davitamon
DE DOKTER aan 't woord
J. Schotman gekozen tot
opvolger C. van Baren
Een kanttekening
Christelijke Bedrijfsgroepen Centrale:
Aloude kwestie
opgerakeld
Chefarine 4
Beroepingswerk
1
Nederlands historicus in
Belg ië bijna in arrest
Een woord voor vandaag
Gods genade ook voor de
afgescheiden broeders
Medische
voorlichting
van leken
NATIONALE KOEK GROTER
JTNIGE weken geleden heeft minister Zijlstra in de Tweede Kamer gezegd,
dat het aandeel van de werknemers in het nationale inkomen regelmatig
stijgt. In 1958 was dit aandeel 70 in 1959 was het teruggelopen tot 68,1
maar in 1961 was het weer gestegen tot 70,4%, terwijl het aandeel van de
werknemer in het nationale inkomen dit jaar naar schatting op 72,3 zou
belanden. Voor 1963 wordt het aandeel op 72,8 getaxeerd.
Dat komt er dus op neer, dat de werknemers tezamen een groter deel van
de nationale koek ontvangen. Wij moeten erbij vertellen, dat dit percentage
wordt berekend door het looninkomen per werknemer, werkzaam in be
drijven. te delen op het nationale inkomen per hoofd van de werkzame
beroepsbevolking.
Wij kunnen ook met een ander percentage werken, dat echter hetzelfde beeld
laat zien. Als wij het totaal aan lonen, salarissen en sociale lasten bij elkaar
tellen, dan maakt dit in 1958 bijna 58 van het nationale inkomen uit. In
1961 is dit percentage opgeklommen tot 59V£. Het aandeel van hen die geen
loon of salaris ontvangen, neemt dus iets af.
Wat is nu die nationale koek of, juister gezegd, dat nationale inkomen? Wij
zouden kunnen zeggen de som van alle inkomens-: van de metaalbewerker
en de bankbediende, de timmerman en de accountant, de groenteman en de
ambtenaar, de werkster en de leraar, de landbouwer en de directeur. Maar
bij dit totale bedrag moeten wij dan ook tellen de inkomens van de lichamen
die niet aan de enkeling worden uitbetaald, zoals de niet-uitgekeerde winsten
van de bedrijven. Van dit totale bedrag moeten dan weer afgetrokken wor
den de pensioenen, de ondersteuningen, de wachtgelden enz., inkomens waar
geen produktieve prestatie tegenover staat.
In de praktijk wordt het nationale inkomen niet berekend door al die in
komens bij elkaar op te tellen. Het wordt berekend door de bijdragen van de
verschillende bedrijfstakken (industrie, handel, verkeer enz.), van de over
heid en de netto ontvangen inkomsten uit het buitenland bij elkaar te tellen,
en op deze wijze hebben de statistici van het Centraal Bureau voor de Statis
tiek berekend, dat het nationale inkomen dit jaar ƒ38.700 miljoen zal be
dragen. Een bedrag dat onze verbeeldingskracht te boven gaat.
Het wordt wat tastbaarder als wij zeggen, dat het in de loop der jaren regel
matig stijgt. Zo was het in 1950 nog maar ƒ15.000 miljoen en in 1938
4900 miljoen.
Wij moeten beslist niet denken, dat die opvallende stijging (het nationale
inkomen is thans bijna achtmaal zo groot als in 1938) alleen te danken is
aan een grotere produktie. Natuurlijk heeft die invloed uitgeoefend, maar
daarnaast heeft de prijsstijging, dus het minder waard worden van de gulden,
een duchtig woordje mee gesproken.
Een klein voorbeeld. Het nationale inkomen is van 1954 tot 1961 met 63
gestegen. Worden die nationale jaarinkomens echter berekend in de koop
kracht van de gulden van 1958, waardoor wij voor elk jaar van een constant
prijsniveau kunnen uitgaan, dan komen wij van 1954 tot 1961 niet verder
dan 34 Dat is dus de werkelijke vooruitgang.
Het nationale inkomen is niet het bedrag dat wij in winkels of op een andere
wijze, dus voor consumptie kunnen uitgeven. Om dat voor consumptie be
schikbare nationale inkomen te krijgen moeten wij eerst o.a. de onverdeelde
winsten van de bedrijven van het nationale inkomen aftrekken en vervolgens
alle directe belastingen, zoals loon-, inkomsten-, vermogens- en personele
belasting. Op deze wijze uitgerekend bleek het beschikbare nationale in
komen in 1960 28.400 miljoen te zijn geweest. Alle gezinnen tezamen hebben
hiervan voor consumptie ƒ23.800 miljoen uitgegeven, zodat er voor bespa
ringen 4600 miljoen overbleef.
Al die cijfers doen taai en dor aan. Toch zijn ze heel belangrijk. Bedrijven
die marktonderzoek verrichten en o.a. willen weten hoe groot de koopkracht
is van een groep mensen die zij willen benaderen, hebben belangstelling voor
het beschikbare nationale inkomen. Maar de cijfers van het nationale in
komen zijn ook onmisbaar voor het beoordelen van de economische toestand.
Maar ook de politici willen graag weten hoe het inkomen zich ontwikkelt.
Bij de strijd om hogere lonen houdt men het oog voortdurend op de ont
wikkeling van het nationale inkomen gericht. Zo heeft een paar weken ge
leden mr. II. F. van Leeuwen in de Tweede Kamer cijfers op tafel gelegd
over de inkomens- en vermogensverdeling, welke cijfers door prof. drs. Ch.
Glasz beschikbaar waren gesteld.
Hieruit blijkt, dat het nationale inkomen in het begin van deze eeuw rond
2000 miljoen was en het vermogen van particulieren 6000 miljoen. In
1950 was het nationale inkomen opgelopen tot 15.000 miljoen en het ver
mogen van particulieren tot 16.000 miljoen. De onderlinge verhouding is dus
volkomen veranderd. Thans is het nationale inkomen bijna 39.000 miljoen
maar het vermogen van particulieren wordt getaxeerd op 32.000 miljoen.
Dus opnieuw een verschuiving.
Is het vermogen van particulieren dus naar verhouding achteruitgegaan (het
is wel gestegen, maar veel minder dan het nationale inkomen), wel sterk is
het vermogen van de institutionele beleggers opgelopen, dus van de levens
verzekeringsmaatschappijen, de pensioenfondsen enz. Dit wordt thans even
groot geschat als het vermogen van particulieren.
Hoewel wij al met veel cijfers geschermd hebben, kunnen wij niet nalaten
er nog drie te noemen. In 1938 vormde het inkomen uit vermogen van par
ticulieren en institutionele beleggers in de vorm van dividenden, renten,
pachten, netto huren 26V£ van het nationale inkomen. Voor 1960 berekent
prof. Glasz het aandeel op iets meer dan 13 nadat het in 1955 11 is ge
weest.
De tweejaarlijkse algemene ver
gadering van de Christelijke Be
drijfsgroepen Centrale is ook gis
teren weer gehouden in de grote
zaal van de Haagse Dierentuin. De
belangstelling was zeer groot.
Na zijn openingsrede herdacht i
zitter C. van Baren jr., terwijl de
wezigen zich van hun zitplaatsen
hieven, de overleden bestuurders, de he
ren C. v. d. Wal. secretaris-penning
meester van de organisatie die hij 32
jaar mocht dienen, en D. de Jong uit
Vlaardingen, administrateur van de af
deling, en de ruim 300 leden die door
de dood werden weggenomen.
(Advertentie)
4-voudige combinatie
inderdaad ued beter!
Vier betrouwbare middelen In 1 labiet
doen wonderen tegen pijn en griep I
Elk der vier bestanddelen van
Chefarine „4" is wereldberoemd.
De combinatie in één tablet werkt
ndg krachtiger. Bovendien zorgt
één der bestanddelen, dat ook een
gevoelige maag niet van streek
raakt
Gluan buiija 20 bblettan 0.80
Hindigi itripvarpikklng 40 tablettan f 1.50
Voordelige flacon 100 tabletten f 3.50
Paus Johannes naar
Jeruzalem met
Kerstmis?
Naar wij vernemen heeft paus Johan-
es 23 het plan opgevat het komende
kerstfeest in Jeruzalem te vieren. Vol
gens geruchten in Rome komt dit voor
nemen voort uit een wensdroom van de
katholieke politicus Giorgio la Pira, de
burgemeester van Florence. Behalve dat
sis grote politieke moeilijkheden te
weeg zou brengen, sluit ook de gezond
heidstoestand van de paus, die zich op
een operatie voorbereidt, dergelijke reis
plannen uit.
La Pira heeft al meer voor vooraan
staande personen met Arabieren bemid.
deld. Volgens de geruchten heet het dat
la Pira de indruk heeft dat zowel de Isra
ëlische overheid als de Arabieren, die
deel van Jeruzalem bezet houden,
dergelijk bezoek op prijs zouden
stellen, en genegen waren mee te werken
tot het verwezenlijken ervan.
NED. HERV. KERK
Aangenomen naar Heiloo: Ph. Oouwen-
dijk, pred. voor buitengewone werkzaam
heden in Ridderkerk; naar Wageningen
(vac. dr. P. L. Schram) als studenten-
pred.: T. N. M. Nijssen, te Goes.
Bedankt: voor Tietjerk (toez.): J. H.
de Vree, te Hoogmade; voor Katwijk
aan Zee: T. Langerak, te Vinkeveen.
GEREF. KERKEN
Beroepen te Barchem: H. J. Huyzer,
kand. te 's-Gravenhage. Die meedeelt
geen verdere beroepen meer in over
weging te kunnen nemen.
Bedankt voor Nieuw-Vennep: H. B.
Weyland, te De Lier; voor Spijk (Gr.):
Tevel, te Zwaagwesteinde.
CHRIST. GEREF. KERKEN
Doornspijk: N. de Jong
UNIE VAN BAPTISTEN GEMEENTEN
GEREFORMEERDE GEMEENTEN
Beroepen te Haarlem: P. Blok te
BOND VAN VRIJE EV. GEMEENTEN
T wee Nederlanders
Zij treden lang niet altijd op de
voorgrond. Maar waar er ook
maar internationale kerkelijke of
interkerkelijke vergaderingen
worden gehouden hebben de Ne
derlanders iets in de melk te
brokkelen. In Genève bij de We
reldraad van Kerken is men reeds
geneigd te zeggen dat er een te
hoog percentage Nederlanders
werkt.
En in Rome is het al precies
zo. Alleen kan men ze daar wel
eens op heel merkwaardige pos
ten aantreffen. Zo langzamerhand
wordt duidelijk dat kardinaal Bea
dc ongekroonde leider is van de
progressieve vleugel en kardinaal
Ottaviani van de conservatieve.
Beiden hebben zij een secretaris
en beiden zijn het Nederlanders.
Monseigneur Willebrands is de
secretaris van Bea en pater
Tromp van Ottaviani. Beiden zijn
benoemd als adviseur van de
Ëuwe commissie die het rapport
tr bronn.-n van openbaring
et gaan behandelen. Wij vra-
i ons af v/at zij zullen advise-
Fruiljes
geven uw
maaltijden
die
verrukkelijke
pikante
smaak
van (kant en
klare
gefruite
uitjes
WIL©)
Gazet van Antwerpen verontwaardigd
De Gazet van Antwerpen leverde
gisteren in een hoofdartikel scherpe
kritiek op de Belgische staatsveilig
heidsdienst. die heeft gedreigd met
de aanhouding van de Utrechtse his
toricus dr. A. W. Willemsen. Dr. Wil-
lemsen heeft zondag in Antwerpen
een lezing gehouden over het onder
werp „Integratie van de gescheiden
delen van de Nederlandse kuituurge
meenschap".
Volgens het blad werden de twee or
ganiserende verenigingen, die dr. Wil
lemsen hadden verzocht de lezing te ko
men houden, benaderd door de veilig
heidsdienst. die ..dreigde dr. Willem
sen eventueel te zullen aanhouden'"
Ambtenaren van deze dienst waren
de zaal aanwezig, waar de Nederland,
se spreker zijn inleiding hield. De twee
verenigingen waren het Algemeen Ne
derlands verbond te Antwerpen en het
Berten Fermont-heidenkingscomitó.
Het blad sluit zich aan bij het pro
test tegen het optreden van de veilig-
neidsdienst, dat de secretaris van d«
Vlaamse kultuurraad, dr. J. Fleerac-
kers op de vergadering uitsprak.
„Is het nu zover gekomen, dat wij in
Vlaanderen geen sprekers meer uit Ne
derland mogen uitnodigen zonder dat de
veiligheidsdienst er plomp tussen komt?"
aldus de Gazet.
„Indien de heren van de veiligheids
dienst het rapport van hun ambtena
ren in de zaal aandachtig lezen, zullen
zij (inplaats van hem te arresteren)
toe neigen dr. Willemsen met een
korte aan de grens af te halen."
De voorzitter van de Algemene
Vergadering der Verenigde Naties,
Zafroellah Khan, heeft gisteravond mee
gedeeld dat donderdagmorgen een aar
v'ang zal worden gemaakt met het de
bat over de kwestie-Angola.
De voorzitter verwelkomde de vele
tegenwoordigers van andere vakvereni
gingen en van verwante organisaties uit
het buitenland, onder andere België,
Duitsland, Suriname en de Antillen.
Het jaarverslag over '59, '60 en
werd goedgekeurd. Bij de bespreking
van het bestuursbeleid kwam de vraag
aan de orde (bij monde van de vertegen
woordiger van Bunschoten-Spakenburg)
of het lidmaatschap van de Partij van
de Arbeid strookt met het lid-zijn van
de christelijke vakbeweging. Spreker
meende dat zowel C.N.V. als C.B.C. nu
eens klare wijn moeten schenken.
De heer A. Hordijk, algemeen secre
taris, beantwoordde de gemaakte op
merkingen. Hij benadrukte, dat vooral
de jongeren bij het werk van de christe
lijke vakbeweging moeten worden be
trokken. Daarom moet de actie „Wer
kende jeugd" worden gestimuleerd.
Dualisme
Wat betreft het lidmaatschap van de
P.v.d.A. werd verwezen naar de reeds
in 1946 afgelegde verklaring, waarin
werd uitgesproken dat een dergelijk
dualisme gewraakt moet worden. Er
moet voortduring invloed op de
conscii. ie worden uitgeoefend. Men
dient er zich echter voor te hoeden,
dat zij, wier keuze men op een be
paald terrein niet kan delen, beschouwd
worden als minder oprechte christe
nen. De heer Hordijk zei dat de ver
klaring van 1946 nog steeds van kracht
is^. De vergadering reageerde met ap-
De plaats van de arbeider in de on
derneming is een zaak die de C.B.C. zeer
ter harte gaat. Op de bedrijfspensioen-
vorming zal in de toekomst goed moe
ten worden gelet. Er moet geen staats
pensioen komen in de plaats van eigen
verantwoordelijkheid.
Voorzitter Van Baren besprak de
kwestie van het gereformeerd maat
schappelijk verbond. Deze leden behoren
naar de mening van het hoofdbestuur
georganiseerd te zijn in de C.B.C. De
zaak van het politiek georganiseerd-zijn
op het ogenblik in studie en binnen
kort zal het C.N.V. met een rapport dien
aangaande uit de bus komen. Ook de
heer Van Baren verwerpt het dualisme,
nar maant tevens tot voorzichtigheid
deze tere kwestie. Het bestuursbeleid
wordt goedgekeurd en hoofd- en districts
bestuurders worden tjerkozen.
Verkiesing
Hierna kwam de verkiezing van een
nieuwe voorzitter aan de orde. De heer
Van Baren deelde mee per 1 juni 1963
met pensioen te gaan. De heer J. Schot
man uit Den Haag wordt voor deze func
tie gekozen. De heer Schotman zal tot
l juni 1963 vice-voorzltter zijn, daar de
heer J. v. d. Herik uit Zwijndrecht thans
met pensioen gaat.
De heer Schotman is 51 jaar en dien
de de Haagse afdeling als voorzitter en
de organisatie als bestuurder in alge
mene dienst. Uit de vergadering klonk
de vraag tot welke kerkgemeenschap de
heer Schotman behoort. De vergadering
liet echter duidelijk uitkomen dat dit
niet ter zake is. Voorzitter Van Baren
merkte op: „Al was hij heilsoldaat!"
Ook een voorstel schriftelijk te stemmen
vindt bij de vergadering geen genade.
Voorzitter Van Baren wenste hier-
i zijn opvolger Gods zegen toe bij
het moeilijke werk dat hem wacht.
De heer Schotman dankt de vergade
ring voor het in hem gestelde ver
trouwen. Op voorstel van de Vereni
gingsraad wordt de heer Van Baren
benoemd tot ere-voorzitter. Hij heeft
de C.B.C. 44 jaar gediend en heeft in
die tijd veel tot stand gebracht.
De vergadering keurt het beleid van
het weekblad „Toenadering" goed en be
noemt de heer Schotman, ingaande juni
1963 tot hoofdredacteur.
Hierna werd een aanvang gemaakt
met de behandeling van voorstellen van
hoofdbestuur, Verenigingsraad en afde
lingen. Er wordt een wijziging gebracht
in de contributieregeling en de verschil
lende uitkeringen.
DINSDAG 27 NOVEMBER 1962
Leven met God het is het diepste en innigste verlangen
van de mens, die graag Gods kind wil zijn. Het betekent met
God in gesprek gaan. In volledige overgave zeggen: Here,
vertel het me maar, wat moet ik doen? En daarna luisteren
naar het antwoord. God zei tot David: Zodra gij een geluid
van schreden hoort in de toppen van de balsemstruiken
Dat wordt het sein tot de aanval op de Filistijnen. Het ge
luid van schreden in de toppen van struiken. Het antwoord
kan God op vele manieren geven. Wie de bijbel kent, weet
dit.
Leven met God is niet alleen vragen, ook luisteren. God zegt
meer tot David. Als Hij hem heeft verteld wat het sein tot
de aanval zal zijn, laat Hij er op volgen: Haast u dan (2 Sa
muel 5 24). Zou dat niet het belangrijkste zijn? Ach, bidden
de mens in nood kan dat wel, hartstochtelijk en diep ge
meend. Luisteren? de mens kan het geduld er voor nog
wel opbrengen. Maar dan: Haast u. Dat wil zeggen: niet met
God in debat gaan, niet zich afvragen: Zou God het wel bij
het rechte eind hebben? Zou Hij zich niet vergissen? Nee,
doen, handelen, direct. Haast u.
Leven met God wordt van de mens int veelal onmogelijk ge
maakt, omdat de mens de eindbeslissing toch altijd zo graag
in eigen handen wil houden. God zegt: Haast u dan. En kan
de mens dat dan maar doen? Ja, dat kan. Want God de Here
verlaat hem niet meer.
Concilie over eenheid
Eindelijk komt, nog kort voor
het einde van de eerste zittings
periode, het voor de niet-rooms-
katholiek meest interessante deel
van het concilie naar voren. De
bisschoppen zijn gisteren name
lijk onverwacht begonnen met de
behandeling van een rapport van
de Commissie voor de Oos
terse (bij de R.K. Kerk aan
gesloten) Kerken over de een
heid met de Oosterse-orthodoxie.
Tevens ligt het in de bedoeling
dat nog twee rapporten die met
de eenheid te maken hebben, na
melijk van het secretariaat van
kardinaal Bea, en van de theo
logische commissie van kardi
naal Ottaviani in behandeling
komen. In het huidige rapport
wordt naar voren gebracht dat
de „afgescheiden broeders" die
buiten hun schuld buiten de R.K.
Kerk staan beslist behoren tot de
genade-gemeenschap.
In het huidige rapport gaat het dus
hoofdzakelijk om de verhouding tot de
Oosters Orthodoxe Kerken. De zoge
naamde geünieerde kerken hebben zich
namelijk van de Oosterse-orthodoxie af
gescheiden en zich bij de Rooms-Katho-
lieke Kerk aangesloten. Van Oosters-or-
thodoxe kant is bij voortduring geeist
dat deze kerken eerst terug moeten ko
men bij de oosters-orthodoxe, eer een
gesprek over eenheid kan beginnen.
Het schema omvat 15 bladzijden
druks en is nauwelijks langer dan het
schema over de bronnen der openba
ring, dat vorige week niet de instem
ming van de concilievaders heeft kun
nen krijgen. Maar dit schema, zo zeg
gen de theologen, munt uit door fris
heid en openheid, door originaliteit en
duidelijkheid. Het heeft als titel „Ut
Structuur
In tegenstelling tot de meeste andere
voorstellingen,
hoofdstukken,
52. Toch valt het
delen uiteen. Het eer
paragrafen omvat,
grafen. Het omvat
duidelijk in vi
ste deel, dat r
handelt over het verschil tussen de
zichtbare kerk en de onzichtbare kerk.
Het vestigt duidelijk de aandacht op de
kerk in haar bestaan op aarde, in haar
op-weg-zijn, en op de eindfase der
kerk. haar voltooiing. Daarin wordt ge
zegd: „De kerk is het mystieke li
chaam van Christus: Zij is de ge
meenschap van uitverkorenen, die ir
Christus verenigd zijn en die in hem
hun heil zoeken."
In het tweede deel wordt die
structuur nader behandeld. Voorop
staat dat Christus zelf voor alles
het Hoofd is van de Kerk, maar
hij heeft haar toevertrouwd aan zijn
apostelen en hun opvolgers bi de
hiërarchie. En bovendien heeft hij
Petrus als zijn zichtbare plaatsver
vanger aangesteld.
Daarna gaat het rapport in op c
macht van de paus. die. zo zegt het,
inderdaad wetgevende macht heeft,
maar op het terrein van de genade
evenzeer ontvanger is als alle gelovi
gen en als bedienaar van de sacra
menten evenzeer instrument. Als con
clusie wordt dan ook duidelijk gesteld,
dat de rooms-katholieken een kostbare
bijdrage aan de eenheid kunnen geven
door de schijn te vermijden alsof zij
met het pausdom Christus zelf van de
eerste plaats verdringen.
Genade-gemeenschap
Het derde deel, dat bij paragraaf 7
begint, spreekt dan over de trieste ver
deeldheid in de christenheid, met alle
nadelen en gevaren die daaruit voort
komen. Maar het stelt heel duidelijk
daartegenover, dat men dus als rooms-
kaholiek niet moet denken, dat afge
scheiden christenen ook losgemaakt zijn
van de goddelijk heiligmakende genade.
Er zijn velen, die buiten hun persoon
lijke schuld van de rooms-katholieke
gemeenschap afgesneden zijn, maar wel
degelijk tot de genade-gemeenschap be
horen.
In het laatste en verreweg het groots
te deel van het schema, n.l. van pa
ragraaf 13 tot par. 52, handelt het over
een hele reeks middelen die beproefd
moeten worden om de eenheid te her
stellen. Hierbij verlaat het schema zijn
algemeenheid en bespreekt het de fei
telijke verandering in klimaat tussen de
Rooms-Katholieke kerken de de Ooster-
Kerken, die niet geünieerd zijn met
Rome, Er wordt gewezen op de nood
zaak van het gemeenschappelijk gebed,
selijke en op theologische basis.
Er wordt gepleit voor het oprichten van
een aantal instellingen. Er wordt ook
duidelijk gezegd dat geen enkel theolo
gisch systeem, ook niet dat van het
Westen, volmaakt mag heten. Verschei
denheid van taal moet erkend worden.
Dit laatste deel vormt volgens de
theologen en verschillende vaders nu
juist, ondanks zijn vele goede voorstel
len, het struikelblok voor de aanneming.
Immers, terwijl het algemeen gedeelte
evengoed op de reformatie van toepas
sing is, zal men verwachten van de
Rooms Katholieke Kerk en van het con
cilie in het bijzonder, dat nu ook voor
de reformatie een concrete politiek van
toenadering wordt voorgesteld. Dat ge
beurt niet, zodat ten onrechte de in
druk kan ontstaan, dat de Rooms Katho
lieke Kerk de orthodoxie naar zich toe
probeert te halen, weg van de Wereld
raad van Kerken, aldus menen sommi
ge deskundigen in Rome. Hier open
baart zich volgens deze theologen
weer. dat er niet voldoende overleg ge
pleegd is met het secretariaat voor de
eenheid, dat hetzelfde vraagstuk ook
heeft behandeld.
Verschillen
Zondag is de door de paus nieuw in
gestelde gemengde theologische com
missie met haar werkzaamheden begon- -
nen. Deze commissie heeft opdracht ge
kregen het verworpen rapport over de
bronnen van openbaring dat te conser
vatief is gebleken, opnieuw in studie te
nemen en hetzij te herschrijven of een
geheel nieuw rapport dat meer herder
lijk moet zijn, op te stellen. Deze com
missie Heet voortaan commissie voor
openbaring.
De verwachtihg leeft in Rome dat de
ze commissie niet slechts de studie van
dit rapport zal worden toevertrouwd,
maar ook andere rapporten waarin
theologische kwesties naar voren ko
men. Men acht het dan ook zeer wel
mogelijk dat het rapport over eenheid
van de geünieerde kerken dat nu in be
handeling is maar ook de rapporten
over eenheid van het secretariaat van
kardinaal Bea en over de kerk van de
commissie van kardinaal Ottaviani na
behandeling door het concilie in studie
genomen zal worden. Men rekent hier
zelfs op. omdat reeds gebleken is dat
de inzichten van dit huidige rapport
over eenheid en het rapport van het
secretariaat van kardinaal Bea, dat
hierna in behandeling zal komen niet
parallel lopen.
Reeds nu is gebleken dat dezelfde
verschillen weer aan de orde komen,
die zich ook openbaarden bij het rap
port over de bronnen van openbaring.
Bisschoppen die praetisch nog niet met
niet-roomskatholieken in aanraking ge
komen zijn, verzetten zich tegen het
voorstel om te komen tot oecumenische
instellingen.
(Advertentie)
BEVAT DE ONMISBARE VITAMINEN ALLE 10
„Vragen op medisch gebied zenden aan de redactie van ons
blad met linksboven op de envelops „Medische rubriek'*.
Antwoord op vragen van algemeen belang wordt wekelijks
In deze rubriek gegeven, vragen die hiervoor minder geschikt
zijn worden per brief beantwoord."
U'R is de laatste twintig jaar een duidelijke toe-
Lj name merkbaar van medische publicaties in
couranten en tijdschriften. Ook de radio en tele
visie verzorgen steeds meer uitzendingen op me
disch gebied. Verder zijn er de laatste jaren
enige tijdschriften verschenen geheel gebaseerd
op de geneeskunde en zijn randgebieden. We
behoeven slechts de naam te noemen van het
maandblad „Spreekuur thuis', dat geredigeerd
wordt door de Koninklijke Nederlandsche Maat
schappij tot bevordering der Geneeskunst. De
vraag naar oriëntatie op medisch gebied onder
leken wordt groter en groter. Maar of er in deze
behoefte op verantwoorde wijze steeds voorzien
wordt, blijft een strijdvraag, waarover de artsen
het onderling niet allemaal eens zijn.
Tegenstanders menen dat de uiteraard oppervlak
kige medische voorlichting kan leiden tot toenemen
de verwarring en angsten, terwijl ongetwijfeld nieu
we vragen worden opgeworpen, die onbeantwoord
blijven. De toestand, die zou kunnen ontstaan, kan
men enigszins vergelijken met de zogenaamde „can-
didaatsziekte" bij jonge medische studenten. Vele
ziektebeelden die de medische student moet leren
zich eigen te maken, meent hij bij zichzelf op te
merken. Pas na verdere studie kan hij zich met
behulp van de nieuw geleerde gegevens wapenen te
gen deze onrechtmatige angst, wanneer hij enige
„diepte" in de ziektebeelden gaat zien.
Men kan zich voorstellen dat op deze wijze ook
de leek, die zich in de geneeskunde interesseert
en dat zijn velen, om welke reden ook in dezelf
de richting wordt gestuwd, temeer wanneer men in
het geheel met op de hoogte is van de basis van de
geneeskunde: de kennis van het gezonde individu,
de bouw van het lichaam, zijn ontwikkeling en zijn
functie. We zullen ons ook moeten afvragen, of de
oriëntatie in de geneeskunde door leken niet zou
kunnen leiden tot een onverantwoorde vorm van
zelfgenezing of kwakzalverij!
Toch willen wij allerminst beweren, dat medische
informatie voor leken ten allen tijde moet worden
afgewezen. De arts-schrijver van medische rubrie
ken moet steeds met zorg uitzoeken wat geschikt
is voor publicatie, zonder dat er misverstanden,
angsten en dergelijke uit kunnen voortvloeien. Hij
zal wat zijn adviezen betreft, zeer algemeen moeten
blijven, en de medicatie moeten overlaten aan de
huisarts, omdat vrijwel elke behandelingswijze indi
vidueel moet worden overwogen.
Naast het zeker verantwoorde maandblad „Spreek
uur thuis" is er nu een medische encyclopedie ver
schenen, die, naar onze mening, aan de gestelde
eisen voldoet.
De „Moderne Medische Encyclopedie" uitgave
van Querido en Wetenschappelijke Uitgeverij
gaat er vanuit dat in de moderne samenleving be
hoefte bestaat aan meer begrip in de verhouding
tussen arts en patiënt en omgekeerd die al
leen efficiënt kan zijn wanneer ook de patiënt over
een zij het aan zijn belangensfeer en uitgangs
punt aangepaste kennis omtrent medische vraag
stukken beschikt. De „Moderne Medische Encyclo
pedie" is voortgekomen uit de Stichting Excerpta
Medica, een internationaal medisch documentatie- en
informatiecentrum, die uittreksels op medisch ge
bied verzorgt uit ruim 2500 vakbladen Voor het
eerst heeft deze stichting zich nu door middel an
deze encyclopedie ook tot de niet-mëdlcus gericht.
De ordening is systematisch en lexicografisch uit
gevoerd, wat de encyclopedie „leesbaar" maakt,
dit in tegenstelling met verschillende andere medi
sche encyclopedieën.
De stof is in zes delen ondergebracht.
De zo noodzakelijke basisvakken zijn onderge
bracht in het eerste deel: de anatomie, weefselleer,
embryologie, fysiologie, erfelijkheid en antropolo
gie. Men kan terecht zeggen dat op dit deel de
andere vijf delen rusten. Het is in duidelijke taal
gesteld, en dus voor ieder leesbaar en begrijpelijk.
Ook het tweede deel is gebaseerd op de gezonde
mens. Men vindt er de verschillende levensfasen in.
zoals de zuigeling, het schoolkind, de volwassenheid,
de oude van dagen. Ook de ontwikkelingen, de sexuo-
logie, beroepskeuze, en ouderdomsproblemen vinden
ruimschoots aandacht, evenals de sociale proble
men. De delen drie en vier houden zich bezig met
ziek zijn en ziekten. Op een kundige wijze worden
de mogelijkheden en onmogelijkheden van de heden
daagse arts bij de herkenning en behandeling van
vele ziekten beschreven, terwijl op een verantwoor
de wijze met de medicijnen wordt gehandeld. De al
fabetische rangschikking is in het vijfde deel terug
gekeerd. Het bevat practische wenken voor dage
lijks gebruik. Talrijke problemen, waarvoor men
dagelijks gesteld kan worden, vinden hierin antwoor
den en adviezen, terwijl met vele misverstanden af
gerekend wordt. Het zesde deel tenslotte bevat
uiteraard alfabetisch het register, doch dient tevens
als een medisch handwoordenboek. De verwijzing ge
schiedt naar paragrafen. Ook de medische nomen
clatuur komt goed uit de doeken. De zes deeltjes
i zijn voorzien
n.
De redactionele samenstelling van de Moderne
Medische Encyclopedie vond plaats onder toezicht
van een hoofdredactie, namelijk: prof. dr. M. A. van
Bouwdijk Bastiaanse, prof. dr. J. H. Gaarenstroom
en prof. dr. M. W. Woerdeman. (De typografi
sche verzorging berustte bij Theo Kurpershoek.)
De encyclopedie, waaraan vele bekende specialis
ten hun medewerking hebben gegeven, is dus in de
eerste plaats bestemd voor de leek, doch velen (uit
de medische randgebieden) zullen uit dit werk ken
nis kunnen vergaren, zoals, verpleegsters, heilgym-
nasten, maatschappelijke werkers enz.