IS GELUK
m&intenant
ftfk.
hcm'$
'Ruimte
voor ons....
ZO MAAR
EEN IMPRESSIE
ZATERDAG 2 FEBRUARI 1963
TTET opschrift boven
*-*■ deze pagina: „Er
is geluk in ieder ding",
hebben we ontleend aan
een gedicht van Anthonie
Donker dat eindigt met
de regel:
„DIT LEVEN, IS HET
HERINNERING OF
NOG EEN BRUISEND
HOPEN?"
Hy schreef deze woor
den in het sanatorium
van Davos.
Je kunt bovenstaande
citaten beschouwen als
het uitgangspunt van de
pagina van vandaag. Om
het concreet te stellen:
op deze bladzij praten we
over ziek zyn, maanden
en jaren lang liggen in sa
natorium of ziekenhuis.
We willen een ogenblik
stil staan by dit onder
werp, dat gewoonlyk,
maar ten onrechte, bui
ten onze belangstellings
sfeer ligt.
De foto's zyn van Ro
bert Collette, de tekst is
van Yolanda de Vries en
Meine Reitsma, die voor
deze pagina onder andere
op bezoek zyn geweest by
Zr. A. T. van Merendonk,
adjunct-directrice van
het Haags Sanatorium
voor Longtuberculose en
'i niet tuberculeuse ziekten.
SANATORIA STAAN bij voor
keur aan de buitenkant van
de grote steden of in kleine
plaatsen. Hier heeft men na
tuurlijk zijn reden voor: huiten
de stad vindt men lichtlucht
en rust, die in elk genezingspro
ces belangrijk zijn. Er bestaat
echter de kans. dat de sanato
ria dan niet alleen letterlijk uit
ons gezichtve ld verdwijnen,
maar ook figuurlijk: we verge
ten ze.
Je moet er eens nadrukkelijk
mee geconfronteerd worden, in
kennissen- of familiekring of mis
schien zelfs aan den lijve, willen
termen als: kuren, operaties en
röntgenfoto's je aanspreken. Je
kunt je heit ook moeilijk realise
ren, dat op zekere dag je spulle
tjes ingepakt worden j::
een of ander gebouw
in de bossen verhuist. Als je ge
luk hebt weet je dat je voor een
jaar weggaat, maar het komt va
ker voor dat het voor lange on
bepaalde tijd is. Probeer je eens
m die situatie in te leven. Het zal
je vrijwel niet lukken:
De ene week ga je nog gewoon
naar school, sta je in de zaak.
hang je in lijn tien, ga je naar
de bioscoop, flaneer je door de bin
nenstad. De andere week lig je in
een koud. wit bed naar glimla
chende verpleegstertjes en naar
buiten, naar de sneeuw te kijken.
in het lege midden
Tk lig lang in de luiheid van
mijn stoel. De vingers vormen
spits een steun voor de kin. Bin
nen handbereik draait in het
open vierkant van de radio de
zwarte schijf. Rechts, tussen de
open schuifdeuren, dansen nog
enkele paren. Duizenden passen
op een paar vierkante meter
vloer. Een zinloos samenvluchten
voor het hysterisch huilen van
een kind. Links, temidden van
bijeengedoken koppen, branden
hete verhalen aan tot een culi
nair succes. Rode lachsalvo's
loeien. Bitter de nasmaak. Be
zit niet rechts of links, maar in
het lege midden. Muziek zwijgt,
droog, en stemmen gloeien op.
bewegende monden worden ge
hoord door eigen oren. Een
vertellende hand aarzelt. Ogen
glijden even naar de gebogen
gestalte die behoedzaam de naald
laat glijden op de plaat. Een
mond zingt in de koperen keel
van het instrument. Wenende lip
pen klemmen zich om de houten
hese schacht. Tonen sterven in
het hijgen van de adem. Kleuren
en klanken vervloeien in de ogen.
De melodie bouwt een straatde
cor met de lach van lichte ven-
rs. M
om en verdwijnt in oude koude
portalen. Gebouwen buigen boven
mij, daartussen beven vlekken
geel. Breekbare etalages. Mijn
schoenen klinken de hemel in.
Ik loop dood in de wig van het
perspectief. De handen duwen de
huizen opzij en voor mijn voeten
valt verwondering.
In het vergeten vierkant tussen
samengehokte huizen ligt de im
mense cirkel van het plein ver
borgen. Een schotel niemands
land, geslotenheid, zwijgen. Aar
zelend treden de voeten binnen
de cirkel. Het evenwicht wordt
gebroken. Ik ga in het lege mid
den staan en hef het 'hoofd naar
de hemel. Niets beweegt. Alleen
het grijs van een wolk drijft langs
het blauw van de nacht. Ik wil
dit plein zijn. Dit is mijn plein.
Plotseling spuwen monden stenen.
Een schok doet de handen tas
tend naar steun zoeken. Het plein
draait, met mij als middelpunt.
Straten tuimelen achterover tus
sen huizen. De handen laten de
gapende nacht los. De schreeuw.
De schreeuw omhooggestampt
over tochtige daken. Waar is de
horizon. Het plein wentelt, rijst
en slaat de oren stuk. Het zwart
van mijn ogen spat op het steen
uiteen. Kapotgeklauwde handen
«chreien.
Muziek breekt, stemmen laaien
hoog.
Verdwaasd kijk ik naar de
tcherven grammofoonplaat en het
«traaltje bloed langs mijn hand.
ROLF HOEKSTRA.
nen. Maar als je er eens
voor neemt de resultaten
handenarbeid te bekijken,
den. En welke pa
tiënt wil dat niet?
Het zou ondoen
lijk zijn en ook
seen zin hebben on als wel naa geaacni. tn
deze plaats uit te Haaêsch Sanatorium worden v,,.-
w"de?óv« medï SM*®»»». A-
der Kees Andrea naar h
torium komt. Deze lessen i
expressie" vallen bijzonder
smaak en zijn een waardevol on
derdeel van het programma. Ra
dio, t.v., ontspanningsavonden (on
der auspiciën van het Prinses Ire-
nefonds) biljarten en lezen zijn
verdere punten ter verstrooiing.
Studie
Nu moet je niet denken, dat al
leen aan amusement aandacht
wordt besteed, ook is er volop
de tijd gelegenheid om studie te bedrij-
if ven" Aan ^et Haagsch Sanatorium
aparte leerkracht verbon-
clen' mejuffrouw E. van der Gies-
Dan is hel stil in de gangen
Een abrupt eind a;
uitgestippelde plannen,
oproept, tientallen vragen die be
antwoord moeten worden.
Een dag duurt lang
Het ligt niet in ons vermogen en
trouwens ook niet in onze bedoe
ling om te trachten hier antwoor
dingen die de
uitgang van de we
tenschap met zich
meebrengt: b.v. de
mogelijkheid om
met medicijnen en
operatieve ingrepen
het herstel van
t.b.c.-patiënten te
bespoedigen, de
middelen om polio
patiënten te re
valideren. en zo
je netjes kunnen insiders nog een poosje
-* vragen doorgaan. Wij zullen ons verder
J - beperken tot de pogingen die wor
den aangewend om voor het gees
telijk welzijn van de patiënten te
zorgen.
Hoogtepunten
Buitendorp fantastische dingen ge-
maakt, die op de jaarlijkse bazar het lezen
ij dan ook goed worden verkocht.
Naast het inspannende handen
werk is er ook nog wekelijks
.schilderles",
sche aspecten. Ter
loops willen we al-
op de prachtige ^^k
haar loopbaan als
ULO-lerares nu hier les geeft en
bij studie assisteert. De lessen
het prille begin van
schrijven leren tot
Nederlands op gymnasium niveau.
Ook draait zij haar hand niet om
algebra en meetkunde, boek-
van instelling en karakter
pas opgenomen patiënt hoe hij re
ageert op zijn zo plotselinge een
zaamheid. De een heeft het er
moeilijker mee dan de ander,
maar een dag duurt lang en dat is
met vier keer bezoekuur in de
week niet goed te maken.
Zeker in
niet. De meeste
hebben in deze periode sterk
behoefte aan steungevende ge- vau
sprekken, want het kan je vaak ÏJÏ,:!'
-illami-il 4a „anl ,,'ar^ftn Uaa„.a1
daarvoor de zondag- J
woensdagmiddag en de dinsdag
en donderdagavond gereserveerd.
Maar niet iedereen woont zo dicht
bij huis dat wekelijks van zijn be
zoekuren gebruik kan worden ge
maakt. Als er bezoek geweest is,
+;ij is dat meestal wel te zien aan
eerste tijd het tafeltje dat naast het bed
t"""""1 staat: een bos gele chrysanten
van moeder, een paar boeken
de meisjes uit de klas, een
gfe,™'.qggr.?1 mSsSÏÏi een ?akjT v£n™vrfend
■erloofde, stille getuigen van
de schil- houdkundige zaken enz. Waarmee
tegelijk gezegd is, dat vele studie
richtingen vertegenwoordigd zijn,
ook technische. Voor lessen die
mejuffrouw Van der Giessen zelf
niet geeft of geveh kan (voor
beeld: Siamees aan een zeeman
patiënt) heeft zij haar relaties die
kunnen bijspringen.
Uit al deze dingen blijkt dat het
opgenomen worden in een sanato
rium geen stilstand hoeft te bete
kenen. Als je de wilskracht op
kunt blijven brengen, is het een
tijd die volop benut kan worden.
Niet alleen je lichaam kan nieu
we kracht opdoen, maar ook
geestelijk heb je de gelegenheid
je verder te bekwamen,
korte of lange tijd
Even een briefje om jullie te
laten weten dat alles goed is.
hët We schrijven hier nl. zo tussen
ïiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
i wat geweest xegeld, dus maak je i
heden te bepalen i
wat komt. Het
zorgen hoor, ik sla
vooruit j»rhoo„ Irn-
doorheen. M'n kamergenootjes
niet altijd even gemakkelijk, wij vier zijn ongeveer even
oud als ik en we kletsen de he-
Nou tot donderdag
liefs, jul-
weten het, op deze pagina lees
dat ook in het andere stuk. "V
willen ook zeker niet geringschat- hoor, veel groetjes
tend er over spreken, maar we -
denken aan de dichtregel van de
t.b.c.-patiënt Anthonie Donker:
„Er is geluk in ieder ding". Wij
hopen dat velen dat met hem mee
kunnen zeggen.
MEINE REITSMA
Ik teken zorgvuldig mijn naam
onder het velletje, schuif het
in de envelop, schrijf het
adres erop, het oude ver
trouwde adres, de letters lo-
veel patiënten met volle overtui
ging kunnen zeggen, dat ze ..een
nooit alleen zijn", mT^
het feit dat je niet
toch betekent het gesprek
deren zo ontzettend veel als je
dagen lang alleen bent met je ge
dachten. In protestantse en rooms-
katholieke sanatoria staan de do
minee en de pastoor natuurlijk al
tijd klaar om te helpen waar dit
nodig is en om diensten te leiden.
Maar ook in de neutrale tehuizen
bestaat de mogelijkheid om het
spreekuur van de geestelijke ver
zorgers te bezoeken, en om eens
zoveel tijd een kerkdienst schema hangt natuurlijk af
die je tot nadenken stemmen, die
je een beetje weemoedig maken
en die je weer moed geven.
In de zorgvuldig opgestelde
kuurschema's is over het alge
meen één uur per dag volstrekte
rust opgenomen. Dan is er geen
heen en weer geloop, geen radio,
geen boek en geen handwerk:
dan heerst er een complete rust
gangen en zalen. Het verdere
jij naar bij te wonen.
Hoe eerder hoe beter
de toestand van de patiënt. Bij
elke vooruitgang verandert dit
schema een beetje en het wordt
door dokter én patiënt nauwlet-
Je tend in het oog gehouden.
De overval: een symbool
Ontspanning
Hoe eerder het je lukt oi
zo noodzakelijke bedrust te
cepteren om je aan te passen aan
je omgeving waar je meestal toch
een heel stel lotgenoten vindt, hoe
beter het is. Want het is echt geen
medisch geheim, dat een gezon
de geest de genezing bevordert, tiënten. Een belangrijke
De kreet: „Maar je moet zelf ontspanning is het verrichten
meewerken" is ge
Dat kunnen wij hi
neerschrijven, natuurlijk.
het i
dooddoener, handenarbeid. Mensen, die sinds
gemakkelijk de kleuterschool niet meer ge
knipt, geplakt en geboetseerd heb-
enigszins i
kan hei-
dichter bij het einddoel:
„genezing" te komen met beide
handen aangegrepen moet wor-
i feit dat alles ben, zijn ingespannen bezig,
tend in bed of, als het
aan tafel. Als je in e
rium ligt zijn de simpelste dingen
geschikt om als afleiding te die-
,,De Overval" trekt, na toch veel woorden deed iedere verzets-
reeds geruime tijd vertoond te figuur, wat hij als zijn plicht be-
zljn, nog steeds een groot aantal schouwde. Juist door deze aan
bezoekers. Zoals bekend betreft schetsmatigheid grenzende sober-
het een werkelijk gebeurde over- heid wordt de film reëel. Geluk-
1 wordt val op de gevangenis te Leeuwar- kig wordt de overval niet als he-
de pa- den in 1944. De moeilijkheden roïsch afgeschilderd. Inspecteur
hierbij waren niet gering. Er Bakker (Kees Brusse), Piet Kra-
mocht bijvoorbeeld niet geschoten mer (R
worden, daar de Ortskommandan- te veel om op te noemen, waren
tur zich in de onmiddellijke nabij- geen ver van ons verwijderde, ro-
heid bevond. Na veel inspanning mantische helden uit een epos,
zit- en ondanks ontmoedigende voor- maar zeer menselijke mensen,
kan, vallen lukte de overval. L. de Jong, de schrijver van
sanato- scenario, zegt in de inleiding
De film is uiterst sober, vrijwel het filmboekje „De Overval'
zonder overbodige details. Zonder „Getracht werd, aan de hand v<
enige gegevens uit de werkelijk
heid symbolische gestalten te
scheppen." Vandaar dan ook, dat
deze film meer is dan het weer
geven van een verzetsfase.
Filmisch zijn er enige zeer goe
de gedeelten. Indrukwekkend was
de bewoonde eenzaamheid van het
Friese landschap. Boeiend ook
waren de kale beelden
vangenismuren,
dat het publiek langzaam verva
gend aankijkt.
In „Het Vaderland" antwoord
den enige naoorlogse scholieren op
de vraag: „Zou jij hetzelfde ge
daan hebben?": „Het is gemak
kelijk, „ja" te zeggen. Ik hóóp
het." Wij kunnen slechts hopen,
dat men de oorlog niet meege
maakt hoeft te hebben, om de om
vang ervan te beseffen. Hopelijk
a m „ia. is het menselijk voorstellingsver-
(Rob de Vries), de anderen, mogen toereikend.
Toen het publiek, waaronder
pen soepel uit de pen, dan
op de achterkant onwennig
het nieuwe: Denneoord Bos-
laan 12. Ik buig me uit het
bed naar mijn kastje en vis
een postzegel uit het stroeve
laatje.
Maar de wijzer van de klok
staat pas op vijf over half
acht als ik klaar ben. Naast
me glijdt de pen van Clari
nog druk over het papier. Ze
schrijft haastig alsof ze hon
ger heeft en zo breit ze ook
en zo praat ze ook als ze ver
telt hoe lang ze nog moet en
over Bobbejan en Dop: Ik
verlang soms zo naar ze, ze
lekker te knuffelen en te ver
troetelen. Ik zie ze allebei
maar eens per maand, ze
worden zo verlegen, ik mag
ze alleen maar een handje
geven, ik ben soms zo bang
dat ze van me vervreemden,
ik weet niet of je het be
grijpt, ik ben hier al negen
omaanden, weet je.
Hitlerportret Ik. begreep het pas toen ze de
beide blonde kindergezichtjes
in het zilveren lijstje schuch
ter kuste gisteravond toen het
licht idtging, toen ik zag hoe
ze bloosde bij de ochtendpost:
'n envelop vol hoekige hane-
poten, een tekening drie
mannetjes met harkhanden
en ronde voeten, één grote,
twee kleine, 'n huis en 'n
vrouwtje met 'n grote neerge
bogen mond, eronder: tante
-. Wil is boos.
Naas' zit Maxha, het bed
"n vol boeken,
bevonden, naar buiten
schuifelde, weerklonk subtiel:
het „Land of hope and glory".... Men
wn zei: „Een goede film". En dat
zeggen wij ook.
TJIT REINSMA
broek aan, lange grijze trui,
schrijlings op het bed. Ze
studeerde kunstgeschiedenis:
„ik at waarschijnlijk ver
keerd, ik at eigenlijk nooit,
geen zin, zo alleen 's avonds".
Ze schudt telkens het haar
uit haar ogen, lang zwart, (u
moest het eens laten knippen,
juffrouw Termade, zegt de
hoofdzuster, jazeker zuster,
zegt Mascha) ze schudt
het achterover met een stei
gerend gebaar als een schich
tig zwart paard. Gelukkig
stuurt een vrindje me steeds
z'n dictaten en weet ik wat ik
zo ongeveer moet lezen en zo.
Maar denk maar niet dat me
dit niet minstens een jaar
achterop brengt." Weer het
steigerende gebaar, 'n trots
verzet tegen de tijd.
Aan de overkant liggen Ineke
en Truus met elkaar te fluis
teren. Ze waren samen op de
huishoudschool, hebben waar
schijnlijk elkaar besmet en
zetten nu hier hun oude le
ventje voort: giebelen achter
omlaag, pink omhoog of het
keep your fingers crossed te
genover mij. Zelfs de secon-
denwijzer gaat traag rond als
mijn ogen hem vasthouden,
traag als een molen zonder
wind.
Het is nu kwart voor acht. In
mijn koptelefoon zingt Azna-
vour „Et maintenant que fais
je faire". Ik voel dat ik zal
gaan huilen als ik niet iets ga
doen en daarom pak ik het
dagboek dat mam me gaf,
eergisteren, jaren geleden,
schrijf er de datum boven en
kras het vierentwintig keer
op de blauwe lijntjes, een
kromme hoofdletter M en de
andere letters hoekig er ach
teraan: que fais je faire, que
fais je faire. Wat moet ik an
ders doen? Wat moet ik an
ders schrijven? Ik, die nooit
tijd had voor het analyseren
van gevoelens, het beschrij
ven van het spelletje dat ge
beurtenissen en tijd met me
speelden, wat wil je dat ik nu
schrijf, nu er niets meer zal
gebeurennu alle dagen ste
riel zullen zijn, wit, spierwit
als de lakens, de bedden, de
muren, de ruisende rokken-
zusters: dames het is tijd, de
sputumdoekjes, het zakje
waarin je ze doet na elke
hoestbui, het licht zelfs, koud
en schaduwloos.
Zwart is hier alleen het cijfer
boven mijn bed, 'n grote ro-
meinse één die wil zeggen
dat ik nog een nul ben in het
kuren dat ik niets mag, niet
naar de conversatiekamer,
niet mezelf wassen, niet naar
de w.c.
Zwart is alleen het haar van
Mascha die ja zuster zegt,
haar bed vol boeken gooit,
haar haar laat groeien en al
les van zich af gooit met dat
ene gebaar: het zwarte paard
dat steigert tegen de tvjd.
Dat is het enige wat ik kan
doen. Kijken hoe zij haar haar
achterover gooit en werkt
vecht. Ik mag niet meer
pen. ik mag amper zitten,
mag niet breien en alle boeken'
worden zwaar in mijn handen,
boven mijn hoofd. Ik kan al-,
leen maar kijken en kijken.j
Liggen en kijken hoe zij het
doet. En achter de dansende
stroom van haar haar mijn
weg vinden, mijn houding
.icherp stellen tegen een vij
and die in zijn voordeel is.
Mijn eigen strijd strijden dag
aan dag tot ik weer mijn
tanden mag zetten in het klok
huis van de appel die het le
buiten is.
de rug van de zusters, stie- Acht uur. In alle bioscopen be-
kum snoepen, kibbelen
filmsterren uit oude tijd
schriften, ivie het eerst de
nieuwe secretaresse van de
romantica-serie mag lezen
wie de laatste hit zingt,
weet niets van hen.
De wijzer van de klok ver
springt als ik kijk. Nu mag ik
een wens doen. Maar het is
al de zoveelste keer dat ik
hem zie verspringen, ik zie
telkens die twee zwarte vin
gers als ik opkijk.
Half zes koud water, zeven uur
bruinbroodontbijt, acht uur
post, twaalf uur warm eten,
een uur tot half drie slapen,
zes uur eten, alles geregeld
door de V-tekens, het duim
ginnen de films nu te draaien,
t.v.-toestellen toorden aange
zet, mensen vouwen kran-
de ten open, de laatste fietsen
en rijden naar huis.
Ik Ik lig in een stil bed, in
stille zaal. Buiten waait
laatste wind door de bomen.
Mijn cgen smeken de klok
niet meer. ik kijk zonder ge
dachten naar de wijzer die
verspringt.
Al heb ik geen zwart paard
welk van mijn gebaren a_..
ook ik zal de weg wel vinden
en met mijn handen als steen
in elkaar gegroeid, zeg ik
zachtjes met dichte mond.
kom maar, kom
YOLANDA DE VRIES
m de nog levende vis in de Hol
landsc IJsscl van de dood te red
den, wil men proberen ze naar de
Lek over te brengen waar het wa
ter nog wel voldoende zuurstof
Hoe dan? Per jampotje?
Iu 1961 hebben 12.000 kijkers vei
zuimd hun kijkgeld te betalen. T«
recht, wat is er dat jaar nou te zie
geweest?
In de Franse sector van Berlijn heel
een Ooslduitse grenswacht het vuu
geopend op een hond, di
door de prikkeldraadvcrsperrin
Oost-Duitsland binnenrende. In
derdaad, die grenswacht beeft be
grepen dat er al veel tc veel „h
den" in Oost-Duitsland zitten.
De
officie
rechts
mislu:
op p
heeft
groep
moorc
gewor
het fe
politie:
de Di
Mosko