Chr. aannemers willen
orde op zaken stellen
Hoogleraren V.U. pleiten
voor pater Van Kilsdonk
O, denneboom!
Een kanttekening
Een woord voor vandaag
Mammoetwet garandeert
vrijheid van onderwijs
Bedrijfschap
of vakraad
f 2 min. voor
bouwresearch
2
DONDERDAG 20 DECEMBER 1962
WINSTDELING VOOR VOETLICHT
jQEZE week hebben we kunnen lezen, dat de drie gTote vakcentrales
(CNV - KAB - NVV) een program van actie voorbereiden voor de in
voering van winstdeling in de bedrijven.
Hierdoor wordt een stelsel voor het voetlicht gebracht, dat weliswaar oude
papieren heeft, maar waaraan ondanks de geleidelijke opmars niet zo
heel veel aandacht werd besteed.
Toegegeven, nog kort geleden is er te Winterswijk onder de werknemers in
de textielindustrie deining geweest over het uitblijven van een uitkering
uit de winst. Het is ook een feit, dat er in ons land een aantal winstdelings-
regelingen bestaan (de oudste dateert zelfs van 1874), maar van een bloeiend
leven kunnen wij toch nog niet spreken.
Niet ieder zal duidelijk voor de geest staan, wat winstdeling nu precies is.
Zo moet het stelsel niet verward worden met het premiestelsel, dat de hoogte
van het loon afhankelijk maakt van de geleverde prestatie. Maar winstdeling
is oor niet hetzelfde als een gratificatie, hoewel een gratificatie op een winst
deling kan lijken, als zij verband houdt met de gemaakte winst.
En hier komen wij dan automatisch aan het begrip winstdeling. Om dit
duidelijk te maken, knopen wij aan bij de definitie, die een staatscommissie
een tiental jaren geleden in zijn rapport „Het vraagstuk van de winstdeling"
heeft gegeven.
Zonder nu in dezelfde juridische formulering te vervallen, kunnen wij
zeggen, dat winstdeling een stelsel is, waarbij een werknemer op grond van
een reglement aanspraak op een deel van de winst kan maken. Als een
gratificatie dus niet op zo'n reglement berust, kan niet van winstdeling
worden gesproken.
Zo op het oog is het begrip winstdeling nogal eenvoudig. Wij moeten dan
echter wel precies weten wat onder winst wordt verstaan, omdat hier nogal
wat voetangels en klemmen liggen. De staatscommissie zegt hierover: het
netto overschot boven alle kosten en inhoudingen, die naar goed koopmans-
gebruik in de onderneming moeten worden aangewend om het produktie-
apparaat in stand te houden en uit te breiden.
Van winst kunnen wij dus pas spreken, als eerst een normale rente op het
vreemde en eigen kapitaal en een normale beloning voor de ondernemers-
arbeid is afgetrokken. Maar ook blijkt uit de formulering, dat bovendien
eerst de bedragen moeten worden afgetrokken, nodig voor vervanging en
uitbreiding van het bedrijf. In feite krijgen de werknemers volgens deze
opvatting dus een aandeel in de overwinst.
Op dit punt is zeer wel verschil van mening mogelijk. Bij een normaal
ondernemingsbeleid wordt afgeschreven en gereserveerd om te zijner tijd
betere en indien nodig meer machines, gereedschappen, transport
materiaal en andere kapitaalgoederen te kunnen aanschaffen. Met andere
woorden, een deel van de winst wordt bewust ingehouden om hiermee ge
heel of gedeeltelijk nieuwe investeringen te kunnen financieren. Hoe groter jlieke studenten die aan de V.U,
nu die interne financiering, hoe kleiner de overwinst en hoe kleiner het studeren. In een telegram aan
,J\lciatregel zou vertrouwen schaden
Wil bisschop
eventuele maatregel tegen pater Van
Kilsdonk, die zij hebben leren kenenn
als een beginselvast katholiek pries
ter, zou naar de overtuiging van on
dergetekenden het groeiende vertrou
wen tussen de kerken in Nederland
rustige schade toebrengen."
Het telegram was verder ondertekend
door dr. J. H. Bavinck, prof. dr. J. v. d.
Berg, prof. dr. H. Dooyeweerd, prof. dr.
G. A. Lindeboom, prof. dr. G. E Meu-
leman, mevrouw prof. dr. G. H. J. van
Nog altijd heeft de rooms-ka- der Molen. prof. dr. G. den Otter en
tholieke bisschop van Haarlem, Pr°f- dr-, R- Schippers.
Van Dodewaard, niet besloten' P «"""-am van
met beslissing
wachten
(Van onze kerkredactie)
wat er nu met de Amsterdamse
studentenpater, Van Kilsdonk
moet gebeuren. Maar zijn secre
tariaat heeft al wel bevestigd dat
er steeds meer brieven binnen ko
men die op deze kwestie betrek
king hebben. Ook negen hooglera
ren aan de Vrije Universiteit heb
ben zich achter Van Kilsdonk ge
steld. Deze is de geestelijk ver
zorger ook van de rooms-katho-
winstaandeel.
Do vakcentrales, die een actieprogramma willen ontwerpen, denken nu
eveneens aan een aandeel voor de werknemers in die voor investeringen be
stemde winst. Wij kunnen er zeker van zijn, dat er juist op dit punt nog
geheel afgezien van het feit of een onderneming in principe voor winstdeling
voelt strijd zal komen.
Men kan over winstdeling lang filosoferen. Er zitten bv. verschillende
ethische aspecten aan het stelsel, die verschillen al naar men van bepaalde
opvattingen uitgaat.
Maar ook over de economische aspecten kan lang en breed gedebatteerd
worden. Strikt economisch, vanuit het standpunt van de onderneming ge
redeneerd, is er voor winstdeling weinig plaats. Maar dit wil niet zeggen,
dat niet reeds op billijkheidsgronden een winstdeling aanbeveling zou ver
dienen.
Als argument voor het stelsel wordt ook wel aangevoerd, dat het een prikkel
voor de produktie vormt, dat het sparen hierdoor wordt gestimuleerd en dat
het goed is om een verstarring van de produktiekosten te voorkomen: liever
winstdeling aan het eind van het jaar dan een loonsverhoging die later
moeilijk ongedaan gemaakt kan worden.
En tot slot zijn er dan nog de sociale aspecten. Winstdeling kan worden
ingevoerd om het saamhorigheidsgevoel binnen de onderneming te ver
sterken, maar ook om de sociale zekerheid te vergroten.
Men ziet het, er zijn tal van argumenten, die zowel voor maar ook tegen de
winstdeling kunnen worden aangevoerd. Toch geloven wij te kunnen zeggen,
dat het aantal ondernemingen met een gereglementeerde winstdellng toe
neemt. Regelmatig worden er bij het College van Rijksbcmiddelaars, waaraan
in verband met de loonpolitieke gevolgen toestemming voor invoering moet
worden gevraagd, aanvragen ingediend.
Winstdeling moet verband houden met de winst. Dit betekent dus, dat bij een
schommelende winst (om van verlies maar niet te spreken) ook het aandeel
van de werknemer moet schommelen.
En hier nu zien wij vaak een inbreuk op hei principe. Om teleurstellingen
te voorkomen (men rekent op de uitkering) hebben verschillende onder-
nemingen-met-een-winstdeling een reservefonds gevormd. Hieruit kan geput
worden, als het winstaandeel door een daling van de winst beneden een
bepaald percentage van het jaarloon zou komen te liggen. In wezen is hier
sprake van een nivellering van het winstaandeel.
Er is over winstdeling zeer veel te zeggen. Niet alleen over het waarom,
maar ook over het hoe: welk percentage van het jaarloon, in geld, in perso-
neelscertificaten, in aandeeltjes, in kleine obligaties, bijgeschreven op een
spaarrekening (waarvoor thans tot ƒ390 een fiscale vrijstelling bestaat), als
deel van de overwinst, gebaseerd op het dividend aan aandeelhouders.
Kortom, aan het vraagstuk zitten tal van kanten, waarop wij hier even het
licht hebben laten vallen in verband met de activiteit die de vakcentrales
gaan ontplooien.
Het telegram van deze hoogleraren is
een unicum in de Nederlandse kerkge
schiedenis en opnieuw een bewijs dat de
kerken, ook de protestantse kerken in
betrekking tot de Rooms Katholieke
Kerk, meer aandacht en zorg voor el
kaar gaan krijgen. Het is ook weer een
nieuw bewijs dat conflicten die zich af
spelen binnen een bepaalde kerk. ook
onmiddellijk hun invloed doen voelen ten
opzichte van de tussen-kerkelijke ver
houdingen.
Gesprek
kardinaal Alfrink en aan bisschop
Van Dodewaard hebben zij hun
verontrusting kenbaar gemaakt,
Een van de ondertekenaren is
prof. dr. G. C. Berkouwer die als
gast de zitting van het Vati
caans concilie heeft bijgewoond.
In het telegram zeggen de negen
hoogleraren: Ondergetekenden heb
ben met verontrusting kennis geno
men van de dreigende maatregelen
betredende pater J. van Kilsdonk. Het
is hun een behoefte des harten om,
met gepaste eerbied en vertrouwen
deze verontrusting kenbaar te maken
Belangrijker is evenwel voor pater
Van Kilsdonk waarschijnlijk het bezoek
dat pater J. Westermann aan de bis
schop van Haarlem heeft gebracht. De
ze is de provinciaal van de Jezuïeten,
de orde waartoe Van Kilsdonk behoort.
Wat tussen hen beiden besproken is,
werd niet bekend gemaakt, maar in
rooms-katholieke kringen leeft de ver
wachting dat de bisschop van Haarlem
voorlopig althans geen beslissing zal
men en dat hij de zaak in de komen
de maanden persoonlijk zal willen be
spreken met de mensen van het zoge
naamde heilige officie. Dat kan gemak
kelijk, omdat bisschop Van Dodewaard
lid is van de theologische commissie van
kardinaal Ottaviani en voor besprekin
gen geregeld in Rome moet zijn.
De brief van het heilig officie, waarin
aan bisschop Van Dodewaard gevraagd
werd om maatregelen tegen pater Van
Kilsdonk te nemen heeft
Het licht schijnt in de duisternis.
Als de Joden uit Jeruzalem priesters en Levieten tot Johannes
zonden om hem te vragen: Wie zijt gij?, antwoordt hij: Ik ben
de stem van een die roept in de woestijn: Maakt recht de weg
des Heren
Om even bij dat roepende in de woestijn" te blijven: hoe
vaak voelen we onszelf, zoals Johannes. Thuis, als we geen
bijval voor onze mening krijgen. Op het werk, als we denken,
dat we tekort gedaan zijn. Er wordt niet naar ons geluisterd.
Maar luisteren we zelf wel? Laten we Christus in ons eigen
leven niet dikwijls alleen staan? En zijn we zelf wel altijd
bereid naar de ander te luisteren?
Maakt recht de weg des Heren. Wij zijn van onszelf overtuigd,
dat we daar stuk voor stuk en ieder uur mee bezig zijn. We
weten echter bij alles wat we doen, heel diep in ons binnenste,
dat we misschien wel ons best doen, maar telkens weer op
nieuw struikelen.
Als we dan bij dat struikelen en vallen en opstaan maar willen
zien, dat het licht ook voor ons in de duisternis schijnt, dan
hebben we een houvast. Een houvast, dat belangrijk is als
we ons eenzaam en verlaten voelen, als een roepende in de
woestijn
Minister Cals tot Eerste Kamer
de kardinaal-aartsbisschop en de
bisschop van Haarlem en aan het
gehele Nederlandse episcopaat. Een
WITTE
PIJNSTILLER
Een maand gaat vlug! Stop dat
opzien naar nare dagen met
WITTE KRUIS, (poeders, tablet
ten of cachetsl)
De Salicyl-vrije pijn
stiller, die géén maag
klachten veroorzaakt!
Houding NAPB scherp afgeivezen
krant meldt namelijk dat deskundigen
in het kerkrecht medegedeeld hebben
dat er geen enkele kerkelijke jurispru
dentie is'voor een monitum van de in
houd zoals dit nu aan de bisschop van
Haarlem door hef officie werd gezonden.
Bevelen
De congregatie van het heilig officie
is een instantie ingesteld door het con
cilie van Trente ter bewaking van de
rechtzinnigheid. Het heeft zich sinds
dien ontwikkeld als een officiële kerke
lijke rechtsinstantie, zonder dat het
kerkelijk wetboek aan deze ontwikkeling
duidelijk is aangepast. In de praktijk
hadden de vermaningen van het officie
steeds de kracht van bevelen aan de
bisschoppen..
Op de achtergrond van dé kwestie-
Van Kilsdonk gaaf het in weoen nu eigen
lijk al niet "meer om de vraag, wat er
met hem gaat gebeuren. Een veel be
langrijker conflict komt nu naar voren,
namelijk tussen het centralistisch ro-
meinse gezag van de curie en het ge
zag van de plaatselijke bisschop. Hier
wreekt zich opnieuw het feit dat het
concilie van het Vaticaan I vroegtijdig
werd afgebroken. Dat immers had wel
een uitspraak gedaan over het primaat
schap van de paus, maar was niet
toegekomen aan een uitspraak
het gezag van de plaatselijke bis
schoppen en de onderlinge verhouding
van paus en de bisschoppen. Het op
merkelijke is dat juist de theologische
commissie, waarvan dus bisschop Van
Dodewaard lid is, zich ondermeer met
die vraag moet bezig houden.
Meningsuiting
En het gaat tevens om de vraag of
binnen de Rooms Katholieke Kerk
PATER J. VAN KILSDONK
een vrije meningsuiting mogelijk is,
om de mondigheid van het lid en van
de lagere geestelijkheid. Juist daarom
hebben de rooms-katholieke studenten
van Amsterdam gisteren nog een
dringend beroep gedaan op de bis
schop van Haarlem om geen directe
beslissing te nemen „die tragisch zou
uitvallen zowel voor de persoon in
kwestie als voor de gemeenschap van
katholieke studenten. Wij menen u
(Lat te moeten vragen nu respect voor
de eerlijke gewetensovertuiging van
het individu en de waarde van Van
Kilsdonks arbeid onder ons in het ge
ding schijnen te komen."
Ds. J. P. Meyering
overleden
Het hoofdbestuur van de Ned,
Chr. Aannemers- en Bouwvakpa
troonsbond is ernstig bezorgd
over de beschamende positie,
waarin thans het bouwbedrijf or-
miljoenste na-oorlogse woning In Zwolle.
Het leek hier meer een manifestatie van
de overheid dan van het bouwbedrijf.
Aan deze opsomming verbond de heer
Aantjes de conclusie, dat er op korte
termijn In de bouw een goed georgani
seerd centraal orgaan zal moeten ko- ren.
(Van onze soc.-econ. redactie)
Dc aannemers zullen een extra bij
drage gaan betalen ter financiering van
de research in het bouwbedrijf. In be
ginsel is overeengekomen, dat iedere
werkgever ln het bouwbedrijf 4 cent per
vacantiebon zal afstaan voor de re
search, die nog steeds niet van de grond
is gekomen.
Deze bijdrage zal uiteraard van geen
betekenis zijn voor de berekening van
het loon van de bouwvakarbeiders. De
ledenvergadering van de Ned. Chr. Aan
nemers- en Bouwvakpatroonsbond stem
de hiermee gisteren te Utrecht in. AU
uitdrukkelijke voorwaarde werd echter
gesteld, dat deze bijdrage alleen be
taald zal worden, indien ook de andere
aannemersorganisaties positief reage-
ganisatorisch verkeert. Mr. J. /Van onze soc.-econ. redactie) men. dat in staat is de thans steeds
Aantjes. algemeen secretaris van «ordende achterstand ten opzien
de bond, zette gistermiddag in d«i
ledenvergadering te Utrecht uit
een, dat het bouwbedrijf eindelijk
orde op zaken dient te stellen. Of
het tot een publiekrechtelijk be
drijfschap of tot een privaatrech
telijke vakraad zal moeten komen,
wilde de heer Aantjes niet be
slissen. Daarover zullen leden en
hoofdbestuur op korte termijn een j ontstellend gebrek
f tV .„J voorlichting. Ook c
beslissing moeten nemen. Dat net,)anperp termiin
mersbonden tot stand moeten komen.
Mr. J. A. Oosterhoff, adjunct-secretaris
van de N.C A.B. verdedigde deze nood
zakelijkheid op principiële en historische
gronden.
Klachten
echter inderdaad nodig is, dat er I duidelijke
snel gehandeld wordt, illustreerde
de heer Aantjes aan de hand van
tal van tekortkomingen.
Hij gaf tc verstaan, dat het nu al heel
wat moeilijker zal zijn een bedrijfschap
in te stellen dan tien jaar geleden. Het
aantal organisaties is namelijk gegroeid
van 6 tot meer dan 10. wat de samen
stelling van een bedrijfschapsbestuur
aanzienlijk moeilijker heeft gemaakt.
De grote verdeeldheid en gespleten
heid binnen het bouwoedrijf noemde
mr. Aantjes een van de voornaamste
oorzaken van het achterblijven van de
bouw op velerlei terrein. Het liikt er wel
op, of er langs privaatrechtelijke weg
in de bouw niet veel meer te bereiken
is. Het belangrijkste samenwerkingsor
gaan aan aannemerszijde heeft name
lijk de laatste tijd zijn onvermogen dui
delijk gedemonstreerd. Enkele jaren ge
leden werd de N.C.A.B. uit de Raad
van Bestuur Bouwbedrijf gezet en thans
is de algemene aannemersbond, de
N.A.P.B., hier eigenmachtig uitgelo
pen.
De samenwerking zal echter niet al
leen tussen de aannemers onderling
maar ook samen met de drie werkne-
Het nog steeds bestaande gebrek
saamhorigheid betekent, dat bijv. te
nig invloed kan worden uitgeoefend op
het bouwbeleid van de overheid. Er
van de zijde van het bouwbedrijf e
documentatie
het loonbeleid op
langere termijn voor de bouw zouden
opvattingen geformuleerd
'"Hetzelfde geldt voor het ..plannen"
van maatregelen, die genomen zouden
moeten worden bij een „teruglopende
conjunctuur. Hoe zal men dan de be
drijven zoveel mogelijk in stand kunnen
houden?
Welk antwoord zal gegeven moeten
worden op de nieuwe verhoudingen, die
de EEG meebrengt?
Waar blijft de regeling van het aan
bestedingswezen? Waarom bestaat er
nog steeds geen kwaliteitsgarantie in de
bouw? Er bestaat zelfs nog geen be
trouwbaar inzicht in wat er precies in
de bouw omgaat. De grootte van de
bouwcapaciteit kent men onvoldoende.
Aan deze reeks van tekortkomingen
voegde de heer Aantjes nog toe, dat
het bouwbedrijf bijzonder slecht ligt in
de publieke opinie. Het bouwbedrijf kan
ook geen vuist maken om gerechtvaar
digde wensen kracht bij te zetten. De
lmdbouw blijkt hiertoe maar al te goed
in staat. Het bouwbedrijf is echter veel
machtiger, aldus de heer Aantjes. dan
thans naar buiten lijkt. Bij de organi
saties is een gebrek aan geldmiddelen,
wat onlangs pijnlijk tot uitdrukking
kwam bij de ingebruikneming van de
zins ln te lopen.
Tegenover de N.A.P.B., die aan eigen
gekwetst prestige de belangen van het
bouwbedrijf heeft opgeofferd, stelde het
N.C.A.B.-bestuur gistermiddag de bereid
heid met de r.k. aannemers mee te
werken aan de studie van een privaat
rechtelijk samenwerkingsorgaan.
Als voordelen van een bedrijfschap
noemde de heer Aantjes, dat zulk een
orgaan langs publiekrechtelijke weg al
le opdrachten zou kunnen uitvoeren. Dit
zal dan geld kosten, maar iedere be-
drijfsgenoot. ook de ongeorganiseerde,
zal dan moeten meebetalen. De bevoegd
heden van het bedrijfschap zouden zo
beperkt mogelijk gehouden kunnen wor
den, terwijl men toch zelf in eigen huis
orde op zaken zou kunnen stellen.
Een nadeel is inderdaad een geringe
beperking van de vrijheid bij de be-
bedrijfsgenoten, maar de nadelen van de
than3 bestaande vrijheid konden daar
bij vergeleken wel eens groter blijken.
De heer Aantjes noemde de p.b.o. niet
principieel verplicht, maar wel princi
pieel geoorloofd.
Voordelen
De Instelling van een bedrijfschap zal
kunnen voorkomen, dat de overheid al
lerlei zaken ter hand gaat nemen. Bo
vendien zou een bedrijfschap of een pro-
duktschap ook bij de wet opgelegd kun
nen worden, waarbij het bedrijfsleven
dan minder zijn invloed zou kunnen la
ten gelden.
Te verwachten valt, dat In de zomer
vergadering van de N.C.A.B. te Arnhem
beslissing genomen zal worden.
Afdracht i
cent per vacantie
bon betekent per jaar ongeveer
brengst van 2 miljoen.
Van de zijde van het bestuur werd
voorts medegedeeld, dat na 1 januari
1963 voor de aannemers aangesloten bij
de N.C.A.B. een meldings? icht zal be
staan bij deelnemen aan inschrijvingen.
iMJ
Mj
In-die ouderdom van 82 jaar i,
Zier.ikzee pverleden ds. J, P._ Mëijering,
emeritus predikant van dc -"Christelijke
Gérëformëerde Kerken. Ds. Meijering
werd 22 september 1880 te Hemmen,
Betuwe, waar zijn vader bij de PTT
werkzaam was. geboren. Eerst op ge
vorderde leeftijd ging hij zich voorbe
reiden tot het predikambt. Hij studeer
de aan de Theologische Hogeschool der
Christelijke Gereformeerde Kerken en
werd in 1918 kandidaat om 17 november
van dat jaar te Barendrecht door wijlen
prof. F. Lervgkeek in zijn ambt te
den bevestigd.
Ds. Meijering diende de kerken
Nieuwpoort, Zwijndrecht en Maassluis
waar hij in 1946 met emeritaat ging.
Daarna arbeidde hij nog enige tijd als
hulpprediker te Klundert, om zich
volgens metterwoon te Zierikzee te
tigen. Ds. Meijering was ook curator
de Theologische Hogeschool en deputaat
van artikel 49 van de kerkenorde. Vijf
tien jaar diende hij de afdeling Zwijn
drecht van het Nederlands Bijbelgenoot
schap als bestuurslid. Van zijn ambt zijn
tal van bijdragen in de christelijke ge
reformeerde scheurkalender en preken
de serie „Uit de levensbron" ver
schenen. Zijn stoffelijk overschot is te
Zierikzee ter aarde besteld.
(Van onze parlementsredactie)
Minister Cals zou het betreuren,
s de Eerste-Kamerleden, die ern
stige bezwaren koesteren tegen het
wetsontwerp tot regeling van het
voortgezet onderwijs (mammoet
wet), niet door zijn argumenten
zouden worden overtuigd. De be
windsman heeft, betrekkelijk kort
nadat het voorlopig verslag is ver
schenen, zijn memorie van ant
woord, twintig pagina's dik, aan de
Eerste Kamer gezonden. Hij gaat
o.m. uitvoerig in op de vraagstuk
ken met betrekking tot de onder
wijsvrijheid, een van de belangrijk
ste punten waarop de anti-revolu
tionaire en christelijk-historische
tegenstanders van zijn standpunt
met hem van jnening verschillen.
Mr. Cals meent, dat hij jaar in, jaar
,t in beide Kamers der staten-gene-
raal de vrijheid van onderwijs als een
fundamenteel recht van de ouders heeft
gesteld. Het wetsontwerp getuigt van
het streven, de invloed van de maat
schappij, de ouders, de docenten en de
schoolbesturen op de inrichting van de
school en de gang van zaken juist te
verruimen. De minister vindt, dat hij
daarmee de lijn der geschiedenis heeft
gevolgd.
Overigens, vervolgt de bewindsman,
is ook door de voorstanders van het bij
zonder onderwijs niet bestreden, dat
..het" onderwijs (overeenkomstig artikel
van de grondwet) een voorwerp
i de aanhoudende zorg der regering
Minister Cals meent, dat de mam-
Namens de Nederlandse pluimveehou
ders zal het „Produktschap voor pluim
vee en eieren" ervoor zorgen, dat.met
kerstmis in alle maatschappelijke centra
van het Leger des Heils, bejaardentehui
zen enzovoorts, kip wordt gegeten. On
geveer duizend mensen zullen op déze
manier worden verrast
De dertienhonderd deelnemers aan d€
kerstmaaltijd van het Leger des Heils ir
Utrecht krijgen na afloop van dit eve
nement ook allemaal een door het pro
duktschap aangeboden kip mee naar
huis.
Advertentie
SFEERVOLLE FEEST- j
DAGEN MET EEN
LENCO PLATENSPELER
Deze prachtige Zwitserse platenspeler
geheel compleet met versterker en luid-1
spreker
voor
slechts
Er zijn nog meer modellen, vraagt hiervoor de folder aan Uw handelaar,
of bij de Importeur: N.V. NAHO- PRINSENGRACHT 655 - AMSTERDAM-C.
moetwet „het" onderwijs regelt en daar
bij een juist onderscheid maakt tussen
openbaar en bijzonder onderwijs.
Met beslistheid wijst de bewindsman
ook af, dat volgens zijn opvatting het
bijzonder onderwijs zich eenvoudig
moeten richten naar een regeling
„het" onderwijs. Een dergelijke onf
waardlng van de onderwijsvrijheid heeft
hij nooit bepleit. Hij vraagt zich af of
de bezwaarde leden wellicht tot deze
voorstelling zijn gekomen, omdat zijzelf
een vrijheidsidee van een dusdanig ab
soluut karakter huldigen, dat zij elke
binding als een ontwaarding beschou
wen. Naar zijn vaste overtuiging vinden
die leden voor deze visie geen steun
in het verleden. Integendeel.
Uit het betoog van de minister kan
men opmaken, dat de betrokken Kamer
leden naar zijn mening niet zijn totaal
visie beoordelen maar slechts sommige
van zijn ideeën, zonder er oog vi
hebben, dat deze niet geïsoleerd
overtrokken. Maar anderzijds keert hij
zich ook niet minder beslist tegen de
opvatting van deze senatoren, dat de
overheid het onderwijs meer hoort te
begeleiden, te volgen en te registreren
dan dat zij zelf scheppend optreedt.
Volgens minister Cals dient de overheid
zelf wel degelijk voorop te gaan, initia
tieven te nemen en nieuwe mogelijkhe
den te scheppen, die geacht kunnen wor
den- in de lijn der volksovertuiging te
liggen.
De leden, die vinden, dat hun stand
punt principieel staat tegenover dat t
de minister, krijgen te horen, dat
het verleden, ook op het gebied van
onderwijswetgeving, meermalen c<
promissen zijn bereikt. Met erkenning
van het principiële verschil van mening
stelt de minister, dat op het gebied
de staatkunde als voorwaarde voor
aanvaarding van wettelijke regelingen
niet kan en evenmin mag worden ge-
eist, dat zij integraal beantwoorden aan
eigen beginselen.
Minister Cals betreurt het, dat
aantal léden nog bezwaar heeft tegen
het onderbrengen van het hele voortge
zette onderwijs in een wet. Deze leden
tonen naar zijn mening niet aan, waar
om dit niet zou mogen en vinden voor
hun standpunt ook geen steun in de ge
schiedenis. De bewindsman heeft er,
meer dan deze leden, vertrouwen ln,
dat het voortgezette onderwijs een har-
monieuze ontwikkeling tegemoet
gaan.
Minister Cals hoopt, dat het mogelijk
zal zijn, geleidelijk verbetering te bren
gen in de ongelijkheid in de opleiding
van de leraren. Hij onderschrijft de
mening van een aantal Kamerleden, dat
het beter ware geweest, indien in de
wet was vastgelegd, dat de ouders niet
alleen hun wensen voor vormingsonder
wijs, maar ook voor godsdienstonder
wijs zouden moeten kenbaar maken.
Bij het bespreken van het uitvallen
van Grieks in de gymnasium-beta-oplei-
ding meldt de minister, dat dertig pro
cent van de beta-eindexaminandi in 1962
een onvoldoende voor een van de klas
sieke talen had. Het zou beter geweest
zijn wanneer die leerlingen hun aandacht
aan een van de talen zouden hebben
besteed.
Het Grieks zal bepaald niet gecom
penseerd worden door andere vakken,
Differentiatie in de beta-opleiding zal
kunnen leiden tot betere selectie
de stroom leerlingen, die zich voor
ze richting meldt. Anderzijds zullen
le begaafden, die door het huidige zwa
re programma worden afgeschrikt en
hbs-b volgen, naar gymnasium-beta
worden getrokken.
Beroepingswerk
NED. HERV. KERK
Beroepen te 's-Grevelduin-Capelle: B,
Haverkamp te Blauwkapel-Groenekan;
te Maarssen: H. A. van Bemmel te
Leerbroek: te Nijeveen (toez.): W.
Kruidenier, vic. te Hilversum.
Aangenomen naar Eemnes-buiten: D.
van Lokhorst te Mastenbroek.
Beroepbaarstelling. De heer J. C. v. d.
Berg, vicaris te Haaksbergen (Ov.). De
Akker 10, is beroepbaar.
CHRIST. GEREF. KERKEN
Bedankt voor Chattham, Ontario.
Canada, Free Christ. Reformed Church:
Heest te Emmen.
TOEGEGEVEN: onder de kerstliederen is „Oh
Tannenbaum!" niet het meest gelukkige vers
en zeker het minst christelijke. Uit hoofde van het
laatste leerden we het op school niet, maar thuis
kreeg het toch wel een plaatsje op het vrogram-
ma. Want we hadden steevast een kerstboom.
Ik ben mijn leven lang daar dankbaar voor ge
bleven!
Men kan naüürlijk ook hiervan een probleem
maken, en zeggen dat kerstbomen enkel heidense
overblijfselen zijn uit ver voorbije perioden, toen
onze Germaanse voorvaderen zo omtrent de kortste
dag meenden dat ze de zon ee' tikje moesten hel
pen en dus alom lichten ontstaken. Dat is waar!
Maar het is ook waar dat we met zoveel paganistische
resten zitten opgescheept dat we nauwelijks één stap
kunnen doen zonder daarover te struikelen. Klokge
lui. begrafenismalen, paaseieren, ontgroeningsge
woonten het is allemaal heidendom. Ik zou niet we
ten waarom nu uitgerekend onze arme kerstboom
aan deze verlaten beelderstorm ten offer zou moe-
Men kan al even natuurlijk betogen dat het
'm niet in een boom en in de kaarsjes zit. Citeer
daarbij gerust dat gedicht: „De kerstboom brandt
met stil gevlam, en maakt de ogen mild en zacht,
maar Gij. die eenmaal nederkwam, Gij zijt zo ver
in deze nacht...!" Ik zal niemand inde rede vallen.
Voordien zullen de leden In de afdelln- die meent dat te moeten voordragen, mits hij in
gen nog gelegenheid krijgen zich op de- j staat is om gedichten te zeggen. Doch opnieuw moet
ze zaak nader te bezinnen. ik er attent op maken dat we ook veel andere ge-
en nochtans is het huwelijk méér waard dan wel
ke hoeveel karaats ook
Weet u: de hele kwestie ligt voor mij in een an
der vlak. Ik verheug me in alle kerstbomen. Spe
ciaal in die welke onze woonkamers sieren, maar
ook in andere, die op straat, in zalen, cafés, of waar
ook staan te prijken. Want die bomen, er. trouwens
alle andere kerstgebruiken van de goede ouderwet
se Weihnachtsstoll af tot krentenbrood, van kalkoen
tot een hartig hapje ze zijn allemaal herauten
van de Heer. Ze zijn Zijn „knechtjes", zo ongeveer
op dezelfde manier als waarop in Jesaia de zeer
heidense Perzenkoning Kores Zijn „knecht" wordt
genoemd. Hij heeft daar zelf niet het flauwste be
nul van. maar hij is voor de goede verstaander
toch maar een zichtbaar teken dat de Verlosser na
dert.
Er is trouwens nog iets anders. Kerstbomen moe
ten opgetuigd worden, en je kunt die onmogeljik
versieren, wanneer je niet tegelijk op de een of
andere manier beseft wèt er eigenlijk herdacht zal
worden. Daarin zit ook een diep geheim: dat stam
metje is met recht een téken, zoals eens eeuwen
geleden ook die vreemde ster een teken was. Het
hangt er van af of we oog en oor hebben voor
zo'n verwijzing. Eerlijk is eerlijk: héél Jeruzalem
heeft er zich destijds geen zier van aangetrokken
en is lekker thuis gebleven, ofschoon alleen reeds
de taal die de wijzen gebruikten heenwees naar een
Messiaans gebeuren. Slechts die wijzen zelf zijn ver
der gegaan, en hebben het Kind aanbeden. Daar wa
ren het dan ook wijzen voor, maar kinderen heb
ben veel met hen gemeen!
Weer moet ik een misverstand afsnijden. Ik be
doel niet dat kerstfeest te maken zou hebben met al
lerlei goede voornemens en vage idealen. Maar
bedoel wel dat in dat kopen, dat plaatsen, dat ver
sieren van een boompje van allerlei schuilt, dat ook
de feesten van Israël begeleidde, lets van het weg
doen van het oude en bedorvene om vernieuwd, ver-
reind, geheiligd blij te kunnen zijn in God.
Ik ben heel dankbaar dat mijn ouders me die
wetenschap niet onthouden hebben. Het waren eebt
geen opzienbare feestvieringen thuis, zo met ons drie
tjes. waarbij mijn vader nog verstek moest laten
gaan wat het zingen betrof, want hij heeft nooit
iets anders als een somber gekras ten gehore kun
nen brengen. Als hij niet de verkeerde melodie te
pakken had, wist hij in elk geval de verkeerde no
ten te produceren en verloor zich verder in een
onmetelijke hoestbui. Het vormde geen wanklank.
zinnige, half-harsige, half-smeulende geur Het deed
je denken aan de houtvuren in het veld van Efra-
tha. En zou men van oude herders niet verwach
ten dat ze ook vals zongen en erg hoesten moesten?