m
[Geestelijk
ieven
Moeten we
de Groen van
naar
van Kuyperlaan
Prinstererweg?
Kerken in vakantiecentra
Ook in Oostenrijk
soms dominee en
dommelen
gemeente
DEZE WEEK IN EEN WOELIGE WERELD
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 28 JULI 1962
Ds.VOLTEN OVER VERHOUDING HERVORMD-GEREFORMEERD
De vergeten man
„Wt blijven hier nog hooguit twee jaar", vertrouwde
een predikantsvrouw ons toe. ..Mijn man wil graag
de nieuwe kerk klaar zien." Ik kon het niet nalaten
te vragen of hij dat zo gemakkelijk kon zeggen,
maar zij schudde alle bezwaren terzijde. ..Wij heb
ben al zovele vragen, dat dat geen probleem is."
Terwijl zij het zei. wist ik dat het waar was. Haar
man is een geliefd spreker, een uitstekend organisa
tor. jong en actief; echt het type mens dat altijd
wel in het leven slaagt.
Maar ik kon het toch niet helpen opeens te denken
aan de vele predikanten die reeds jaren lang ver
geefs wachten op een beroep. Die getrouw hun werk
doen in de kleine gemeente, die niet eens zoveel aan
dacht vraagt, maar toch vergeten in hun uithoeken
wachten. Zij hebben niet zoveel talenten; hun enige
talent is misschien wel trouw. Of ze zijn zo geslagen
door het leven dat zij zelfs die trouw niet meer
kunnen opbrengen. Ze zijn met hun gemeente
gedommeld. Het leven gaat verder,
rumoer van een passerende trein in een knusse
slaapkamer. De slaper is er zo aan gewend dat hij
het niet eens meer hoort.
Er is moed, en nog meer. volharding voor nodig om
jaar in jaar uit op dezelfde kansel te staan, dezelfde
gezichten te zien. dezelfde zieken te bezoeken. Het
is goed dat wij in onze tijd begaan zijn met het lot
van deze predikanten en dat op allerlei mogelijke
manieren geprobeerd wordt de predikanten die nim
mer een beroep krijgen mee te laten rouleren.
Misschien lukt het. Misschien krijgt die dominee nog
eens een nieuwe gemeente, en kan hij een nieuw
begin maken. Dan neemt hij afscheid, hij houdt zijn
laatste preek; de ouderlingen drukken hem voor het
laatst de hand; ook die ouderling die er al was ja
ren voor hij beroepen werd.
Zou die het nu nooit moe worden? Hij kan door geen
enkele andere gemeente worden beroepen. Hij wordt
gekozen en herkozen en als er in die gemeente
geen systeem van gedwongen aftreden na een be
paald aantal jaren bestaat, dan zit hij op die stoel
tot lang na zijn vijf en zestigste, want ouderlingen
gaan immers niet met emeritaat.
En in de kerkelijke pers heeft nog niemand het voor
hen opgenomen. Niemand maakt zich er zorgen over
dat deze mensen ook wel eens moe worden van al
tijd maar weer dezelfde gezichten, altijd maar weer
dezelfde zieken, altijd maar weer dezelfde klachten
over de dominee.
En wat het opmerkelijkste is: als de dominee zoveel
jaar ergens staat of een bepaalde tijd in het ambt
bevestigd is. zelfs als hij al lang iets anders is gaan
doen, zoals doceren aan een theologische faculteit
viert hij zijn jubileum. Ik moet het eerste jubileum
en ouderling nog verslaan. Zo iemand telt zijn
(Van een onier medewerkers)
Op de vraag van Paulas: Is Christus gedeeld, gericht tot de tussen hem
en Apolios kiezende Corlnthiërs, dient ook onze kerkelijke gedeeldheid zonder
uitvluchten te antwoorden.
Het is ongerijmd te spreken van „een verdeelde bruid" van Christus. Deze
uitspraak van J. H. Gunning, van jaren terug, stemt nog steeds tot ootmoed.
Ds. Vol ten legt hem voor aan de lezers van zijn pas bij Kok te Kampen ver
schenen boek „Rondom het belijden der kerk", dat reeds op de eerste blad
zijden opnieuw onder de indruk brengt van het erge van de kerkelijke ge-
deeldheid. Dit is niet te vergoelijken als pluriformiteit, want, zegt Gunning, het
als het is een vertekening van de historie en een Idealisering van het verleden, wan-
neer men de scheuring tussen de roomse en de griekse, en daarna tussen de
protestantse kerken beschouwt als een zuivere ontwikkeling van de rijkdom
van Christus.
heden, vooralsnog, bij de ingeslo- Deze voorslag betekent een of-
pen verwarring, slechts, maar ook fer, en zelfs het offer van de ei-
voorzeker die waarheden als ver- gen kerk. Maar er is geen oecu-
bindend beschouwt, met wier ver- menische geladenheid in geen
loochening naar de leer onzer enkele kerk er wordt geen
kerk geen Christelijk geloof of ernst gemaakt met het gebed van
geloofsleven bestaat." Hij onder- Christus om de eenheid der kerk.
scheidt tussen fundamentele en wanneer men niet bereid is, om
niet-fundamentele waarheden. Het de vorm van zijn eigen kerk op te
gaat hem om de „grondslag der heffen, zegt ds. Volten. De mon-
Christelijke kerk" om, de hoofd- diale kerk, de wereldkerk, zij het
waarheden. ..de evangelische einddoel. Deze zal wel een men-
waarheden". selijke onmogelijkheid zijn. Maar
„wij zullen als gereformeerden de
Handhaving
Wij geloven en belijden, door
Prof. dr. J. van Genderen, prof.
J. Hovlus en ds. J. H. Velema.
Uitgeverij Van Keulen N.V.,
's-Gravenhage.
Er is maar betrekkelijk weinig
gepubliceerd ter gelegenheid van
de herdenking van het 400-jarig be
staan van de Nederlandse Geloofs
belijdenis. In christelijk-gerefor-
meerde kring is nu evenwel een
boekje verschenen in de serie van
het Ds. H. Janssenfonds dat zich
in het bijzonder bij deze belijde
nis bepaalt Er zijn drie essays
opgenomen. Prof. J. Hovius
schrijft over „Guido de Bres en de
achtergronden van de Nederlandse
Geloofsbelijdenis;" prof. dr. J.
van Genderen over „Weergave
van de waarheid verweer te
gen dwaalleer" en ds. J. H. Vele
ma over „De religie van de Ne-
derlan<ise geloofsbelijdenis". Al
le drie de schrijvers gaan uit van
de gedachte dat het wel waar is
dat „allerlei zinswendingen er aan
herinneren dat zij lang geleden is
opgesteld", „maar dit alles is nog
geen reden om de voorkeur te ge
ven aan een nieuw belijden."
Maar Kuyper staat een hand- waartoe een samengaan met de
having van de belijdenis zelfs wat Hervormde Kerk ons noopt. Ik
betreft volgorde en uitdrukkings- denk b.v. aan de kinderdoop, ter-
Hij wilde van geen wijl ook onze synodaal-presbytera-
Vwezen en hoofdzaak" weten en le kerkorde zo niet zal kunnen
openbaren, en ook niet de hemel- Vond alles in de drie formulieren blijven bestaan. De belijdenis der
se waarheid. Zij is, zegt Gunning, even fundamenteel. Hij laat toekomst zal aldus een in Chris-
met pilaar en vastigheid der waar- Groen die op Calvijn terug tus geconcentreerde moeten blij
heid. zolang de mensheid, de ging ter zijde staan en neemt ven, maar gereduceerd",
scheuring der kerk ziende, ver- rechtstreeks de draad van de „Aan de verdeeldheid der kerk
klaart de waarheid niet te kun- Dordtse Synode weer op, zo con- komt een einde. Niet omdat wij
nen vmden. Wat Kraemer aldus stateert Ds. Volten, al meent hij het zo goed doen, maar omdat
vertaalt: de eenheid der kerk is £n bij de Dordtse Synode èn bij Jezus er voor gebeden heeft",
de redding der wereld: „dat zij de Kuyper soms op een inconse- Wat nu direct al doen? Samen-
allen een zijn, opdat de wereld quentie van de praktijk te stuiten, spreken, en waar mogelijk samen-
gelove dat Gij Mij gezonden hebt", werken. Kunnen bijvoorbeeld de
Joh: 17 De evangelische hoofdwaarhe- jurken niet samen aktuele onder-
Gunning wijst er verder op, den willen Calvijn en Groen ech- Werpen bestuderen vrijetijdsbe-
dat de eenheid der kerk in Chris- ter tenvolle zien gehandhaafd. steding, vrouw in het ambt) en in
tus niet iets afgetrokken geeste- Groen zegt: „Voorzeker kan men rapp0rten zich er over uitspreken?
lijks is, zij is de grond van alle nauwelijks te behoedzaam, te
ware samenvoegingen op aarde, schoorvoetend, zijn In het aan- Het bovenstaande is maar een
Christenen behoren te weten wat wenden der kerkelijke tucht. Nau- enkele greep uit het boeiende
„liefhebben" is, want zij weten welljks, herzeg ik. Want er zijn boek van ds. Volten, dat met pas
wat „verzoening" is. Daar leven toestanden, zo ongerijmd, zo on- sjei en gebaseerd op veel studie,
ze van. De wereld kan het hoog- verdragelljk, dat daaraan een geschreven. Wie gaat niet de
stens brengen tot „samenwerken", eind moet worden gemaakt. Toe- eenheid der kerken ter harte? Hij
standen waarin men, door lljde- i^te niet na dit meeslepende boek
Maar Gods volk heeft
zoening" een exempel te geven, lijk te
En we geven het voorbeeld van.... wordt."
verdeeldheid.
blijven, medeplichtig ]exen.
Rondom het belijden der kerk,
Leertucht door ds- H Volten. Uitgave J. H.
Kok N.V., Kampen.
Twee lijnen Dat brengt leertucht mee. De
gereformeerden moeten daarbij aiHiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiinniiii
met behulp van de historische
weg gaan ontdekken waar de drie
worstelen zo met eigen problemen
(Va
onzer medewerker»)
Grauw en regenachtig was de
vakantie-dag geweest. De meren
ln het wondermooie Oostenrijk la
gen donker grocn-blauw temidden
van de bergen waarvan dc toppen
ln nevelen waren gehuld. Vakan
tiegangers liepen met plastic-re
genjassen, en rare hoofddeksels
over de paadjes om toch maar
even bulten te zijn. Arbeiders ln
de bekende korte, gemsleren
broek, de blote knieën onder wij
de groene loden-regenjassen en
capes, reden per flets of brom
mer, soms op scooters over de
glibberige, hellende wegen.
Maar hoe dan met de handha
ving van de waarheid door de be-
lijdenis? Ds. Volten onderscheidt formulieren in hun rechtsgeldig-
twee lijnen. Die van Calvijn en heid moeten worden ingekort (Ne-
Groen van Prlnsterer en die van telenbos, Geelkerken enz). Maar
de Dordtse Synode en Kuyper. de Hervormde Kerk volge ook de
Calvijn zegt: Het Is ln de eerste historische weg, doch dan van de pB
plaats wel zaak, dat wij ln allea andere kant: zij moet nagaan
eengsgezind zijn, maar aangezien waar zij de rechtsgeldigheid ten
er niemand ls, die niet door enl- onrechte heeft opgegeven. Zij
ge nevel van onwetendheid om- heeft de protesten van Groen en
huid ls, moeten wij óf geen kerk anderen te incasseren over diege-
overlaten, of het misverstand ver- nen die principieel een onbijbelse
geven ln die zaken, in welke men, prediking brengen, die als Prof.
zonder de hoofdsom der religie te £r. p. Smits denken, „een per-
schenden en zonder verlies der soon die wij niets minder achten
De predikant ontkent dit ten sallgheM, onwetend mag zijn", dan onszelf, maar die in een an-
stelligste. Natuurlijk wel bij een Calvijn heeft deze opvatting over dere gemeenschap thuis hoort dan
gedeelte, doch verreweg de mees- de rangorde der leerstukken ook de gemeenschap van de gekruiste
ten zijn overtuigd protestant. ta praktijk gebracht. Opgemerkt en opgestane Heiland". Christus
Ja, maar. als de kerk niet 1» d*t Calvijn onder de fundamen- is tot een crisis in de wereld ge-
tot de mensen komt, zullen op tcle leerstukken zelfs niet de prae- komen. De vrijzinnigen kunnen
den duur de mensen niet meer destlnatle noemt. mij als mensen alles schelen,
naar d« kerk koman. ..maar rij kunnen mi) kerkelijk f
Waarom niet? Het is de ft- En Oroen^ aaneaardt de_ term nltts schelen, wanneer nj op
ouder op kind.
Het vakantie-hoogseizoen brengt
ook zijn kerkelijke moeilijk
heden met zich mee. Terwijl
Ja maar.... we blijven even zit
had als elders in dit land. Ze zijn ten met het „ja maar", verwon
dus eigenlijk ketters gebleven, derd
Hier en daar vindt men nog
meer van dergelijke „ketternes-
techisatie vertellen, dat Jezus
de be- Gods Zoon is, maar op dezelfde
wijze als ouders aan hun kinderen j
suggereren dat Sinterklaas be- j
ten"
r rooms-katholieken in dit
toch
Zijn
dorp?
Ik denk zo'n 80. doch die
ten in nabij liggende dorpen ter had.
kerke gaan. Soms wordt er
k. eredienst gehouden in
In de pastorie van de Evangeli
sche Klrche in Gosau (Salzkam-
mergut) zat de dominese met vijf
kinderen om de eettafel toen we
onaangediend zomaar bij de pre
dikant binnen stapten. In de stu-
deerkamer lag de piano vol met soort verenigingsgebouwtje
boeken, paperassen en kinder- dan ver:
speelgoed. In een hoek van de ka- verhalen r
mer een kinderbox, in de andere slechts 80 of 40. De anderen la
hoek
Zo was het toen we binnenkwa
men, maar toen we na een uur
i opstapten, zaten drie kleuters
woonte van ouder op kind. 'Ze „wezen en hoofdzaak
vragen hier niet naar evangelisa-
t;p B lijdenis tot bijzaken te verklaren
maar wel „als men, ofschoon ei
iet ia maar- verwon- uit de aard der iaak verband en staat". Ik wou zegt ds. Volten,
de „slapende"' gemeen- onmisbaarheid is van alle waar- „dat ik de bezonnenheid van Van
te van Gosau.'... en dan vragen £ulede w,00rd^rach^ ,\an
we: komen er veel vakantiegan- iimniimiiimiiiiiiiuiillililllia Van Niftnk en het profetisch eian
gers zomers naar uw kerk?
Niet zo heel veel. hoewel er drukke praktijk.... m'n huisbezoe
dorp vorig ja_ar 65.000 „„„ken 1
ken beperken zich tot drie of
- xen Deperxen zien tot a
overnachtingen hebben plaats ge- hoogIlt„ V1„ „r week.
- preek kost me zaterdags een paa
Vakantiegangers ,d« .«nkele begrafenis
Dubbelzinnigheid
doopplechtigheid
rtT Want toch wil men in de Her-
vereist weinfe vormde Kerk de kerk verzamelen
vereist weinig -„j-t- ~hri*.
Wordt
de dorpsbevolking, bereiken? Neeili Mggen we tegen on„elf:
■ren la- Ja zeker, de dominee glim- Nwni beslfgt dit lljkt niet
krijgen lach gelukkig ja zeker, ik houd op een Jonge Nederlandse paste
regelmatig in het seizoen lezingen riej
kerk met dia's over deze streek,
de bij
mgeslotcnen nog wat gedaan be- tel
Onder de tafel verscholen tussen halve kerkbezoek?
stoel- en tafelpoten, glurend naar
de vreemde gasten van vader.
Och ja, pastories van jonge pre
dikanten zijn dikwijls hetzelfde....
Gosau telt 1800 inwoners. 1500
daarvan behoren tot de protes- --
tantse. diaspora kerk van Oosten- ben ze veel te veel te doen
r het landschap 4
der oudste chris-
-s Heer. Opgesta
ne Heer? Ja? Verzwijgen? Dat
is de dubbelzinnigheid in de Her
vormde Kerk. En de dubbelzin
nigheid in de Gereformeerde Ker-
uit angst
„Ketternest"
1 de Grauw en regenachtig was de vervlakking zich vastklampt aan
Seschiedenis van dit land" en ben dag geweest. Grauw en regenach- de letter der belijdenis maar tege-
ruk doende met steeds weer *1? de gedachte die ona ln lijk in de wandelgangen over de
"«■- nieuwe dia's te maken. Kijk.... bezit nam, toen we met de predi- Schrift mag spreken zoals Geel-
gen. bezoek: gemiddeld 12. We Hij haalt direct een groot aantal kant de kerk bekeken.... Slapen- kerken deed, en nog veel meer.
hebben onze catechisaties. Ja. en dozen met dia's te voorschijn, gemeente, duttende dominee: Beide kerken moeten elkaar van
bukt ergens diep in een kast en ,s mogelijk dat we de situatie hun dubbelzinnigheid afhelpen,
komt met albums met kleurenfo- nkt goed begrepen, dat het wel- „Wie zou willen wachten op een
to's te voorschijn.... Het blijkt, Hebt niet anders kan, maar hereniging, totdat men elkander
gemeente te dat we bij een amateur-fotograaf grauw wa» het wel! op de oude basis zou vinden, kan
van de bovenste plank terecht Een toch wai het een Jonge, wachten tot-in het oneindige; dit
zijn gekomen. Enorm, wat een frlsae man, die predikant daar ln gebeurt niet meer en kan niet
voorraad... dan vragen we: Grosao ln Salzkammergut. En gebeuren. Dat betekent, dat
Hoe komt het dat bijna negen
tiende deel van deze bevolking
protestant is. een veel groter aan
tal dan in de overige dorpen?
Och, zegt de dominé: tijdens
de tegenreformatie hebben de de toon behorende, dat
mensen hier niet zoveel last ge- de kerk zijn?
nog aan kerk
denken.
Gaat u regelmatig op huisbe
zoek?
Huisbezoek
Hoogstens naar mensen die er
om vragen, zoals bij huwelijk .ge
boorte en dood.
igenlijk tot de goe-
Hebt u daar allemaal tijd i
want dit vereist toch een ene
hoop tijd en werk.
Veel tijd
z lid
De predikant met
kinderen glimlacht: Ik heb geen den én bij de dominee.
tóch vertelde hij dat hij met ple- «lkaar alleen nog maar ontmoe-
zier het werk van xlelerherder ten kan op een belijdenis, die aan
deed. We hebben hem de hand de fundamenten van het evange-
gedrukt, sterkte gewenst, en ho- lie bindt, op een „wezen en hoofd-
pen dat er daar In dat Grosan zaak", op de weg van Groen. Niet
nog wat frisse wind zal gaan alleen om het menselijk gebrek-
waaien, én onder de gemeentele- kige van de belijdenis
terwille van de ander.
in de grote steden, om het niet
helemaal origineel te zeggen
„dekerkerzo
ongeveeruitziet," kan men
van de echte vakantieplaatsen
zeggen dat „de kerkerzouit-
ziet".
Het bord voor de gereformeerde
kerk van Katwijk aan Zee
spreekt boekdelen. De twee
zondagsdiensten zijn uitge
groeid tot vijf diensten in
snelle opeenvolging. Reeds om
acht uur stromen de mensen
toe en om half tien en kwart
voor elf is het gebouw zó vol,
dat de ouderlingen en diake
nen wel wilden dat ze een uur
vijf kwartier konden laten
duren, zodat ze er nog een
dienst konden tussen schuiven.
Beneden onder de preekstoel
en boven op het balkon is het
één mensenmassa. De meesten
zitten schuin in de bank
er nog een extra gast bij ft
kunnen persen, en dan moeten
nog stoelen worden gezet in
een hal.
Ik zag
Gods heerlijkheid
Ik zag Gods heerlijkheid,
door ds. H. J. Hegger, Uitgave
Hoenderloo's Uitgeverij en
Drukkerij, Hoenderloo.
Ds. H. J. Hegger, de man van
„In de rechte straat" en het ex-
priesterrefugium „De Wartburg")
in Velp, heeft een nieuw boek
geschreven, dat ongetwijfeld zijn
weg zal vinden. In een serie
geestelijke overdenking beschrijft
hij de heerlijkheid van God. Het
is minder een studie van de heer
lijkheid des Vaders, de liefde van
Christus, de kracht van de Heili
ge Geest en Gods heerlijkheid
in onze daden, dan een beschrij
ving door iemand die dit alles j
diep innerlijk heeft doorleefd.
Ben Khedda met de rug tegen de muur Burger
oorlog onvermijdelijk Conflictstof in Katanga
AFRIKA blijft de aandacht
vragen. Het meest is dit
wel het geval, wat Algerije be
treft. Niet alleen, omdat Frank
rijk ln verschillende opzichten
nog rechtstreeks betrokken Ls
bij de gebeurtenissen in dat
land. Maar ln nog veel sterkere
mate, omdat de ontwikkelingen
ln deze jonge staat van het
grootste belang zijn voor de toe
komst van geheel Noord-Afrlka.
Van niet minder belang ls even
wel de situatie ln Kongo, waar
premier Tsjombe van Katanga
er nog steeds bi slaagt, te doen
alsof de centrale regering van
premier Adoela in Leopoldstad
niet bestaat. We hebben er al
vaker op gewezen, dat dit een
toestond Ls, die onhoudbaar Js
en met de dag onhoudbaarder
wordt, omdat het blijkbaar on
mogelijk la. deze zaak door
middel van onderhandelingen te
regelen.
Tegenstelling
Dit laatste is ook het geval
met de politieke moeilijkheder,
in Algerije. Het is moeilijk om
uit te maken, of we hier met
een zuiver persoonlijke machts
strijd te doen hebben, of met
een (wat we zouden kunnen
noemen) „ideologisch conflict"
tussen verschillende stromingen
in het Algerijnse nationalisme.
Als men de situatie in ogen
schouw neemt, zoals die zich
tot dusver heeft ontwikkeld, dan
ziet men veel dat op een per
soonlijke machtsstrijd wijst.
Daar is in de eerste plaats de
tegenstelling Ben Khedda-Ben
Bella: andere figuren hoort men
niet noemen dan in verband
met een van beiden. Dan is er
de geografische tegenstelling,
zich uitend in de verdeeldheid
onder de militaire districten,
waarvan er slechts twee achter
Ben Khedda staan, al zijn het
dan de twee districten, die het
grootste aandeel hebben gele
verd in de strijd tegen Frank
rijk.
Geven en nemen
dan wordt die echter alleen
de zijde van Ben Bella gevoerd.
En dan zien we Ben Bella als
,,de man. die er op het beslis
sende ogenblik niet bij wa», die
do laatste vijf a ie* Jaar niets
heeft kunnen doen om de onaf
hankelijkheid van zijn land te
helpen verwezenlijken en die
lijdelijk moest toealen. hoe an
deren het grote wonder tot
stand brachten". Die anderen
konden tot een akkoord met
Frankrijk komen, omdat zij
voor rede vatbaar bleken te
rijn. omdat »IJ niet het onderste
uit de kan wilden vragen en
omdat het tegendeel 1» nog
niet gebleken rij naar een
overeenkomst zochten, die (In
het belang van Algerije «elf)
rekening hield met de voortdu
rende aanwezigheid van de
Franse bevolkingsgroep en met
een nauwe samenwerking met
Frankrijk. Het was voor hen ln
Evian les Ba ins dus een kwestie
Kiem gelegd
ten wa» het al meteen
dat er een strijd om de macht
zou ontstaan. Hij begon zich te-
3 en zijn enige rivaal Ben Khed-
a af te zetten, door de over
eenkomsten van Evian le» Barns
een vernedering te noemen, in
Cairo en andere hoofdsteden
naar de gunsten van de rege
ring der zgn. Casablanca-staten
Khedda en diens minister kou
de rillingen bezorgden. Ben Bel
la, teruggekeerd in Tunesië, zag
zich genoodzaakt, te doen alsof
hij bedoelde verklaringen niet
had afgelegd en te vertellen,
dat hij volledig achter de ak
koorden van Evian stond. Maar
het kwaad was al geschied. De
kiem voor het conflict was ge
legd. Op de weg naar de per
soonlijke macht waren door Ben
Bella de eerste forse schreden
gezet. Het was voor hem nog
slecht» zaak, de zich in Tunesië
en Marokko bevindende Alge
rijnse militairen achter zich te
krijgen om zich met geweld van
de macht meester te kunnen
Ragen en drup
Ben Khedda had toen het
hoofd in de schoot kunnen leg
gen. HIJ had kunnen uitgaan
ran het standpunt, dat het voor
naamste doel wu bereikt: de
onafhankelijkheid. Maar daar
wm de zaak niet mee of. De
moeilijkste periode wm eigen
lijk pos aangebroken. De alge
mene verkiezingen, die Algerije
een op democratische wijze ge
kozen regering zouden moeten
bezorgen, waren ln gevaar ge
komen. De akkoorden van
Evian. die de basis zouden vor
men voor een snelle opbouw
van de nieuwe Algerijnse staat,
dreigden in het gedrang te ko
men. Kortom: als Ben Bella
zijn zin zou krijgen, zou er voor
de tien miljoen mohammedanen
in het land betrekkelijk weinig
veranderen: zij zouden ln een
politiestaat blijven wonen; van
persoonlijke vrijheid zou (even
min als onder het Franse be
wind) geen sprake kunnen zijn: eer
Algerijns militair regiem zou de
plaats Innemen van een Frans
militair bewind en de talrijke
executies, die In de afgelopen
weken ln door troepen van Ben
Bella bezette gebieden hebben
plaatsgevonden, zijn er om te
bewijzen, dot Algerije van de
(Franse) regen ln de (Algerijn
se) drup terecht zou komen.
Tegen de muur
En zo koos Ben Khedda dt
veg van de strijd: hij ontsloej
met instemming van zijn kabi
net de opperbevelhebber van dt
FDN-strijdkrachten, Bouma-
dian, in een poging, het leger
te scheiden van de zich achter
Ben Bella geschaard hebbende
militaire leiding. Dat Ben Khed
da daarmee in de roos had ge
schoten bleek uit het overhaas
te vertrek van Ben Bella uit
Tunis, waar geruchten de ronde
deden, dat men op het punt
stond, de rebellerende vice-pre
mier en diens aanhangers te
arresteren. Op zijn beurt slaag
de Ben Bella er in, het effect
van Ben Khedda's maatregelen
voor een groot deel weg te ne
men. De strijdkrachten op Tu-
nesisch en Marokkaans grond
gebied kozen openlijk de zijde
van de rebellie en ook in Alge
rije bleek al spoedig, dat Ben
Bella op de steun van het groot
ste deel der militaire leiders
kon rekenen. En op het ogen
blik dat we dit schrijven staan
Ben Khedda en de hem trouw
gebleven troepen in de Wil-
laya's 2 en 3 met de rug tegen
de muur, bereid een strijd aan
te binden, die zonder uitzicht
lijkt Het is niet alleen een
strijd tegen een streven naar
Vrouwen in Katangaanse
hoofdstad Elizabethstad inactie
tegen Indische VN-militairen,
persoonlijke macht, maar ook
en vooral tegen een militaire
dictatuur, die alles teniet dreigt
te doen, wat in een jarenlange
bloedige strijd werd verworven.
Katanga
In Kongo liggen de zaken an
ders, zij het nie* minder moei
lijk. Daar hebben we te maken
met een centrale regering,
waarvan we ln elk geval mogen
zeggen, dot zij alleen maar goe
de bedoelingen heeft. Zij wil in
samenwerking met de Verenig
de Naties alles doen wat moge
lijk en wenselijk ls, om deze
jonge staat nieuw leven in te
blazen en omstandigheden te
scheppen, die de bevolking een
menswaardig bestaan kunnen
garanderen. Hierin zou men al
m veel sterkere mate dan thans
het geval is geslaagd kunnen
xl£i, ware het niet, dat een deel
van Kongo zich blijft onttrek
ken aan het samenspel, zonder
hetwelk deze vroegere Belgische
kolonie geen reden van bestaan
heeft. Katanga, rijk gezegend
met bodemschatten, wil alle In
komsten voor zichzelf houden en
verzet zich met alle mogelijke geval Is_en dat
middelen tegen pogingen van de
centrale regering te Leopold
stad, het haar toekomende deel
uit de Katangaanse pot ln han
den te krijgen. Het gaat er ln
Kongo dan ook al lang niet
meer om, of de staatsvorm een
centraal of een federatief of zo
men wil confederatief karakter
zal krijgen. Het gaat er heel
huiselijk gezegd alleen maar
om de centen. Die wil Katanga
ten enen male niet geven.
Belangen
Grote internationale belangen
spelen In Katanga door elkaar
heen. Engeland, België, Rhode-
alle wat mee te maken.
Onvermijdelijk
Een jaar geleden kon men
zich nog druk maken over de
politieke toekomst van Kongo,
Tsjombe beloofde toen nog
koeien met gouden horens. En
het zag er naar uit, dat alles
wel in orde zou komen, als men
hem maar wat tegemoet zou ko
men wat betreft zijn wensen
terzake van een Kongolese sta
tenbond. Sindsdien heeft men
getracht, Tsjombe op alle mo
gelijke manieren tegemoet te
komen, maar telkens als een
akkoord voor het grijpen lag,
wist de Katangaanse premier
zich aan tlle verantwoordelijk
heid voor gemaakte afspraken
te onttrekken. Hetgeen er vorig
jaar toe leidde, dat troepen van
de Verenigde Naties in actie
kwamen ->m Tsjombe tot rede
te brengen. Er ontstond toen
een vrij onverkwikkelijke situa
tie, waarin ook de VN-troepen
zich niet bijster happy voelden.
Toen het vuren gestaakt was,
'eek er echter reden te zijn om
aan te nemen, dat Tsjombe
voortaan voor rede vatbaar zon
zijn en dat het leed nu wel gele
den was. Uit de jongste ontwik
kelingen blijkt echter, dat dc si
tuatie in Kongo nog nooit zo ho
peloos ls geweest als than* het gebruiken.
Als er in de Verenigde Staten
stemmen opgaan om nu einde
lijk eens een eind te maken aan
de chantage van Tsjombe, bete
kent dat nog niet, dat de voor
standers van een dergelijk op
treden alleen en uitsluitend de
belangen van Kongo op het oog
hebben. Hun eigen belangen
vallen dan hoogstens samen met
de politieke interessen van de
regering te Washington. Anders
is het gesteld met Engeland.
Dit blijkt alleen al uit het feit,
dat de Britse regering secreta
ris-generaal Oe Thant beloofd
heeft, hem te zullen steunen in
zijn streven, een eind te maker,
aan de rebellie van preir.'er
Tsjombe van Katanga, maar
dat zij zich later gedwongen zag,
deze belofte zodanig te .inter
preteren", dat zij op het tegen
deel neerkwam. Alleen de Bel
gische regering neemt een moe
dige houding aan, een houding,
die overigens meer en me<?r
waardering begint te krijgen m
kringen, die nog niet zo lang ge
leden dezelfde regering van on
waarachtigheid beschuldigden.
Verwijdering
•erwijdert zich steeds verder
van het doel, waarnaar het ver
wacht wordt te zullen streven.
Een nieuw conflict kan niet uit
blijven, ook al neemt ledereen
zich voor, geen geweld te zullen