast het toestel uitgebeten vlekken van
vingerafdrukken, die in de loop der tijd de
vorm van een halve cirkel hebben aangeno
men (een hand die de woorden kracht moet
bijzetten in gesprekken, waarbij de stem,
meer nog dan anders, het belangrijkste wapen
is, om de onzichtbare tegenstander te over
tuigen van de belangrijkheid van het gespro
kene). Het telefoongerinkel is voor hem even
gewoon als het ruziemakende geschreeuw van
de kinderen in een aangrenzend vertrek. Zijn
halfliggende houding gaat dan ook traag over
in de rustige, zekere stap naar het eikenhou
ten bureau. De achteloos aangestoken sigaar
en de dwingende stem kenmerken de zelfver
zekerde persoonlijkheid, evenals het papier
dat systematisch de gemaakte aantekeningen
opneemt. Het is alles slechts een onbeduidende
impasse, die de uren nauwelijks merkbaar in
stukken knipt.
Een mens in een vreemde kamer in bewe
ging brengen die schrikt als de telefoon
de veiligheid van zijn vertrek aan het wan
kelen brengt. De beslotenheid van vier muren,
het slakkenhuis, waarin hij zich terugtrekt en
waar zijn leven even traag voorbijkruipt als
dat van een slak zelf. Plotseling is hij de
vogel, gevangen in de kooi, die hij rond zich
heeft opgebouwd. Haastig opspringend, een
sigaret grijpt, pen en het dichtstbijzijnde stuk
papier pakt. zenuwachtig de juiste plaats zoekt
om alles neer te leggen, een asbak twee-,
driemaal verzet, zodat niets
aan het toeval is overgelaten.
Hij wacht nog even met op
nemen van de hoorn om de
juiste stem voor de traditione
le woorden half luid voor
zich heen te repeteren. Hij
is bang en onzeker, meent
zelfverzekerd te zijn, maar te
kent zichzelf door al deze
overbodige voorbereidingen.
Het vloeiblad is volgekrast
met rode en blauwe ballpoint-
lijnen. zomaar cirkels, vier
kantjes. zwarte blokjes, gaat-
,J~.en lenteploatje", te» onse fotograaf
(Robert Collette). verder mededelend
dat hij dit het aardigste lammetje had
gevonden, dat hij uas tegengekomen
jes ontstaan door het veel
vuldig draaien van de pen.
Het accentueert duidelijk zijn
Kocluiteloosheid
lissing, misschi
r het resultaatH„
slissing.
Daarna het laatste woord,
dat in volkomen tegenstelling
staat tot de zinnen die hij
even te voren met de groot
ste inspanning en doof .het on
derdrukken van het derveus
trillende lichaam regelmatig
uit zijn mond te voorschijn
bracht.
Het is de bevrijding die
zich ontlaadt in het plotseling
enthousiaste afscheid. De be
slotenheid van de vier muren
heeft stand gehouden, zonder
dat de ander deze kunstmatig
opgebouwde persoonlijkheid
heeft zien wankelen. Van
nacht zal het gevecht zonder
de onzichtbare aanwezigheid
van een tweede met zichzelf
plaats vinden, als de haastig
neergeschreven aantekeningen
vrijwel niet te lezen zullen
zijn. Wanhopig trachten het
gesprek te reconstrueren, de
angst voor de te nemen be
slissingen. die indien zij ver
keerd zullen zijn hem zullen
bestempelen tot een misluk
keling, niet zo zeer voor an
deren. maar des te meer voor
zichzelf.
Maar nu is er de triomf.
Een overwinning die een zelf
verzekerd mens niet kan be
grijpen. als deze tenminste
weet dat deze overwinning er
kan zijn.
Daarom barst nu in deze
kamer de radio van bedrij
vigheid en vindt voor even
een weldadige ontplooiing
plaats van deze onzekere
Kartoens
Er uit gelicht
A. van K. J. O.
(Utrecht): De aar
zeling tot reage
ren duurde ons iets
te lang. Maar de
pagina van vorige
week geeft weer
nieuwe stof tot
overdenken.
P. de R. (Delft):
Zie boven. We
kunnen er echt
op
rugkomen.
C. D. Visser
(Rotterdam^: Voor
echt lees: niet echt.
Sportief genoeg?
H. van den B.
(Rotterdam): Te
lang. Misschien
wilde je het on
bewust iets te mooi
maken. Ons ad
vies: ,.en blauw
werd als een pas
geslacht dier....hol!
P. S. (Amers
foort!: Te gezocht,
verward. gekun
steld. Probeer het
nog maar eens bij
de Bezige Bij. Wij
hebben niet van
die mooie kaartjes.
C. van S. (Voor
burg) Je hebt
kennelijk gedach
ten neergeschre
ven. eerlijke nog
wel. Maar dat wil
niet zeggen dat het
dan poëzie is. Nu
niet onmiddellijk
de stoute schoenen
uittrekken. Pro
beer het nog r
N.B
het
hoéft niet te rij-
P.' H. (Katwijk I
aan Zee): Van I
Gogh is inderdaad
geniaal. Stond hij I
soms onder in-
vloed van ene De
Mol? Wij wisten I
trouwens niet dat I
het in de krant
zou komen.
M. V. (Delft): I
Over zulke dingen
moet je niet op zo'n
manier schrijven.
Het is tè senti- I
menteel.
G. E. (Den
Haag): Een school- I
voorbeeld van een
„strekkingsge
dicht". Heb je al
een uitgever kun- I
nen interesseren
voor de bundel?
We zijn werkelijk I
benieuwd welke. I
H. K. (Delft!:
Sorry, maar de
discussie erover is I
reeds gesloten. I
Werk je soms bij
het C.B.S.? I
C. G. J. de G. I
(Utrecht): Alweer
L°iii
1 uee voorjaars
suggesties in onze
boutique. Magda
Stemerdink doet je
in de eerste plaats
hand voor een overgooier, die weer eens
een andere lijn heeft dan we de afgelopen
jaren hebben gezien. Je kunt er alle mo
gelijke soorten stof voor kiezen; effen is
wél dankbaar, omdat je dan meer kunt
combineren.
Ruilstof is gekozen voor de jurk, die je
lente-achtig maakt met een uitte kraag,
dito zakjes en twee losse stukjes vanuit de
taille, vast te zetten met een knoop. De
blouse heeft een oterhemdslijn, de rok
twee plooien aan de voorkant. Uiteraard
kun je de mouw ook kort maken.