Eorgingsflatje
Zwammerdam
Drijvend
WAT ZAL
DE EERSTE KAMER
DOEN?
ook in
ZATERDAG ml
Neen, als we het ronduit zeg
gen mogen, het viel ons niet
mee, die eerste kennismaking,
een week geleden met Zwam
merdam.
Had dat nu in 1960 met zo
veel tamtam de aandacht ge
vraagd voor zijn duizendjarig
bestaan? En werd kort daar
op hier een actie-comité
„Behoud Zwammerdam" opge
richt? Een comité, dat begin
1962 startte met de versprei
ding van speciaal gedrukte sui
kerzakjes, die de vurige begeer
te van de bewoners om zelf
standig te blijven moesten pro
pageren tot in de parle
mentsgebouwen toe. Een comi
té, dat daarna bij de toegan
gen tot de gemeente grote bor
den liet plaatsen met soortge
lijke leuzen erop en dat enkele
maanden terug, vlak voor de
openbare behandeling van het
desbetreffende wetsontwerp in
de Tweede Kamer, met een
wagen vol opschriften naar Den
Haag toog om tegen de plan
nen van de minister te protes
teren. Ja, het organiseerde
zelfs een optocht met spandoe
ken naar het Binnenhof, ter ge
legenheid van het aanbieden
van een laatste adres.
Waar haalde men al die
moed vandaan?, zo vroegen we
ons af, zodra we overal eens
hadden rondgekeken....
We waren er naar toe ge
gaan, omdat na het schoor
voetend gevelde vonnis
van de Tweede Kamer de
Eerste Kamer er al schrif
telijk blijk van gaf, nog m i n-
d e r bewondering te hebben
voor 's ministers opruimingspo-
litiek. Wij wilden nl. wel eens
geconfronteerd worden met de
nieuwe hoop, die hierdoor stel
lig weer in Zwammerdam
moest zijn gerezen, sterker:
we wensten in die hoop te de
len.
Welnu, dat hebben we bij het
scheiden van de markt dan
tóch gedaan, al zag het daar
aanvankelijk helemaal niet
naar uit.
Zakformaat
Want het eigenlijke dorp, met
zijn duizend inwoners, is een dorp
in zakformaat. Het is behalve
verre van groot ook niet lieflijk,
daar er ondanks zijn eeuwenlan
ge historie weinig of niets meer
te aanschouwen valt dat de moei
te van het bewaren loont.
Toch bezit het nog een
Plein en een Kerkplein,
waarvan het laatste een
stevige hervormde kerk
draagt met wat eentoni
ge woningwetwoninkjes
er omheen, terwijl aan
Het Plein een beschei-
den raadhuisje staat, een
hotel dat geen hotel
bleek te zijn, dan nog
het ongetwijfeld een
maal deftige huis van
dokter K. Gill, en dat
alles aangevuld met en
kele kleine winkeltjes.
Er komen drie straten
uit op Het Plein: de
Brugstraat, de Molen
straat en de Swadenbur-
gerdam die de oude
naam der gemeente le
vendig houdt. Maar als
er vier of vijf auto's
voor het raadhuis zijn
neergezet, zal de zesde
elders een plaatsje moe
ten zoeken. Immers een
plein van honderd vier
kante meter, dat mede
tot taak heeft doorstro
ming te geven aan het
verkeer. biedt verder
weinig mogelijkheden
Het verkeer is er bovendien
veel intensiever dan men zou ver
wachten. Niet alleen vanuit Lei
den of Utrecht waar het bijna
midden tussenin ligt doch er
denderen evengoed grote vracht
wagens-met-aanhanger uit Gro
ningen en Enschede binnen, uit
Rotterdam en Amsterdam en uit
Maastricht. Ze komen uit alle
windstreken halen en brengen en
dat maakt die kleine dorpsge
meenschap nogal rommelig en on
rustig. Maar het is haar bestaan...
Fout
Kijk, wie daarover nu hoort ver
tellen, wie uitvoerig verneemt hoe
Zwammerdam leeft en streeft on
verschillig of zo'n gesprek nu
plaats heeft op het gemeentehuis,
in hotel „De Rustende Arend", of
op een zonnig straathoekje zal
steeds weer tot overtuigüig ko
men, dat men een ernstige fout
maken zou, door zulk een gemeen
te ,,op te delen". Dat wil zeggen,
aan vier andere gemeenten een
brok ervan cadeau te doen en wel
zóveel, dat er geen straat' of huis
meer van overblijft.
Het was de loco-secretaris D. J
van Brummen (een domineeszoon
die zijn Pappenheimers al tiental
len jaren kent), die voor ons nog
eens even uiteenzette wat er nu
eigenlijk precies aan de hand is.
Gouda, dat in z'n wallen zit op
gesloten. had grond nodig en
daarom begon de minister te de
len. Oudewater zat al even klem
en ook die gemeente kreeg grond
van zijn buren toegewezen. En
idem Woerden. Maar dat vergro
ten van die drie stadjes ging ten
koste van Bodegraven, Alphen
a.d. Rijn, Reeuwijk en Boskoop.
En teneinde nu dit viertal schade
loos te stellen moest Zwammer
dam maar worden opgeofferd.
.Wat hebben wij echter met de
grenswijzigingen van Gouda.
Oudewater en Woerden van
doen?" zo begonnen de Zwam-
merdammers uit te roepen. Met
hen hebben wij geen raakpunten,
tenzij men wil gaan compense
ren...
En daarin hadden ze volko
men gelijk!
Ook in de Tweede Kamer wa
ren er nogal wat, die deze plan
nen minder fraai vonden.
Zo merkte de heer Kolfschoten
(kvp) op: ,.Wat heeft het uit zijn
wallen gebarsten Gouda tc maken
met de tragedie van Zwammer
dam?"
De heer Geertsema van dc
V V.D. vond, ..dat met een zeer
grote lijmkwast zaken aan elkaar
worden geplakt, die liever los van
elkaar bleven".
En de heer Beernink ichu'
vroeg zich af: ,,Wat moet
iemand, die ervan overtuigd is
dat Gouda dient geholpen, maar
Zwammerdam moet blijven
gespaard, doen?"
Voorts was de heer Smallen-
Hoop doet leven
Trots 2 aanslagen in 40 jaar
op haar voortbestaan
Het Plein van Zwammerdam,
met enkele geparkeerde auto's
voor het gemeentehuis. Er kun
nen er nog twee of drie bij,
maar dan is dc maat ook vol.
Het Kerkplein van Zwammer
dam met wat eentonige woning
wetwoninkjes er omheen.
broek <arp) de mening toege
daan, dat „andere gemeenten er
alleen mee te maken hebben, om
dat er over en weer compensatie
moet worden geboden voor af
stand van grond en bewoners. De
opheffing van Zwammerdam is
een uitvloeisel van de gevolgde
methode", zo zei hij en hij voeg
de er aan toe: „Deze methode van
wetgeving brengt de Kamer in
een dwangposit ie".
Ten slotte was de heer Van
Dis (sgp) niet minder duidelijk
toen hij zei: ..Wij achten het on-
billijk dat de gemeente
Zwammerdam zal moeten worden
opgeheven".
Desalniettemin legde Zwam
merdam in die zelfde Kamer het
loodje, daar toch de bittere mi
nisteriële pil zonder hoofdelijke
stemming door haar werd géslikt.
En dit steekt de Zwammerdam-
mers zéér.
Nu net zo
Zal men aan de overzijde van
het Binnenhof nu net zo hande
len?, zo vragen zij zich in span
ning af. Ook daar alleen maar
krokodillentranen? Men kan het
niet geloven en put nog moed uit
wat destijds de Eerste Kamer
deed met het reeds door de Twee
de Kamer aanvaarde z.g.n. Bel
gische Verdrag (de beruchte
Moerdijk-kwestie onder minister
Van Karnebeek). De Eerste Ka
mer weigerde met grote be
slistheid haar fiat en dat kanaal,
waarvan men alleen maar winst
zag voor Antwerpen, doch louter
nadeel voor Rotterdam, kwam er
nooit.
En men denkt in Zwammerdam
opnieuw aan Rotterdam, maar
dan in tegenstelde zin, wanneer
men erop wijst, hoe stiefmoeder
lijk vele jaren Hoek van Holland
werd behandeld, nadat het een
maal door de Maasstad was ge
annexeerd.
„Moet u hier de Vinkenbuurt
zien", zeggen de Zwammerdam-
mers, „een rij huizen, die één ge
heel vormt met de Zwammer-
damse dorpskern, doch tot Al
phen aan de Rijn behoort, waar
van het 5 km door weiland ge
scheiden is. Daardoor is die buurt
volkomen verkrot Er verrezen
ook 51 nieuwe woningen en aan
het eind van het jaar zullen het
er 80 zijn, maar die werden daar
door ons gebouwd, nadat wij er
een aantal oude huisjes hadden
gesloopt. De mensen die er wonen
verdienen nl. bij ons hun boter
ham. gaan hier naar de kerk en
nemen hier deel aan het zaken-
en het ontspanningsleven. De na
re consequentie voor Zwammer
dam was echter, dat door ons
bouwen op Alphens grondgebied
onze totale bevolking, die in 1959
nog 3029 zielen telde, in 1960 daal
de tot 2898. *En de gemeenteraad
viel van 11 tot 7 raadsleden terug.
Toch werd destijds van zekere
zijde schamper opgemerkt, dat
Zwammerdam slechts een ge
meente van de eerste grootte
(kleinste categorie) is en het dus
niet zo erg zou zijn als ze ver
dween. In feite echter was ze een
gemeente van de tweede groot
te, daar ze meer dan 3000 inwo
ners had. Die heeft ze trouwens
thans al wéér en met de Vinken
buurt méé zelfs 3200.
Ligt- anders
Ook kan men nogal eens de
spottende opmerking horen ma
ken dat burgemeester C. G. van
Dobben de Bruyn zélf Zwammer
dam zó onbeduidend vindt, dat
hij maar ging wonen bi... Alphen
aan de Rijn. Maar dat ligt wel
even anders. Want toen in 1952
zijn ambtswoning zou worden op
geknapt en daarmee 15000 ge
moeid bleek te zijn, zei de com
missaris van de Koningin in Zuid-
Holland, mr. L. A. Kesper: „Ik
vind ƒ15.000 wel wat veel, nu
Zwammerdam straks toch moet
verdwijnen. Huur liever een huis".
In Zwammerdam viel echter
geen burgemeesterswoning te hu
ren.... op die manier worden al
lerlei zaken vertroebeld
Waarvan bestaan de Zwammer-
dammers, van wie een grote
groep hervormd is, een andere
grote groep gereformeerd en een
kleine groep remonstrants.
De meerderheid leeft nog steeds
van land- en tuinbouw (boom
kwekerijen) en veeteelt, doch
daar de boeren hun bedrijven
sterk mechaniseerden (het ploe
gen. zaaien en dorsen laat men
bijv. veel doen door rondtrekken
de loonploegers, -zaaiers en -dor-
sers doen), ontstond er een teveel
aan veldarbeiders. die gelukkig
aardig konden worden opgevan
gen door de industrie. Zo zijn er
twee betonfabrieken gevestigd,
respect, de B.I.Z. (Beton In
dustrie Zwammerdam). die in
heel den lande bekendheid geniet
en de fabriek van Van der Poll.
Voorts treft men er diverse grote
houthandelaren aan en grote ex
peditiebedrijven met wel 30
vrachtwagens, er is een marga-
rinefabriek, kortom leven genoeg
in de brouwerij. En het mooie is.
dat qua mentaliteit Zwammer
dam als de leukste gemeente van
de Rijnstreek mag worden be
schouwd. Men ként elkaar niet al
leen allemaal, doch men heeft
ook alles voor elkaar over En
daar het nog niet zo lang geleden
is dat de Zwammerdammers
min of meer als tweederangs
burgers werden beschouwd, zou
het dubbel pijnlijk zijn, indien ze
door die gemeenten opgeslokt
werden. Er zit over en weer nog
steeds oud zeer.
Men is nog niet vergeten dat
men een streep óver dc weg trok
en zich daar posteerde om lieden
uit een andere gemeente toe te
roepen: „Tot hier toe en niet ver
der". Zonodig kwamen er zelfs
dikke wilgenstokken aan te pas.
Want wie wat tegen de Zwam
merdammers had moest daar
dan maar wegblijven. Aan herrie
schoppers had men allerminst be
hoefte.
Overigens is de Zwammerdam-
mer gastvrij genoeg, ja hij is een
gezelligheidsmens. Vraagt u dat
maar eens aan Ibele Sonnega
(36). een Fries, die al weer 5
jaar daar woont en ,,De Rustende
Arend" met z'n grote vergader
zalen van ,.'t Nut' heeft gepacht
om als gastheer van het Zwam-
merdamse verenigingsleven op te
treden. Een goede gastheer, die
niet ten onrechte in zijn zaak een
bordje ophing met de spreuk
Een ieder die hier binnen gaat,
Komt nooit te vroeg,
maar steeds te laat.
Dat weet de muziekvereniging
„Wilhelmina". dat weet de gym
nastiekvereniging K.D.I. en dat
weten de toneelgezelschappen
„Avondster" en „Kunst na Ar
beid". welke laatste het zelfs
presteert drie grote uitvoeringen
in één winter op de planken te
brengen Verder zijn er geconcen
treerd een biljartclub, een kaart
club, een schaakclub, een brand-
assurantievereniging plus diver
se boerensamenkomsten om er de
bedrijfsbelangen te bespi-eken.
Steeds wat te doen
„Er gaat geen avond voorbij in
de winter, of ik heb wat te doen",
zegt Sonnega met zekere trots.
„Weer of geen weer, als er een
maal een samenkomst is uitge
schreven. komen ze. Dikwijls nog
vér weg. uit de uitgestrekte pol
ders, hetzij per fiets of brommer,
of met de auto. En anders met
de Citosabus, waarvan de chauf
feurs alle wegkronkelingen wel
kunnen dromen. zelfs als het
sneeuwt of mistig is."
„Dertig jaar geleden". aldus
vertelt de heer Van Brummen,
hadden we hier nog een treinver
binding met een station, dat gro
ter was dan dat van Bodegraven.
De boeren kwamen dan met
paarazen-wagen naar ons dorp.
spanden hier uit en pakten de
trein naar Leiden, Woerden of
Utrecht om te gaan markten.
Daar ze meestal alle drie die
markten bezochten, brachten ze in
Zwammerdam driemaal per week
een drukte van belang. Met de in
voering door de Spoorwegen van
de dieseltractie werd helaas het
lot van Zwammerdam als trein-
halte bezegeld, 't Is me al auto
wat de klok slaat en natuurlijk is
voor het interlocale verkeer ook
Citosa er nog.
En vroeger had je bovendien
nog die tientallen kaasbrikken,
platte boerenwagens, waarmee
de zuivel naar Bodegraven werd
getransporteerd. Dat gaf zo'n la
waai", aldus Van Brummen, „dat
ik er 's morgens voor dag en
dauw al wakker van werd. Nie
mand klaagde echter, want we
waren toch allemaal Zwammer
dammers En dat willen we blij
ven, zelfs nu ik genoodzaakt ben
in Rotterdam te wonen, omdat er
nog geen geschikt huis voor me
is.
Wordt beter
Straks wordt dat wel beter, als
we aan de buitenkant van het
dorp ook wat ruimere huizen kun
nen zetten, die de meeste mensen
van hier niet kunnen betalen. Er
zijn zo'n dertig bungalows in de
pen, nl. bestemd voor Rotterdam
mers, die wat rustiger willen
gaan wonen. Doch dan moet Bo
degraven zijn misplaatste uitbrei-
dingsrecht laten varen. Wel kun
nen ze het stukje gesloten bebou
wing krijgen, dat op ons territoir
ligt. maar vast tegen Bodegraven
is aangebouwd. Een grenscorrec
tie dus. En laat Alphen ander
zijds ons de Vinkenbuurt afstaan,
al eisen we dat niet. Laat verder
Reeuwijk zijn vrij grote verlies
van inwoners aan Gouda nu niet
op ons willen wreken. Ze hebben
toch allemaal grond plenty. Toch
zijn het vooral de planologen, die
maar snijden en hakken. Die wil
len ons boomkweekgebied maar
bij die van Boskoop voegen, om-
Toen in 1848 de raderboot
Mathias Stinnes I de eerste
voertuigen op sleeptouw nam,
kreeg deze nieuwe verschij
ning in de binnenvaart een
bombardement met keistenen
te doorstaan. De paardeknech-
ten van Neuwieder-Werth za
gen in het vuur- en rookspu-
wende monster een geduchte
concurrent. Rijnschepen had
den zich tot het midden van
de vorige eeuw geduldig laten
voortzeulen door paarden en
het gilde der jaaglieden ver
diende daar een boterham
mee. Er moest een afdeling
huzaren uit Bonn aan te pas
komen om dit wilde protest
tegen dc Stoomsleepvaart in
de kiem te smoren.
Ruim honderd jaar later
haalde niemand het in zijn
hoofd om met stenen te gooien
naar een ander, revolutionaire
vorm van binnenvaart welke
o.a.tien jaar na de oorlog ge
stalte kreeg in de Wasserbüf-
fel". Toch schijnt dit gedron
gen. rechthoekige vaartuig de
voorbode geweest te zijn voor
een nieuw tijdperk in de Rijn
vaart en evenals de eerste ra
dersleepboot werd het met ge
mengde gevoelens ontvangen.
Er stonden geen verbitterde
jaaglieden langs de kant
maar wel kwa
men er verbaas
de en bezorgde
reacties van par
ticuliere schip
pers, die weinig
heil zagen in de
duwvaart.
Nu de watertrei-
nen vrijwel dage
lijks met logge on
verzettelijkheid
hun sohuimsporen
trekken in de Rotterdamse ha
vens, op Merwede en Waal en de
Rijn tot in de fabriekssteden in
het Roergebied, is de duwvaart
nog altijd een onderwerp van
felle discusie.
De Wasserbüffel was nog
maar een experiment van twee
grote Nederlandse en twee Duit
se rederijen. Zij deden hun in
spiratie op in Amerika, waar op
de Mississippi tientallen duwbo
ten van stad tot stad varen. De
ervaringen bleken daar zo gun
stig te zijn, dat men zich hier
durfde wagen aan een proef op
de Rijn. Die viel zo goed uit,
dat de rederijen na voldoende
met het eerste schip geëxperi
menteerd te hebben, dit van de
hand deden en zelfstandig of in
combinatie met anderen de duw
vaart tot ontwikkeling gingen
brengen.
Snelle groei
Thans omvat de internationale
duwschepenvloot op de Rijn al
meer dan 200.000 ton, verdeeld
over 128 bakken en 28 voortstu
wers. Die vloot is in een perio
de van nog geen twee jaar ver
dubbeld. Frankrijk vaart met
twaalf duwboten aan de kop.
dan volgt Nederland met negen
eenheden, afgezien nog van de
onlangs te water gelaten duw
boot Mannesmann, van hetzelfde
DUWVAART IN OPMARS
De „Wasserbuffel", de eerste duwboot, die in
1955 met zijn gedrongen gestalte de voorbode
scheen te zijn van een nieuw tijdperk in de
Rijnvaart.
dat Boskoop dan alle sierteelt bin
nen zijn grenzen krijgt. Is dat nu
een steekhoudend argument?
Enfin, wij hebben ons met hand
en tand verzet en zullen dat tot
het laatst blijven doen. Daarbij is
het actie-comité nog feller dan
het gemeentebestuur, dat best
over grenscorrecties wil praten.
Maar nooit over compensa
tie. Dat vinden we het gróótste
onrecht. Als de Eerste Kamer dit
nu wil keren, zal Zwammerdam
gelukkig zijn.
We hebben ,nog een kans
en daarom nog steeds hoop, dat
wé, evenals in de dreigende grens
wijzigingsperiode 1917-1921, niet
vermoord zullen worden.
Dan kunnen we opnieuw, gelijk
in november 1921 op de grens van
Zwammerdam en Bodegraven
werd gedaan, het strijdlied aan
heffen:
Wij hébben overwonnen,
Ons Zwammerdam blijft v r ij,
Er is niets meer te vrezen,
't Gevaar is nu v o o r b ij
't Is bijna ongelooflijk
Maar 't is toch werk'lijk waar:
Een ieder onzer blijft nu
Een echte Dammenaar.
Op! V r ij gevochten
Dummenaars!
De vlaggen in de to p,
Want onze bur e-n haalden
Tot slot een reuzenstrop
Zij dachten 't klaar te spelen,
Ze lachten voor hun tijd,
Want Zwammerdam
bewaarde
Haar onafhankelijk-
h e i d.
Wij zijn er allen trots op,
Dat Damme blijft bestaan.
En dat dus onze moeite.
Niet werd vergeefs gedaan,
Lang leve 't oude Damme.
Waar we zo aan zijn gehecht,
Wij zullen b I ij^u e n waken
En s t r ij d e n voor haar
r e ch tl
achter vlot van de toekomst
„Vee, i er gis u niét. deze krotten zijn niet van ons, maar van
Alphen", zegt men in Zwammerdam. ,y.o gaal dat nu als men lot
een gemeente behoort, waarvan de kern te ver verwijderd is. Je
wordt verwaarloosd. En de vreemdeling ziet er ons op aan, omdat
deze Vinkenbuurt mèt het dorp van Zwammerdam één woon
gemeenschap vormt."
type als de reeds aan alle
oevers bekende Olivier van
Noort en Jacob van Heemskerk
van de Nederlandse Rijnvaart
Vereniging (N.R.V.) Duitsland
vaart mee met zes duwboten en
Zwitserland heeft er twee in ex
ploitatie. De Rijnschippers wor
den dus vrijwel elke dag gecon
fronteerd met de drijvende op
slagplaatsen, voor erts, steenko
len en andere massagoederen,
die met hun formidabele afme
tingen heel wat plaats opeisen.
Traditioneel
Men spreekt nu al van „tradi
tionele vaart" ter onderschei
ding van de nieuwe vloten, waar
de paardekrachten als het ware
achter de wagen gespannen zijn.
Een verdere ontwikkeling ligt in
het verschiet. Bij de bouw van
kanalen en sluizen wordt al ter
dege rekening gehouden met de
eisen van deze nieuwe scheep
vaart en pas is het besluit ge
nomen om ook het Amsterdam-
Rijnkanaal geschikt te maken
voor beperkte duwvaart, hoewel
de kosten van dit project meer
dan vijf miljoen gulden bedra
gen Als het uitgevoerd is zal
ook in de haven van Amster
dam het machtige vlot van de
toekomst vaker gezien worden.
Uit dit alles blijkt wel, dat de
duwvaart economisch gezien
veel voor heeft op het water-
transport dat er mee vergeleken
kan worden: de ris van sleep-
schepen, voortgetrokken door
een sterke motorboot. Niet al
leen op de Rijn dwingt de op
mars respect af. De Fransen
experimenteren al met deze
transporten op de Maas en het
Julianakanaal, de Belgen over
winnen de vele moeilijkheden
verbonden aan de vaart op wa
terwegen in eigen land en de
Zwitsers beschikken over Euro
pa's sterkste duwboot, de Stooss,
een geweldenaar die met zijn
vermogen van 2400 PK menige
zeesleepboot in kracht overtreft.
Wat de vracht betreft schijnt
men zich niet te blijven beper
ken tot voor de hand liggende
massagoederen (vooral erts»
die los in de bakken gestort
worden. Rederij van Ommeren
heeft onlangs als nieuwste aan
winsten vier grote tankerbakken
dc rivier op gestuurd, opgedre
ven door de duwboot Nijlpaard.
Deze eenheid heeft een laadver
mogen van niet minder dan
6000 ton, verdeeld over veertig
tanks. In de exploitatie werkt
men samen met de Duitse rede
rij Roab Karcher.
Aan de wal en op het water
heeft men dus voldoende gele
genheid gekregen om te wennen
aan dit opzienbarende transport.
Bij de eerste kennismaking lijkt
de duweenheid een soort science
fiction vlot, met strakke lijnen
en vier ravijnen van laadruimen.
Er zit kop noch staart aan de
bakken, ze vallen als een slech
te duiker plat op het water en
maken de indruk van een vol
strekte onbestuurbaarheid. Hoe
wel er schippers zijn die bewe
ren dat het heen en weer trek
ken met die eenheden beslist
niets met echt varen heeft uit
te staan, zit er toch wel veel
aantrekkelijks in. Er gaat een
enorme, suggestieve kracht uit
van deze voortzwoegende water-
trein, die alleen wat drijfver-
mogen betreft thuis schijnt te
zijn op de rivier. Het geheel
heeft een onverbloemd indus
trieel aspect en van enige
scheepvaartromantiek is geen
sprake meer.
Ik heb dat ondervonden aan
boord van één van de duween-
heden, die van Rotterdam tot
het Roergebied een bekende ver
schijning zijn geworden.
Luxe veerpont
Wie voor het eerst zo'n duwer
betreedt waant zich aan boord
van een soort luxe veerpont. Het
doosvormige vaartuig is van vo
ren zo plat als een dubbeltje en
ligt stijf tegen de formatie bak
ken geperst, die tezamen een
enorme. schier onafzienbare
rechthoek vormen. Ze liggen
twee aan twee verbonden door
een netwerk van staaldraadka
bels. Via lieren en bolders ma
ken deze draden ingewikkelde
kruistekens over de dekken en
dat grove snarenspel laat vaak
wonderlijke kreten horen als er
een flinke spanning op komt te
staan. Dat kreunen en knarsen
roept dan weer donkere echo's
op in het staal. Gore schuim
vlokken, opbruisend waar zij
maar een gaatje kunnen vinden
tussen de aaneengesnoerde vaar
tuigen, opspattend water boven
de voorste bakken en indruk
wekkend kielzog achter de du
wer tonen duidelijk aan. dat er
toch wel gang zit in de duw-
trein.
Ik was in de Waalhaven te
Rotterdam aan boord geko
men en mocht vandaar mee
varen in de richting Duitsland.
Dat was een vreemde erva
ring. De eerste uren kwam ik
niet uitgekeketo op de indus
triële vallei, welke zich onder
de stuurhut voor mij uitstrek
te. Zo'n stroomwaarts varen
de combinatie met vier bak
ken en een duwboot (lengte
bijna 180 meter, breedte 20
meter) heeft iets oheindigs.
Terwijl de stuurman handles
bediende in de glazen koepel
van de commandobrug zag ik
heel in de verte vlaggen wap
peren op het Siamese twee-
lingvoorschip. Tussen de twee
aan twee gekoppelde bakken
liep eeh dubbel gangboord
zonder einde. Matrozen die de
opdracht krijgen om voor een
karweitje te doen lopen heen
en terug bijna één derde ki
lometer.
Erts
Er was erts geladen uit Zwe
den. Een zeeschip had het naar
Vlaardingen gebracht en daar
was een deel van de lading over-
gestort in de bakken, niet te veel
in verband mat. het „kleinwater'
op de Rijn. De vracht was be
stemd voor hoogovens in het
Roergebied. Elk van de vier bak
ken die voor mij uitgestuwd
werden had een laadvermogen
van 1625 ton en kan dus verge
leken worden met een flink uit
de kluiten gewassen sleepschip.
Het grote verschil met de tra
ditionele vaart is echter, dat de
ze drijvende opslagplaatsen geen
bemanning hebben, noch roef
noch mast of stuurhut, vandaar
dat ze zo'n ijzig functionele in
druk maken.
Het was de laatste jaren bij
zonder moeilijk om jongelui te
vinden die diensten wilden ver
richten aan boord van zo'n sleep
schip. Matrozen smorrelden hun
eigen potje gaar of waren in de
kost bij het gezin van kapitein
of stuurman. Door het ongeregel
de leven komt er soms heel wei
nig van, om de tafel eer aan te
doen. Elk schip vroeg een flin
ke bemanning. De huisvesting
moet als het ware uitgespaard
worden op de laadruimte, waar
reders en schippers graag zoveel
mogelijk plaats voor reserveren.
Tekort
Het waren de personeelsvraag
stukken en het grote tekort aan
werkkrachten die geleid hebben
tot invoering van de duwvaart
op de Rijn. Aan alle bezwaren
op dit gebied is een einde geko
men, nu varensgasten de beschik
king hebben gekregen over een
luxe verzorgingsflatje, een cen
traal tehuis, waar zij bediend
worden als gasten. Kapitein, ma
chinist en stuurman, kok plus
koksmaatje en de vier matrozen
ontbijten 's morgens in de mess-
room van formica en glas die
er uitziet als de eetkamer van
een hotel in de middenklasse.
Hun spijzen griesmeelpap en bo
terhammen met veel beleg wor
den aangedragen uit een kom
buis waar koel- en vrieskasten
staan en een echte kok de scep
ter zwaait, die 's middags de
fijnste liflafjes op tafel kan bren
gen. Wie in de Rijnvaartroman-
tiek nog avontuurlijke elementen
verwacht, een ruig en ongeregeld
bestaan en eten uit het vuistje
in een nauw vooronder, staat ver
steld over het burgerlijke en
keurig geordende leven op zo'n
duweenheid. De opvarenden sla
pen beneden in modern ingerich
te hotelkamertjes die rij aan rij
langs een gang liggen, ze heb
ben de beschikking over douches,
kortom ze zitten op fluweel. Er
varen op de Rijn ook vrij lu
xueuze motorboten en allerlei
schepen worden in snel tempo ge
moderniseerd. maar hoe puik de
ze accommodatie ook mag zijn.
de centrale verzorging op een
duwboot heeft toch een eigen ka
rakter.
Deze concentratie van het per
soneel is iets geheel nieuws. De
bemanning van een aantal
sleepschepen, vroeger verdeeld
over voor- en achteronder als
kleine werelden op zichzelf, zit
hier op een kluitje en vormt een
gemeenschap. Dit is gezelliger
en spaart veel uit aan man
kracht. Een sleepboot plus aan
hang voor hetzelfde laadvermo
gen zou in totaal 18 personen
vergen, afgezien nog van de
vrouwen en kinderen die mee
plachten te varen en waarvoor
redelijke huisvesting aanwezig
moest zijn.
pen van soms wel anderhalve ki- 1
lometer lang zijn samengebald
tot een zakelijk vlot met een I
drijvende flat er achter, die 1
eeuwigdurende zetjes geeft aan
de bakken. Over dat laatste I
moet men overigens niet te licht
denken, want duwboten hebben
al gauw een vermogen van 1500
PK en hun schroeven gaan hef- I
tig tekeer.
Mijn gastheer de kapitein (49 I
jaar oud) was over deze ont- I
wikkeling best te spreken, hoe
wel hij 22 jaar op grote motor- I
schepen gevaren heeft tezamen I
met zijn vrouw. Zij woont nu er
gens in Rotterdam in de voor- I
stad Lombardijen en voelt zich I
daar best thuis, temeer omdat
ze een zekere weerstand tegen I
het varen nooit heeft kunnen I
overwinnen. Over eenzaamheid
mag ze niet klagen. De heren I
gaan prompt met verlof als ze
veertien dagen gevaren heb
ben. alles is keurig en volgens I
schema georganiseerd. Het on- I
berekenbare en vaak ongeregel- 1
de leven heeft plaats gemaakt
voor een wat starre ordelijkheid, I
met ploegenstelsel en semi-con- I
tinudiensten. Dit beurtvaartele-
ment in de duwvaart is een as- I
peet van de nieuwe doelmatig- I
heid, het brengt veel voordelen
maar zal anderzijds toch wel I
eens wat heimwee veroorzaken
naar de nette vrijbuiterij, waar
veel varensgasten hun hart aan i
verpand hebben. Ik heb daar I
met de kapitein uitvoerig over
gesproken, maar hij is een ver- I
stokte liefhebber geworden van
het duwen. De bakken liggen
hem lekker in de hand. via al- I
lerlei instrumenten op zijn puur
zakelijke commandobrug, die
mij soms deed denken aan de
behandelkamer van een tand- I
arts. De combinaties zijn rede- 1
lijk bestuurbaar, zo begreep ik
uit zijn toelichting op de hand- I
les eq speciale schroeven, over
de snelheid mag men niet kla-
gen en als de rivier zich ver- I
smalt op een drukbevaren punt
neemt hij contact op met de an
dere schepen, om moeilijkheden I
te voorkomen.
Wrevel
Particuliere schippers kijken
nog met enige wrevel naar de
combinaties welke ongeveer an
derhalf miljoen gulden kosten.
Zij maken zich zorgen over de
steeds groter wordende eenhe
den en zien daar een gevaar in
voor de scheepvaart. Tal van
protesten zijn er al gespuid in
„Schuttevaer", het schippers-
weekblad en op vergaderingen,
maar over het algemeen maken
zij een emotionele indruk. Vrees
voor een overweldigende con
currentie zal daar zeker niet
vreemd aan zijn. De laatste tijd
blijkt meer en meer, dat dit
nogal mee zal vallen. De duw
vaart zal alleen rendabel blijken
te zijn voor het vervoer van
massagoederen in vaste relatie
en wel groeit de vloot nog
steeds, maar er zal geen sprake
zijn van verdringing van de tra
ditionele vaart.
Als er eenmaal een zekere
stabiliteit bereikt is, zullen mo
gelijk ook minder bezwaren ge
hoord worden. Er worden door
allerlei commissies waarborgen
geschapen voor de veiligheid op
de rivier.
Sterk
Met die vrouwen aan boord Is
het afgelopen; kok en koksmaat
hebben de paplepel van moeder
de vrouw overgenomen, de sle-
I
Bestaansrecht
Tot officiële klachten is het
trouwens nooit gekomen en uit I
alles blijkt dat de duwvaart in
een bepaalde sector van de I
Rijnvaart haar bestaansrecht
heeft bewezen, door een grotere
doelmatigheid (de bakken zijn
goedkoper dan sleepschepen, I
vergen minder onderhoud, kun-
nen sneller gelost worden en le
nen zich goed voor continube- i
drijf, terwijl een grotere perso- I
neelsbesparing bereikt kan wor
den). Eén van de nadelen is. dat I
in de havens voor het laden en I
lossen ploegen personeel nodig
zijn. De combinatie waar ik te
gast was geeft de volle bakken I
in Duisburg aan zo'n ploeg over 1
en pikt meteen de lege aan,
waarna de thuisreis begint.
Die thuisreis heb ik niet mee- 1
gemaakt. Na een dag vol nieu
we ervaringen nam een parle- I
vmker die verse groenten be
zorgde mij mee naar de wal. Ik
had niet kunnpn putten uit een I
avontuurlijk logboek, maar het I
varen op een duwboot heeft het
fascinerende van iets dat al I
vooruit schijnt te zijn op dc toe- I
komst.
De rechthoekige boot met het I
vrolijke stapeleffect van de dek- I
ken, klapperende vlaggen, wind
schermen op het „zonnedek" en i
bruisend kielzog heeft nog wel I
zoveel bekoring dat ik de kapi-
tem gelijk moest geven toen hij
concludeerde:
„Er zit toch echt nog wel
vaart in de duwvaart".
LEO J. LEEUWIS
l