JOOST VERHOEF Al zijn de wateren nog gestold laat Holland straks weer varen Vergeet dan dat schouderklopje niet 1 ZONDAGSBLAD ZATERDAG 9 FEBRUARI 1963 t j t Expert in Aluminium-boten greep Wég t« het water fat ran koning Winter, nóg viert voor 'elen de schaatssport hoogtij, naar het zal nü toch zo lang niet peer duren, of al die gestolde liassen en stromen zullen weer n beweging komen en vrij baan •even aan alles wat varen moet 4 varen wil. En zoals de schaat- enfabrieken op volle toeren draai- n wanneer het winterseizoen in lantocht is, zo wordt er thans, lij de nadering van het voorjaar, wortsachüg gewerkt door de ilelne-botenbouwers, die net als ie autofabrikanten nog steeds 'olop nieuwe klanten weten te rekken. Dank zij het toverwoord >an deze tijd: de recreatie. Eén >an die botenbouwers is Joost 'erhoef (48). zoon uit een klnder- (jk gezin te Aalsmeer, die in de blij was dat hij voor ein beetje geld een werk mocht verzet en voor èen baas; doch die op iet ogenblik in een gesprek [let draalen. mmlddellljk de verzekering kun- len toevoegen, dat hij best iraalt. Tegenwoordig reist hij per auto rf met de rode T.E.E.-trein naar ïamburg, Bremen en Kiel, naar Jenua en St Nazaire, en naar log zoveel andere bekende scheepsbouw T*" kenen. Reeds op de lagere school trokken m'n tekeningen de aan dacht, zó zelfs, dat ze me aan raadden het in die richting te zoeken. Want m'n schilderijen van landschappen en bloemen kon Ik altijd meteen kwijt. En voor een kopie van een Jozef Israëls heb Ik van een enthousiaste vent zelfs nog eens een hoog bod ge kregen. Toch ben lk daarop niet ingegaan en ik ben er nog altijd blij om. Maar tot het wereldje van de kunstschilders trad ik net zo min toe. Ik wilde constructeur van schepen worden en, als bet kón, koopman erbij." Talenten it half miljoen te boven gaan. ,,Nee, ik geloof dat het ibriéet hall tit^aarbij lukt het hem ook nog wel lens, een of andere grote Neder- andse werf de bouw van een flin- koopvaarder toe te spelen, rdat hij toevallig kennis kreeg bepaalde buitenlandse vloot- ïieuwings- of vlootuitbreidings- Zelf heeft hij ui. afgezien a de huidige malaise in de- :tor nooit ambities in de zeeschepen gehad, zo zegt hij, „momenteel t een aardig bedrijf met d medewerkers, van wie ik oor stuk weet wat ze waard k kan alles nog behoorlijk en de leiding nog per- in handen houden. Boven- de sfeer nog huiselijk en •ettig. Wat zou ik nog méér a? Hoe groter zaak, hoe kans op moeilijkheden Buigen Toen Verhoef 14 jaar was zette ilj als op één na oudste zoon zijn gasn, lerste voetstappen op een minia- fpf uur scheepswerfje, waar houten ipjj faartuigjes werden gebouwd lootjes zonder enige pretentie. Dat hij zich juist tot dat vak aan- fetrokken voelde lag min of meer roor de hand, omdat, behalve rijn vader, heel zijn familie in le scheepsbouw werkzaam was. Sijn grootvader bijvoorbeeld had .Vgelfs een eigen werfje. Een sine cure was het werk echter geens- sins, ook nog niet in 1929, het '*>^aar waarin de jonge Joost er ken- T -^rjis mee maakte. Het was toen YFW de tijd, dat voor die bootjes z] (fiken planken, tot 4 centimeter /-s=-3ikte, gebogen moesten worden net de meest primitieve midde- „Dat buigen", aldus Verhoef, j]j,deden we met behulp van bos- i riet, die we in brand staken i dan als een flambouw onder plank hielden, nadat voren aan de boven- int flink nat was gemaakt. Nu s moest je zorgen dat die riet- heftig brandde, dan weer >est de vlam getemperd wor- hetgeen je bereiken kon door «beurde het herhaaldelijk, dat iJfie vlam langs je arm streek, zo- r geen haartje meer op bleef Dat was verre van aange- doch je wist niet beter of „.jnde, .gelijk onder de knie te krijgen, na '1V4 jaar werd hij, mét zo vele tnderen, slachtoffer van de grote in de jaren dertig. Hij kwam werk, probeerde vergeefs arbeid te vinden, totdat tot zijn eigen verrassing, in 1933 toch al weer aan de slag kon bij de Aalsmeerder 5«cheepswerf „De Vlijt". En ten- deinde het gevaar, van straks op- ehleuw ontslagen te worden, zo weel mogelijk af te wenden, span- i hij zich extra in om van te- ing te leren lezen, diverse be ulingen te kunnen maken, kort- i zich tot een allround scheeps- te bekwamen. De vak scholen stonden nu eenmaal te ver van zijn woonplaats en verg- 'den ook geld dat er niet was. Intussen lukte het hem, de laat- flte crisisjaren op een min of frneer redelijke manier door te •komen, maar toen werd de mo bilisatie afgekondigd en moest hij - in 1939 naar dienst. Verlo ren tijd uiteraard. Doch hij maak- 4e zijn vrije uren met zelfstudie 'dermate produktief, dat toen hij wedémobiliseerd werd en weer bi] !,„Dc Vlijt" aan de gang kon, hij inancieel ook in de gelegenheid gedurende één avond per een school te bezoeken in .fWnsterdam. Daar hij overdag .'echter moest werken betekende .dit voor hem, dat hij in één nacht halle stof moest doorworstelen (waarvoor de andere leerlingen een 'ganse week disponibel hadden. „Niet alleen m'n doorzettings vermogen was me daarbij tot Jsteun", zo zei Verhoef ons, „maar m lk had gelukkig een scheepstim merinanshand. En aanleg Wel was ik blijkbaar iemand, die over vele talenten beschikte. En die heb ik gebruikt." Om te bewijzen dèt hij geen ge luk had, liet hij ons de ontwerpen zien van enkele scheepjes, die op zichzelf voortreffelijk waren, maar geen genade konden vinden in de ogen van watersportmin nend Nederland. Althans voorlo pig niet. Want pas enkele jaren geleden dus circa twee decennia later, kwam er belangstelling voor. Thans evenwel is alles zo duur geworden, dat een dergelijk scheepje niet meer voor produk- tie in aanmerking komt. Dat is wel jammer, want de weinige die Verhoef destijds van dat type bouwde en verkocht, varen nog altijd en verkeren nog in een vol komen gave staat. Of ze ook de gelijk waren gefabriceerd! Maar we lopen wat op de din gen vooruit. Hoe werd Verhoef een zelfstan dig bouwer? Als zodanig begon hij in juni 1941, nadat hij getrouwd was en vader geworden. ,,'k Had duizend gulden op de spaarbank staan, haalde er de helft af, huurde een klein stukje drassig land langs de Ringvaart en stortte er eerst een partij sin tels op. Vervolgens kocht ik wat hout, waarna ik in de open lucht in één week tijds een zeilbootje van 5 meter lengte te voorschijn toverde. Ik schilderde de romp prachtig wit, met een smal rood biesje als rand. Het dek werd crème, ik zorgde voor een mooi gelakt mastje en een fleurig zeil tje en zo zette ik het scheepje in al z'n glorie op twee schragen langs de waterkant. Bordje erbij: Te koop..." 't Zag er allemaal zó aantrekke lijk uit, dat ik het bijna terstond van de hand kon doen. Voor 375. En dat gaf, al had ik dan ook dagen van 18 uur gemaakt, de burger moed. Zo snel mogelijk herhaalde ik het kunststukje. En nóg eens, en nog eens. Tijd om thuis te gaan eten kon er niet meer af. Zodat m'n vrouw met de proviand maar telkens naar mij toekwam. Ja, dat was aanpoten voor me. Maar juist in het zomer seizoen trok de Ringvaart de meeste watersportminnaars. En onder hen moesten toch m'n klan ten schuilen! Goede start aluminium beslist niet als bouwmateriaal wilde prijs geven. Ik had nl. goed de geheimen ervan leren ken nen, om er niets winstge vends mee te kunnen uit richten. Aluminium is bijv. moeilijk te lassen, doch wie precies weet hoe hij daar voor te werk moet gaan kan er geweldige dingen mee klaar spelen. Aluminium kan voorts verschrikkelijk oxyde- ren, doch bij de juiste lege ring heeft men er bitter wei nig last van. En zo is er nog meer. Daarom dacht ik in 1947: als een zeilbootje van dat materiaal dan te duur uitvalt in deze tijd, laat ik het eens proberen met red dingboten. Zo gezegd, zo ge daan. En die vielen zo in de smaak, dat het bestellingen begon te regenen. Voor de Rijndam, de Maasdam, de Statendam, de Nieuw Am sterdam en de Rotterdam mocht lk de reddingboten le veren. En ook voor de; Randfontein, de Willem Ba- rendsz, diverse Shell- en an dere tankers. Met elkaar heb ik zeker al een paar dui zend van die boten verkocht. Ook veel aan het buitenland, waar men tot voor kort al leen maar houten en stalen reddingboten kende. Doch daar bleef het niet bij. Rederijen vroegen me, of ik nu ook misschien aluminium loopbruggen en statietrappen kon leveren. Dat heb ik eveneens voor elkaar gekregen, mede Een farm Met dat al had ik start. Waardoor ik de ƒ500, die ik op de bank gelaten had om te kunnen eten als het eens minder gegaan, niet hoefde aan te spreken. Van dit geld, mèt nog enkele geleende honderdjes, bouwde ik nu eerst een loods van 6 bij 10 meter, opdat ik tegen de herfst een dak boven m'n hoofd zou hebben. En vrijmoedig als ik was timmerde ik ook nog een flink bord in elkaar, waarop ik de woorden „Scheepswerf Verhoef" aanbracht, om het dan boven op de loods te plaatsen. U ziet, ik deed alles opdat het maar wat zou lijken Reeds in de winter van 1941-'42 kwam ik in contact met een Scan dinavische meneer, die maar liefst twee schepen-van-de-draken- klasse tegelijk bestelde. En ik kreeg een order voor een boot van de regenboogklasse. Hetgeen wel wat veel was voor een werf met één man personeel, 'k Riep dus m'n broertje Aart toen 14 jaar oud te hulp. Daarna nog een broer die ouder was dan ik. En naar mate de orders talrijker en omvangrijker werden, trok ik nog meer broers, zwagers etc. aan. En ik zorgde dat ik prima gereedschap voor ze had, want dat had ik voor me zelf ook van stonde af aan verlangd. Bouwden we die eerste jaren uitsluitend in hout, meer en meer raakte ik ervan overtuigd, dat we zo snel mogelijk op aluminium moesten overstappen. Met dat ma- bij lintzaag te bewerken was de baas keek z'n ogen uit toen hij me betrapte kortom ik raakte er hoe langer hoe beter in thuis. Bij „De Vlijt" gebruikte men een enkele keer aluminium, om er de spanten van een boot van te vervaardigen. Die waren een stuk lichter dan die van ijzer, zodat ook zo'n boot een veel ge ringer gewicht had. Ik probeerde er echter nog al lerlei andere dingen van te fabri- sleutels7 En naar mate het iets harder of zachter moest zijn, gooide ik er meer ijzer, zink of tin doorheen. Aluminium Dank zij deze ervaring kon ik in 1944 besluiten, het eerste proto type van een aluminiumboot te bouwen, 't Ontwerp behelsde een bepaald constructiesysteem, waar op ik patent wilde hebben. Maar dat kreeg ik niet. 'k Liet dat sys teem dus rusten en bouwde een meer traditioneel vaartuig, dat in elk geval uit aluminium be stond, hoe schaars het in die da gen ook was. Een oude militaire relatie van me wist nl. „zwart" aluminium uit Zwitserland te be trekken tegen een normale prijs. Voor een volgende boot kon ik helaas niet meer aan dat mate riaal komen, ja eigenlijk aan geen enkel materiaal, zodat we ons maar met wat reparatiewerk bezig hielden. Totdat de oorlog op z'n eind liep, het eerste bevrij dingsjaar verstreek en langzamer- - stiekem uit welke alliage met de Zodra ik een flink partijtje alu minium kreeg toegewezen zette ik er 20 zeilboten tegelijk van op stapel. Dat kón, omdat 11c het per soneel van 12 man inmiddels weer wat had uitgebreid. Niets werd verzuimd om werkelijk met iets moois aan de markt te komen. Maar toen ze klaar waren Ik vertelde het zoéven al kon lk ze aan de straatstenen niet kwijt. Men" had geen vertrouwen In het nieuwe, een enkele uitzonde ring daargelaten. En haast al die boten kwamen .veer in de smeltkroes terecht. Kon ik ze nü nog maar bouwen, 0 meter lang, onverwoestbaar, compleet met zeil voor 2500.... Gelukkig had deze medaille ook haar goede zijde, daar ik het „Mij spreekt de blomme een tale", zingt de dichter Guido Gezelle. Bloemen kunnen spre ken van troost, van liefde, van droefheid, maar ook van vriend schap. Er leefde eens (het is geen sprookje) in Italië een wijze geestelijke. Hij bezat een grote tuin. Velen zochten steun en raad bij deze man, en hij luisterde naar hun moeilijkheden en klach ten. Niet zelden troostte hij ze door een simpele bloem of ruiker aan te bieden. Het was de heilige Valentijn. En in het buitenland, Zwitserland, Frankrijk, het aan tradities gehechte Engeland, ont stond een zinrijk gebruik: op het taarfeest van Valentijn, op 14 fe bruari, zond men aan vrienden of kennissen die men eens wilde verblijden, een bloemengroet of klein geschenk. Ook in ons land begint dit aar dige gebruik ingang te vinden. Op 14 februari is het weer Va- lentijndag. In de bloemenwinkels en banketzaken hangen de lang werpige groene aanplakbiljetten, om ons er aan te herinneren. In een tijd van verzakelijking en efficiency, is ieder wel •emand tegengekomen, die de zorgen met hem of haar deelde, m gezin, bedrijf of zakenleven. Men kon moeilijk iets terug doen maar nu komt Valentijn te hulp. Daar is de buurvrouw, die eens oppaste, terwijl u noodzakelijk weg moest. Daar is die zakenre latie, die u een joede tip gaf. Uw verloskundige, die direkt pa raat was, toen baby zich meldde, en nadat u haar bedankte voor haar goede hulp, in de opluch- ting-van-na-de-bevalling, vriende- Proctbatlon verschijnt elke veertien dagen in het zondagsblad, voor iedere geaecep- teerde inzending is er een postwissel, stuur (s.v.p. toto9», tekeningen, gedichten, verhalencommentaren, ideeën of i rat Je nog meer hebt naar de re- daktic Ruimte roor on»'* van dezo krant. in de Rui mie Schuchter In 1959 deed ik een schuchtere poging, om opnieuw een alumi nium jacht uit te brengen, 't Was meteen wèg. Met enkele snelle motorboten was het niet anders. En op de laatste Hiswa-Goed Kamp in de R.A.I. te Amster dam gingen ook m'n grootste jach ten, waarvan zelfs de dekken uit aluminium bestaan en die meer dan een halve ton kosten, vlot van de hand. Of liever, ik mocht de ene opdracht na de andere boe ken. Van al het wantrouwen kort na de oorlog bleef geen spoor meer over. Eindelijk mocht mijn idee, waaraan ik zo ontzettend veel moeite had besteed, dan toch er kenning en waardering vinden. Kijk, dat overschakelen op die reddingboten, dat was nu louter, geluk en had niets te maken met woekeren met je talenten". Dat die bouw van reddingboten, loopbruggen en statietrappen uit groeide tot een ware industrie zal thans wel duidelijk zijn. Doch Ver hoef deed nóg meer. Als enige firmant ter wereld in zijn branche riep hij een service-dienst in het leven, die niet te overtreffen viel. Elk onderdeel van zo'n statietrap bijv. kreeg een codenummer, zo dat bij mankementen slechts dat nummer behoefde te worden ge meld om in de kortst mogelijke tijd het kapotte onderdeel door een nieuw te kunnen vervangen. Ook al ligt een schip in Sydney of in Yokohama, toch kan het in enkele dagen vanuit Aalsmeer ge holpen worden per luchtpost. Voorts construeerde hij het vo rig jaar een duikreddingboot, die te allen tijde veilig in het water terechtkomt en dan ook direct door de autoriteiten kon worden goedgekeurd. Alleen wanneer zal hij aan de produktie kunnen beginnen? Hij wil immers toch ook nog motorzeilboten blijven bouwen, èn motorkruisers èn sim pele maar leuke zeilbootjes zon der meer. En hij wil geen grote logge fabriek worden met duizen den werknemers die hij niet kent. Er is overigens al zovéél ver anderd, sinds hij met dat loodsje aan de Ringvaart begon. Tussen 1945 en 1948 werd het al maar uitgebreid, tot hij niet verder kon. Daarom kocht hij aan de overzij de van het water 70.000 m2 grond, waarvan 8.000 m2 met hallen werd bezet En 50.000 m2 bleef weiland, waar tientallen ponny's en aller- leid ander kleinvee een goed le ven leiden. Dat vindt hij leuk voor z'n kinderen èn voor zich zelf. Zoals hij ook graag uit va ren en uit vissen gaat en dan zijn fototoestel nooit vergeet Want op het water voelt hij zich eerst recht gelukkig. Mocht u ooit eens langs de Ring vaart komen het afwaterings kanaal om de Haarlemmermeer dan zou het kunnen gebeuren, dat u daar een klein model van de Eiffeltoren ziet staan, met een uurwerk ertegen en een vlag er op. Op die plek begon in 1941 Joost Verhoef, 26 jaar oud, met 500 spaargeld als kleine zelfstan dige. Nóg voelt hij zich niet groot, al wil hij wel toegeven dat hij iets heeft bereikt. Voor 't eerst (geloven we) werk van Cobi Knotter nit Leiden in de proefbal lon. Zij maakte: WOORD de tijd heelt alle woorden het is heel goed mogelijk dat ik je verloren heb aan het gele strand van Aberystwyth deze zomer als een schelpdiertje zonder pootjes als een oestertje dat van binnen rot geworden is als een dode vis ik heb mijn natte jas aan de kapstok gehangen druipend van de regen zal hij spoedig drogen want bij de kapstok is centrale verwarming ANGST ik duw verveling als een wagen voor mij uit de brug is hoog de wijzers van de klok bewegen met geluid van stilte de spanning binnen in mij is zo groot dat mijn maag vol telefoongerinkel is maar ik durf de hoorn niet op te nemen tenslotte doe ik het toch ja zegt mijn stem en nee mijn hart tearoomvoices prikken in mijn huid mijn angst vertakt zich door de draden er komt een schok stoppen slaan door en dan ik ben weer een bloembol gepeld en gesorteerd in droogrekken geborgen om morgen te worden opgestuurd naar exportland om daar te bloeien in de lente als ik tenminste in goede aarde val COBI KNOTTER Over 't algemeen krijgen we veel cartoons binnen zoals je overigens ook in deze aflevering kunt zien)^L smaar goede tekeningen zijn erS weinig hij. Op deze inzendingen I tan Peter Algera uit Lisse na. T Alle vogel (alleen die van s vliegen Willem" niet) tmmmmMMmrmmmmmrmmmwmmwmmmmmMmmMmmmMmmmwmmmm KENT U ZO IEMAND? lijk antwoordde: ,.U hebt het zélf gepresteerd". Of het oude echtpaar, dat geen deur meer uit komt heeft misschien een klein verwennerijtje nodig. Een bloemist, die wij over Va- lentijndag spraken, vertelde: „Vroeger, zo'n veertig jaar gele den, kwamen ze voor Moederdag bij me van het Leger des Heils. Ze vroegen om wat voordelige bloemetjes, ik deed er wat goeie dat was een mooi gebaar ze tegenwoordig in de winkel ko men, kan je wel vragen: „Heb je je spaarbankboekje bij Je? Ze geven nu wasmachines en al. Begrijpt u, het moet zo zijn op Valentijndag, dat het bij het ge baar blijft. Als ik m'n buurvrouw op 14 februari een bosje bloe men stuur, dan hoeft ze er ver der niets achter te zoeken dan een bewijs van vriendschap. Het kantoormeisje, dat een bloemstuk- je vindt op haar bureau, kan daar een tastbaar bewijs van waarde ring in zien." De Nederlandse Bloemistenbond heeft de Valentijngedachte uit het stof gehaald en weer opgepoetst. Er Is een kentering merkbaar ten ■joede voor dat simpele feest van waardering in het zeer prille voor jaar. Kom, schik eens een lente-rui kertje of bedenk iemand, die uw dank verdient, met een klein ge schenk op 14 februari. Ieder mens heeft wel eens behoefte aan een troostend of waarderend klopje op de schouders. Zeker ln de wereld van vandaag, waar tijd en geld een belangrijke rol spelen, maar waar warme menselijkheid soms een schaars artikel lijkt. G. J. G. (Rot terdam): Het is waarschijnlijk je eerste depressie. Gaat wel over. Probeer het nog maar eens. A. K. (Amster dam-W) Word maar dienstwei geraar. C. de N. (Loos duinen): Wij heb ben onze blote (of is het naakte?) schouder eens opgehaald. Je bedoelt het wel goed, maar je haalt de zaken nogal door el- A. de B. (Leid- schendam): Je hoeft geen nieuwe te laten afdrukken. Je krijgt 'on zo maar terug. P. V. (te Sche- veningen)Het is waarschijnlijk handwerk. L. K. (Rotter dam): Met een kruik kom je al een heel eind. M. de G. (Den Haag1»: Meende je dat nou? R. B. (Voor- burg>Is me dat schrikken. Een idee voor een (laat)win- ter- of een (vroeg)voorjaars pakje vult dit keer de boutique, 't Hangt er maar van af welke stof je kiest. Flanel voor nu, linnen voor straks bijvoorbeeld, als het maar een effen lap is- Het accent valt in dit door Mag- da Stemerdink ontworpen deux-pieces op de lange doorge stikte siernaden in afstekende kleur. Een ander opvallend de tail vormen de twee grote kno pen. Het rokje is gerend, de mouwen hebben manchetten (modern!) en de halslijn is een tikkeltje uitgesneden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1963 | | pagina 17