Hei jubileum van de Raad van State 15 --- (1588-1938) Zeker en onzeker c^ïlotre boutique ZONDAGSBLAD ZATERDAG 20 APRIL 1963 DE WERELD 25 JAAR GELEDEN döor G. PUCHINGER „Irt onze constitutionele monarchie vertegenwoordigt de Raad van State, die niet onder het zoeklicht der publieke belangstelling beschenen wordt, maar die niettemin belangrijk werk verricht, een element van wijze traditie. Het richtsnoer blijft het onbevangen en onpartijdig genogen landsbelang." ALGEMEEN HANDELSBLAD zaterdagavond, 9 april 1938 ..IT ij zullen ons thans hier niet verdiepen in de vraag, of in ons tegenwoordig staatsbestel, bij omschrijving van de taak van het college, het accent moet worden gelegd op de adviserende, dan wel op de administratief-rechtelijke bevoegdheid ALGEMEEN HANDELSBLAD zaterdagavond, 9 april 1938 1 Vijfentwintig jaar geleden vierde de Raad van State het driehonderdvijftigjarig jubi leum van de vaststelling van de Instructie van de Raad van State op 12 april 1588. Het kan niet onze bedoeling zijn diep in te gaan op de historische ontwikkeling, be tekenis en invloed van dit hoge college van staat. Men zou de tegenwoordige beteke nis van dit college kunnen omschrijven als een advies college voor de regering, dat zich inmiddels steeds meer heeft ontwikkeld als een administratief-rechteljjk or gaan, waarvan de vice-presi dent gedurende de kabinets formatie één der vaste raads lieden van de Koningin is. Alleen de vice-president Sommigen zien in het college een soort klein staatkundig be jaardenhuis voor een erkende éli te van verdienstelijke of ook wel in de practische politiek mislukte staatslieden. Ten onrechte voor wie Bedenkt dat Heemskerk in 1918 en De Pous in 1959 vanuit de Raad van State het politieke leven weer intraden. Anderen zien in zijn leden een concentratie van ouderdom en achtbaar conservatisme: even eens ten onrechte voor wie zich de benoemingen van De Pous en Ruppert herinnert. In mei 1940 waren velen teleur gesteld dat de Koningin zelfs bij een zo gewichtig besluit als het verlaten van Nederland, de Raad om geen advies had gevraagd. Wij weten thans dat de omstan digheden zulks gehpel onmogelijk hebben gemaakt. Maar daar staat' tevens tegenover dat de Koningin alleen aan de vice-president, Jhr. mr. Frans Beelaerts van Blok land verzocht, haar naar Londen te begeleiden. Naast het voltallig kabinet vertoefde als vrijwel eni ge Nederlandse staatsman van maat, alleen de vice-president van de Raad van State gedurende de oorlogsjaren in Londen: daarmee had de Koningin in mei 1940, ge geven de toen zo heel moeilijke omstandigheden, het college alle erkenning geschonken, die op dat moment mogelijk was. Feilen tonen Heeft de Raad van State nog concrete politieke betekenis? Wie de politieke invloed al te zeer meet naar de publieke beoorde lingsnorm, kan daaraan twijfelen, niét echter wie weet dat de kun digheid der leden steeds boven iedere verdenking heeft gestaan, en die weet dat de adviezen van dit college aan de Regering er niet om plegen te liegen! Toen in juni 1940 de korte tijd zeer op de voorgrond tre dende secretarissen-generaal geen prijs schenen te stellen op een voortwerken van de Raad van State, merkte het lid Aalberse je gens een vertrouwde connectie op: „Voor hen Is de Raad van Sta te nu eenmaal een lichaam dat hun hun feilen toont en dat zU daarom volstrekt niet als hun vriend beschouwen." Door deze suggestie, uit het le ven gegrepen, wordt wellicht beter benaderd welke de concrete poli tieke positie dezer Raad en zijn adviezen innemen, en steeds weer kunnen innemen, dan in welke strikt staatsrechtelijke beschou wing zou kunnen worden „gefor muleerd." De Raad van State heeft zijn plaats; door er te zijn betekent Demelza, mijn vrouw Demelza, mijn vrouw door Winston Graham. Uitgave Ad. M. C. Stok, Zuid-Hollandse Uit gevers Maatschappij, Den Haag. Vertaling Hans de Vries. Hier is er dan weer één, zo'n bekende turf a la Knud Knudsen, die zo prettig leest en overloopt van romantiek. Vervaardigd vol gens het beproefde procédé. Mid delpunt: het knappe, vroeger zo arme meisje uit de lagere stand dat een diep gelukkig huwelijk beleeft met de doortastende moe dige telg uit een voornaam ge slacht. Stoffering: het ruige land schap van Cornwall. Feodale toe standen uit de achttiende eeuw. Op gezette tijden een adembene mende gebeurtenis: een scheeps ramp, een lastige geboorte, een ontrouwe (ook al weer beeldscho ne) jonge vrouw, die haar ver diende loon niet ontgaat, een fik se vechtpartij tijdens kaartspel, een enfin, men vuile zelf maar verder in. Alles komt bijzonder duidelijk tot ons: de goeden zijn dus ijselijk goed en de slechten super-slecht. Voor de liefhebbers (ze zijn er kennelijk nog in gro ten getale) om van te smullen, temeer, daar de schrijver de ver telkunst goed beheerst. Alleen zo jammer dat dit genre boeken, net als de dokterromans, zo afgezaagd begint te worden. Dan is de kans namelijk groot dat er bij de le- zersschare indigestie gaat optre den. hij méér dan het handhaven van een hooggestemde traditie. Hij vormt een invloedrijke, zij het niet publiek te controleren, factor in het beleid van vrijwel iedere minister. Zijn vice-presidenten (de Ko ningin is presidente) Van Leeu wen, Van Lynden van Sanden- burg, Beelaerts van Blokland (in 1933 benoemd, nadat De Geer voor een benoeming bedankt had) en Rutgers hebben met ere hun plaats ingenomen en dan noe men wij nog slechts de laatste vier vice-presidenten, want er zou een voornaam boek te schrijven zijn door een historicus over de korte levensloop der diverse vice- presidenten. Feestmaal ten paleize In dit artikel, dat deel uit maakt van een eenvoudige histo rische kroniek aangaande wat er vijfentwintig jaar geleden ge beurde, willen wij ditmaal slechts enkele herinneringen weergeven van de herdenking in het jaar 1938. Ook bij deze fees telijkheid zocht de Raad van Sta te het niet in openbaar vertoon. den van de Raad van State op een gala-diner in paleis Noord einde. Bij dit diner sprak Hare Majesteit de volgende rede uit: Mijne Heren, leden van de Raad van State, Waar op 12 april het intreden van de Raad van State in Ons staatsbestel herdacht zal worden, wens ik aan deze dis uiting te ge ven aan Mijn grote waardering voor de wijze, waarop dit Colle ge de belangen van de Staat en van Ons Volk heeft gediend. Driehonderdvijftig jaar heeft de Raad van State zich met vol le toewijding van zijn taak ge kweten. en dit is Mij een waar borg, dat ook in de toekomst op de onpartijdigheid en het door zicht zijner leden te allen tijde staat zal kunnen worden ge maakt. Ik acht Mij gelukkig U, Mijne Heren, hedenavond om Mij ver enigd te zien, ter herdenking van dit heugelijke feit, en Ik voeg hieraan toe de hartgrondige wens, dat het de Raad gegeven moge zijn nog in lengte van da gen de belangen van het Rijk op dienovereenkomstige wijze te die- "Tic stel U voor met Mij op de gezondheid te drinken van de Raad van State". In antwoord hierop antwoord de de toenmalige vice-president van de Raad van State. Jhr. Mr. F. Beelaerts van Blokland, mede uit naam van zijn medeleden: ..Mevrouw, Met Uwer Majesteits verlof moge ik uiting geven aan de ge voelens van warme erkentelijk heid. welke de leden van de Raad van State vervullen voor de ontvangst ons op heden door J - - - de fen "en het is ons een behoefte des harten. Uwe Majesteit voor de grote welwillendheid, welke zo wel in die ontvangst als in die woorden tot uitdrukking is geko men, zeer eerbiedig dank te zeg- Wel nauwelijks behoef ik hier aan toe te voegen, dat de krach ten welke ons gegeven zijn, bij voortduring gericht zullen blijven cp de zo getrouw mogelijke ver vulling van de ons opgedragen taak. Alleen daardoor kunnen wij hopen voor onze personen iets van de waardering te ver dienen, welke Uwe Majesteit voor de Raad van State heeft ge lieven uit te spreken. Met grote dankbaarheid zijn wij ook weder in deze dagen in dachtig aan de bijzondere band. welke van de aanvang -af heeft bestaan tussen ons College en Uwer Majesteits Huis. Krachtens de Instructie van 1588 hebben zowel Prins Maurits als de Friese Stadhouder Graaf Willem Lodewijk aanstonds in de Raad van State zitting en stem gehad. In de loop der eeuwen is dit met bijna alle vorsten uit het Huis van Oranje het geval ge weest, en sedert ons Vaderland in de aanvang der vorige eeuw zijn onafhankelijkheid herwon, is bovendien het Voorzitterschap van de Raad aan onze Souverein voorbehouden, ten gevolge waar van wij in Uwe Majesteit onze hoogvereerde Presidente mogen zien. Het zij mij veroorloofd het glas op te 'heffen en een dronk in te stellen op Uwe Majesteit en ons geliefd Koninklijk Huis". Herdenkingsrede vice-president Op dinsdag 12 april 1938. juist de dag waarop wekelijks de raad bijeen pleegde te komen, viel het eigenlijke jubileum. Ter gelegenheid daarvan hield Vice-President Beelaerts van Blokland een herdenkingsrede in de Raad. over de geschiedenis van de Raad van State. En waar het ons ditmaal gaat om de sfeer van die dagen zo nauwkeurig mo gelijk weer te geven, willen wij eindigen met het weergeven van deze belangrijke toespraak van de vice-president: ,,Een bijzondere reden, om juist in dit jaar den 12den April in ons midden in herinnering te brengen, ligt in het feit. dat het heden 350 jaar geleden is, dat de Staten-Generaal der Verenigde Nederlanden de Instructie hebben vastgesteld, die de grondslag is gebleven voor de werkzaamheid van de Raad van State voor de ganse duur onzer Republiek. Ik behoef nauwelijks aan te stippen, dat de Raad van State van 1588 niet het eerste college van die naam hier te lande is ge weest. Het is nog geen volle ze ven jaar geleden, dat mijn nog altijd zeer betreurde vriend en ambtsvoorganger Van Lynden van Sandenburg. in een buitenge wone vergadering van onze Raad de instelling herdacht door Keizer Karei V, op 1 October 1531, van de Raad van State, die geroepen is 's Keizers zuster, de Koningin weduwe van Hongarye. als Land voogdes der Nederlandse gewes ten in belangrijke bestuurszaken van advies te dienen. Het is van algemene bekend heid. hoe in die Raad. geduren de de jaren, die aan de opstand tegen Spanje voorafgingen. Prins Willem van Oranje menigmaal een waarschuwende stem heeft doen horen, en voor de rechten der ingezetenen is opgekomen. Nadat die oude Raad van State in 1577 naar de Spaanse zijde was overgegaan, hebben onder de invloed van de Prins, de Staten- Generaal een nieuw college van dezelfde naam ingesteld, bestemd om nevens de Aartshertog Mat thias in het Landsbestuur te*voor- zien. Aan die Raad, waarin onder anderen Marnix van St. Aldegon- de zitting had, is geen lang leven beschoren geweest. Hij verdween met de Aartshertog. In de moeilijke jaren na het vertrek van de Aartshertog zien wij achtereenvolgens nog weer andere colleges van dezelfde aard ten tonele verschijnen. Ook het bestaan van deze was van zeer voorbijgaande aard. Eerst in de nood waarin ons Land verkeerde, na de moord op Pr.ns Willem, in Augustus 1584, gingen de Staten van verschillen de Gewesten er toe over weer een Raad van State in te stellen, die, met de jonge Graaf Maurits aan het hoofd, en met uitgebreide be voegdheden. voorlopig met de re gering werd belast. Het gold slechts een voorlopige voorziening. Vergeefse pogingen werden aangewend om de Koning van Frankrijk, daarna de Konin gin van Engeland de souvereini- teit over deze Gewesten te doen aanvaarden. Daarna kwam, als resultaat van moeizame onder- li anaelingen, in Augustus 1585 een verdrag met Koningin Elisabeth toi stand, waarbij Engeland, te genover de te verlenen militaire en financieele hulp, als onder pand de steden Vlissingen en Brielle, aan de monden van Schel de en Maas. verkreeg tegelijk met de toezegging, dat de opper bevelhebber en twee andere, door de Koningin aan te wijzen Engelsen zitting zouden hebben in de Raad van State. Deze raad kreeg in 1586 een nieuwe Instructie, geheel opge steld naar de aanwijzing van de Graaf van Leicester, die, in strijd met de ontwijfelbare bedoeling zijner Vorstin, nevens het Kapi tein-generaalschap ook de hem door de Staten-Generaal aangebo den Landvoogdij op zich had ge nomen. De Instructie gaf de Raad van State ruime bevoegdheden als centraal regeringslichaam maar zij kon niet tot haar recht komen ten gevolge van het feit, dat Lei- cester bij het aanvaarden van de Landvoogdij uitdrukkelijk had bedongen, dat hij met de advie zen van de Raad niet <méér reke ning zou behoeven te houden dan li 1587 reeds tot allerlei moeili heden aanleiding had gegeven, vertrok hij in het laatst van 1587 voor goed. het land in nog gro ter verwarring achterlatende. In Engeland gekomen, legde hij zijn ambt van Gouverneur en Kapitein- Generaal neder, maar zonder, dat daarvan aan de Nederlandse Over heid werd kennis gegeven. Zo za gen de Staten-Generaal zich in fe bruari 1588 genoopt de Generale Regering in eigen naam op te dragen aan de Raad van State. Eerst toen de Staten-Generaal of ficieel van het ontslag van Leices- ter kennis had gekregen, gevoel den zij zich vrij om tot herstel van de openbare orde en regeling van de algemene Landsregering met doortastendheid op te treden. Een van him eerste besluiten gold toen het vaststellen van de Instructie voor de nieuwe Raad van State. Duidelijk blijkt, dat bij het op stellen van deze Instructie de vroe gere instructies met lijk, eenhbofdig gezag is thans los gelaten. De Staten-Generaal heb ben voorgoed de plaats van de Landsheer ingenomen. Zij ver trouwden weliswaar het uitvoe rend bewind toe 9an de Raad van State, waarin ook te allen tijde de Gouverneurs of Stadhouders der Provinciën zitting en stem zou den hebben, maar de Raad zou dit bewind niet uitoefenen dan on der het toezicht van de Algeme ne Staten, en met dien verstan de. dat deze zich het recht voor behielden, zowel voor ztchzelven als voor de Staten der afzonderlijke Gewesten, om orde te stellen ook op de zaken, welke krachtens de Instructie aan de Raad waren toe vertrouwd. In het bijzonder werd nog vastgesteld, dat de bevoegd- Procf ballon verschijnt elke veertien dagen In het zondagsblad, voor iedergeaccep teerde insending l* er een postwissel, mtunr le.v.p.J toto's tekeningengedichten, verhalen, commentaren ideeën ol irat Je nog meer hebt naar de re- daktie Ruimte voor onsran dete krant. dag jl. kondigden we in het kader van de rubriek „Zo Maar" een bijdra ge aan van Jan Roos. Wie er naar stig naar gezocht heeft op diezelfde pagina heeft dit stuk beslist niet kun nen vinden; 't ging er treurig maar waar niet meer op. We haasten ons daarom vandaag onze belofte in te lossen en vandaar dat je nu kunt la- heid van de Raad van State in geen geval de grenzen zou over schrijden van hetgeen aan dit Col- leg uitdrukkelijk was opgedragen. Zowel uit de bepalingen zelve der Instructie als bij een vergelij king met die van vroegere instruc ties blijkt de bezorgdheid van de Staten, dat de Raad te grote macht zal hebben. Het streven tot inperking kwam, naar mij voorkomt, veeleer voort uit het streven van de Staten zelf zoveel mogelijk de macht in han den te houden. Dit streven kan niet zonder meer op rekening worden gesteld van de eerst onder Anjou, daarna onder Leicester opgedane ervaring. Reeds in 1576, toen te Brussel naast de Raad van State de door deze noodgedwongen saamgeroepen Staten-Generaal wa ren bijeengekomen, hadden deze laatste niet gedraald zich met al le regeringszaken te bemoeien: de Raad van State lieten zij weinig meer dan de naam van het ge zag. In 1578 en 1584 was het wei nig anders. Heeft trouwens niet Prins Willem van Oranje in Hol land en Zeeland steeds al zijn per soonlijke invloed nodig gehad om het streven der Staten, het gezag aan zich te trekken, te beteuge len? Met vrij grote zekerheid mag men aannemen, dat het ook in de Staten-Generaal de Holland se afgevaardigden zijn geweest, die er het meest toe hebben bij gedragen om aan de Raad van Sta te het gezag te onthouden, dat dit College behoefde om daadwerke lijk als centraal regeringslichaam op te treden. April 1588 luidt niet alleen het einde in van de gedachte aan een eenhoofdig bewind, het is te vens het tijdstip waarop zij, die altijd in de eerste plaats in de bres hadden gestaan voor het nauwgezet eerbiedigen van de pri vilegiën en rechten van steden en gewesten, voorgoed het streven naar een werkelijk centraal gezag hadden Men kan met recht zeggen, dat het jaar 1588 beslissend is geweest voor de regeringsvorm der Repu bliek. Het is het jaar waarin de Raad van State geacht kon wor den zijn nationale taak als orgaan van de onafhankelijke Gewesten, waaruit ons tegenwoordig Konink rijk is voortgekomen, te hebben aangevangen. Want al waren in de eerste maanden na het vaststellen van de Instructie van 12 April nog slechts Gelderland, Holland en Zeeland door onderscheiden lijk één, drie en twee leden in het College vertegenwoordigd, de Raad van State was toch van de aanvang af aangewezen als het li chaam, dat, onder toezicht van de Staten-Generaal, de gemene za ken van alle Noord-Nederlandse Gewesten zou besturen. Evenals de Unie van Utrecht van 1579 is ook de Instructie van de Raad van State van 1588. on danks de daaraan inherente on volkomenheden en gebreken, van kracht gebleven, totdat de revolu tie van 1795 aan de Republiek der Verenigde Nederlanden een einde maakte. Wanneer wij dus heden de vast stelling herdenken van de Instruc tie van 1588, dan herdenken wij daarmede een nationale gebeurte nis, die gedurende meer dan twee eeuwen de regeringsvorm van ons Vaderland heeft be heerst. En al heeft het sterk ont wikkeld stedelijk en gewestelijk particularisme niet gedoogd, dat in het Staatsbestel der Republiek de Raad van State een zo belang rijke plaats innam als aan Prins Willem van Oranje had voor ogen gestaan, dit neemt niet weg, dat de Raad zich als Ministerie van Oorlog en tot op zekere hoogte ook Ministerie van Fianciën der Unie en Bestuursorgaan der Ge neraliteitslanden bij voortduring van een gewichtige taak heeft mo gen kwijten. Hij heeft het voor recht gehad alle Stadhouders en ook de meeste jongere Prinsen uit het Huis van Oranje aan zijn ver gaderingen te zien deelnemen en geregeld met hen te mogen sa menwerken in het belang van on ze weermacht. Die uitzonderlijke band met het Huis van Oranje is ook onder de gewijzigde omstandigheden, waar onder ons College sedert 1814 werkzaam is, nooit verslapt. De zeer gewaardeerde aanwezigheid van H.K.H. Prinses Juliana ook in deze vergadering is daarvan het treffende bewijs. En het is nog slechts enkele dagen geleden, door H.M. de Koningin op zo bijzon der innemende wijze aan de dag gelegd, in de herdenking van de gebeurtenis van 1588. Ik stel U voor, van die erken telijkheid te doen blijken, door op heden aan H.M. onze hoogver eerde Presidente, een telegram van eerbiedige hulde te zenden". Erkentelijkheid Nu dit jaar de herinnering aan de hernieuwde verwerving van on ze onafhankelijkheid weer zal wor den verlevendigd, door het jaar 1813 in nationaal verband te her denken, is het zeer te hopen dat van deze gelegenheid gebruik zal worden gemaakt om te wijzen op de betekenis die ook de Raad van State en zijn leden hebben gehad voor het Koninkrijk. Want al pleegt de Raad van State geen poging te doen de volksgunst te verwerven, dit Ho ge College van Staat heeft zeker recht op de erkentelijkheid van het Volk, dat daartoe echter ook de recente geschiedenis van de Raad van State door middel van leesbare en betrouwbare publica ties behoort te kunnen raadple gen! C 0 JJ* Q 0 L L 5 Het telefoonnummer van een onbekend huis draaien. In een vreemde kamer de bel horen rinkelen, op een eikenhouten bureau met en kele rode mappen, gevuld met beschreven vellen papier, die voor een witte omlijsting zorgen, blocnoten. een agenda, waarin de uren van deze en komende weken opgeborgen zijn. Naast het toestel uitgebeten vlekken van vingerafdrukken, die in de loop der tijd de vorm van een halve cirkel hebben aangeno men (een hand die de woorden kracht moet bijzetten in gesprekken, waarbij de stem, meer nog dan anders, het belangrijkste wapen is, om de onzichtbare tegenstander te over tuigen van de belangrijkheid van het gespro kene). Het telefoongerinkel is voor hem even gewoon als het ruziemakende geschreeuw van de kinderen in een aangrenzend vertrek. Zijn halfliggende houding gaat dan ook traag over in de rustige, zekere stap naar het eikenhou ten bureau. De achteloos aangestoken sigaar en de dwingende stem kenmerken de zelfver zekerde persoonlijkheid, evenals het papier dat systematisch de gemaakte aantekeningen opneemt. Het is alles slechts een onbeduidende impasse, die de uren nauwelijks merkbaar in stukken knipt. Een mens in een vreemde kamer in bewe ging brengen die schrikt als de telefoon de veiligheid van zijn vertrek aan het wan kelen brengt. De beslotenheid van vier muren, het slakkenhuis, waarin hij zich terugtrekt en waar zijn leven even traag voorbijkruipt als dat van een slak zelf. Plotseling is hij de vogel, gevangen in de kooi, die hij rond zich heeft opgebouwd. Haastig opspringend, een sigaret grijpt, pen en het dichtstbijzijnde stuk papier pakt. zenuwachtig de juiste plaats zoekt om alles neer te leggen, een asbak twee-, driemaal verzet, zodat niets aan het toeval is overgelaten. Hij wacht nog even met op nemen van de hoorn om de juiste stem voor de traditione le woorden half luid voor zich heen te repeteren. Hij is bang en onzeker, meent zelfverzekerd te zijn, maar te kent zichzelf door al deze overbodige voorbereidingen. Het vloeiblad is volgekrast met rode en blauwe ballpoint- lijnen. zomaar cirkels, vier kantjes. zwarte blokjes, gaat- ,J~.en lenteploatje", te» onse fotograaf (Robert Collette). verder mededelend dat hij dit het aardigste lammetje had gevonden, dat hij uas tegengekomen jes ontstaan door het veel vuldig draaien van de pen. Het accentueert duidelijk zijn Kocluiteloosheid lissing, misschi r het resultaatH„ slissing. Daarna het laatste woord, dat in volkomen tegenstelling staat tot de zinnen die hij even te voren met de groot ste inspanning en doof .het on derdrukken van het derveus trillende lichaam regelmatig uit zijn mond te voorschijn bracht. Het is de bevrijding die zich ontlaadt in het plotseling enthousiaste afscheid. De be slotenheid van de vier muren heeft stand gehouden, zonder dat de ander deze kunstmatig opgebouwde persoonlijkheid heeft zien wankelen. Van nacht zal het gevecht zonder de onzichtbare aanwezigheid van een tweede met zichzelf plaats vinden, als de haastig neergeschreven aantekeningen vrijwel niet te lezen zullen zijn. Wanhopig trachten het gesprek te reconstrueren, de angst voor de te nemen be slissingen. die indien zij ver keerd zullen zijn hem zullen bestempelen tot een misluk keling, niet zo zeer voor an deren. maar des te meer voor zichzelf. Maar nu is er de triomf. Een overwinning die een zelf verzekerd mens niet kan be grijpen. als deze tenminste weet dat deze overwinning er kan zijn. Daarom barst nu in deze kamer de radio van bedrij vigheid en vindt voor even een weldadige ontplooiing plaats van deze onzekere Kartoens Er uit gelicht A. van K. J. O. (Utrecht): De aar zeling tot reage ren duurde ons iets te lang. Maar de pagina van vorige week geeft weer nieuwe stof tot overdenken. P. de R. (Delft): Zie boven. We kunnen er echt op rugkomen. C. D. Visser (Rotterdam^: Voor echt lees: niet echt. Sportief genoeg? H. van den B. (Rotterdam): Te lang. Misschien wilde je het on bewust iets te mooi maken. Ons ad vies: ,.en blauw werd als een pas geslacht dier....hol! P. S. (Amers foort!: Te gezocht, verward. gekun steld. Probeer het nog maar eens bij de Bezige Bij. Wij hebben niet van die mooie kaartjes. C. van S. (Voor burg) Je hebt kennelijk gedach ten neergeschre ven. eerlijke nog wel. Maar dat wil niet zeggen dat het dan poëzie is. Nu niet onmiddellijk de stoute schoenen uittrekken. Pro beer het nog r N.B het hoéft niet te rij- P.' H. (Katwijk I aan Zee): Van I Gogh is inderdaad geniaal. Stond hij I soms onder in- vloed van ene De Mol? Wij wisten I trouwens niet dat I het in de krant zou komen. M. V. (Delft): I Over zulke dingen moet je niet op zo'n manier schrijven. Het is tè senti- I menteel. G. E. (Den Haag): Een school- I voorbeeld van een „strekkingsge dicht". Heb je al een uitgever kun- I nen interesseren voor de bundel? We zijn werkelijk I benieuwd welke. I H. K. (Delft!: Sorry, maar de discussie erover is I reeds gesloten. I Werk je soms bij het C.B.S.? I C. G. J. de G. I (Utrecht): Alweer L°iii 1 uee voorjaars suggesties in onze boutique. Magda Stemerdink doet je in de eerste plaats hand voor een overgooier, die weer eens een andere lijn heeft dan we de afgelopen jaren hebben gezien. Je kunt er alle mo gelijke soorten stof voor kiezen; effen is wél dankbaar, omdat je dan meer kunt combineren. Ruilstof is gekozen voor de jurk, die je lente-achtig maakt met een uitte kraag, dito zakjes en twee losse stukjes vanuit de taille, vast te zetten met een knoop. De blouse heeft een oterhemdslijn, de rok twee plooien aan de voorkant. Uiteraard kun je de mouw ook kort maken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1963 | | pagina 17