Zijn doel: Het Woord van
God verstaanbaar maken
Invoering van vijfdaagse
schoolweek niet mak kei ijl
Bidden met je ogen open!
Een woord voor vandaag
„Christus als hoofd van
- kerk en kosmos"
DE WUKPREDIKANT
2
DONDERDAG 13 DECEMBER 1962
ANDERZIJDS
BUSKES EN KERNWAPENEN
In het blad „Tijd en Taak", on
afhankelijk weekblad voor evan
gelie en socialisme gaat ds. J. J.
Buskes in op een artikel van de
hervormde predikant ds. L. H.
Ruitenberg die in het Vrije Volk
inging op de vraag of in het ge
schrift van de hervormde synode
een oproep te lezen is tot dienst
weigering. Ds. Ruitenberg rea
geerde voluit met „neen". Ds.
Buskes vervolgt nu:
GTEKER, volgens dit rapport mag
de kerk niet anders dan een ra
dicaal neen tegen de kernwapen»
uitspreken. Men vergete echter
niet, dat de synode haar inzichten
ter overweging geeft. Het rapport
wordt aangeboden als een geloofs
getuigenis en niet als een politiek
voorstel. Het wil de solidariteit met
de politie en de militairen niet ver
geten. Zo redenerend kan ds. Rui
tenberg concluderen „Dus tegelij
kertijd zegt dit rapport van de her
vormde synode: kernbewapening is
ongeoorloofd van christelijk ge
zichtspunt uit en: maar nu leggert
wij u. politici en militairen de
vraag voor. hoe gij op dit ogen
blik dit gezichtspunt kunt verwer-
keljken. Wie dit voor ogen heeft,
zal dit geschrift niet willen zien al»
een handleiding voor praktische po
litiek, maar als het ontvouwen van
een aantal centrale waarheden, die
om verwerkelijking vragen."
Voor een deel ben ik het met ds.
Ruitenberg eens, voor een deel niet
Hij heeft gelijk, het getuigenis
van de synode, dat de kernwapens
onaanvaardbaar zijn, kan niet zon
der meer als een politiek voorstel
gewaardeerd worden. Het is voluit
e<" 'oof—
Het is echter niet zo en hier
begint mijn verschil met ds. Rui
tenberg dat de synode zegt: nu
leggen wij u politici en militairen,
de vraag voor. hoe gij op dit ogen
blik het in de geloofsgetuigenis ver
vatte gezichtspunt kunt verwerkelij
ken! Wie de zaken zo stelt sugge
reert dat de synode de zaak nu ver
der aan de politieke en militaire in
stanties overlaat. Het synodaal ge
tuigenis is een geloofsgetuigenis en
geen politiek voorstel, maar dit ge
loofsgetuigenis heeft toch een zeer
concrete inhoud, zó concreet, dat
m i. elke politiek die de kernwapens
wel aanvaardbaar en zelfs noodza
kelijk of niet aanvaardbaar, maar
toch noodzakelijk acht, door dit ge
tuigenis veroordeeld wordt.
Een enkel citaat uit het synodaal
geschrift:
„Wat men in de wereld reeds nu
zeker moet weten van de christenen
en van de kerk is, dat zij van oor
deel zijn, dat de kernwapenen ook
in het uiterste geval niet gebruikt
mogen worden en dat de christenen
het niet voor hun aan het woord en
de belofte van God gebonden gewe-
ten zullen kunnen verantwoorden
aan zulk een oorlog met kernwape
nen hun medewerking te geven."
Dit is duidelijke taal. die voor
geen misverstand vatbaar is.
Laat ik nu concreet worden.
Alle grote politieke partijen in
Nederland ook de PvdA staan
op het standpunt, dat de kernwa
pens in het uiterste geval niet alleen
gebruikt mogen, maar ook gebruikt
moeten worden en dat het in het
uiterste geval volstrekt niet te ver
antwoorden zou zijn. aan zulk een
oorlog met kernwapens onze mede
werking te onthouden.
De politieke partijen voeren een
politiek beleid.
De synode der Hervormde Kerk
geeft een geloofsgetuigenis.
Het is voor iedereen duidelijk, dat
in het politieke beleid van de grote
politieke partijen de concrete in
houd van het geloofsgetuigenis der
Synode niet verwerkelijkt is, dat
veeleer het tegendeel het geval is.
Dat politieke beleid is op een zeer
concreet en zakelijk punt volstrekt
in strijd met het geloofsgetuigenis
der synode. De synode wijst de
kernwapens onvoorwaardelijk af.
Zij spreekt haar neen tegen die
kernwapens uit zonder een enkele
„ja, maar... Alle grote politieke
partijen aanvaarden de kernwapens.
Het kan naar mijn overtuiging
dan ook onmogelijk de bedoeling
van de synode zijn. tot de politici
te zeggen: nu moet u maar zien.
wat u met ons rapport doet! Een
soort vrij mandaat! Natuurlijk legt
de synode haar rapport aan de po
litici voor. maar zij doet dat niet
als een instantie die niet weet, wat
de politieke partijen tot op dit
ogenblik over de kernwapens den
ken. De synode weet zeer wel. dat
de politieke partijen en vrijwel alle
politici over de kernwapens anders
denken dan zij. Als zij haar rapport
aan de politiek voorlegt, dan doet
zij dat in de veronderstelling, dat
voor haar alleen een politiek beleid
aanvaardbaar is, dat de kernwa
pens afwijst
En wat de houding van ieder per
soonlijk betreft, nee. de synode
spoort niet aan tot dienstweigering,
maar wie de door mij uit het sy
nodaal rapport geciteerde woorden
leest en overdenkt zal moeilijk
kunnen ontkennen, dat wat de sy
node zegt over wat de wereld nu
reeds van de christenen en de kerk
moet weten, toch onmogelijk zo kan
worden uitgelegd, dat men, wan
neer men staande gehouden wordt
en voor de vraag wordt gesteld, of
de synode aanspoort tot dienstwei
gering, volstaan kan met te ant
woorden: nee, dat doet de synode
niet! De militaire dienst weigeren
ligt stellig meer in de lijn van het
synodaal rapport dan de militaire
dienst aanvaarden.
Er is op het ogenblik bij som
migen die aan de totstandkoming
van dit rapport hebben meege
werkt, de neiging om het de tanden
uit te breken. Ze hadden waar
schijnlijk niet verwacht, dat er zo
veel verzet zou komen.
Voorlopig kan ik het niet anders
zien, dan dat generaal Calmeyer be
ter begrepen heeft welke de prakti
sche consequenties van dit rapport
van de generale synode der Her
vormde Kerk zijn dan ds. Ruiten
berg.
Prof. Grosheide 50 jaar hoogleraar
"l^ANDAAG gedenkt prof. dr. F.
W. Grosheide het feit dat hij
precies vijftig jaar geleden het
ambt van hoogleraar aanvaard
de aan Vrije Universiteit. Het
wordt geen uitbundig feest. De
gezondheid van deze emeritus
hoogleraar laat dat niet meer
toe. Het wordt een wat eenzaam
feest, want vrijwel alle oude
vrienden en collega's zijn hem
reeds voor gegaan naar het Va
derhuis. Maar toch mag deze
grote gereformeerde exegeet op
deze dag niet vergeten worden.
Als geen ander heeft hij immers
zijn leven gewijd aan het ver
staanbaar maken van het Woord
van God.
Daar ging het hem reeds om in
zijn studentendagen. Jaren later
schreef hij..Reeds als student ge
voelde ik mij zeer aangetrokken tot
de exegese. Ik werd er meer en meer
van overtuigd, dat we iets anders no-
Legde basis
voor geref.
exegese
(Va
kerkredactie)
Advertentie
dig hadden dan de toen gebruikelijke,
meest Duitse commentaren en ook
dan de exegese van Calvijn. Wat we
destijds aan gereformeerde Schriftuit
legging bezaten was goed bedoeld,
doch vaak niet op de hoogte van de
tijd. Gesprekken met ds. J. C. Sikkel
versterkten me in mijn overtuiging
en het plan rees om te trachten met
de hulp van God te sturen in de rich
ting van een wetenschappelijk com
mentaar op het Nieuwe Testament."
Dat was voorwaar geen klein plan
voor een student. Bovendien was dat
nog in die eerste beginjaren van de
Vrije Universiteit. Grosheide herinnert
zich nog de tijd voor de doleantie, hoe1 ie.. verklaring der Schrift met
hij aan de hand van zijn moeder naar makkelijker worden gemaakt, g
de Hervormde Kerk ging. Toen hij ging tegenstrijdigheden worden weggeno
men enz. Welnu, dat alles kun het
best worden vermeden als men elkan
der controleert, scherp nagaat, opdat
Ook dat werk dateert eigenlijk reeds
uit zijn studententijd. Reeds in 1909
werd hij gevraagd door prof. Van Veld
huizen om medewerking te verlenen.
Toch zou het nog twintig jaar duren eei
het werk door het N.B.G. kon worden
aangepakt. Toen kon zijn ideaal verwe
zenlijkt worden
Hij zag samenwerking bij de ver
taling van de bijbel als noodzakelijk
en schreef eens: „Wanneer iedere
theologische richting de bijbel gaat
vertalen, dan ontstaan er in ons land
een massa bijbelvertalingen naast
elkaar. Dat zal tot allerlei verwarring
aanleiding geven, steeds meer split
sing veroorzaken, samenwerking op
allerlei gebied onmogelijk maken,
waar zij anders nog mogelijk
van nog meer gewicht is een
reden. Iedere bijbelvertaler zal onwil
lekeurig zo vertalen als in overeen
stemming is met zijn eigen theolo
gisch standpunt. Toch is dat ongeoor
loofd. Een 'tekst die het eigen inzicht
veroordeelt, moet met dezelfde zorg
en nauwkeurigheid worden behandeld
als elke andere. Door het vertalen
Medewerking aan studiemaar
Dr. Tilanus:
Lof voor Cals
studeren waren er nog maar 200 studen
ten. Hij liet zich met zeven andere theo
logische studenten inschrijven. Opmer
kelijk is dat van dit groepje van acht
slechts twee hun ambtsloopbaan vol
bracht hebben in de Gereformeerde Ker
ken. Twee gingen de weg van Hersteld
Verband namelijk Geelkerken en Nete
lenbos, drie werden van de kansel naar
de katheder geroepen om te gaan doce
ren en een verliet het predikambt ge
heel.
In die jaren was de dogmatiek en het
kerk-recht aan de V.U. goed ontwikkeld,
maar toch miste Grosheide er iets. Hij
verlangde naar een betere manier om
het Woord van God verstaanbaar te ma
ken dan de dogmatiek alleen die zo vol
I speculatie kan zijn. Hij verlangde er
i naar de bijbeltekst te laten spreken. En
daarom studeerde hij niet slechts theo
logie, maar ook klassieke Ietteren en be
haalde hij in.beide faculteiten het kan
didaatsexamen.
Vijf jaar na zijn promptie in 1907, hij
had toen een jaar lang les gegeven aan
het christelijk gymnasium in Zetten (nu
Christelijk Lyceum in Arnhem) en vijf
jaar als predikant de gemeente van
Schipluiden gediend, riep de Vrije Uni
versiteit hem om hoogleraar te worden
in de exegese en de canoniek van het
Nieuwe Testament. Toen kreeg hij de
(Van onze parlementsredactie)
Minister Cals is bereid zijn de
partement actief te laten mee
werken aan het onderzoek naar
de mogelijkheden tot invoering
van de vijfdaagse schoolweek. Dit
zei hij gistermiddag in de Tweede
Kamer bij de behandeling van de moetkoming kan worden verleend. Deze
O.K.W.-begroting voor 1963. Juist
dezer dagen is de samenvatting
verschenen van het rapport, dat
een vorig jaar ingestelde studie
commissie over het vraagstuk
van de „vijfdaagse" heeft uitge
bracht. Tijdens het Kamerdebat
van gisteren gaven verschillen
de sprekrs als hun mening te
kennen, dat aan een invoering
van de verkorte schoolweek niet
valt te ontkomen.
De minister moest hen er echter op
wijzen, dat aan een dergelijke maatre
gel toch wel enkele moeilijkheden ":i~
elke inlegging worde vermeden".
En weer zien we in een dergelijke
uitspraak hoe het hem niet ging om
eigen wetenschappelijke gaven, maar
om het woord van God zuiver en on
vermengd te laten spreken.
Maar de Nieuwe vertaling was nog
niet voldoende. Hij hielp ook mee aan
het tot stand komen van de vertaling
in het eenvoudig Nederlands, waarin de
brief van Paulus aan de Philippenzen
is verschenen. Nog weer een nieuwe po
ging om het Woord van God zo dicht
mogelijk bij de mensen te brengen.
Evangelisatie
Juist dat verlangen voorkwam dat hij
een kamergeleerde werd. Baanbrekend
werk heeft hij ook verricht op het ge
bied van gereformeerde evangelisatie.
Ook daarin ging het hem weer om de
verstaanbaarheid van het Woord van
God en was hij zijn eigen tijd vaak voor
uit. Jarenlang was hij voorzitter van de
gereformeerde zondagsschoolvereniging
„Jachin"_ Van dat werk hield hij, want
reeds als student leidde hij een eigen
zondagsschool.
Maar ook gaf hij jarenlang leiding
aan het evangelisatiewerk als hoofdre
dacteur van „Witte Velden". Helaas
-*1 rr, Adt aW
men
het peil van het onderwijs gevaar. Maar
dit laatste is evenzeer het geval als men
wél inhaalt, want dan dreigt overbelas
ting van leraren en leerlingen op de an
dere dagen. Met deze problemen zal het
departement zich bezighouden. Overi
gens was mr. Cals het eens met de me
ning van de studiecommissie, dat aan
het „bevoegd gezag" de vrijheid moet
worden gelaten met betrekking tot het
al of niet invoeren van de vijfdaagse.
De minister zelf is uiteraard verant
woordelijk voor wat er ten deze met de
rijksscholen gebeurt.
Verdient het geen aanbeveling het
schooljaar op 1 Januari in plaats
instellingen worden tot dusver slechts
uitzonderingsgevallen gesubsidieerd. Ge
dacht wordt nu aan een bedrag van 10
miljoen, waarvan dan 3 miljoen zou
moeten worden gereserveerd voor de in
ternaten voor schipperskinderen. Mocht
een dergelijk subsidiesysteem niet te
verwezenlijken zijn, dan zal de staats
secretaris overwegen om in de O.K.
en W.-begroting voor 1964 de financiële
bijdrage aan de ouders van schippers
kinderen die in internaten worden on
dergebracht, te verhogen.
Verder verklaarde prof. Janssen zich
bereid met de schippersbonden overleg
te plegen over de vraag of de huidige
bedragen voor de administratiekosten
van het onderwijs nog wel juist zijn. De
schoolfondsen zouden hem dan een ge-
stanoaariseerde begroting moeten
voorleggen, die zekere middelen aan
geeft. Overigens vroeg de staatssecreta
ris zich af of er niet veel voor te zeg
gen zou zijn de administratie te centra
liseren en in handen van het departe
ment te leggen. Van dit laatste wilde de
heer Roosjen niets weten („het wordt
dan twee- driemaal zo duur"), al zag
hij wel in dat het aantal schoolfondsen
moet worden verminderd. Over de ge
dane toezeggingen toonde de a.r.-spreker
zich niet ontevreden.
Eindexamens
conflict tussen het ministerie
aantal classici-gecommitteerden
Bbuwi aai v HUP R IH.« eindexamens gymnasium tot een oplos-
1 september' te'laten aanvangen? Deze sin* brengen. Op 30 november heeft
vraag werd gisteren in de Kamer van over "e omstreden (tijdelijke) examen
P.v.tfA.-zijde gesteld. De socialist Kleij- regeling een onderhoud plaats gehad,
wegt achtte het denkbeeld zeker het waarbij de wederzijdse standpunten zijn
overwegen waard, maar de staatssecre-uiteengezet zonder dat
taris van O.. K. en W„ prof. Janssen. w"d
zag cr voorlopig nog geen heil in. De w"
tindexamens zouden dan ^p-«—
november moeten worden gehouden en
dit is (afgezien nog van St. Nicolaas
enz.) geen goede tijd. De leerlingen ple
gen zich juist in de herfst en de winter
hot beste en het rustigst op de leerstof
te concentreren. Bovendien zou ook het
bedrijfsleven er bezwaar tegen kunnen
hebben om tegen de jaarwisseling stro
men leerlingen op te nemen. Het pro
bleem zal echter worden bestudeerd en
wel door een commissie uit de ver
schillende inspecties.
Schipperskind
Evenals tijdens het openbare voorbe
raad in de commissie kwam gisteren in
de plenaire vergadering weer het onder-
wij» aan schipperskinderen ter sprake.
Voor het beleid op dit punt van staats
secretaris Janssen bleken de heren
Roosjen (a.r.). Kleijwegt (soc.) en
Mieras (s.g.) geen bewondering te heb
ben. Mr. Roosjen maakte zich noga)
boos over de afwijzende houding van de
bewindsman op het stuk van de subsi
diëring van de internaten voor schip
perskinderen en de vergoeding van de
ad m mistra tiekos ten
Dit was voor prof. Janssen aanleiding
enkele voorzichtige toezeggingen te doen.
Hij deelde mee, dat overleg met het
ministerie van financiën aan de gang is
over de vraag of aan de internaten in
het algemeen (dus niet alleen die voor
bat schipperskind) een financiële tegc-
gelijk te maken ook in die vakken die
op grond van de beslissing der inspec
tie bij het mondeling examen zijn weg
gevallen. Dit denkbeeld zal. volgens de
staatssecretaris, op zijn uitvoerbaarheid
worden getoest, maar voor 1963 is ver
wezenlijking niet meer mogelijk. Op kor
te termijn zal dan ook geen nieuw over
leg met de betrokken gecommitteerden
plaatsvinden. „Er moet nu rust komen:
de eindexamenkandidaten, de leraren
en de leiding van de scholen mogen niet
langer in onzekerheid verkeren", aldus
prof. Janssen. Op de gecommitteerden
IAdvertentie
beroep gedaan alsnog aan de eind-
:ns '63 mee te werken. Wordt een
onvoldoende aantal hunner hiertoe be
reid gevonden, dan zal de „reserve",
t.w. de oudere rectores van gymnasia
en lycea, worden ingeschakeld.
De staatssecretaris beloofde de Ka
mer nog vóór het Paasreees een- nota
toe te zenden over de onderwijsmoge
lijkheden voor 14-iarige jongens, voor
wie een arbeidsverbod zal worden inge
voerd. Subsidievermeerdering voor de
vormingsinstituten is in dit verband
noodzakelijk. Het is zaak deze jongens
«oveel mogelijk van de straat te houden.
Toch waardering
C.H.-fractieleider dr. Tilanus en
minister Cals hebben de laatste jaren
verschillende keren diametraal tegen
over elkaar gestaan. Men denke biju.
aan de Mammoetwet. Ook gisteren
werden zij het niet eens over dé in
stelling van een eigen insoectie voor
u.l.o. en v.g.l.o., maar dit belette de
heer Tilanus niet de minister dank te
brengen vor het opbouwend en
vooruitstrevend beleid", dat hij in de
afgelopen tien jaar tot heil van hei
hele onderwijs heeft gevoerd. Mr.
Cals toonde zich door deze lof getrof
fen.
In de komende weken, zo kondigde de
minister aan. zullen bij de Kamer niet
minder dan veertien wetsontwerpen wor
den ingediend. Daaronder bevinden zich
de wijziging van de wet op het kijkgeld
(strafbaarstelling wegens niet betalen
van kijkgeld), wijziging van de L.O.-
wet 1920 en van de kweekschoolwet (be
heersvorm openbaar onderwijs, esperan
to enz wijziging van de wet op het
wetenschappelijk onderwijs tot subsidi
ering van de theologische faculteiten
aan de bijzondere universiteiten, herzie
ning van de regeling van toelating tot
universitaire examens, wet op het lee
lingenwezen enz.
Kinderbijslag
De Kamer nam na het onderwijl
debat dat ondanks de openbare
voorbehandeling in de commissie nog
ruim de hele middag in beslag nan
de O.K.W.-begroting zonder hoofde
lijke stemming aan. Aan het begin
van de vergadering had zij hetzelfde
gedaan met het wetsvoorstel om met
ingang van 1 januari a.s. de kinder
bijslagen te verhogen in verband met
de loonstijging sedert 1960. Voor de
zelfstandigen zal het de eerste keer
zijn, dat zij voor hun eerste en twee
de kind bijslag ontvangen.
„Open Deur" is ook
van lutheranen
1 verschijnen met hun kerstnummers In
grote oplagen stond de „Open deur" die
onder hoofdredactie staat van de be
kende predikant ds. G. P. Kleijn aan
gekondigd als een hervormd blad.
I Lutherse vrienden van onze krant bel
den prompt op om te zeggen dat dat niet
helemaal juist is. Terecht, want het
blad wordt tevens door de Lutherse ker
ken gebruikt en wordt uitgegeven onder
gezamenlijke hervormd-lutherse verant
woordelijkheid.
jtische stu"
Gereformeerde Kerken een nieuwe en
betere weg te wijzen. Nu staan daar de
brede commentaren op Mattheus, Han
delingen, Johannes, de twee brieven van
Paulus aan de Corinthiers, de brief aan
de Hebreeën, die van Jacobus en de
werkjes in de reeks Korte Verklaringen,
evenals nog andere belangrijke boeken.
En wat meer is hij heeft anderen aan
het werk gezet, hen geleerd hoe zij het
moesten doen. Dertig studenten behaal
den onder zijn leiding de doctorstitel.
Maar prof. Grosheide heeft de ge
wone man niet vergeten. Hij is een
belangrijke stimulans geweest bij het
ontstaan van de Nieuwe Vertaling. I Woord van God verstaanbaar te
Als voorzitter van het Nederlands j ken. Hij maakte reeds gebruik
Bijbelgenootschap heeft hij grote in-, de nu zo moderne dialoogvorm, toen
vloed gehad op het gehele werk, dat woord nog moest worden uitge-
maar als voorzitter van de vertaal- vonden. Toen de meeste mensen nog
meende hij in 1047 dat werk te
neerleggen na 45 jaar practiscR en
theoretisch te hebben meegewerkt,om-, den.
dftf hij zich niét kón verènigeti met! Ven f'
besluit van de synode van 1947. Hij had
geen principiële bezwaren, maar wel
practische en kerkrechtelijke en omdat
hij het ongewenst achtte dat de hoofd
redacteur vari Witte Velden en de gene
rale evangelisatiedeputaten niet één lijn
zouden trekken, gaf hij dat werk vrij
willig en in goede harmonie op.
commissie voor het Nieuwe Testa
ment heeft hij bijzonder hard ge
werkt om tot een eigentijdse uitgave
te komen.
wantrouwend tegenover het gesprek
van „Rome" en „Reformatie" ston
den, nam hij er al aan deel en wist
hij het vertrouwen van vele rooms-
katholieken te winnen.
Mét grote achting schreef dan ook
de rooms-katholieke hoogleraar prof.
dr. W. 'K. M. Grossouw in 1951 in het
dagblad „De Tijd": „Allen die de nes
tor van zijn groep bij deze gesprek
ken hebben meegemaakt zullen met
mij getuigen van zijn grote eenvoud
en oprechtheid en bovenal van zijn
groot geloof. Menselijk oordeel
steeds feilbaar, maar voorzover wij
mogen oordelen, moeten wij in hem
„de ware Israeliet"zien, die zijn Heer
in oprechtheid dient. Hij verenigt
zich de beste Nederlandse, ik
waarschijnlijk beter zeggen: de beste
Hollandse eigenschappen: vroom
heid, eerlijkheid, een eenvoud die
wars is van alle opsiering en wel
licht te zeer huivert voor alles
zweemt naar „pracht en praal", een
grote zorg voor kern en inhoud ge
paard met een lichte onderschatting
van vorm en stijl. Ook de volharden
de vasthoudendheid van de Hollander
is hem niet vreemd. Zijn gespreks
partners zullen niet menen (veronder
steld. dat zij zulke boze intenties
koesterden), dat zij zijn stellingen met
een lichte charge kunnen nemen!"
Christus is de „Afstraling Zijner heerlijkheid", zegt de schrij
ver van de brief aan de Hebreeën nog. Heeft hij toen gedacht
aan Mozes op de berg bij God? Deze leider wilde zo graag de
heerlijkheid van God zien. Heel even mocht hij toen Gods
heerlijkheid van achteren aanschouwen. Maar dat was reeds
voldoende om hem stralend de berg te doen afdalen, zo stra
lend dat het de mensen pijn deed aan de ogen.
Maar dan lezen we dat nadat Mozes het volk heeft toege
sproken hij zijn gezicht bedekt. Waarom toen pas? Paulus
geeft de oplossing: Omdat hij niet wilde dat het volk zag dat
dat stralende van zijn gezicht verdween. Mozes kon stralend
de berg af komen, maar niet stralend in de woestijn wandelen.
De mens kon de heerlijkheid des Heren niet vasthouden.
Altijd werd het weer Ikabod Weg is de eer (beter: Gods
heerlijkheid) uit Israël. Zo werd die heerlijkheid iets vrees
aanjagends. Toen de heerlijkheid des Heren de engelen om
straalde, vreesden zij. En zo is het altijd geweest.
Alleen Christus, de afstraling van Gods heerlijkheid, kon in
dit licht wandelen. Gods heerlijkheid was in Hem verhuld.
En deze heerlijkheid wil Hij in ons hart leggen. Wij hebben
vrije toegang tot God, mogen Hem in het gezicht zien en niet
alleen maar van achteren zoals Mozes. In Christus kwam God
tot ons om ons Zijn heerlijkheid te schenken. Juist daarom
kunnen wij stralende christenen zijn.
Promotie I. J. du Plessis:
Hedenmiddag is aan de Johannes
Calvijn-akademie te Kampen ge
promoveerd tot doctor in de theo
logie de heer I. J. du Plessis, gebo
ren te Worcester, Z.-Afrika, op een
proefschrift getiteld: „Christus als
hoofd van kerk en kosmos", waarin
een exegetisch-theologische studie
van Christus' hoofdschap vooral in
de brieven aan Efeze en Colossen-
zen gegeven wordt. Als promotor
trad op prof. dr. H. N. Ridderbos,
terwijl als paranymfen fungeerden
de heren D. Croafford en H. Dijk
stra, beiden Zuidafrikaanse studen
ten te Kampen.
Isak Johannes du Plessis werd 16 mei
1934 geboren. Hij volgde het middelbaar
onderwijs te Worcester en studeerde
de Universiteit van Stellenbosch en
theologisch seminarium aldaar. Direct
na zijn kandidaatsexamen vertrok dr.
Du Plessis naar Nederland in sept. 1958.
Hij publiceerde twee thesen voor het
verkrijgen van de M.A. graad (Grieks)
en de B.D. graad (theologie speciaal. N.
Testament) Dr. Du Plessis is voorne
mens a.s. zaterdag naar Heidelberg te
vertrekken, om daar nog twee semesters
aan de universiteit te gaan studeren
door een stipendium daartoe in staat ge
steld. Hij hoopt zich verder te oriënte
ren in de Duits theologie en zich var.
het kerkelijk leven aldaar op de hoogte
te stellen. Daarbij is hij
om op een bepaald aspect van zijn
sertatie nader in te gaan en stof te
zamelen voor later gebruik. Volgend
jaar iuli denkt hij terug te gaan naar
Zuid-Afrika om aldaar predikant
verdisconteerd i
De oppositie werd geopend door drs.
H. Roberts, eveneens een Zuid-Afri- i
kaan die in Nederland werkt aan een
proefschrift over een N. Testamentisch
onderwerp, en vervolgens gevoerd door
enkele Kamper hoogleraren Nadat prof, I
Ridderbos de promotie had verricht, I
waaraan hij een woord van hartelijke
gelukwens verbond, recipeerde dr. Du
Plessis na afloop in de kleine aula
de Theologische Hogeschool.
Het proefschrift van dr. Du Plessis,
.i l het
Advertentie
ling in historisch-literair perspectief. In
het tweede hoofdstuk handelt de auteur
over het hoofdschap van Christus in de
brief aan de Romeinen en de eerste
brief aan de Korinthiërs. In het derde
hoofdstuk gaat het over Christus' hoofd
schap in Efeze en Kolossenzen, waarna
in het slothoofd nader wordt stilgestaan
bij de betekenis van de verhouding
hoofdkerkkosmos.
Een samenvatting in het Engels, be
nevens een register van geraadpleegde
teksten en auteurs, besluit de di
tie.
De schrijver concludeert aan het einde
»n zijn studie, dat de taak van de kerk
om het hoofdschap van Christus
leiding en heerlijkheid in de wereld uit
te dragen. Dit betekent, dat zjj als
lichaam van Christus de zegeningen
God niet alleen moet ontvangen, maarl
die ook steeds verder moet geven aan
de wereld waarin zij leeft. Alleen zo
lang zij hieraan voldoet, beseft zij de
volle consequentie van haar representa
tieve functie als lichaam van het Hoofd
van alles. Zij mag zich dus niet isoleren i
van de wereld, maar moet die steeds
vasthouden. Elke poging om slechts op
haar zelf gericht te zijn is gedoemd tot
ondergang, omdat zij dan haar eigenlijk I
lichaam-zijn loochent, en dus zowel de
wereld als Christus ontrouw is. Zij is
per slot van zaken niet alleen represen- j
tant van haar volmaakte Heer. maar ook
van de wereld in haar gebrokenheid. Zij
is de volheid van Hem. die alles in al
len vervult, maar zij is ook steeds on
derweg naar die volheid van Christus j
toe. Haar hoop en kracht is gelegen in
de wetenschap, dat Christus het Hoofd
is en alles tot zijn volheid brengen zal.
Beroepingswerk
NED. HERV. KERK
Beroepen te Den Dolder: P. Hetebrij,
te Sellingen; te Weesp en Weesper-
karspel (Ned. Prot. Bond): mej. E. van
Steenis, te Amersfoort, die dit beroep
Dok aannam. Door prov. kerkverg. Z.-
Holjand te Krimpen aan de IJssel (nq-.
venpastoraat) (verb ber,): J. Kooien, te"
Reeuwijk; te Amersfoort ais ziekenhuis-
pred. voor „De Lichtenberg": J. D. Smids,
te Schiedam.
Bedanks voor Papendrecht (vac. H. C.
Bultman): B. Haverkamp, te Blauwkapel-
Groenekan
GEREF. KERKEN
Beroepen te Castricum (vac. Y. v. d-
Zee): Y Stienstra, te Wapenveld: te
Scheveningen: L. Loosman, te Bodegra
ven; te Smilde: E. Baerends, te Anjum.
Beroepen te Eemdijk:
St -Jansklooster.
Bedankt voor Hillegom: A. J. Otter, te
St.-Jansklooster.
Zeist.
Bedankt voor Haarlem en Lethbrldge
(Alberta): P. Blok te Dirksland.
Stellingen
Dr. Du Plessis voegde aan zijn proef
schrift achttien stellingen ïoe. Daarvan
vermelden wij de laatste: Dc prediking
aan de hand van de H. Catechismus kan
alleen dan gehandhaafd worden, als niet
bloot de tekst van de catechismus ge
preekt wordt, maar ook dc huidige theo
logische on wikkeling, de kerkelijke si-
f-IET bijkomen uit een narcose pleegt ook heden
ten dage nog met allerlei wonderlijke ver
schijnselen gepaard te gaan. De patiënten hebben
er geen notie van waar ze zijn; ze voelen zich
allesbehalve plezierig en ze luchten hun gevoe
lens over de situatie soms in uitdrukkingen,
waarvan zij zelf laat staan de omstanders
niet beseften dat ze die kenden. Deftige dames
kunnen dan wedijveren met de befaamde viswij
ven, en geciviliseerde heren nemen het graag te
gen bootwerkers op. Misschien zou het, ter ver
heviging van een zekere mate van zelfkennis nut
tig zijn, wanneer men dergelijke rauwe taal op
een geluidsbandje vastlegde.' In de goede oude
tijd toen men royaal met chloroform pleegde te
werken kwam daar dan nog bij dat je je onvoor
stelbaar onpasselijk voelde, wanneer je eindelijk
zoveel positieven bij elkaar had om je daar re
kenschap pan te geven.
Dat zijn alles bij elkaar redenen genoeg om een
patiënt, die na een operatie ontwaakt in de gaten
te houden, nog daar gelaten dat dergelijke slachtof
fers ook in staat zijn om onder de indruk van de
recente gebeurtenissen, of in koortsvisioenen, daden
uit te halen, die een spoedig herstel beslist in de
weg staan. De verpleegsters hebben maar wat 'n
van zulke onrustige gasten, maar ze hebben
voor heter vuren gestaan; ze weten hoe ze deze
varkentjes letterlijk en figuurlijk moeten was-
Het allereerste wat ik me dan ook herinner ge
zien te hebben, toen ik in die wildvreemde kamer
het diakonessenhuis wakker werd, was een zus
ter. Dat was Om te beginnen al een zeer aparte be
levenis, want ik had er in mijn elf levensjaren nog
nooit een van zo nabij kunnen bekijken, en aange
zien diakonessen destijds in zéér lange en zéér zwa
re gewaden rondschreden, vond ik het maar een grie
zelig geval. Ik gluurde benauwd naar haar. zoals
ze bezig was om de kamer een ochtendbeurtje te
geven op die zeer specifieke wijze waarop verpleeg
sters en hun handlangsters dat doen kunnen: tafel
tjes zus zetten, stoeltje erop, vloertje behandelen,
tafeltje verzetten, stoeltje eraf. Tussen die bedrij
vigheid door keek ze zo nu en dan naar haar pa
tiënt, maar ik wachtte me wel om al te veel le
venstekenen te geven. Nog daargelaten dat ik aan
vertrek èn zuster wennen moest, voelde ik in mijn
maag zoveel oproerige elementen samenrotten, dat
ik maar liever van iedere toenadering verschoond
bleef.
Het zal wel 'n piepjong zustertje zijn geweest
bedenk ik achteraf. Anders had ze vast en zeker
wel gemerkt dat ik bijgekomen was. En anders had
ze zich ook anders gedragen dan ze zich gedroeg op
zo'n uiterst merkwaardige manier. Want nadat ze
de kamer had behandeld, ging ze eerst uitvoerig in
'n boekje lezen waarin ik vlug 'n bijbeltje her
kende en daarna knielde ze en ging bidden. Be
halve jong was ze dus ongetwijfeld ook vroom, maar
de spreukendichter heeft al gezegd dat er voor alles
een bestemde tijd is, en ik kon niet het gevoel over
winnen dat dit ceremonieel voor een ziek jongetje,
dat nolens volens toeschouwer moest zijn. beslist
op een verkeerde tijd kwam. In ogenschouw ne
mende zijn nuchtere en beslist van streek zijnde
maag.
Het zustertje rees ten slotte omhoog, cn vervol-
gens deed ze to
wat ze overigen:
wierp nog even een vlugge, tersluikse blik op het
haars inziens nog altijd slapende jongetje en daar
na wipte ze de kamer uit. Ik weet niet wat ha»r
daartoe bewoog. Misschien had ze een kameraadje
op een andere kamer of afdeling, waarmee ze van
gedachten wilde wisselen. Misschien vond ze het no-
dig om de emmer met dweil weg te brengen. Mis
schien ook had ze net zo het land aan bijkomende
knaapjes als ik aan de wacht houdende verpleeg-
stertjes. Maar in ieder geval verdwéén ze.
He) volgende moment was ik eveneens uit beo
geglipt, en ontdekte daarbij dat ze een compleet
zandzakje op mijn buik hadden gelegd, want dat
rolde er meteen af Het was een interessante ge
waarwording, en ik besloot tot verdere onderzoekin
gen. Hoe ver ik precies gekomen ben, weet ik niet
meer: misschien ook tot op de gang. Daar ving me
een andere zuster op. dio me ijlings terug transpor
teerde en in alle staten groot alarm sloeg, want h<t
is niet de goede gewoonte dat pas-geopereerden zon
der zandzakjes uit kuieren gaan. De eerste verpleeg
ster heb ik nooit teruggezien en met de andere heb
ik zoveel pret gehad dat ik er nu nog om lacn.
Maar die aeed haar werk dan ook. Laat ik zeggen:
die bad met open ogen!