Werp het Woord
GEESTELIJK
LEVEN..
Hl
er maar in en ge zult wonderen zien
DEZE WEEK IN EEN WOELIGE WERELD
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 23 FEBRUARI
i,JH
Infantiel
,,Het is hoog tijd dat wij ook op het gebied van
de film volwassen worden en de dingen durven doen
die men ook in het buitenland durft uit te beelden."
heeft de auteur W. F. Hermans dezer dagen gezegd.
Hij reageerde op de film „Als twee drupels water',,
die gemaakt werd naar zijn boek „De donkere kamer
van Damocles." Hermans is gebelgd over het feit dat de
regisseur geweigerd heeft in de film de taferelen die
betrekking hebben op de homosexualiteit van de hoofd
persoon, op te nemen.
Is het volwassen om dergelijke taferelen uit te beel
den? Ik geloof er geen steek van. Het is kinderlijk,
neen, veeleer infantiel om een behagen te scheppen in
allerlei woorden die met „p" beginnen. Het is ty
pisch infantiel om lekker te giebelen over allerlei sex-
uele praatjes. Het is helemaal infantiel om dat nog
bovendien te doen in een houding van „Zie, eens wat
ik durf."
Waarom wilde Hermans die taferelen uitgebeeld zien.
Om te laten zien wat hij durfde te zeggen, en via
de film ook nog durfde te laten zien, net als een school
jongen die in een hoekje van de klas pornografische
plaatjes laat zien aan zijn vriendjes.
Hermans is het kennelijk ook nog niet en hij is
maar een schoolvoorbeeld van een grote groep Ne
derlandse auteurs die het al evenmin zijn.
Er wordt wel eens gezegd dat de Nederlandse le
zer geestelijk niet ouder is dan twaalf jaar. Maar dan
komt het zeker omdat zoveel auteurs die leeftijd zelf
nog niet te boven zijn en nog maar al te graag
moddertaartjes bakken.
Dr. K. H. E. GRAVEMEIJER TACHTIG JAAR
Dr. K. H. E. (voluit Koeno Henricus Eskelhoff) Gravemejjer hoopt nieuw ongezocht gestaan
maandag a.s. tachtig jaar te worden. Hij hoopt die dag te vieren, 1 ln e 10 van e pu 10
niet met een drukke receptie of een bijzondere bijeenkomst, maar Qe|jefJ
gezellig samen met zijn vrouw. Hij is de oudste van het drieman- dominees die
schap van Gemeente-opbouw" dat in die eerste jaren na de oorlog tegern bezetter6konden^zeggen
zo bekend werd in hun streven naar reorganisatie en reformatie toen hij was gevangen genomen:
van de Hervormde Kerk. Hij is degene die, na een zeer druk leven. iM"kTaahrtsbisschop
het beste weet hoe hij zich uit het leven terug moet trekken. Slechts resteerd? ik kan het u wel zeg-
een enkele keer preekt hy nog wel eens, maar de dokter heeft het ^'Voorli"t'protestmitse''volksdeel
hem afgeraden. Preken is niet slechts een vermoeiende bezigheid, hetzelfde ben als de aartsbisschop
als dr. Gravemeijer preekt, (dat was vroeger al zo) dan geeft hij ™or ^was^op6 een Saterdag
zich geheel, dan wordt hij bewogen, te bewogen vindt de arts. dat hij werd verhoord) in al de
1600 gemeenten voor mij gebe-
Het „driemanschap" werden zü genoemd.
Zjj hadden elkaar leren kennen in het gUze-
laarskamp St. Michelgestel, dat wil zeggen:
echt leren kennen, als mannen met maar
één verlangen: naar een levende kerk.
Hun namen Kraemer, Banning en Grave-
meUer. zy werden de mannen van de
„Gemeenteopbouw-beweging". Hun leus
was: We moeten de reglementenkerk
kwyt. We moeten 1816 kwyt. Er moet een
nieuwe kerkorde komen. Er moet weer een
echte synode komen. Hun leus was ook:
We moeten van de richttlngen af. We
moeten weer samen kerk worden. De kerk
werd gereorganiseerd. „Maar het kwam
niet tot een reformatie", zegt ds. Grave-
meyer nu. Volmondig beaamt hü wat prof.
dr. G. P. van Itterzon dezer dagen heeft
geschreven dat de Hervormde Kerk meer
dan ooit weer bezig is een hotel-kerk te
worden. Hy is het er mee eens en het doet
hem intens verdriet.
vroegen wat verschrikt of
sprenen was zo goed als hat „iet „ngedaan gemaakt kon
eerste wat hij tegen ons zei, toen den. Gravemeijer antwoordde:
wij hem in de grote huiskamer „Zeker, als u mij vrij laat." Dat
van het bulten ..Ter Vekbn" ln
Wassenaar ontmoetten. We had- de oorlog benoemd tot secretaris
den dat voorzien en het was ook van de synode en zo werd juist
helemaal niet nodig, want wie ».de °2rI°$sjaF«n de zware ver-
antwoordeliikheid voor de kerk
kent niet de levensgeschiedenis op zjjn schouders gelegd. Zijn
van deze man. die de centrale preken hadden reeds de harten
figuur was in de kerkelijke strijd van de gelovigen in de plaatsen
togan Uc Duitse overheerser in S"
de oorlogsjaren? burg en Den Haag) gewonnen.
Zijn houding in de bezetting won
En wie het niet meer mocht ,je harten van alle Nederlanders,
weten, kan informatie genoeg vin-
eenvoudig krantenar- Eredoctor
op-
Sinds het congres van her
vormden en gereformeerden
op 26 mei 1962 in Utrecht
werd gehouden, is er in de
hervormde en nog meer in de
gereformeerde kerkelijke pers veel over „De Achttien" geschreven. Deze negen
gereformeerde predikanten werd bijzonder veel lof toegezwaaid, maar ook
kregen zij heel wat kritiek te horen. Al die lange maanden zwegen zij echter.
Geen van hen wierp zich in de hete vijver van de perspolemiek. Slechts zo nu
en dan lieten zij weten dat een tweede boekje onderweg was. Het heeft allemaal
wat lang geduurd, maar eindelijk is het er dan. De eerste exemplaren zijn
vandaag bij vele boekhandelaren aangekomen, of ze komen in de eerste dagen
van de komende week. Onder het thema „Aanvaardt elkander" leggen de
Achttien verantwoording af van hun werkzaamheden en pogen zij de koers uit
te zetten voor de toekomst.
willen
samenwerken
in verantwoordelijkheid
MA „VAN KERKEN TOT KERK" NU
VERSCHENEN „AANVAARDT ELKANDER"
De Achttien zien geen heil in het
stellen van eisen aan elkaar. Dat
is reeds zoveel jaren gedaan, dat
het zinloos schijnt geworden te
zijn. „Het is geen kunst, elkaar
eisen te gaan stellen, eisen inzake
leer en leven, belijdenis en kerk
orde." „Na jarenlange gescheiden
heid lijkt het eerst nodige, dat
zij gaan leren elkaar te aanvaar
den, zoals Christus hen aanvaard
heeft."
Samenwerken
Maar het Is geen aanvaarden
van elkaar om voortaan elkaar
broederlijk „goeden morgen" te
wensen op weg naar de eigen
kerk. Dit aanvaarden houdt ken
nelijk meer ln.
De kerntekst van dit nieuwe
boekje Is: „Daarom is het samen
werken ln verantwoordelijkheid
een essentieel punt in de verhou
ding en de ontmoeting van her
vormden en gereformeerden en
een zaak van grote importantie
op de weg naar de eenwording
der kerken."
Stimuleren
Hierbij willen de Achttien niet
revolutionair te werk gaan. De
Achttien willen ook niet gaan po
lemiseren met allen die het niet
eens zijn met hen. Zij hebben ook
het voorstel afgewezen om met
een eigen maandelijks bulletin of
«en eigen (strijd)orgaan uit te
komen. „Het komt ons voor,"
schrijven ze, „dat een dergelijke,
regelmatige publikatie, althans op
dit moment, de indruk zou kunnen
wekken van partijvorming en cel-
lenbouw. De Achttien willen van
zulk een partijvorming niet we
ten. Daarom zullen zij. ook ter be
strijding van ieder misverstand
niet overgaan tot het uitgeven
van een periodiek verschijnend
orgaan." Zij willen evenmin aller
lei werkzaamheden gaan organi
seren. „De Achttien willen niet
een soort generale staf worden."
schrijven ze. Zij willen juist plaat
selijke activiteiten en contacten
stimuleren.
Uitwisseling
Vraagt men wat zij dan wel wil
len, dan sommen zij een negental
punten op die verwezenlijkt kun
nen worden. Zij herhalen het
voorstel van prof. dr. H. Berkhof,
gedaan op het congres van 26 mei.
Deze had toen gezegd, dat, wil
men verder komen, „dan zullen
we in eikaars huid moeten krui
pen, door eikaars ogen moeten
gaan zien, kortom: deel moeten
gaan nemen aan de situatie waar
in de andere kerk verkeert." Prof
Berkhof stelde toen practisch
voor: „Laat elke gereformeerde
en hervormde kerkeraad of wijk-
kerkeraad twaalf mensen benoe
men, die voor de tijd van één jaar
naar de andere kerk ter plaatse
verhuizen."
Prof. Berkhof dacht daarbij aan
twee ouderlingen, twee diakenen,
twee mannen die actief zijn op
?ebied
huisbe
twee vrouwen die op dezelfc
ze een vooraanstaande plaats in
het gemeenteleven innemen en
tenslotte twee jongens en twee
meisies die actief zijn in het
jeugdwerk. „Zij verhuizen voor
een jaar naar de andere kerk om
daar deel te nemen aan dergelij
ke werkzaamheden als ze in hun
eigen kerk hadden."
Kritiek
Dit voorstel heeft in de pers
bijzonder veel belangstelling ge
trokken en evenveel kritiek uit
gelokt. Het eerste bezwaar kwam
van de kant van een hervormde
hoogleraar (prof. dr. H. Jonker),
die het voorstel individualistisch
noemde. Volgens hem zou het
voorstel van prof. Berkhof 24 men
sen los maken uit hun gezinsver-
ging, huisbezoek of iets derj
•gelijks.
Ede wij-
band. Een tweede bezwaar kwam
van gereformeerde kant. Er werd
gezegd dat de eigenlijke proble
men worden omzeild en men be
doelt dan volgens prof. Berkhof de
vraag naar de uitoefening van de
juridische leertucht binnen de
hervormde kerk. Een derde be
zwaar werd ingediend door de ge
reformeerde predikant dr. N. J.
Hommes, die het voorstel ,.een
onmogelijke en ook bedenkelijke
weg noemde, en sprak van „dool
wegen" en „deviaties, die ons in
het slop brengen".
Antwoord
Na de rede van prof. dr. Berk
hof, die op het congres werd ge
houden (en evenals die van prof.
mr. W. F. dé Gaay Fortman in
het nieuwe boekje is opgenomen),
gaat deze in een „nabetrachting"
in op deze bezwaren. Het eerste
bezwaar ziet prof. Berkhof niet.
„Als vader een paar maanden op
reis is, of de zoon enige jaren in
een universiteitsstad woont is het
gezin ook niet volledig." Het twee
de bezwaar voelt deze hoogleraar
ook niet aan. Hij ziet juist het
omgekeerde. Juist door dit voor
stel kan men over de onderlinge
grieven met elkaar spreken, maar
niet meer van buiten af, maar van
binnenuit, uit eigen ervaring.
In zijn antwoord aan dr. Hom
mes is Berkhof kort: „Hij gaat
er van uit, dat wij ons momen
teel op de koninklijke weg voor
de waarachtige eenheid bevinden.
Bedoelt hij daarmee de besluiten
der gereformeerde synodes? Ik
bespeur daarin heel weinig van
een weg naar de -eenheid, laat
staan van een koninklijke weg.
Dus kan ik ook niet begrijpen,
welke weg naar de eenheid door
mijn voorstel zou worden verlaten.
In heb precies omgekeerd het ge
voel, dat we dan pas de eerste
stap op zulk een weg zouden gaan
Zo wordt dus opnieuw een voor
stel te berde gebracht dat wel
de interesse kreeg van velen in
hervormde en gereformeerde
kring, maar tot nu toe nog geen
mensen daadwerkelijk heeft ge-
Voorts worden kerkleden opge
roepen om plaatselijke samen
komsten te organiseren, of de
kerkeraden op te roepen gemeen
schappelijke diensten te houden.
Ze worden opgeroepen om waar
mogelijk gemeenschappelijke
Open Deur-diensten te beleggen,
bidstonden te organiseren, het
intensief meedoen van hervorm
den en gereformeerden aan het
werk van „Jeugd en Evangelie"
te stimuleren, kindersamenkom
sten te beleggen, en samen bewo
ners in een gehele straat te be-
Dat laatste voorstel gaat ge
paard met de opmerking om dan
geen bezoek te brengen aan
rooms-katholleken, wel dus aan
leden van alle andere kerken en
aan buitenkerkelijken, Het is ons
niet helemaal duidelijk waarom
men wel bezoeken moet afleggen
bij leden van gereformeerde,
baptisten-, vrije evangelische of
doopsgezinde gemeenten, maar
niet bij rooms-katholieken. Nog
twee mogelijkheden worden ge
noemd, namelijk om te proberen
samen het „gezin-in-moeilijkhe-
den" te helpen en in de tweede
plaats om samen de aandacht te
wenden tot de grote wereldruim
te.
Evenals dit het geval was bij
het eerste boekje van de Achttien
zijn ook nu weer een zestal bij
belstudies toegevoegd over de
„kenmerken van de kerk" die in
het bijzonder te gebruiken zijn
door bijbel- en gesprekskringen
.Het eerste hoofdstuk geeft een
overzicht van het ontstaan van de
Achttien. De uitgave is versche
nen in de Carillonreeks van Ten
Have te Amsterdam.
Welke dominee kan zich beroe
men op twee eredoctoraten? Er
zijn er niet vele. Het ene werd
hem verstrekt door de Rijksuni
versiteit van Utrecht, waar hij
zelf gestudeerd had. Hij ontving
het samen met de aartsbisschop
van de Rooms Katholieke Kerk,
kardinaal De Jong, als eerbetui
ging voor zijn houding in het ker
kelijk verzet. Het tweede eredoc
toraat werd hem verleend door
de universiteit van Pretoria. Dat
ontving hij voor het vele werk
dat hij had gedaan voor de in
standhouding en bevordering van
de goede betrekkingen tussen Ne
derland en Zuid-Afrika. Bovendien
is ds. Gravemeyer nog Groot-of
ficier in de orde van Oranje Nas-
Welke dominee kan zich er op
beroemen nog een beroep gehad
te hebben op 68-jarige leeftijd, en
dan nog wel een beroep naar het
buitenland? In 1952 beriep de
kerk van Pretoria hem om te
helpen met opvangen van de Ne
derlandse immigranten in Johan
nesburg en Pretoria. En hij ging.
Hij was de eerste dominee
in Den Haag die een auto
kocht. Hij was waarschijnlijk
een van de eerste dominees die
de bokshandschoen aantrok, en
zeer zeker was hij de enige do
minee die op 68-jarige leeftijd
nog met een skiff van War
mond naar Amsterdam kon
roeien.
Vier eeuwen
Dr. Gravemeijer komt uit een
oud predikantengeslacht. Vier
eeuwen lang is het ambt in die
familie „erfelijk" geweest. Gees
telijk heeft dit geslacht zijn wor
tels in de Schotse reformatie. Een
van de Schotse „Covenanters"
was een graaf Van Mir, die in
de zeventiende eeuw naar Oost-
Friesland uitweek. Later is die
naam verbasterd tot Gravemeijer.
Het geloof is minder verbas
terd dan de naam. Het geslacht i3
altijd rechtzinnig geweest en dat
is ook dr. K. H. E. Hij werd ge
grepen door de prediking van dr.
Kohlbrugge en steeds weer ci
teerde hij in zijn leven diens
woorden: „Werp maar het Woord
er in, en ge zult wonderen zien."
Naar dat Woord wilde hij luiste
ren. Dat Woord wilde hij predi
ken, ongeacht de consequenties.
En toen dr. Gravemeijer zich
ging inzetten voor de reorganisa
tie van de kerk verlangde hij
niet slechts een nieuwe kerkor
de, maar een kerk gereformeerd
door dat Woord. In dat opzicht
is hij nog niets veranderd. Meer
„Het Woord zal het doen", dat
is steeds het motto geweest ton
het leien van dr. K. H. E.
Gravemeijer (geheel rechts). Toen
hij veertig jaar predikant was,
werd dit in het bijzonder onder
streept in een oorkonde, die hem
werd overhandigd. Naast dr.
Gravemeijer staat dr. E. Emmen,
de secretaris van de generale
synode. Geheel links staat dr.
W. J. de Wilde (overleden in 1961)
naast hem de eveneens overleden
predikant (in 1958) ds. H. J.
Dijckmeester, die in de oorlogs
dagen dr. Gravemeijer verving
i de synode.
dan ooit geloof ik dat de bijbel,
het Oude zowel als het Nieuwe
Testament, het geinspireerde
werk is van de Heilige Geest.
Scandalon
Maar juist daarom is dr, Gra
vemeijer er op het ogenblik meer
dan ooit van overtuigd, dat een re
formatie van de kerk alleen mo
gelijk is door de prediking van het
Woord. En dan moet in die pre
diking de verzoening centraal
staan. Wat verdrietig voegde hij
toe: „Er
tig vot
_>rdt in de kerk
alles geprobeerd om de men-
te trekken naar de diensten,
ik hoor zo Vfeinig
„scandalon 1
het kruis".
Hoe ouder dr. Gravemeijer
wordt, hoe duidelijker het hem
wordt dat dat de kern van de pre
diking en van het geloof moet
zijn: „Wij zijn vlees, verkocht on
der de zonde. Slechts in Christus
is er hoop en slechts door zijn
bloed is er verzoening.
Als dr. Graevmeijer vandaag
nog iets tot de kerk alz geheel
zou willen zeggen dan zou hij de
predikanten toe willen roepen toch
vooral „appelerend" te prediken.
De oproep tot bekering en geloof
moet weer klinken. Hij hoort soms
in preken meer de Zuidafrikaanse
vertroosting die geen vertroos
ting is van het „Alles zal reg
kom", dan de oproep tot bekering.
Maranatha
En meer dan ooit is het nodig
dat het maranatha-geluid weer
wordt gehoord. De verwachting
van de komst in heerlijkheid van
Christus Jezus moet klinken. En
juist die verwachting brengt me
de dat dr. Gravemeijer intense be
langstelling heeft voor Israël het
uitverkoren volk van God. Om de
twee maanden komt een groep
van predikanten bijeen in zijn wo
ning om samen de bijbel te be
studeren om te zien wat. Gods
woord over de toekomst van zijn
oude volk te zeggen heeft.
De werkelijke vernieuwing
van de kerk zal pas komen,
heeft deze predikant leren zien,
wanneer de kerk weer de juis
te plaats weet te vinden in haar
verhouding tot Israël. Het is
een zware, hoogmoedige zonde
als de kerk zich in de plaats
stelt van Israël. Daarom ben
ik het met de hoogleraren prof.
Berkhof en prof. Bronkhorst
Pas nu ga ik de diepte verstaan,
vervolgt hij, van wat het zeggen
wil verzoend te zijn met God door
het bloed van Jezus Christus.
Daar leef ik de gehele dag uit. En
ook ga ik steeds meer de beteke
nis beseffen van het bijbelwoord:
„Stelt uzelf op de proef, of gij wel
in het geloof zijt, onderzoekt u-
zelf'.Daar gaat het niet om de
vraag of het geloof in ons is,
maar of wij in het geloof zijn, in
dat gehele geloofscomplex, in heel
die wondere openbaring Gods.
Situatie
En zo komt het gesprek op de
huidige situatie in het hervormde
kerk. We herinneren dr. Grave
meijer aan het artikel van prof.
dr. P. G. van Itterzon in het „Her
vormd Weekblad" waarin deze
zegt dat het werk van Gemeente
opbouw is vastgelopen. Dr. Gra
vemeijer geeft deze Utrechtse
hoogleraar gelijk en zegt dat de
huidige ontwikkeling hem be
droefd.
„Toch was die ontwikkeling te
voorzien als we gelet hadden op
het uitgangspunt. De nadruk was
„elkaar vasthouden", terwijl het
er op aan komt of we samen
Christus vasthouden, of beter ge
zegd of we door Christus vastge
houden worden. Pas dan kunnen
we iets voor de ander zijn. Ik heb
stad en land afgereisd," zegt dr.
Gravemeijer nog „om tegen het
modus ivvendi het naast elkaar
bestaan van de richtingen, te strij
den De huidige ontwikkeling
brengt de kerk echter in een im
passe. Hij is heilloos."
„Ik heb in de jaren van na
de oorlog de reformatie van de
kerk gewild en niet het compro-
Christelijke-belijdende kerk.
Misschien heb ik toen toch te
hoge verwachtingen gehad
de kerk. Misschien had ik 1
reeds moeten beseffen dat
Kohlbrugge in navolging
Paulus heeft gezegd van 7i|
vlees, ook geldt voor de k
Toen een Haagse collega
moest spreken over de kerk hc|
ik hem gezegd dat hij dan i
de volgende verdeling 1
aanhouden: De kerk is
niks en wordt niks,
in Christus was de gemeente,]
de gemeente en wordt de
meente alles. Daar komen
dus terecht bij het nochthan]
van het geloof. Wij zijn
verkocht onder de zonde,
thans zijn wij verzoend mi
God en kinderen van God."
Dru
Dat laat dr. Gravemeijer geldAinnei
voor zichzelf, maar ook voor «laasl
kerk. Er is verdriet over de huidjsven:
ge ontwikkeling, maar er is L-,- i
h£m geen wanhoop. Dr. Gravt,io„cJ
meijer weet dat de toekomst vau
de mensen, de toekomst van dwel. t
wereld niet afhangt van de kerlpchipi
maar van Christus. Die in heeunen
lijkheid zal komen. Buiten Chrifoij oi
tus is die kerk zelf niets. In Chrikchip
tus is zij alles! ptn",
Maar juist daarom koi^"
dr. Gravemeijer einde vodus t
rig jaar in een overvoll?16^1
Oude Kerk van Schevenin.^0®
gen in zijn preek, zeggend-
Bij het ouder worden weeterde
ook ik steeds meer: „Hoimeter
dieper ik poog te delven, ho^|JJ
meer verderf ik ontmoet schip
Ti* zeker
Maar ook: De grond waaroj het i
ik eeuwig bouw, is niet ilvefe
Het vergeten ambt in de kerk
Het vergeten ambt in de
kerk, door prof. dr. H. Krae
mer. Uitgave Boekencentrum
N.V., 's-Gravenhagc.
In zijn boek „Het vergeten
ambt in de kerk" heeft prof. dr.
H. Kraemer gepoogd om te laten
zien wat de plaats van het ge
wone, eenvoudige gemeentelid is
in de kerk en in de wereld. Krae
mer heeft hem daarin wegge
haald uit de miskenning, waarin
de kerkelijke geschiedenis hem al
spoedig na de eerste eeuw had
weggedrukt. Dit boek verscheen
eerst in de Engelse taal en
kwam in 1960 in het Nederlands
uit. Het trok onmiddellijk de aan
dacht en was enige tijd het ker
kelijke gesprek van de dag. Het
is nog steeds een van de meest
geciteerde werken van de laatste
jaren. Juist daarom juichen wij
het toe dat Boekencentrum nu
moe ti
met een goedkopere uitgave ii
gekomen. De duurdere uitgave
heeft tot nu toe wel de aandacht
getrokken maar weinig veran- Da,
derd in de kringen van de ambts- de ki
dragers. Misschien dat deze uitga-de g;
ve het gewone gemeentelid zelf Ze li
wakker weet te schudden. schip
kinde
baumur niet buameerj
In ons artikel over Gomaru» wel
hebben we deze hoogleraar vanPen
Middelburg naar het Friese dorp
Suameer laten vertrekken omtaga;
daar college te gaan geven. Be-hond
doeld was het Franse stadje Sau-
mur, waar wel een universiteit! la'ad:
was. betrt
afhai
De nederlaag van de CDU in West-Berlijn Weer
slag op situatie in Bonn Russische troepen op Cuba
Amerikaanse concessie in Genève
HET Is interessant, het resul
taat van de verkiezingen in
West-Berlijn aan een analyse te
onderwerpen. Niet zozeer van
wege de houding, die de bevol
king van dit stadsdeel aan
neemt tegenover het commu
nisme. Want aan die gezind
heid behoefde niet te worden
getwijfeld. Wel waren de ver
kiezingen van belang, omdat zij
een krachtmeting tussen de so
cialistische partij (SDP) en de
chr.-democratische unie (CDU)
zijn geworden. De uitslag er
van moest wel als graadmeter
worden gezien voor de situatie
ln de Bondsrepubliek als geheel.
En de grote nederlaag, die de
CDU geleden heeft, moet deze
partij en haar leiding wel het
een en ander te zeggen hebben.
Achtergrond
De verkiezingsstrijd in West-
Berlijn heeft zich afgespeeld te
gen de achtergrond van de jong
ste ontwikkelingen op het ter
rein van de buitenlandse politiek.
Van groot belang was het me
ningsverschil tussen Willy
Brandt, de socialistische (rege
rende) burgemeester van de stad
en de leiding van de CDU in
West-Berlijn over het gesprek,
dat eerstgenoemde met de Rus
sische premier Chroesjtsjef wil
de voeren, toen deze zich in Oost-
Berlijn bevond. Ongetwijfeld
heeft echter ook de weinig be
wonderenswaardige houding van
bondskanselier Adenauer met
betrekking tot de pogingen van
De Gaulle, een onder Franse
leiding staand Europa te vor
men. waarin geen plaats meer
zal zijn voor Amerikanen (en
Britten) invloed gehad.
Bezorgd
Met de uitslag van de verkie
zingen in de hand zou men kun
nen zeggen, dat de grote meer
derheid van de Westberlijners
zich achter Willy Brandt heeft
geschaard met betrekking tot
diens voorgenomen gesprek met
Chroesjtsjef. Men zou er even
eens uit kunnen afleiden dat de
bevolking van de stad haar mis
noegen te kennen beeft willen
geven over het tw-yfelachtige be
leid van bondskanselier Ade
nauer. Dit beleid is er nog
steeds oorzaak van, dat er reden
tot bezorgdheid bestaat over het
voortbestaan van het westelijke
bondgenootschap. Want het is
dit bondgenootschap geweest,
dat met de enorme macht
van de Ver. Staten achter zich
ook de Westberiljners in staat
heeft gesteld, het hoofd boven
water te houden.
Onbehagen
Nu is het bepaald niet zo. dat
men in CDU-kringen te Bonn
onkundig was van bet onbeha
gen dat allerwegen leefde over
de vele slagen, die Adenauer om
de arm wil houden. Dat wist
men al, voordat de Berlijnse
verkiezingen werden gehouden.
Men kon echter niets tegen de
kanselier ondernemen, omdat hij
er opnieuw in geslaagd was de
verschillende stromingen in de
partij en degenen die in aanmer
king komen, hem op te volgen,
tegen elkaar uit te spelen. Na
de nederlaag in Berlijn, die ook
van betekenis was, omdat Willy
Brandt n:et alleen burgemeester
van Berlijn, maar ook ..nationaal
lijsttrekker" is. is de positie
van Adenauer bepaald niet ste
viger geworden.
Onderzoek
Adenauer leider van de CDU is,
een onderzoek laat instellen naar
liet falen van de CDU in Berlijn.
Tevens worden stappen onder
nomen om op korte termijn de
opvolging van Adenauer te re
gelen. In de CDU raakt men er
hoe langer hoe meer van door
drongen, dat het tijd begint te
worden, Adenauer aan het ver
stand te brengen, dat men hem
niet langer kan blijven ontzien.
Want de CDU heeft het niet al
leen voor het zeggen in het
Westduitse parlement.
lijk i
Ie) Vrije Democratische Partij
(FDP) of van de SPD. En zij
moet rekening houden met het
feit, dat de uitslag van de Ber
lijnse verkiezingen ook ln Bonn
zijn weerslag kan vinden.
Mogelijkheid
De CDU moet er rekening mee
houden, dat de opvolger van
Adenauer als kanselier van de
Bondsrepubliek niet uitsluitend
door haarzelf kan worden aan
gewezen. Dit betekent, dat Aden
auer (en degenen die hem daar
in steunen) niet tot in het on
eindige de kandidatuur van vi-
cc-kanselier Erhard in de weg
kan blijven staan. Mocht de op
volging vian Adenauer in de
mist blijven hangen, dan is de
mogelijkheid niet uitgesloten,
dat socialisten en liberalen (die
samen een meerderheid in de
Bondsdag kunnen vormen)
Adenauer en diens CDU weg
stemmen en Willy Brandt als
kanselier aanwijzen. De kans
daarop zou kunnen toenemen,
als in Berlijn de coalitie tussen
SPD en CDU zou moeten plaats
maken voor een
SPD en FDP
oppositiepartij z
socialisten en libe
ralen hun kans schoon zouden
zien van de grote verwarring in
de gelederen van de CDU ge
bruik tc maken. Waarschijnlijk
zal het niet zo ver komen, maar
de CDU dient er langzamerhand
toch rekening mee te gaan hou
den, opdat zij niet volkomen on
voorbereid en op het toppunt van
innerlijke verdeeldheid in een
verkiezingsstrijd worde gesleurd.
Er doen geruchten de ronde, dat
Adenauer de minister van bui
tenlandse zaken Schroeder (pro
testant) als opvolger wenst en
dat hij evenals vier jaar ge
leden Erhard op het zijspoor
van het Westduitse president
schap (een vrijwel uitsluitend
i de"nCDU dus
i worden.
representatieve functie) wil zet
ten. Maar het ls de vraag, of
deze vlieger van Adenauer zal
opgaan.
Erhard
Erhard, die in de Bondsrepu
bliek nog zeen populair is, heeft
enkele weken geleden zijn poli
tieke carrière op het spel gezet,
toen hij zich openlijk tegen de
zig-zag-politiek van Adenauer uit
sprak en desgevraagd mededeel
de, de leiding van de kanselier te
willen overnemen, als zijn partij
en het parlement hem dat zou
den vragen. We moeten in Er
hard waarderen, dat hij zich
openlijk distancieerde van de
wijze, waarop president de
Gaulle de Franse hegemonie
over West-Europa wenst te ves
tigen en als gevolg daarvan
verwijdering wil veroorzaken
tussen de landen van dat „Euro
pa" enerzijds en de Verenigde
Staten en Engeland anderzijds.
Schroeder, niet afkerig van de
kandidatuur voor het kanselier
schap. vond het beter, zich op
de vlakte te houden en een af
wachtende houding aan te ne
men. Zal het helpen?
deed, toen Chroesjtsjef eerst zijn
toezegging inzake Cuba had ge
daan. En men verbindt hieraan
wel de conclusie, dat er een be
tere verstandhouding tussen de
Ver. Staten en de Sowjetunle be
staat, maar dat Chroesjtsjef dit
niet openlijk wil laten merken,
omdat communistisch China
daar weer de nodige politieke
munt uit zou willen slaan.
Gevaarlijk
We vinden dit een gevaarlijke
speculatie. Vanzelfsprekend kan
er enig verband worden gezocht
tussen het terugtrekken van een
deel der Russische troepen op
Cuba en de Amerikaanse con
cessie in Genève. Daar kunnen
we echter tegenover stellen, dat
de stap van Kennedy niet van
het gebaar van Chroesjtsjef af
hankelijk was. Dat zou geen
verstandige politiek zijn geweest.
We mogen dus
de Amerikaanse
nève toch
WILLY BRANDT
Concessie
Tot slot nog enkele opmerkin
gen over het terugtrekken van
een deel van de troepen die de
Sowjetunle op Cuba gelegerd
heeft en de Amerikaanse conces
sie (gedaan op de ontwapenings
conferentie te Genève) genoegen
te nemen met minder dan acht
inspecties per jaar om de nale
ving van een eventueel akkoord,
tot het verbieden van proeven
met kernwapens te controleren.
Men zegt wel, dat deze twee
zaken direct met elkaar ln ver
band staan, met andere woor
den, dat Kennedy zijn concessie
h zou zijn gedaan, ook
Chroesjtsjef nog even
zou hebben gewacht met het
aankondigen van het vertrek van
enkele duizenden Russen uit Cu
ba. En ook dienen we vast te
hij Chroesjtsjef ook maar enigs
zins vertrouwt. Hij deed het
slechts, omdat hij wil doen wat
hij kan om een internationaal
verbod van proeven met kernwa
pens mogelijk te maken.
Demasqué
Hoe zou Kennedy overigens een
man kunnen vertrouwen, die nog
slechts een week geleden op een
receptie in Moskou verklaarde,
dat de Sowjetunle en communis
tische China samen de laatste
schep aarde op het graf van
ADENAUER
„het kapitalisme" zullen gooien,
als dit begraven moet worden?
De Russische premier wilde hier
heel demonstratief mee zeggen,
dat de westelijke mogendheden
zich vergissen, als zij menen dat
de Sowjetunle en rood China zo
sterk verdeeld zijn, dat zij zich
tegen elkaar zullen keren. Maar
hij liet meteen wellicht on
bedoeld het masker vallen,
dat hij na de aftocht in de Cu
baanse affaire had opgezet. Dat
Kennedy het gesprek met
Chroesjtsjef gaande tracht te
houden, is alleszins begrijpelijk.
Dat hij een vorm van toenade
ring niet in de weg wil staan, Is
juist. Het zon echter verkeerd
zijn hieruit af te leiden, dat hier
van werkelijke toenadering spra
ke is. Dan zouden we bedrogen
uitkomen.