WOT Zo maar Een wonderlijk geheim Ruimte voor ons. Onze kleine, hete oorlog IS DIES SING KOLD ZATERDAG 3 NOVEMBER 1962 't Is dat onze hoofdredakteur het vriendelijk, doch niet temin standvastig heeft tegengehouden, maar anders had den we er een heel zondagsblad over vol geschreven. Want over „liefde" (waar het in deze ruimte hoofdzakelijk om gaat) raak je zoals Leo Kleyn het zo pakkend wist te zeggen nóóit uitgepraat. Ondanks dat is hij er in ge slaagd zich tot drie getikte vellen te beperken, terwijl Hans Kreuzen op vier bladzijden kwijt kon wat hij kwijt wilde. Col lette maakte er foto's en Caro Buurman een paar tekeningen bij. Arie Gelderblom tenslotte stemde een „Zo maar" op dit uitgangspunt af. We beginnen met Hans' stuk: Wat? Het volgende artikel is een inleiding en een credo. Een eerste en een laatste woord. Wij zul len trachten te benaderen wat liefde is en wat men ons wil doen geloven dat het is. Liefde, zonder twijfel het meest ge- en misbruikte woord in onze taal. Men verkoopt ons gedichten, romans en wetenschappelijke werken over liefde. Muziek, tijdschriften, schilderijen en hoorspelen behandelen bepaalde aspecten. De reklame voor haargroeimiddelen, tandpasta, beha's, koelkasten, hoogtezonnen en crèmes overtrekken het lichamelijk, zo men toil erotische aspect. Liefde is business. Volgens de teksten van het overgrote deel der teenager-muziek sterven jaarlijks duizenden, veelbelovende jonge mensen aan gebroken harten, wellicht omdat „to die" rijmt op .1 cry". De morele herbewapenaars willen, met behulp van advertenties van een halve vierkante meter, de wereld hervormen door „absolute liefde", wat dat dan ook moge zijn. ..De liefde is de vervulling van de wetzegt de Bijbel, ..art is love" zeggen de beatniks. Bedoelen ze allemaal hetzelfdeEn wat is dat dan precies, liefdeLiefde is houden van. Ja wel. ..maar je kunt van zoveel mensen houen en je kunt met zoveel mensen trouwen maar liefde is dat niet" zingt Jaap Fischer dan weer. Een woordenboek brengt ons ook niet veel verder dan: warme genegenheid, warme belang stelling, opofferingsgezindheid. De bijbel: handboek voor liefde Wat is liefde? Een der meest geciteerde bijbelteksten is waarschijnlijk: „Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leve". Hier staat dus het antwoord: Liefde is zo geïnteresseerd zijn in de ander, dat je niet wilt dat die ander ongelukkig is. Een simpele oplossing misschien. Maar toch niet zo eenvoudig als het lijkt, want de toepassing kan je het liefste kosten dat je bezit. En dat ben je zelf meestal. Wij zijn bereid een hoop voor een ander te doen, soms. Maar jezelf inzetten, dat is iets anders. Een dubbeltje voor de anti-hongeractie, een gulden misschien, dat kan. Maar wie gaf in de hongerwinter '44'45 een half brood weg? Verpleegster worden uit naastenliefde is iets, maar van je twee nieren er één weggeven aan een collega, wie doet dat? Dit blijven uitzonderingsgevallen. En natuurlijk, niemand ver wacht dat een margarinefabrikant zijn bedrijfskapitaal naar China of India stuurt. Niemand verwacht dat alle verpleegsters of doktoren zich vrijwillig beschikbaar stellen voor transplan taties. Liefde is praktischer gericht dan een hoop idealisten soms denken. Maar ook in hel prak tische leven komen we er meestal niet aan toe. We plooien hier, schipperen daar wat. en leven rustig verder, terwijl we nauwelijks in de gaten hebben, dat liefde niet van schipperen weet. Dat zij inderdaad absoluut is (een eis die de morele herbewapening overigens niet uitgevonden heeft, maar die door Christus 2000 jaar geleden al werd gesteld). Liefde Haat Het woordenboek komt dus met „warme belangstelling, warme genegenheid" wel in de buurt, maar het is te lauw. Liefde is een uiterste, zij is niet warm. maar heetZoals haat, soms met koud aangeduid, een ander uiterste is. Jongeren kiezen vaak fel partij, zeggen de papdagogische ru brieken in de (dames)bladen. Behalve in de liefde dan zeker. Want wij kiezen praktisch nooit tussen de twee uitersten. Wij zijn voor het compromis en bewandelen de gulden middenweg, die in dit geval niet van goud, maar grauw is. Slechts de besten weten te haten én lief te hebben of groeien langzaam in één der richtingen. Als wij echter, ooit wat van deze wereld willen maken, zullen we moeten kiezen. Wij zullen de oorlog in moeten, we zullen moeten haten én liefhebben. Haten: de mensen die ons willen doen geloven dat het ook met minder dan honderd procent kan. Haten: de mensen die ons wil len doen geloven dat een huwelijk het beste zakelijk bezien kan worden of als onderwerp voor de moppenpagina. Haten: de tijd schriften, die de jeugd wensen af te schilderen als een horde on volgroeide egoïsten. Haten: de reklame die ons van de liefde slechts de erotiek laat zien. Haten: de mensen die wel tegen die reklame fulmineren, maar ons verder in de kou laten staan. Haten: de communisten, omdat ze de liefde voor de partij als het hoogste ideaal stelt. Haten: het kapitalisme, omdat ze hetzelfde doen met de commercie. Wij moeten haten om te kunnen liefhebben. Ruimte liefde. Een kleine, hete oorlog Noire boutiqué Een cape is wel weet. Van daar deze sugges tie van Magda Stemerdink voor een mantel met een pelerine, be doeld als een soort overgangs vorm naar de cape. Je weet, knippatronen of wat er op lijkt, kunnen we je er in deze boutique niet bijleveren, 't Gaat slechts om een idee voor de handigers (of meisjes met han dige moeders!) Als je wilt weten welke stof je het beste kunt kiezen: een warme ruige. En als je dan ook nog wilt weten welke stoffen uit gesproken dit sei zoen worden ge bracht: ruiten, vis graten, tweeds en flapel. Dc kleu ren zijn: warm koningsbruin, ko per- en zegellak- rood, winters- blauw, veel grijs- kleuren en het frisse jagersgroen. Gedicht Stramolier Gisterenmiddag c hoorde ik een rasechte Stramolier Dit beest wordt mompelend geschapen uit dertien ons gepofte gapen Het blaast eerst tweemaal op zijn trompetje en zwaait dan met een brabantsbont petje Waarna het vlug in zijn schulp verdwijnt om te vervluchtigen, het schijnt. leke jeugdorgani satie zitten. Een enkeling speelt nog met poppen Een van deze zeldzame uitzonderingen wordt hier in de Ruimte-zon gezet: we zijn op bezoek geweest bij Pie-- re Wattèi. In een van de nieuwe Haagse buitenwijken, waar de huizen noe naar verf ruiken, de straten langs een lineaal getrokken zijn en het 's avonds uitgestorven lijkt, be vindt zich in een souterrain en piepklein ateliertje. Op d^ deur verder hoeden op standaard en rechts naast de deur: Carmen. Deze jongetlsm ongeveer een meter groot, >s het geduldige model voor Pierri Wattèi. Met de centimeter om z'n nek, spelden in z'n mond, drapeert hij de nieuwe avondja- ponnen, cocktailjurken, nacht kleding en alle andere ontweroen rond de ranke schoudertjes van Carmen. Ettelijke hoedjes hebbrn al op de blonde krullen gestaan. Want hij ontwerpt veel. hoeden eigenlijk nog meer dan japonnen ..Ach ja. in de hoeden zit brool kledingontwerpers zijn er gen-eg dat betaalt niet voldoende meer." Onbeleefd vragen we hoeveel nij voor een hoed krijgt: ..Ik ben veel te goedkoop. Meestal een gulden of dertig In modezaken betalen ze grif tweehonderdvijftig Ik zal nog wel duurder worden Hij onderstreept zijn woorden met snelle bewegingen van zijn slanke handen. Handen die be stemd waren om de schilders kwast te hanteren: hij leerde op de l.t.s. voor huisschilder. Het zou anders uitpakken: hij werd leer ling-etaleur bij een gerenom meerd modehu.s. Daar kreeg de mode hem te pakken. Hij ging tekenles nemen volgde een hoe- dencursus .waardeloos hoor, daar heb ik niks geleerd") en gaat nog eens een cursus patroon- tekenen volgen. De rest „want je moet niet be droefd worden en ik voel me beter als jij je goed voelt" (Kerouac De Onder- aardsen). Opname Een bank in een park. Hij en Zij. Avond. Langzaam ontstaat licht in de verte. Langzaam ont staat het donker. Geel eet aan zwart. Zwart kauwt op geel. Zij hebben vier handen gekre gen. Nagels voelen het vreemde, wat eens huid heette. Geen woorden komen over hun lippen. Zij nemen het geluid van de stad (het altijd brommende ade men van huizen, motoren en ma chines) in zich op, zonder het te horen, hun hoofden zijn leeg of vol, maar dat is hetzelfde. Zijn ene hand laat haar han den los (het gevoel dat zij twin tig vingers hebben verdwijnt daardoor niet) en beweegt zich door het haar van het meisje Het is mooi nu het donker is. Zij ademt zacht, probeert te ademen als de twee rozen naast de bank. Een auto drinkt er gens koffie, roert een lepeltje. Het tinkelende geluid wekt een verlangen naar warmte op. Hun lichamen raken elkaar, ze zijn meer valide, zij hebben meer dan twintig vingers. De kou. die anders in alles bijt, een rat die zijn tanden steeds dieper in de huid zet, ze als schroeven daarin vastdraait, voelen zij niet. Hun lippen mengen zich, zij verwisselen van wimpers, ze gaan voortaan samen naar de oogarts, zij willen nooit hun tan den meer poetsen. Zij leven in een wereld zonder machines, of worden mooiere machines, of er is geen televi sie vanavond. Hij denkt niet aan de zeven wekkers op zijn ka mer, die hij soms om het half uur laat aflopen. Zij heeft haar horloge stil gezet. De wind houdt zijn adem in, verslikt zich, slikt met een glimlach op zijn ge zicht een zacht woord in zijn keel. Het is windstil vanavond. Ze bewegen elkaar als wij zers. draait n en draaien, maar de klok is nu kapot, is zelfs door de beste horlogemaker van de stad niet meer te maken. De bank staat op de rand van de horizon, valt ervan af. ontsnapt de vuilnisophaaldienst van de werkelijkheid, staat in betere aarde dan de aarde vol bacillen. Zij staan op, precies gelijk omdat er geen tijd meer be staat, vertrappen de twee rozen, gaan dieper het park in. de nacht in. de werkelijkheid uit. een vreemd pad volgens. Zij heeft lange handen, denkt hij. Hij heeft scherpe nagels, denkt zij. Wij hebben liefde, denken zij. De ontdekking dat de handen van de tijd het langst zijn, dat zijn nagels scherper zijn dan de slagersmessen, uit stellend tot morgen, of overmor gen, of volgende week. ARIE GELDERBLOM aangeboren: al z'n avondjurken bijvoorbeeld borduurt hij zelf Het resultaat van zijn werk hoopt hij volgend jaar februari aan het publiek te tonen. En daarna? ..Hopelijk een hoedenwinkeltje be ginnen. Lekker Frans of zo." Zal hem wel lukken, vermoe- MEINE REITSMA Over de liefde raken wij nooit uitgepraat. Wij staan ermee op en wij gaan ermee naar bed zelfs letterlijk. De liefde zit in ons bloed, al zou je het niet altijd zeggen. Gelukkig zijn er de films die het ons van tijd tot tijd schreeuwend bevestigen, al heeft men in de titel het woord „liefde" meestal in het meer aansprekende „driften" veranderd. „De drift in het bloed" doet het bloed nu eenmaal sneller stro men, vooral wanneer die driften nog primitief zijn ook. Maar ook op een meer gecultiveerd vlak gebracht, blijft die liefde ons boeien en als wij er niet door geboeid ook weer i letterlijke zin willen worden, wel zolang achtervolgen, tt wij er onherroepelijk invallen terecht spreken de Engelsen van „to fall in love" steeds diepertotdat de huwelijks boot aan is. Het is een onderwerp waar iedereen over mee kan praten, maar het krijgt toch niet die aandacht als bijvoorbeeld het weer altijd een geliefkoosd en tot sprankelende dialogen aanleiding gevend gespreksthe- ïn kapsalons, winkels mensen die elkaar voor nei eerst zien. Begrijpelijk overi gens de liefde leent zich er nu eenmaal niet zo gemakke lijk toe bij de kruidenier over de toonbank behandeld te wor den; hooguit schrijf je erover met lieve Lita. maar ook dat pas in uiters'e wanhoop, want reeds in een 17e-eeuws Duits liefdesgedicht staat het te le zen: „Die Liebe muss ein Ge- heimnis sein". Overigens is de 20e eeuw in die dingen wel wat gemakkelijker geworden. Een alles overheersende techniek heeft een als tegenwicht nood zakelijke „verliefderlijking" met zich meegebracht, waar over niet langer gezwegen kan worden. De liefde is niet lan ger een aangelegenheid die zich uitsluitend in ethische sferen afspeelt, maar iets waarvan hoe kan het anders in deze technische eeuw de techniek beoefend moet worden. ,,De liefde Van Bob en Daphne" kan daarbij als handboek voor de beginneling gebruikt worden, terwijl de meer gevorderde met ..Liefde zonder vrees zijn voordeel kan doen. De liefde van Plato, die heel wat min der ver gaat dan die van Bob en dan ook veel minder ge vaarlijk en dus eigenlijk de echte liefde zonder vrees is, kan wel als afgedaan be schouwd worden in een tijd waarin Remco Campert in „Het leven is vurrukkulluk" zijn vrouwelijke hoofdpersoon tje Panda onomwonden laat zeggen: „Geld en lichamelijke liefde. Ik ben blij dat ze be staan." Openhartigheid is nu eenmaal het kenmerk tijd vroeger hardop zeggen wat eeuwen door vaders en moe ders met twaalf kinderen al leen maar gedacht werd. Open hartig zeker in aangelegen heden die rechtstreeks met het hart te maken hebben. Alles goed en wel, denken alle meis jes die geen Panda heten, maar intussen gaat het ge heim er dan wel mooi af. Toch niet. lieve Susanna, al of niet in het bad: het geheim gaat niet van de liefde af. maar de zin nigheid gaat van het geheim af. De opvatting dat liefde ge heimzinnig moet zijn, achten wij de voornaamste oorzaak de huidige overbevolking, lar toe moeten, is een nieuwe opvatting van de liefde. Hiermee bedoelen wij niet de vrije liefde of nog los- bandiger vorrqen van liefde, die sommige hoofdschudders onmiddellijk in natuurlijke kleuren hoe komen ze zo gauw aan die beelden voor zich zien opdoemen. Treffend Waar is in dit verband wat de be kende dr. Trimbos verleden week in een interview met ,.De Tijd" zei: „Liefde, ik durf het versleten woord bijna niet meer te noemen, er moet een nieuw woord komen voor lief de." Het woord liefde is teveel misbruikt, het roept bijna on willekeurig zwoel aandoende associaties op. die met liefde even weinig te maken heboen als rozegeur en maneschijn met moord en doodslag. Liefde is een bioscoopwoord geworden, een handelsmerk voor slechte Hollywood-produkten, die van slaapkamergeheimpjes publie ke geheimen maken ten gerie ve van alle sleutelgatkijkers, die hun wat moeilijke gebukte houding kunnen verwisselen voor een achteroverliggende in een luie bioscoopstoel. Het blijkt trouwens al uit ons spraakgebruik: vertaal „we make love" in het Nederlands en we „bedrijven" de liefde alsof het een misdaad was. Als men er dan zo over denkt, is die geheimzinnigheid ook geen wonder meer: je hangt ten slotte ook niet aan de grote klok dat je je buurmeis je vermoord hebt. Dus als we liefde met haar in afwach ting van een beter woord en voorlopig dus met een anglicis me „maken", moeten we dit wel overal rondbazuinen? Nogmaals waar blijft het ge heim? Het antwoord is eenvou dig: het geheim blijft onder ons. o'mdat de liefde zelf een geheim is. Een geheim dat nog nooit iemand volkomen door grond heeft. „J'aime, tu aimes" „Ik bemin, jij be mint" heet èen film die op het ogenblik in roulatie is. Daarin kan men zien hoe de liefde eigenlijk telkens eender en toch altijd anders is. Het is als met dik hout: men zaagt er planken van, maar het wordt nooit afgezaagd. Anders zo wat „vocale lichte muziek" g. noemd wordt, allang niet mei bestaan, om een voorbeeld noërhen. hoéwei die anders wel afgezaagd wordt. En anders zouden we over de liefde e delijk wel eens uitgepraat ken, en ook dat doen we nooit. Geheimen vragen nu eenmaal om een verklaring. Ze intrige ren ons we willen het fijne ervan weten. Maar een nat wetenschappelijke verklaring schiet daarvoor te kort. Met al onze techniek komen we er uit ook niet met de tech niek van de liefde. Wie denkt dat dit liefde is. heeft er niets van begrepen. Het heeft mee te maken, maar het is i niet alles. Wie dit niet begrijpt, moet eindelijk eens ophouden te willen begrijpen Pas als hij de woorden van de ander naar A. Roland Holst hoord heeft „als een hel wi. der van licht en geluid", zal hij alles begrijpen. LEO KLEYN een chaos, hoewel er een verkeers agent aanwezig was. 's Mans bretels hadden liet echter l.egeien, zodat hij zijn handen nodig had om zijn pantalon op Ie houden. Had hij nu I ...aar brandweerbretels gedragen in- plaats van die dunnetjes. Een winkelbedrijf te New York he- %eelt als ideaal geschenk voor meisjes „die alles al hebben" ren Op het drukste kruispunt van Pal- polilicfluit aan. Dan vinden we ■uerston (Nieuw-Zeeland) ontstond een hrandwecrslang toch beter.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1962 | | pagina 18