De oecumenische wereldconferentie
te Edinburgh
0
(0
0)
0)
0
o
E
E
E
E
'5
3
SC
3
SC
3
SC
d)
d)
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 4 AUGUSTUS 1962
DE WERELD
25 JAAR
GELEDEN
door
G. PUCHINGER
„Onze hoop rust op ons gemeenschappelijk geloof. Dat geloof is méér dan
een intellectueel ja-zeggen op leerstellingen; het is de overgave van onze
totale persoon in de handen van een trouwe Schepper en genadige Verlosser.
Wanneer tvij het geloofsbegrip op deze manier verstaan, dan zijn ivij één in
het geloof, maar helaas ook en dat is wellicht voor onze doeleinden van
groot belang .één in de zwakheid en onvolmaaktheid van ons geloof. Wij
zijn één in het geloof, omdat het ons diepste hartsverlangen is, ons geheel
aan Hem over te geven; wij zijn één in de zwakheid van ons geloof, omdat
in ons allen dit verlangen overwoekerd is door vooroordeel en zelf inbeelding,
door koppigheid en zelftevredenheid: „Heer! Wij geloven, kom onze onge
lovigheid te hulp!"
Dr. WILLIAM TEMPLE
Aartsbisschop van York.
Opcningspreek van de conferentie van
Edinburgh op dinsdag 3 augustus 1937.
„Ons geloof moet meer zijn dan het vertrouwen dat ons er toe brengt ons op Hem te
verlaten; het moet dat diepere geloof zijn, dat ons er toe brengt, op Hem te wachten.
Niet wij kunnen de wonden van Zijn lichaam helen. Wij komen wel bijeen en be
raadslagen, en dat is juist. Maar niet door flinke plannen en nuttige maatregelen kun
nen wij de Kerk Gods bijeenvergaderen. Slechts wanneer wij nader tot Hém komen, ko
men wij ook dichter tot elkander. Wij kunnen echter niet van óns uit nader tot Hem
komen. Voor zover wij werkelijk met Hem gemeenschap hebben, danken wij dit niet aan
eigen streven, maar aan Zijn overgave aan ons."
Dr. WILLIAM TEMPLE
Aartsbisschop van York.
Openingspreek van de conferentie van
Edinburgh op dinsdag 3 augustus 1937.
In juli 1937 vond de oecume
nische conferentie van de
Stockholmbeweging „Life and
Work" (1925) plaats te Oxford.
Een maand later, in augustus
werd te Edinburgh de conferen
tie gehouden, die een voortzet
ting was van de Lausannebewe-
ging Faith and Order" (1927).
Terwijl de Oxfordconferentie
zich voornamelijk bezig hield
met het vraagstuk van de posi
tie van de Kerk en het geloof
in deze wereld, en dus een
sterk practisch accent had,
waarbij de Kerk en de kerken
zich naar buiten richtten, wierp
de Edinburghse conferentie
zich met name op wat wij het
eigenlijke oecumenische vraag
stuk, gelijk men het tegenwoor
dig al weer noemt: van kerken
tot Kerk.
Voor ons, die vijfentwintig jaar
later leven, is het bijna vanzelf
sprekend, dat de oecumenische
beweging én de practische vraag
stukken van de Kerk tegenover
de wereld overdenkt en stelt, é.i
de interne kerkelijke strijdvragen
tot een oplossing poogt te bren
gen.
In die dagen waren beide
vraagstukken echter nog in af
zonderlijke organisaties onderge
bracht, en besprak mep zè op
twee aparte conferenties, te Ox
ford en te Edinburgh.
Toch gevoelden de leiders van
beide conferenties en beide bewe
gingen heel goed aan, dat één
der eerste eison waarvoor de
oecumenische beweging zich ge
steld zag was: de eenheid vr.u
eigen optreden. Welk een ver
warring zou het "wekken wanneer
zelfs de oecumenische beweging
naast elkaar werkende organisa
ties kende, allebei met de bedoe
ling kerkelijk één te maken wat
ten onrechte volgens haar kerke
lijk gescheiden leefde.
Het jaar 1937 betekent daarom
een belangrijke stap naar de een
heid van organisatie en handeling
binnen de brede oecumenische
beweging. Aan het einde van de
oecumenische conferentie te Edin
burgh kon de toen nog protestant
se theoloog dr. W. H. van de Pol
op 18 augustus 1937 volkomen te
recht in het Algemeen Handels
blad schrijven: ..De vereeniging
der beide oecumenische bewegin
gen zal, behalve veel geld-, tijd-,
en energiebesparing, het voordeel
hebben, dat aan voor de groote
massa zoo verwarrende veelheid
van soorten en namen van „oecu
menische bewegingen en pogin
gen" een einde komt. Dit is een
van de voornaamste resultaten
van Oxford en Edinburgh beide".
Waarde
De conferentie van Edinburgh
heeft ook op ander gebied heel
belangrijk werk verricht in de ge
schiedenis der oecumenische be
weging. Haar eigenlijk ideaal
werd op vrijdag 25 juni 1937 door
dr. W. H. van de Pol heel pre
cies in het Algemeen Handels
blad geformuleerd: ..Het einddoel
is niet minder dan dit: volkomen
herstel van de eenheid der "'erk
in geloof en in kerkstructuur. De
methode is echter niét die van
een kunstmatige fabricatie van
plannen en voorstellen tot kerk-
hereeniging. Het naaste doel is
dat van de opsporing van de ver
borgen eenheid, die er ondanks
alle gescheidenheid en misver-
stand toch is".
Wie deze conferentie wil beoor
delen zou er onjuist aan doen in
zijn beoordelingsnorm specifiek
terug te vallen ip typisch Ne
derlandse toestanden, zoals die
met name sinds 1834 zijn ont
staan. of zelfs ook maar sinds
1517. De problemen liggen dieper,
uitgestrekter en historisch gaan
ze terug tot ver vóór de Refor-
Hoewel ook de Nederlandse
groei en het verval in kerkelijk
opzicht begrepen zijn in de ge
schiedenis der wereldkerk dient
men steeds te bedenken dat Iede
re Christen, zonder ooit eigen
naaste omgeving te mogen ver
geten. geroepen is méde verant
woordelijkheid te dragen voor de
wereldkerk, en koor al wat de
ze aan geschiedenis heeft doorge
maakt. Door ons geloof en door
onze zonden zijn wij verbonden
aan al wat de kerk aan glorie
des geloofs en tegenstand tegen
Christus te zien heeft gegeven.
Het zou even onjuist zijn te ver
geten dat wij verbonden zijn aan
de totaliteit van de Kerk, als on
ze taak in de localiteit van de
Kerk te verwaarlozen.
Het vraagstuk van de totaliteit
en de localiteit der Kerk is één
der moeilijkste vraagstukken
waarvoor voor- en tegenstanders
van de oecumenische beweging
zich zien gesteld. Maar dat wij rijpheid, de maat van de wasdom
met beide te maken hebben staat der volheid van Christus",
vast!
De waarde van de conferentie
van Edinburgh
groqt geweest". Zij heeft
ze Heer Jezus Christus, het
vleesgeworden Woord Gods. Wij
zijn één in verbondenheid aan
Hem, als Hoofd der Kerk, als
Koning der koningen en Heer
der heren. Wij zijn één in de er
kenning, dat deze verbonden
heid uitgaat boven elke andere
binding, die aanspraak op ons
zou kunnen doen gelden.
Deze eenheid berust niet op
onze eensgezindheid of onze
William Temple opende zijn eenswillendheid. Zij is gegrond
coniereniie preek met de woorden: ,fie in Jezus Christus Zelve, die leef-
°Pzlcm eenheid der Kerk, die ons ge- de, stierf en opstond om ons tot
loof en onze hoop verbeiden, de Vader te brengen en die door
grondt zich op de eenheid Gods de Heilige Geest woont in Zijn
op de enigheid van Zijn ver- Kerk. Wij zijn één, omdat wij
led'egewerkt om de diverse
schillen én de gevoelens van
loofsovereenkomst in kaart - - - -
brengen en zelfs op papier vast lossingsdaad in Jezus Christus, ailen voorwerp zijn van de lief-
te leggen, en zij heeft dit naar De „ene God en Vader van al- de en de genade Gods, door
vermogen gedaan binnen wereld- len" beantwoordt aan het „één Hem geroepen om in de gehele
verband, zonder de locale kerken jichaam en één geest". De een wereld te getuigen van Zijn
heid van de Kerk Gods is een heerlijk Evangelie,
eeuwig feit; onze opgave be- Onze eenheid is een eenheid
daT!a!t™v,rtaTdUrw £7535 TC «in oer-
door de Zwitser Ernst Staehelin, P*n> maar ze tot gestalte te deeld tn de uitwendige vormen
ontdekt, dat de In Edinburgh ge- brengen. Waar Christus in de van ons leven in Christus, om-
bij voorbaat te verwaarlozen.
Wie het verslag leest van oe
Engelsman Leonard Hodgson,
vandaag hun waarde hebben be
houden, zowel voor de voo
voor de tegenstanders der
menUche beweging.
Ook-wié het met diverse uit
spraken van Edinburgh met eens
is. moet groot respect opbrengen
voorde daar geleverde arbeid,
hetgeen ook moeilijk anders te
verwachten was, gegeven de sa
menwerking van zoveel Christe
nen, die, ieder in eigen land een
leidende plaats innamen.
Een leidende rol speelden de
Engelse theologen dr. William
Temple en Arthur Haedlam. de
bisschop van Gloucester; de Zwe
den Gustav Aulén en Anders Ny-
gren; de Amerikaan dr. John
Mott, de Fransman Mare. Boeg-
ner, om slechts de allerbekend-
sten van de vele honderden afge
vaardigden te noemen.
Ook diverse Nederlanders wa
ren aanwezig op het congres: de
hoogleraren Berkelbach van der
Sprenkel en De Zwaan, dr. J. G.
Geelkerken, dr. J. C. Wissing,
W. H. v. d. Pol, dr. Visser 't
Hooft, de Oud-Katiholieke mgr.
Rinkel, om opnieuw slech'ts enke
len te noemen van de Nederland
se delegatie.
e u-ereldconf-
e Edinburgh in
.1937.
lijke normen. Daarom zijn wij
verzekerd van een eenheid, die
dieper gaat dan onze verdeeld-
telijk geloof en Christelijk leven
lurt"£2 ontdekking o1 uitvin.
riders van dmg van mensen, 21) n,n geen ze eenheJid 'van doe,
de oecumenische beweging. stuk de onllnitkelino non belicliaarrld moet morden, dat
Op eminente wijze heeft hij de- het geschiedsverloop: zij zijn de a d wereld onenbaar
ze zeer zware zeer ingewikkelde gave Gods. Dat geldt niet slechts *r%hoewei wij nog™
conferentie geleid. van haar historische oorsprong, klaar
Op woensdag 11 augustus 1937 maar zeer precies ook
,-erscheen in het Algemeen Han
delsblad een interview met dr.
William Temple, waarin bijzonder- ke chrisUn-
de
welke uitwendige
i deze eenheid moet aanne-
ïlgende opmerkl
wedergeboorte van ieder geloof wCfgYlZYZ dYt"eike"'m-
en leven van tedere o/2onderl,)- rechte pp(Jfn9 somtnulerki„0
in de dingen van het Koninkrijk
Gods de gescheiden kerken dich
ter tot elkander zal brengen,
doordat het wederzijds verstaan
toeneemt en de goede verstand-
Conferentie
„Wat ik als verschil zie tus-
schen Lausanne en Edinburgh?
Wel in de eerste plaats de de- burghs(, con(erentie luidden: 1. toeneemt en de
gelijke voorbereiding voor deze genac|e van onze Heer Jezus houding groeit.
De hoofdthemata der Ed
Lausanne
conferentie. H
eigenlijk een experiment, 't tus e
Was het begin van een groot Kerk
werk, maar men stond vreemd cramenten.
tegenover de vragen naar de Kerk
wa,5 Christus. 2. De Kerk van Chris-
het Woord van God.
Christus: Ambt i
Wij doen een beroep op onze
De mede-Christenen van alle ker-
zulk een samenwerking
w_._ eredienst. UI*,U ue Uun
méthode en de mogelijkheden. Over al deze onderwerpen is én hgi(J fg bezien opdat deze WUI.
dT„roo,e™èterê: -ggenon/en: ,e 2i,n
keriis geweest van Lausanne ,n ^1^..^
1927. Thans lipt tuasen Lausan- - .„tgëlegd. Zowel
ne en Edinburgh een tijdperk tegenstanders, die werkelijk met
van tien jaar. In deze fien jaar kennis van zaken willen oordelen
heeft men naar een methode over deze belangrijke historische
gezocht om het oecumenische fase in de eucumenische bewe-
werk en een eventueele oecu- ging. doen er goed
menische wereldconferentie zoo boekwerk^ uitgekomen
vruchtbaar mogelijk te maken.
Deze methode is gevonden
te leren van hen. die van ons
verschillen; te trachten de be-
als lemmeringen uit de weg te rui-
-net men, die door onze verdeeld-
zaken willen oordelen heid ontstaan en de uitbreiding
uan het Evangelie in de niet-
Christelijke wereld in de weg
virciaa* staan, en voortdurend te bidden
voor die eenheid, die naar wij
geloven de wil onzes Heren
hJe alleen eventuele critiek gcfum is voor Zijn Kerk.
het gemeenschappelijk bestu- de€rd kan zijn, maar men langs Tevens willen i
Tevens willen wij verklaren
aan allen, wie en waar dan ook,
met verzekerd te zijn, dat Christus
voor de eenheid van de wereld
deeren van hetzelfde onderwerp dls weg ook'emgermate
en het uitwisselen van de ver- druk krijgt op welke wijze
kregen resultaten. hoeveel ernst en inspanning
Zoo heeft ieder land zijn eigen over en weer met elkaar gespro- met haar huidige verwarring en
studiegroep gehad en een afzon- ken is. Vast staat dat het verslag conflicten de enige hoop is. Wij
derlijke bijdrage geleverd als m theologisch opzicht in ieder ge- u,cten dat dit
voorbereiding voor deze wereld- zeer belangrijk materiaal ver
conferentie. Hierdoor zijn de schaft Het is daarbij zeer boeiend
menschen. voorzoover ik uit ge- 5? iaar 1"larl«kc
spreien kan opmaken, zeer L-
moedigd herlezen.
Evenals de conferentie van Ox- ze verdeelde
Op dinsdagmorgen 3 augustus ford gaf ook de Edinburghse sa- wereld de
1937 werd het congrès in de High menkomst een boodschap uit.
Kirk of St. Giles te Edinburgh ge- uiteraard korter was. dan die
dH!!rtAisschopkCv"'Yoïk p"ric" ™crrd»t0ded"igemi1kebeu'Icume'S onze verdeeldheid:
te over Efese 4:13: ..totdat wij al- sche kwestie bepaalde. Het getui-
len de eenheid des geloofs en der genis van Edinburgh luidde:
volle kennis van de Zoon Gods
bereikt hebben, de mannelijke «Wij zijn één in geloof in on-
getuigenis
verzwakt wordt door onze ver
deeldheid. Toch zijn wij één in
Christus en in de gemeenschap
formaat te Ziin« Geestes.
Wij bidden, dat overal in de-
verbijsterde
zich mogen
die wenden tot Jezus Christus onze
Heer, die ons één maakt on-
Hij hen tesamen binde, die door
vele wereldlijke belangen van
elkander verwijderd zijn, en dat
de wereld eindelijk vrede en
Verschil
Mt tot gestalte te deeld
brengen. Waar Christus in de van o
vöerde*' discussies* en**"opgestefde harten der mensen is, daar is dat wij op verschillende wijze
uitspraken thans nog volkomen de Kerk; waar Zijn geest aan verstaan, welke Zijn wil is voor
actueel zijn, en als pioniersarbeid 't werk is, daar is Zijn lichaam. Zijn Kerk. Wij geloven echter,
dat een diepere kennis
gemeenschappelijk verstaan
van de waarheid, welke is in Je
zus Christus, zal leiden.
Wij erkennen ootmoedig, dat
onze verdeeldheid tegen de wil
van Christus is, en wij bidden
God in Zijn barmhartigheid de
dagen van onze scheiding te ver
korten en ons door Zijn Geest
naar volkomen eenheid te lei
den.
Wij zijn dankbaar, dat wij ge
durende de laatste jaren nader
tot elkander gebracht zijn;
vooroordelen zijn overwonnen,
misverstanden uit de weg ge
ruimd, en wij zijn zij het
dan ook nog in beperkte mate
dichter genaderd tot het doel
van een gemeenschappelijke
overtuiging.
Wij mogen dankbaar verkla
ren. dat op deze conferentie de
Geest God s ons bereid heeft ge
maakt om van elkander te leren,
ons ruimer blik in de waarheid
heeft geschonken en onze gees
telijke ervaring heeft verrijkt.
Wij hebben onze harten tesa-
men opgeheven in gebed, de-
Dr. Temple zelfde liederen gezongen en sa-
Voorzitter van deze conferentie De Kerk is geen vereniging van erkennen ^elkander^over
was de Anglicaanse aartsbisschop mensen, die een ieder Christus
van York (later aartsbisschop als zijn Heer heeft gekozen; zij aemeenVrh^ZJllfZ rhïHtoiZVÏ
van Canterbury) dr. William een gemeenschap van men- Christelijke
Temple. Wie Canterbury bezoekt spn waar„an Christus pen ieder }f.eJwacll^in9 en gemeenschappe-
kan aan de stille kloostergang zicli nereniod ^eft ChHr
van de eeuwenoude Kathedraal ZfL„i™?X£e.eJhJ
zijn graf vinden, en bedenken,
Laat niemand menen dat deze
conferentie, zulks in tegenstelling
tot die van Oxford, geen rekening
hield met de buitenkerkelijke no
den. Het verschil tussen Oxford
en Edinburgh blijft ook hier een
accentverschil. Zo las de voorzit
ter, dr. Temple, een boodschap
voor die toegezonden werd aan de
niet aanwezige Duitse delegatiele
den: „Voor uw groeten en goede
wensen zijn wij oprecht dank
baar. Ten diepste betreuren wij,
dat gij en andere Duitse vrienden
niet aan de conferentie deel kunt
nemen; wij zijn er ons ten volle
van bewust, dat dit een groot ver-
lies voor onze arbeid betekent. In
de nood waarin uw kerken zich
bevinden, delen wij ten diepste.
In ons hart weten wij ons één
met alle Christenen van uw land,
die in nood verkeren; met diepe
eerbied staan wij tegenover de
standvastigheid en moed van uw
getuigenis; en wij bidden, dat
God een spoedig einde aan uw
nood maken wil en u in een Zege
voeren zal als vrucht van het
Christelijk geloof."
Toch blijft voor ons niet zozeer
primair van bëtekenls de diverse
getuigenissen van deze conferen
tie, alsw-el het zeer goed door
dachte theologische materiaal van
het congres en de grondig voor
bereide en technisch hcMer ge
voerde discussies, zoals dlc zijn
vastgelegd in het verslag van
Hodgson en Staehelin.
Dr. Visser 't Hooft
Het is vanuit deze beide confe
renties, te Oxford en te Edin
burgh. dat de arbeid van dr. Vis
ser 't Hooft in de loop van vijfen
twintig jaren een grote betekenis
heeft gekregen.
Vijfentwintig jaar geleden
stond het orthodoxe protestantis
me van Nederland, d.w.z. de spe
cifiek Calvinistische kerken, nog
vrijwel buiten de problematiek
van dit werk.
Daarin is verandering gekomen:
ook binnen de door Calvijn sterk
beïnvloede ..afgescheiden" gere
formeerde kerken komen steeds
meer stemmen op, die deel wen
sen te nemen aan de arbeid der
oecumenische beweging, terwijl
opvalt d^t daartegenover bijna
wekelijks in pers en op vergade
ringen stemmen zijn waar te ne
men van zo grote emotionele ge
ladenheid tégen de oecumenische
beweging, dat men moet consta
teren dat ook bij de scherpste te
genstanders der oecumenische
beweging binnen het Calvinis
tisch front op zijn minst reeds
sprake is van een emotionele bin
ding aan dc oecumenische bewe
ging. ook al is die dan van sterk
negatieve aard.
De aard van die emotionele bin
ding kan gevaarlijk zijn. omdat
zij wellicht mede opkomt uit ge
brek aan zakelijke analyse en aau
directe confrontatie.
Het is daarom juist ons na vijf
entwintig jaar aan de hand van
de discussies en rapporten van
Oxford en Edinburgh zélf in te
denken in de idealen en zorgen
van de oecumenische beweging,
want geen groter gevaar bestaat
er dan een afwijzing van een be
weging zónder haar positieve as
pecten volop in rekening te bren
gen.
Wellicht zijn inzake de discus
sie binnen het Calvinistische
kamp, tussen voorstanders en te
genstanders van de oecumenische
beweging, van belang enige uit
spraken van dr. Visser 't Hooft,
die hij op dinsdagavond 6 april
1937 deed voor de Nederlands
Hervormde predikantenvergadc-
ring, in zijn rede ..Oxford cn
Eidnburgh 1937", luidende:
„Het gaat om een nieuw ge
sprek over Thomas van Aquino
en Luther-CalvijnEr be
staat geen vluchtheuvel, waarop
men kan samenkomen. Ieder
moet spreken uit eigen kerkelij
ke positie. Ten opzichte van de
geloofsvraag blijven we gebon
den aan Gods Woord. Kerkelijke
eenheid kan niet georganiseerd,
wel geconstateerd worden. De
oecumenische beweging mag
geen gelegenheid zijn tot kerke
lijke machtspolitiekDe een-
heidsvraag moet niet losge
maakt worden van de waar-
heidsvraag. Van een symphom-
sche eenheid is geen sprake.
Er is geen verschil van accent,
doch van wezenskenmerken van
de Kerk en van Gods Woord
De oecumenische conferenties
mogen geen surrogaat worden
voor de Una-Sancta".
UI
Q
L
UI
0
s
O
10
d)
L
m
.2
O
(0
0)
L
O
4*
UI
m
O
(Q
L
tt
GROEN
En nu de tweede Open Pagina, eentje op smalle basis deze week. Dit laatste
slechts wegens gebrek aan (duur) papier. Wij bieden je deze ruimte, terwijl we
ons zelf vrij ademend ophouden tussen het groen der bossen, met wit ijs,
bij kalkrotsen of gewoon in het groen der weilanden. In ieder geval blijven wij
het groen-wit-groen van ons dagblad hooghouden, baantje voor baantje. Welis
waar bij stukjes en beetjes, want ook deze keer ontbreekt een onderwerp, met
andere woorden: een onderwerploze pagina is weer het onderwerp.
üoor
t^inda
Ik heb niet genoten die dag. De zon
zwom in het water van de lucht en vo
gels pikten vreemdkleurig mooi glas uit
de branding en slepen daar de horizon
nog rechter mee.
De vele mensen op het strand lachten,
droegen glanzende doorzichtige kleren
als ze gezwommen hadden, maar ik ge
noot niet die dag.
Jij smeerde een andere jongen in met
zonnebrandolie, langzaam, misschien ge
nietend van zijn huid („nu moet je je op
je rug draaien. Jaja, zo is het goed")
misschien zelfs gevaarlijke woorden
sprekend met je vingertoppen, met je
stukjes zacht vel daar.
„Haar nagels zijn gelukkig niet lang.
Zij bijt nog nagels." En ik lag er maar
bij, las in Het Stenen Bruidsbed van
Harry Mulisch (je had het in je tas
naast een leeg colaflesje en het rubbe
ren pompje van het luchtbed waar ik op
lag) steeds weer het midden van pagi
na 27:
„Klopt er iets niet?"
„Alles klopt', zong Ludwig Alles
klopt".
Maar Linda heeft nog nooit tegen me
gezegd dat ze van me houdt, al omhelst
ze me en lacht ze als ik zeg dat haar
hals weer warm is vandaag."
Die dag zei ik het niet, lag ik, deed
mijn ogen open en dicht, open: Frans
en Michele spelen naast mij het beken
de spel van gisteravond en overmorgen
en volgende week, zij drinken samen uit
een colaflesje (Michele bijna niet drin
kend en Frans het hoofd achterover) en
zetten het als het leeg is ondersteboven
in het zand.
Dicht: jij lacht, je lichaam moet een
beetje schokken, je zegt „Dat moet je
niet doen, Harm, maar meen je het?"
„Ik heb geen geld meer om Cola voor
haar te kopen".
Open en dicht, begreep niet, waarom
ik bleef liggen, toen je met Harm naar
zee ging, een glanzende jurk kopen,
waarom ik je niet kuste toen je je over
me heen bukte om te kijken of ik sliep.
Of was het om de kam te pakken, die
gevallen was toen je het schuim van
de zee uit je haar wilde kammen of het
zand of het zout of Harm ging weg,
moest zijn glanzende huid weer gaan
schuren langs het betonnen kostuum van
Rotterdam, jij zei „Daag", veel mensen
gingen weg, trokken hun grauwe kleren
aan, waardoor ze lelijker werden en ook
wij werden weer lelijk. Zelfs jij. Ja.
Frans en Michele verdwenen, lieten het
flesje in het zand staan (later werd het
door de hond van een op knakworstjes-
kauwende Duitse familie plat in het
zand gedrukt) en gingen met de trein
terug naar Rotterdam.
Wij liepen langs het strand, zeiden
niets; keken naar de man die de bad
stoelen rechtzette (de logge monsters
met de monden tot aan hun navel, die
de avond en de nacht opeten omdat al
leen de dagen belangrijk voor hen zijn
als de badgasten in hun keel kruipen,
hun hoofden, de adamsappels) koken
niet meer of jij keek naar mij omdat ik
met mijn schoenen door de plassen wa
ter liep die de scheiding vormden tussen
het droge en natte strand. Wij kusten el
kaar. maar mijn mond bleef de mijne,
de jouwe de jouwe en mijn tong was
een vermoeide vis. De strandstoel ach
ter ons geeutpde.
„Wij hebben peen geld meer voor de
Steeds raakte ik verder van je af,
soms waren wij één cel geweest en de
ze deelde zich in tweeën (het mes van
de horizon sneed rood in de aarde) in
meer delen, want ook ons zelf begrepen
wij niet meer.
Ik ging je weer bekijken of je een on
bekende voor me was, of ze een onbe
kende voor me was.
Linda, wie ben je. waar bestaat je li
chaam uit, hoe groeien je haren, hoe
raak je je nagels kwijt, hoe metsel je
de stenen van je stem tot woorden, wie
ben je?
Linda zei niets, liep mee toen ik naar
de rijksweg liep om te liften, stak over
als ik overstak, maar zei niets.
De avondwind sneed uit bomen een
schutting tussen ons in. Wij gingen er
gens staan, bewogen onze handen ach
terwaarts alsof wij wilden zeggen: ach
ter ons ligt de warmte (ook Het Stenen
Bruidsbed waren we vergeten mee te
nemen) achter ons ligt alles, voor ons
niets. Er ging een half uur voorbij,
auto's namen andere auto's met zich
mee, namen het deel van de weg mee
waarop andere auto's zouden kunnen
stoppen. Het werd donkerder.
Linda liep weg, nam het luchtbed mee
em pompte het op (ik hielp haar niet,
keek alleen naar haar, zij pompte lang
zaam, misschien vermoeid). Ik bleef
kijken nadat zij erop was gaan liggen
en de ogen zuchtend sloot. Een minder
hevige wind, maar de schutting werd er
hoger en dikker door.
Mijn ledematen bewogen zich (ik had
ar geen controle meer over) maar niets
was er dat haar lichaam aanraakte, han
den niet, niets, ik voelde het rafelige
hout van de schutting tegen mijn oor.
Pijn. Linda wie ben je?
Tijd maakte het onbegrip groter. Mi
nuut voor minuut verwijderden wij ge
dachte voor gedachte van elkaar.
Mijn ledematen gingen omhoog, de de
len ervan zorgden ervoor dat ik liep.
Een auto stopte. Mijn hand was om
hoog gegaan. Gedachtenloos stapte ik in,
mijn hoofd werd direct gevuld met het
bijengezoem van de auto. De man en de
vrouw zeiden niets meer dan nodig was
tegen mij, ze zeiden helemaal niets te
gen elkaar.
We reden hard. Ver weg lag Linda op
het rubberen luchtbed. Om half twaalf
was ik in Rotterdam en stapte uit bij
het Centraal Station. Er liepen nog men
sen op straat. Hun stemmen sneden mijn
hersenen in stukjes (kleine gedachten).
Ik stapte een telefooncel binnen, fluister
de zacht voor me heen het nummer en
draaide het.
(De man e,n de vrouw in de auto had
den niets tegen elkaar gezegd). „Linda
blijft vannacht bij haar tante slapen",
zei ik. Mijn laatste dubbeltje werd opge
geten door deze leugen.
Nadat ik met moeite de zware deur
van de telefooncel weer had openge
duwd, gleden mijn ogen over de huizen
rondom mij: „De stenen bruidsbedden,
de stenen bruidsbedden. Hierin verwij
deren de mensen zich van elkaar. De
afstand tussen voor en achterdeur wordt
steeds groter."
Een man liep op mij af, maar mijn
ogen bleven kijken, zij waren dg ramen
van de huizen geworden. De gordijnen
werden midden in de nacht verwijderd.
„Klopt er iets niet', vroeg de man.
„Alles klopt", zei ik glimlachend. „Al
les klopt".
ARIE GELDERBLOM
t olo z Chrlm Siapele
om het woord
de eenvoud
samen zijn zij meer
samen zijn zij honderd i
wij grogten
wij spreken
wij gaan allen
gewetenloos
rond het woord
Waternaam
ik hoor in het trage v
de wolken langzaam dromen
eer. oude legende
met een grijze vlag
die dwaalt
over korte rondingen: golven
een vis door vogel
een vogel door vis
ik zwerf tussen lucht en lucht
terwijl ik door het watervenster kijk
hoor ik de wolken langzaam dromen
CEES VAN DOP
ik heb mij neergevleid
in het grote bed
van je zacht sprekende stem
onder de bloesem beschermtak
van je handen
Je bent de enige
die de zee haar land
ontnam
de vijgeboom ontwortelde