LANGE MARS VOLBRACHT ~~Zand stormen over de rivier Ongehoorde onderneming geslaagd Ook politieke integratie Engeland wil ondergrondse kernproef DINSDAG 13 NOVEMBER 1962 Door P. van Lookeren Campagne TUKUCHA-BIVAK, oktober Tussen het tijdstip, waarop ik schrijf schrijf van de lange mars naar Tukucha, van de acht dagen lopen na ons vertrek uit Pokhara en het tijdstip, waarop dit verhaal in druk verschijnt, kunnen niet anders dan vele dagen liggen. Want vanaf de plaats die voorlopig ons tehuis hier zal zijn, naar Europa is de weg lang. Alle brieven en pakjes moeten door koeriers worden teruggebracht naar Pokhara. Te voet. Dan wachten, op een vliegtuig naar Kathmandu. Vandaar naar India en tenslotte met een regelmatige vliegdienst mee naar Europa. Ik schrijf dus in een vol strekt verleden tijd. In die verleden tijd trok de Neder landse Himalya-Expeditie met niet minder dan 156 dragers, 8 sherpa's en 9 sa hibs dwars door Nepal. En terwijl ik schrijf- brandt de zon op onze huid in dit ver weerde dal van de Gandaki, waar de rotsen woenstijn- achtig kaal zijn. Wanneer tijdens de mars de avond valt en de sahibs in het kamp zijn gearriveerd, smaakt de maaltijd wel. In de tent bijeen: van links naar rechts de heren P. van Loo keren Campagne (arts), Nij- huis, Bodenhausen, P. van Lookeren Campagne tand arts), Tammes, Schaar en Egeler. TLTW HEBBEN acht dagen nodig gehad om hier te komen. De eerste dag kwamen wij niet ver. 'n Uur of twee buiten Pokhara streken we neer op een plateau, waar provi sorisch vijfhonderd Tibetaanse vluch telingen gehuisvest zijn. Een Zwitser van het Internationale Rode Kruis heeft daar de leiding. Toen het don- her was, bracht hij ons naar de ten ten van de Lama's. Al uren hadden daaruit trommelslagen, belgerinkel tn het geluid van een vreemd blaas- istrument geklonken. De dag van wrgen, legde de Zwitser uit, zou een /testdag zijn, de Tibetanen waren be zig zich daarop voor te bereiden. Nieuwsgierig hurkten we neer voor de tentopening van de opper-lama. na met gestrekte vingers voor het gelaat *rok deze das vljf kieze.n en maakte de gebruikelijke groet gebraoht te heb- daarmee ben. De lama glimlachte breed en "oaV 1on verwelkomde ons door het opsteken van de linkerhand. De rechter bleef bezig in een gecompliceerd ritme op de trom. Kennelijk stoorden wij niet; het ritueel werd in hetzelfde tempo voortgezet. Als een boeddha zat de opperlama lage sofa. Naast hem twee achtduizenders en tientallen top pen van zevenduizend en meer. De dorpjes veranderden. Veel tem pels, veel gebedsmolens, de eerste Ti betanen, de eerste yak. Het ging nu in weerwil van wat stakingen onder de dragers vlot: het voorlopig einddoel van de lange mars was in zicht. Op de achtste dag bereikten we Tukucha, de plaats waar we ons basiskamp geprojecteerd hadden. Om een beter uitgangspunt voor de expeditie naar de Nilgiri te hebben, zijn we echter nog drie uur doorgegaan. Ons kamp staat nu op een droog hoekje van een drassige groene weide. Er lopen beekjes langs ons bivak, die ons volop van water kunnen voorzien, ook wanneer de herfst te droog wordt. Honderd meter beneden ons stroomt de brede Gandaki langs. De geologen zijn aan het werk; de alpinisten gaan op verkenning. De eerste monsters zijn binnen. De topograaf werkt aan zijn kaart. De Nederlandse Himalaya Expe ditie heeft hiei zijn tehuis ge- Gezicht op het doel: de onherbergzame top van sticht. de Nilgiri, nu vlakbij taar, waarop kaarsen wat licht wier pen. Niet voldoende voor ovs om de voorstelling te zien van een aantal ver- Seelde foto's, die er op stonden inge- jst. Tussen de lijstjes waren dierfi guren te herkennen in kneedsels van deeg. Vóór de lama la» een losbladig boek, waarvan hij regelmatig een pa gina met vijf regels erop omlegde. Behalve de trom bediende de lama ook een koperen bel. Daarvoor moest hij telkens even lijn gebeden onder breken; hij lachte dan vriendelijk in onze richting, maar vervolgde terstond zijn geprevel. Toen we weg gingen, blies de man op een grote schelp, een oneindig triest geluid, dat ons zwij gend maakte. Hier itonden we voor het verdriet van een uit eigen land verdreven volk. De artsen werkten soms als een klinisch team, mooi op elkaar Inge speeld. Op 'n dag volgde Ik in de achterhoede en kreeg van een in boorling e-?n briefje aangereikt, dat geschreven bleek door onze tandarts. ,,W11 je nog even naar deze vrouw kijken? Ik kreeg haar van Tammes doorgestuurd, die een kaakabces met zijn zakmes heeft geopznd en mij vroeg na te gaan of het abces door de kiezen veroorzaakt wordt. Dat blijkt niet het geval; wil je het ver band wVsselen en haar op verzoek van Tammes penicilline geven?" Ik werd een huis binnengeleid en trof daar de patiënte, die eerst heelkun- het nieuwe land niet aarden kan wat internationale organisaties ook aan hulp mogen bieden. Geneeskundige dienst te velde De tweede dag begon met een klim lang een heuvelrug. We passeerden een drietal nogal welvarende dorpjes. Uit een dicht wolkendek viel af en toe motregen; de ondragelijke hitte van het kamp te Pakhara lag nu wel defini tief achter ons. Vroeg in de middag arriveerde de voorhoede op een 1600 meter hoge pas, waar de keukentent al was opgeslagen en een kop thee de sahibs wachtte. Meen niet, dat de hele karavaan als een gesloten geheel marcheert. De kolonne is tamelijk uit- Serekt; tussen de sterkste drager en e zwakste liggen soms soms wel een paar uur per dag. Toen in de loop van de middag de overige dragers kwa men binnendruppelen begon het werk van de dokter-sahib. Wongdhi, de sir dar van de koelies fungeerde als een tolk. Hij is de enige die dat kan. Wat er dan gebeurt, is dit. Wongdhi geleidt een man voor en zegt: „Sorry, dokter- sahib. this man has fever, must be malaria" neem me niet kwalijk, heer-doktor, deze man heeft koorts, zal wel malaria zijn. Zijn diagnostische suggestie is er zelden naast. Zonder deze intelligente kerel zouden wij aan gewezen zijn op een zeer summier li chamelijk onderzoek: met de rug van de hand voelen of de patiënt hoge koorts heeft en de pijnlijke plaats be tasten met de vraag: ,,Doeksa, doek- sa?" hetgeen ..pijn" betekent. De meest voorkomende euvels bij dragers zijn malaria-aanvallen en voet letsels: splinters, kloofjes. De bevol king komt prompt met een zeer ge varieerd gamma van kwalen. Veel kin deren lijden aan huidaandoeningen; de kleintjes lopen bijna zonder uitzonde ring rond met snotneusjes. Twee ba- bies zag ik met looporen. Onder de volwassenen tref je veel bronchitis en de helft van de hoesters heeft vermoe delijk tuberculose, Ja. dat zeg je dan so: de helft heeft tuberculose. Dysenterie kwam niet zoveel voor ali we verwacht hadden: tien tot vijf entwintig gevallen per dag. De dank baarste taak lag bij de tandarts; hij dig behandeld was, vervolgens een tandheelkundig consult genoten had en tenslotte huisbezoek kreeg voor geneeskundige nabehandeling. Ze was er ondersteboven van. Houdt de routine in stand Na een regenachtige nacht zetten wij de derde dag in met een steile afda ling naar de Madi Khola, die door een diep dal stroomt. De heuvels zijn hier intensief bebouwd, beneden met rijst, hogerop met boekweit. De dorpen zien er verzorgd uit. In het dal staken we de rivier over en begaven ons langs een zijriviertje omhoog, in een tro pische hitte. De weg bleef nu stijgen. Om eens te weten te komen wat een drager eigenlijk te verzetten heeft, sjouwde dr. De Booy zes uur lang een volledige last van 36 kilo op de gebrui kelijke wijze; aan een band om het voorhoofd. De drager, van wie hij de last had overgenomen, voelde zich de hele weg diep ongelukkig. Dr De Booy blies uit op iedere rustplaats en raak te er zeer bevriend met zijn collegae dragers. Zijn populariteit steeg dan ook zienderogen. Peter en Holger van Lookeren Cam pagne verzwaarden hun rugzakken met lijfgoederen tot dertig kilo. De overige sahibs hadden aan hun vijf tien kilo genoeg. Drijfnat van het zweet arriveerden we op een plek, waar de rivier een poel gevormd had. Het water had een temperatuur van 20 graden en koelde onze verhitte heid hadden We waanden ons vlakbij het doel van de dag, het dorpje Ulleri, dat we nog vier uur plus een klim van vijf honderd meter voor de boeg hadden, maar ook begon het te regenen. De plaats van bestemming was al donker. Op een paar smalle terrasjes, waar mais verbouwd was geweest, zetten we onze tenten in de modder. Twee stonden overeind plus de keukentent, toen het ophield met zachtjes te re genen. Het hemelwater kwam in stro men naar beneden, parapluies werden door de rukwinden uit onze handen Jeslagen en weldra hadden we geen roge draad meer aan ons lijf. Naar binnenl We kropen samen in de keukentent, waar sherpa Dannu vol komen onaangedaan het avondmaal had bereid. Er stond echter zoveel rook, dat de dragers met onze slaap zakken ons die avond niet meer zou den kunnen bereiken. Niet slapen dus. In het kamp heerste een enorme cha os; overal stonden voorraden, waar haastig grondzeilen overheen gelegd waren. Terwijl we in het duister uit keken naar de rest van de kolonne, zagen we hoe een bruine modderbeek van hogere terasjes omlaag banjirde en bijna een van de tenten meesleur de We konden hem op het nipper tje redden. Toen kwam dr. De Booy met de lijfspreuk van Lionel Terray: ,,11 faut toujours s'organiser", hetgeen zoveel wil als: al schijnen de omstandighe den er toe te dwingen de maaltijd er bij in te laten schie ten of de nacht rust op te offeren, zie nooit lijdelijk toe maar stel alles in het werk om de routine van eten en slapen in stand te houden. En daar gingen we dan. Wogddhi haalde onze slaapzakken bij elkaar; we ruim den de rommel wat op en strekten ons uit. Onze nachtrust was tenminste voor een deel gered. Wat we echter niet konden redden was de ontvangst van de Wereldomroep; er kwam geen ge luidje door. De vierde dag verschilde geheel van de vorige. Het bouwland had plaats ge maakt voor ongerept oerwoud. De boom stammen waren behangen met drui pende plukken baardmos en overwoe kerd met varens. Op de heuveltoppen staken rhododendrons, waarvan de krui nen skeletachtig afgestorven waren, hun kale takken naar de wolkenflarden, die over de pas joegen. Met al onze spullen drijfnat in en op de rugzak haastten we ons omhoog, naar de 3000 meter. We wilden dit spookachtige woud snel achter ons hebben, vooral ook om de bloedzuigers te ontlopen. Deze beestjes zijn ongeveer vijf cen timeter lang; aan het staarteinde heb ben ze een grote zuignap en aan de kop een wat kleinere dito. waarmee een wondje van 'n speldeknop groot gemaakt wordt, dat echter wel twee uur blijft bloeden. Ze werden ons tot een obsessie. Ze zaten in de slaapzak, in de kousen en onder het hemd. Dr. De Booy, die zich niet goed voelde, koorts kreeg en vaak aan de kant van de weg moest rusten, zat letter lijk onder. Ook ik raakte ze niet kwijt en droomde er zelfs van. Ze tasten eerst met de kop de omgeving af naar een stukje warme huid en bijten zich 's Nachts loeide de storm over ons kamp; we waren constant in de weer om de tenten vast te zetten. De och tend van de vijfde dag zag dan ook een gehavende en mistroostige kara vaan op weg gaan naar het dal van de Gandaki, aan welks bovenloop Tu kucha ligl het doel van onze acht daagse Dr. De Booy was ontslagen van alle verplichtingen en strompelde mee met op zijn thermometer rond 40 graden. De brug over de kolkende kali was vernield geweest, maar juis' bij onze komst werd de laatste hand aan de herstelwerkzaamheden gelegd. Alleen het middenstuk ontbrak nog, maar het oponthoud, dat hierdoor werd veroorzaakt, beperkte zich tot twee uur. De Delftenaar Holger van Lookeren Campagne zette verrukt over hel hem geboden buitenkansje zijn door Fokker geconstrueerde gletscherladder uit en assisteerde bij de herbouw. Aan de andere oever, even ten noor den van het dorpje Datopani, vonden we een rustige kampplaats. Uit de zandbanken aan de rivieroever stegen dampslierten op. We spoedden er óns heen Zo er al warme bronnen waren, we konden nu met anders ontdekken dan een poel, niet groter dan een bad kuip waar een petroleumkleurig vlies op dreef benevens enkele vogelveren. Het water was echter goed heet. De anderen keerden teleurgesteld terug, maar Peter en ik maakten ons gereed voor een voetbad. Dit bev:el ons zo goed, dat we overgingen tot een zit bad en vervolgens na de vogelve ren opgevist te hebben tot een lig bad. Het doel in zicht Er restten ons nog drie dagen. De karavaan volgde nu het dal van de Gandaki. Onmiddellijk na Dana ver nauwde het zich tot een ijzingwekken de spleet, waarin wonder boven won der genoeg richels op de rechterwand voorkwamen om een doortocht moge lijk te maken. Dr. De Booy, wiens aandotning herkend was als een lichte longontsteking, kon nu weer goed mee komen en zo trokken we in een klein groepje de kloof uit. Alles was hier veranderd: het klimaat en ook het terrein. Na zoveel natte dagen droog den onze kleren en pakken snel in de' wind. De zon scheen hartverwarmend, zonder een broeierige hitte te veroor- zake. We liepen door dennebossen en za gen rechts boven ons de blinkend wit te toppen van de Nilgiri. Het was alsof we thuis waren zoals m Zwitserland. Het avontuur lokte en wenkte van hoog op die witte kam. Naarmate we vorderden werd het dal wijder er. woestijnachtiger. De bossen maakten plaats voor spaar zaam struikgewas. Over de duizend me ter brede rivierbedding joegen zand- stórmen. We naderden het gebied van de beruchte gebergtewoestijn. De dal- wanden vertoonden een grillige erosie: de kleuren werden harder, feller: gele zandsteen en rode rotsformaties. Aan de flanken de wachters van dit oord: J?R is goed nieuws geweest uit Nepal. Het alpinistisch team van de Nederlandse Himalaya- expeditie 1962 heeft op 19 oktober de top van de Nilgiri (ruim 7000 meter) bereikt. Tot dat team be hoorden de drie van Lookerens Campagne, de Franse gids Lionel Terray en de sherpa Sirdar Wongdhi. Of dr. De Booy de top van de Nilgiri ook nog heeft be reikt, is voorlopig onbekend. Het nieuws van de expeditie gaat te legrafisch de wereld rond. De re portages van de hand van de ex peditieleden komen per „mail runner". Dat wil zeggen: doodge woon te voet. Het zal dus nog even duren, eer onze correspon dent bij de expeditie, Paul van Lookeren Campagne, zelf de uit voerige beschrijving van zijn bele venissen in Nederland zal hebben. Het verhaal, dat van zijn hand hiernaast staat, handelt over de mars van Pokhara naar het basis kamp voorbij Tukucha. Pokbara: nog bewoonde wereld met verkeers verbindingen en een vliegveld. Tu kucha: dorpje in de kloof tussen de Annapurna en de Dhaulagiri, twee toppen die tot over de achtduizend meter reiken. Maar ook over de Nilgiri, die on middellijk achter het basiskamp zijn ruigte de lucht in steekt. Het kamp werd gevestigd op drieduizend me ter boven zeeniveau; dat betekent, dat de noordwand van de berg, be dekt met gletschermassa's en sneeuw nog eens ruim vierduizend Volgens de jongste schatting van het Franse bureau voor de statistiek telt Frankrijk thans 47,5 miljoen inwoners. Uit de jongste volkstelling, in april 1962 voltooid, blijkt dat er toen 46.530.000 Fransen waren. Sindsdien zijn echter 700.000 -vluchtelingen uit Algérije naar het moederland gegaan. Bovendien heeft het geboorte-overschot in deze periode 300.000 bedragen. Hoog op een terras ligt voorbij Tukucha het basis kamp van de Nederlandse Himalaya Expeditie. Links beneden stroomt het woeste water van de Gandaki. De natuur is er overweldigend. meter boven het bivak omhoog gaat. Paul van Lookeren Campagne schrijft: „Steeds weer turen onze klim mers naar de witte wand; steeds trachten zij tevergeefs er een bruik bare route op te ontdekken. De overhangende gletschergordel is op enkele plaatsen wel onderbroken, maar de steilte van de wand is zo danig, dat zij in de Himalaya als onbeklimbaar geldt. De westwand hebben wij op de weg hierheen kun nen verkennen. De basis is echter vrijwel onbereikbaar door diepe ri vierkloven. De zuidoost-wand ken nen wij slechts van foto's, die in 1950 vanaf de Annapurna gemaakt zijn. Van die zijde bestaat slechts één en dan nog dubieuze moge lijkheid om de berg te beklimmen. De laatste kans biedt vanuit het noordoosten de verbindingsgraat tussen Annapurna en Nilgiri. We zouden deze moeten beklimmen en hem over een afstand van vier en 'n halve kilometer westwaarts vol gen op een hoogte van 6500 me ter. In de Alpen geldt dit reeds als een zeer lange graat-traverse; in de Himalaya is dit een ongehoorde on derneming". Nadat de eerste dagen van okto ber waren besteed aan verken ningstochten, startte op 6 oktober de grote klim. In een kort briefje aan zijn familie meldde de schrij ver op de dag daarna, dat alles naar wens liep. Het acclimatiseren ging snel; alle deelnemers waren in topvorm. Het eerste assenkamp werd in gericht op een hoogte van 5370 me ter, het tweed- op 5600 meter. Nog werd een derde kamp geprojec teerd, maar aangezien de route daarheen over twee zeer steile glet- schers liep, kon de hoogte nog niet nauwkeurig worden vastgesteld. Vanaf kamp II verwachtte de lei der van het team, Lionel Terray, in drie dagen deze sleutelpassage te kunnen voorbereiden. Met alles mee zou de, overwinning van de top dan binnen' een week een feit geweest kunnen zijn. Het heeft in ieite iets langer ge duurd. Mogelijk heeft het afleggen van de laatste etappe, die vanuit de verte als een zeer Steile wand werd verkend, toch iets meer tijd gekost. Dat de ..ongehoorde onder neming" binnen twee weken tot een succes werd, betekent, dat de Ne derlandse Himalaya Expeditie 1962 al kort na aankomst in het terrein voor de helft geslaagd kan worden genoemd. Noren en Denen Zowel Denemarken als Noorwegen heeft gisteren de nadruk gelegd op zijn verlangen deel te nemen aan de economische, maar ook de politieke samenwerking in Europa. Na een bespreking met de minister raad van de E.E.G. in Brussel zei de Deense minister van buitenlandse za ken, Per Haekkerup: ,,Ik heb uiting gegeven aan de jtellige opvatting aan de politieke integratie Europa." Haekkerup zei geen suggesties ge daan te hebben over de vorm van de po litieke integratie, maar hij voegde hier aan toe, dat deze een Europese bijdra ge moest zijn tot nauwere Atlantische sa menwerking. Eerder had zijn Noorse ambtgenoot Halvard Lange de ministerraad van de E.E.G. meegedeeld dat Noorwegen wil- ,de bijdragen tot een nauwere integratie van de economie van de verschillende Europese landen. Lange zei verder: ,,De Noorse regering aanvaardt de po litieke gevolgen welke mogelijk op an dere terreinen zich zullen gaan afteke- Aan het slot van de twee besprekin gen zei een woordvoerder voor de Euro pese commissie: ..Skandinavië heeft de politieke aspecten van een zich inte grerend Europa ontdekt." De Britse minister van defensie. Thor- neycroft, heeft gisteren verklaard dat Engeland voorbereidingen heeft getrof fen, om in de nabije toekomst een on dergrondse proef te nemen met een kern apparaat van eigen makelij. Deze proef was voor ..essentiele militaire doelein den" nodig. In geen geval zou de proef neming het begin zijn van een reeks. De minister deed deze mededelingen in een schriftelijk antwoord op een vraag in het Lagerhuis. Hij herinnerde er aan, dat in maart in de Amerikaanse staat Nevada een ondergrondse proef was genomen als onderdeel van de ont wikkeling van een Brits kernapparaat. Reeds enige tijd werd gedacht aan een tweede proef met dit apparaat. Radio-Moskou verklaarde zondagavond dat. als Engeland een nieuwe reeks kern proeven zou beginnen, dit de totstand koming van een verbod op het nemen van kernproeven „ernstig zal complice- De voorzitter van de Amerikaanse commissie voor kernenergie. Glen Seaborg. deelde in Washington mee, dat de Britse kernproef in de woestijn van Nevada zal worden genomen,. Volgens Seaborg zal het gaan om een proef met een apparaat van geringe kracht. Massaproces in Tsj .-Slowakije In Bysteriea BanskA. in Midden-Slo- wakije. is gisteren een proces begon nen tegen dertien personen, die ervan worden beschuldigd in 1944 en 1945 on geveer driehonderd mensen vermoord, en ongeveer zeshonderd aan de nazi's uitgeleverd te hebben. Een man, die de leider van de groep wordt genoemd, bevindt zich thans in West-Duitsland, waar hij medewerker is van Radio Vrij Europa. Tsjecho-Slowakije heeft zijn uitlevering verzocht. Onder het mom van partisanen had den de beschuldigden, zo wordt in de tenlastelegging gezegd, echte partisanen en burgers geterroriseerd en vermoord. Onder de slachtoffers zouden zich Ame rikanen, Fransen, Russen en Honga ren hebben bevonden, die hadden deel genomen aan de nationale opstand. Van de zeshonderd aan de nazi's uit- geleverden waren slechts weinigen te ruggekeerd. Een woordvoerder van Radio Vrij Europa sprak met stelligheid tegen dat de employé Nlznansky, wiens uitleve ring is verzocht, zich aan de gemelde feiten schuldig had gemaakt. Hij werkt sinds 1954 voor het radiostation.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1962 | | pagina 9