De zwanezang BRONBEEK 1E van'n OLIEBOLLE Levend museum, met levende mensen ZATERDAG 23 FEBRUARI 1965 Maar er is ook veel eigen schuld HIER AT mmmm JAM OLIEBOL Z N BUIL VOL mm standing. Engelsej TV^n Toen we één dezer dagen in een stampvolle wachtkamer naar onze verlate trein zaten 4 uur uit te kijken, schoof er een be- jaarde man aan ons tafeltje, die hej njet zo zeer te kwaad ^^had met de kou, als wel met ^■^■de fabricage van oliebollen. ^_Hij foeterde op de gemeente besturen, zei dat er onder de li a Ihuidige omstandigheden onmo- NANfl gelijk nog een goed produkt rop de kermissen kon worden meldingiver'loc*1t en voegde eraan toe ngsavoni^at daarom het besluit bad ..«genomen, het reizen en trek- "'ken voor altijd te staken, aat 2a ti Dat was allerminst een ge makkelijke beslissing voor hem vrij geweest. Want gedurende (meer dan een halve eêuw had hij zich zijn grote vakkennis en zijn onafgebroken streven naar kwa liteit een reputatie verschaft, die door geen enkele andere oliebol- irwlllTlenbakker kon worden overtrof fen. En ondanks de last van zijn 75 jaren voelde hij zich nog ten volle in staat, om nog enkele sei zoenen daaraan vast te knopen. ,Maar hij wilde niet. Liever trok m bij zich voortaan het hele jaar .door terug in zijn woonplaats 5| Leiden, waar in de wintermaan- 1 1 den ook al weer zo'n 25 jaar I zijn pollepel in de beslagpot schiet. Spécialité Daar in de Haarlemmerstraat, op nummer 70. waar op een gro te spiegelruit in Gothische letters „Hollands Gebakhuis" staat ver meld. lamt u hem elke dag nog aantreffen, de praatzame Corne- lis Brouwer, die er vol zwier en met meesterhand uit de beste in grediënten de goudgele bollen tevoorschijn tovert: gewone olie bollen met basterdsuiker, rozij- nenbollen, gemberbollen. Berli- nerbollen èn zijn „spécialité de 'la maison" amandelbollen, ge- vuld met zuivere amandelspijs en daarenboven met de fijnste amandelen bestrooid. Voor poffer tjes weet hij echter net zo goed I zijn weetje, doch wie méér houdt van de Franse wafels, van room- I -jj. soezen, of .van coufrets, zal even- c ue min bij hem worden teleurge steld. enkele Toch is die oliebol met zijn va rianten altijd zijn grote „fort" KJ geweest dat merkwaardige bak- produkt, dat te gewoon is voor de banketbakker, maar niet ge- (Woon genoeg voor de makers van Tl ons dagelijks brood. En dat daar- im. om zijn faam meekreeg van gere- mnH faidiiommeerde kermiskramen, uiuu. tdie jj„i„ Leiden. devies is hij altijd wél gevaren. Zó wel, dat hij 's winters leven kan van wat hij tussen Pasen en Sinterklaas had binnengehaald. Hij verscheen 's zomers met z'n kraam in Alkmaar en in Hoorn, in Zaandam en Volendam, in Hoofddorp, in Nieuw Vennep, in Aalsmeer en Beverwijk. Voorts in Rotterdam, Den Haag, Gouda, Delft, Lisse. Hillegom, Sassen- heim, Noordwijkerhout. Alphen, Woerden. Dordt. Spijkenisse, Lei den 18 jaar lang op 3 oktober bij de molen „De Valk" Den Helder. Vlissingen, kortom over al waar een kermis werd gearran geerd. Zelfs in Hekelingen een maal beroemd door het Tweede Kamerlid boer Braat sloeg hij z'n kraam op. Hier echter maar één keer, daar hij weinig of niets verkocht, maar er wèl bijna ver- In Beverwijk was hij verleden jaar nog weer eens terug. Vol vuur praat hij echter pas als hij de naam Schiedam laat vallen. Schiedam Geheimen :t was dan ook een Krammen- bos, die hem op 20-jarige leeftijd de geheimen van het ware oliebol- lenbakken toevertrouwde, nadat hij aanvankelijk een bestaan in een heel andere richting had ge- Geboren in Franeker op 9 maart 1888, als zoon van een kermisrei ziger, maakte hij al heel jong ken nis met een z.g.n. fietsmolen, waarmee zijn vader Europa door trok. Daartoe beschikte deze te vens over een eigen schuit een soort tjalk wat ook toen al het goedkoopste transportmiddel was. Bovendien bood zo'n schuit de ge legenheid, tijdens het varen bees ten af te richten, om met hun kunstjes een paar centen extra te verdienen. Nóg herinnert Cornells Brouwer zich hiervan, hoe de familie in de legendarische winter van 1890- '91 naar Parijs voer met 7 gedres seerde varkens aan boord. Zijn vader zou ze daar laten optreden in een manege. Ze trokken véél publiek, ja het liep storm en er kwam aardig geld in het laatje. Totdat broodnijd van andere ker misklanten de vreugde over het succes wreed verstoorde. Vijf var kens stierven plotseling aan ver giftiging. En met de resterende twee, Fidora en Leonie, werd de terugtocht in bedrukte stemming aanvaard. Kort daarna verdween ook het paard uit de fietsmolen. Niet door vergiftiging gelukkig, maar door dat die molen werd verbouwd tot Cornelis Brouwer bakt sijn amandelbollen met heel oude kommetjes. stoomcarrousel. Dat vond de jon ge Brouwer eerst wel interessant. Doch hij voelde zich, eenmaal 12 geworden, tooh meer aangetrokken tot het vak van illusionist. Het geen zijn vader ook eigenlijk van huis uit was. Dat bedreef hij dan met zijn vader samen. Waar bij deze vóór de coulissen ope reerde en h i j erachter. De kunst was nu een dame te laten veran deren in een laurierblad of in iets anders, wat men wist te beren ken door te werken met allerlei lichteffecten. Acht jaar is hij hiermee door- gegaan.Toen kwam hij in aan raking met een doohter van Barend Krammenbos, iemand die met een gebakkraam alle kermis sen in het oosten des land afreis de. Dit zou beslissend zijn voor heel zijn verdere leven. Hij „Toen ik daar voor het eerst m'n anker uitwierp verkocht ik die dag nog niet voor ƒ40. Dat zag er lang niet zo mooi uit. Je hebt nu eenmaal vaste kosten. En tot overmaat van ramp vertelden ze me nog, dat Schiedam nu een maal geen oliebollenplaats was. „Ze eten hier meer frites", werd er gezegd. Maar ik wilde het niet geloven. Ik sloofde me nóg meer uit om het beste en lekkerste te bakken wat er te bakken was. En dat ging als een lopend vuurtje onder de burgerij rond. Zülke oliebollen hadden ze nog nooit in d'r leven geproefd. Daardoor maakte ik op de acht ste, tevens laatste dag van de kermis een omzet van 1200. 't Scheelde maar weinig, of ik had me haast van de sokken gebak- Dat nam niet weg. dat ik daar na nog tien jaar achter elkaar Schiedam opnam in m'n reispro gramma". „Hulp van kinderen?" „Nou en óf. Ik had zes jongens en drie dochters. Dus u begrijpt, alle hens aan dek. Zóveel klandizie vroeg nu eenmaal ook veel personeel". Toch kwamen lang niet alle kin deren in „het" vak terecht. Van de dochters zelfs niemand, daar die respectievelijk trouwden met een motorsportartist (stalen glo be), een fruitgrossier en een on derwijzer. Van de zoons daaren tegen rolden er vier in de oliebol len, één belandde er in een schiet tent en de zesde werd ambtenaar op het ministerie van Waterstaat Met de oliebollenkramen wordt het echter met het jaar slechter. Dat is nu juist wat Brouwer zo slecht verkroppen kan. „Waarom is het nodig dat je voor 7 dagen kermis in Leeuwar den 4885 pacht moet betalen? En op de Bossche kermis van 8 dagen 4418. In Maastricht betaal je voor de voorjaarskermis 3327 en voor de voorjaars- en najaars kermis samen 4500. En zo is het tegenwoordig overal waar je komt. Maar ze vergeten, dat wan neer je ergens 4000 moet neer tellen, je er 8000 moet verdie nen om pas net zo ver te zijn als je begon. Bij zo'n 4000 pacht komt nl. ook nog eens 4000 kos ten. Per schip Tot vlak na de Tweede Wereld oorlog reisden we nog per schip door het land, wat niet zo duur was, terwijl de pachten laag wa ren. Dat heb ik in 1946 nog ge daan naar IDen Haag, waar toen (Vervolg op pag. 5) i mui ^iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii 1 DEZE WEEK WERD HET EEUWFEEST GEVIERD iiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiKii'iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiininS Deze maand bestaat Bronbeek een eeuw. Een eeuw koloniaal verleden staat, op enige afstand van de verkeersdecibellen op de Arnhemse Vel- perweg, midden in de twintigste eeuw, nog florissant erbij. Het instituut is nog lang niet aan verwelken toe. De brigade-generaal titulair A. van Santen heeft het zelf verkondigd: „Wij zijn een levend museum met levende mensen". De mannen van Bronbeek hebben, gemiddeld, een leeftijd, die een eind boven het moyenne van de Nederlander ligt, maar dat houdt in het ge heel geen duiding in op een in het gezicht liggend einde van het Bronbeek-tijdperk. Enige jaren geleden zijn Bron- beeks toelatingsnormen gewij zigd, waardoor de toekomst van het instituut weer levenskansen heeft gekregen en het grote ge baar van koning Willem III in de zestiger jaren van dc vorige eeuw ook de komende generaties kan worden voorgehouden, als een koninklijke ingreep in de so ciale misère van een paar hon derd outcasts, van een groep uit de Oost terugkerende „kolonia len" van wie familie noch vrien den meer wilden horen. Alleen Een eeuw geleden las men voor terugkeren naar het va derland: belanden op de keien. Doorgaans berooid, zonder spul len van waarde en met lege zak ken. liepen de afgezwaaide oud gedienden met de ziel onder de arm door het vaderland, waar voor ze ginds met liefde waren opgekomen en dat hen nu dik wijls vijandig aankeek. Bij hun ontscheping in Rotterdam was er geen warme begroeting, geen hartelijke omhelzing. Het vader land gedroeg zich jegens hen koel en afstandelijk. Na enkele weken werden ze het gewaar: ze stonden helemaal alleen. En er was zelden iemand die naar hen omkeek. Moeite Menige oud-KNIL-soldaat had ook moeite in Holland, waar het voor zijn gevoel sinds zijn re patriëring altijd regende, weer werk te vinden als hij tenminste nog de kracht had en de leeftijd om aan het werk te gaan. Hoe- velen zijn daardoor toen niet tot landloperij, tot de negentiende eeuwse bedelstaf of tot de ge woontes van diefstal gekomen? De terugkerende veteranen wer den halverwege de vorige eeuw een apart probleem. De herinte gratie ging mank, het lukte de meesten maar zelden zich aan te passen in een maatschappij, die het leven van Java en Sumatra niet kende. In die tijd keek de Koning naar „zijn" getrouwen om. Hij gaf zijn fraaie, voorna me landgoed aan de Velperweg. toen nog gelegen aan de inmid dels flink gesnoeide beek (de bron is er nog altijd), in een veel groter bos dan wat nu aan groen om het gebouwencomplex ligt. zonder daaraan voorwaar den te verbinden aan de vetera nen van het oude koloniale le ger. In de tegenwoordige leiding van het tehuis ziet men die vrij gevigheid van de Koning, die concrete vorm van sociale bewo genheid, als een van de eerste belangrijke sociale verbeteringen in het Nederland van de negen- Koninklijk Bronbeek is dus een goed in stand gehouden relict van ons koloniale verleden. Maar spreek het woord „koloniaal" op Bron beek niet uit. Men weet daar maar al te goed, dat het woord in dit land belast is imet een „onfrisse" betekenis. Spreek in het museum, dat jaarlijks door 35.000 mensen wordt bezocht, dan ook niet van een huis met kolonialen, want het wordt daar zwaar aangerekend. Toen de tijden veranderden, veranderde ook de naam van het tehuis. Op het toenmalige ministerie van oorlog las men met een curieuze fijngevoeligheid de stemming van de burger af op de barometer der sociale veran deringen: Koloniaal Militair Invalidenhuis Bronbeek werd herdoopt in Koninklijk Militair Invalidenhuis en de „oud-kolo nialen", heetten van die tijd af: KNIL-veteranen. Toen Bronbeek werd ge sticht, schreef de administratie van de reorganisatie al deel uit maakten van het Indische Le ger en nadien mochten blijven. Negentig van het tehuis veteranen van allerlei nationaliteiten in: Bron beek bood ook Grieken. Duit sers, Zwitsers. Belgen, Fransen en Spanjaarden onderdak. In 1914 veranderde de structuur van het K.N.I.L. Er mochten geen buitenlanders meer worden gerecruteerd. Het Indische Le ger werd een exclusief Neder lands armee en de onderlaag die op sommige momenten tame lijk veel weg had van het alle gaartje dat later een vreemdelin genlegioen werd genoemd, ver dween uit onze rijen. Ook Bron beek was toen dienovereenkom stig voor de vreemdelingen niet langer toegankelijk. Overigens kent Bronbeek op dit moment nog enkele buitenlanders: een enkele oude Duitser en een en kele oude Belg, die ten tijde Bronbeek telt omennabij ne gentig bewoners. Een aantal van hen is ziek. Ze worden verpleegd in Bronbeeks eigen hospitaal, «(at een beetje achteraf en knus tussen de bomen van het park staat. Elk jaar worden een paar mannen uit het hospitaal wegge dragen naar hun laatste rust plaats. Zo vermindert het getal elke winter. Maar er staan nieuwe lichtingen voor de deur. Straks de veteranen uit de Ko- rea-periode en daarna de mili tairen die meer dan vier jaar in de West zijn geweest. In the orie kunnen ook oudgedienden die. bijvoorbeeld de mariniers, enkele jaren op Nieuw-Guinea ■ijn geweest, na hun pensione ring terecht in het statige, witte huis waaraan nog altijd een sig natuur van koninklijke bewo ning herkenbaar is. Feest Deze week heeft Bronbeek feest gevierd. Het is officieel ge beurd, onder meer met een re ceptie van mensen in plechtige pakken, met een kranslegging bij het ruiterstandbeeld van de hier sterk bewonderde Koning en met een grootse feestmaal tijd voor de bewoners van het beurtenis vast: op hun hoge leeftijd werden zij bevorderd van soldaat tot de rang van kor poraal titulair. Wij zijn geneigd zoiets niet te tellen, maar dat is voor een ware veteraan een eer die vergelijkbaar is met een koninklijke onderscheiding. gen, Den Bosch etc. En hij deed dat óók. om zodoende het bakken van poffertjes en wafels tot in de puntjes te leren. Helaas dronk Kr; al, waartegen Broi kindsbeen af grote weerzin had. Het jonge stel zei hem daarom op zekere dag vaarwel en bood zijn diensten aan bij de weduwe Kop- pe, in de Kalverstraat te Am sterdam waar ze 36 jaar een zaak heeft gehad. Bekwaam Al gauw werd zij gewaar, welk een bekwaam poffertjes- en wa felbakker Brouwer was. En het ontging haar niet, hoe snel hij zich voorts het bakken van olie bollen eigen maakte. Zodat ze. toen het kermis zou worden in Amersfoort daar het lokaal „Odeon" huurde en aan Brouwer en echtgenote de exploitatie op droeg. 't Zat echter niet mee. Op de markt vlogen de oliebollen weg uit de kraam, maar in „Ode on" toonde men noch voor de poffertjes, nóch voor de oliebol len ook maar enige belangstelling. Wat nu? De hele nacht deed het tweetal geen oog dicht. Nog één dag zou den ze hun geluk opnieuw be proeven. Doch wederom werd het een sof... Moest hij zó naar Am sterdam terug? Dan kon hij aan stonds z'n biezen wel pakken en waren ze zonder middelen van be- Hij deed een noodsprong, doof de de vuren en richtte het lokaal als dancing in. Dèt liep ge smeerd. Alle gemaakte kosten waren snel terug verdiend. Ja er viel zelfs nog flinke winst te ma ken. En er was meer gered dan de eer alleen. Na nog enkele jaren bij de we duwe Koppe te zijn blijven han gen begon Brouwer, 24 of 25 jaar oud. voor zich zelf met een olie- bollenkraam op Nassaulaan 22 in Haarlem, bij het begin van de kermis. Dat slaagde! En toen de kermis begon op de Nieuwe Markt in Amsterdam, was hij daar ook met z'n kraam en hij slaagde wéér. Zo stond hij ver der met succes op het Frede- riksplein waar hij 2 jaar ge leden nog eens terugkeerde tij dens de studentenfeesten en op het Amstelveld. En hij reisde verder heel Noord-Holland door, Zuid-Holland en Zeeland boven- Daarbij was van stonde af aan VORIGE WEEK WERD ZE 85 JAAR rmoii line D/A\IL/LI pionierster op het gebied van de kleuterzorg Een vrouw van ver in de ze ventig jaar zei eens, toen zij sprak over de problemen van de kinderopvoeding: „Als ik Adolf Hitler als kleine jongen onder handen zou hebben gehad, dan was zijn leven en het lot van de wereld anders verlopen". Dre vrouw was een vermaard spe cialiste op het gebied van de kteuterkennis, een arts die haar leven aan de zorg van kleine kinderen had gewijd: de Arn hemse dokter Christine Bader, die zelf nooit kinderen heeft ge had. nooit getrouwd is geweest. Ze werd op 19 februari 85 jaar. Arnhem en elke stad 'n is inmid- ens anders ge- met r zij z dels gewent maar dat ls weest. Dat ders ten tijde van de Spoorweg staking, nu zestig jaar geleden. In die tijd maakte de jonge vrouw die nu vijfentachtig werd aan het Arnhemse kinderzieken huis haar opwachting als de eerste vrouwelijke medicus in de Gelderse hoofdstad. Ze kreeg de functie van „tweede genees heer". De tijd van Aletta Ja cobs was nog niet geheel en al bijgezet in het panopticum der sociale verbeteringen en juist in Arnhem was het een heel on gewone zaak, dat een meisje zich begaf In de al groter wor dende kring van werkende vrou wen. Het was nieuws voor de lokale kranten van die tijd en het was vooral een „topic" voor de geschokte heren in de def tige Arnhemse Sociëteit, die zij het minder deftig, minder wijze, die de heren geen aanlei ding voor kritiek toestond. Ja, enkele jaren kwam er kritiek van hun kant, maar dat was kri tiek van een heel andere soort, nogal duidelijk ingegeven door jaloezie, door een soort vakaf- gunst. Christine Bader maakte namelijk binnen korte tijd car rière. Zoals dat meer voorkomt als men door een ideaal wordt voortgedreven, ze zocht de po pulariteit niet, maar ze werd, buiten haar wil, een op handen gedragen vrouw. Niet door de collega-artsen, maar door hon derden ouders in de toen nog ar melijke, schamele wijk Klaren- dal. Haar hart Dokter Christine Bader had haar hart gegeven aan de kin deren die de zon misten in hun jonge dagen, de kinderen die woonden in die zonarme wijk, de oudste buurt van de stad, nog altijd niet verdwenen, nog altijd donker, nog altijd grauw en bruin, maar al jaren een wijk die de slopershamer boven het hoofd hangt. Die kinderen waren slechter af dan dc kinderen in de ande re stadswijken. Van alle Arn hemse kleuters waren ze daar In Klarendal het bleekst, het ma gerst, en doorlopend ongezond. Er was een zekere samenhang tussen de „sociale duisternis" in die sombere, dichtbevolkte stadswijk waar de huisjes in steegvorm bij elkaar stonden, en de plaats van het kinderzieken huis, midden in deze wijk. De kindersterfte gaf de zwartge- keepte kinderbidder, de een- mansbegrafenisonderneming die uitsluitend kleuters ter aarde be stelde, nog wekelijks handenvol werk. De ellende waarin menig kind toen leefde, raakte de jonge dok ter Bader in het hart. In haar Leidse studententijd had zij de grauwheid van het stadsleven leren kennen. Ze ging daar vaak door de slobberige achterbuurten als zij van de colleges terugging naar haar kamer. Christine Ba der heeft eens gezegd, dat zij daar de eerste diepe compassie heeft voelen opkomen. Ir. het be gin van deZe«eeuw was dat geen vanzelfsprekende zaak voor iemand die wat men noemt van gefortuneerde ouders komt. Eer bewezen In het vijfentachtigste levens jaar van deze vrouw kan men nu nabeschouwenderwijs vast stellen, dat de mensheid haar naar vermogen eer heeft bewe zen en alle waardering heeft ge geven voor het werk dat zij deed in het belang van dc Nederland se kleuter. Zij ontving het offi- cierschap van Oranje-Nassau, zij werd ereburgeres van de stad Arnhem, dc Unesco stuurde waarnemers die haar methodiek hebben verbreid over een deel van de wereld en Duitse en Bel gische artsen kwamen bij baar in de leer. Maar dat gebeurde allemaal toen doktor Christine Bader de zwaarste strijd gestre den had. Toen zij de felste be denkingen van haar vakgenoten van zich had afgeschud, toen zij met een zekere grimmigheid de wereld had gewonnen voor de noodzaak van de kleuterzorg, haar kleuterzorg. Kleuterzorg in het begin van O O O O O O deze eeuw. Wat was dat? Nie mand had ooit ervan gehoord, niemand wist waarover die werkzame, dienende geleerde vrouw sprak. Ja, in de goede kringen, maar daar was het bedje van een kleuter altijd ge spreid igeweest. Kleuterzorg voor de geringen, daarom ging het. Christine Bader stichtte een kleuterschool, daar mochten kin deren komen die alle dagen van hun broze bestaan doorbrachten in een duffe zonloosheid. Uniek de hygiënische school was uniek cn de ruimte ontoereikend om alle kinderen op te nemen. Dokter Bader liet het niet bij een kleuterschool, er kwam ook een openlucht-dagver- blijf voor kleuters, het eerste in Nederland, zelfs het eerste in DOKTER CHRIST1\E BADER van huis, in de boslucht de zon. Het was een ongehoord experiment en artsen die dokter Baders lange tijd onbegrepen werkzaamheid in het oog hiel- Dokter Bader stelde consulta- tiebureaux voor zuigelingen en moedercursussen in, waaraan ze zelf leiding gaf cn zij vond ook nog de tijd om een opleiding voor kleuterverzorgsters op te richten. Wie zal niet hebben ge profiteerd van het werk van dokter Bader, dc grote kinder vriendin? Haar inspirerend werk ls immers overal in den lande overgenomen. Deze maand zullen veie oud-kleuters dat dankbaar gedenken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1963 | | pagina 13