Eorgingsflatje Zwammerdam Drijvend WAT ZAL DE EERSTE KAMER DOEN? ook in ZATERDAG ml Neen, als we het ronduit zeg gen mogen, het viel ons niet mee, die eerste kennismaking, een week geleden met Zwam merdam. Had dat nu in 1960 met zo veel tamtam de aandacht ge vraagd voor zijn duizendjarig bestaan? En werd kort daar op hier een actie-comité „Behoud Zwammerdam" opge richt? Een comité, dat begin 1962 startte met de versprei ding van speciaal gedrukte sui kerzakjes, die de vurige begeer te van de bewoners om zelf standig te blijven moesten pro pageren tot in de parle mentsgebouwen toe. Een comi té, dat daarna bij de toegan gen tot de gemeente grote bor den liet plaatsen met soortge lijke leuzen erop en dat enkele maanden terug, vlak voor de openbare behandeling van het desbetreffende wetsontwerp in de Tweede Kamer, met een wagen vol opschriften naar Den Haag toog om tegen de plan nen van de minister te protes teren. Ja, het organiseerde zelfs een optocht met spandoe ken naar het Binnenhof, ter ge legenheid van het aanbieden van een laatste adres. Waar haalde men al die moed vandaan?, zo vroegen we ons af, zodra we overal eens hadden rondgekeken.... We waren er naar toe ge gaan, omdat na het schoor voetend gevelde vonnis van de Tweede Kamer de Eerste Kamer er al schrif telijk blijk van gaf, nog m i n- d e r bewondering te hebben voor 's ministers opruimingspo- litiek. Wij wilden nl. wel eens geconfronteerd worden met de nieuwe hoop, die hierdoor stel lig weer in Zwammerdam moest zijn gerezen, sterker: we wensten in die hoop te de len. Welnu, dat hebben we bij het scheiden van de markt dan tóch gedaan, al zag het daar aanvankelijk helemaal niet naar uit. Zakformaat Want het eigenlijke dorp, met zijn duizend inwoners, is een dorp in zakformaat. Het is behalve verre van groot ook niet lieflijk, daar er ondanks zijn eeuwenlan ge historie weinig of niets meer te aanschouwen valt dat de moei te van het bewaren loont. Toch bezit het nog een Plein en een Kerkplein, waarvan het laatste een stevige hervormde kerk draagt met wat eentoni ge woningwetwoninkjes er omheen, terwijl aan Het Plein een beschei- den raadhuisje staat, een hotel dat geen hotel bleek te zijn, dan nog het ongetwijfeld een maal deftige huis van dokter K. Gill, en dat alles aangevuld met en kele kleine winkeltjes. Er komen drie straten uit op Het Plein: de Brugstraat, de Molen straat en de Swadenbur- gerdam die de oude naam der gemeente le vendig houdt. Maar als er vier of vijf auto's voor het raadhuis zijn neergezet, zal de zesde elders een plaatsje moe ten zoeken. Immers een plein van honderd vier kante meter, dat mede tot taak heeft doorstro ming te geven aan het verkeer. biedt verder weinig mogelijkheden Het verkeer is er bovendien veel intensiever dan men zou ver wachten. Niet alleen vanuit Lei den of Utrecht waar het bijna midden tussenin ligt doch er denderen evengoed grote vracht wagens-met-aanhanger uit Gro ningen en Enschede binnen, uit Rotterdam en Amsterdam en uit Maastricht. Ze komen uit alle windstreken halen en brengen en dat maakt die kleine dorpsge meenschap nogal rommelig en on rustig. Maar het is haar bestaan... Fout Kijk, wie daarover nu hoort ver tellen, wie uitvoerig verneemt hoe Zwammerdam leeft en streeft on verschillig of zo'n gesprek nu plaats heeft op het gemeentehuis, in hotel „De Rustende Arend", of op een zonnig straathoekje zal steeds weer tot overtuigüig ko men, dat men een ernstige fout maken zou, door zulk een gemeen te ,,op te delen". Dat wil zeggen, aan vier andere gemeenten een brok ervan cadeau te doen en wel zóveel, dat er geen straat' of huis meer van overblijft. Het was de loco-secretaris D. J van Brummen (een domineeszoon die zijn Pappenheimers al tiental len jaren kent), die voor ons nog eens even uiteenzette wat er nu eigenlijk precies aan de hand is. Gouda, dat in z'n wallen zit op gesloten. had grond nodig en daarom begon de minister te de len. Oudewater zat al even klem en ook die gemeente kreeg grond van zijn buren toegewezen. En idem Woerden. Maar dat vergro ten van die drie stadjes ging ten koste van Bodegraven, Alphen a.d. Rijn, Reeuwijk en Boskoop. En teneinde nu dit viertal schade loos te stellen moest Zwammer dam maar worden opgeofferd. .Wat hebben wij echter met de grenswijzigingen van Gouda. Oudewater en Woerden van doen?" zo begonnen de Zwam- merdammers uit te roepen. Met hen hebben wij geen raakpunten, tenzij men wil gaan compense ren... En daarin hadden ze volko men gelijk! Ook in de Tweede Kamer wa ren er nogal wat, die deze plan nen minder fraai vonden. Zo merkte de heer Kolfschoten (kvp) op: ,.Wat heeft het uit zijn wallen gebarsten Gouda tc maken met de tragedie van Zwammer dam?" De heer Geertsema van dc V V.D. vond, ..dat met een zeer grote lijmkwast zaken aan elkaar worden geplakt, die liever los van elkaar bleven". En de heer Beernink ichu' vroeg zich af: ,,Wat moet iemand, die ervan overtuigd is dat Gouda dient geholpen, maar Zwammerdam moet blijven gespaard, doen?" Voorts was de heer Smallen- Hoop doet leven Trots 2 aanslagen in 40 jaar op haar voortbestaan Het Plein van Zwammerdam, met enkele geparkeerde auto's voor het gemeentehuis. Er kun nen er nog twee of drie bij, maar dan is dc maat ook vol. Het Kerkplein van Zwammer dam met wat eentonige woning wetwoninkjes er omheen. broek <arp) de mening toege daan, dat „andere gemeenten er alleen mee te maken hebben, om dat er over en weer compensatie moet worden geboden voor af stand van grond en bewoners. De opheffing van Zwammerdam is een uitvloeisel van de gevolgde methode", zo zei hij en hij voeg de er aan toe: „Deze methode van wetgeving brengt de Kamer in een dwangposit ie". Ten slotte was de heer Van Dis (sgp) niet minder duidelijk toen hij zei: ..Wij achten het on- billijk dat de gemeente Zwammerdam zal moeten worden opgeheven". Desalniettemin legde Zwam merdam in die zelfde Kamer het loodje, daar toch de bittere mi nisteriële pil zonder hoofdelijke stemming door haar werd géslikt. En dit steekt de Zwammerdam- mers zéér. Nu net zo Zal men aan de overzijde van het Binnenhof nu net zo hande len?, zo vragen zij zich in span ning af. Ook daar alleen maar krokodillentranen? Men kan het niet geloven en put nog moed uit wat destijds de Eerste Kamer deed met het reeds door de Twee de Kamer aanvaarde z.g.n. Bel gische Verdrag (de beruchte Moerdijk-kwestie onder minister Van Karnebeek). De Eerste Ka mer weigerde met grote be slistheid haar fiat en dat kanaal, waarvan men alleen maar winst zag voor Antwerpen, doch louter nadeel voor Rotterdam, kwam er nooit. En men denkt in Zwammerdam opnieuw aan Rotterdam, maar dan in tegenstelde zin, wanneer men erop wijst, hoe stiefmoeder lijk vele jaren Hoek van Holland werd behandeld, nadat het een maal door de Maasstad was ge annexeerd. „Moet u hier de Vinkenbuurt zien", zeggen de Zwammerdam- mers, „een rij huizen, die één ge heel vormt met de Zwammer- damse dorpskern, doch tot Al phen aan de Rijn behoort, waar van het 5 km door weiland ge scheiden is. Daardoor is die buurt volkomen verkrot Er verrezen ook 51 nieuwe woningen en aan het eind van het jaar zullen het er 80 zijn, maar die werden daar door ons gebouwd, nadat wij er een aantal oude huisjes hadden gesloopt. De mensen die er wonen verdienen nl. bij ons hun boter ham. gaan hier naar de kerk en nemen hier deel aan het zaken- en het ontspanningsleven. De na re consequentie voor Zwammer dam was echter, dat door ons bouwen op Alphens grondgebied onze totale bevolking, die in 1959 nog 3029 zielen telde, in 1960 daal de tot 2898. *En de gemeenteraad viel van 11 tot 7 raadsleden terug. Toch werd destijds van zekere zijde schamper opgemerkt, dat Zwammerdam slechts een ge meente van de eerste grootte (kleinste categorie) is en het dus niet zo erg zou zijn als ze ver dween. In feite echter was ze een gemeente van de tweede groot te, daar ze meer dan 3000 inwo ners had. Die heeft ze trouwens thans al wéér en met de Vinken buurt méé zelfs 3200. Ligt- anders Ook kan men nogal eens de spottende opmerking horen ma ken dat burgemeester C. G. van Dobben de Bruyn zélf Zwammer dam zó onbeduidend vindt, dat hij maar ging wonen bi... Alphen aan de Rijn. Maar dat ligt wel even anders. Want toen in 1952 zijn ambtswoning zou worden op geknapt en daarmee 15000 ge moeid bleek te zijn, zei de com missaris van de Koningin in Zuid- Holland, mr. L. A. Kesper: „Ik vind ƒ15.000 wel wat veel, nu Zwammerdam straks toch moet verdwijnen. Huur liever een huis". In Zwammerdam viel echter geen burgemeesterswoning te hu ren.... op die manier worden al lerlei zaken vertroebeld Waarvan bestaan de Zwammer- dammers, van wie een grote groep hervormd is, een andere grote groep gereformeerd en een kleine groep remonstrants. De meerderheid leeft nog steeds van land- en tuinbouw (boom kwekerijen) en veeteelt, doch daar de boeren hun bedrijven sterk mechaniseerden (het ploe gen. zaaien en dorsen laat men bijv. veel doen door rondtrekken de loonploegers, -zaaiers en -dor- sers doen), ontstond er een teveel aan veldarbeiders. die gelukkig aardig konden worden opgevan gen door de industrie. Zo zijn er twee betonfabrieken gevestigd, respect, de B.I.Z. (Beton In dustrie Zwammerdam). die in heel den lande bekendheid geniet en de fabriek van Van der Poll. Voorts treft men er diverse grote houthandelaren aan en grote ex peditiebedrijven met wel 30 vrachtwagens, er is een marga- rinefabriek, kortom leven genoeg in de brouwerij. En het mooie is. dat qua mentaliteit Zwammer dam als de leukste gemeente van de Rijnstreek mag worden be schouwd. Men ként elkaar niet al leen allemaal, doch men heeft ook alles voor elkaar over En daar het nog niet zo lang geleden is dat de Zwammerdammers min of meer als tweederangs burgers werden beschouwd, zou het dubbel pijnlijk zijn, indien ze door die gemeenten opgeslokt werden. Er zit over en weer nog steeds oud zeer. Men is nog niet vergeten dat men een streep óver dc weg trok en zich daar posteerde om lieden uit een andere gemeente toe te roepen: „Tot hier toe en niet ver der". Zonodig kwamen er zelfs dikke wilgenstokken aan te pas. Want wie wat tegen de Zwam merdammers had moest daar dan maar wegblijven. Aan herrie schoppers had men allerminst be hoefte. Overigens is de Zwammerdam- mer gastvrij genoeg, ja hij is een gezelligheidsmens. Vraagt u dat maar eens aan Ibele Sonnega (36). een Fries, die al weer 5 jaar daar woont en ,,De Rustende Arend" met z'n grote vergader zalen van ,.'t Nut' heeft gepacht om als gastheer van het Zwam- merdamse verenigingsleven op te treden. Een goede gastheer, die niet ten onrechte in zijn zaak een bordje ophing met de spreuk Een ieder die hier binnen gaat, Komt nooit te vroeg, maar steeds te laat. Dat weet de muziekvereniging „Wilhelmina". dat weet de gym nastiekvereniging K.D.I. en dat weten de toneelgezelschappen „Avondster" en „Kunst na Ar beid". welke laatste het zelfs presteert drie grote uitvoeringen in één winter op de planken te brengen Verder zijn er geconcen treerd een biljartclub, een kaart club, een schaakclub, een brand- assurantievereniging plus diver se boerensamenkomsten om er de bedrijfsbelangen te bespi-eken. Steeds wat te doen „Er gaat geen avond voorbij in de winter, of ik heb wat te doen", zegt Sonnega met zekere trots. „Weer of geen weer, als er een maal een samenkomst is uitge schreven. komen ze. Dikwijls nog vér weg. uit de uitgestrekte pol ders, hetzij per fiets of brommer, of met de auto. En anders met de Citosabus, waarvan de chauf feurs alle wegkronkelingen wel kunnen dromen. zelfs als het sneeuwt of mistig is." „Dertig jaar geleden". aldus vertelt de heer Van Brummen, hadden we hier nog een treinver binding met een station, dat gro ter was dan dat van Bodegraven. De boeren kwamen dan met paarazen-wagen naar ons dorp. spanden hier uit en pakten de trein naar Leiden, Woerden of Utrecht om te gaan markten. Daar ze meestal alle drie die markten bezochten, brachten ze in Zwammerdam driemaal per week een drukte van belang. Met de in voering door de Spoorwegen van de dieseltractie werd helaas het lot van Zwammerdam als trein- halte bezegeld, 't Is me al auto wat de klok slaat en natuurlijk is voor het interlocale verkeer ook Citosa er nog. En vroeger had je bovendien nog die tientallen kaasbrikken, platte boerenwagens, waarmee de zuivel naar Bodegraven werd getransporteerd. Dat gaf zo'n la waai", aldus Van Brummen, „dat ik er 's morgens voor dag en dauw al wakker van werd. Nie mand klaagde echter, want we waren toch allemaal Zwammer dammers En dat willen we blij ven, zelfs nu ik genoodzaakt ben in Rotterdam te wonen, omdat er nog geen geschikt huis voor me is. Wordt beter Straks wordt dat wel beter, als we aan de buitenkant van het dorp ook wat ruimere huizen kun nen zetten, die de meeste mensen van hier niet kunnen betalen. Er zijn zo'n dertig bungalows in de pen, nl. bestemd voor Rotterdam mers, die wat rustiger willen gaan wonen. Doch dan moet Bo degraven zijn misplaatste uitbrei- dingsrecht laten varen. Wel kun nen ze het stukje gesloten bebou wing krijgen, dat op ons territoir ligt. maar vast tegen Bodegraven is aangebouwd. Een grenscorrec tie dus. En laat Alphen ander zijds ons de Vinkenbuurt afstaan, al eisen we dat niet. Laat verder Reeuwijk zijn vrij grote verlies van inwoners aan Gouda nu niet op ons willen wreken. Ze hebben toch allemaal grond plenty. Toch zijn het vooral de planologen, die maar snijden en hakken. Die wil len ons boomkweekgebied maar bij die van Boskoop voegen, om- Toen in 1848 de raderboot Mathias Stinnes I de eerste voertuigen op sleeptouw nam, kreeg deze nieuwe verschij ning in de binnenvaart een bombardement met keistenen te doorstaan. De paardeknech- ten van Neuwieder-Werth za gen in het vuur- en rookspu- wende monster een geduchte concurrent. Rijnschepen had den zich tot het midden van de vorige eeuw geduldig laten voortzeulen door paarden en het gilde der jaaglieden ver diende daar een boterham mee. Er moest een afdeling huzaren uit Bonn aan te pas komen om dit wilde protest tegen dc Stoomsleepvaart in de kiem te smoren. Ruim honderd jaar later haalde niemand het in zijn hoofd om met stenen te gooien naar een ander, revolutionaire vorm van binnenvaart welke o.a.tien jaar na de oorlog ge stalte kreeg in de Wasserbüf- fel". Toch schijnt dit gedron gen. rechthoekige vaartuig de voorbode geweest te zijn voor een nieuw tijdperk in de Rijn vaart en evenals de eerste ra dersleepboot werd het met ge mengde gevoelens ontvangen. Er stonden geen verbitterde jaaglieden langs de kant maar wel kwa men er verbaas de en bezorgde reacties van par ticuliere schip pers, die weinig heil zagen in de duwvaart. Nu de watertrei- nen vrijwel dage lijks met logge on verzettelijkheid hun sohuimsporen trekken in de Rotterdamse ha vens, op Merwede en Waal en de Rijn tot in de fabriekssteden in het Roergebied, is de duwvaart nog altijd een onderwerp van felle discusie. De Wasserbüffel was nog maar een experiment van twee grote Nederlandse en twee Duit se rederijen. Zij deden hun in spiratie op in Amerika, waar op de Mississippi tientallen duwbo ten van stad tot stad varen. De ervaringen bleken daar zo gun stig te zijn, dat men zich hier durfde wagen aan een proef op de Rijn. Die viel zo goed uit, dat de rederijen na voldoende met het eerste schip geëxperi menteerd te hebben, dit van de hand deden en zelfstandig of in combinatie met anderen de duw vaart tot ontwikkeling gingen brengen. Snelle groei Thans omvat de internationale duwschepenvloot op de Rijn al meer dan 200.000 ton, verdeeld over 128 bakken en 28 voortstu wers. Die vloot is in een perio de van nog geen twee jaar ver dubbeld. Frankrijk vaart met twaalf duwboten aan de kop. dan volgt Nederland met negen eenheden, afgezien nog van de onlangs te water gelaten duw boot Mannesmann, van hetzelfde DUWVAART IN OPMARS De „Wasserbuffel", de eerste duwboot, die in 1955 met zijn gedrongen gestalte de voorbode scheen te zijn van een nieuw tijdperk in de Rijnvaart. dat Boskoop dan alle sierteelt bin nen zijn grenzen krijgt. Is dat nu een steekhoudend argument? Enfin, wij hebben ons met hand en tand verzet en zullen dat tot het laatst blijven doen. Daarbij is het actie-comité nog feller dan het gemeentebestuur, dat best over grenscorrecties wil praten. Maar nooit over compensa tie. Dat vinden we het gróótste onrecht. Als de Eerste Kamer dit nu wil keren, zal Zwammerdam gelukkig zijn. We hebben ,nog een kans en daarom nog steeds hoop, dat wé, evenals in de dreigende grens wijzigingsperiode 1917-1921, niet vermoord zullen worden. Dan kunnen we opnieuw, gelijk in november 1921 op de grens van Zwammerdam en Bodegraven werd gedaan, het strijdlied aan heffen: Wij hébben overwonnen, Ons Zwammerdam blijft v r ij, Er is niets meer te vrezen, 't Gevaar is nu v o o r b ij 't Is bijna ongelooflijk Maar 't is toch werk'lijk waar: Een ieder onzer blijft nu Een echte Dammenaar. Op! V r ij gevochten Dummenaars! De vlaggen in de to p, Want onze bur e-n haalden Tot slot een reuzenstrop Zij dachten 't klaar te spelen, Ze lachten voor hun tijd, Want Zwammerdam bewaarde Haar onafhankelijk- h e i d. Wij zijn er allen trots op, Dat Damme blijft bestaan. En dat dus onze moeite. Niet werd vergeefs gedaan, Lang leve 't oude Damme. Waar we zo aan zijn gehecht, Wij zullen b I ij^u e n waken En s t r ij d e n voor haar r e ch tl achter vlot van de toekomst „Vee, i er gis u niét. deze krotten zijn niet van ons, maar van Alphen", zegt men in Zwammerdam. ,y.o gaal dat nu als men lot een gemeente behoort, waarvan de kern te ver verwijderd is. Je wordt verwaarloosd. En de vreemdeling ziet er ons op aan, omdat deze Vinkenbuurt mèt het dorp van Zwammerdam één woon gemeenschap vormt." type als de reeds aan alle oevers bekende Olivier van Noort en Jacob van Heemskerk van de Nederlandse Rijnvaart Vereniging (N.R.V.) Duitsland vaart mee met zes duwboten en Zwitserland heeft er twee in ex ploitatie. De Rijnschippers wor den dus vrijwel elke dag gecon fronteerd met de drijvende op slagplaatsen, voor erts, steenko len en andere massagoederen, die met hun formidabele afme tingen heel wat plaats opeisen. Traditioneel Men spreekt nu al van „tradi tionele vaart" ter onderschei ding van de nieuwe vloten, waar de paardekrachten als het ware achter de wagen gespannen zijn. Een verdere ontwikkeling ligt in het verschiet. Bij de bouw van kanalen en sluizen wordt al ter dege rekening gehouden met de eisen van deze nieuwe scheep vaart en pas is het besluit ge nomen om ook het Amsterdam- Rijnkanaal geschikt te maken voor beperkte duwvaart, hoewel de kosten van dit project meer dan vijf miljoen gulden bedra gen Als het uitgevoerd is zal ook in de haven van Amster dam het machtige vlot van de toekomst vaker gezien worden. Uit dit alles blijkt wel, dat de duwvaart economisch gezien veel voor heeft op het water- transport dat er mee vergeleken kan worden: de ris van sleep- schepen, voortgetrokken door een sterke motorboot. Niet al leen op de Rijn dwingt de op mars respect af. De Fransen experimenteren al met deze transporten op de Maas en het Julianakanaal, de Belgen over winnen de vele moeilijkheden verbonden aan de vaart op wa terwegen in eigen land en de Zwitsers beschikken over Euro pa's sterkste duwboot, de Stooss, een geweldenaar die met zijn vermogen van 2400 PK menige zeesleepboot in kracht overtreft. Wat de vracht betreft schijnt men zich niet te blijven beper ken tot voor de hand liggende massagoederen (vooral erts» die los in de bakken gestort worden. Rederij van Ommeren heeft onlangs als nieuwste aan winsten vier grote tankerbakken dc rivier op gestuurd, opgedre ven door de duwboot Nijlpaard. Deze eenheid heeft een laadver mogen van niet minder dan 6000 ton, verdeeld over veertig tanks. In de exploitatie werkt men samen met de Duitse rede rij Roab Karcher. Aan de wal en op het water heeft men dus voldoende gele genheid gekregen om te wennen aan dit opzienbarende transport. Bij de eerste kennismaking lijkt de duweenheid een soort science fiction vlot, met strakke lijnen en vier ravijnen van laadruimen. Er zit kop noch staart aan de bakken, ze vallen als een slech te duiker plat op het water en maken de indruk van een vol strekte onbestuurbaarheid. Hoe wel er schippers zijn die bewe ren dat het heen en weer trek ken met die eenheden beslist niets met echt varen heeft uit te staan, zit er toch wel veel aantrekkelijks in. Er gaat een enorme, suggestieve kracht uit van deze voortzwoegende water- trein, die alleen wat drijfver- mogen betreft thuis schijnt te zijn op de rivier. Het geheel heeft een onverbloemd indus trieel aspect en van enige scheepvaartromantiek is geen sprake meer. Ik heb dat ondervonden aan boord van één van de duween- heden, die van Rotterdam tot het Roergebied een bekende ver schijning zijn geworden. Luxe veerpont Wie voor het eerst zo'n duwer betreedt waant zich aan boord van een soort luxe veerpont. Het doosvormige vaartuig is van vo ren zo plat als een dubbeltje en ligt stijf tegen de formatie bak ken geperst, die tezamen een enorme. schier onafzienbare rechthoek vormen. Ze liggen twee aan twee verbonden door een netwerk van staaldraadka bels. Via lieren en bolders ma ken deze draden ingewikkelde kruistekens over de dekken en dat grove snarenspel laat vaak wonderlijke kreten horen als er een flinke spanning op komt te staan. Dat kreunen en knarsen roept dan weer donkere echo's op in het staal. Gore schuim vlokken, opbruisend waar zij maar een gaatje kunnen vinden tussen de aaneengesnoerde vaar tuigen, opspattend water boven de voorste bakken en indruk wekkend kielzog achter de du wer tonen duidelijk aan. dat er toch wel gang zit in de duw- trein. Ik was in de Waalhaven te Rotterdam aan boord geko men en mocht vandaar mee varen in de richting Duitsland. Dat was een vreemde erva ring. De eerste uren kwam ik niet uitgekeketo op de indus triële vallei, welke zich onder de stuurhut voor mij uitstrek te. Zo'n stroomwaarts varen de combinatie met vier bak ken en een duwboot (lengte bijna 180 meter, breedte 20 meter) heeft iets oheindigs. Terwijl de stuurman handles bediende in de glazen koepel van de commandobrug zag ik heel in de verte vlaggen wap peren op het Siamese twee- lingvoorschip. Tussen de twee aan twee gekoppelde bakken liep eeh dubbel gangboord zonder einde. Matrozen die de opdracht krijgen om voor een karweitje te doen lopen heen en terug bijna één derde ki lometer. Erts Er was erts geladen uit Zwe den. Een zeeschip had het naar Vlaardingen gebracht en daar was een deel van de lading over- gestort in de bakken, niet te veel in verband mat. het „kleinwater' op de Rijn. De vracht was be stemd voor hoogovens in het Roergebied. Elk van de vier bak ken die voor mij uitgestuwd werden had een laadvermogen van 1625 ton en kan dus verge leken worden met een flink uit de kluiten gewassen sleepschip. Het grote verschil met de tra ditionele vaart is echter, dat de ze drijvende opslagplaatsen geen bemanning hebben, noch roef noch mast of stuurhut, vandaar dat ze zo'n ijzig functionele in druk maken. Het was de laatste jaren bij zonder moeilijk om jongelui te vinden die diensten wilden ver richten aan boord van zo'n sleep schip. Matrozen smorrelden hun eigen potje gaar of waren in de kost bij het gezin van kapitein of stuurman. Door het ongeregel de leven komt er soms heel wei nig van, om de tafel eer aan te doen. Elk schip vroeg een flin ke bemanning. De huisvesting moet als het ware uitgespaard worden op de laadruimte, waar reders en schippers graag zoveel mogelijk plaats voor reserveren. Tekort Het waren de personeelsvraag stukken en het grote tekort aan werkkrachten die geleid hebben tot invoering van de duwvaart op de Rijn. Aan alle bezwaren op dit gebied is een einde geko men, nu varensgasten de beschik king hebben gekregen over een luxe verzorgingsflatje, een cen traal tehuis, waar zij bediend worden als gasten. Kapitein, ma chinist en stuurman, kok plus koksmaatje en de vier matrozen ontbijten 's morgens in de mess- room van formica en glas die er uitziet als de eetkamer van een hotel in de middenklasse. Hun spijzen griesmeelpap en bo terhammen met veel beleg wor den aangedragen uit een kom buis waar koel- en vrieskasten staan en een echte kok de scep ter zwaait, die 's middags de fijnste liflafjes op tafel kan bren gen. Wie in de Rijnvaartroman- tiek nog avontuurlijke elementen verwacht, een ruig en ongeregeld bestaan en eten uit het vuistje in een nauw vooronder, staat ver steld over het burgerlijke en keurig geordende leven op zo'n duweenheid. De opvarenden sla pen beneden in modern ingerich te hotelkamertjes die rij aan rij langs een gang liggen, ze heb ben de beschikking over douches, kortom ze zitten op fluweel. Er varen op de Rijn ook vrij lu xueuze motorboten en allerlei schepen worden in snel tempo ge moderniseerd. maar hoe puik de ze accommodatie ook mag zijn. de centrale verzorging op een duwboot heeft toch een eigen ka rakter. Deze concentratie van het per soneel is iets geheel nieuws. De bemanning van een aantal sleepschepen, vroeger verdeeld over voor- en achteronder als kleine werelden op zichzelf, zit hier op een kluitje en vormt een gemeenschap. Dit is gezelliger en spaart veel uit aan man kracht. Een sleepboot plus aan hang voor hetzelfde laadvermo gen zou in totaal 18 personen vergen, afgezien nog van de vrouwen en kinderen die mee plachten te varen en waarvoor redelijke huisvesting aanwezig moest zijn. pen van soms wel anderhalve ki- 1 lometer lang zijn samengebald tot een zakelijk vlot met een I drijvende flat er achter, die 1 eeuwigdurende zetjes geeft aan de bakken. Over dat laatste I moet men overigens niet te licht denken, want duwboten hebben al gauw een vermogen van 1500 PK en hun schroeven gaan hef- I tig tekeer. Mijn gastheer de kapitein (49 I jaar oud) was over deze ont- I wikkeling best te spreken, hoe wel hij 22 jaar op grote motor- I schepen gevaren heeft tezamen I met zijn vrouw. Zij woont nu er gens in Rotterdam in de voor- I stad Lombardijen en voelt zich I daar best thuis, temeer omdat ze een zekere weerstand tegen I het varen nooit heeft kunnen I overwinnen. Over eenzaamheid mag ze niet klagen. De heren I gaan prompt met verlof als ze veertien dagen gevaren heb ben. alles is keurig en volgens I schema georganiseerd. Het on- I berekenbare en vaak ongeregel- 1 de leven heeft plaats gemaakt voor een wat starre ordelijkheid, I met ploegenstelsel en semi-con- I tinudiensten. Dit beurtvaartele- ment in de duwvaart is een as- I peet van de nieuwe doelmatig- I heid, het brengt veel voordelen maar zal anderzijds toch wel I eens wat heimwee veroorzaken naar de nette vrijbuiterij, waar veel varensgasten hun hart aan i verpand hebben. Ik heb daar I met de kapitein uitvoerig over gesproken, maar hij is een ver- I stokte liefhebber geworden van het duwen. De bakken liggen hem lekker in de hand. via al- I lerlei instrumenten op zijn puur zakelijke commandobrug, die mij soms deed denken aan de behandelkamer van een tand- I arts. De combinaties zijn rede- 1 lijk bestuurbaar, zo begreep ik uit zijn toelichting op de hand- I les eq speciale schroeven, over de snelheid mag men niet kla- gen en als de rivier zich ver- I smalt op een drukbevaren punt neemt hij contact op met de an dere schepen, om moeilijkheden I te voorkomen. Wrevel Particuliere schippers kijken nog met enige wrevel naar de combinaties welke ongeveer an derhalf miljoen gulden kosten. Zij maken zich zorgen over de steeds groter wordende eenhe den en zien daar een gevaar in voor de scheepvaart. Tal van protesten zijn er al gespuid in „Schuttevaer", het schippers- weekblad en op vergaderingen, maar over het algemeen maken zij een emotionele indruk. Vrees voor een overweldigende con currentie zal daar zeker niet vreemd aan zijn. De laatste tijd blijkt meer en meer, dat dit nogal mee zal vallen. De duw vaart zal alleen rendabel blijken te zijn voor het vervoer van massagoederen in vaste relatie en wel groeit de vloot nog steeds, maar er zal geen sprake zijn van verdringing van de tra ditionele vaart. Als er eenmaal een zekere stabiliteit bereikt is, zullen mo gelijk ook minder bezwaren ge hoord worden. Er worden door allerlei commissies waarborgen geschapen voor de veiligheid op de rivier. Sterk Met die vrouwen aan boord Is het afgelopen; kok en koksmaat hebben de paplepel van moeder de vrouw overgenomen, de sle- I Bestaansrecht Tot officiële klachten is het trouwens nooit gekomen en uit I alles blijkt dat de duwvaart in een bepaalde sector van de I Rijnvaart haar bestaansrecht heeft bewezen, door een grotere doelmatigheid (de bakken zijn goedkoper dan sleepschepen, I vergen minder onderhoud, kun- nen sneller gelost worden en le nen zich goed voor continube- i drijf, terwijl een grotere perso- I neelsbesparing bereikt kan wor den). Eén van de nadelen is. dat I in de havens voor het laden en I lossen ploegen personeel nodig zijn. De combinatie waar ik te gast was geeft de volle bakken I in Duisburg aan zo'n ploeg over 1 en pikt meteen de lege aan, waarna de thuisreis begint. Die thuisreis heb ik niet mee- 1 gemaakt. Na een dag vol nieu we ervaringen nam een parle- I vmker die verse groenten be zorgde mij mee naar de wal. Ik had niet kunnpn putten uit een I avontuurlijk logboek, maar het I varen op een duwboot heeft het fascinerende van iets dat al I vooruit schijnt te zijn op dc toe- I komst. De rechthoekige boot met het I vrolijke stapeleffect van de dek- I ken, klapperende vlaggen, wind schermen op het „zonnedek" en i bruisend kielzog heeft nog wel I zoveel bekoring dat ik de kapi- tem gelijk moest geven toen hij concludeerde: „Er zit toch echt nog wel vaart in de duwvaart". LEO J. LEEUWIS l

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1963 | | pagina 13