Frans Halsmuseum
HEDEN
N
-1^22222225^1-
ROTTERDAM? Dal is niel niks
VERBEELDING en
WERKELIJKHEID
HAARLEM „MEKKA VOOR BEWONDERAARS
verzamelde meesterwerken van Neerlands grootste portrettist
ZATERDAG 23 JUNI 1962
Deze zomer is Haarlem het „Mekka"
voor de bewonderaars van het genie Frans
Hals. Uit vele landen zullen zjj naar de
oude schildersstad komen om een glorieus
feest mee te vieren, nu ter opluistering
van het honderdjarig bestaan van het
Frans Halsmuseum een zo groot aantal
meesterwerken voor korte tjjd is terug
gekeerd binnen de veste waar Neerlands
meest vakbekwame portrettist zyn schep
pingsdrift heeft uitgeleefd.
Met inbegrip van het eigen museumbezit
waarin Frans Hals onovertroffen schittert zijn
zesenzeventig schilderijen van de meester
de eeuwfeest-tentoonstelling verenigd. Dit be
tekent. dat wij in 170 geportretteerde
vrouwen en kinderen uit de zeventiende eeuw
de glorie en de ontwikkeling van een uniek
kunstenaar kunnen overzien.
De vermaarde schilder Eugène
Frometin. auteur van ..Les
mal tres d'autrefois schreef het
al in 1876 dat Hals ais schil
der geen geheimen voor hem be
zat. ook al waren biografische
bijzonderheden vrijwel niet be
kend. In zijn ten geleide voor de
catalogus zegt museum direc
teur H. P. Baard nu ongeveer
hetzelfde. Het is waar, dat de
ontdekking van tot dusver verbor
gen gebleven levensomstandighe
den van Hals aan de inzichten
omtrent zijn kunst niets zou ver
anderen. hoewel desondanks bij
het beschouwen van deze kunst
de bewondering vermengd zal ra
ken met intrigerende gedachten
aan de man wiens handen zoveel
constigh werck hebben gewrocht.
Het feitenmateriaal is uiterst
summier Frans Hals moet om
streeks 1580. waarschijnlijk in
Antwerpen, geboren zijn uit
Mechelse ouders. Bekend is ver
der. dat de familie in 1591 te
Haarlem gevestigd
daar kwam in dat jaar broer
Dirck ter wereld. Vermoedelijk
was de jonge Frans enige tijd in
de leer bij Karei van Mander.
hetgeen men ontleent aan de in
diens „Schilder-Boeck" voorko-
invloeden wordt wel aangenomen,
dat Hals ook van Cornells Ketel
Iets heeft opgestoken.
Jong begonnen
Dat is al. Voor het overige
zijn we aangewezen op de na
vergelijkende studie door onder
zoekers getrokken conclusies, in
alle gevallen uitgaande van het
geen de schilder in verf heeft na
gelaten. Aangezien de datering
♦crst begint in 1610. blijft de
kunsthistoricus omtrent Hals'
jeugdjaren volkomen in het onbe
kende tasten. Op grond van de
kwaliteit van het vroegst bekende
werk en wetende dat menige
tijdgenoot van Hals reeds als
prille knaap penseel en stift han
teerde, is het wel zeker dat de
schilder aanzienlijk vroeger dan
1610 zijn carrière begon.
Frans Hals was geen
schilder; niet een profeet met een
boodschap. Hem dreef een intens
behagen in schoon coloriet. dat
gepaard ging met een verbluffen
de kennis van de kleurenleer, die
voor hem geen geheimen had.
Daarenboven wist deze geniale
vakman alle problemen van com
positie. vormopbouw en penseel
voering te overwinnen.
Daarom ook was het hem ge
noeg, conterfeiter te zijn van z'n
burgerlijke medemens. Dat hij
het zo volstrekt onburgerlijk
heeft gedaan, duidt op een ande
re geestesgesteldheid dan die
van de tot welvaart en heersen
opgeklommen poorters. Of an
ders gezegd: in zijn kunst heeft
Hals zich niet vereenzelvigd met
de verburgerlijking van zijn tijd.
Vlotheid
Frans Hals
„Zelfkijk"
Vit het Taft-Museum
(Ohio) komt dit port
reeks 1648 "30door
iets geschilderd.
geslaagd om op zoveel
alle nuances tussen verstilde
glimlach en uitbundig schateren
vast te leggen. Nooit overdreven,
nimmer uitdagend. En voor zo
ver dit uit zijn werk is af te lei
den. is een hang naar frivoliteit
hem vreemd gebleven. Zelfs de
enig bekende uitbeelding van een
lichtzinnige vrouw ide thans zo
genoemde ..Bohémienne", bij ho
ge uitzondering door het Louvre
afgestaan» is ondanks een ondeu
gend décolleté het bewijs van
welvoegelijk observeren.
Er zijn nog andere details in de
weergave van de geportretteerde
figuren, die een wezenskenmerk
van Frans Hals prijsgeven. Deze
„trek" is te vinden in de arm- en
handgebaren. Men vergelijke de
mimiek in een reeks schilderij
en en dan beginnen die handen
te gewagen van een puur zeve-
tiende-eeuwse calvinistische in
slag. van een geestesgesteldheid
die zich ondermeer uitte in een
voor de mens van die tijd zinvol
le retoriek. Deze sprekende han
den vertellen, hoe men J
gerlijke maatschappij
gouden
Wat Ls Rotterdam? ..Rotterdam
la niet niks". Zo luidt tenminste
de titel van het aardige boekje
dat Is geschreven door elf Am
sterdamse journalisten, die op
een dag naar Rotterdam zijn ge
reisd om daar eens rond te neu
zen. Niet so maar, doch met een
vooropgezet doei.
Bas Roodnat, die het boekje
samenstelde, doet dit in zijn in
leiding helemaal uit de doeken.
„Tussen beide steden bloeide een
mooie, terecht gekoesterde vete
op. Een ruzie. die het leven
schonk aan vele venijnige grap
jes. Dit boekje wil een Amster
damse kijk op Rotterdam en
daardoor een bijdrage aan die
ruzie zijn". En Theo M. Eerd-
rrans zegt in zijn voorwoord:
ze zijn in het nieuwe, gro
te. grootse Rotterdam gaan rond
neuzen. om de Maasstad eens
een flinke optater te verkopen;
om de muur. opgetrokken door
de immer herhaalde slogan „In
Rotterdam vliegen de gebouwen
de grond uit" eens grondig in el
kaar te trappen".
Met die grondig-in-elkaar-trap-
perij valt het overigens nog al
mee. „Rotterdam is niet niks"
verbergt in feite een Amsterdams
compliment aan Rotterdam in
zich al is dit compliment uiter
aard binnen de voor Amsterdam
mers aanvaardbare grenzen ge
bracht. Maar goed. de Amster
dammers hebben hun hart eens
gelucht en de Rotterdammers
hebben hun hart eens gelucht en
de Rotterdammers hebben er een
charmant boekje over Rotterdam
bij gekregen, dank zij De Bezige
Bij. die zeer terecht bereid
bleek de Amsterdamse verbalen
te bundelen.
Analyse
worden van eigen individualise
ringsproces waarschijnlijk me
de onder de druk van de behoefti
ge omstandigheden waarin hij
tenslotte kwamen te verkeren
is waar te nemen in zijn laatste
en meest sublieme meesterwer
ken. vooral in de Regentessen
van het Oude-Mannenhuis.
Hierin is niet slechts prake van
een haast genadeloos diep pei
lende karakterontleding en heke
ling van een kwalijke geestesge
steldheid, maar hier uit zich de
ruim tachtigjarige meester in zijn
hoogste graad van geestelijke
ontwikkeling, door niet meer te
willen schitteren in extroverte
schilders genialiteit en in plaats
daarvan, met weglating van alle
schilderkunstige detaillering, het
fundamentele zichtbaar te maken
in machtige vegeD van verf. Een
virtuositeit die hem heeft ge
maakt tot een nimmer overtrof
fen eenling, wiens werk zich op
heft uit de tijd en voor alle tijden
modern zal blijven.
Haarlem is nu een met vele
hoogtepunten uitgebreid ..Mek
ka", waar klassieke en moderne
pelgrims hand in hand kunnen
gaan.
TON HYDRA
Spitsuur op een Parijs plein
Foto links: Bij hoge
uitzondering heeft
het Louvre in Parijs
deze in gedurfde
en modern gebleven
stijl neergezette „Bo
teend (1628—'30).
held, waarmede hij zovele van
zijn modellen en opdrachtgevers
heeft uitgebeeld. Die luchtige
toets, de als het ware flitsend op
gebrachte dunne verflagen, die
gedurfde en zo rake kleurtejen-
stelllngen. Niet ten onrechte heeft
Fromentin betoogd, dat Frans
Hals afsteekt tegen de ernstige
achtergrond der schilderkunst
van zijn tijd.
Toch geeft geen enkel schilde
rij aanleiding, hem te zien als
een oppervlakkige levensgenieter
of nog erger. Zeker, hij was tot
omstreeks zijn vijftigste jaar in
hoofdzaak een scherp waarnemer
van hetgeen zich aan de „opper
vlakte" van zijn personages voor
hem zichtbaar maakte. Maar in
de uitbeelding daarvan ontbreekt
nimmer de ernst. Niet roekeloos
intuïtief, doch weloverwogen, dus
ernstig, bouwde hij aan zijn
steeds vrijer wordende composi-
ruimte tot stand bracht.
De tentoonstelling biedt van een
en ander voorbeelden te over.
Naast de altijd in Haarlem ge
bleven schutterstukken en regen
tenstukken onthullen vele indivi
duele „koppen" de ware aard
de strevingen
Claude Mauriac, zoon van de
beroemde Francois Mauriac,
Nobelprijswinnaar van 1952, is
verder gegaan op de weg, die
hij had ingeslagen met zijn
boek Le Diner en v i 1-
1 e. Daar gaf hij van acht man
nen en vr
bijeengebracht, de woorden
in nog ruimere mate de gedach
ten, alsof hij wilde tonen wat
er leeft in de Parijse society,
breder genomen, in de cultuur-
dooreengeslrengeld
het
namiddag
zoverre geïntegreerd
slag van een zomers»
ip den jare 1960, dat ze ue een
heid van het menselijk bestaan
laat zien. dat in zijn kern niet
verandert.
Mauriac eindigt met een per-
met de soonlijk woord, waarin hij verze-
tafel ogen overgebrachte boodschappen, kert strikte objectiviteit te heb-
De mensen, die subject of ob- ben betracht, en komt tot de pes-
ject zijn bij dit spel, zijn tij
tijd genoemd.
gen, begerige blikken
Op zeldza-
na heb ik
..„sdaden tegen de licha-
„JPl. tegen de harten, tegen de
echt, al zielen ontdekt.... Zo zeggen het dc
,1- simisische conclusie:
kennen me uitzonderingen
de identiteit der slechts^
voorbijgangers in onze straat "MT-
Wat innerlijk gebeui
rtit a cinq
h e u r e s, een titel ontleend
aan een zin van Paul Valéry,
maar die verder in het boek
geen rol speelt, is de schrijver gezien
de onzichtbare toeschouwer
toehoorder op
oude Parijs, 1
samenkomen, le Carrefour de
Bucci.
Goede keus
techniek toegepast, die --- -
sluit bij de Nouveau Roman en den uitgesproken, neemt hij de
die hij ook reeds
mens van onze tijd. In zijn blijft het anoniem. Mauriac heeft feiten. Zoals ook
nieuwste roman La mar- een techniek „toegepast^ dm
PiPVP zijn vader op
RIV. SIWWBgebruikte, leven over.
De lezer mag zelf de etiketten j l i
aanbrengen op de figuren. Aan- ten QeSld3QCl DO€K
gezien ze meestal voordurend te-
rugkomen, ontstaat een mogelijk- Daarover zijn de meningen ver
plein in het heid daartoe. Alleen maar. door- deeld. Zeker is, dat het grote pu-
viif straten dat het aantal optredenden hier bliek de vorige roman beter heeft
J - - veel meer bedraagt dan in het ontvangen. Het is dan ook een
vorige boek, blijven ze. een en- waagstuk in de spiegel der woor-
kele uitgezonderd, vager en ko- den het bonte leven, zowel inner-
men niet tot een persoonlijk be- lijk als uiterlijk, te willen opvan-
staan. Dat was trouwens ook niet gen en in directe, onbewerkte
de bedoeling van de schrijver; vorm de lezer toe te zenden. Het
één leven trekt door allen en we boek is daardoor onrustig, on-
kunnen onszelf in allen terugvin- vriendelijk gezegd, rommelig ge-
het den worden. Met tientallen figuren
Voor zijn doel had Mauriac
moeilijk een betere keus kunnen
doen. want tot in de 18e
was hier het middelpunt va
stadsgedeelte aan de linkeroever
rille
Bestudeer zijn bescheiden zelf
portret achter de zwierig manhaf
tige officieren en onderofficieren
van de St. Jorisdoelen uit 1639.
alsook zijn tussen 1648 en 1650
tot stand gekomen, van nog dich
terbij waargenomen „zelfkijk"
en het zal verwonderen dat deze
de Seine. Daar bevond zich
een wachtpost voor twintig „ser-
gents du guet". de hedendaagse
politiemannen, en vooral, het was
het plein voor terechtstellingen,
met galg en schandpaal. In de
revolutietijd van 1792 speelde de
Carrefour van Bucci een rol. Daar
begonnen -de beruchte Septem-
brisades, de moordpartijen on
der de gevangen gehouden ko
ningsgezinden en priesters, die
duizenden het leven kostten. In
1848. zowel als in 1830, is het plein
omgebouwd tot een vesting, die
de erop uitkomende straten be
heerste. Wie, zoals Mauriac. een
greep wil doen in de geschiedenis
van Parijs, leest hier de histori- boeken
sche gebeurtenissen af van de ge
bouwen en de straatstenen.
Maar ook voor het heden is de
keus van de schrijver uitstekend,
vooral wanneer men. zoals hij,
het drukste uur van de dag kiest,
tussen vijf en zes, wanneer de ar
beid is afgelopen en de maaltijd
nog kan wachten. Dan benut, bij
geschikt weer, de ware Parijze-
naar zijn recht op flaneren. Hij
bezet de café-terrassen, ontmoet
vrienden en maakt nieuwe ken
nissen. Door sommigen wordt een
geruisloze jacht op avontuurtjes
ingezet: kortom, het grote-stads-
leven bereikt een hoogtepunt.
Zoals in L e
ook hier. er is weinig
het beeld, dat
verheffends in
Mauriac geeft van de mens; ja
loezie, achterklap en vooral een
verhitte seksualiteit, die gevoed
wordt door de losse manieren en
uitdagende wijze van kleding, ei
gen aan onze tijd. Niet zonder be
doeling geeft de schrijver de tekst
door van een aanplakbiljet, lui
dend: „Fatsoenlijke vrouwen
doen er goed aan zich niet te kle
den als straatdeernen."
inderlingi
zijn stemmingen,
voornemens benevens
gesprekken.
dat wel onvermijdelijk. Toch, hoe
wel moeilijk om te lezen, een in
teressant boek.
Dr. M. C. v. d. Panne.
Claude Mauriac. La marquise
iortit a cinq heures, uitg. Albin
MicheL
De Vogel der
verbeelding
Achter het pseudoniem van
Herluf van Merlet verschuilt
zich een bekend hoofdredac
teur van een R.K. dagblad.
Deze in 1900 geboren schrijver
heeft geen groot oeuvre op
zijn naam staan. Dat komt
meer voor bij journalisten en
kunstredacteuren. Zij zijn,
zij't vaak noodgedwongen, erg
zuinig op hun creatief talent.
Herluf van Merlet begon zijn
journalistieke loopbaan in 1922.
Reeds toen had hij een bundel
verzen gepubliceerd. Later
volgde de dichtbundel „Het
Oud Seizoen" en de novelle
bundel „De Bond van eerlijke
Mensen". Na de oorlog eerst
een boekje met aforismen
waarna de roman „Het Zaad
tussen de Doornen". De ver
zenbundel „Ter Saldo" gaf
een weerslag van zijn verblijf
in cel en concentratiekamp en
de jaren van ziekte die daar
het gevolg van zijn geweest.
Wanneer men als recensent
enige tijd vrijwel niets anders
dan grillige norm- en vormlo
ze prozageschriften van de jon
gere generatie heeft gelezen,
is een bundel als „'De Vogel
der Verbeelding", de nieuwste
novellenbundel van deze
auteur, eigenlijk een weldaad.
Weliswaar mist men hier soms
de flitsende verteltrant van de
jongeren en bekruipt de lezer
soms het gevoel dat deze
zeer uiteenlopende verhalen
vaak net iets te lang zijn uit
gesponnen, maar daartegen
over staat dat men 'hier heeft
te doen met een aristocratische
Jeest, een schrijver die door
e jaren het leven met een
milde ironie heeft leren bezien.
Het is allesbehalve halfzach
te literatuur, maar u moet er
eerst de smaak van te pakken
krijgen door u rustig over te
geven aan een manier van ver
tellen, die vaak aan „fraaie
letteren" doet denken, maar
toch is ontkomen aan alleen
maar mooi-schrijverij. Wat
mij bijzonder aantrok in dez^
vertellingen is de zeer verzorg
de stijl en het feit dat de
auteur voldoende afstand heeft
genomen. Hij is geen schilder
van het Hollandse binnenhuis
je. Liever neemt hij ons mee
naar Venctic, New York, Pa
rijs. Dat is geen snobisme
doch een natuurlijke behoefte
aan decorwisseling van een
cosmopolitiseh aangelegd
auteur. De figuren die Van
Merlet beschrijft zijn o.veri-
gens behept met alle deugden
en ondeugden welke de mens
na de zondeval eigen zijn,
waar ter wereld hij ook woont.
De protestantse lezer die
eigenlijk zo weinig weet van
het innerlijk van een R.K. ge
lovige wordt in deze vertel
lingen zonder angstvalligheid
van de schrijver deelgenoot
gemaakt van de specifiek
roomse vertwijfelingen die
vaak al even menslijk blijken
te zijn als die van de ortho
dox-protestant, zij 't dan dat
er een opmerkelijk klimaats
verschil valt waar te nemen.
„Er scheen geen groter
deugd dan de kuisheid en geen
groter kwaad dan de onkuis
heid te bestaan". „Geen deugd
was kwetsbaarder, geen kwaad
gemakkelijker bedreven".
(Een ironische bespiegeling
van de typisch Roomse over-
Historisch element NIEUWE BOEKEN
voor u besproken
Desprez, de handelaar
Deken en documenten, maar uu-
venal minnaar van zijn koopwaar,
reciteert en citeert gedichten en
prozateksten, daarbij teruggaand
tot de Xlle eeuw, waaruit stamt
een dichterlijke beschrijving van
de Parijse straten en een arrest
van Lodewijk IX. De volgende
eeuwen leveren realistische be
schrijvingen, geput uit oude kro
nieken, van volksoproeren en rond-
rijpende epidemieën. Voor de
ate XVIe eeuw en het begin van
de XVIIe heeft Mauriac grepen jJjaria
Prima-donna, door Hans Wolf
gang. Uitgave Ad. M. C. Stok,
Zuid-Hollandse Uitgevers Mij.,
Den Haag.
De Bruidschat, door Rona
Lentlnck. Uitgave La Rivière
en Voorhoeve, Zwolle.
Na de dood van haal- vader,
smnivpn van riimii- --n Frans edelman, blijft de jon-
Hans Wolfgang kennelijk verarmd achterta.
Bij het schrijven
donna is Hans Wolf),
geïnspireerd door het leven
Callas. Deze zangeres
dat de iuuw
mSÏ.r„ne Sï; overeenkomst
eigen levensverhaal
het karakter van de hoofdfiguur.
Veelheid van personen
die tegenove»
elkander wonen. De één is Ber-
trand Carnajoux, romanschrijver,
de gastheer van L e Diner
en v i 11 e, nu gescheiden van
die hem soms, zoals den vertelt Desprez anecdotes
1611),
gave bestaat in elf delen.
wordt een aaneenschakeling V<UJ uc u
moord, ketterjacht, martelingen Marianm, Gaston, veel
eigen karakter herkende.
dan zijn voorouders,
last de schrijver enkele verslagen
in van wreedheden begaan in de
Algerijnse oorlog.
Voor de volgende, mildere tij-
op deze dag, een bezoek komt
brengen met de kinderen. Hij is
ingespannen bezig aan literair
werk, maar gunt zich nu verpo- „ltv.
zing aan zijn raam, dat uitziet treft,
op het plein. De ander is Desprez,
dit boek een film in
voorbereiding. De hoofdrol daarin
krijgt.... Maria Callas!
Nu is het leven van Maria Cal
las niet alleen boeiend
zeer sensationeel
Prima-donna kan
vindt zij zo
wel de bruidsschat die haar va-
der voor haar blijkt te hebben
haar achtergelaten, als een echtge
noot.
Dit romantische verhaal is vlot
en humoristisch geschreven. Het
is bijzonder boeiend. Jammer is
alleen dat de verzorgster van
Elisabeth, een wat wereldvreem-
i de
Mi het leren de oude vrouW' haar t,jd schl.Jn*
n nfjt door te brengen met ia pamek
„.Pt onchristelijke wij-
ma-aonna Kan men mei --
indruk ontkomen, dat het Je,
soort apologie is,
wijk. De Revolutie-tijd voert, wat verHpHïpini» van Maria Call's* te- v L
wreedheid en bloedvergieten be- gen de sensatie die zich rond haar J* f^fJbrSkt
weer terug naar de XVIe ®ersoon ontwikkelde en de schan- met was gebruikt.
De XlXe eeuw brengt^ de daien waarin zij verstrikt geraak-
te. Want ook Marianne Gaston is
het middelpunt van velerlei
schandaal en ieder in Prima-don-
na beschreven incident gaat ver-
Het is interessant deze baan der gezeld van een uiteenzetting
historie te volgen in de geschie- waaruit moet blijken, dat Ma-
i stadswijk. Ze i
mhet alledaagse zocht
te verweven met religieus bele
ven. Zo waren die mensen; zo
was Frans Hals zelf niet minder.
Beschouwen wij nu wat na
der Hals' weergave van gelaats
expressies. zo kunnen we het niet
meer geheel eens zijn met het
geen Fromentin bijna honderd
jaar geleden schreef, nl. dat uit
het werk van de schilder van
Haarlem het overwicht van de
kunstvaardige hand spreekt en
bij Rembrandt het overwicht van
de gees'. Hals was niet een „ge
tuigend" kunstenaar en zijn „im
pressionistische" schildertrant
idie twee eeuwen later o.a. Ma-
net inspireerde», duidt er inder
daad op dat hij gedurende het
grootste deel van zijn leven gees
telijk niet de diepgang van een
Rembrandt bezat Maar de aanwe
zigheid van indringend vermogen
kan niemand ontkennen.
Een waarnemer zonder meer
kan Hals niet zijn geweest. De
wijze waarop hij zijn modellen
karakteriseerde demonstreert
overduidelijk een scherpe en
analyse van ondergrondse
Frans
zijn ou-
details de geschiedenis van de hun ontmoetingen in de jite»
stadswijk zowel als van geheel cafe's.
Parijs en ziet voor zich acht eeu
wen maatschappelijk- en politiek
leven.
Nog enkele andere figuren aenis
plaatst de schrijver binnenska
mers, maar zo, dat hun blik over
het plein kan dwalen; een typis
te. vermoeid van de haast voor
bije arbeidsdag, vol zorgelijke ge
dachten over haar zoontje; een
kamermeisje in een hotel, dat in
haar verbeelding alle handelingen
volgt van een man en een vrouw,
die een naastliggende kamer heb
ben betrokken en haar ziekelijke
fantasie aan het werk zetten; een
oud man. die aan een vrend bij
zonderheden geeft over de laatste
dagen en het overlijden van zijn
De meeste objecten van des
schrijvers waarneming trekken
over het plein of houden er halt:
twee als chauffeurs vermomde
politiemannen, die verwachten
een paar gezochte misdadigers te
zullen zien opdagen; een hongeri
ge neger, die sinds weken tever
geefs geregeld werk zoekt; enke
le vrouwtjes uit een zijstraat, die
huishoudelijke inkopen doen en
niet te vergeten een lyceumleer
ling. verliefd op een klassegenote.
Uitvoerig geeft Mauriac zijn over
leggingen, zijn dromen en vrezen.
Zijn rivaal, een aantrekkelijker
knaap dan hij, kruist zijn weg.
Zou hij misschien? En weer
springt een veer los in het brein
van de jongen.
Zo is het boek vol met onuitge
sproken begeerten, flitsende ge
dachten, opborrelende herinnetin-
Portugal's stand in Afrika,
door Adriano Morelra. Uitgave
University Publishers, New
York.
Moreira, de Portugese minister
voor overzeese aangelegenheden,
laat in „Portugal's stand in Afri
ca" de stem horen van een land,
Prima-donna dat zich in de wereld van van
daag niet meer thuis voelt, dat
zich alleen gelaten weet en dat
zo niet verraden, dan toch be
de hand,
politiek
betrekking tot het Afrikaan
continent een groot deel van
minister Moreira
beslag neemt. En het zal
Gaston daaraan echt niets kan
Litteraire en vooral journalistieke
kwaliteiten heeft F
zeer zeker. Het boek
schreven, de opbouw is logisch
er is een goede samenhang t
sen de verschillende gebeurtenis- kocht voelt. Het ligt
sen. dat de Amerikaanse
Ook de vertaling van M. L. Ohl
doet prettig aan, al zijn er enke-
le malen zinswendingen gebruikt, het werk
die de invloed op de Nederlandse
verraden van het Duits, mand verbazen, dat de schrij-
rr -■*- 1 ver het volkomen oneens is met
deze politiek, die hij ten onrechte
bestempelt als een poging, „du-
bieuze vrienden" te maken om
otters, door Marl- Z0Veel mogelijk stemmen in de
De organisatie der Ver. Naties ach
ter de politiek van het Westen te
krijgen. Zijn beroep op de weste
lijke mogendheden, hun terug-
Mensen
nus van Goeree. Uitga'
Arbeiderspers, Amsterdam.
tocht uit Afrika te staken
de
een psychologisch verantwoord banier van de westerse bescha-
uitgewerkte liefdesgeschiedenis in ving verder te dragen moge ook
CLAUDE MAURIAC
les veibrasUHBQHB
kers, een paar boeren Het
haal is weinig schokkend, n
het is goed verteld, sober
grote beslissingen, niet alleen in
de schijn de
werkelijkheid nog bedriegt. De
de griend die al- vraag is slechts, hoe lang dat
paar cafébezoe- nog het geval zou zijn. Juist
daarom is het van belang, kennis
te nemen van de noodkreet, die
deze vooraanstaande Portugees
slaakt.
beiden bedreigd door armoede
eenzaaqiheid. Rondom hen enkele Afrika,
mensen uit de buurt: een politie- eigen land,
man en zijn ambitieuze
tie ei|enaarBBtiM|||
trekking van het zevende ge
bod. frappante overeenkomst
met de protestantse orthodoxie'
in het nabije verleden».
„Wie meent dat hij de he-'
mei heeft verspeeld berust of
ontkent het besjaan van de
hel. Eén stap verder en men,
maakt de zonde tot zijn glo-
,En hoe zijn de meeste
Duwen? Fraai ingebonden
boeken, maar de moeite van
het lezen niet waard".
„Door de patrijspoorten van
hun vergulde lijsten blikteni
bevroren voorvaderen en voor-j
moeders op hen neer."
Genoeg geciteerd. Er valt
bijzonder veel te genieten in
deze bundel voor fijnproevers.
Terug naar
Boedapest
De Haagse schrijver,
oorsprong Hongaar, Antal Ma
ros Slvirsky (1909), heeft
juist het eerste deel van
trilogie gepubliceerd, waaryanl
het tweede deel in het komen
de najaar zal worden uitgege-—
ven en het derde in het voor-™
jaar van 1963.
De schrijver is leraar aan
een Haags Lyceum en ook do
cent Hongaars aan de Rijks
universiteit te Utrecht.
Dit eerste deel laat zich als
zelfstandig verhaal zeer goed
lezen.
Het gaat o.m. over een
vrouw van een vermist Hon
gaars officier die ten slotte
„ambtelijk" wordt dood
verklaard, waardoor
la de weg open ligt
tweede huwelijk. Het verhaal
speelt zich af in de jaren vóór!
de opstand in 1956. Beklem
mend wordt de lezer betrokken
bij het leven onder dictatuur.
Cl
B el-
De auteur heeft zich gelukkig
gehoed voor goedkope zwart
wit tekening. Niet alle goede
vaderlanders zijn rechtschapen
en niet alle communisten zijn]
schoften. De botsingen tussen
de conservatieven en progres.
sieven en de tot het commu
nisme bekeerde landgenoten
zijn vaak ondergronds en ko
men maar een enkele keer tot
openlijke uitbarsting.
Waarom trouwt de jonge
conservatieve ingenieur Sally^
de mooie weduwe vai
niet
logis
schapj
schapi
Antol Maros Sivirski
doodverklaarde officier Ede'
Bella is met hart en ziel vei
knocht aan Budapest. Sally
meer een man van het lan<
Zijn beste vriend, de pastooi
Imre, ontraadt het huwelijk
Hij heeft met beide partners
ieder afzonderlijk, een ge
sprek, waarvan de vlijmscher
pe dialogen de lezer lang bi
blijven. Bella is een egocen
trische vrouw, interessant
knap. Als het huwelijk na
ge tijd dreigt te stranden le
zen we: „Het was geen onver
schilligheid, maar vervreem
ding. Ze waren twee afzonder
lijke zonnestelsel. Het was geen
van beiden gelukt in ell
baan te komen."
Wanneer de Russen op zeke
re dag een aantal krijgsge-
vangenen vrij laten wordt de
altijd heimelijke angst, dat de
eerste echtgenoot Ede niet
dood is, bewaarheid.
De doodverklaarde keert te
rug waardoor het tweede hu
welijk als ontbonden kan wor
den beschouwd. Op welke wij
ze Bella daarop reageert moet
u zelf maar lezen.
Het is een uit het oogpunt
van psychologie een even ver
rassende als gewaagde kracht
toer van de schrijver, welke
in het eerste deel van deze tri
logie m.i. nog niet wordt
rechtvaardigd.
Maar ziehier nu weer
een roman die van de eerste
tot de laatste bladzijde boeit
mede door de spitse dialogen.
Het boek geeft meer dan eer
boeiende vertelling, hoewel
het toch op en top een roman
is. Dit is geen kleine verdien,
ste. Het verhaal is boordevol
spanningen, niet alleen tussen
het „particulier initiatief en
het tempo der overheidsmo-
lens", maar ook door alles wat
er woelt in de harten va»
geknechte Hongaarse volk. De
schrijver heeft een scherpe
kijk op mensen. Hij strooit
zijn aforismen zonder kramp
achtigheid. Mogen de vele
flitsende gesprekken duidelijk
de influisteringen van de
auteur verraden, ze zijn niette
min boeiend en geestverrij-
kend. In dit bloedwarm ver
haal zijn intellect en intuïtie
op gelukkige wijze verenigd.
Met grote belangstelling
wachten wij op de nog twee
volgende delen: „De afvalHge
martelaar", en „De dag van
de emigrant".
P. J. RISSEEUW
Herluf van Merlet, De Vo
gel der Verbeelding.
Antal Maros Sivirsky, Te
rugkeer naar Budapest. Uit
gave A. A. M. StolsJ.
Barth, Den Haag.
he»
Schri