De zwanezang
BRONBEEK
1E van'n OLIEBOLLE
Levend museum, met levende mensen
ZATERDAG 23 FEBRUARI 1965
Maar er is ook veel
eigen schuld
HIER AT
mmmm
JAM OLIEBOL
Z N BUIL VOL
mm
standing.
Engelsej
TV^n Toen we één dezer dagen in
een stampvolle wachtkamer
naar onze verlate trein zaten
4 uur uit te kijken, schoof er een be-
jaarde man aan ons tafeltje,
die hej njet zo zeer te kwaad
^^had met de kou, als wel met
^■^■de fabricage van oliebollen.
^_Hij foeterde op de gemeente
besturen, zei dat er onder de
li a Ihuidige omstandigheden onmo-
NANfl gelijk nog een goed produkt
rop de kermissen kon worden
meldingiver'loc*1t en voegde eraan toe
ngsavoni^at daarom het besluit bad
..«genomen, het reizen en trek-
"'ken voor altijd te staken,
aat 2a ti
Dat was allerminst een ge
makkelijke beslissing voor hem
vrij geweest. Want gedurende (meer
dan een halve eêuw had hij zich
zijn grote vakkennis en zijn
onafgebroken streven naar kwa
liteit een reputatie verschaft, die
door geen enkele andere oliebol-
irwlllTlenbakker kon worden overtrof
fen. En ondanks de last van zijn
75 jaren voelde hij zich nog ten
volle in staat, om nog enkele sei
zoenen daaraan vast te knopen.
,Maar hij wilde niet. Liever trok
m bij zich voortaan het hele jaar
.door terug in zijn woonplaats
5| Leiden, waar in de wintermaan-
1 1 den ook al weer zo'n 25 jaar
I zijn pollepel in de beslagpot
schiet.
Spécialité
Daar in de Haarlemmerstraat,
op nummer 70. waar op een gro
te spiegelruit in Gothische letters
„Hollands Gebakhuis" staat ver
meld. lamt u hem elke dag nog
aantreffen, de praatzame Corne-
lis Brouwer, die er vol zwier en
met meesterhand uit de beste in
grediënten de goudgele bollen
tevoorschijn tovert: gewone olie
bollen met basterdsuiker, rozij-
nenbollen, gemberbollen. Berli-
nerbollen èn zijn „spécialité de
'la maison" amandelbollen, ge-
vuld met zuivere amandelspijs en
daarenboven met de fijnste
amandelen bestrooid. Voor poffer
tjes weet hij echter net zo goed
I zijn weetje, doch wie méér houdt
van de Franse wafels, van room-
I -jj. soezen, of .van coufrets, zal even-
c ue min bij hem worden teleurge
steld.
enkele Toch is die oliebol met zijn va
rianten altijd zijn grote „fort"
KJ geweest dat merkwaardige bak-
produkt, dat te gewoon is voor
de banketbakker, maar niet ge-
(Woon genoeg voor de makers van
Tl ons dagelijks brood. En dat daar-
im. om zijn faam meekreeg van gere-
mnH faidiiommeerde kermiskramen,
uiuu. tdie jj„i„
Leiden.
devies is hij altijd wél gevaren.
Zó wel, dat hij 's winters leven
kan van wat hij tussen Pasen en
Sinterklaas had binnengehaald.
Hij verscheen 's zomers met
z'n kraam in Alkmaar en in
Hoorn, in Zaandam en Volendam,
in Hoofddorp, in Nieuw Vennep,
in Aalsmeer en Beverwijk. Voorts
in Rotterdam, Den Haag, Gouda,
Delft, Lisse. Hillegom, Sassen-
heim, Noordwijkerhout. Alphen,
Woerden. Dordt. Spijkenisse, Lei
den 18 jaar lang op 3 oktober
bij de molen „De Valk" Den
Helder. Vlissingen, kortom over
al waar een kermis werd gearran
geerd. Zelfs in Hekelingen een
maal beroemd door het Tweede
Kamerlid boer Braat sloeg hij
z'n kraam op. Hier echter maar
één keer, daar hij weinig of niets
verkocht, maar er wèl bijna ver-
In Beverwijk was hij verleden
jaar nog weer eens terug. Vol
vuur praat hij echter pas als hij
de naam Schiedam laat vallen.
Schiedam
Geheimen
:t was dan ook een Krammen-
bos, die hem op 20-jarige leeftijd
de geheimen van het ware oliebol-
lenbakken toevertrouwde, nadat
hij aanvankelijk een bestaan in
een heel andere richting had ge-
Geboren in Franeker op 9 maart
1888, als zoon van een kermisrei
ziger, maakte hij al heel jong ken
nis met een z.g.n. fietsmolen,
waarmee zijn vader Europa door
trok. Daartoe beschikte deze te
vens over een eigen schuit een
soort tjalk wat ook toen al het
goedkoopste transportmiddel was.
Bovendien bood zo'n schuit de ge
legenheid, tijdens het varen bees
ten af te richten, om met hun
kunstjes een paar centen extra te
verdienen.
Nóg herinnert Cornells Brouwer
zich hiervan, hoe de familie in de
legendarische winter van 1890-
'91 naar Parijs voer met 7 gedres
seerde varkens aan boord. Zijn
vader zou ze daar laten optreden
in een manege. Ze trokken véél
publiek, ja het liep storm en er
kwam aardig geld in het laatje.
Totdat broodnijd van andere ker
misklanten de vreugde over het
succes wreed verstoorde. Vijf var
kens stierven plotseling aan ver
giftiging. En met de resterende
twee, Fidora en Leonie, werd de
terugtocht in bedrukte stemming
aanvaard.
Kort daarna verdween ook het
paard uit de fietsmolen. Niet door
vergiftiging gelukkig, maar door
dat die molen werd verbouwd tot
Cornelis Brouwer bakt sijn
amandelbollen met heel oude
kommetjes.
stoomcarrousel. Dat vond de jon
ge Brouwer eerst wel interessant.
Doch hij voelde zich, eenmaal 12
geworden, tooh meer aangetrokken
tot het vak van illusionist. Het
geen zijn vader ook eigenlijk van
huis uit was. Dat bedreef hij dan
met zijn vader samen. Waar
bij deze vóór de coulissen ope
reerde en h i j erachter. De kunst
was nu een dame te laten veran
deren in een laurierblad of in iets
anders, wat men wist te beren
ken door te werken met allerlei
lichteffecten.
Acht jaar is hij hiermee door-
gegaan.Toen kwam hij in aan
raking met een doohter van
Barend Krammenbos, iemand die
met een gebakkraam alle kermis
sen in het oosten des land afreis
de. Dit zou beslissend zijn voor
heel zijn verdere leven. Hij
„Toen ik daar voor het eerst
m'n anker uitwierp verkocht ik
die dag nog niet voor ƒ40. Dat
zag er lang niet zo mooi uit. Je
hebt nu eenmaal vaste kosten. En
tot overmaat van ramp vertelden
ze me nog, dat Schiedam nu een
maal geen oliebollenplaats was.
„Ze eten hier meer frites",
werd er gezegd. Maar ik wilde
het niet geloven. Ik sloofde me
nóg meer uit om het beste en
lekkerste te bakken wat er te
bakken was. En dat ging als een
lopend vuurtje onder de burgerij
rond. Zülke oliebollen hadden ze
nog nooit in d'r leven geproefd.
Daardoor maakte ik op de acht
ste, tevens laatste dag van de
kermis een omzet van 1200. 't
Scheelde maar weinig, of ik had
me haast van de sokken gebak-
Dat nam niet weg. dat ik daar
na nog tien jaar achter elkaar
Schiedam opnam in m'n reispro
gramma".
„Hulp van kinderen?" „Nou en
óf. Ik had zes jongens en drie
dochters. Dus u begrijpt, alle hens
aan dek. Zóveel klandizie vroeg
nu eenmaal ook veel personeel".
Toch kwamen lang niet alle kin
deren in „het" vak terecht. Van
de dochters zelfs niemand, daar
die respectievelijk trouwden met
een motorsportartist (stalen glo
be), een fruitgrossier en een on
derwijzer. Van de zoons daaren
tegen rolden er vier in de oliebol
len, één belandde er in een schiet
tent en de zesde werd ambtenaar
op het ministerie van Waterstaat
Met de oliebollenkramen wordt
het echter met het jaar slechter.
Dat is nu juist wat Brouwer
zo slecht verkroppen kan.
„Waarom is het nodig dat je
voor 7 dagen kermis in Leeuwar
den 4885 pacht moet betalen?
En op de Bossche kermis van 8
dagen 4418. In Maastricht betaal
je voor de voorjaarskermis 3327
en voor de voorjaars- en najaars
kermis samen 4500. En zo is het
tegenwoordig overal waar je
komt. Maar ze vergeten, dat wan
neer je ergens 4000 moet neer
tellen, je er 8000 moet verdie
nen om pas net zo ver te zijn als
je begon. Bij zo'n 4000 pacht
komt nl. ook nog eens 4000 kos
ten.
Per schip
Tot vlak na de Tweede Wereld
oorlog reisden we nog per schip
door het land, wat niet zo duur
was, terwijl de pachten laag wa
ren. Dat heb ik in 1946 nog ge
daan naar IDen Haag, waar toen
(Vervolg op pag. 5)
i mui
^iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
1 DEZE WEEK WERD HET EEUWFEEST GEVIERD
iiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiKii'iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiininS
Deze maand bestaat Bronbeek een eeuw. Een
eeuw koloniaal verleden staat, op enige afstand
van de verkeersdecibellen op de Arnhemse Vel-
perweg, midden in de twintigste eeuw, nog
florissant erbij. Het instituut is nog lang niet
aan verwelken toe. De brigade-generaal titulair
A. van Santen heeft het zelf verkondigd: „Wij
zijn een levend museum met levende mensen".
De mannen van Bronbeek hebben, gemiddeld,
een leeftijd, die een eind boven het moyenne van
de Nederlander ligt, maar dat houdt in het ge
heel geen duiding in op een in het gezicht liggend
einde van het Bronbeek-tijdperk.
Enige jaren geleden zijn Bron-
beeks toelatingsnormen gewij
zigd, waardoor de toekomst van
het instituut weer levenskansen
heeft gekregen en het grote ge
baar van koning Willem III in
de zestiger jaren van dc vorige
eeuw ook de komende generaties
kan worden voorgehouden, als
een koninklijke ingreep in de so
ciale misère van een paar hon
derd outcasts, van een groep uit
de Oost terugkerende „kolonia
len" van wie familie noch vrien
den meer wilden horen.
Alleen
Een eeuw geleden las men
voor terugkeren naar het va
derland: belanden op de keien.
Doorgaans berooid, zonder spul
len van waarde en met lege zak
ken. liepen de afgezwaaide oud
gedienden met de ziel onder de
arm door het vaderland, waar
voor ze ginds met liefde waren
opgekomen en dat hen nu dik
wijls vijandig aankeek. Bij hun
ontscheping in Rotterdam was er
geen warme begroeting, geen
hartelijke omhelzing. Het vader
land gedroeg zich jegens hen
koel en afstandelijk. Na enkele
weken werden ze het gewaar:
ze stonden helemaal alleen. En
er was zelden iemand die naar
hen omkeek.
Moeite
Menige oud-KNIL-soldaat had
ook moeite in Holland, waar het
voor zijn gevoel sinds zijn re
patriëring altijd regende, weer
werk te vinden als hij tenminste
nog de kracht had en de leeftijd
om aan het werk te gaan. Hoe-
velen zijn daardoor toen niet tot
landloperij, tot de negentiende
eeuwse bedelstaf of tot de ge
woontes van diefstal gekomen?
De terugkerende veteranen wer
den halverwege de vorige eeuw
een apart probleem. De herinte
gratie ging mank, het lukte de
meesten maar zelden zich aan te
passen in een maatschappij, die
het leven van Java en Sumatra
niet kende. In die tijd keek de
Koning naar „zijn" getrouwen
om. Hij gaf zijn fraaie, voorna
me landgoed aan de Velperweg.
toen nog gelegen aan de inmid
dels flink gesnoeide beek (de
bron is er nog altijd), in een
veel groter bos dan wat nu aan
groen om het gebouwencomplex
ligt. zonder daaraan voorwaar
den te verbinden aan de vetera
nen van het oude koloniale le
ger. In de tegenwoordige leiding
van het tehuis ziet men die vrij
gevigheid van de Koning, die
concrete vorm van sociale bewo
genheid, als een van de eerste
belangrijke sociale verbeteringen
in het Nederland van de negen-
Koninklijk
Bronbeek is dus een goed in
stand gehouden relict van ons
koloniale verleden. Maar spreek
het woord „koloniaal" op Bron
beek niet uit. Men weet daar
maar al te goed, dat het woord
in dit land belast is imet een
„onfrisse" betekenis. Spreek in
het museum, dat jaarlijks door
35.000 mensen wordt bezocht,
dan ook niet van een huis met
kolonialen, want het wordt daar
zwaar aangerekend. Toen de
tijden veranderden, veranderde
ook de naam van het tehuis.
Op het toenmalige ministerie
van oorlog las men met een
curieuze fijngevoeligheid de
stemming van de burger af op
de barometer der sociale veran
deringen: Koloniaal Militair
Invalidenhuis Bronbeek werd
herdoopt in Koninklijk Militair
Invalidenhuis en de „oud-kolo
nialen", heetten van die tijd af:
KNIL-veteranen.
Toen Bronbeek werd ge
sticht, schreef de administratie
van de reorganisatie al deel uit
maakten van het Indische Le
ger en nadien mochten blijven.
Negentig
van het tehuis veteranen van
allerlei nationaliteiten in: Bron
beek bood ook Grieken. Duit
sers, Zwitsers. Belgen, Fransen
en Spanjaarden onderdak. In
1914 veranderde de structuur
van het K.N.I.L. Er mochten
geen buitenlanders meer worden
gerecruteerd. Het Indische Le
ger werd een exclusief Neder
lands armee en de onderlaag
die op sommige momenten tame
lijk veel weg had van het alle
gaartje dat later een vreemdelin
genlegioen werd genoemd, ver
dween uit onze rijen. Ook Bron
beek was toen dienovereenkom
stig voor de vreemdelingen niet
langer toegankelijk. Overigens
kent Bronbeek op dit moment
nog enkele buitenlanders: een
enkele oude Duitser en een en
kele oude Belg, die ten tijde
Bronbeek telt omennabij ne
gentig bewoners. Een aantal van
hen is ziek. Ze worden verpleegd
in Bronbeeks eigen hospitaal,
«(at een beetje achteraf en knus
tussen de bomen van het park
staat. Elk jaar worden een paar
mannen uit het hospitaal wegge
dragen naar hun laatste rust
plaats. Zo vermindert het getal
elke winter. Maar er staan
nieuwe lichtingen voor de deur.
Straks de veteranen uit de Ko-
rea-periode en daarna de mili
tairen die meer dan vier jaar
in de West zijn geweest. In the
orie kunnen ook oudgedienden
die. bijvoorbeeld de mariniers,
enkele jaren op Nieuw-Guinea
■ijn geweest, na hun pensione
ring terecht in het statige, witte
huis waaraan nog altijd een sig
natuur van koninklijke bewo
ning herkenbaar is.
Feest
Deze week heeft Bronbeek
feest gevierd. Het is officieel ge
beurd, onder meer met een re
ceptie van mensen in plechtige
pakken, met een kranslegging
bij het ruiterstandbeeld van de
hier sterk bewonderde Koning
en met een grootse feestmaal
tijd voor de bewoners van het
beurtenis vast: op hun hoge
leeftijd werden zij bevorderd
van soldaat tot de rang van kor
poraal titulair. Wij zijn geneigd
zoiets niet te tellen, maar dat
is voor een ware veteraan een
eer die vergelijkbaar is met een
koninklijke onderscheiding.
gen, Den Bosch etc. En hij deed
dat óók. om zodoende het bakken
van poffertjes en wafels tot in de
puntjes te leren.
Helaas dronk Kr;
al, waartegen Broi
kindsbeen af grote weerzin had.
Het jonge stel zei hem daarom op
zekere dag vaarwel en bood zijn
diensten aan bij de weduwe Kop-
pe, in de Kalverstraat te Am
sterdam waar ze 36 jaar een
zaak heeft gehad.
Bekwaam
Al gauw werd zij gewaar, welk
een bekwaam poffertjes- en wa
felbakker Brouwer was. En het
ontging haar niet, hoe snel hij
zich voorts het bakken van olie
bollen eigen maakte. Zodat ze.
toen het kermis zou worden in
Amersfoort daar het lokaal
„Odeon" huurde en aan Brouwer
en echtgenote de exploitatie op
droeg. 't Zat echter niet mee.
Op de markt vlogen de oliebollen
weg uit de kraam, maar in „Ode
on" toonde men noch voor de
poffertjes, nóch voor de oliebol
len ook maar enige belangstelling.
Wat nu?
De hele nacht deed het tweetal
geen oog dicht. Nog één dag zou
den ze hun geluk opnieuw be
proeven. Doch wederom werd het
een sof... Moest hij zó naar Am
sterdam terug? Dan kon hij aan
stonds z'n biezen wel pakken en
waren ze zonder middelen van be-
Hij deed een noodsprong, doof
de de vuren en richtte het lokaal
als dancing in. Dèt liep ge
smeerd. Alle gemaakte kosten
waren snel terug verdiend. Ja er
viel zelfs nog flinke winst te ma
ken. En er was meer gered dan
de eer alleen.
Na nog enkele jaren bij de we
duwe Koppe te zijn blijven han
gen begon Brouwer, 24 of 25 jaar
oud. voor zich zelf met een olie-
bollenkraam op Nassaulaan 22
in Haarlem, bij het begin van
de kermis. Dat slaagde! En toen
de kermis begon op de Nieuwe
Markt in Amsterdam, was hij
daar ook met z'n kraam en hij
slaagde wéér. Zo stond hij ver
der met succes op het Frede-
riksplein waar hij 2 jaar ge
leden nog eens terugkeerde tij
dens de studentenfeesten en op
het Amstelveld. En hij reisde
verder heel Noord-Holland door,
Zuid-Holland en Zeeland boven-
Daarbij was van stonde af aan
VORIGE WEEK WERD ZE 85 JAAR
rmoii line D/A\IL/LI
pionierster op het gebied van de kleuterzorg
Een vrouw van ver in de ze
ventig jaar zei eens, toen zij
sprak over de problemen van de
kinderopvoeding: „Als ik Adolf
Hitler als kleine jongen onder
handen zou hebben gehad, dan
was zijn leven en het lot van
de wereld anders verlopen". Dre
vrouw was een vermaard spe
cialiste op het gebied van de
kteuterkennis, een arts die haar
leven aan de zorg van kleine
kinderen had gewijd: de Arn
hemse dokter Christine Bader,
die zelf nooit kinderen heeft ge
had. nooit getrouwd is geweest.
Ze werd op 19 februari 85
jaar. Arnhem en elke stad
'n is inmid-
ens anders ge-
met
r zij z
dels gewent
maar dat ls
weest. Dat
ders ten tijde van de Spoorweg
staking, nu zestig jaar geleden.
In die tijd maakte de jonge
vrouw die nu vijfentachtig werd
aan het Arnhemse kinderzieken
huis haar opwachting als de
eerste vrouwelijke medicus in
de Gelderse hoofdstad. Ze kreeg
de functie van „tweede genees
heer". De tijd van Aletta Ja
cobs was nog niet geheel en al
bijgezet in het panopticum der
sociale verbeteringen en juist
in Arnhem was het een heel on
gewone zaak, dat een meisje
zich begaf In de al groter wor
dende kring van werkende vrou
wen. Het was nieuws voor de
lokale kranten van die tijd en
het was vooral een „topic" voor
de geschokte heren in de def
tige Arnhemse Sociëteit, die
zij het minder deftig, minder
wijze, die de heren geen aanlei
ding voor kritiek toestond. Ja,
enkele jaren kwam er kritiek
van hun kant, maar dat was kri
tiek van een heel andere soort,
nogal duidelijk ingegeven door
jaloezie, door een soort vakaf-
gunst. Christine Bader maakte
namelijk binnen korte tijd car
rière. Zoals dat meer voorkomt
als men door een ideaal wordt
voortgedreven, ze zocht de po
pulariteit niet, maar ze werd,
buiten haar wil, een op handen
gedragen vrouw. Niet door de
collega-artsen, maar door hon
derden ouders in de toen nog ar
melijke, schamele wijk Klaren-
dal.
Haar hart
Dokter Christine Bader had
haar hart gegeven aan de kin
deren die de zon misten in hun
jonge dagen, de kinderen die
woonden in die zonarme wijk, de
oudste buurt van de stad, nog
altijd niet verdwenen, nog altijd
donker, nog altijd grauw en
bruin, maar al jaren een wijk
die de slopershamer boven het
hoofd hangt.
Die kinderen waren slechter
af dan dc kinderen in de ande
re stadswijken. Van alle Arn
hemse kleuters waren ze daar
In Klarendal het bleekst, het ma
gerst, en doorlopend ongezond.
Er was een zekere samenhang
tussen de „sociale duisternis"
in die sombere, dichtbevolkte
stadswijk waar de huisjes in
steegvorm bij elkaar stonden, en
de plaats van het kinderzieken
huis, midden in deze wijk. De
kindersterfte gaf de zwartge-
keepte kinderbidder, de een-
mansbegrafenisonderneming die
uitsluitend kleuters ter aarde be
stelde, nog wekelijks handenvol
werk.
De ellende waarin menig kind
toen leefde, raakte de jonge dok
ter Bader in het hart. In haar
Leidse studententijd had zij de
grauwheid van het stadsleven
leren kennen. Ze ging daar vaak
door de slobberige achterbuurten
als zij van de colleges terugging
naar haar kamer. Christine Ba
der heeft eens gezegd, dat zij
daar de eerste diepe compassie
heeft voelen opkomen. Ir. het be
gin van deZe«eeuw was dat geen
vanzelfsprekende zaak voor
iemand die wat men noemt van
gefortuneerde ouders komt.
Eer bewezen
In het vijfentachtigste levens
jaar van deze vrouw kan men
nu nabeschouwenderwijs vast
stellen, dat de mensheid haar
naar vermogen eer heeft bewe
zen en alle waardering heeft ge
geven voor het werk dat zij deed
in het belang van dc Nederland
se kleuter. Zij ontving het offi-
cierschap van Oranje-Nassau,
zij werd ereburgeres van de stad
Arnhem, dc Unesco stuurde
waarnemers die haar methodiek
hebben verbreid over een deel
van de wereld en Duitse en Bel
gische artsen kwamen bij baar
in de leer. Maar dat gebeurde
allemaal toen doktor Christine
Bader de zwaarste strijd gestre
den had. Toen zij de felste be
denkingen van haar vakgenoten
van zich had afgeschud, toen zij
met een zekere grimmigheid de
wereld had gewonnen voor de
noodzaak van de kleuterzorg,
haar kleuterzorg.
Kleuterzorg in het begin van
O
O
O
O
O
O
deze eeuw. Wat was dat? Nie
mand had ooit ervan gehoord,
niemand wist waarover die
werkzame, dienende geleerde
vrouw sprak. Ja, in de goede
kringen, maar daar was het
bedje van een kleuter altijd ge
spreid igeweest. Kleuterzorg voor
de geringen, daarom ging het.
Christine Bader stichtte een
kleuterschool, daar mochten kin
deren komen die alle dagen van
hun broze bestaan doorbrachten
in een duffe zonloosheid.
Uniek
de hygiënische
school was uniek cn de ruimte
ontoereikend om alle kinderen
op te nemen. Dokter Bader liet
het niet bij een kleuterschool, er
kwam ook een openlucht-dagver-
blijf voor kleuters, het eerste in
Nederland, zelfs het eerste in
DOKTER CHRIST1\E BADER
van huis, in de boslucht
de zon. Het was een ongehoord
experiment en artsen die dokter
Baders lange tijd onbegrepen
werkzaamheid in het oog hiel-
Dokter Bader stelde consulta-
tiebureaux voor zuigelingen en
moedercursussen in, waaraan ze
zelf leiding gaf cn zij vond ook
nog de tijd om een opleiding
voor kleuterverzorgsters op te
richten. Wie zal niet hebben ge
profiteerd van het werk van
dokter Bader, dc grote kinder
vriendin? Haar inspirerend
werk ls immers overal in den
lande overgenomen. Deze maand
zullen veie oud-kleuters dat
dankbaar gedenken.