Leiden heeft het ontzet
beleefd als een wonder
Lange taptoe ontsierd door
babbelaars en slenteraars
die het wel „geloven"
NIEUWE LEIDSCHE COURANT
DONDERDAG 4 OKTOBER 1962
Het was feest. Het was groot feest.
Het was drie-oktoberfeest. De stad
in de loop van de dag vqlge-
stroomd met feestgangers en 's mid-
j met regenwater. Op de Bees
tenmarkt stond een mannetje dat
riep. Hij riep: „Komt het zien, komt
het zien", in vele toonaarden en met
een enorme variatie. De mensen, die
toch feestgangers waren, kwamen
het door de tand des tijds danig aan-
netaste kleed een kring, de oebrui-
kelHke kring om een man die de
T"VIT jaar voor het eerst werd de beste
houding, de opvallendste discipline
bij het marcheren met een wisselprijs, de
„Spaanse degen" beloond. We geloven,
dat de jury met de aanwijzing van de
winnaar niet zoveel moeite heeft gehad.
Meer dan de helft van de deelne
mende groepen kon zeker zonder enige
twijfel dadelijk afvallen. Vele deelne
mers marcheerden slordig en vormden
onregelmatige rijen. Hierbij moet in
aanmerking worden genomen, dat met
name voor de jonge jeugd zo'n lange
marcheertijd een zware opgave is. Bo
vendien hoorden vele deelnemers óf
géén muziek óf een mengsel van twee
marsen op een afstand. Dat moest wel
verwarringen veroorzaken. Het is te
hopen, dat de organisatoren voor deze
moeilijkheid nog eens een bevredigen
de oplossing zullen weten te vinden.
Dat een aantal groepen echter niet de
minste moeite doet, zich althans tamelijk
regelmatig te bewegen, dat men door el
kaar loopt, gezellig babbelt en het ver
der wel gelooft, is zeker niet te ver
ontschuldigen. Laat men dan liever van
deelneming afzien.
Een opmerkzaam toeschouwer kon ookj
duidelijk de geest in een vereniging uit!
allerlei kleinigheden afleiden. Laat men j
zijn naam en (eventueel» reputatie hoog,
houden door het voorkomen van een
slechte indruk. Heel Leiden kan de nar
men van de banieren aflezen en het ge
drag van de daardoor gedekte vereni
ging zien en onthouden. Kost het zóveel
moeite, zich voor de taptoe enigermate
voor te bereiden?
Ons oordeel over de deelnemende
Leidse korpsen kon in elk geval gunstig
tot zéér gunstig zijn.
Enkele aardige of originele vondsten
waren ook nu te prijzen. Zo onderscheid-
man, die grote tijden had gekend.
Hij trachtte het publiek kenbaar te
maken dat hij die man was. Hij
vroeg velen uit de kring te komen
en hem met een lang en sterk touu
vast te binden. Hij zou op zijn beurt
laten zien hieruit los te kunnen ko
men. Men durfde niet en de ge-
vraagden bleken schuw in de kring
terug te duiken. Drie militairen, zich
heerlijk naamloos voelend door het
uniforme uniform, stelden zich grin-
nekend beschikbaar en bonden het
mannetje met enthousiasme vast.
Weer een verhaal van het man
netje, nu over industrie, weekloon
en vele kleintjes die één grote maak
ten. „En", besloot hij zijn verhaal,
„als u nu eeti dubbeltje of een kwar
tje over hebt, moet u dat even als
beloning op het kleed gooien.". Hij
eindigde zijn pleidooi voor een ruim
honorarium met een kneepje, waar
uit duidelijk bleek dat hij al jaren in
het sterke vak zat. Hij zei: „Mis
schien vindt u het gek voor uw
buurman om de eerste te zijn die
gooit, maar dat moet u deze keer
maar eens vergeten". Aarzelend tast
ten enkele handen al naar de zak
met geld.
Toch bleek dat hij de mensen
aardig kende, men wilde nog maar
niet over de brug komen. Een ken
nelijk even groot mensenkenner on
der de toeschouwers, fluisterde naar
'n bekende van hem: „Let nu op, als
ik deze twee dubbeltjes gooi, is in 'n
oogwenk de man tevreden met de
ongetwijfeld volgende regen van
geldstukjes". Hij wierp de twee mun-
jes op het kleed (de man stond niet
vooraan bij het schouwspel) en zie
daar de regen volgde. Dat was
De voorstelling had inmiddels ruim
een kwartier geduurd en de man be
gon, -inderdaad tevreden met de
stroom munten, zich los te werken.
Dit had hij binnen enkele seconden
gedaan en de mensen hadden er niet
veel aan gevonden. Maar als u denkt
dat ze teleurgesteld weggingen er
spijt hadden van hun dubbeltje
neen! Het hoorde erbij. Dat is toch
wel sterk.
Plechtig als vanouds klonk de
koraalmuziek in het Van der
Werfpark onder de beproefde
leiding van Herman Stenz. De
belangstelling op het Steen-
schuur was zo mogelijk nog gro
ter dan in het park zelf.
De voorzitter van de 3 October
Vereeniging, mr. Ph.J.de Ruij-
ter de Wildt, luidde het glorie
rijke feest van 3 oktober in met
het hangen van een krans om
de arm .van het beeld van de
Leidse weesjongen, in de
volksmond bekend onder de
naam „hutspotboy".
Vaste kern blijft koraalmuziek
elk jaar trouw
De koraalmuziek in het vroege
morgenuur kan in de zin van her
denking als het meest waardevolle
element worden beschouwd in de
3 oktoberviering. Toch staat dan nog
geen kwart procent van de herden
kende Leidse burgerij om het beeld
van burgemeester Van der Werf ge
schaard. Die er staan vormen een
vaste kern. die zich telkenjare gaar
ne aan de muzikale zorg van de heer
Ds. Bouter in Pieterskerk
W'IJ stellen ons zo voor, dat het voor de predika
berdienst voorgaat, helemaal niet eenvoudig is,
iwische gegevens te verwerken, die niet al te zee;
de overgang van toen naar nu er moet toch ec
zijn wel tijdrovende overdenking vergen, wil althans herhaling worden
vermeden.
Ds. Bouter slaagde er gistermorgen in
de Pieterskerk zeker in, de geschiedenir
zo te laten spreken, dat er bij de vele
toehoorders een niet-verflauwende aan
dacht was. Het motto van zijn preek was
een regel uit het Volkslied; ..Tot God
wilt u begeven". Hij belichtte vooral de
figuur van Willem van Oranje in diens
strijd voor de redding van Leiden en
voor de vrijheid van denken, spreken en
belijden.
De Prins heeft onmiskenbaar ogen
blikken van vermoeidheid, neerslachtig
heid en onrust gekend, maar toen het er
op aankwam, liet hij zich niet verleider
tot het opgeven van deze rechtvaardige
strijd. Met de Staten van Holland zette
hij door. Hij bundelde de krachten en
was de bemoedigende en inspirerende
ziel van het verzet. Voor de vrijheid var
denken en geloven was geen prijs te hoog
Ds. Bouter vermeldde tal van bijzon
derheden over de maatregelen die de
bevrijding van Leiden moesten bevor
deren, en over de reacties daarop in de
belegerde stad.
nt die in de drie-okto-
in zijn preek ook his-
r bekend zijn. Ook zal
1 zekere actualisering
Willielmina van Pruisen en haar
drie hofdames begonnen in ple
zierige stemming de (natte)
tocht naar Goejanverwellesluis.
Op de proef
Herman Stenz toevertrouwt. Deze
weet met twee repetities te berei
ken, dat er zuiver, duidelijk gearti
culeerd en ritmisch wordt gezongen
uni sono. hoewel een enkele enthou
siasteling er nog wel eens een twee
de stem bij improviseert. Op één der
oefenavonden heeft Stenz de steun
van een orkestbegeleiding, die ook
dit jaar werd verzorgd door de
Christelijke muziekvereniging Con
cordia.
Het leiden van volkszang Is de heer
Stenz wel toevertrouwd. Ook nu weer
waren de vertolkingen van de liederen
uit het bekende bundeltje zo verzorgd
als maar mogelijk is. Goed gezien is ge
weest slechts 16 blazers als begeleiding
aan te wenden, gelet op het aantal zan
gers van slechts ruim tweehonderd. Zo
doende werd evenwicht verkregen. Ook
nu weer troffen mij de toewijding en be
zieling van koor, dirigent en orkest. Men
moet dan ook wel zeer nuchter zijn om
niet ten minste enige ontroering te voe
len. als bijv. de tonen van Psalm 106 tus
sen het ruisende geboomte opklinken.
Intussen is er voor dit programma
onderdeel wel degelijk belangstelling, zij
het in passieve zin. Aan de andere zijde
van het water, op het historische Steen-
schuur stond een grote groep luisteraars.
De prestaties van de uitvoerenden heb
ben hun, die zich op dit vroege uur hier
heen begavén om althans getuige te zijn
van de zinvolle traditie, beslist iets mee
gegeven. De zang klonk overtuigend.
Enigermate storend was het. dat tij
dens het lied „O ghfj stad van Leiden"
een arbeider van de herstelwerkzaam
heden aan de kademuur de tweetaetmo-
tor van een pomp luid knetterend aan
zette, ais ware hjj beducht voor het
water, evenals de Spanjaarden driehon
derdtachtig jaar geleden.
Als kleine opmerking zou ik ten slotte
nog willen zeggen, dat de harmonisaties
van verschillende liederen niet erg stijl
vol zijn, bijv. die van Com nu met sangh
en Een vaste burcht, terwijl het tempo
van het statige volkslied net iets té snel
was. Voorts werd men er voortdurend
aan herinnerd, dat het gehele gebeuren
iets met water te maken heeft; de zeer
kwalijke geuren van het Steenschuur
water konden zich geen weg banen door
de ochtendnevel.
Zoals gebruikelijk werd tenslotte voor
het zingen van het volkslied door burge
meester Van Kinschot een krans aan het
beeld van zijn vermaarde voorganger
gehecht.
Henri Welbooren
En tot besluit.....
Nee, olifanten waren er niet op het
Schuttersveld om het verhaaltje van het
3 oktoberfeest uit te blazen, maar wel is
het een groot en schitterend slot gewor
den. Wie uit de summiere omschrijving
in de feestwijzer mocht hebben gecon
cludeerd, dat het deze keer met het
vuurwerk wel niets zou worden, is blij
verrast naar huis gegaan. Ze waren weer
allemaal present, de vliegende schotels,
stijgende kronen, briljanten en diaman
ten, de langs palen en stellages knette
rende vuurbollen in alle kleuren van de
regenboog, de helle glans vap Bengaals
vuur, een lichtende waterval en als pas
send slot de schitterende portretten van
het prinselijk paar, gekroond door een
laaiende kroon van goud. Tot ver in de
omtrek deden de vuurbollen de schare
kond dat het glorierijke feest van 3 ok
tober ten einde was.
Het hosconcert was langzaam uitge-
deind. de paling-, haring-, zuur- en
oliebollententen en wat er nog meer voor
kramen waren opgeslagen, werden ge
sloten en afgebroken. Een enorme pa
piermassa, vertrapte vlaggetjes, heel de
entourage van een vergaan feest bleven
over voor de reinigingsdienst, die de hele
nacht in touw is geweest om Leiden weer
een dragelijk aanzien te schenken, 't Is
weer drommels i»ooi geweest!
Vooral veel jeugd
in de Lakenhal
^YEER VELEN hebben op de och-
tend van de derde oktober het
stedelijk museum de Lakenhal be
zocht om voor het eerst of bij ver
nieuwing de waardevolle attributen
te bekijken, die daar de herinnering
aan het beleg en ontzet van de goede
stad Leiden levend houden.
de
zwartglimmende hutspot en maar heel
moeilijk de drang konden weerstaan hem
even aan te raken. Zij lieten zich door
hun ouders de Spaanse speelkaarten en
de noodmunten wijzen en keken met
ontzag naar het enorme doek met de
stoere burgemeester Van der Werf en
naar het fraaie Lanckaerttapijt, daterend
uit de tijd van het beleg.
Tal van bezoekers lieten het niet bij
deze drie-oktobersymbolen, maar namen,
zij toch U t museum waren, de
kans waar ook «ndcre stedelijke kunst
schatten te bewonderen.
Veel belangstelling trok verder de ver
rassend originele collectie kinderwerk van
de Leidse school voor esthetische vor
ming. In totaal kwamen ongeveer 1800
kijkje nemen.
T EIDEN aan de vooravond van de grote feestdag, wanneer een van onze
carillons Valerius uitklingelt en de lucht vervuld is van patat- en
oliebollengeuren en de verwachting van de vreugde, die aan het komen
is, dit Leiden, dat zich voor zijn unieke drie-oktober inloopt, ziet dan jaar
na jaar die lange taptoe-optocht door de straten slingeren.
T7EN taptoe kan men deze demon
stratie eigenlijk niet noemen.
De beweging heeft plaats over een
uitgestrekt tracé, dat niemand kan
overzien. We menen, dat het kunnen
overzien van wat er gebeurt, juist-
een karakteristieke eigenschap van
een taptoe is.
Hoe dan ook, het publiek langs de lijn
stelt deze optocht op prijs. Afgezien van
de kwaliteit, kan men toch reeds res
pect hebben voor het rijke cultuur-pa
troon, dat de Leidse gemeenschap juist
hij deze gelegenheid ten toon spreidt.
We geloven, dat er nauwelijks een stad
Nederland (van die grootte) is te
vinden, waarin zóveel activiteiten op al
lerlei gebied worden bedreven als in
Leiden.
Door een latere vertrektijd óf door
méér/ oponthoud was de optocht zeker
een half uur later dan gewoonlijk afge
lopen. Het was verder opmerkelijk, hoe
veel hiaten, soms van grote omvang, de
stoet onderbraken. De voor het passe
ren van één punt nodige tijd was onge
veer drie kwartier, langer dus dan vo
rige jaren.
T\E bronzen Piet-er Adriaanszoon
van der Werff, voor deze bij
zondere gelegenheid in het kunst
zonnetje gezet, zag de Leidse jeugd
weer aan zich voorbijgaan. De tra
ditie getrouw had de voorzitter van
de Drie-Octobervereeniging vooraf
T\fA afloop had in het stadhuis weer
de opening van de feestdag op iets 1
hoger niveau plaats.
Hier geen tienduizendkoppig publiek
maar een klein aantal genodigden, pro
minenten van gemeentebestuur, Drie-
De kunstminnende Frede^ik
Hendrik en zijn echtgenote Ama-
lia van Solms stoorden zich niet
aan de regen. Helderwitte kan
ten kragen en manchetten en
weelderige pruiken behoorden
tot de mode van hun tijd.
De taptoe op de vooravond van
3 oktober is vanouds een mooie
gelegenheid bepaalde wensen op
sportgebied kenbaar te makên.
De Golfbrekers lieten er in ieder
geval geen twijfel over bestaan,
dat zij snakken naar een over
dekt 50 m bad aan het randje
van de stad.
Octobervereeniging, garnizoen en stu-
dentencorpora. De burgemeester en de
voorzitter van de Drie-Octobervereeni-
ging spraken elkaar achtereenvolgens
De heer Van Kinschot zag de zojuist
geëindigde tapto als ingesteld orr
jeugd voor het feest klaar te maken.
Hij achtte dit een gelukkige gedachte.
be heer De Ruyter de Wildt wenste,
zich bij de bedoeling van de taptoe a
sluitend, nog eens de herinnering
de volhouders Van der Werff, Van Hout
Van der Does te eren; zij hebben de
moed gehad tegen de slappe meerder
heid in te-gaan en met succes tot door
gaand verzet aan te sporen. Men hief het
glas en dronk 3 Oktober 1962 toe.
Johan van Wolfswinkel.
ding het Wilhelmus werd aange-
Vanwege de gestremde uitweg moest
de optocht rechts om het standbeeld heen
zwenken en achter het park in tegenge
stelde richting verder marcheren.