lis»1 SUNIL Witte Hei moet verder zonder Ad Kuiper De geheimen der eeuwigheid Een kanttekening Directeur sloot loopbaan af Een woord voor vandaag Veel belangstelling voor dichters op jengdfestival Mc MILLAN's PINDAKAAS of CH0N0TA... Buitenlandse gasten ter Chr. Geref. synode Tasten naar onbeduimeld niet-versleten woord m Pagina 2 o DONDERDAG 30 AUGUSTUS 1962 pflEu HOE GROOT IS ONS INKOMEN? JJET CENTRAAL BUREAU VOOR DE STATISTIEK heeft kort geleden uit de doeken gedaan, dat ons nationale inkomen In 1961 40.190 miljoen bedroeg. Dit is zón duizelingwekkend bedrag, dat het niets meer zegt. Handzamer wordt het cijfer, als wij uitrekenen wat dit gemiddeld voor een gezin zou betekenen. Welnu, er waren vorig jaar ruwweg drie miljoen gezinnen en wij komen dan door deling op een inkomen van ongeveer 13.400 per jaar. het maar waar, zullen de meesten van onze lezers roepen. Inderdaad, het bedrag doet onwezenlijk aan, als wij weten dat velen het niet verder brengen dan 5000 per jaar (en zelfs dat haalt niet iedereen). Die 13.400, op zichzelf goed berekend, is dan ook geflatteerd. Want het van 40190 miljoen ontstaat door eerst alle inkomens van ieder ▼an ons bij elkaar op te tellen, maar daarbij dan nog te voegen de in komens van oiylernemingen en andere instellingen die niet worden uit gekeerd, zoals de niet-uitgekeerde winsten van n.v.'s, het inkomen van de overheid enz. enz. Zo weten gij b.v., dat die 40.190 miljoen voor „slechts" 18.530 miljoen (ruwweg 45%) uit lonen en salarissen bestond. Dit verklaart dus al in belangrijke mate, waarom de meeste Nederlanders niet aan de berekende 13.400 toekomen. Aan de andere kant is het ook waar, dat velen onzer alleen kijken naar wat zij schoon in handen krijgen. De werkgever moet meer op tafel leggen dan wat hij uiteindelijk in het loonzakje stopt. Er gaat veel af: belasting, premie AOW., ziekenfonds premie, pensioenpremie. Het zijn bedragen die wij in onze gedachten maar wegmoffelen. Bovendien vergeten wij wel eens, dat eenmaal per jaar vakantiegeld wordt betaald, dat menig bedrijf een gratificatie uitkeert, maar ook dat het ge zinsinkomen door de verdiensten van inwonende kinderen een stuk boven het inkomen van vader alleen kan komen. Geven wij nu dat reusachtig bedrag van 40.190 miljoen ook weer uit? dat is inderdaad in 1961 bijna gebeurd. Gezinnen en overheid tezamen hebben aan consumptiegoederen voor 31.760 miljoen gekocht; dat was dus 79% van de hele koek. In de tweede plaats was er geld nodig voor aan schaffing van fabrieken, woningen, machines, gereedschappen, auto's, sche pen, goederenvoorraden en wat al niet meer. Hiervoor gaven wij vorig jaar 7.910 miljoen uit, zodat er uiteindelijk 520 miljoen in de nationale huishoudportemonnee overbleef. U zult zeggen, een behoorlijk bedrag, waar heel wat mee gedaan kan worden. In vergelijking met het totale inkomen is het echter maar een schijntje, goed VA%. Het is interessant om te weten en dank zij het Centraal Bureau voor de Statistiek weten wij het nu hoe groot het totale nationale inkomen in ons land is en op welke wijze het wordt besteed. Maar nog interessanter Is het om te weten, of het nationale inkomen in de loop der jaren toeneemt en in welke mate. Zelfs zonder dat wij cijfers zouden noemen, is het duidelijk, dat het natio nale inkomen regelmatig toeneemt. De loonsverhogingen moeten het na tionale inkomen wel omhoog brengen. Een voorbeeld ter illustratie: in 1961 -werd aan lonen en salarissen 18.580 miljoen betaald: in 1954 was dat nog slechts 10.160 miljoen. Er is in de loop der jaren dus zo'n goede 80% bijgekomen. .Nu is het niet alles goud wat er blinkt. Die lonen en salarissen zijn wel behoorlijk gestegen, maar het leven is ook een stuk duurder geworden. Het reële loon is daardoor veel minder opgelopen dan wij zo op het oog zouden Om dan ook de werkelijke vooruitgang te kunnen vaststellen, zouden wij moeten werken met bedragen, die uitgedrukt zijn in guldens met een vaste koopkracht. Dat karweitje heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek uit gevoerd door het nationale inkomen in de verschillende jaren uit te druk ken in het prijsniveau van 1958. In feite wil dat zeggen, dat de Inkomens van 1954 tot en met 1957 werden opgetrokken (de prijzen lagen toen lager) en dat inkomens van 1959 tot en met 1961 werden verlaagd (die prijzen waren hoger dan In 1958). Het resultaat van de berekening was. dat het op deze wijze berekende nationale inkomen in guldens met een vaste koopkracht steeg van 28.520 miljoen in 1954 tot 38.260 miljoen in 1961. De werkelijke stijging bedroeg derhalve 34%, en niet 63% zoals uit de gewone cijfers kan worden berekend. Dit verschil leert ons nog eens, dat wij ons niet te snel rijk moeten rekenen. Een vergelijking met vorige jaren leert ons ook, dat het overschot van in komens boven bestedingen (in 1961 was dat 520 miljoen) van jaar tot jaar behoorlijk schommelt. In 1956 en 1957 was er niet eens een overschot, maar een tekort. Wij gaven dus meer uit dan wij verdienden. In 1959 konden wij prat gaan op een overschot van 1.783 miljoen, in I960 was dit teruggelopen tot 1.200 miljoen, waarna dit in 1961 op 520 mil joen belandde Van jaar tot jaar dus achteruitgang. Men vreest» dat het overschot dit jaar nog kledner zal worden, omdat onze bestedingen te veel zijn opgelopen. Een aanwijzing hiervoor vinden wij in de ontwikkeling van de betalings balans. Juist deze week zijn de cijfers over het eerste halfjaar verschenen. Doorslaggevend zijn de cijfers van de lopende rekening van de betalings balans, waarin zijn opgenomen het saldo van in- en uitvoer, het saldo van het dienstenverkeer en het saldo van de kapitaalopbrengsten. In het eerste halfjaar van 1961 bleek er een overschot op die lopende re kening van 278 miljoen te zijn. Wel was er een tekort op de handels balans van 613 miljoen, maar het dienstverkeer en de kapitaalopbrengsten 1 (renten en dividenden) leverden 891 miljoen op. En nu het eerste halfjaar van 1962: er was een tekort van 801 miljoen op de handelsbalans, er moest 8 miljoen aan kapitaalopbrcngsten aan het j buitenland worden betaald, waartegenover het dienstenverkeer 667 mil-1 joen In het laatje bracht. Al met al een tekort op de lopende rekening van de betalingsbalans van 142 miljoen. Dat Is wel een groot verschil met vorig jaar. grotendeels ontstaan door hel J sterk oplopen van de Invoer, dus door het oplopen van de bestedingen. Scnnen met Bushes naar Vonkenberg Voor velen die administratief niet op de hoogte zijn, zal de aankondiging van het afscheid dat de heer Ad. Kuiper vandaag nam als directeur van het Gere formeerd jeugdcentrum de Witte Hei een verrassing hebben bete kend. Want wie zou hèm nu 65 geven? Hij ziet er helemaal niet naar uit! .,Van binnen" is hij evenzeer een man die altijd jong bleef, een versleten kwalificatie, akkoord, maar ze moet hier toch worden neergeschreven als zijnde juist op hem zo van toepassing. Met Ad. Kuiper verdwijnt de laatste man uit de actieve dienst, die nog een schakel met het vooroorlogse Geref. jeugdwerk vormde. In zijn ..jongelings tijd" volgde hij het werk van de pionier der Geref jeugdvorming. ds. J. E. '*onkenber« van nabii. Als actief Utrechts J.V.-er kwam hij bij deze be faamde Vonkenberg behalve vriendelijk! ook wel eens in al'e staten", als man- van-de-oppositie. om bezwaren met ver ve kenbaar te maken. Eenmaal onder meer in gezel schap van een andere J.V.-er. ze kere Jan Buskes. nu beter bekend als dr. J J. uit Amsterdam; an dermaal. veel later overigens, om grieven te uiten over een artikel in het Geref. Joneelinesblad van Von- kenberg's hand. dat tegen Colijn was gericht. Die grief was: Als er kritiek op iemand bestaat, dan dient die tegenover hem persóónlijk te worden geuit, eerder dan door middel van het gedrukte woord. Het verhaal gaat. dat ds. Vonken- berg. na het aanhoren van deze klacht. onmiddellijk de telefoon pakte. Colijn aan de lijn kreeg en meteen in ongezouten bewoordingen aan deze wens tegemoet kwam... Er is eigenlijk geen dag in de heer Kuiper's leven aan te wijzen waarop hij zich niet met de jeugd bezig hield. In verenigingsverband doorliep hij ..al le rangen": J.V.-er, bestuurslid, afde- lingsbestuurslid. bondsbestuurslid. Zijn maatschappelijke positie vóór hij direc teur van de V/itte Hei werd. namelijk leraar Nederlands, bracht hem al even eens dageliiks met inngelui In contact Al deze jaren hebben hem geleerd de verzoekingen te weerstaan z.ch op te werpen als de vertolker van de stem der jeugd: hij wenste tot op de dag van vandaag vanuit de norm te spreken en zich verre te houden van het ,.de jeugdkenner uithangen"; hij is alzo géén snob. Dit moei een van zijn ge- (Van een onzer redacteuren) (Advertentie) nederlands meest gebruikte wasmidoel helmen worden geaeht waardoor hij zich ten volle bij de jongeren kon hand- Voor de oorlog, als vice-voorzitter van de Bond van Jongelingsverenigin gen op Gereformeerde grondslag, gold hij als de man die het vendel van de toenmalige voorzitter, prof. dr. K. Dijk, zou overnemen. De ontwikkeling be sliste anders; Ad. Kuiper werd direc teur van het jeugdcentrum de Witte Hei, dat het hart zou worden en IS geworden van het totale Geref. jeugdwerk-in-een-nieuwe-conceptie. het geen hij reeds gedurende de oorlog had helpen voorbereiden. Veelomvattend Hij was immers dè aangewezen man voor dez veelomvattende functie? Zie hier de voornaamste taken welke moes- Bescheiden scheidende De scheidende directeur van het Geref. Jeugdcen trum de Witte Hei is een be scheiden man, die nimmer over zichzelf wil praten. Dat siert hém, maar geeft de krant die ook eens aan de figuur Kuiper aandacht wil besteden moeilijkheden. Niet zulke erge, want vrienden uit zijn omgeving waren, dachten we, vast wel bereid ons hiervoor wat materiaal te verschaffen. We hebben juist gedacht, want de eerste man die we erover aan klampten was zo vriendelijk de door ons bedoelde infor matie te geven. Het was drs. G. N. Lammens, te Heem stede, de eerste voorzitter van de Bond van Gerefor meerde Jeugdverenigingen. methodische dagindeling (niet voor niets is hij de inventieve progres sieve voorzitter van de methodiek- commissie)iemand die nooit over zichzelf wil praten (vandaar dat we naar een ander moesten om iets meer over hem te vernemen)ie mand die er volledig begrip voor heeft dat veranderde tijden veran derde eisen stellen. Niemand beter dan hij kan weten hoezeer het jeugdwerk van voor en na de oorlog verschilt. Voor 1940 zou dit jeugdwerk omschreven kunnen worden als ..het instituut dat de recruten wil toerusten tot de heilige strijd", terwijl de na-oorlogse Geref. jeugdvorming veel meer het accent ging leggen op ..dienst". Zélf een missionair type. heeft hij aan deze nieuwe ontwikkeling con amore en enthousiast meegewerkt. Gevaren Dat Kuiper met zijn hartgrondige ge reformeerde levensovertuiging in deze tijd een aantal reële gevaren ziet, moet duidelijk zijn. Een ervan is ongetwijfeld of het lettertje G. thans niet gemakke lijker in de mist kan belanden dan vroe ger. Hij moge evenwel zorg hebben over de ontwikkeling van het gerefor meerde leven, van speciaal de ge reformeerde jeugd, nimmer had hij die over het gereformeerde jeugdwerk als zodanig. Ad. Kuiper sluit dus vandaag zijn loopbaan af, al mag daar, zonder in profetieën te vervallen, onmiddellijk aan toegevoegd wor den dat hij zich voortaan warem pel niet verre van het jeugd werk zal houden. Maar hij gaat dan toch officieel de Witte Hei verlaten om zijn intrek te nemen in een Stichtse flat, waarmee hij dan op zijn Utrechtse basis zal zijn weergekeerd. De man die al tijd jong bleef en zal blijven. De 65-jarige, die ate de jongeren het over hem hebben gewoon Ad. Kuiper wordt genoemd. Onbeleefd teenagers-gedoe? Een compliment! De hoeken van wijsgeren tonen ons een groot, hoog, onbe grijpelijk God. De theoloog Karl Barth schildert ons een God, zo heilig, zo hoogverheven dat hij Hem de „Gans Andere" noemde. Hij vocht op die manier tegen de poging van velen om een God te scheppen naar ons menselijke, intellectuele beeld en gelijkenis. De bijbel schildert ons ook God als een heilig, een hoogver heven God, een God waarvan de psalmist zegt „rondom Hem zijn wolken en donkerheid". Maar diezelfde bijbel leert ons dat die heilige en hoogverheven God onze Vader wil zijn. Hij, Die zo groot is, zo ver boven ons dat wij Hem slechts kunnen vrezen, buigt Zich in zo'n oneindia tere liefde over ons heen, dat de innigste relatie kan ontstaan tussen God en ons. De Heilige Geestzegt Paulus. leert on*| bidden, „Abba. Vader". Helemaal juist is die vertaling eigenJ lijk niet. Abba is een veel tederder woord, het is vergelijkbaar met ons „pappa". Maar dat woord durven wij niet op onze) lippen te nemen. Evenmin als wij de grootheid van God kun nen beseffen, kunnen we beseffen hoe dicht God bij ons wi komen. We durven het woord niet te gebruiken dat de Heiligt Geest ons wil leren. Maar als we door genade met die Got leven, ontdekken we die tedere vaderliefde toch, mits we o als kinderen willen laten leiden. Ag< Gabriël Smit leest voor.... Afschei Irenescl Den I; Static ingebrui Leid uur: Re kingsavi (Van een medewerker) been gebracht. De dichters waren: Ad den Besten, Jan Bernlef en Gabriël Waard Smit. De volgelingen waren herkenj k- Ch baar aan de gedichtenbundels die zu Looier by wijze van evidente belezenheid t* diking het oog vallend op zak droegen. BernJ lef, van de experimentele richting, ngd door kennelijk adorerend^ daag al over de helft van zijn programma, speelt zich afhanke lijk van het weer binnen en buiten af. Gisteren scheen de zon zo fel dat het gras dreigde te ver drogen. De meeste van de 440 scholieren waren dan ook buiten te vinden, voor zover zij in de aula van de school niet luister den naar Johan Batist, die bij zoveel warmte een geconcen treerd pianorecital gaf van Spaanse en Franse stukken. De inleiders, die gehuisvest zijn in de schoollokalen, hadden onder hun naam op de deuren geschreven: „We zijn naar buiten." Er was dan ook niemand in de lokalen, bij honderden lagen de jongelui in het gras. Op het golvende gazon rondom de fraaie school lagen ze allemaal groepsgewijs, de dichters, de filmreferenten, de toneelexperts. De dichters hadden het grootste ge hoor. Zij hadden dan ook de meeste, van buiten herkenbare adepten op de as 't effe kan neem dan kwaliteits-produkten! ten worden gerealiseerd:, de behartiging van alle gemeenschappelijke zaken het jeugdwerk betreffende, de coördinatie van dit jeugdwerk, de kadertraining. (De figuur van jeugdconsulent. die re gionaal bezien in feite hetzelfde moest gaan doen als hij: adviseren, stimule ren. coördineren enz., welke van grote betekenis bleek te zijn in het jeugdwerk nieuwe stijl, was toch in feite zijn conceptie). Als andere taken waren er voorts de propaganda, de opbouw van ren uitgebreide bibliotheek, het ontw k- kclen van de Witte Hei als trefpunt van jongeren door het organiseren vin weekends. Naast dit alles dan nog de zakelijke leiding. Geen sinecure, want in dit jeugdcentrum gaan tonnen om. Deze positie, welke hii thans veertien jaar heeft bekleed, leidde ertoe dat hij. met name gedurende de tien jaren die op de oorlog volgden, als de verper soonlijking van het Geref. jeugdwerk werd beschouwd. Als vanzelf werden zo allerlei andere taken zijn deel. Zo deed de Chr. Academie voor Lichamelijke Opvoeding een beroep op hem, evenals de Generale Synode der Geref. Kerken, waarvoor hij zitting heeft in verschei dene deputaties o.m. die voor de oecu- de Ned. Jeugdherbergcentrale Ds. Popma tot Groot-geref. congres Geestelijke zorg onder schippers in discussie I melding van zijn groeiende taak. Wai lange tijd ds. L. KIclsen te Utrecht de enige chr. ger. sehlpperspredlkant, on langs heeft men in ds. W. de Graaf te Hasselt een tweede pastor voor deze ar-; beid gekregen. Graag zou men nog een Rredlkant voor Rotterdam en omgeving ebben. Het deputaatschap opperde enige sug- j gesties, o.a om de attestaties van alle) schippers onder te brengen in een vier- ij. £iineemeii en niet langer bij hon- Ter zitting van de generale derd verschillende plaatselijke kerken. -- - lrw*w noMta men het gewenst dat een zoek werd ingesteld, j meende dat het een- op „Kerk en wereld' tenlandse gasten het woord ge-lég,'"™" g^rêformJclde'^traditfc' "ou voerd. Het waren ds. W. B. den: Zijn. Hij meende overigens ook dat dit In het conferentieoord ..Dc Hortst"|R t DandenonP namens de werk wcl een beet)e overtrokken werd. te Driebergen wordt, uitgaande van orave te uanaenong namens aeIndien tol het instellen van een S0C10i0. ..Kerk cn wereld", op 13 en 14 oktcoerj reformed churches Of Australia gisch onderzoek overgegaan verslaggevers) Herv.-Geref. Symposium j synode der Christelijke Gerefor-j S0CI0i0glsch onderzoek J meerde Kerken hebben twee bui- Prof J Hovius mee tuigen van verzoening". Dit symposiumburgh. vormt een onderdeel van eeh in de ko- mende jaren te houden r ek» over I Ds Den Brave, vroeger gereformeerd het thema Knelounten in het hervormd- predikant te Dordrecht, maakte du'de- Besprek' Spreken zijn I»* d« rBtornwd ckurehn. hw»cl t K Striid d- H M Kuitert en ds hoofdzaak uit Nederlandse imm.- h i ftnèvi', Smitt oranten bestaande, geen ander verlan- r»n 24 en 25 november v'ndt in het hebben dan om een echte Australi- «J&rentieoord een jeu gris vmposi urn «che kerk te zijn Hij vertelde van de Jïï STlll thema .TlZcn jV ar. 'haoloBi.clta school IC CcclodB - vier mSën. apertolaat in dc realiteit". Dc- hoogleraren, eenentwintig studenten - mm mnfemntie rfaat in hc teken van het die mede een middel is om de refor- JïeSSiïlt Prof drs J C Hoekend.;» metorisehe beg.nselen in Australië uit gelwfen 'en' He.» tullen mleidirgen houden preddten. -i> A. R Schlpjer.H,l- BENOEMINGEN hehhen £en( ecrder Dr. J. C. van de Kamer, lector in de 1966) de generale synode had bijge- worden, dit wel uitwijzen dat het aantal schippers in dc toekomst daalt. Daarom leek het prof. Hovius zaak beid niet te zeer te verbre (Van een onzer medewerkers) Het zomercongres van de Calv. Studentenbeweging (C.S.B.) op De Blijde Werelt" te Lunteren 5 woensdagmiddag samenge smolten met het Groot-Gerefor meerd congres van de reünisten organisaties van de geref. stu dentencorporaties en de Neder landse afdeling van het Inter nationaal Reformatorisch ver bond. Voor het aldus uitgegroeide gehoor hield ds. S. J. Popma van Amsterdam een bijzonder boeiend referaat over „De gemeente in een veranderde wereld". Ds. Popma wilde niet al te zware ac centen leggen op de veranderingen in de wereld. Laten we nagaan wat we zien. horen en lezen van de mensen om ons heen en het veranderde levensbesef met pastorale bewogenheid in het oog Wij leven in een tijd met mensen die op zoek zijn naar een bewoonbare we reld. Dit is wel wat algemeen en vaag maar veel dingen zijn daaronder te rang schikken. Dit verlangen naar een leef bare wereld impliceerd de ónbewoon- baarheid van de wereld van gisteren, die in haar hardnekkigheid niet geheel en al wil verdwijnen. Daarbij bestaat een sterke beleving dat alle overtuigin gen en beginselen machteloos zijn geble ken. Zo tast men b.v. in de literatuur bewogenheid. De mens Wie de mens Ad. Kuiper zou wil len schetsen stêat voor een moei lijke taak. Wat onmiddellijk bij hem opvalt is de charmante waarop hij iedereen tegemoet treedt en de openheid die hij daar bij aan de dag legt. Kuiper zot men kunnen kenschetsen als een voorbeeld van het goede, traditio nele (beslist niet in ongunstige zin: integendeel) gereformeerde type. Een beheerste, zachtaardige, door Jeugdig cn door vrome man die men elke Daarnaast is een van de trekken morgen om zeven uur reeds in rijn;onze tijd het jeugdige. Voorheen wilde werkkamer kan aantreffen om daar men zo gauw mogelijk volwassen zijn, zijn dag te beginnen met persoon- terwijl men nu er zo lang mogelijk jong lijke bijbelstudie. Iemand met een I wil uitzien. Het jeugdige heeft iets in van het vloeiende, en tevens van het hoopvolle, 't Blijft wel donker om ons heen, maar als wij maar hoopvol verder kunnen gaan, op zoek naar een bewoonbare wereld. Dit alles echter in alle bescheidenheid, het gaat slechts om kleine dingen. Daarbij wil men de médemens ontmoe ten; men wil het gesprek met anders denkenden die geen grote ideeën-dra gers zijn, maar gewone levende mensen, die ook pijn kunnen hebben en met wie je ook kunt praten. De bestaande grote verbanden en beginselen doen het niet men hunkert naar echte en eerlij ke gemeenschap, dwars door alle kerke lijke. politieke en nationale grenzen Daartegenin gaat echter een andere stroming, die achter dit alles vraagte kens zet: is de ander bereikbaar, is er waarachtige medemenselijkheid? Dan steekt de „Antwortlosigkeit" de kop op. Het woord wordt wel met verstand begrepen, maar het raakt het hart niet, het is een ijdel, leeg woord, er komt geen antwoord. Het gevolg hiervan is de een zaamheid. Zo bestaat er een spanning tussen het hoopvol op zoek zijn naar een bewoon bare wereld enerzijds en' de gevoelde onbereikbaarheid van de medemens derzijds, aldus spreker. Vlucht Derhalve vlucht men telkens wee de verantwoordelijkheid. Dit kan vlucht zijn in het prestige dat doen de zg. .linkerds", die eindeloos veel pre senteren maar dit kan ook een vlucht zijn in het genieten dat is de genots mens die zoveel uit het leven wil halen als mogelijk is. Ten diepste kunnen we hierin schreeuw naar echtheid en eerlijkheid beluisteren, een hartstochtelijke behoefte aan oprechtheid. Dit is b.v. ook de meest eigenlijke achtergrond van de huidige experimentële poëzie: een tèsten meisjes, sprak over humor poëzie, de humor bleek wat moeilijlj Steens verdraagbaar en de meisjes lietei zich ook niet bewegen tot lachen] zelfs niet tot glimlachen. Vragen I t.g.v Re. Gabriël Smit ging diep in op de vragej Opening die de jongelui stelden over de religieus mevrouw poëzie. Hij beperkte zich door tijdgebrel ouders, gedwongen, min of meer tot katholiek! contouren van de religieuze poëzie, maa hij had graag een pleidooi gehouden, zd uur: "aa hij, voor zijn vriend Guillaume v Graft die vandaag aan de beurt De dichter moest verklaren waar) Geoper i wanneer hij zich tot dichten zet Doeza-ap Omdat „het" eruit moet. zei hij, en all 21313, paar dagen uit zijn doen is; ai 20085. uw. dat ziende, hem werkkamer Breest S: arrest oplegt tot de regels die de dich waargeni tersziel kunnen bevrijden, geboren zijq „Het" is de religieuze poëzie, behoeft p definitie niet te zijn ingegeven door re ucu. gieuze bewogenheid, kregen de scholi#_„a -°n te horen. „Dichten is namelijk ee: :er inspannende activiteit". Gabriël Smit, die. naar hij liet wetet al halverwege zijn leven van oud-katho S1?°; liek rooms-katholiek is geworden, die Ht 7 9.1. breeuws ging studeren om de psalmen <14 j.); d kunnen vertalen, greep naar een boel canaille met gedichten. Hij begon voor te leze< Lido, 2 Enkele jongelui veerden op; een meisjh03o uur dat telkens kleurde als zij bijna onhool baar een vraag stelde aan haar held va het letterkunde uur. vroeg: Hoe vindt Wmd (14 het als u hoort dat uw gedichten op al! «ex, i., scholen worden behandeld? Fijn. woordde de dichter beknopt en ve anecdote waaruit bleek dat Ier: hun leerlingen diepzinnige weten te beantwoorden. rhter zelf niet hl (1* 3 Beproevingen Casino buurvrou De inleiders zijn onderworpen a>| Lido zware beproevingen. Dat geldt in Wjaar)> bijzonder voor de dichters omdat a Luxor meeste belangstelling vrijmoedig is «jeeuwenk, richt op hun geestelijk binnenste. Rex (2.j vraagstellers passen een soort röntgea^ - n techniek toe, het meest benieuwt bC^e yan de vraag: Hoe staat de dichter tegeij studio voor de dag komen. Dit jeugdfestival is dan ook alleen b treedbaar voor de kunstenaars die „u te zeggen hebben". De vraagstellers zi beginsel uit op geestelijke ontmask ring. ze laten zich geen holle frasen v kopen en het vereist derhalve moed v een inleider zich hier zonder reserves te houden. In groepsverband reageren scholieren gevoelig en kritisch, ze h; ken zonder aarzeling toe op zwakke ple ken en de dichter, die gisteren zijn n gativistische levensvisie probeerde te b lijden, kreeg het hard te verduren moest tenslotte bekennen dat er in d tijd toch wel dingen zijn die het levj voor elk mens leefbaar maken. Op d moment was het festival voor hem h meest zinvol. het onbeduimelde. niet-versleten w< een zoeken naar een levende, niet-trao tionele beeldspraak; men wil met we griffels en schone leien" op e spronkelijke, eerlijke wijze opnieuw b ginnen. In deze veranderde wereld leeft gemeente, terwijl z\j niet van di wereld mag zijn. Wij krijgen van „tijdgeest" ook allen tik mee, rru zullen als gemeente heel reëel met heilsboodschap bij de wereld moeit zijn en mogen de rest dan gelovig God overlaten, zo besloot ds. Popsm Gewoon aanduiding ..overtrokken" ten slotte om tweehonderd gezinnen, die toch voor een deel door de plaat selijke gemeenten verzorgd kunnen worden (Ouderling W. Fernhout te Emmeloord. zelf oud-schipper. had reeds verklaard dat de schippers zeLf geen uitzonderingspositie begeren maar het liefst in het gewone verband der gemeente beschouwd worden). propaedeutisehe zoologie cn histologiewoond. bracht de groeten aan de Rijksuniversiteit te Utrecht is gemeenschap. Hij wees op benoemd tot hoogleraar in de algeme- komst tussen beide kerken n zijn nerK- cen pr05ieem de overeen- ..d. sr0-0 i deze universiteit. maakt, daarna peciale bearbei- vraagt. en dan nog een sociolo- Beroepingswcrh er melding van. dat er in Schotland ccn gjs~h ondërzock wenst. Öok zijn toenemende vraag is naar de oude puri- nng van zestjen jaar als predikant te teinse (calvinistischei theologie^ Jam- Leeuwarden, waar hij veel contacten mer genoeg blijkt van een terugkeer der mct SCh,pp€rs had. was dat de schippers oude kerk van Schotland tot de behjde- norrna]c bearbeiding het meest op prijs 'stellen. NED HERV KERK Aangenomen naar Bodogra ke te Larvgcrak bezuiden de Lek: St Philiptland: B. kand Den Huls' «Ov GEREF KERKEN Beroepen te Driebergen (vac J H Post): R. Akkerman tc Diever. Bedankt voor Oosterwolde en Schoane beek: G. A. Westerveld te Dussen CHRIST GEREF. KERK; Beroepen te Oud-Beiterland: ivac Hen-1 v« •tra): R Slofstra te Harderwijk. n;s der reformatie Ds. J C. Maris te Bloemendaal zorg de voor vertaling en beantwoording van lntusAen deden dere opmerkingen het door rev Collins gesprokene Prof n|rts af van de waardering, die alle dr. J van Genderen sprak namens do «prekers hadden voor de werkraamhe- Donkersgoed. synode een woord van dank tot ds. Den dcn Van dit depntaatschap Ij ook uiting gaven. Predikanten De verdere behandeling van dit agen dapunt geschiedde in comité-generaal. Woensdagmiddag maakten de synodele- Vril langdurig hield de aynode zich den op uitnodiging van de kerk van heiig met het rapport van depulatenHaarlem-N. een bustocht door Kenne- voor de geestelijke verzorging vanjmerland. De openbare zittingen der sy- achlppers. Dit deputaatschap maakte node worden op 18 september hervat. leven, met het" kruis dat ons is opgelegd. Men worstelt ermee, men schijnt de slagen te boven te komen. Op de dag dat men houwast heeft gevonden, blijken er nieuwe afgronden te zijn, terwijl we dachten vaste grond onder de voeten te hebben. Men overwint en meteen is men opnieuw verslagen. Het leek eerst dat vader Jonker het verlies van zijn zoon aankon. Bij de begrafenis in Heerde is hij in staat ook zelf het woord te voeren cn laat aan heffen: ,,'k Zal eeuwig zingen van Gods goedertie renheden!" Meer. vader Jonker zingt zelf mee. De man wien alles ontnomen is blijft de goedcrtierend- heden des Heren roemen. Maar wat later weet hij cr geen weg meer mee. Zoals in het leven van Job éérst het woord ge sproken wordt: ..De Heer heeft gegeven, de Heer heeft genomen, de naam des Heren zij geloofd! en pas daarna de angst, de volle ontzetting op hem afstormen zo gaat het ook met professor Jon ker. Om opnieuw zijn biograaf Prof. Dr. M. van Rhijn. die én Jonker én Hans zo goed gekend heeft te citeren: ..Eerst gaf hij het geheel aan God over. maar al spoedig kwam de strijd, een strijd tussen overgave en verbijstering die hij verder tot de laatste dag van zijn leven heeft gestreden. Voortdurend heeft hij getracht de drinkbeker, waar van hij zichzelf kon bewijzen dat hij met dodelijk venijn is gevuld Isaac en zo duizend en duizendmaal meer de moor denaar van vader Abraham zelf te herkennen. Dan weer zag hij in zijn kind het komen uit Gods hand en het heengaan in Gods hand en ..heengegaan zijnde, blijft het. goudglans van Gods glorie sprei dend in de harten van hen. die het niet kunnen •ondering der zalige. :e ledigen. Soms had hij het gevoel dat God met hem gehandeld had als een roofdier met zijn prooi en meende hij in God. die toch Abrahams vader was, de moordenaar van DE WIJKPREDIKANT ..Hij was geen mens als gij cn ik Zijn wezen was muziek zo schone Nu klinkt die voller nog: de tonen Der eeuwigheid zij zingen méé!" Er kwam iets bij. Ik heb al gezegd dat Jonker na zijn Rotterdamse jaren nooit meer zo krachtig is geweest als toen. Hij had te veel leed van de zijde der mensen ervaren. Zijn gezondheid was ge broken. In het bijzonder werd hij door 7wor" hnnfrf- iedere inspanning te zwaar. Jonker, zoon uit een groot gezin, kan de eenzaamheid niet meer dragen en juist daarom kapselt hij zich volkomen in zichzelf in. Slechts één taak schijnt hem van bete kenis: in het reine te komen met God, met lot. met zichzelf. Een maand na het sterven van Hans maakt aan zijn beste vrienden de wens kenbaar om professoraat neer te leggen. Ze trachten hem dit voornemen terug te brengen. Ze zeggen dat misschien juist zo geslagen met des te meer zeg zijn studenten zal kunnen voorbereiden op ambt waarin zij andere geslagenen telkens v moeten bijstaan. Ze zeggen dat het niet goed is zich in zichzelf terug te trekken. Maar ze krijg geen gehoor. Jonker vindt dat het zijn taak i: heen te gaan. Door zijn arbeid voort te zetten gert hij voor zijn gevoel Gods tucht over zijn lev aan te nemen. God heeft hem een levensproblee voorgelegd cn daarmee zal hij voortaan hebben vechten. De oplossing daarvan zal al zijn kracht vergen. Het hoogleraarschap is onverenigbaar het discipelschap in deze heel bijzondere zin! ker beseft dat hij geroepen is om voortaan slecl te luisteren naar de eeuwigheid. Maar de eeuw heid is alleen kenbaar aan haar zwijgen en li tevens aan ieder, die haar geheimenis begint verstaan datzelfde diepe stilzwijgen op. Het is niet gemakkelijk om al Jonkers gedai ten in deze dagen en voortaan te volgen. Hij ga een zeer eenzame weg. Maar zijn Groningse stemt wel in met zijn besluit om zijn ontslag te vragen: .dat lijkt de enige mogelijkheid te zi En in augustus 1909 verleent hem de synode ontslag op de meest eervolle wijze tegen 15 vember daaraan volgende. In hetzelfde jaar wordt mijn vader in Jonki vacature benoemd. Vreemd, ik besef nu pas over deze dingen schrijf, hoe wonderbaarlijk Go wegen ook in dit opzicht zijn!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1962 | | pagina 2