1 B 1AS
Prins Bernhard doet felle
aanval op Montgomery
Geen overschatting van
collectieve behoeften
~TT 7
BAH
AH&H VAB
IMP mr>/i j
Lu ia®
B l--
Slag om Arnhem had geen
mislukking hoeven zijn
A'dammers ingeënt
na beet van hond
Prof. Zijlstra: „U moet
mij even vrijlaten"
DE GROTE
MUITERIJ
BOUNTY
MAANDAG 15 OKTOBER 1962
Schaak'vraag 303
„Foei!", roepen de serieuze scha-
;ers hartgrondig, wanneer ze te ma-
:en krijgen met een „kabelbaan" als
lit schertsprobleem. Het is een grapje
•an de grote problemist H. Rinck, in
938 in „rillustration" verschenen. De
?gave: wit speelt en geeft mat in
(1) zetten behoeft niemand af te
chrikken.
i
Wit: Kal, Da7, Lgl, Pb8, pi b7, c6,
e4, f3 en g2.
Zwart: Kc7, Dg5, Te8 en hl, Lh2,
i5 en f6, pi b4, c3, d2, f7, g6 en h6.
Dam-vraag 302
Het vorige vraagstuk van A. A.
Pclman te Halfweg was de stand als
Zwart: 6, 9, 10, 13, 17, 18, 19, 20,
23, 25.
Wit: 16, 27, 28, 29, 30, 32, 34, 39. 40.
De volgende zetten geven de oplos
sing aan:
29—24, 20x29; 27—22, 18x38, 39—33,
23x32; 34x3, 25x45; 3x21, 38x29; 21x22,
5—111; 16x7, 45—50; 22—6 wint.'
Bridge
H 10
O A V 10 7 3 2
O 10 8 6
B5
Nadat Oost met 1 ruiten heeft ge
opend en West zijn klaveren heeft
laten horen, bereiken Noord-Zuid een
:ontract van 2 schoppen (8 slagen),
te spelen door Zuid. West komt uit
met ruiten 9. In Noord wordt de 10
gelegd, Oost speelt de vrouw, Zuid
neemt met het aas.
Hoe zou u dit spel voortzetten?
JACK DIAMOND
Muur-puzzel
Tot en met de zesde rij bestaat elk
woord uit dezelfde letters als 't voor
afgaande woord, plus een letter. Na
de zesde rij bestaat elk woord uit de
zelfde letters als 't voorafgaande
woord, minus een letter.
1. slede, 2. voertuig, 3. putemmertje,
}4. stuk bouwland, 5. maat, 6. gem.
in N. Brab., 7. rustiger, 8. deel v. e.
huis, 9. water in N. Brabant, 10. teken
in de dierenriem, 11. deel van de
l I l i
In biografie van Amerikaan:
JN het boek van de Amerikaanse schrijver Alden Hatch over prins
Bernhard heeft de Prins kritiek geleverd op veldmaarschalk Mont
gomery's leiding bij de slag om Arnhem op 17 september 1944. Wanneer
Montgomery in de dagen van de voorbereiding van de luchtlanding bij
Arnhem geloof had gehecht aan de woorden van prins Bernhard, die toen
het commando over de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten voerde,
dan zou naar de mening van de Prins de slag om Arnhem geen mislukking
geworden zijn. Deze passage uit het boek over prins Bernhard heeft in de
Engelse pers sterk de aandacht getrokken.
wacht kon laten staan zonder overjassen
op klompen of in lompen en zonder be
hoorlijke voeding.
Prins Bernhard is later rechtstreeks
naar Montgomery's stafofficier bevoor
rading, Olivier Poole, gegaan. HU zei dat
Eisenhower akkoord ging met de levering
rantsoenen en 24.000 overjassen. Wat
de Prins toen niet wist, was dat Mont
gomery die overjassen toen onmiddellUk
nodig had voor een ander onderdeel.
Toen de veldmaarschalk dan ook ont
dekte dat de voorraad verdwenen was
schreeuwde hg moord en brand. „Dat
het begin van onze vUandschap,"
aldus de Prins Deze vijandschap werd
regelmatig aangewakkerd, doordat de
Prins voortdurend voorraden nodig had
door de naar Montgomery's mening
slinkse wijze waarop hü zich er van
meester maakte.
De vijandschap tussen de beide bevel
hebbers nam zulke ernstige vormen aan.
dat generaal Eisenhower diverse pogin
gen deed om het contact tussen print
Bernhard en Montgomery zoveel moge
lijk te beperken. Hij stelde een sectie
Nederland in op het geallieerde hoofd
kwartier en deelde prins Bernhard mee
dat hij in het vervolg alle benodigde
voorraden via deze sectie moest aanvra
gen. die dan op haar beurt de zaken me'
de Engelsen zou regelen. Maar dit were
mislukking.
.Een Engelse generaal kreeg de lei
ding van die sectie", aldus prins
Bernhard. „Hij was zeker twee meter
Idng en dus noemden zij hem Klein
Duimpje. Dat was de stomste generaal
die ik ooit heb ontmoet. Waarschijn,
lijk nog een afleggertje uit de Boeren
oorlog. Hij begreep absoluut niet, wat
wij probeerden te bereiken en het in.
stellen van de sectie Nederland werd
catastrofale mislukking. Binnen
twee weken had ik er schoon genoeg
van. Ik ging naar Eisenhower et
tegen hem: „Bevrijd me alsjeblieft
die generaal, ik kan met die
niet praten en ik weiger verder nog
iets met hem te maken te hebben"
De zaken werden ten slotte definitief
iregeld in een ijzige bespreking tus
sen Montgomery en prins Bernhard,
waarbij zij een soort wapenstilstand
pose. 3. rek Belg Tl. 4. To
aardbei. 5. Ulft no era. 6. gil
Ostara. 7. Ee integer. 8. eer an
ders. 9. stengel ijs.
Vert.: 1. Portugees. 2. are olie
et 3. tak af lire. 4. rabat
Onan. 5. o.l. ernst N.G. 6. op
Ld Ot Ede. 7. nog Be Ag
el. 8. aster ra rij. 9. Deii
aar s.s.
Rectificatie
We waren zaterdag wel wat erg haas
tig met de keuze van de rubriek Naspel
Gevolg: een misgreep. Hier is dan hel
Naspel, waarnaar u zaterdag tevergeef"
zocht. De schaakvraag begint met
„Foei", een woordje, dat we aan oru
eigen adres richten. Red.
Lopend van Texel
naar Vlieland
Gistermorgen om ongeveer vijf uui
zijn de twee wadlopers, J. D. Buwalda
en J. Abrahamse, die sociale geografie
aan de rijksuniversiteit te Groningen
studeren, op Vlieland aangekomen. Daar
mee was hun poging om van Texel
naar Vlieland te wandelen volledig ge
slaagd. naar zij bU aankomst meedeel
den. Zij hebben de wandeling in bijna
negentien uur volbracht.
Volgens de beide studenten die reeds
eerder van zich deden spreken als wad
lopers, is hun jongste tocht nog niet eer
der gemaakt. De wandeling is door Je
wadlopers aangemerkt als de zwaarste,
moeilijkste en grootste, die mogelUk
wordt geacht.
De Deide lopers waren voorzien van
mondvoorraad en een rubberboot. Za
terdagmorgen om ongeveer half elf zUn
aan de tocht begonnen. Een groepje
personen volgde het tweetal per motor-
vlet
Veldmaarschalk Montgomery heeft
geen commentaar willen leveren op
de kritiek van de Prins. Toen hem
werd gevraagd naar zijn mening zei-
de hij: „Waarom zou ik hierop reage
ren? Hij heeft het volste recht zijn
eigen mening te hebben. Van mijn
kant heb ik niets te zeggen".
De Prins heeft zUn opvatting verteld
aan de Amerikaanse schrijver Alden
Hatch, wiens boek is getiteld: „Prins
Bernhard, diens plaats en functie in de
moderne monarchie." Het boek is zater
dag uitgekomen bU de Nederlandse uit
gever H. J. W. Becht in Amsterdam. In
Amerika komt over een maand de En
gelse editie uit, terwijl ook in andere
landen vertalingen van dit werk zullen
erschUnen.
Prins Bernhard zegt in dit boek. dat
Montgomery in zijn memoires heeft toe
gegeven dat Arnhem een mislukking
aldus de Prins, „dat Mont
gomery erbij gezegd had, dat het een
mislukking was. die men gemakkelijk
had kunnen voorkomen. Voor de slag bij
Arnhem waren mijn chef-staf generaai-
majoor P. L. G. Doorman, een ervaren
itaf-officier en ik bij hem. Wij wisten wel
vat meer over de toestanden in Neder
land dan hij Wij spraken over de topo
grafie van het gevechtsterrein, over de
toestand van de grond en van de wegen
ver wat je wel met .tanks kon doen en
•at uitgesloten was, waar de infanterie
,ch zou moeten bevinden en waar ze niet
nodig was. Maar Montgomery weigerde
absoluut ons te geloven."
Prins Bernhard meent, dat het een
tweede fout was van Montgomery, dat
di parachutisten veel te ver van Arn
hem werden uitgeworpen. Een deel
van hen moest 3$ of 40 km marcheren
om hun doelen te bereiken, en dat gaf
de Duitsers de tijd een warme ont
vangst voor deze eenheden te organi
seren. Ten slotte weigerde Mongomery
categorisch geloof te hechten aan in.
lichtingen die de Prins hem verstrekte
over de sterkte en de locatie van de
Duitse troepen in het aanvalsgebied.
„Het resultaat was bijvoorbeeld, dat
één van de pararegimenten werd afge
worpen in een terrein waar zich twee
Duitse pantserdivisies bevonden. Ik
zou het bijzonder hebben geappre.
cieerd als Montgomery deze details
zou hebben vermeld
aldus de Prins.
Vijandschap
Alden Hatch verhaalt van de moeilijkt
problemen die prins Bernhard moest op
lossen. Het verkrijgen van een behoor
lijke uitrusting voor zijn mannen wal
daar een van. Logistieke problemen
vormden voor de geallieerde legers de
grootste en vaak Onoverkomelijke moe'-
lijkheid. Er konden nooit genoeg voor
raden via de stranden of de enkele be
schikbare havens worden aangevoeri
om te voldoen aan de behoefte van df
alles verslindende grote legers. De gene
raals kibbelden onder elkaar voortdurend
om de kostbare voorraden en daarbij werd
met prins Bernhard nauwelijks rekening
gehouden.
Dit was eigenlijk het begin van zijn
vete met veldmaarschalk Montgomery.
Alle voorraden die in dit oorlogsgebied
werden aangevoerd, waren vanzelfspre
kend het eigendom van Montgomery's
21ste legergroep. De veldmaarschalk was
van mening, dat de Nederlandse eenhe
den misschien wel nuttig werk konden
doen, maar dat zij, wat de bevoorrading
betrof, maar voor zichzelf
Prins Bernhard kon niets van de veld
maarschalk loskrijgen voor zijn mannen
De Prins nam contact op met de opper
bevelhebber Eisenhower, die zeer gevoe.
het argument van prins
In het boek van Alden Hatch wordt
ook verhaald hoe en waarom de Prins
in zijn jeugd eens de zwarte uniform
van de Duitse SS heeft gedragen.
Toen de Prins namelijk serieus aan
zijn studie begon moest hij een com
promis sluiten met het nieuwe politieke
stelsel dat Duitsland steeds vaster in
zijn greep kreeg. Er was namelijk een
nieuw soort tentamen ingesteld voor
ieder die aan de universiteit een graad
wilde behalen, dat bestond uit een onder
zoek naar de politieke instelling van de
student. De Prins begreep onmiddellijk. d hij daarna de afdellng weer
dat hij voor dit tentamen nooit zou sla
gen. De enige mogelijkheid om er van
af te komen was het lidmaatschap van
een paramilitaire organisatie, die door de
Nazi's als politiek betrouwbaar werd be-
schouwd. De Prins was lid van de liga
voor sportvliegers en bevond zich dus ir
een gunstige positie. Daaraan kwam ech
ter een eind toen hij met zijn toestel in
een meer terecht kwam en naar de oever
moest zwemmen. Het vliegtuig was ver
loren en de commandant van het vlieg
veld was bijzonder kwaad. De Prins
bedankte toen als lid van de liga.
Hij bevond zich toen in een bijzonder
kwetsbare positie voor wat zijn studie
mogelijkheden betrof en zocht dus naar
een zo onschuldig mogelijke oplossing
Een idealistische vriend van hem was
leider van de Berlijnse afdeling van dc
gemotoriseerde SS die werd gevormd
door jongemannen met een eigen auto
Eens per week trokken zij hun unifor
men aan voor een evenement, dat het
meest leek op een rally voor sportwa
gens. De Prins vroeg zijn vriend, hem
de groep op te nemen totdat hij zijn
studie had voltooid. Hij stelde voorop,
MONTGOMERY
geen commentaar
laten. De vriend nam het risico en stemde
toe. De uniformen werden bij de beste
kleermakers van Berlijn gemaakt. „Mijn
dienst in de SS beperkte zich tot de
wekelijkse rally's en verder moest ik zo
nu en dan op wacht staan. We hadder
veel plezier en niemand viel ons lastig"
Toen zij hun studie hadden voltooid
verlieten prins Bernhard en zijn vrienden
de SS en sneden zij alle banden met de
Nazipartij door.
Het boek geeft ook een groot aantal
bijzonderheden over wat de schrij'
noemt „een moeilUke periode", namelijk
die waarin de contacten met mejuffrouw
Greet Hofmans met het koninklijk huis
bestonden. Ook verhaalt de Prins er uit
voerig in hoe hem in 1952 in het mili
taire ziekenhuis Walter Reed in Washing
ton werd verteld, dat hij in het beste
geval nog slechts acht jaren te leve"
had. En in dit verband kan de schrij v
een meer optimistisch getinte voorspe
ling van professor Nuboer citeren: „J
wordt zeker tachtig". De Prins geniet
volgens de Utrechtse professor een bij
zonder goede gezondheid
dienst heeft zondag een 55-ja-
rige vrouw en een driejarig kind, die
beiden vermoedelijk door dezelfde
hond zijn gebeten, naar het rijksin
stituut voor de volksgezondheid te
Bilthoven gestuurd om daar tegen
hondsdolheid te worden gevacci-
Vandaag is daar nog een Jongen uit
Amsterdam ingeënt, terwijl nog beslist
zou worden of vijf jongens, die in het
Vondelpark door een agressieve hond
zijn gebeten, ook gevaccineerd moeten
worden. Deze maatregelen zijn genomen
In verband met de mogelijkheid van het
voorkomen van hondsdolheid in de
hoofdstad. Daarop heeft de Amsterdam
se G.G. en G.D., naar reeds eerder werd
bericht, de huisartsen attent gemaakt.
De hond die de vrouw en het kind
beet is reeds afgemaakt. Het staat vrij
wel vast, dat dit dier werd gebeten door
de kleine witte hond die op 29 juli een
driejarig knaapje in Amsterdam heeft
gebeten, dat op 8 september overleed
De kleine hond werd. zoals uit een on
derzoek gebleken is, op 28 juli in het
asiel afgemaakt. Men beschikt nu over
het signalement van het dier.
Via de radio heeft de Amsterdamse
G.G. en G.D. de burgerij van de hoofd
stad geadviseerd honden uitsluitend aan
de lijn uit te laten. Als gevolg van de
publiciteit over de brief aan de huis
artsen over de mogelijkheid van het
voorkomen van hondsdolheid hebben
>ch dit weekeinde zeer veel mensen die
3 afgelopen week door een hond wa
rn gebeten, bij een dokter gemeld.
Op een politiebureau in Amsterdam-
Zuid is een hond. een jonge bokser,
opgesloten, die een 18-jarige knaap heeft
gebeten. Deze heeft zioh onder behan
deling van een huisarts gesteld. De hond,
die het eigendom is van een dame uit
Eindhoven, die zondag op bezoek was
ir. Amsterdam, zal vandaag door de in
specteur van de veeartsenijkundige
dienst te Haarlem worden onderzocht.
Minister Zijlstra op AR Convent:
(Van onze parlementsredactie)
MINISTER Zijlstra heeft zaterdag in Utrecht gewaarschuwd voor het
gevaar dat terwille van de voorziening in collectieve behoeften zoveel
geld aan de particuliere sfeer wordt onttrokken, dat men daardoor collec
tieve behoeften gaat scheppen. In de PvdA (maar ook vaak daarbuiten)
overschat men de collectieve en onderschat men de particuliere sfeer. De
huidige structuur van de loon- en inkomstenbelasting vertoont nog alle
kenmerken van een „socialistisch bolwerk". Dit kan niet zo blijven, want
dan werkt men een ontwikkeling in de hand die onafwendbaar naar het
scheppen van nieuwe collectieve behoeften leidt.
Met het oog hierop is prof. Zijlstra
het dan ook eens met A.R.P.-voorzitter
dr. Berghuis, dat het Welhaast een mis
lukking van het door het kabinet-De
Quay gevoerde beleid zou betekenen.
(Van onze parlementsredactie)
„U moet mij voorlopig even vrij laten. Ik moet tot mezelf komen. Mijn
beslissing betekent geen afscheid van de politiek en van de A.R. Partij.
Het laatste zéker niet; wat betreft het eerste het afscheid van de politiek
moet ik nog eens kijken hoe het loopt". Dit zei minister Zijlstra zater
dag tijdens het A.R.-najaarsconvent te Utrecht ter toelichting op zijn be
sluit om zich voor de Tweede-Kamerverkiezingen van volgend jaar niet
opnieuw kandidaat te laten stellen. Vanuit de vergadering was over dit
besluit een enkele opmerking gemaakt.
„Ik moet", aldus de bewindsman. ,,nu
afstand nemen van de politiek. Tien van
mijn beste jaren heb ik gegeven aan het
landsbelang en aan de anti-revolutionaire
zaak. Als ik vijftien jaar ouder zou zijn
geweest, zou ik misschien nog een an
dere beslissing hebben genomen. Maar
ik ben nu vier en veertig en ik heb het
niet nü kunnen opbrengen om die homo
politicus te worden, die tot de daarvoor
oorbaar geachte leeftijd een belangrijke
plaats in de Kamerfractie blijft
Daartoe voel ik mij niet geroepen, al
thans nóg niet".
Prof. Zijlstra herinnerde
toen hij in 1952 tot het ministerambt
werd geroepen, hij een zeer zwaar offer
Bernhard, dat hij zijn mannen niet op had moeten brengen. „Ik moest"
„de universitaire wereld verlaten,
die mij zeer lief was. De wetenschaps
man. die ik mij voorgesteld had te willen
zijn, kan ik nu niet meer worden. Een
achterstand van tien jaar haald men in
dit opzicht niet meer in".
Hij meende dat de brief, waarir
het partijbestuur van zijn besluit op de
hoogte had gebracht, misschien wat
keerd was begrepen. „Ik geloof niet, dat
ik een slecht Kamerlid zou zijn geweest.
Gebrek aan zelfvertrouwen is dan ook
niet de oorzaak van mijn beslissing. Een
rede als die van prof. Vondeling had ik
ook wel kunnen houden", aldus de be-
windsman, die ten slotte zei de weten
schap te hebben, dat de partij zijn be-
i weegredenen respecteert.
als in '63 de huidige regeringscombi,
natie niet zóü worden voortgezet, en
het regeren-zonder-socialisten tot
slechts één parlementaire periode be
perkt zou blijven.
De bewinsman van financiën zei dit in
een rede. die hij voor het najaarsconvent
van de A.R. Partij hield over ..De ach
tergronden van de financieel-economi-
sche politiek". Hij begon met te consta-
•en, dat de politiek van vandaag (die
toenemende mate wordt beheerst door
financiële en economische vraagstukken
weieens te veel dreigt op te gaan in eei
strijd om de algemene middelen. In z'i
meest extreme vorm komt dit tot uiting
het schermen met ..verkiezings
cadeaus". Vooral een principiële poli
tieke partij dient zich voor een derge
lijke instelling te hoeden Als ze zich
met andere partijen gaat begeven ir
strijd om de algemene middelen, dan
wint ze misschien nog wel wat kiezers.
gaat ze als partij de verkeerde
kant uit.
Prof. ZUlslra onderstreepte vervolgen'
de noodzaak om in het financiële beleid
i-ensen en belangen tegen elkaar
af te wegen en daar dan een keuze uit
te doen. Als de overheid een bepaalde
niet inwilligt, krijgt ze vaak het
verwijt te horen, dat ze de betrokken
zaak te veel op z'n financiële en te wei
nig op z'n eigen merites bekijkt, dat z<
denkt in termen van begrotingsposten.
Men spreek' *an over „de kille adem
van financiën".
Deze probleemstelling achtte prof
Zijlstra volkomen onjuist. Het voeren
een eerlijke en waarachtige financiële
politiek is z.i niets anders dan het stellen
van de mensen voor de keus: het eén bi
het ander. Geeft men als overheid het
één èn het ander, dèn eerst schept men
een situatie waarin op den duur de recht-
56
Tot de laatsten behooraen de cadetten Heywood
an Stewart, van. wie de laatste dienst deed als eer
ste officier, en bootsman Morrison. Het was hard
voor Christian, dat hij juist zijn vroegere vrien
den niet meer kon vertrouwen. Morrison had tij
dens de reis van Tofoea naar Toeboeai al de indruk
gewekt, een complot tegen Christian op touw te
zetten. En de beide cadetten waren liever op Ta
hiti gebleven om met het eerste schip naar Enge
land terug te gaan. Om die reden had Christian
in de Matavaibaai niet een van de onbetrouwbare
elementen aan land laten gaan en zijn aanhangers
liepen doorlopend met geladen revolvers rond.
Op 23 juli bereikten zij hun doel, het eiland Toe
boeai. Deze keer toonden de inheemsen zich vrien
delijker. Zij kwamen ongewapend aan boord en
verwelkomden de Tahitianen. Alleen voor de koe
waren zij doodsbenauwd. De stier was tijdens de
overtocht, na herhaaldelijk te zjjn. gevallen, ge
storven.
Christian liep de prachtige natuurlijke haven
binnen, die de muiters na het rampzalig begin
van hun eerste bezoek de „Bloedbaai" hadden ge
noemd. Met een van de stamhoofden werden zij
het eens over een geschikte plaats dicht bij de
kust, waar zij hun fort zouden bouwen. Levende
have en proviand werden aan land gebracht, de
zeilen werden weggenomen en de ra's eveneens.
Het zag er niet naar uit, dat de „Bounty" ooit weer
zee zou kiezen.
De muiters hadden zich onder vrijheid evenwel
iets anders voorgesteld dan discipline en inspan
nende arbeid. Zij werkten langzaam, waren on
tevreden en trokken zich van Christians bevelen
weinig aan. De dag na aankomst al verdwenen de
matrozen Quintal en Sumner en kwamen pas de
volgende morgen terug.
Christian wachtte hen aan de valreep op. „Waar
hebben jullie gezeten?" bulderde hij. ..Wie had
jullie verlof gegeven, aan de wal te gaan?"
Sumner verschool zich' achter de rug van zijn
makker. Maar de oersterke Quintal antwoordde
brutaal: „Hoe bedoelt u? Het schip is vertuid
wat moeten wij hier doen? We zijn nu onze eigen
.kapitein!"
OP DE
GUNTER SACHSI
Christian bedacht zich niet lang. Hij trok zijn
pistool uit de gordel, gaf Quintal er een zware slag
mee op het hoofd en schreeuwde: „Ik zal je laten
zien, wie hier de kapitein is!" Daarna liet hij bei
den in de boeien slaan. Dat maakte indruk. De
volgende morgen beloofden zij zich te beteren en
daarna durfde niemand zich meer tegen Christians
bevelen verzetten.
Christian begon dadelijk met de bouw van zijn
fort en hü zette het grootscheeps op. Hy liet een
terrein van tachtig meter in het vierkan afzetten,
bedoeld voor het inwendige van het fort. Rondom
liet hy een gracht van vyf meter breed en zes
meter diep graven. Een ophaalbrug zou toegang
tot het fort geven en aan de binnenkant van de
ringgracht werd nog eens een sterke beveiliging
van palen en aarde aangebracht. Poort en brug
zouden door het scheepsgeschut worden beveiligd.
Niet een van de mannen had verstand van for-
tenbouw en al gauw kregen zij een hekel aan h"et
vermoeiende werk. Maar Christian hield zyn be
manning krachtig in bedwang en gaf het voor
beeld door zelf het hardst te werken. Ieder had
zyn taak, luiheid en lüntrekkerij werden niet toe
gestaan. Elke avond werd er een kwart liter bier
als extra rantsoen uitgedeeld.
En zo verrees het fort geleidelijk toch. Na twee
maanden waren de uitwendige vestingwerken ge
reed. Overigens werden de werkzaamheden hier
na bemoeilijkt door twisten en schermutselingen
met de inheemsen. Toeboeai was een ander eiland
dan Tahiti. De bewoners waren niet byzonder ge
sticht over het fort van de blanken en in plaats
van met de gastvrijheid op Tahiti kregen zy hier
te maken met diefstal, vechtpartyen en aanvallen
op kleinere groepen, die in het binnenland hout
kapten of voedsel verzamelden. Er werd vee ge
roofd en geslacht. De matrozen begonnen hierna
de tuinen van de inheemsen te plunderen en de
bevolking nam wraak door hen uit hinderlager»
met stenen en speren te bestoken. Al gauw vloeide
er aan weerskanten bloed. Christian schoot eigen
handig een eilander neer, die hem met een speer
bedreigde en korte tyd later stak hy de brand in
het huis van een stamhoofd, als straf voor een
gewelddadige aanval.
Ook de vrouwen en meisjes van Toeboeai waren
van ander gehalte dan die op Tahiti. Zy waren
lang niet zo lief en gewillig en de families verzet
ten zich veelal heftig tegen vriendschappen met
de matrozen.
En dat was dus de vrijheid, die de muiters ver
overd hadden: hard werken, levensgevaar en een
bestaan binnen de muren van een fort, alsof zy
monniken uit de middeleeuwen waren. Zy hadden
er zich meer van voorgesteld. Weer werden zy
ontevreden en eisten van Christian, dat hy hun
ieder een vrouw zou bezorgen, zo nodig met ge-
Christian wilde daarvan niets horen en drukte
hun op 1. it hart. vrede te houden met de eilan
ders, omdat zy anders een hel op aarde tegemoet
gingen. „Wat staat ons hier te wachten?" vroeg
Stewart op een septemberavond aan Heywood,
toen zy weer een lange afmattende dag achter de
rug hadden. Zy zaten op de bak naar de kust te
staren, waar de wacht in het fort juist weer een
troep inheemsen met geweerschoten had verjaagd.
„Geloof jij, dat wy hier ooit een rustig bestaan
krijgen?"
(Wordt vervolgd)
vaardigheid in het gedrang komt. Finan
ciële politiek is het op ordelyke wijze
tot elkaar in relatie brengen van de
erschillende problemen die om een op
lossing vragen. In deze benadering dient
men er zich rekenschap van te geven,
dat „alles" z'n prijs heeft in termen van
wat men niet kan krijgen". Er Is geen
tegenstelling tussen rechtvaardigheid en
schatkist. Het gaat om een eerlijke,
rechtvaardige afweging van belangen
Daarbij heeft in het beleid van de laatste
jaren de belastingverlaging de haar toe
komende plaats gekregen.
Belastingen
Als derde punt in zijn betoog behan
delde prof. Zijlstra de verhouding tussen
collectieve en individuele behoeften. Het
gaat daarbij om de vraag hoeveel geld
aan de particuliere sfeer mag worden
onttrokken ten behoeve van de collec
tieve voorzieningen. Over de urgentie
van deze voorzieningen wordt verschil
lend gedacht. Zoals gezegd maakte de
gelijkheid, dat door een te zware claim
minister zich nogal zorgen over de mo-
op de particuliere sfeer nieuwe collec
tieve behoeften worden geschapen. Hij
stelde intussen vast, dat het kabinet-De
Quay op het punt van de collectieve
voorzieningen zeker niet minder heef'
gedaan dan zijn voorgangers.
Nu meent men in P.v.d.A.-kring dat er
in het collectieve vlak nog zoveel te doen
valt. dat een verdere belastingverlaging
nog lang niet aan de orde is. De socialis
tische fractieleider prof. Vondeling vond
het zelfs onzindelijk en bijna onfatsoen
lijk om over belastingverlagingen in de
komende jaren te spreken, zoals in dp
jongste Miljoenennota is gedaan. „Het
woord belastingverlaging heeft haast een
slechte klank gekregen", aldus prof
Zijlstra, die erop wees, dat het bij een
toekomstige belastingverlaging niet prin
cipieel om de hoogste doch juist o:
lagere inkomens zal gaan. Afgewogen zal
dan moeten worden of het gerechtvaar
digd is terwille van een uitbreiding dei
collectieve voorzieningen erin te blilven
berusten, dat op de lage en middelbare
inkomens zo'n grote belastingdruk blijft
Geen overbesteding
De minister vergeleek hierna het be
leid van het zittend kabinet met dat van
het vorige ministerie. Hij herinnerdp
eraan, dat Nederland zes jaar geleden
een volledige overbesteding zat. Aan de
medeverantwoordelijkheid daarvoor (als
minister van economische zaken) wildi
hij zich niet onttrekken. Hij zei daarvan
te hebben geleerd Het deed hem echter
wat vreemd aan nu van mensen die toen
ook verantwoordelijk waren te moeten
horen, dat vandaag alles uit de hand
De feiten spreken een andere taal. In
tegenstelling tot 1956 is de staatskas thans
niet leeg, is de deviezenpot goed gevuld
en zijn de gemeentefinanciën en de kapi
taalmarkt gezond. Het kabinet heeft ei
recht op. dat dit voldoende wordt er.
kend De vergelijking met vorige kabi
netten is in dit opzicht een kwestie var
intellectuele eerlijkheid.
Het is volgens prof. Zylstra niet moge
lijk van deze of gene belasting, of uit
gavenpolltlek te zeggen, dat ze ..christe
lijk", „antirevolutionair" of „bijbela" is
ETHERGOLVEN
/anavond
Iedere avond kamermuziek, hoorspel 21.35
Lichte gram 22.00 Volk en staat, parlemen
tair comni 22.15 Pianorecital: klass muziek
22 30 Nws 22.40 Avondoverdenking 22.55
Boekbespr 23.05 Muzikale vraagbaak 23.40
Lichte gram 23.55—24 00 Nws.
Hilversum II, 298 m. 19.00 Pari overzicht
19 15 Regeringsuitz: Bescherming Bevolking
vraagt uw aandacht 19.30 Malienkolder,
hoorspel (II) 20.00 Nws 20.05 Melodieën-
Expres 20.30 Je
hobbyquiz 21.20
Marimba 22.30 Nwi
vanavond
filmpje 21.0022.40 Eenzams
Programma voor morgen
muz (gr) 11.00 V d vrouw 1.30 Lichte gram
11.50 Volaan vooruit, lezing 12.00 Mid
dagklok-noodklok 12.04 Licht kwartet en
zangsolisten 12 30 Meded ten behoeve van
land- en tuinbouw 12 33 Draaiorgelmuziek
12.50 Actualiteiten 13.00 Nws 13.15 Platen-
nieuws 13.30 Metropole ork en zangsoliste
14.10 Viool en plano 14.35 V d plattelands
vrouwen 14.45 Tierelantijnen, gevar progr
15 45 Lichte gram 16.00 V d zieken 16.30
Ztokenlof 17.00 V d jeugd 17 40 Beursber
17 45 Regeringsuitz: De J
de historie, doo"-
en zangsolisten
beantwoording.
^Hll. 298
AVRO: 7.00 Nws
8.15 Progr overzicht 8.20 Lichte gram 9.00
Ochtendgym v d vrouw 9.10 De groente
man 9.15 Celloconcert: klass muz (gr) 9.40
Morgenwijding 9.55 Boekbespr 10 00 Ar
beidsvitaminen (gr) 10.50 V d kleuters 11.00
Palet, progr v d zieken 12.00 Hawaiian
ensemble met zangsolisten 12.20 Regerings
uitz: Uitzending v d landbouw 12.30 Meded
ten behoeve van land- en tuinbouw 12.3$
Pianoduo en licht ork (gr) 13.00 Nws 13.13
i Schoolradio 15.00
Met naald en schaar 15.30 Fluit en plano:
klnss en moderne muz 16.00 Joegoslavische
kaleidoscoop 16.10 Zangrecital (gr) 16.30
I Jeugd 17.30 V d
latje 18.00 Nws 18.15
NCRV: 19.30 Onderweg naar morgen
maandelijkse rubriek over nieuwe ontwik
keling op het gebied van de wetenschap.
NTS: 20.00 Journaal 20.20 NCRV: Memo
20.30 Met eigen ogen. gram. NTS: 21 10 V
for Victorv. documentaire TV-fJIm (laatste
deell. NCRV: 21.35 Dat muisje heeft eeti
staartje forumgesprek 22.10—22.20 Sa-
In Gods Woord zijn hieromtrent geen
richtlijnen te vinden. Hoofdzaak is. dat
dergelijk beleid een steentje kan
bijdragen tot het ontstaan van een sa
menleving. waarin orde en vrede, ge
rechtigheid en naastenliefde heersen en
waarin tegenstrevende tendenzen zoveel
mogelijk worden tegengegaan. In dit ver.
band drong hU aan op groter voorzich
tigheid bij het noemen van Gods Naam
in de politiek en bU het aanduiden van
bepaalde politieke daden als els van
christelijke politiek. Naar zijn mening
Is ten aanzien van de moeilijkheden
rond het N. Gulneabeleld iets te vrij
moedig omgesprongen met wat God van
vraagt en wat niet.
Discussie
Bij de discussie, die na prof. Zylstra s
rede volgde, werd de kritische vraag
gesteld wat er nu in feite terecht is ge
komen van het voornemen van '58 tot
verlichting van de totale belastingdruk.
In antwoord hierop zei de minister het
niet juist te achten aan de hand van een
procentuele vergelijking van de belas
tingdruk in de jaren '58 en '63 af te
meten of het fiscale beleid al dan niet
geslaagd is. Het voornaamste is, dat sinds
'53 een beleid wend gevoerd dat het
mogelijk heeft gemaakt tot verdere be
lastingverlaging over te gaan als de
politieke wil daartoe bij het volgende
kabinet aanwezig is en als de conjunc
turele situatie het toelaat.
Het inlossen van concrete beloften
tot belastingverlaging heeft men als
minister niet zelf in de hand. „Aan
het begin van de rit heb ik de heer
Lucas al direct laten weten, dat van
mij nooit een belastingverlaging is te
verwachten die conjunctureel niet
verantwoord is. Ik loop liever het
risico het verwijt te krijgen dat ik mijn
beloften niet nakom, dan dat ik een
onverantwoord beleid voer", aldus de
minister. Hy noemde het overigens
„pech" dat de vier jaar van het ka
binet-De Quay waarschijnlyk om zul
len zijn zonder dat de conjunctuur een
verdere belastingverlichting toestaat.
De doelstelling van zijn beleid vatte
hü nog eens samen in de uitroep:
„Vier jaar lang heb ik willen striiden
tegen bevoordeling van de collectieve
sfeer ten laste van belastingverlaging"
„Verontrusten"
Bij de bespreking van huishoudelüke
aangelegenheden tijdens de morgen ver
gadering van het convent deelde partil-
voorzitter Berghuis mee een brief te
hebben ontvangen van een aantal „ver
ontrusten" in a.r. kring. De brief beval
niets verontrustends doch slechts het
verzoek een onderhoud te mogen heb-
ben met het partybestuur. Dit zal bin
nenkort z'n beslag krygen.
Wat betreft de verhouding tot da
C.H.U. volstond dr. Berghuis met da
mededeling dat de strikt vertrouwelijke
besprekingen dienaangaande nog aan de
gang if i en niet gestoord dienen te
worden. In dit verband maakte hij nog
melding van het pleidooi van mr. Beer-
Rink om via een wijziging van de Kies
wet het verbinden van lUsten mogelijk