KOMT ALLEN TEZAMEN
THE LIVING BIBLE: Ml
GELOOF EN KUNST
waar
vernieuwing vinden
Het Oude Testament
op de plaat vastgelegd
KERSTBIJ LAGE 1962
de symptomen van een naderende
chaos. Jullie wilt de wereld bevoog
den en je brengt er zo weinig van
terecht. Durf eerst, zoals wij, je in
eigen innerlijk verdiepen en zie dan
wat er komt bovendrijven".
Even voelen de pelgrims zich be
vangen door een vreemde huivering.
Dan roept er een: ,,Deze mensen
zijn valse profeten. Hun kunst is een
belediging van het geloof, van al wat
zuiver en schoon is. Vertrap die rom
mel of trek er in een wijde boog
omheen".
„Welja", schamperen de opposan
ten, „keer je als de Leviet maar van
ons af. Zing .van „Vrede op aarde"
en doe alsof je niet weet dat ofi-
vrede de harten verteert".
Vele bedevaartgangers keren de
kunstenaars hun rug toe; weldra ge
volgd door de anderen hervatten
zij de reis. Mokkend verzamelen de
beeldhouwers en schilders het werk
dat ze op de weg hebben uitge
stald en zij roepen de nu haastiger
lopende Christenen nog na: „Wij
zoeken naar het mysterie, dat ook
jullie kwijt bent". Dan zien zij, niet
zonder verbazing, dat enige pelgrims
zich uit de stoet losmaken en terug
komen.
„Laat ons samen aan de wegkant
neerzitten", zeggen de mannen als
zij weer tegenover de kunstenaars
staan. Met nauwelijks verholen tegen
zin wordt aan het vreemde verzoek
voldaan. Uit versleten reistassen ha
len de pelgrims een ftaar stokbroden
te voorschijn en delen ieder van de
aanwezigen een brok. „Wat heeft dit
te betekenen?", vraagt de magere
schilder, terwijr hij de bete al in de
mond heeft.
Mysterie
„Dit is het bewijs, dat de christen
heid het mysterie nog niet heeft ver
loren, zoals gij denkt. Om lichame
lijke honger te kunnen stillen, is voed
sel nodig. Het hongeren van de geest
eindigt eerst als wij Christus in ons
„Hoe kan een mens geloven dat
dit waar is en helpt het je iets ver
der in het leven?" Met ogen vol on
geloof verwachten de kunstenaars
een antwoord.
Een van de bedevaartgangers buigt
zich wat naar voren en zegt met
dwingende stem, waaruit toch ook
begrip klinkt: „Uw moderne kunst
raakt even zeker in het slop als 'zo
vele mensen met wat zij voor him
geloof hebben aangezien. Zij verstar
ren in uiterlijke vormendienst en u
zult het doen in een vormentaal, in
dien u meent te kunnen profeteren
in naam van de zinloosheid. Dat is
de medemens en uzelf bedriegen".
„Geen enkele kunstenaar, ook niet
de auteur, de cineast en de toneel
schrijver, heeft iets van eeuwigheids
waarde te bieden als uit zijn werk
blijkt dat hij de harmonie in de schep
ping heeft verstoord door zich los te
maken van de eeuwige waarden".
Christen schuldig
De schilderende asceet kan zich
niet langer bedwingen. Hij vraagt:
„Is de christenheid daaraan niet
mede-schuldig en wijst u desondanks
alle abstracte en non-figuratieve
kunst van de hand? Wij kunnen niet
werken als de Grieken, want dan
plegen we domme imitaties omdat
we hun schoonheidsidealen niet tot
de onze kunnen maken. En we zijn
ook anders geaard dan de kunste
naars van de barok, die, hetzij uit
reformatie of contra-reformatie hun
ideeënwereld konden vormen. Iedere
tijd heeft zijn eigen geest en de
kunstenaars die daarin leven, kun
nen niet anders dan op geheel eigen
Wijze aan die geest expressie geven.
Dit verklaart het verschijnsel mo
derne kunst".
„Nu vang ik u met uw eigen woor
den", onderbreekt de pelgrim. „Ik
erken, dat wij Christenen de kunste
naars al te lang alleen hebben laten
ronddolen. Wij zagen de kunst, die ve
le eeuwen een christelijke cultuur
over alle terrein was, steeds meer
degenereren en wij wisten niet beter
te doen dan vluchten in het isole
ment. Maar als u meent dat de he
dendaagse kunst ons de geest van
deze tijd toont, dan beschuldig ik de
kunstenaars ervan, een halfzijdig, ja
vaak een leugenachtig beeld te ge-
Ontering
„Een kunstenaar die slechts af
zichtelijke en stuitende mismaakt
heid ziet zonder oog te krijgen
voor het schone en edel-menselij-
ke dat nog wel degelijk aanwezig
is moet vastlopen in een defect.
Wie zich in zijn kunstuiting te bui
ten gaat aan banale erotiek en
perversiteiten, die verlaagt het
Hooglied van de liefde tot een
vunzige straatdreun en onteert
daarmee de mens en zijn Schep
per".
„Het is de plicht van een kunste
naar iets mee te delen dat voor an
deren winst betekent. De winst kan
liggen in de voorstelling die niet
per se van religieuze aard behoeft
te zijn evenzeer in een welover
wogen moderne compositie en zelfs in
het spel van kleuren zonder meer.
De kunstenaar kan ook van zelfonder
zoek verhalen of maatschappelijke
wantoestanden en misstappen van de
mens uitbeelden, 'maar dit werk heeft
eerst waarde, indien oprechte bedoe
lingen blijken en de kunstenaar zich
in het kwade niet verlustigt".
Contact met kerk
Als de bedevaartganger even
zwijgt, valt het hem pas op hoe ge
spannen zijn toehoorders hebben ge
luisterd. „Wij zijn het niet in alles
met u eens", zeggen zij. „Toch stel-
ien we dit contact met een begrij
pende vertegenwoordiger van de
Kerk wel op prijs, al schuift u ons
een enorme verantwoordelijkheid op
de hals".
De ogen van hun gesprekspartner
lichten op. 't Schijnt dat hij een ge
voel van bevrijding over zich krijgt.
En met warmte in zijn stem ant
woordt hij: „Ik ga u mijn vrien
den noemen, want hier raken onze
wegen elkaar. Ik zie het als een
deel van het Goddelijke Mysterie,
waarover wij zoëven al hebben ge
sproken, dat een mens momenten be
leeft waarin hij leert beseffen grote
verantwoordelijkheid te dragen. Niet
omdat wetten of overgeleverde nor
men hem dwingen, maar gehoor
zamend aan een onnaspeurlijke
Macht die uit de eeuwigheid tot hem
Zelfkennis
„Deze weg naar zelfkennis is moei
lijker en gaat ook dieper dan het
proces van de individuele analyse,
waarmede vele moderne kunstenaars
zich bezighouden. Ook Christenen be
dreigt het gevaar, zich blind te sta
ren op het beeld van een gekweld
innerlijk, van een geschonden we
reld, waardoor zij wankelmoedig wor
den, dan oude waarden verliezen en
eindelijk menen dat hun leven zin
loos is. Al wie zich ervan bewust
wordt, niét -op eigen kracht uit dit
moeras te kunnen geraken, zal vin
den die „grazige weiden", waar
christenheid en kunst zich mogen
vernieuwen. Op Gods tijd".
Een beetje moeizaam door het on
gemakkelijk zitten in de wegberm,
richt de bedevaartganger zich op.
Zwijgend drukken zijn nieuwe vrien
den hem de hand, terwijl hij ten af
scheid zegt: „Nu is mijn tijd geko
men om naar Bethlehem te gaan.
Let op de tekenen die u een andere
koers zullen doen inslaan, zoals eens
het licht aan de hemel de Wijzen
uit het Oosten de komst heeft aan
gekondigd van Hem die Koning van
ons aller leven is".
TON HYDRA
Bij de foto's
BOVENt „Christus verschijnt aan Thomas" van de door Hitier verguisde beeld
houwer Ernst Barlach (18701938) die in de menselijke gestalte en ook als
schrijver uiting gaf aan zijn diep-religieus beleven. RECHTS: Van geestelijke
diepgang getuigde evenzeer de Rotterdammer Hendrik Chabot (18941949),
waarvan diens Jntocht van Jezus" een treffend voorbeeld is. ONDER: De 17de-
eeutcsa Jacob Jordaens, naar wiens „Aanbidding der Herders" Lucas Vorsterman
deze kopersnede maakte, realiseerde in zijn religieuze voorstellingen weinig meer
dan picturaal genot.
Christenen over de gehele wereld volgen weer het spoor naar Bethlehem, onderweg
nieuwe kracht puttend uit oude liederen. Hoort, nu klinkt het „Komt allen teza
men". Menen de zangers wat zij daar zingen? Omvatten zij met het woord „allen"
werkelijk iedereen? Vraagt het de christenreizigers zelf. Hun antwoord zal zijn: „Ja!
Onze roep gaat immers over zendingsvelden en missiegebieden. Wjj brengen goede tijding
aan Joden en ontkerstenden. Een strijdkreet wordt gehoord in café's en op de wallen
van het rose leven. En in ziekenhuizen, onder zigeuners en bij gevangenen spreken
wij van de open deux".
Als de kruisvaarders van de
twintigste eeuw, niet weinig vol
daan over zoveel activiteit, hun
tocht willen vervolgen en het „Vre
de op aarde" aanheffen, worden
zij staande gehouden door toe
schouwers die zich wat excentriek
gedragen. „Met dat „Komt allen
tezamen" denk je niet aan ons",
roepen ze. „Wij worden vergeten".
De Christenen schrikken. Dit is een
aanklacht, beseffen zij. Maar wie zijn
de mensen die hun kerstdevotie zo
bruut verscheuren? En aarzelend
komt het eruit: „Wij kennen u niet".
„Geen wonder", antwoorden de
zonderlingen in de wegberm. „Je
doet er geen moeite voor. In onze
werken spreekt de geest van deze
tijd. maar je wilt het niet zien. Wij
geven uiting aan hetgeen er leeft,
zo goed in onze als in jullie harten.
Nieuwe protestanten zijn wij en we
hameren onze stellingen op de deu
ren van het wereldgeweten".
Belijdenis
door de rijen van Christenen: „Heb
je het gehoord? Er zijn weer stel
lingen aangeslagen. Alsof wij het al
niet moeilijk genoeg hebben met ons
zoeken naar de oecumene, 't Zijn
vast en zeker bedriegers".
„Stop met deze voorbarige conclu
sies". Het is een ascetische figuur
die nu naar het midden van de weg
treedt. Met donderend stemgeluid,
waarvoor hij de kracht uit het diepst
van zijn vermagerd lichaam schijnt
te halen, schreeuwt hij de nog meer
verschrikte Christenen toe: „Wij
kunnen jullie God niet dienen, want
na tweeduizend jaar christendom
zien wij Hem niet meer. Onze belijde
nis is er daarom één van twijfel en
angst, van protest en vlammend ver
zet."
Enige ouderen, die de tocht naar
de kribbe al vaker hebben gemaakt
en voorop gaan, onderbreken de
striemende woordenvloed van de
vreemdeling. „In Gods naam, zeg
ons eindelijk wie ge zijt!"
„Wij zijn de kunstenaars van deze
dat ze begrijpen wat de oorzaak is.
„Nu je weet dat het niet om dog
ma's gaat en er dus niets te theo
logiseren valt, denk je de reis onbe
kommerd te kunnen voortzetten. Wij
zijn immers maar de onaangepasten
die krankzinnige dingen maken".
Onrust groeit in de Christenscha-
re. „Ga uit de weg", roepen som
migen met wrevel. Wij willen naar
Bethlehem. Houdt ons niet langer op"/*
Reeds zet de stoet zich weer in be
weging maar de kunstenaars blokke
ren het pelgrimspad met hun schrij
nendste schilderijen en beeldhouw
werken. „Vraag ten minste waarom
wij ons zó uiten". De Christenen kij
ken verbijsterd en niet-begrijpend. Na
enige tijd te hebben beraadslaagd,
zeggen hun voorgangers: „Dit is on
christelijke kunst, wij wijzen haar af
en willen er verder niets over horen.
Doe eerst als de oude meesters: scher
weer religieuze kunst".
Zelfanalyse
Herademing
In de vrome stoet is de herade
ming hoorbaar. Bedrukte gezichten
klaren op. De kunstenaars bemer
ken het en uit hun reactie blijkt
schrikt er van als men om zich heen hoort hoe
weinig of liever hoe men de Bijbel helemaal
niet meer kent en leest en buiten zijn leven ge
zet heeft. Een voorbeeld? Op een vraag in een
vierde klas van een gemeentelijke middelbare
school wie er 's zondags wel eens naar de kerk
ging, stak één de vinger op, en de vraag, wie de
Bijbel gelezen had, bleef onbeantwoord... Deze
proef in andere klassen herhaald, leverde het
zelfde droeve resultaat op. Wat moet daarvan
terecht komen! Voor hen heeft het Kerstfeest
geen andere zin dan lang slapen, lekker eten
en drinken, en misschien een Kerstboom met of
zonder cadeaux. Het geloof, Christus, staat
buiten hun leven. En ik ben er van overtuigd,
dat als deze moderne „heidenen" (hoe be
schaafd zij ook mogen zijn) er toe gebracht
worden te luisteren naar een van deze twaalf
platen van „The Living Bible", zij op de een
of andere wijze gegrepen zullen worden. Dat
kan gebeuren door bewondering voor de mees
terlijke zegging van Sir Laurence Olivier, of
door een bepaalde gebeurtenis of een bepaald
facet van de „vertelling" zelf. En dan zullen
zij door de duisternis wandelend een groot licht
zien... Past daarom deze uitgave van The Li
ving Bible niet precies bij het Kerstfeest?
Nu zal men misschien nieuwsgierig zijn welke
teksten uit het Oude Testament gekozen zijn.
Daarvan hangt veel af, zowel wat de algehele
strekking betreft als wat het effect van de
„zendingsarbeid" aangaat. (Men moet overi
gens dit woord tegenover de bovengenoemde
„Heidenen" wel vermijden, willen zij niet-
kopschuw worden!
Dwarsdoorsnee
Men heeft als 't ware een dwarsdoorsnee ge
maakt en daarbij twee aspecten willen bena
drukken: men heeft de geschiedenis van
Joodse volk willen vertellen èn men heeft het
wezenskenmerk van het Oude Testament, n.l.
de verhouding tussen God en zijn uitverkoren
volk, het Verbond dus, willen vasthouden.
Uiteraard zijn bepaalde zaken overgeslagen, die
men wellicht graag er bij had gehad, m
over het geheel lijkt mij deze dwarsdoorsnede
met een goede en wijze hand verricht te zijn.
Natuurlijk is begonnen met het Scheppings
verhaal, dat op de plaat ingeleid wordt met
het blazen op de shofar, de Joodse rar~~
hoorn. En dan volgen Adam en Eva, Kain
Abel, Noach en de Zondvloed, en daarna de
tijd van de Aartsvaders, Abraham, Isaak i
Jacob. Waarmee dus de historische periode v;
het Hebreeuwse volk inzet. Hoe spannend wo
den deze geschiedenissen verteld en hoe indrin
gend wordt steeds de band met God belicht in
Olivier's voordracht!
Hoogtepunt
Mozes en de Uittocht uit Egypte is een hoog
tepunt en de zegging van de Mozaïsche wetge
ving komt met zulk een donderende kracht, dat
zelfs de meest verstokte ongelovige diep over
tuigd raakt!
Maar ook de extase in de dichterlijke be
schrijving heeft men willen geven en dit ge
beurt in het Lied van Debora, de profetes en
„richteres", die Barak aanwees om Tisera te
verslaan. Dit moet men Olivier horen zeggen in
zijn rijkgeschakeerde expressie, die van de
hoogste triomf naar de honendste spot gaat. En
hoe lieflijk en teer schildert hij dan het
haal van Ruth en Naomi.
We naderen zo de tijd, dat het stambesef
groeit tot volksbewustzijn: Samuel, de „ma
ker van koningen", Saul, David, Salomo. Een
grootse tijd van het Joodse volk: Israël, ver
enigd onder het huis van David, met Jeruzalem
als middelpunt, waarheen de Ark des Verbonds
werd overgebracht. Zo trekken de wel
bekende en geliefde verhalen voorbij: David
en Goliath, de dood van Jonathan, wiens liefde
David meer was dan de liefde voor een vrouw,
maar ook de „zwakke zijde" vail David. Bath-
seba, en hun zoon Absalom. Niet voor niets be
reikte onder David de Hebreeuwse geschied
schrijving een hoogtepunt! Koning Salomo's
rijkdom, zijn wijsheid, zijn aantrekkingskracht
op de vrouwen (koningin van Scheba!) ach,
hoe vertrouwd toch zijn deze geschiedenissen.
En de slechte naam van Izebel komt ook r"
naar voren in Naboth's wijngaard.
Nog een hoogtepunt in deze voordracht vc
Vaste omlijning
Men begrijpt, dat hele stukken hier overge
slagen zijn om de vaste omlijning te behouden.
Want ook de geschiedenis van de Babylonische
ballingschap moet haar plaats krijgen alsook de
profetenfiguren van Jesaja en Jeremia. Aan de
profetie van Jesaja is een plaat gewijd, een
schitterende plaat, die laat uitkomen hoezeer
het Hebreeuwse profetisme in Jesaja is be
lichaamd. Ook aan de psalmen is een plaat
gewijd en hier is het óók de muziek, die van
enige betekenis wordt. Want overigens speelt de
muziek een ondergeschikte rol en dat is eigen
lijk maar gelukkig. De muzikale illustraties
vind ik n.l. niet altijd even goed uitgevallen.
Men heeft wat te veel uit eenzelfde compositie
en van dezelfde componist Paul Ben-Haim ge
kozen en steeds dezelfde achtergrondsmelodiek
met dezelfde soort intervallen te horen werkt
soms wat irriterend.
Eén foutje vond ik in de tekst: een druk-
foutje, vermoeden wij. Deze twaalf platen slui
ten met een fragment uit Prediker, evenwel
niet uit hoofdstuk 1, zoals aangegeven staat,
maar uit hoofdstuk 12, eindigend met de w
den: Vrees God en onderhoud zijn geboden:
want dit geldt voor alle mensen. Een prachtig
slot!
DRA. H. E. KOKEE-VAN DEN BERGE
teriaanse kerk van Engeland, de Moderator van
de Generale Synode van de Schotse Kerk, de
Engelse Opperrabijn, de Rooms-Katholieke
geestelijkheid in Engeland, en vooral de Rev.
E.C.D. Stanford van het Engelse Bijbelgenoot
schap. Zij keurden de teksten gekozen uit het
Oude Testament goed en adviseerden de grote
Engelse acteur, Sir Laurence Olivier in zijn
voordracht. En dan werden voor deze serie
platen passende muziek en muzikale vertolkers
uitgezocht.
Een reuzenwerk moet dit alles geweest zijn.
En het resultaat? Indrukwekkend. Wat hier
door de „His Masters Voice" verricht is, ver
dient de grootste lof. En vooral Sir Laurence
Olivier wil ik allereerst prijzen. Zijn voor
dracht van de bijbelteksten is van een zeld
zaam scherp inzicht. Hij gebruikt precies die
toon, die nuancering, die accenten, waardoor
de sfeer, en vooral de innerlijke betekenis op
geroepen wordt. Hij schildert als het ware met
zijn stem en hoe vertrouwd men ook mag wezen
met het Oude Testament, het is vaak alsof men
weer voor het eerst er uit hoort vertellen. Men
voelt zich onmiddellijk er bij betrokken, men
•wordt onmiddellijk gegrepen.
Nu zal er misschien iemand opmerken, dat hij
liever zelf de Bijbel leest, zelf kiest wat hij
eruit wil lezen en dus geen voorlezer nodig
heeft. Zo iemand heeft ook geen behoefte aan
„The Living Bible", dunkt me.
Een zware witlederen cassette, waarop in
gouden letters „The Living Bible" gedrukt
staat, ligt voor me. Ik maak het slot open
en sla het deksel op. Daar prijken twaalf
platen, elk in een zesbladig album. En dit
album bevat de ruim en duidelijk gedrukte
Bijbeltekst met schitterende illustraties.
Werkelijk, kosten noch moeiten zijn ge
spaard.
Ik lees dan, dat 1025 opname-uren nodig ge
weest zijn om „The Living Bible" klaar te
krijgen, en dat kerkelijke autoriteiten van ve
lerlei geloofsrichtingen geconsulteerd werden,
zoals de Aartsbisschop van York. de Presby-
In de duisternis