i
REACTIES
GEESTELIJK
LEVEN
In Russisch Azië wordt gebeden
Gebedskring één geneesmiddel
voor noden van de kerk
„Groeten aan allen 1
in de Kreupelstraat"
DEZE WEEK IN EEN WOELIGE WERELD
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 23 JUNI 1963|FSfl
Brood of beter brood
Een krant wordt gemaakt door een team van mensen
Daarom weet wie de ene pagina verzorgt, maar nau
welijks wat er op een andere pagina komt. En zo
kon het onlangs gebeuren in het zondagsblad dat op
de volgende pagina Bladzij: Beter brood „broodno
dig"
We hebben lang naar die twee naast elkaar staande
koppen zitten staren. Daar zagen wij het verschil tus
sen Oost en West. het verschil tussen welvaartssta
ten en onderontwikkelde gebieden. De ene zou geluk
kig zijn met brood. De andere verlangt alleen nog
maar naar beter brood.
O. ik weet wel dat die tegenstelling er altijd is ge
weest. Vroeger was er de tegenstelling tussen arbei
der en werkgever. Nu hebben wij al lang geen ar
beiders meer. Het zijn werknemers geworden. In dat
woord zit veel meer zelfstandigheid; veel meer eigen
waarde dan in het wat laatdunkende woord arbei
der".
Maar toen de arbeider een werknemer werd, krompen
tegelijkertijd de afstanden van de wereld in. De verre
vriend werd een naaste buurman, de oceaan een sloot
die met een sprong genomen kan worden. En zo zijn
de tegenstellingen gebleven tussen de rijken en de ar-
En de rijken van nu zijn evenmin tevreden als de rij
ken van de vorige eeuw. Zij willen steeds meer. Wij
roepen om steeds beter. Beter brood in een tijd waar
in geen slecht brood meer wordt gegeten is kenmer
kend voor onze levensinstelling. En wij zien even wei
nig van de nood van Pakistan, of India of waar ook
ter wereld, als baas Petersen van de nood van zijn
tering-knecht Jan Jansen in de vorige eeuw ten spijt.
Maar een christen mag niet koud blijven onder de
nood van zijn buurman, al was hij gisteren nog
maar een verre en vooral vreemde vriend. Paulus
riep de gemeenten van Europa en Klein-Azië op om
te collecteren voor de arme en vervolgde gemeente
van Jeruzalem. Maar ook reeds in het Oude Testa
ment waren alle mogelijke regelingen getroffen voor
de armen, die ook toen niet arm mochten blijven.
Geen rijke boer had het recht al het graan te oog
sten. Er moest vat blijven voor de armen. Geen
geldeiser had het recht bezittingen voor goed over
te nemen. Altijd kwam weer het jubeljaar waarin de
bezitting terug viel in het beheer van de men
sen die ze verspeeld hadden. Liefdadigheid komt in
het Oude Testament nauwelijks voor, maar wel zorg
voor de minder bedeelden. Zij werden niet in leven
gehouden. Hen moest de kans gegeven worden om
weer te kunnen leven. Dat is de christelijke op
dracht van de welvaartsstaat ten opzichte van de
minderbedeelden.
I KENTERING IN BEVINDELIJK JARGON
DS. A. M. LINDEBOOM
Enkele weken geleden bestrafte een
communistisch dagblad in Rusland een
vrouw, omdat ze haar dochtertje te
gen haar zin meenam naar een gebeds
samenkomst.
Ds. A. M. Lindeboom uit Staphorst
werd niet getroffen door het feit dat er
kritiek op deze moeder was. maar wel
door het feit dat in het verre Tasjkent
in Azië baptisten wekelijks bijeen ko
men om te bidden.
Deze predikant, die rpeds lang in
zijn eigen kring ijvert voor het herstel
van de bidstond, waar werkelijk door
alle aanwezigen gebeden kan worden,
prijst in onze krant deze vrouw en stelt
haar tot een voorbeeld. Hij ziet in haar
voorbeeld een oproep aan de gelovigen
in ons land om samen met haar in de
ze Nieuwtestamentische overlevering te
Niet zo lang geleden publiceerde het communistische jeugdblad
Komsomolskaja Prawda een bericht dat de dochter van een vrouw
in Tasjkent zich over haar moeder beklaagd had, omdat deze haar
tegen haar rin meenam naar de gebedssamenkomsten van de
baptisten. We kunnen de vraag of die dwang van haar moeder
werkelijk zo zwaar geweest is verder in bet midden laten. Wat
echter ieder interesseren zal is het feit, dat daar in het hartje van
Azië gelovigen voor gebed samen komen. Dit brengt ons vanzelf
bij de vraag, hoe het met zulke gebedssamenkomsten eigenlijk zit.
Zijn deze er nog op andere plaatsen? En wat zegt de bijbel er van.
En als wij dergelijke samenkomsten niet kennen, moeten wij ze
dan gaan organiseren?
Een dominee preekte over het
zesde gebod. Het was in Amster
dam. Na afloop van dc dienst
gtog één van de kerkgangers,
prof. dr. D. P. O. Fabhis. de
consistoriekamer binnen. De hoog
leraar van de Vrije Universiteit
had de gewoonte om ougezouten
zijn mening te «eggen, zonder
aanzien des persoonv Dat was
wel eerlijk, maar niet altijd tac
tisch: een reden waarom velen
niet met hem sympathiseerden.
Wat hij evenwel na die preek
over „gij zult niet doodslaan" te
gen de dominee zei. was stellig
terzake: ..Ja, dominee, wat gij
gezegd hebt is alles waar cn goed,
maar gij hebt niet zó gepreekt
dat ik de kerk uitga bi de over
tuiging: «o'n doodslager ben Ik!"
Fabius ging er dus vanuit, dat
dc verkondiging pas aan haar
doel beantwoordt wanneer de
kerkganger zichzelf als zondaar
heeft herkend. Dat is een goed
calvinistische opvatting. Want pas
bij de mens die zich heeft leren
kennen als een zóndaar, ontstaat
Als ieder maar
meedeed
Via „De Band", liet rontarior-
gaan van de krrk van Culemborg,
vernemen wy dat in liet parorliir-
blad van een kerk in California.
(Verenigde Stalen) een bericht ver-
scheen dat door de dominee ul-
daar zelf werd geautoriseerd:
«Zozietdekerk
Moet verkondiging schuldbesef
o( verzet opleveren?
behoefte aan genade. En zo mag
de prediking dan besloten worden
volgens het beproefde recept „een
rijke Christus voor een arme zon-
Het kan ook zijn, dat degene
die „onder het Woord" zit, zich
niet als zondaar wenst te laten
ontmaskeren. Toen ds. J. C. Sik
kel uit Den Haag de eveneens uit
de doleantie bekende ds. K. Fern-
hout in Dordrecht had bevestigd,
verklaarde een vrouw van Sikkels
sermoen: „Onder zo'n preek kan
een mens niet dezelfde blijven.
Je moet je onderwerpen óf je
moet er met gebalde vuist tegen-
Dat is dan ook wel gebeurd. Jo
hannes de Doper ondervond aan
den lijve hoe zondaars reageren
als hun de waarheid wordt aan-
Jezegd. En is het zo ook niet met
ezus zelf gegaan?
Jodocus van Lodenstein, om
streeks 1672 predikant te Utrecht,
bespeurde in ziin eerste gemeen
te Zoetermeer allerlei tekenen van
wereldsgezindheid. Dobbelen, ker
misbezoek, dronkenschap en zon
dagsontheiliging waren daar
t. Nog kort i
ded
uit....
«I»bij
Gevolg: sabotage van de kerk
diensten, bedreigingen en plage
rijen voor de dominee. Een sla
ger, die de dominee aan zag ko
men, haalde snel een emmer met
bloed en smeet de inhoud tegen de
dominee aan. Men heeft zelfs ge
probeerd Lodenstein te verdrin
ken. Maar het lukte niet en Lo
denstein preekte onverdroten voort,
Eind van de zaak was. dat ve
len in Zoetermeer zich bekeerden.
Dc dominee won de liefde van
tein het Woord te
Zoetermeer. En hij dacht aan wat
de Spreukendichter zei: „Wie een
mens bestraft, zal daarna gunst
vinden méér dan wie met de tong
vleit."
Niet zeer aandoenlijk
Overigens gebeurt het niet zo
vaak dat een gemeente in opstand
komt tegen de prediking. Op veel
plaatsec is het zoals in „Het lees-
Sezelschap van Diepenbeek" van
e Diepenbekers gezegd wordt:
„Zij waren over het algemeen
niet zeer aandoenlijk. Hun gelaat
behield steeds dezelfde kleur, ook
al werden hun in de preek zaken
voorgeworpen, die een fijner ge
organiseerde huid geheel van tint
zouden hebben doen veranderen.
De meisjes alleen sloegen in zulk
geval de ogen neder. De mannen
en de jongens bleven altijd op het
zelfde punt staren, waar zij op
gekeken hadden toen de preek be-
Een onmiddellijke reactie op de
preek zegt ook niet alles. De wer
king van het gesproken woord
laat zich moeilijk nagaan. Soms
kan iemand verslagen zijn na de
preek, of blij, maar een paar uur
later is alles alweer vergeten.
Een ander die misschien even on
bewogen als dc Diepenbekers de
verkondiging aanhoorde komt er
toch niet los van.
Dan hoeft het niet eens een beste
preek te wezen. Ds. S. H. Buyten-
dijk, in de vorige eeuw een be
kwaam prediker, zat eens onder
de verkondiging van een collega.
Nu behoeft, wat de bijbel be
treft, er niet lang onzekerheid te
zijn. Het bekendste voorbeeld is
wellicht dat van Handelingen 12
als Petrus in de gevangenis zit
en de gelovigen „vergaderd zijn
in gebed" (vs. 12). Toch zijn er
nog genoeg andere uitspraken in
het Nieuwe Testament, waaruit
blijkt dat de gelovigen ook buiten
de kerkdienst om bij elkaar kwa
men om samen te bidden. Als in
de brief aan de Efeziërs de chris
tenen worden opgewekt om onder
elkander te spreken in psalmen,
lofzangen en geestelijke liederen
en ten allen tijde de Here Jezus
te danken, is dit niet wel denk
baar zonder gebed. Het volgende
hoofdstuk spoort trouwens aan
om „bij elke gelegenheid" te bid
den en "te smeken voor alle heili
gen en ook voor Paulus (Ef. 5:19,
20; 6:18; vgl. ook Kol. 2:16).
Als we dan in het algemeen be
denken dat aan dè ene kant het
gebed in het Nieuwe Testament
Zijn reactie luidde: „De preek
was dun, maar o God. maak mij
Bij het bezoek aan een zieken
huis maakte de Zutphense predi
kant J. C. A. Fetter kennis met
een ongelovige arbeider met wie
hij veel gesprekken voerde. De
man. die in schamele omstandig
heden verkeerde, kwam
len hem niet, want ze wekten al
leen op tot liefde en ze striem
den niet het onrecht waaronder de
arbeiders in die tijd gebukt gin-
De arbeider schreef daarover
een briefje aan de dominee. „Ter
wijl ik deze Letteren tot u richt,
zit mijn vrouw half nakend te
Weenen", stond er. Onmiddellijk
trok ds. Fetter er op uit bij wat
bemiddelde vrienden en na korte
tijd kon hij een aardig sommetje
bij de arbeider brengen, waardoor
het gezin uit de nood was. Reac
tie, van de arbeider: „Dominee,
je bent beter dan je preken!"
Averechtse reacties
Toen de Duitse predikant en
schrijver Otto Funcke als kandi
daat in het fabrieksstadje Langen-
berg in Wappert al preekte, sprak
hij terloops ook over de zonde van
het vloeken ^n in het algemeen
over het onenristehjk gebruik van
platte en minderwaardige taal.
Eigenaardig was de uitwerking
van die woorden op een ruwe ar
beider, die, thuisgekomen, met de
vuist op tafel sloeg, daarbij met
tranen in de ogen uitschreeuwde:
„De duivel mag mij halen als ik
na deze preek óóit nog eens
vloek!"
heus wel „het voornaamste stuk
der dankbaarheid" is, en aan de
andere kant dat de gemeen
schapsgedachte toen aanzienlijk
sterker was dan in onze meer in
dividualistische tijd, is het niet
teveel gezegd dat de gebedskring
teruggaat tot op het Nieuwe Tes
tament. Ten slotte kan nog wor
den gewezen op berichten uit de
eerste periode van de kerkge
schiedenis, waaruit eveneens
blijkt dat men wist wat het was
samen te bidden. Er is dus alle
reden om te spreken over gebeds
samenkomst en overlevering.
Bidstonden
En dan is het verblijdend dat
deze overlevering niet alleen te
Tasjkent in het verre Azië in
stand wordt gehouden. Vooral de
baptisten- en vrij-evangelische ge
meenten kennen nog bidstonden.
In ons land poogt tevens het Zen
dingscentrum van de Gerefor
meerde Kerken reeds jarenlang
het oprichten van gebedskringen
voor de zending te bevorderen, en
dat niet zonder succes. Op grond
van een gehouden onderzoek mag
men aannemen dat er binnen de
Gereformeerde Kerken tot hon
derdvijftig van zulke gebedskrin
gen zijn.
Richten wij vervolgens onze
blik naar het buitenland, dan
vinden we ze daar ook. Bekend
is dat de vermaarde zendingsspe
cialist dr. John Mott (tl955), als
hij de jonge gemeenten bezocht,
kon „ruiken" of daar in alle stil
te ook gebedssamenkomsten wer
den gehouden. Was het geestelijk
leven van zo'n gemeente bloei
end, dan vroeg hij of er daar
soms ook een gebedskring was.
En dan was zelden zijn vermoe
den onjuist. En een bekend predi
ker uit Boedapest, ds. Josef Far-
kas, vertelde enige jaren geleden
ook hoe hij het had: „Velen heb
ben mij gevraagd waarin het ge
heim bestaat dat in onze gemeen
te zoveel mensen kerkdiensten
bezoeken. Ik antwoord daar al
tijd op: Ik heb één enkel geheim:
ik heb ontdekt, dat het preken
mijn krachten en mogelijkheden
ver te boven gaat. Daarom heb
ik biddende mensen om mij heen
verzameld, zodat wij deze boven
menselijke dienst samen met hun
effectieve hulp proberen te ver
richten". Zo weet ik ook van een
gebedskring ergens in Zwitserland,
die elke veertien dagen bijeen
komt. Het staat trouwens vast.
dat het buitenland in deze dingen
dikwijls verder was dan wij.
Zeldzaamheden
Het is dus duidelijk dat we niet
behoeven te zeggen, dat de oor
spronkelijke nieuwtestamentische
overlevering overal is afgebroken.
Aan de andere kant valt niet min
der op dat aparte gebedsbijeen
komsten in ons land toch nog
steeds tot de zeldzaamheden be
horen. De wenselijkheid dat hier
in verandering komt kan aller
eerst worden aangetoond op
grond van de vele noden die er
zijn, en waarvan we bijna dage
lijks het een en ander vernemen.
Vier daarvan zou ik nu willen
In de eerste plaats denk ik dan
aan de oecumenische beweging.
We voelen allen meer dan vroe
ger de gescheurdheid van de kerk
als een zonde. Tegelijk echter be
seffen we dat al onze oecumeni
sche wensen omringd zijn door
moeilijkheden, die we niet kun
nen oplossen, en door gevaren,
die we bijna niet kunnen vermij
den. De oecumenische opdracht
is prachtig en mooi, en toch ont
breekt het ons aan de kracht en
de wijsheid haar te volbrengen.
In de tweede plaats weten we
dat een belangrijk deel van de
christelijke kerk wordt vervolgd.
Natuurlijk is de situatie niet over
al gelijk, maar als we de namen
noemen van landen als Oost-
Duitsland, Hongarije, Rusland,
China, Spanje en Colombia weten
we toch dat de kerk het daar
overal moeilijk heeft. We kunnen
niet veel voor die mensen doen,
maar hoe staat het met ons bid
den?
In de derde plaats horen we
dagelijks hoe ernstig de toestand
in de wereld is: de hongergebie-
den, het bloedvergieten, het ge-
oorlog. Het is zuiver
SSMMüMii
gebedssamenkomsten kan daar
voor toch worden gebeden?
En ten slotte denk ik dan ook
aan de zending. Wij moeten geen
ogenblik voorbijzien dat deze
twintigste eeuw, die ons ver
schrikt door zijn huizenhoge el
lende en stormachtige ontwikke
ling, toch een zendingseeuw is bij
uitnemendheid. Was wel ooit
sinds Christus' hemelvaart de
zending zo veelomvattend, zo uit
gebreid als nu? Maar zouden we
dan als gelovigen ook niet eens
apart samenkomen om voor dit
prachtig verschijnsel te danken
en tegelijk er semen voor te bid
den? Natuurlijk zouden met even
veel recht nog andere noden zijn
te noemen, maar deze vier zijn
toch sprekend genoeg om ons te
herinneren aan wat het Nieuwe
Testament zegt: „Zij waren ver
gaderd in gebed".
Geneesmiddel
Tegelijk kan de wenselijkheid
van zulke gebedsbijeenkomsten
ook nog worden benaderd van
een andere kant. Er breekt in on
ze dagen algemeen het besef door
dat. al zijn we verder nog zo or
thodox, we toch van de nieuwtes
tamentische sfeer door een brede
strook gescheiden zijn. Laten we
maar eens vragen: wat voor men-
het toch die destijds te
in gebed ws
derd? Natuurlijk kan
wijzen op hun zwakheid: terwijl
ze naar alle waarschijnlijkheid
ook baden voor de bevrijding van
Petrus, konden ze de verhoring
van dat gebed zelf niet geloven.
Beschuldigden ze het dienstmeis
je niet van wartaal? (Hand.
15:15). Maar ondanks deze zwak
heid ook deelnemers aan een
gebedskring hebben hun gebre
ken waren ze meer dan wij
overtuigd dat de gemeente be:
stuurd werd door Christus. Beter
dan velen tegenwoordig wisten ze
wat ze temidden van nood en
aanvechting moesten doen. Nu
zou het onjuist zijn te beweren
dat de huidige ingezonkenheid
der kerk alleen door gebedssa
menkomsten kan worden gene
zen. Stellig is er meer te doen.
Maar zou hierin toch niet een ge
neesmiddel liggen tegen velerlei
kwalen?
Gebedskringen
Natuurlijk is diezelfde brede
strook er oorzaak van, dat het
nogal moeilijk is de mensen hier
voor warm te krijgen. Terwijl ze
de oude overlevering niet kennen,
hebben ze bezwaar tegen dit
„nieuwe". Om een voorbeeld te
noemen: gelukkig wemelt het in
ons land van christelijke zang
verenigingen. Maar hoeveel ver
baasde ogen staren u aan. als ge
vraagt: „Waarom nu wel apart
samenkomen om te zingen en niet
om samen te bidden? Dat ver
bindt het Nieuwe Testament toch
met elkaar?". Dikwijls hoort men
ook de opmerking dat de dominee
het 's zondags in de kerk wel
doet, of dat het even goed thuis
kan. alleen, en dat men niet be
grijpt waarom dit nu samen
moet. Dat is dan nog allemaal
die brede strook, die men blijk
baar moeilijk kan oversteken.
Toch zijn er altijd ook anderen,
die ja zeggen. Soms na enige tijd
I
Idag bij van de gereformeer
de gemeenten. Ongetwijfeld
een eigenaardige gewaarwor-
Iding. Een paar duizend men
sen zitten in de uiterst moder
ne jaarbeurshallen op ouder
wetse manier psalmen te zin-
I gen; dus langzaam in tempo
I en op hele noten.
Toch gaat daar
geven te behoren bij een ge-
Imeenschap, die zich weinig aan
trekt van het veranderd ritme
van de tijd. Die nog goeds
moeds een hele dag zijn ver-
Imaak vindt in het luisteren
naar de zendingstoespraken
(zeg maar gerust: preken) van
zeven dominees.
I Vernieuwing
I Natuurlijk ontkomen ook de
gereformeerde gemeenten niet
aan wat aangeduid wordt als
|„het veranderd levenspatroon".
Dat zie je al aan de kle
ding. Ouderen gaan doorgaans
Inog in het zwart, maar de in
groten getale aanwezige jon
geren en de middengeneratie
is gekleed als de rest van de
I bevolking.
Ook in de taal breekt de
vernieuwing zich baan. Het viel
Imij op, dat het specifiek oudge
reformeerd jargon eigenlijk
in hoofdzaak werd gebezigd
door de oudere predikanten.
I„Och Here, mocht het wezen
dat gij ons towaamt te bezoe
ken", of: „Och de Here mocht
het nog willen dat ook het hei-
Idendom een paerel kwam te
hechten aen de middelaers-
kroon van onze volzaeligen Ver-
IHet klinkt vreemd, voor som
migen misschien belachelijk,
wanneer men een dominee
I hoort verzekeren dat was
niet op de zendingsdag dat
er drieërlei zuchten is over de
ellende. Bedoeld wordt de el-
I lende, waar in de verloren
I mens verkeert. Men kan zuch
ten over de ellende, zuchten
Iin de ellende en zuchten uit de
ellende. Zuchten over de ellen
de is een ijdele schoon vrome
I vertoning. Je kunt namelijk ge
heel vrijblijvend kermen over
de vervallen staat van de
mens; sommigen doen dat ook
I helemaal automatisch. Maar
het is niets waard.
Zuchten in ellende is óók
het ware niet. Je kunt je im-
Imers in je verdorvenheid toch
nog knap op je gemak voe
len; je zit in de put en klaagt
I daarover, maar feitelijk wil
je er niet eens uit
Zuchten uit de ellende is het
ware zuchten. De zondaar die
I dat doet, hijgt naar zijn ver-
I lossing. „Ach", zei die domi
nee, „dan kan het lijken als-
of je leeft in de tijd der af-
aarzeling. soms ook ineens: dan
is het alsof het voorstel tot een
gebedskring onmiddellijk in
slaat: „Ja, dat moesten we toch
doen". Ze vinden het dan bijna
vreemd dat ze hieraan niet eer
der dachten. Zulke mensen leven
op als men hun vertelt hoe vaak
het gebed, dat op zulke samen
komsten werd opgezonden, op
wonderlijke wijze werd verhoord.
Is het in de gebedsbrieven van
het Zendingscentrum niet zo, dat
er dikwijls eerst de voorbede voor
een of andere nood wordt ge
vraagd. en dan enkele maanden
later de dankzegging voor de ver
horing?
Onlangs kreeg ik een brief van
een mij onbekende vrouw ergens
uit Oost-Europa. Veertig jaar ge
leden was ze als kind enige tijd
in Nederland geweest. Ze kende
nog een beetje onze taal. Ze had
enkele weken voordat ze mij
schreef een paar
handen gehad. Dat circuleerde
daar blijkbaar! Daarin had ze
ook iets gelezen over een gebeds
kring en mijn adres. En in ge
brekkig Nederlands schreef ze
mij een brief over haar aanvech-
scheiding; je bent al je leun-
sels en steunsels kwijt!"
Een ander hoorde ik eens
zeggen: „Als de zondaar tot
zijn harte inkeert, hoe bevindt
hij zichzelven dan? Een kooi
vol onrein gevogelte!"
Onmacht
Het christenleven wordt een
rondtobben met elkaar of in
je eentje. Niemand is er die i
goed doet, ook niet één. Maar
velen zien dit niet in. Ze zijn
aan hun onmacht en ongeloof
je komt uit te roepen:
„Ik zak weg in de grondeloze ieen ,,g
modder". En in de benauwd- |jij bedo
heid schreeuw je: achter
Geef mij Jezus, of ik sterf! hebben
Buiten Jezus is geen leven, "t D'et
maar een eeuwig zielsverderf. tegen
En wanneer het licht van de |Voelt j<
verlossing gloort, wat is de mer zo
sterveling dan nog? Betje Wolff ikassa
de 18e eeuiwse schrijfster die Up 'Zl
de draak stak met de tale Ka- 'er ook
naans, liet een bekeerde ziel ,gedachl
verklaren aan een onbekeerde: |chefs v
„Och, ik ben zelve óók nog ken
maar een kruipertje op het ge- i
nadewegje".
De oudgereformeerde ds.
C. Overduin te Rotterdam,
wiens „troostrijke brieven voor Itgr^j
arme zondaren" bewaard zijn
gebleven, eindigde menigmaal
zijn epistels met „de groeten ij
aan allen, dde in de Kreupel
straat wonen". Daarmee be-l
doelde hij al bekeerde gelovi- Xn di
gen, die desondanks zo goed Uen ,jat
beseffen hoe ver zij verwijderd |sjnds e
zijn van de straat der recht- !mag nc
Ja, want in de weg der be- ]eerste
vinding leert ook een bekeerd |ernnfi
mens, dat hij het niet van jgen zw
eigen vroomheid hebben moet. Lrp„npr
"u al uit Hem: |2aj jjg
jt ge- ivan uj|
a-
-F™
„Niets uit mij
zó kom ik in Jeruzalem.'
mand kan wel rijke bevindin
gen van Gods Geest verhalen,
maar als het op sterven aan
komt, gaat hij toch „met een
nachtpitje de eeuwigheid in",
opdat alleen de Here geëerd
zou worden en niet de vrome
zondaar.
Vandaar dat een christen al
tijd nodig heeft „een loodje om
te zinken en een kurkje om te
drijven". Het loodje houdt hem
nederig, het kurkje zorgt dat
hij de moed niet verliest.
Psalmen
Het jargon uit de Kreupel
straat is het onze niet. Er
valt heel wat aan te merken,
al heeft men het vaak aan de
bijbel ontleend. Maar de bijbel
zegt ook andere dingen en die
mogen we niet verwaarlozen.
Wanneer we echter een beetje
te vanzelfsprekend zijn gaan
j'ubelen over onze verlossing,
kan het helemaal geen kwaad
om eens geconfronteerd te wor-
den met de taal van de Kreu
pelstraat.
I Er zfln op dit gebied extre-
miteiten, waaraan men zich
I slechts ergeren kan. De spot
van Bctjc Wolff had een dui
delijke aanleiding. Maar er zit
een element in, dat door dc
|„middenorthodoxle" van ver
schillende kerken op de ach
tergrond is geschoven.
I -Daarmee houdt onmiskenbaar
verband de voorkeur der ge-
I meenten in de hervormde- en
gereformeerde kerk voor het
zingen van gezangen. Op zich-
Izelf daarvan niets kwaads.
Maar nu de nieuwe psalmbe
rijming gebruikt wordt, leer je
weer dat de psalmen een gro-
Itere diepgang hebben dan de
gezangen. En dat daartegen
over het halleluja der psal-
men hoger reikt dan de jubel
I der gezangen.
Het bevindel
Wal
Ileid. Het nadeel
sen uit de Kreupelstraat is ech
ter, dat zij hun blijheid over
de verlossing niet luid leerden
klokt
uiterl
de p
Minderheids- of coalitiekabinet in Canada - Waar
toe dienen de troepenconcentraties in Rood China
IAE verkiezingen voor het Ca
nadese Lagerhuis hebben
wel verandering maar nog geen
verbetering gebracht bi dc po
litieke situatie in Ottawa. Tot
dusver had de Conservatieve
partij van premier Dlefenbaker
een grote meerderheid en wa
ren dus de voorwaarden voor
een krachtig regertngsbeleld
aanwezig. Nu heeft geen der
grote partijen een meerderheid.
De Conservatieven zijn aange
wezen op samenwerking met de
Social Credit Party, die als een
paddestoel uit de Canadese
grond Is verrezen, of met dc
(socialistische) New Democra
tie Party, een samenbundeling
van enkele kleinere groeperin
gen, waarvan er een acht zetels
bezette In het oude Lagerhuis.
De Liberale partij van Lester
Pearson zon op de medewerking
van tenminste twee partijen zijn
aangewezen, voor het geval een
coalitiekabinet onder leiding van
Dlefenbaker niet tot dc politieke
mogelijkheden mocht behoren.
En het zou dan ook niet behoe
ven te verbazen, dat de vier
partijen, die nn het Lagerhui
bevolken, het er over eens wor
den, binnen niet al te lange tijd
op ontbinding van het parle
ment en het houden van nieuwe
verkiezingen aan te sturen.
Verklaring
In onze beschouwing van vori
ge week zaterdag hielden wij
rekening met de mogelijkheid,
dat Diefenbaker's partij een
groot aantal zetels zou verlie
zen. maar dat hij er nog net
voldoende zou overhouden om
alleen aan de macht te kunnen
blijven. Wat de Liberalen be
treft verwachtten wij. dat zij
het grootste deel van de verlies-
zetels van de Conservatieven
zouden overnemen en dat de
rest er van zou gaan naar de
New Democratic Party. De So
cial Credit Party, die tot dus
ver niet in de nationale politiek
aan bod was gekomen. werd
volkomen buiten beschouwing
gelaten, omdat zij slechts in de
zgn. prairieprovincies van bete
kenis was En nu is juist het
verrassende element in de ver
kiezingen van maandag de gro
te opmars van deze partij ge
weest: zij kwam van nul op 30
zetels (volgens de voorlopige
uitslag). Daarmee is de grote
nederlaag van Diefenbaker dan
ook verklaard.
Opmerkelijk
De Social Credit Party ver
overde zowel Conservatieve als
Liberale zetels. Wat deze laat
ste betreft is het opmerkelijk,
dat de Social Credit Party be
langrijke resultaten boekte In de
provincie Quebec, het voor
naamste Liberale bolwerk in
Canada. Hieruit kan worden
afgeleid, dat dc Liberalen meer
Conservatieve zetels hebben ver
overd dan de 46. die zij er nu
In het Lagerhuis bij hebben ge
kregen. maar dat zij een deel
van bun eigen zetels aan de So
cial Credit Party hebben moe
ten afstaan. Ruw geschetst zou
men dus kunnen zeggen, dat dc
Conservatieven van hun 85 ver
loren zetels er 60 hebben moe
ten afstaan aan de Liberalen, 14
aan de Social Credit Party en 11
aan de New Democratic Party.
Is het voor dc Conservatieven
de moeite waard, binnenkort nog
eens een gooi naar de meerder
heid te doen, voor de Liberalen
kan er weinig reden zijn om de
gunstige omstandigheden van
het ogenblik in eigen voordeel
uit te buiten.
Plannen
over de politieke toekomstplan
nen van de Canadese politici.
Dan staat ook de officiële uit
slag vast (op die van een zetel
na. waarvoor door het overlijden
van een kandidaat pas op 16 ju
li zal worden gestemd) en weet
is. Vandaag komen nl. pas de
stemmen van de Canadese strijd
krachten overzee binnen. Het
moet niet onmogelijk worden
geacht, dat de stemmen van de
ze militairen in enkele distric
ten tot een wijziging in de offi
cieuze uitslag aanleiding zullen
geven. Dat zou dus het geval
kunnen zijn in districten, waar
de winnende kandidaat bij wij
ze van spreken met de hakken
over de sloot geëindigd is. Het
moet echter uitgesloten worden
geacht, dat de Conservatieven
nog zoveel zetels zullen behalen,
dat zij weer over een meerder
heid in het Lagerhuis gaan be
schikken. Wellicht zal Diefenba
ker overgaan tot de vorming
van een minderheidskabinet, dat
met een beperkt program zal
aanblijven, tot vervroegde ver
kiezingen worden gehouden. En
misschien wordt hij het wel
met de Social Credit Par
Bijzonder actueel Is de con
centratie van Chinese rode troe
pen in de provincie Foeklen.
waartegenover het grote eiland
Formosa en dc kleine eilanden
groep Qucmoy. Matsoe en de
Pescadores zijn gelegen. In een
commentaar, dat aan dit pro
bleem gewijd was, heeft Joseph
Alsop, de bekende Amerikaanse
politieke commentator. reeds
uitvoerig aandacht besteed aan
de achtergronden van dit plotse
linge machtsvertoon van de
Chinese communisten. De ver
klaring van Alsop lijkt wel voor
de hand te liggen. We hebben
er enkele maanden geleden al
aandacht aan besteed, dat
Tsjang Kai Sjek nog maar een
wens heeft: vla ee.n invasie de
macht op het Chinese vasteland
te heroveren. En dat hij meent,
dat als een dergelijke landing
ooit kans van slagen zou heb
ben, zij nu of nooit (dus nu)
zou moeten worden onderno
men. De Amerikanen voelen
niets voor een dergelijke onder
neming, die zij (zelfs onder dc
huidige omstandigheden) als tot
mislukken gedoemd zien. Een
omwenteling In China kan
slechts „van binnenuit" tot
stand worden gebracht, zo rede
neren zij.
Opvallend
In Peking kent men dit Ame
rikaanse standpunt. Het houdt
er blijkbaar rekening mee. Dat
de Amerikanen bijzonder goed
geïnformeerd zijn over de Chi
nese troepenbewegingen, valt in
dit licht bezien niet te verwon
deren. Dat geen geheimzinnig
heid wordt betracht, kan twee
bedoelingen hebben: de meest
voor de band liggende is. Tsjang
Kai Sjek de lust te ontnemen,
zijn zo fel begeerde invasie te
beginnen; de andere kan zijn.
de Amerikanen om de tuin te
leiden door nu te doen alsof de
troepenconcentraties een teken
van zwakte zijn en straks op
een letterlijk en figuurlijk „on
bewaakt ogenblik" te kunnen
toeslaan. We moeten nl. niet
vergeten dat het voor Peking
niet voldoende is. het bewind
van Tsjang Kai Sjek op Formo
sa te neutraliseren. En daarom
moet een onverwachte aanval
op Quemoy en Matsoe zeker niet
als een hersenschim worden be
schouwd. Ook voor de Chinese
communisten geldt, dat de aan
val vaak de beste verdediging
Afleiding
De Chinese communisten heb
ben thans meer dan ooit behoef
te aan een afleidingsmanoeuvre.
Zij hebben met enorme binnen
landse moeilijkheden te kampen,
die zeker niet nit de weg ge
ruimd kunnen worden, als het
huidige straffe regime blijft
voortbestaan. Nu kan men op
twee manieren een regime wij
zigen. Men kan de tengels laten
vieren en wat gematigder figu
ren naar voren schuiven. Maar
dan bestaat dc mogelijkheid, dat
zulks als een teken van zwakheid
wordt uitgelegd en de val van
het regime slechts verhaast.
Daarom kan men ook
de druk vergroten en de
greep op de massa nog
versterken. Dat zon kunnen door
een oorlogssituatie te kweken,
de staat van beleg af te kondi
gen en zonder pardon op te tre
den tegen ieder, die zich te
gen de maatregelen van de ro
de meesters in Peking zon dur
ven verzetten. Ook dan bestaat
de mogelijkheid, dat de val van
het regime wordt verhaast, om
dat honderden miljoenen Chine
zen wanhopig gemaakt zouden
knnnen worden. Niettemin heb
ben de Chinese communistische
leiders in dc dertien jaren na de
val van China getoond, dat zij
er zo nodig niet voor zullen te
rugschrikken, de weg van de
massa-vernietiging te kiezel!.
op de molen van Chroesjtsjef
zijn. Want een dergelijke stap
zou neerkomen op erkenning van
een volkomen falen van de plan
nen van Mao Tse Toeng en op
een zegevieren van de opvattin
gen van Chroesjtsjef binnen het
gehele communistische kamp.
Het is opvallend, dat het ru
moer in de buurt van Quemoy
en Matsoe is ontstaan op een
ogenblik, dat het in de rest van
de wereld tamelijk rustig is.
Chroesjtsjef heeft dezer dagen
nog gezegd, dat zijn land er niet
aan denkt, om Berlijn „te vech
ten". Dezelfde Chroesjtsjef
juichte bijzonder enthousiast de
„politieke vrede" toe, die in
Laos tot stand is gekomen (a)
leidt zij nog een onzeker be
staan). Nergens bestaat een
dreigende toestand. En nu ko
men de Chinezen plotseling weer
met Quemoy en Matsoe voor de
dag. eenzelfde situatie schep
pend als in 1958, toen de crisis
in het Middenoosten na de revo
lutie in Irak plotseling niet meer
accuut bleek te zijn. Van de
adempauze die toen ontstond
maakten de Chinezen direct een
dankbaar gebruik.
Welk doel
Sowjetunie
Ook het (zeker niet alleen
meer ideologische) conflict met
de Sowjetunie spreekt hierbij
een hartig woordje mee. Een
matiging van het communisti
sche bewind in China zou koren
concentraties in
Foeklen zijn georganiseerd. Mo
gelijk is het een voorzorgsmaat
regel, die duidt op een explosie
ve situatie op het Chinese vas
teland. Alsop gaat hiervan uit en
concludeert dat het zenden van
voedsel (door zijn landgenoten
voorgesteld) dc communistische
leiders in de kaart zou spelen.
De kans op een militair conflict
Iaat hij volkomen bulten be
schouwing. Wellicht doet hij dat
terecht. De Amerikaanse rege
ring zal er echter goed aan
doen, met meer dan één moge
lijkheid rekening te houden, het
ene te doen en het andere niet
na te laten. Want als een kat bi
het nauw zit, kan zij rare spron-
-ic-
de p
bakj.