Met concilie heeft Rome
passiviteit laten varen
Oorlogsmisdadigers niet
met gratie begunstigen
KffiDampo
Oorlog op een afstand
Een kanttekening
Een woord voor vandaag
Spanje wil verbetering
positie protestanten
Siberische boeren leven
nit maranatha-reveil
DONDERDAG 10 JANUARI 1963
DE WERKLOOSHEID STIJGT WEER
JN ONS LAND waren wij gewend, dat de werkloosheid voortdurend kleiner
wordt. Niet in die zin, dat de werkloosheid van maand tot maand naar
beneden gaat, want dat is in verband met het verschil ln de seizoenen on
mogelijk. Des winters zijn er nu eenmaal altijd meer werklozen dan des
zomers. Maar wij zagen die daling wel als wij dezelfde maand van verschil
lende jaren met elkaar vergelijken.
De volgende cijfers illustreren dit:
Werkloosheid op het eind van:
1959 1960 1961 1962
(in duizenden)
januari 128 86 58 43
•Prtl 13 47 29 26
55 35 25 24
oktober 49 28 23 23
november 56 33 27 29
december 93 49 43 44
Bij bestudering van de cijfers moet het opvallen, dat er de laatste maanden
aan de regelmatige daling van de werkloosheid plotseling een eind is ge
komen. De cijfers voor oktober zijn al gelijk, maar in november en december
van vorig Jaar was het aantal werklozen reeds groter dan in dezelfde maan
den van 1961.
Gelukkig Is de stijging nog niet opvallend en de werkloosheid is daardoor
niet hoger dan in november en december van 1960. Maar een teken aan de
wand is het toch wel.
Niet alleen echter dat het aanbod van werkkrachten kon stijgen, minstens
even symptomatisch is dat de vraag naar arbeidskrachten door de werkgevers
naar beneden ging.
Eind november 1961 was er bij de gezamenlijke gewestelijke arbeidsbureaus
vraag naar 76.200 mannen; eind november 1962 was die vraag teruggelopen
tot 75.200 mannen. Eind december 1961 werden er 71.200 mannen gevraagd
en eind december 1962 69.300 arbeidskrachten.
Deze feiten wijzen er duidelijk op, dat de spanning op de arbeidsmarkt iets
minder wordt: het aanbod loopt op en de vraag zakt.
Ongerustheid uit sociaal oogpunt bekeken is voorbarig. Per slot van
rekening is de totale vraag nog aanzienlijk groter dan het aanbod. Wel zullen
die verhoudingen tussen vraag en aanbod per bedrijfstak uiteenlopen. Daar
komt als extra moeilijkheid nog bij, dat cr ln de ene streek in ons land aan
bod van arbeidskrachten uit een bepaald beroep kan zijn, maar juist weinig
vraag, terwijl in een andere hoek van ons land het aanbod in dit beroep
gering is, maar de vraag juist groot.
Deze accentverschuiving in de verhouding van vraag en aanbod zien wij
overigens niet alleen bij de mannen, maar ook bij de vrouwen. Zowel in
november als in december is de werkloosheid groter en de vraag kleiner
geworden dan een jaar ervoor. Eind december jl. waren er 5200 werkloze
vrouwen, maar er was vraag naar 33.800 vrouwen. Die tegenstelling is dus
groter dan bij de mannen.
Waar Is deze, zij het nog geringe wijziging in het sociale klimaat nu aan
te wijten? Verschillende krachten kunnen hier genoemd worden. Wij denken
aan de repatriëring uit Nieuw-Guinea, wij denken aan de weersomstandig
heden, maar wij denken ook vooral aan het wat terughoudender worden van
het bedrijfsleven.
Wij kunnen beslist niet zeggen, dat er sprake is van een uitgesproken terug
gang. Wel dat tal van bedrijven het moeilijker gekregen hebben, omdat de
kosten oplopen en hier lang niet altijd een voldoende stijging van de omzet
tegenover staat. In het bijzonder in de bedrijfstakken die produktieraiddelen
maken (dat is dus vooral de metaalsector), merkt men, dat de opdrachten
terug lopen.
In deze bedrijven wordt men dus voorzichtiger met het aantrekken van
arbeidskrachten. Men zal ook geneigd zijn afvloeiende krachten niet meer
te vervangen. Maar het kan ook voorkomen, dat voor arbeidskrachten die
men, hoewel zij niet dringend nodig waren, toch heeft aangehouden, thans
wegens de gang van zaken ontslag wordt aangevraagd.
Van invloed is ook, dat geleidelijk aan het produktie-apparaat gemoderni
seerd is. Dit betekent dat in verschillende bedrijven de nieuwe machines
bepaalde arbeidskrachten overbodig hebben gemaakt. Ook hierdoor is de
voorheen grote vraag naar arbeidskrachten kleiner geworden.
Het is naar onze mening beslist nog niet zo ver, dat alarm moet worden
geslagen. Daarvoor is de stijging van de werkloosheid nog van te bescheiden
aard. Wij zullen echter wel met de mogelijkheid rekening moeten houden,
dat wij dit jaar nog wel vaker een stijging te zien zullen krijgen.
En dit is dan niet alleen te wijten aan het teruglopen van de vraag van de
werkgevers, maar ook aan de natuurlijke groei van de beroepsbevolking,
hetgeen weer samenhangt met de naoorlogse geboortegolf. Deskundigen
schatten, dat dit jaar 70.000 personen meer voor het bedrijfsleven beschik
baar komen.
Zoals wij er aan gewend waren, dat de werkloosheid voortdurend daalde, zo
zullen wij er thans weer aan moeten wennen, dat er voorlopig aan die
daling een eind is gekomen, sterker, dat wij met een lichte stijging rekening
moeten houden.
Ds. K. Exalto voor Geref. bondspredikanten
Reformatie heeft
«v; goedbezochte vergadering
predikanten behorende tot de n0g beStaanSI'echt
:f. Bond in de Ned. Herv. kerk, o
Op
van
Geref. Bond in de Ned. Herv. kerk,
8 en 9 jan. op Woudschoten gehou- tus alleen daar
den, sprak ds. K. Exalto (Melis
sant) over het onderwerp „Rome
ReformatieConcilie".
Wanneer Rome met de aankon
diging van het te houden concilie
op 25 januari 1959 bedoelde de
aandacht op zich te richten, dan is
dit doel volledig bereikt, aldus
spreker.
Men is beduusd bij het vele, dat is
losgekomen. In de kring der R.k. oecu-
menici leeft een hartstochtelijk een
heidsverlangen (zie H. Küng, Konzll und
Wledervereinigung)
Rome heeft zijn passieve houding la
in varen en treedt in de persoon van
paus Johannes XXIII de gescheldenen
krachtig tegemoet.
Zeer veel desiderata zijn binnengeko
men van bisschoppen en faculteiten (van
de laatste alleen al 60 rapporten.
Naast een intense beoefening van de
conciliegeschiedenis valt een herleving
te constateren van de concilietheologie.
Het conciliarisme was juist vóór de re
formatie op het 5de Lateraanse concilie
in 1517 veroordeeld, terwijl het curialis-
me (papalisme) triumfeerde op het eer
ste Vaticaanse concilie (1870/71). En nu
geschiedde het onwaarschijnlijke: een
"ieuw concilie wordt bijeengeroepen.
Waardevol
Bij Luther en Calvijn vinden wij waar
devolle beschouwingen over de beteke
nis van een concilie. Luther, die het cu-
nalisme tegen had, heeft zich een en
andermaal beroepen op een algemeen
concilie (1518 en na zijn uitbanning in
1520) Vanuit het sola scriptura (de H.
Schrift alléén) stond hij critisch doch ook
positief tegenover een concilie. Het is
niet onfeilbaar: ze kunnen dwalen en
hebben gedwaald (veroordeling van
Huss te Constanz); zijn niet altijd re
presentatie van de Kerk; zijn niet alle
door de H. Geest geleid (de belofte van
de Geest is verbonden aan de trouw
aan de leer der apostelen); het Woord
Gods staat boven alle concilies (ieder
gelovige heeft de resultaten te toetsen
aan dat Woord); concilies mogen geen
nieuwe artikelen naast de Schrift stel
len, doch moeten deze uitleggen, kette
rij weren en orde op zaken stellen; con
cilies moeten vrij zijn en niet onder lei
ding van de paus staan; ook leken, vro
me, verstandige christenen, dienen te
worden uitgenodigd. Luther dacht hierbij
aan de keizer en de vorsten.
Ook Calvijn, die eerbied had
eerste vier oecumenische concilies doch
maant ons „maat tc houden" in de
waardering, stelt nadrukkelijk, dat Chris-
cilies blijft dan ook juist nu onvermin
derd van kracht. Wordt er ernst mee
gemaakt, als het Woord Gods boven het
concilie wordt gesteld? Met de Maria-
dogma's is wel degelijk een nieuwe leer
ingevoerd,
I r Zijn Woord
heerst. Concilies zijn geen noodzakelijke
vergadering van de herders (de bis
schoppen) en zijn niet zonder meer re
presentatie van de ware kerk. De be
sluiten moeten getoetst worden aan de
H. Schrift. Calvijn wijst ook op het feit.
dat verschillende concilies met elkaar
ln tegenspraak zijn en stelt eveneens,
dat de kerk „geen nieuwe leer mag op
richten."
Rome's visie
Rome's visie wordt gevonden in het
Corpus juris canonici (C.J.C.). Merk
waardig is direct al, dat de paragraaf
over het concilie komt na die over de
paus, wien naar goddelijk recht de
hoogste rechtsmacht in de universele
kerk wordt toegekend inzake geloof,
zeden en tucht. Zo gaat het concilie
schuil achter het primaat van de paus,
die het concilie moet bijeenroeoen en
de besluiten goedkeuren en bevestigen.
Van pauselijke beslissingen is geen be
roep mogelijk op een oecumenisch con
cilie. Dit moet terdege bedacht worden,
ook al wordt gesteld, dat het oecume
nisch concilie de hoogste macht heeft
ver de gehele kerk.
Lorenz Jager (Paderborn), die zeker
niet tot de conservatieve theologen kan
worden gerekend, sluit zich in zijn de
ductieve methode -a.. beschouwen ge
heel bij het C.I.C. aan: dat de oud
ste concilies niet door de bisschop van
Rome, doch door de keizer bijeengeroe
pen waren en door deze werden be
krachtigd, deert hem blijkbaar niet Hij
redt zich met het oude apologetische ar
gument van de stilzwijgende bekrachti
ging van de paus! Hij gaat voorbij aan
net feit, dat de concilies van Constanz
Bazel conciliaristisch waren. Conci
lies-, waar de leken indirect (in de bis
schoppen) slechts aanwezig zijn, zijn
eigenlijk niet nodig: de paus immers re
geert Hans Küng gaat heel anders te
werk; niet deductief. Een stilzwijgende
bekrachtiging, als boven gesteld, blijkt
nergens. De woorden ecclesia (kerk) en
concilium hebben dezelfde wortel, waar
uit blijkt, dat het door mensen bijeen
geroepen concilie de kerk op een ge
loofwaardige wijze behoort te represen
teren. De eerste zeven oecumenische
concilies bezaten deze geloofwaardig
heid.
Sinds de breuk
Drie predikanten in open brief
Drie predikanten hebben zich
in een ,,open brief" heftig verzet
tegen de vrijlating van de oor
logsmisdadigers Lages, Aus der
Fünten, Kothalla en Fischer. Het
zijn de hervormde predikant dr.
K. H. Kroon, de doopsgezinde
predikant Fr. Kuiper beiden uit
Amsterdam en de Rotterdamse
lutherse predikant ds. Th. Schar-
ten. De brief is gericht aan de
hoogleraren prof. mr. J. M. van
Bemmelen en prof. mr. W. P. J.
Pompe naar aanleiding van hun
voorstel in het Nederlands Juris
tenblad.
Deze hoogleraren hadden geschreven
dat het noodzakelijk werd dat het Ne
derlandse volk edelmoedigheid toonde en
de vier misdadigers gratie verleende.
Volgens hen is de reeds verleende gra
tie die de doodstraf wijzigde in levens
lange gevangenisstraf niet voldoende,
Volgens de schrijvers van het betreffen
de artikel moet het Nederlandse volk
In strijd met
respect voor
menselijke
persoonlijkheid
(Van onze kerkredactie)
van uil gaan dat de misdrijven die'
de vier Duitsers hebben gepleegd in
oorlogstijd gepleegd werden, die over
de hele lijn zedenverruwing en verwil
dering en grote zenuwspanningen met
zich meebracht.
Vele Nederlandse kranten hebben on
middellijk na de publikatie van dit ar
tikel in de afgelopen dagen fel gerea
geerd. In hun open brief wijzen de drie
predikanten nog eens op een in 1960
uit protestantse kring aan de minister
van justitie gezonden schrijven. Daarin
werden de volgende overwegingen
voren gebracht:
OVERWEGINGEN
1. DE BETROKKENEN hebben zich
schuldig gemaakt aan een zeer uit- »««-
zonderlijk misdrijf, dat sedert inter- j logische studenten ontvangen, die deel-
.i. genocide bestempeld nemen aan het tot vrijdag durende
De predikanten vervolgen: U meent
ter ondersteuning van uw betoog
beroep te kunnen doen op de ede.
digheid van het Nederlandse volk. Wij
achten het juist in strijd met het res
pect voor de menselijke persoonlijkheid
van de vier betrokkenen, te doen alsof
hun misdrijven vergelijkbaar zouden zijn
met normale overtredingen van wet ert
geweten.
Wij herbalen daarom, dat afsluitend
Indien van een volkomen verandering
van inzicht bij betrokkenen zon zijn ge
bleken, een gehele of gedeeltelijke gra-
Uëring in overweging mag komen. He
laas U ons en klaarblijkelijk ook U
daarvan echter niets bekend; evne-
mln ais er bij de in vrijheid verkeren
de bedrijvers van soortgelijke misdrij
ven elders iets van een radicale omme
keer gebleken is. Wij verwachten dan
ook, dat uw artikel geen Instemming
zal vinden bij de regering.
In Nijmegen congres
theolog. studenten
.- 'nT gres van de „verenigde studenten a.
de opzet theologische faculteiten" (V.S.T.F.:
deze vereniging werken thans twaalf
groeperingen samen van protestantse,
katholieke en oud-katholieke studenten
uit Nederland, alsmede enkele groepe
ringen uit België.
Als thema van het congres, dat nu ir
Nij egen wordt gehouden, is gekozen:
„schrift en traditie, de bijbel in de kerk",
een onderwerp dat aan actualiteit heeft
gewonnen door het concilie.
Het congres is ingeleid door prof. dr.
J. Sperna Weiland van de Gemeente
Universiteit van Amsterdam, die naast
schrift en traditie een derde component
naar voren bracht: de geestelijke situatie
van de 20ste eeuwse generatie. Hij wilde,
redenerend vanuit de geestelijke situatie
van nu en daarbij de traditie in acht
nemend, komen tot de schrift en tot hem
die deze wereld bestuurt.
Er staan voor het congres in Nijmegen
vier dogmatische beschouwingen op het
programma. Deze zijn alle gericht op een
theologische standpunten bepaling, die
ruimte laat voor uitvoerige discussies
Hiertoe zal ook nog een forum worden
gehouden.
licroppinsswcrk
Meyndert te Waarder.
Aangenomen naar Oldebroek: H. A.
van Bemmel te Leerbroek, die bedankte
voor Maarssen.
GEREFORMEERDE KERKEN
Beroepen te Zoutkamp: J. Langeveld.
U Brandwijk, die bericht dat hij geen
verdere beroepen meer in overweging
kan nemen; te Sappemeer-Hoogezand: K.
Bisschop te 1
Zwaagwesteinde.
GEREFORMEERDE GEMEENTEN
Bedankt voor Ridderkerk en voor Rhe-
ncn: C Wisse te Hendrik Ido Ambacht
UNIE VAN BAPT. GEMEENTEN
Beroepen te Utrecht: J. Bosma te
Arnhem.
tot uitroeiing van een bepaalde bevol
kingsgroep, n.L de Joodse en de ver
dedigers daarvan;
OMDAT het hier ging tegen het volk
Israël, bijzonder tegen de Joden in
ons midden, werd daardoor tegelijk
de bijbel, het kostbare door God in
Israël geschonken en voor het mense
lijk geslacht bestemde geestelijk erf
goed. aangerand;
3 HET Nederlandse volk stelde er sinds
eeuwen een eer in, dat Joden zich
in ons land meer dan waar ook ter
wereld „thuis" mochten gevoelen, zo
dat ons volk door de misdaad van
betrokkenen in zijn ziel werd geraakt;
4. EEN BEPERKING van de aan be
trokkenen opgelegde straf moet
onze overtuiging nog steeds de
keerde indruk wekken, dat aan de bo-
^èngenoemde overwegingen niet het
gewicht wordt toegekend, dat aan de
ze behoort te worden gegeven;
5. BOVENDIEN moet gevreesd worden,
dat een dergelijke beperking in Duits
in hun activiteiten zou steunen, en
omgekeerd de gelukkig ook aanwezige
tegenkrachten zou verzwakken.
6. NOCHTANS zou, indien van een vol
komen verandering van inzicht bij
betrokkenen zal blijken, en dan te
gelegener tijd, beperking van straf in
overweging kunnen worden genomen.
BOEKENHOEK
Het boek van de levende God, door
B6 Yin RA. Vertaling J. Moorman,
Vierde druk. Uitgave Servire, Den
Haag.
bare geloofwaardigheid, die de eenheid,
de cathöliciteit, de heiligheid en de apos,
toliciteit der kerk dient te bewijzen. Op
de apostoliciteit als opdracht der kerk
valt bij Küng alle nadruk. 'De represen
tatie komt nauwelijks ter sprake: die is
vanzelfsprekend. Küng is goed R.K.
Dat in het C.I.C. de deelname beperkt
wordt tot de bisschoppen, acht Küng in
het licht van Hand. 15 (waar de
meente naar voren komt) onjuist.
's een dieptepunt. Na Trente is het al-
lemeen priesterschap der gelovigen op
Ie achtergrond geraakt.
Bij Luther valt hier alle nadruk op.
Het ambt komt op uit de gemeente,
H - roeping
i Boven;
Pauselijk
niet vrij. Ook al dienen
wezig te zijn, de H. Geest wordt toch
aan de bisschoppen gebonden. Evenals
Küng verwacht te onzent ook Fiolet veel
in het Vaticanum II.
Ieder mag het zijne meebrengen,
als kardinaal Bea en de paus verzeke-
Maar Rome blijft zichzelf gelijk en
wil zijn positie verstevigen. Wij worden
gevraagd terug te komen. Schrift
theologie zijn niet vrij.
Dit hernieuwingsconcilie was in or
moderne tijd meer nodig dan men
,k.-kring wil toegeven, 't Gaat ons m
er aan dan wel wordt gesuggereerd.
Laten wij ons niet laten opwinden noch
ok ons bang laten maken, omdat een
vernieuwde r.k.-kerk meer werfkracht
kan blijken te bezitten, nL op
reformatorische posities reeds hadden
verlaten. Ook onder theologen komt het
>or dat de verschillen met Rome niet
ieer als wezenlijk worden erkend.
Wel spreekt men van een lange weg.
die nog moet worden afgelegd, maar
is de grote vraag óf we inderdaad
imen op dezelfde weg zijn.
Ondanks de pretenties, die irriteren
(alsof het heil en de vrede der wereld
geding zijn) verdient het concilie
;e belangstelling. Het zij ons duidelijk,
dat het hart der controverse door Küng
niet is getroffen.
De R.K. dogmata staan de éénwor
ding in de weg. Rome acht het ver
schil in ecclesiologie (leer der kerk)
fundamenteel, maar het eigenlijke ver
schil ligt in de bekende solismen (al
leen het geloof; genade alleen, de H.
Schrift alleen; Christus alleen).
De reformatie heeft nog steeds be
staansrecht en dient voor te gaan of zij
bestaat niet! Deze eis van voortgaan
de reformatie geldt ook de eigen kerken
Zo worden wij bewaard voor een on
vruchtbaar antipapisme.
Als het bij de mensen met Jezus anders gaat dan zij hadden
gedacht, keren zij Hem de rug toe. Op het moment, dat velen
van Zijn volgelingen de leer, die Hij verkondigt hard gaan
vinden, verlaten zij Hem.
Als Jezus tot de mens spreekt staat de mens in feite op de
tweesprong. Hij kan twee dingen doen: luisteren en stil blijven
öf heengaan. De mens heeft een beslissing te nemen, en welke
zal die zijn?
Als er zijn, die Hem hebben verlaten zegt Jezus tot de twaal
ven: Gij wilt toch ook niet weggaan? (Johannes 6:67). En
dan antwoordt Simon Petrus: Here, tot wie zullen wij heen
gaan?
Dat is het punt waar het om gaat. Als de mens Jezus verlaat
ja, wat dan? Een leven zonder Jezus is een leven, dat zich
richt naar de dood. Zonder Jezus geen Golgotha, geen kruis,
geen vergeving van zonden, geen uitzicht, geen doel. Dat is
het vreselijke. Zonder Jezus staat de mens in de verlorenheid.
Simon Petrus geeft zelf antwoord op de vraag, die hij stelt.
Tot wie zullen wij heengaan? „Gij hebt woorden van eeuwig
leven." Wie Jezus aanhangt leeft naar de eeuwigheid.
Zonder Jezus duisternis. Met Jezus licht.
Minister Luns meent:
(Van onze parlementsredactie)
Minister Luns meent, dat de
Spaanse regerinhg er metterdaad
naar streeft de discriminatie van
de protesanten in Spanje op té
heffen en hun positie te ver
beteren. Bij de begrotingsbehan
deling van buitenlandse zaken
maakte hij gisteren in de Tweede
Kamer melding van een nieuw
Spaans statuut, dat waarborgen
bevat voor de godsdienstvrijheid
der protestanten en voor de uit
oefening van de protestantse ere
dienst.
Of dergelijke maatregelen in de prak
tijk effect zullen sorteren, moet wor
den afgewacht, aldus de minister, die
de heren Van Dis (s.g.) en Schmal
(c.h.) liet weten dat ook de regering
met zorg is vervuld over de geloofs-
vervolgingin in Latijnse landen. Der
gelijke acties, waar ook ter wereld,
worden door de regering uiteraard
volstrekt veroordeeld. Overigens dekten
de ministeriële informaties over ge
loofsvervolgingen in Brazilië, Mexico
enz. niet geheel de inlichtingen, die de
S.G.P.-fractieleider Van Dis terzake
had ontvangen.
Mr. Luns verzocht voorts de heer Van
Dis te bedenken, dat tolerantie voor
brede lagen van de wereldbevolking nog
een onbekend begrip is. Dit geldt tot
Russische pers
noemt hen
fanatici
(Van onze kerkredactie)
De Russen hebben eindelijk
ook hun lezing gegeven over de
irUptl'meent'TS" e "ffTmato^ongS i groeP Siberische gelovigen, die
duidig is «eweest.J^JTrente^echter na- j om aan godsdienstvervolging te
doch er is ook
in Christus.
Küng, die Luthers moeilijkheden be
rijpt, -
is gewe
"wirig ter'hand *enMnu'?—°Küng"iVzeer ontkomen, vluchtten naar
optimistisch gestemd gaat de kerk
verder.
De van haar gescheiden broeders móe-
bezinnen op het apostolisch
ten zich i
die
het vroeg-katholicisme in het N.T,
meent terug te vinden.
Het kan duidelijk zijn, dat Küng het
protestantisme niet tegemoet kómt.
Primaat
Hij handhaaft het pauselijk primaat,
dat grootste struikelblok Voor de een
heid sinds 1870, doch hij wijst op de
begrenzing daarvan. De paus is dienaar
der kerk. Bepleit wordt een herwaar
dering van het conciliarisme; een aan
vulling van 1870.
Ondanks zijn oecumenische openheid
komt Küng ons geen stap nader.
Hij handhaaft de pauselijke onfeilbaar
heid, die beperkt is tot diens spreken
ex cathedra en gebonden is aan het
Woord Gods, dat bewaard, verklaard en
verdedigd moet worden.
Maar Küngs openbaringsbegrip is
goed-r.k. Binnen het raam van de struc
tuur dezer kerk streeft Küng naar meer
evenwicht
Wat de huidige stand van zaken be
treft in de controverse Rome-Reforma
tie dient te worden bedacht, dat elke
verandering nog geen vernieuwing is en
elke vernieuwing nog geen hervorming.
Sinds Trente heeft de R.K.-kerk zich
steeds meer gesloten en Vaticanum. I
(1870) maakte de kloof onoverbrugbaar.
Waarbij dan nog de Maria-dogma's ge
komen zijn.
De critiek der Reformatie op de con-
Amerikaanse ambassade in Mos
kou. Het persbureau Novosti
heeft een artikel ter beschikking
gesteld van de westelijke corres
pondenten, waarin de groep gezonden."
wordt beschreven als bestaande
uit „misdadigers en mensen die
er van houden hun kinderen af
te ranselen." Het betreffende
persbericht maakt wel duidelijk
dat deze baptisten wel degelijk
aan vervolgingen hebben bloot
gestaan, zelfs dat in sommige ge
vallen ouders uit hun ouderlijke
macht over hun kinderen zijn
ontzegd.
Het stuk geeft wel een geheel ander
beeld van deze meest eenvoudige mensen
dan de functionarissen van de ambassade.
Zij wezen er op dat het prettige mensen
waren die wilden ontsnappen aan het
harde leven dat christenen in de Sowjet-
unie leiden.
Vólgens het persbureau Novosti vorm
den deze boeren een illegale splinter
groep, die gesticht werd door een zekere
Grigory Vasitsjenko en diens vader, een
man die herhaaldelijk veroordeeld moest
worden wegens „zijn vóórliefde voor
leeglopen."
zouden in twijfelachtige zaken betrokken
z(jn en zü zouden hun kinderen hebben
geterroriseerd, om deze te dwingen over
eenkomstig hun godsdienstige opvattin
gen te leven. Nergens zegt het artikel
echter ln welke twijfelachtige zaken zij
betrokken waren en op welke wijze zij de
Russische wetten hebben overtreden.
De boeren worden „Siberische funda>
mentaüsten" genoemd en zouden ziel.
tien jaar geleden tot groep gevormd heb
ben. Sommigen van hen die tot de groep
toetraden, zouden tot de overtuiging ge
komen zijn dat de dag van het laatste
oordeel nabij is. Volgens het artikel
den zij begonnen zijn met het verbranden
van hun bezittingen.
Het Russische persbureau zegt voorts
dat „de openbare mening in Tsjerno-
gorsk tegen deze fanatici in het geweer
is gekomen, hetgeen ertoe geleid heeft
dat verscheidene fundamentalisten
-hun ouderlijke macht zijn ontzet, wa
kostschool werden
op zekere hoogte ook nog voor Spanje.
Wat echter de geïnterneerde Spaanse
militair betreft die weigerde tijdens
te knielen: zoals wij reeds pu
bliceerden is deze inmiddels vrijgelaten.
Over verdere moeilijkheden van protes
tanten ln Spanje hebben de Nederland-
regering geen berichten bereikt.
De heer Van Dis bleek door het mi-
nisteriële antwoord niet voldaan. Hij
achtte de bewindsman onvoldoende ge
ïnformeerd en maakte melding van een
ebericht in onze bladen van 18 mei.
op gezag van een Amerikaanse
lutherse predikant werd meegedeeld, dat
de gewelddadige dood van de Mexicaan
predikant ds. Reyes moet worden ge-
n in het licht van de anti-protestant-
golf die zich de laatste jaren over
Mexico heeft uitgebreid. Het bericht
vermeldt verder dat de eerste Mexicaan
se kardinaal enige jaren geleden in zijn
eerste proclamatie heeft beloofd de
twee kankergezwellen van Mexico, het
communisme en het protestantisme, uit
te zullen snijden en te vernietigen.
„Er is geen kardinaal ln Mexico",
zo interrumpeerde staatssecretaris dr.
Van Houten, die enige jaren Nederlands
ambassadeur in Mexico Is gewees Mi
nister Luns vroeg of de heer Van Dis
misschien in de war was met een oud-
katholieke kardinaal. Dat was allerminst
het geval. Bij de replieken moest minis
ter Luns erkennen, dat onze bladen bij
zonder goed zijn ingelicht" en dat er
inderdaad een kardinaal is in Mexico.
De staatssecretaris beloofde te zullen
nagaan wat de ware toedracht van de
tragedie rond de Mexicaanse predikant
is geweest. Van het resultaat van dit
onderzoek zou hij de heer Van Dis op
de hoogte stellen.
Predikantsgezin te
Drachten verrast
met drieling
De •:?r kinderen van de christelijk
ger 'dikant ds. M. Drayer hebben er
in ip twee broertjes en een zusje
bij cn. De drieling ligt nog in de
cou Ds. Drayer vertelde dat twee
van Lie pas een naam hebben, over
de de.e zijn de predikant en zijn echt
genote het nog niet eens.
Ook uit zijn gemeente Drachten heeft
ds. Drayer al veel belangstelling onder
vonden.
Ds. Drayer heeft onlangs het beroep
van de gemeente van Amsterdam-Z. aan
genomen, zodat de drieling als grote
stadskinderen op zullen groeien. Zo
gauw d- toestand van mevrouw C. A.
Drayer— /elema en van de drieling het
toelaat, zal men naar Amsterdam ver
trekken.
84E UNIECOLLECTE
De boeren worden „ln het geheim wer
kende fanatici" genoemd die zich „schul
dig gemaakt hebben aan ernstige schen
dingen van de rechten van de mens". Zij
Reveil
de
In Siberië vond in de dagen
Russische revolutie een opmerkelijk
veil plaats, waardoor velen tot persoon
lijke bekering kwamen. Het communis
me is toen zeer fel tegen deze gelovigen
te keer gegaan. Velen van hen werden
vermoord. Uit die jaren zijn ook echter
de wonderlijkste uitreddingen bekend, en
zelfs plotselinge bekeringen van commu
nistische soldaden die geestelijke leiders
moesten fusilleren.
Toch moesten ae meeste geestelijke lei
ders van dit reveil, onder meer ook en
kele Russisoh-Amerikaanse zendelingen
na de communistische machtsovername
vluchten naar Mongolië cn Siberië. Deze
beweging zou gekenschetst kunnen wor
den als een maranatha-beweging, met
sterke nadruk op persoonlijke bekering
en de directe verwachting van de we
derkomst van Christus. Het was een pre
diking die bij ons vooral werd gebracht
door Johannes de Heer.
De berichten om de Russische boeren
die bescherming zochten in de Ameri
kaanse ambassade maken duidelijk dat
deze beweging uit de Jaren 1915 tot 1919
nog lang niet de kop is ingedrukt en nog
immer doorwerkt, maar ook dat de com
munisten nog steeds deze eenvoudige ge
lovigen bet leven moeilijk proberen te
maken en proberen deze reveilbeweglng
te stuiten.
304.75; Bil ja 303,25; Ee 395; Gor-
redijk 449.50; Heidenschap 231,65; Kou-
dum 591,43; Oudwoude 187,05; Oosterend
319; Hooger-Smilde 830; Zweeloo 643;
Lemelerveld 229,50; Schalkhaar 150,74;
Culemborg 586,25; Ellecom 458,35; Ruur-
lo 307; Waverveen 156.30; Zetten 436,75;
Nieuwer ter Aa 667,50; Amsterdam-N"ord
1.393,10; Beverwijk 2.220,66; Nieuw-Beij-
erland 730; Groote Llndt 535 85. Totaal
van 225 lokal ecomité's 143.88 MS.
Transportlijst 9 1962 143.83!.15; Leens
705,75; Sauwerd ƒ598; Zevenhuizen Boven
ƒ200; Balk 403,02; Boxum 435.50: Fer-
werd 746,90: Harllngen 1.164,32; Hoorn-
sterzwaag 124.50: LoUum 401.75; de Tlke
205; Wljckel 133.50: Vries 205.50; Daar-
le 420: Ommen ƒ1151.55; Barlo 388.28;
Doornspijk 700,60; Haarlo 354: Ooster
beek 662.75; Scherpenzcel 508,39: Ame-
rongen 330.6T
224.77; Totaal
250 lokale comité*
VenhaSe,
zacht-brós beschuit
FEN kind vindt oorlogen móói tenminste zo
lang ze maar op een afstand blijven. Ik
weet niet hoe dat komt. Misschien speelt ons on
derwijs in de vaderlandse geschiedenis daar wel
een rol bij. Je hebt altijd van allerlei heldenda
den géhoord: hoe lekker we de Spanjaarden op
de kop zaten, en hoe we kokende olie over hun
hoofden uitgoten. Hoe verbeten we stand hielden,
totdat van Alkmaar de victorie beginnen kon, of
tot de wind draaide en Leiden ontzet werd. O,
wat is oorlog een adembenemend boeiend be
drijf!
Misschien zit het ook wel in iets anders. Een
kind wü zelf macht hebben. Het is zo afhankelijk.
Het wordt altijd bedisseld en geringeloord. Het
droomt ervan wat het eens doen zal als het groot
zal zijn. Daarbij voegt zich de lust om zo nu en
dan de boel eens kort en klein te slaan, maar
daartoe krijgt het de kans niet, want z'n ouders
leren 'm in dat geval wel mores. Vroeger tenminste.
Nu bestaan er voor dergelijke agressieve jongetjes
gooi- en smijtlokalen. waar ze zich gerust kunnen waanzin
uitleven. Maar destijds was de psychologie nog een
verschrikkelijk jong vak. en je kon je lusten slechts
botvieren op je speelgoed. Véél had je daar niet
aan. want je bleef altijd met de brokken zitten en
achteraf had je spijt als haren op je hoofd dat
of ander dierbaar pand zo mishandeld had,
gooid moest worden. Maar dan g
volwassenen zélf het voorbeeld
trekken brandschattend en vernielend de landen
door. En je vindt dat zo uit de verte, en zolang
ze maar van ie eigen spullen afblijven toch diep
in je hart móói.
De oorlog bleef zich ln de verte afspelen. In
Limburg kon je nog ooggetuige 2ijn van de onover
winnelijke Duitse opmars, maar in Groningen merk
ten we niets. Pas tegen het einde van de strijd
zouden nu en dan zacht onze ramen rinkelen, doch
gedurende de eerste wekei. was daar geen sprake
van. Doch in plaats van eigen belevenissen waren
er de beschrijvingen en foto's van het oorlogsto
neel. Ze hebben een onuitwisbare indruk op me ge
maakt. Tientallen jaren heb ik die allereerste com-
muniqué's bewaard, en het fraaie plaatwerk „De
Groote Europeesche Oorlog van het jaar 1914 in
Woord en Beeld" bezit ik nog. Ik heb dat boek
net nog eens doorgebladerd en iets van die verre
gevoelens kwam weer over me.
Aan de ene kant het besef dat het allemaal wel
vlug zal zijn afgelopen: het is immers de oorlog
van het jaar 1914. en daarmee zal het ook wel op
houden. Het was maar 'n tijdelijke vlaag van
grote mensen, net zoals kleine kinde
ren soms hebben, als ze met hun verkeerde been
uit bed zijn gestapt. En aan de andere kant dat
ondergaan van 'n toch wel lekkere griezeligheid,
want kijk die huizen, die bruggen, die kerken in
puin liggen; zie hun zwart geblakerde muren en
de verwrongen binten. Dat is natuurlijk erg, maar
het schijnt tegelijkertijd ook weer mee te vallen.
Want op de volgende bladzijde vind je dan weer
liEWUKPREDIKANTI
olaatjes waar buitgemaakt oorlogsmateriaal
noegelijk ten toon gesteld wordt, alsof het toch be
slist maar om een of andere speelse attractie gaat.
De werkelijkheid van de oorlog ontgaat je bij
dit alles. De prentjes zijn stuk voor stuk te roos
kleurig, te vriendelijk. Komt dat omdat men slechts
fotografeert wat de tere zenuwen van de twintig
ste eeuwse mensen geen letsel kan toebrengen?
Of komt het omdat do hele fotografeerkunst nog in
het stadium van de pose is; omdat men niets kiekt
dat niet volmaakt stilstaat en niemand die geen
gelegenheidsgezicht trekt. Zelfs de gewonden, die
van de trein naar het „dichts-bijzijnde" hospitaal
worden vervoerd zien er zodoende welvarend en ge-
noegelijk uit. En het eventuele puin wordt netjes
weggeharkt, eer de opname gemaakt wordt: oor
log is geen barbaars gebeuren, alles gaat even keu
rig en beschaafd toe. Doden slechts kunnen niet
aangemaand worden om „vriendelijk te kijken";
daarom vallen er ook geen doden op de prentjes
Vallen ze overigens wel echt. wel ergens? Tegen
alle gevaren bestaan radicale oplossingen: er kan
ie eigenlijk niets gebeuren!
En ondertussen bloedde Europa uit duizend maal
duizend wonden 1-eg. Maar daarvan hadden kleine
jongens geen weet. Gelukkig maar. Of moet ik zei
gen: het was misschien toch beter geweest, wan
neer de jeugd uit die tijd iets meer geweten had
van de offers die dé oorlog eist. Want een gewaar
schuwd mens geldt voor twee.