m [Geestelijk ieven Moeten we de Groen van naar van Kuyperlaan Prinstererweg? Kerken in vakantiecentra Ook in Oostenrijk soms dominee en dommelen gemeente DEZE WEEK IN EEN WOELIGE WERELD ZONDAGSBLAD ZATERDAG 28 JULI 1962 Ds.VOLTEN OVER VERHOUDING HERVORMD-GEREFORMEERD De vergeten man „Wt blijven hier nog hooguit twee jaar", vertrouwde een predikantsvrouw ons toe. ..Mijn man wil graag de nieuwe kerk klaar zien." Ik kon het niet nalaten te vragen of hij dat zo gemakkelijk kon zeggen, maar zij schudde alle bezwaren terzijde. ..Wij heb ben al zovele vragen, dat dat geen probleem is." Terwijl zij het zei. wist ik dat het waar was. Haar man is een geliefd spreker, een uitstekend organisa tor. jong en actief; echt het type mens dat altijd wel in het leven slaagt. Maar ik kon het toch niet helpen opeens te denken aan de vele predikanten die reeds jaren lang ver geefs wachten op een beroep. Die getrouw hun werk doen in de kleine gemeente, die niet eens zoveel aan dacht vraagt, maar toch vergeten in hun uithoeken wachten. Zij hebben niet zoveel talenten; hun enige talent is misschien wel trouw. Of ze zijn zo geslagen door het leven dat zij zelfs die trouw niet meer kunnen opbrengen. Ze zijn met hun gemeente gedommeld. Het leven gaat verder, rumoer van een passerende trein in een knusse slaapkamer. De slaper is er zo aan gewend dat hij het niet eens meer hoort. Er is moed, en nog meer. volharding voor nodig om jaar in jaar uit op dezelfde kansel te staan, dezelfde gezichten te zien. dezelfde zieken te bezoeken. Het is goed dat wij in onze tijd begaan zijn met het lot van deze predikanten en dat op allerlei mogelijke manieren geprobeerd wordt de predikanten die nim mer een beroep krijgen mee te laten rouleren. Misschien lukt het. Misschien krijgt die dominee nog eens een nieuwe gemeente, en kan hij een nieuw begin maken. Dan neemt hij afscheid, hij houdt zijn laatste preek; de ouderlingen drukken hem voor het laatst de hand; ook die ouderling die er al was ja ren voor hij beroepen werd. Zou die het nu nooit moe worden? Hij kan door geen enkele andere gemeente worden beroepen. Hij wordt gekozen en herkozen en als er in die gemeente geen systeem van gedwongen aftreden na een be paald aantal jaren bestaat, dan zit hij op die stoel tot lang na zijn vijf en zestigste, want ouderlingen gaan immers niet met emeritaat. En in de kerkelijke pers heeft nog niemand het voor hen opgenomen. Niemand maakt zich er zorgen over dat deze mensen ook wel eens moe worden van al tijd maar weer dezelfde gezichten, altijd maar weer dezelfde zieken, altijd maar weer dezelfde klachten over de dominee. En wat het opmerkelijkste is: als de dominee zoveel jaar ergens staat of een bepaalde tijd in het ambt bevestigd is. zelfs als hij al lang iets anders is gaan doen, zoals doceren aan een theologische faculteit viert hij zijn jubileum. Ik moet het eerste jubileum en ouderling nog verslaan. Zo iemand telt zijn (Van een onier medewerkers) Op de vraag van Paulas: Is Christus gedeeld, gericht tot de tussen hem en Apolios kiezende Corlnthiërs, dient ook onze kerkelijke gedeeldheid zonder uitvluchten te antwoorden. Het is ongerijmd te spreken van „een verdeelde bruid" van Christus. Deze uitspraak van J. H. Gunning, van jaren terug, stemt nog steeds tot ootmoed. Ds. Vol ten legt hem voor aan de lezers van zijn pas bij Kok te Kampen ver schenen boek „Rondom het belijden der kerk", dat reeds op de eerste blad zijden opnieuw onder de indruk brengt van het erge van de kerkelijke ge- deeldheid. Dit is niet te vergoelijken als pluriformiteit, want, zegt Gunning, het als het is een vertekening van de historie en een Idealisering van het verleden, wan- neer men de scheuring tussen de roomse en de griekse, en daarna tussen de protestantse kerken beschouwt als een zuivere ontwikkeling van de rijkdom van Christus. heden, vooralsnog, bij de ingeslo- Deze voorslag betekent een of- pen verwarring, slechts, maar ook fer, en zelfs het offer van de ei- voorzeker die waarheden als ver- gen kerk. Maar er is geen oecu- bindend beschouwt, met wier ver- menische geladenheid in geen loochening naar de leer onzer enkele kerk er wordt geen kerk geen Christelijk geloof of ernst gemaakt met het gebed van geloofsleven bestaat." Hij onder- Christus om de eenheid der kerk. scheidt tussen fundamentele en wanneer men niet bereid is, om niet-fundamentele waarheden. Het de vorm van zijn eigen kerk op te gaat hem om de „grondslag der heffen, zegt ds. Volten. De mon- Christelijke kerk" om, de hoofd- diale kerk, de wereldkerk, zij het waarheden. ..de evangelische einddoel. Deze zal wel een men- waarheden". selijke onmogelijkheid zijn. Maar „wij zullen als gereformeerden de Handhaving Wij geloven en belijden, door Prof. dr. J. van Genderen, prof. J. Hovlus en ds. J. H. Velema. Uitgeverij Van Keulen N.V., 's-Gravenhage. Er is maar betrekkelijk weinig gepubliceerd ter gelegenheid van de herdenking van het 400-jarig be staan van de Nederlandse Geloofs belijdenis. In christelijk-gerefor- meerde kring is nu evenwel een boekje verschenen in de serie van het Ds. H. Janssenfonds dat zich in het bijzonder bij deze belijde nis bepaalt Er zijn drie essays opgenomen. Prof. J. Hovius schrijft over „Guido de Bres en de achtergronden van de Nederlandse Geloofsbelijdenis;" prof. dr. J. van Genderen over „Weergave van de waarheid verweer te gen dwaalleer" en ds. J. H. Vele ma over „De religie van de Ne- derlan<ise geloofsbelijdenis". Al le drie de schrijvers gaan uit van de gedachte dat het wel waar is dat „allerlei zinswendingen er aan herinneren dat zij lang geleden is opgesteld", „maar dit alles is nog geen reden om de voorkeur te ge ven aan een nieuw belijden." Maar Kuyper staat een hand- waartoe een samengaan met de having van de belijdenis zelfs wat Hervormde Kerk ons noopt. Ik betreft volgorde en uitdrukkings- denk b.v. aan de kinderdoop, ter- Hij wilde van geen wijl ook onze synodaal-presbytera- Vwezen en hoofdzaak" weten en le kerkorde zo niet zal kunnen openbaren, en ook niet de hemel- Vond alles in de drie formulieren blijven bestaan. De belijdenis der se waarheid. Zij is, zegt Gunning, even fundamenteel. Hij laat toekomst zal aldus een in Chris- met pilaar en vastigheid der waar- Groen die op Calvijn terug tus geconcentreerde moeten blij heid. zolang de mensheid, de ging ter zijde staan en neemt ven, maar gereduceerd", scheuring der kerk ziende, ver- rechtstreeks de draad van de „Aan de verdeeldheid der kerk klaart de waarheid niet te kun- Dordtse Synode weer op, zo con- komt een einde. Niet omdat wij nen vmden. Wat Kraemer aldus stateert Ds. Volten, al meent hij het zo goed doen, maar omdat vertaalt: de eenheid der kerk is £n bij de Dordtse Synode èn bij Jezus er voor gebeden heeft", de redding der wereld: „dat zij de Kuyper soms op een inconse- Wat nu direct al doen? Samen- allen een zijn, opdat de wereld quentie van de praktijk te stuiten, spreken, en waar mogelijk samen- gelove dat Gij Mij gezonden hebt", werken. Kunnen bijvoorbeeld de Joh: 17 De evangelische hoofdwaarhe- jurken niet samen aktuele onder- Gunning wijst er verder op, den willen Calvijn en Groen ech- Werpen bestuderen vrijetijdsbe- dat de eenheid der kerk in Chris- ter tenvolle zien gehandhaafd. steding, vrouw in het ambt) en in tus niet iets afgetrokken geeste- Groen zegt: „Voorzeker kan men rapp0rten zich er over uitspreken? lijks is, zij is de grond van alle nauwelijks te behoedzaam, te ware samenvoegingen op aarde, schoorvoetend, zijn In het aan- Het bovenstaande is maar een Christenen behoren te weten wat wenden der kerkelijke tucht. Nau- enkele greep uit het boeiende „liefhebben" is, want zij weten welljks, herzeg ik. Want er zijn boek van ds. Volten, dat met pas wat „verzoening" is. Daar leven toestanden, zo ongerijmd, zo on- sjei en gebaseerd op veel studie, ze van. De wereld kan het hoog- verdragelljk, dat daaraan een geschreven. Wie gaat niet de stens brengen tot „samenwerken", eind moet worden gemaakt. Toe- eenheid der kerken ter harte? Hij standen waarin men, door lljde- i^te niet na dit meeslepende boek Maar Gods volk heeft zoening" een exempel te geven, lijk te En we geven het voorbeeld van.... wordt." verdeeldheid. blijven, medeplichtig ]exen. Rondom het belijden der kerk, Leertucht door ds- H Volten. Uitgave J. H. Kok N.V., Kampen. Twee lijnen Dat brengt leertucht mee. De gereformeerden moeten daarbij aiHiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiinniiii met behulp van de historische weg gaan ontdekken waar de drie worstelen zo met eigen problemen (Va onzer medewerker») Grauw en regenachtig was de vakantie-dag geweest. De meren ln het wondermooie Oostenrijk la gen donker grocn-blauw temidden van de bergen waarvan dc toppen ln nevelen waren gehuld. Vakan tiegangers liepen met plastic-re genjassen, en rare hoofddeksels over de paadjes om toch maar even bulten te zijn. Arbeiders ln de bekende korte, gemsleren broek, de blote knieën onder wij de groene loden-regenjassen en capes, reden per flets of brom mer, soms op scooters over de glibberige, hellende wegen. Maar hoe dan met de handha ving van de waarheid door de be- lijdenis? Ds. Volten onderscheidt formulieren in hun rechtsgeldig- twee lijnen. Die van Calvijn en heid moeten worden ingekort (Ne- Groen van Prlnsterer en die van telenbos, Geelkerken enz). Maar de Dordtse Synode en Kuyper. de Hervormde Kerk volge ook de Calvijn zegt: Het Is ln de eerste historische weg, doch dan van de pB plaats wel zaak, dat wij ln allea andere kant: zij moet nagaan eengsgezind zijn, maar aangezien waar zij de rechtsgeldigheid ten er niemand ls, die niet door enl- onrechte heeft opgegeven. Zij ge nevel van onwetendheid om- heeft de protesten van Groen en huid ls, moeten wij óf geen kerk anderen te incasseren over diege- overlaten, of het misverstand ver- nen die principieel een onbijbelse geven ln die zaken, in welke men, prediking brengen, die als Prof. zonder de hoofdsom der religie te £r. p. Smits denken, „een per- schenden en zonder verlies der soon die wij niets minder achten De predikant ontkent dit ten sallgheM, onwetend mag zijn", dan onszelf, maar die in een an- stelligste. Natuurlijk wel bij een Calvijn heeft deze opvatting over dere gemeenschap thuis hoort dan gedeelte, doch verreweg de mees- de rangorde der leerstukken ook de gemeenschap van de gekruiste ten zijn overtuigd protestant. ta praktijk gebracht. Opgemerkt en opgestane Heiland". Christus Ja, maar. als de kerk niet 1» d*t Calvijn onder de fundamen- is tot een crisis in de wereld ge- tot de mensen komt, zullen op tcle leerstukken zelfs niet de prae- komen. De vrijzinnigen kunnen den duur de mensen niet meer destlnatle noemt. mij als mensen alles schelen, naar d« kerk koman. ..maar rij kunnen mi) kerkelijk f Waarom niet? Het is de ft- En Oroen^ aaneaardt de_ term nltts schelen, wanneer nj op ouder op kind. Het vakantie-hoogseizoen brengt ook zijn kerkelijke moeilijk heden met zich mee. Terwijl Ja maar.... we blijven even zit had als elders in dit land. Ze zijn ten met het „ja maar", verwon dus eigenlijk ketters gebleven, derd Hier en daar vindt men nog meer van dergelijke „ketternes- techisatie vertellen, dat Jezus de be- Gods Zoon is, maar op dezelfde wijze als ouders aan hun kinderen j suggereren dat Sinterklaas be- j ten" r rooms-katholieken in dit toch Zijn dorp? Ik denk zo'n 80. doch die ten in nabij liggende dorpen ter had. kerke gaan. Soms wordt er k. eredienst gehouden in In de pastorie van de Evangeli sche Klrche in Gosau (Salzkam- mergut) zat de dominese met vijf kinderen om de eettafel toen we onaangediend zomaar bij de pre dikant binnen stapten. In de stu- deerkamer lag de piano vol met soort verenigingsgebouwtje boeken, paperassen en kinder- dan ver: speelgoed. In een hoek van de ka- verhalen r mer een kinderbox, in de andere slechts 80 of 40. De anderen la hoek Zo was het toen we binnenkwa men, maar toen we na een uur i opstapten, zaten drie kleuters woonte van ouder op kind. 'Ze „wezen en hoofdzaak vragen hier niet naar evangelisa- t;p B lijdenis tot bijzaken te verklaren maar wel „als men, ofschoon ei iet ia maar- verwon- uit de aard der iaak verband en staat". Ik wou zegt ds. Volten, de „slapende"' gemeen- onmisbaarheid is van alle waar- „dat ik de bezonnenheid van Van te van Gosau.'... en dan vragen £ulede w,00rd^rach^ ,\an we: komen er veel vakantiegan- iimniimiiimiiiiiiiuiillililllia Van Niftnk en het profetisch eian gers zomers naar uw kerk? Niet zo heel veel. hoewel er drukke praktijk.... m'n huisbezoe dorp vorig ja_ar 65.000 „„„ken 1 ken beperken zich tot drie of - xen Deperxen zien tot a overnachtingen hebben plaats ge- hoogIlt„ V1„ „r week. - preek kost me zaterdags een paa Vakantiegangers ,d« .«nkele begrafenis Dubbelzinnigheid doopplechtigheid rtT Want toch wil men in de Her- vereist weinfe vormde Kerk de kerk verzamelen vereist weinig -„j-t- ~hri*. Wordt de dorpsbevolking, bereiken? Neeili Mggen we tegen on„elf: ■ren la- Ja zeker, de dominee glim- Nwni beslfgt dit lljkt niet krijgen lach gelukkig ja zeker, ik houd op een Jonge Nederlandse paste regelmatig in het seizoen lezingen riej kerk met dia's over deze streek, de bij mgeslotcnen nog wat gedaan be- tel Onder de tafel verscholen tussen halve kerkbezoek? stoel- en tafelpoten, glurend naar de vreemde gasten van vader. Och ja, pastories van jonge pre dikanten zijn dikwijls hetzelfde.... Gosau telt 1800 inwoners. 1500 daarvan behoren tot de protes- -- tantse. diaspora kerk van Oosten- ben ze veel te veel te doen r het landschap 4 der oudste chris- -s Heer. Opgesta ne Heer? Ja? Verzwijgen? Dat is de dubbelzinnigheid in de Her vormde Kerk. En de dubbelzin nigheid in de Gereformeerde Ker- uit angst „Ketternest" 1 de Grauw en regenachtig was de vervlakking zich vastklampt aan Seschiedenis van dit land" en ben dag geweest. Grauw en regenach- de letter der belijdenis maar tege- ruk doende met steeds weer *1? de gedachte die ona ln lijk in de wandelgangen over de "«■- nieuwe dia's te maken. Kijk.... bezit nam, toen we met de predi- Schrift mag spreken zoals Geel- gen. bezoek: gemiddeld 12. We Hij haalt direct een groot aantal kant de kerk bekeken.... Slapen- kerken deed, en nog veel meer. hebben onze catechisaties. Ja. en dozen met dia's te voorschijn, gemeente, duttende dominee: Beide kerken moeten elkaar van bukt ergens diep in een kast en ,s mogelijk dat we de situatie hun dubbelzinnigheid afhelpen, komt met albums met kleurenfo- nkt goed begrepen, dat het wel- „Wie zou willen wachten op een to's te voorschijn.... Het blijkt, Hebt niet anders kan, maar hereniging, totdat men elkander gemeente te dat we bij een amateur-fotograaf grauw wa» het wel! op de oude basis zou vinden, kan van de bovenste plank terecht Een toch wai het een Jonge, wachten tot-in het oneindige; dit zijn gekomen. Enorm, wat een frlsae man, die predikant daar ln gebeurt niet meer en kan niet voorraad... dan vragen we: Grosao ln Salzkammergut. En gebeuren. Dat betekent, dat Hoe komt het dat bijna negen tiende deel van deze bevolking protestant is. een veel groter aan tal dan in de overige dorpen? Och, zegt de dominé: tijdens de tegenreformatie hebben de de toon behorende, dat mensen hier niet zoveel last ge- de kerk zijn? nog aan kerk denken. Gaat u regelmatig op huisbe zoek? Huisbezoek Hoogstens naar mensen die er om vragen, zoals bij huwelijk .ge boorte en dood. igenlijk tot de goe- Hebt u daar allemaal tijd i want dit vereist toch een ene hoop tijd en werk. Veel tijd z lid De predikant met kinderen glimlacht: Ik heb geen den én bij de dominee. tóch vertelde hij dat hij met ple- «lkaar alleen nog maar ontmoe- zier het werk van xlelerherder ten kan op een belijdenis, die aan deed. We hebben hem de hand de fundamenten van het evange- gedrukt, sterkte gewenst, en ho- lie bindt, op een „wezen en hoofd- pen dat er daar In dat Grosan zaak", op de weg van Groen. Niet nog wat frisse wind zal gaan alleen om het menselijk gebrek- waaien, én onder de gemeentele- kige van de belijdenis terwille van de ander. in de grote steden, om het niet helemaal origineel te zeggen „dekerkerzo ongeveeruitziet," kan men van de echte vakantieplaatsen zeggen dat „de kerkerzouit- ziet". Het bord voor de gereformeerde kerk van Katwijk aan Zee spreekt boekdelen. De twee zondagsdiensten zijn uitge groeid tot vijf diensten in snelle opeenvolging. Reeds om acht uur stromen de mensen toe en om half tien en kwart voor elf is het gebouw zó vol, dat de ouderlingen en diake nen wel wilden dat ze een uur vijf kwartier konden laten duren, zodat ze er nog een dienst konden tussen schuiven. Beneden onder de preekstoel en boven op het balkon is het één mensenmassa. De meesten zitten schuin in de bank er nog een extra gast bij ft kunnen persen, en dan moeten nog stoelen worden gezet in een hal. Ik zag Gods heerlijkheid Ik zag Gods heerlijkheid, door ds. H. J. Hegger, Uitgave Hoenderloo's Uitgeverij en Drukkerij, Hoenderloo. Ds. H. J. Hegger, de man van „In de rechte straat" en het ex- priesterrefugium „De Wartburg") in Velp, heeft een nieuw boek geschreven, dat ongetwijfeld zijn weg zal vinden. In een serie geestelijke overdenking beschrijft hij de heerlijkheid van God. Het is minder een studie van de heer lijkheid des Vaders, de liefde van Christus, de kracht van de Heili ge Geest en Gods heerlijkheid in onze daden, dan een beschrij ving door iemand die dit alles j diep innerlijk heeft doorleefd. Ben Khedda met de rug tegen de muur Burger oorlog onvermijdelijk Conflictstof in Katanga AFRIKA blijft de aandacht vragen. Het meest is dit wel het geval, wat Algerije be treft. Niet alleen, omdat Frank rijk ln verschillende opzichten nog rechtstreeks betrokken Ls bij de gebeurtenissen in dat land. Maar ln nog veel sterkere mate, omdat de ontwikkelingen ln deze jonge staat van het grootste belang zijn voor de toe komst van geheel Noord-Afrlka. Van niet minder belang ls even wel de situatie ln Kongo, waar premier Tsjombe van Katanga er nog steeds bi slaagt, te doen alsof de centrale regering van premier Adoela in Leopoldstad niet bestaat. We hebben er al vaker op gewezen, dat dit een toestond Ls, die onhoudbaar Js en met de dag onhoudbaarder wordt, omdat het blijkbaar on mogelijk la. deze zaak door middel van onderhandelingen te regelen. Tegenstelling Dit laatste is ook het geval met de politieke moeilijkheder, in Algerije. Het is moeilijk om uit te maken, of we hier met een zuiver persoonlijke machts strijd te doen hebben, of met een (wat we zouden kunnen noemen) „ideologisch conflict" tussen verschillende stromingen in het Algerijnse nationalisme. Als men de situatie in ogen schouw neemt, zoals die zich tot dusver heeft ontwikkeld, dan ziet men veel dat op een per soonlijke machtsstrijd wijst. Daar is in de eerste plaats de tegenstelling Ben Khedda-Ben Bella: andere figuren hoort men niet noemen dan in verband met een van beiden. Dan is er de geografische tegenstelling, zich uitend in de verdeeldheid onder de militaire districten, waarvan er slechts twee achter Ben Khedda staan, al zijn het dan de twee districten, die het grootste aandeel hebben gele verd in de strijd tegen Frank rijk. Geven en nemen dan wordt die echter alleen de zijde van Ben Bella gevoerd. En dan zien we Ben Bella als ,,de man. die er op het beslis sende ogenblik niet bij wa», die do laatste vijf a ie* Jaar niets heeft kunnen doen om de onaf hankelijkheid van zijn land te helpen verwezenlijken en die lijdelijk moest toealen. hoe an deren het grote wonder tot stand brachten". Die anderen konden tot een akkoord met Frankrijk komen, omdat zij voor rede vatbaar bleken te rijn. omdat »IJ niet het onderste uit de kan wilden vragen en omdat het tegendeel 1» nog niet gebleken rij naar een overeenkomst zochten, die (In het belang van Algerije «elf) rekening hield met de voortdu rende aanwezigheid van de Franse bevolkingsgroep en met een nauwe samenwerking met Frankrijk. Het was voor hen ln Evian les Ba ins dus een kwestie Kiem gelegd ten wa» het al meteen dat er een strijd om de macht zou ontstaan. Hij begon zich te- 3 en zijn enige rivaal Ben Khed- a af te zetten, door de over eenkomsten van Evian le» Barns een vernedering te noemen, in Cairo en andere hoofdsteden naar de gunsten van de rege ring der zgn. Casablanca-staten Khedda en diens minister kou de rillingen bezorgden. Ben Bel la, teruggekeerd in Tunesië, zag zich genoodzaakt, te doen alsof hij bedoelde verklaringen niet had afgelegd en te vertellen, dat hij volledig achter de ak koorden van Evian stond. Maar het kwaad was al geschied. De kiem voor het conflict was ge legd. Op de weg naar de per soonlijke macht waren door Ben Bella de eerste forse schreden gezet. Het was voor hem nog slecht» zaak, de zich in Tunesië en Marokko bevindende Alge rijnse militairen achter zich te krijgen om zich met geweld van de macht meester te kunnen Ragen en drup Ben Khedda had toen het hoofd in de schoot kunnen leg gen. HIJ had kunnen uitgaan ran het standpunt, dat het voor naamste doel wu bereikt: de onafhankelijkheid. Maar daar wm de zaak niet mee of. De moeilijkste periode wm eigen lijk pos aangebroken. De alge mene verkiezingen, die Algerije een op democratische wijze ge kozen regering zouden moeten bezorgen, waren ln gevaar ge komen. De akkoorden van Evian. die de basis zouden vor men voor een snelle opbouw van de nieuwe Algerijnse staat, dreigden in het gedrang te ko men. Kortom: als Ben Bella zijn zin zou krijgen, zou er voor de tien miljoen mohammedanen in het land betrekkelijk weinig veranderen: zij zouden ln een politiestaat blijven wonen; van persoonlijke vrijheid zou (even min als onder het Franse be wind) geen sprake kunnen zijn: eer Algerijns militair regiem zou de plaats Innemen van een Frans militair bewind en de talrijke executies, die In de afgelopen weken ln door troepen van Ben Bella bezette gebieden hebben plaatsgevonden, zijn er om te bewijzen, dot Algerije van de (Franse) regen ln de (Algerijn se) drup terecht zou komen. Tegen de muur En zo koos Ben Khedda dt veg van de strijd: hij ontsloej met instemming van zijn kabi net de opperbevelhebber van dt FDN-strijdkrachten, Bouma- dian, in een poging, het leger te scheiden van de zich achter Ben Bella geschaard hebbende militaire leiding. Dat Ben Khed da daarmee in de roos had ge schoten bleek uit het overhaas te vertrek van Ben Bella uit Tunis, waar geruchten de ronde deden, dat men op het punt stond, de rebellerende vice-pre mier en diens aanhangers te arresteren. Op zijn beurt slaag de Ben Bella er in, het effect van Ben Khedda's maatregelen voor een groot deel weg te ne men. De strijdkrachten op Tu- nesisch en Marokkaans grond gebied kozen openlijk de zijde van de rebellie en ook in Alge rije bleek al spoedig, dat Ben Bella op de steun van het groot ste deel der militaire leiders kon rekenen. En op het ogen blik dat we dit schrijven staan Ben Khedda en de hem trouw gebleven troepen in de Wil- laya's 2 en 3 met de rug tegen de muur, bereid een strijd aan te binden, die zonder uitzicht lijkt Het is niet alleen een strijd tegen een streven naar Vrouwen in Katangaanse hoofdstad Elizabethstad inactie tegen Indische VN-militairen, persoonlijke macht, maar ook en vooral tegen een militaire dictatuur, die alles teniet dreigt te doen, wat in een jarenlange bloedige strijd werd verworven. Katanga In Kongo liggen de zaken an ders, zij het nie* minder moei lijk. Daar hebben we te maken met een centrale regering, waarvan we ln elk geval mogen zeggen, dot zij alleen maar goe de bedoelingen heeft. Zij wil in samenwerking met de Verenig de Naties alles doen wat moge lijk en wenselijk ls, om deze jonge staat nieuw leven in te blazen en omstandigheden te scheppen, die de bevolking een menswaardig bestaan kunnen garanderen. Hierin zou men al m veel sterkere mate dan thans het geval is geslaagd kunnen xl£i, ware het niet, dat een deel van Kongo zich blijft onttrek ken aan het samenspel, zonder hetwelk deze vroegere Belgische kolonie geen reden van bestaan heeft. Katanga, rijk gezegend met bodemschatten, wil alle In komsten voor zichzelf houden en verzet zich met alle mogelijke geval Is_en dat middelen tegen pogingen van de centrale regering te Leopold stad, het haar toekomende deel uit de Katangaanse pot ln han den te krijgen. Het gaat er ln Kongo dan ook al lang niet meer om, of de staatsvorm een centraal of een federatief of zo men wil confederatief karakter zal krijgen. Het gaat er heel huiselijk gezegd alleen maar om de centen. Die wil Katanga ten enen male niet geven. Belangen Grote internationale belangen spelen In Katanga door elkaar heen. Engeland, België, Rhode- alle wat mee te maken. Onvermijdelijk Een jaar geleden kon men zich nog druk maken over de politieke toekomst van Kongo, Tsjombe beloofde toen nog koeien met gouden horens. En het zag er naar uit, dat alles wel in orde zou komen, als men hem maar wat tegemoet zou ko men wat betreft zijn wensen terzake van een Kongolese sta tenbond. Sindsdien heeft men getracht, Tsjombe op alle mo gelijke manieren tegemoet te komen, maar telkens als een akkoord voor het grijpen lag, wist de Katangaanse premier zich aan tlle verantwoordelijk heid voor gemaakte afspraken te onttrekken. Hetgeen er vorig jaar toe leidde, dat troepen van de Verenigde Naties in actie kwamen ->m Tsjombe tot rede te brengen. Er ontstond toen een vrij onverkwikkelijke situa tie, waarin ook de VN-troepen zich niet bijster happy voelden. Toen het vuren gestaakt was, 'eek er echter reden te zijn om aan te nemen, dat Tsjombe voortaan voor rede vatbaar zon zijn en dat het leed nu wel gele den was. Uit de jongste ontwik kelingen blijkt echter, dat dc si tuatie in Kongo nog nooit zo ho peloos ls geweest als than* het gebruiken. Als er in de Verenigde Staten stemmen opgaan om nu einde lijk eens een eind te maken aan de chantage van Tsjombe, bete kent dat nog niet, dat de voor standers van een dergelijk op treden alleen en uitsluitend de belangen van Kongo op het oog hebben. Hun eigen belangen vallen dan hoogstens samen met de politieke interessen van de regering te Washington. Anders is het gesteld met Engeland. Dit blijkt alleen al uit het feit, dat de Britse regering secreta ris-generaal Oe Thant beloofd heeft, hem te zullen steunen in zijn streven, een eind te maker, aan de rebellie van preir.'er Tsjombe van Katanga, maar dat zij zich later gedwongen zag, deze belofte zodanig te .inter preteren", dat zij op het tegen deel neerkwam. Alleen de Bel gische regering neemt een moe dige houding aan, een houding, die overigens meer en me<?r waardering begint te krijgen m kringen, die nog niet zo lang ge leden dezelfde regering van on waarachtigheid beschuldigden. Verwijdering •erwijdert zich steeds verder van het doel, waarnaar het ver wacht wordt te zullen streven. Een nieuw conflict kan niet uit blijven, ook al neemt ledereen zich voor, geen geweld te zullen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1962 | | pagina 14