Parlevinker^
Cor Wijker
D
ZONDAGSBLAD
j^ellbecllening
geeft service
aan de klanten
maakt predikaties
in hout
Ide ondergaande zon door het
glasdak heen een warme, zacht-
rood gloeiende glans over het
hout legt. Zó aansprekend is,
I grijpt, dat die brieven met vol
doening werden ontvangen door
de schepper van het beeld: de
nu 72-jarige. gepensioneerde ge
meente-ambtenaar Cor Wijker
ZATERDAG 22 SEPTEMBER 1962
Nieuwe Lei dse Courant
Er wordt niet
op 'n dubbeltje
gekeker
In de smalle, deinende winkel
straat van de „MARJO II" loopt
een matroos uit Oberwesel zijn
boodschappennet te vullen. Hij
maakt dankbaar gebruik van
het zelfbedieningssysteem te
water, dat parlevinker J. van
Herpen heeft ingesteld op de
Waal tussen Druten en Gorin-
chem. In een batterij van vi
trines liggen niet alleen luci
fers, poetskatoen, tabaksartike
len, sokken en snoep voor het
grijpen, maar ook kostbare im
pulsartikelen vragen de aan
dacht. De matroos aarzelt lang
bij een weelderige schemer
lamp. Het is een plateau met
kunstbloemen en een rijk op
getuigd scheepje, een monster
lijk wangedrocht waarschijnlijk
in het oog van binnenhuisarchi
tecten.
De schippers houden blijkbaar
wel van een beetje opschik in dit
genre. Parlevinker Nicolaas Hen-
rikus Gerardus Peperkamp (29),
schoonzoon van rivierhandelaar
Van Herpen, zegt trots, dat hij
maar vijf kunstbloemlampen over
heeft van de twee dozijn die hij
vorige week kocht. De prijs be
draagt meer dan 20. maar de
varensgasten kunnen dat wel op
brengen voor een aardig sierstuk-
je op het T.V.- of radiotoestel. Er
worden goede zaken gedaan op de
Waal. De waterwinkeliers uit Zalt-
bommel volstaan niet meer met
een ,,wat had u gehad willen heb
ben", maar volgen de moderne
verkooptechniek. Op hun bijna
vijftien meter lange parlevinkers
boot maken de geachte cliënten
zelf hun keus. waarbij zij zich
weinig beperkingen opleggen.
Royaal
Varende klanten kijken niet op
een dubbeltje, nu zij het vracht
aanbod nauwelijks kunnen ver
werken. Maar welvaart op het
water leidt ook tot meer vraag
naar kwaliteit, grotere sortering,
service en snellere bediening.
Vandaar dat er kapiteinsvrouwen
en stuurmansgezinnen zijn die
wachten met het doen van hun
inkopen, tot zij de toren van Zalt-
bommel zien opdoemen. Veel
Duitsers bijv. hebben besloten om
zich als „vaste klant" aan te
melden. Peperkamp bedient zeker
90 pet. van de Duitse tankvloot,
zorgt voor het natje en droogje
van de bemanning van de ..Was
serbuffel" en vijf andere duween-
heden en is zo goed als enig le
verancier voor een aantal grote
rederijen.
In Duitsland komt de parlevin-
kerij veel minder beslagen ten
ijs, ook al vaart daar sinds kort
een zelfbedieningszaak rond op een
nog groter schip dan de Marjo II.
De neringdoenden uit Zaltbommel
laten dat niet op zich zitten. Ze
hebben het 16 meter lange schip
al bezichtigd en lopen nu rond met
plannen om zelf ook ccn nieuw
vaartuig op de helling te zetten.
Daarop moet de zelfbediening dan
in de perfectie georganiseerd wor
den, al geeft dat nog heel wat ge
pieker voor 'artikelen als melk,
groenten en fruit en vleeswaren,
die op de weegschaal moeten.
Intussen gaat de verkoop gewoon
door. Ik heb dat waargenomen op
een onstuimige dag i windkracht
8». Er hingen donderkoppen bo
ven de Zaltbommelse bruggen, de
zon schitterde vals op de golven.
De rivier vond dat de Marjo II
maar eens lekker moest deinen.
Het buiswater gaf de stuurhut een
sopjè. waar de ruitenwissers niet
van terug hadden. Ik moest den
ken aan dat gedicht van Martinus
Nijhofï:
Ik ging naar Bommel om de
brug te zien.
Even voorbij Zaltbommel ligt een
baggermolen en iedere dag t
Peperkamp er in een rustig ogen
blikje heen en de jonge Theo
heeft het dan erg druk mei zijn
fruit- en sigaretlcnhandel.
Ik zag de nieuwe brug. Twee
overzijden
die elkaar vroeger schenen te
vermijden,
werden weer buren...
en wat er verder volgt over de
vrouw die psalmzingend aan het
roer van een schip staat.
Andere zorgen
De schipper van de „Alba 21"
had wel andere zorgen aan zijn
kop. Hij zong dan ook geen psalm,
maar schreeuwde zijn vrouw toe,
dat zij de Bildzeitung niet moest
vergeten. De parlevinker was net
voor de bruggen langszij geko
men en de schippersvrouw had in
tussen al 16 pakjes roomboter in
haar tas.
Zfj liep gezellig speurend in
het winkelstraatje onder de rollui
ken en kocht niet alleen het Duit
se sensatieblaadje voor haar man,
maar ook de vermaarde radio-TV-
glds Hor Zu en twee geïllustreer
de bladen in haar landstaal. Aan
gezien de inkomsten van deze par-
levinkerij voor 75 pet. bestaan uit
Duitse Marken en Zwitserse Fran
ken (afgezien van nog wat Frans
en B-.g.;c!i geld) komt de voor
raad zoveel mogelijk aan Duitse
wensen tegemoet. De hoeveelheid
roomboter is altijd indrukwekkend
genoeg om aan de grote vraag te
voldoen, evenmin is er gebrek
aan het andere topartikel: Koffie.
Theo Lambooy zoontje van een
kapper uit Zaltbommel spreekt
met zijn negen jaren al een aar
dig mondje Duits. Het knaapje
heeft zich geheel verslingerd aan
de parlevlnkerij en brengt elk vrij
uurtje aan boord door. Zijn rappe
„zeg het eens. wat zal het wezen"
klinkt al over het water als de
boot nog niet eens langszij geko
men is.
Handen vol
De ,,Alba 21" gaf hem han
den vol werk. De met boomstam
men geladen 1198-tonner uit St.
Sebastian leek op een enorme
surprise. Van beneden af gezien
zat de kapitein tot over zijn oren
in het hout en uit de deuren en
luiken kwamen telkens weer
nieuwe gezichten: een oud groot
moedertje met een haarnet, drie
kinderen, matrozen en luchtig ge
klede mannen uit de machineka
mer. die huismoederlijk terug
keerden met komkommers, eieren
pakjes wasmiddelen en het soort
lederen slofjes
gasten zich zo graag schoeien.
Het werd alles bij elkaar een in
drukwekkende rekening van te
gen de zeventig gulden.
Peperkamp was daar nog niet
van ondersteboven. Het komt wel
voor dat hij op één schip voor
200 tegelijk verkoopt. De vaste
klanten nemen wel zo'n 95 pet.
van zijn omzet voor hun rekening.
Hij staat er dan ook altijd voor
klaar. De dag begint 's morgens
om zes uur en de verkoop gaat
door van maandagmorgen tot
zondagmiddag 1 uur en dan zwijg
ik nog van de vele keren, dat hij
er uit geblazen wordt, door kor
te. driftige signalen van de
stoomfluit. Dat kan om vijf uur
in de nacht gebeuren, ook wel
's zondagsavonds om tien uur, als
hij lekker koffie zit te drinken
op zijn woonark in het haventje.
Pas nog kwam die kreet om fou-
rage van een Franse kast, waar
geen sneetje brood meer aan
boord was. Dat was ook op een
zondag en pas tegen twaalf uur
's nachts liepen de transacties
ten einde.
De jonge parlevinker aanvaardt
dit alles als een consequentie van
zijn beroep. Hij ziet de lange
blonde lokken van zijn zoontje
Hans (1%) meer op het fotootje
in zijn stuurhut dan in werkelijk
heid. De eigenaar J. van Herpen
houdt zich bezig met inkopen en
werkzaamheden in het drijvende
magazijn aan de kade en ver
wondert zich nog altijd over do
snelle ontwikkeling. Hij begon in
de oorlog levensmiddelen tc ver
kopen met een roeibootje, dat hij
voor 150 had gekocht. Later
kreeg hij een vaartuigje met een
oude Fordmotor, die om de ha
verklap afsloeg, zodat hij meer
malen overvaren dreigde te wor
den. Er waren in Zaltbommel
toen maar liefst elf parlevinkers,
die elkaar fel beconcurreerden en
geen nieuwe mededinger gedoog
den. In hun pogingen om de sche
pen zo ver mogelijk tegemoet te
varen, ontketenden zij spectacu
laire races stroomopwaarts. J.
van Herpen heeft ze commercieel
'gezien allemaal overleefd, hij is
nu de enige parlevinker In Zalt
bommel. Dit is ook voor een
groot deel het werk geweest van
wijlen zijn vrouw „moeke van
Herpen", die zelf op een kleine
re boot jarenlang de Waal beva
ren heeft en alle schippersvrou
wen op haar hand kreeg. Het va
ren zat haar in 't bloed- Een zoon
uit haar eerste huwelijk is nu
aan 't parlevinken op de Rijn in
Duitsland (nabij Rüdesheim) en
heeft een grote zelfbedienings
boot in aanbouw, een andere is
parlevinker in de buurt van Nij
megen en de overige drie aren
op spitsen en kempenaars.
Vergunning
Moeke van Herpen Is na 16
jaar winkelierster op de Waal ge
weest te zijn in 1959 overleden
maar er leeft nog iets van haar
geest in dit Zaltbommelse bddrijf.
Daarom mopperde Nico Peper
kamp niet, toen hij laatst op een
gezellige verjaardagspartijtje van
zijn zuster tc middernacht uit het
gezelschap geblazen werd door
raste klant Lisa. Hij kwam om 1
300 verkocht.
Hij verdient dan ook stellig de
vergunning als bedoeld in artikel
7 van het Koninklijk Besluit van
16 oktober 1925, laatstelijk ge
wijzigd bij K.B. van 27 februari
1953 (Staatsblad no. 86;). Dit
is een soort paspoort, afgegeven
door de Politie te Water. Het
vermeldt dat Nicolaas Henrikus
Gerardus Peperkamp geboren te
Herwen en Aerdt op 28 novem
ber 1932. de Waal mag be
varen van Druten tot Woudri-
chem, om er zijn waren te slij
ten. Van die artikelen wordt
ook een opsomming gegeven, die
wat verouderd aandoet en verre
van volledig is. Zo las ik dat
hij mag handelen in: bezems en
blauwsel, borstels, brandspiritus
dweilen en stokdweilen, garen en
band. kaarsen, klompen, knopen,
knijpers (tot bevestiging van was
goed), lampeglazen, lampekatoem
poetsdoeken en poetskatoen,
puimsteen, schoenen en werkkle
ding, sokken, zakdoeken en aan
verwante artikelen. Welk artikel
verwant is aan de zakdoek is mij
niet duidelijk geworden en ik
miste op deze waslijst ook de sou
venirklompjes en jombastische
schemerlampen, die het zo goed
doen in de zelfbediening op de
Waal.
Egmondse kunstenaar noemt zich
bescheiden amateur
Deur openen en sluit
en voor de
klant is er natuurlij
k op een
parlevinker niet bij,
aar bij het
aanpakken van een
ind en dc
helpende hand biede
aan een
schippersvrouw, word
t vanzelf-
sprekend wel service
verleend.
ln een Angllkaanse kerk in
I Hartford, de in 1623 door Hol
landers gestichte hoofdstad van
de Noordamcrikaanse staat Con
necticut, hangt aan een gladde
I houten wand een levensgroot,
uit prachtig Slavonisch eikehout
gesneden beeld van Christus
aan het kruis. Iedere zondag
weer worden de kerkgangers
I door de schoonheid van dit
beeld getroffen. Ook voorbij-
I gangers voelen hun blik vaak
in de richting ervan getrokken
en dan vooral 's avonds, als
Idat, dat Iedere avond opnieuw
automobilisten hun wagen aan
de kant zetten, om dat beeld
rustig in zich op te nemen.
I Vijftig leerlingen van de High-
school van Hartford hebben.
I ieder in een eigen Drief. de
I maker van dit kruisbeeld ge-
I schreven, hoe zijn werk hun
heeft ontroerd. Enkele van hen
I schreven ook van de reacties
van de toch meestal wel haas
tige automobilisten. Men be-
uit^ Egmond
Zijn huis staat vol beeldhouw-
I werken: houtsculpturen en re
liëfs. In ieder vertrek hangen
en staan er zeker vijf tot zes.
Zij zijn gesneden in vrije uur-
Itjes, 's avonds na het werk en
op vrije dagen. En het is daar
om. dat Cor Wijker weigert
zich kunstenaar te noemen.
I „Het is liefhebberij van me. Ik
I heb altijd creatief werk willen
verrichten, want ik hield er
Iniet van 's avonds stil te zit
ten."
Zijn bescheidenheid verbiedt
Ihem zijn werk met groot tam
tam den volke te tonen. Dertig
jaar lang sneed hij zijn reliëfs,
zonder dat iemand buiten zijn
I vriendenkring er iets van wist.
Werk verkopen deed hij niet.
Hij verdiende voldoende om te
I kunnen leven van zijn werk. als
bouwkundig opzichter van het
Centraal Genootschap voor Kin
derherstellingsoorden eerst, als
opzichter van de gemeente Eg-
mond later.
In dienst der kerk
Dat stille werk duurde voort
totdat hij, zoals hij nu vertelt,
ruim tien jaar geleden tot de
ontdekking kwam. dat hij. als
hij dan toch een gave bezat,
Ier beter aan deed die ten volle
te benutten. „Ik begreep, dat ik
er iets mee moest doen en dat
Iik mijn gave in dienst van de
Kerk zou kunnen stellen".
Waarom in dienst van de Kerk?
IU dient te weten dat Wijker de
Bijbel als zi'
bron heeft gekozen.
Negen van tien re
liëfs, die hij maak
te brengen een ge
schiedenis uit Gods
Woord tot leven.
..Ik ontdekte dat ik
met mijn snijwerk
een prachtig mid
del tot verkondi
ging van het Evan
gelie tot mijn be
schikking had"
verklaart hij.
Een blik door de
ruime woonkamer
zegt u genoeg. Aan
elke wand hangt
tenminste één pa
neel dat een ge
schiedenis uit dc
Bijbel verbeeldt. In
de vensterbank
staat een aantal
plastiekjes die aan
dezelfde bron zijn
ontleend: een
prachtige Christus-
kop, de gekruisde
Jezus met aan Zijn
voeten de wenen
de Maria en Maria
Magdalena.
de hoek van de vensterbank
staat een fors gesneden beeld,
dat de oorlog symboliseert:
twee mannenfiguren, waarvan
de een, geknield, de vuisten ten
hemel heft en de ander zijn bei
de ogen met de handen bedekt.
Eep kwart eeuw geleden las hij
een kranteberichtje over eva-
cuées uit het door de burgeroor
log geteisterde Spanje. Hij
sneed een reliëf, waarin hij een
mer
op suggestieve wijze weergaf.
Het stuk is door de gemeente
Arnhem gekocht.
Waarom nog meer noemt Wij
ker zich geen kunstenaar, maar
heel bescheiden amateur? Hij
heeft nooit les gehad. Op een
avond, nu veertig jaar geleden,
zette hij een beitel in een stuk
hout en hij begon. Tekenen leer
de hij ook nooit. En onderricht
in anatomie kreeg hij evenmin.
Geen bezwaar
Maar dat alles is voor deze
begaafde, nu nog steeds dag in
dag uit in zijn atelier bedrijvige
ex-timmerman geen bezwaar.
Hij leest en overdenkt een voor
zijn werk uitgekozen geschiede
nis lange tijd. Langzaam begint
het beeld voor hem te leven. Het
verschijnt voor hem tot m de
kleinste details. Dan voelt hij
zich gedrongen het in hout uit
te snijden. „Het begin alleen
is moeilijk", zegt hij. „Ik ben
dan altijd een beetje bang. Ik
loop wat door het huis te rom
melen. maar opeens ben ik er
door. Dan pak ik beitel en ha
mer en dan is er niets meer
wat me belemmert".
In veertig jaar tijd schiep Wij
ker zo talloze panelen. En toen
nu ruim tien jaar geleden zijn
huis vol werkstukken stond,
slaagden vrienden er in hem te
overtuigen van de noodzaak een
officiële tentoonstelling te hou
den. Het had heel wat voeten
in aarde. Maar ten slotte stem
de Wijker toe. Dertig van zijn
werkstukken werden naar Den
Haag gebracht, waar zij enke
le weken in de kunstzaal „Kunst
van onze tijd" te kijk werden
gesteld.
Het valt niet mee Wijker over
zijn werk aan het praten tc
krijgen. Hij uit zich moeilijk,
zet zijn hakkelende zinnen
kracht bij met brede handgeba
ren. Maar als hij de bezoeker
even later toont, hoe hij te werk
gaat, staat hem geen enkele be
lemmering in dc weg. Hand-
vast beitelt hij stukjes hout
weg en langzaam ontworstelt
hij een mensengezicht aan het
hout zijn materiaal, waarvan
hij de schoonheid tijdens zijn
opleiding tot timmerman leer
de.
Zijn kracht
De z.g. „taille-directe" is zijn
kracht. Doordat hij de geschie
denis voor zijn ogen ziet leven,
heeft hij geen schetsen en geen
ontwerpen nodig. Als hij een
maagdelijk stuk hout (veel van
zijn matehiaal gaat hij zoeken
op het Egmondse strand) voor
zich zet. weet hij precies hoe
het gaat worden, tot in de klein
ste details. Zijn stukken ontroe
ren door hun eenvoud. Hij heeft
r< IC IC
I Ti
de Samaritaansc vrouw uitge
beeld, zittend bij de waterput
en toegesproken door Jezus,
tientallen bijbelse verhalen heeft
hij in hout gevangen, daarmee
tegelijk zijn geloof uitsprekend:
de Intocht van Jezus in Jeruza
lem; de Gevangenneming; Si
mon van Cyrene die het kruis
opneemt; de bruiloft tc Kana;
de Tempelreiniging; de Wonder
bare Visvangst; de Barmharti-
5e Samaritaan. „Ik probeer in
e huid van de mensen te krui
pen, die ik wil afbeelden. Het
is zaak, dat je daarbij gelooft
in wat je gaat maken. Dat is
niet gemakkelijk, want je krijgt
te doen met mensen die zijn op
genomen, maar ook met men
sen. die zijn verworpen. Als
Je niet in de huid van die cate
gorieën mensen beide kunt krui
pen, kun je, geloof ik, geen
waarachtig, geen echt levend
stuk maken" zegt hij.
ijning in het openbaar heefl
hij voor vele kerken in het ge
hele land beeldhouwwerk ge
maakt. Dat begon met het ma
ken van de preekstoel voor
een te restaureren kerkje in
Egmond aan Zee. Vier panelen
sneed hij er voor. Het frontpa
neel toont de kruisiging, met
op de achtergrond Golgotha en
twee nog lege kruizen. Links
een paneel met de Opstandig
en rechts een van Hemelvaart
en een van de Uitstorting van
de Heilige Geest. Na dit eerste
grote werk (dat hij belange
loos verrichtte) volgden meer
opdrachten, Er is werk van
hem te zien in de Gerefor
meerde kerken van Maasland
en Maassluis. De Gereformeer
de kerk van Weesp bezit een
2'4 meter brede paneel van
hem waarop dc Wonderbare
Productief
Krachtig snijdt hij zijn panelen. Deze verbeeldt de Tempelreiniging.
rlge in zijn atelier aan het werk.
Zijn produktlvltclt is enorm.
Toch kost elk stuk hem weer I
veel geestelijke inspanning. Met
moeite, zoekend naar woorden.
vertelt hij hoe het kruisbeeld I
voor Hartford tot stand kwam.
„Tien weken werk zat er in.
Het was alsof ik er persoonlijk I
niet bij was. Ik had het gevoel, I
dat mijn handen werden geleid.
Soms werd ik er zelfs bang van. I
Als Je dan de moker opneemt
om de spijker door zijn han
den te slaan... tja... dan Is dat
een moeilijk moment. Dan doe I
Je je hand voor je ogen en dan
denk je wel enige ogenblikken
over wat Je nu gaat doen".
Ieder stuk van deze zich nog
altijd amateur noemende kunste- I
naar Is een sprekende getuige- I
nis van zijn levend geloof. Hij
maakt predikaties in hout.
Een afscheid
In dit Zondagsblad zal men voor
de laatste keer een damrubriek
aantreffen, die werd verzorgd door
onze medewerker, de heer W. Jurg
uit Den Haag. De heer Jurg neemt
in zijn veertiendaags hoekje, dat
zo'n vertrouwde plaats bij de dam
liefhebbers was gaan innemen, zelf
afscheid van zijn lezers- en mede
werkers-kring.
Zeer vele jaren heeft hij dit werk
voor ons blad gedaan en wij dan
ken hem daar hartelijk voor. Wc
nemen aan. dat we de spreekbuis
zijn van alle dammers, als we zeg
gen: „Heer Jurg. dank U voor da
prettige en deskundige redactie,
van uw rubriek. Wij hopen, dat
uw opvolger van hetzelfde kaliber
zal blijken te zijn en hetzelfdo
enthousiasme voor de damsport zal
weten op te brengen."