De kroning van George VI E '5 E voor u Qelezen '5 0) K o (0 0 L 0 E Uw probleem ....is het onze niet tf) Rook- tempel VOOR ONS Op vrijersvoeten ZONDAGSBLAD ZATERDAG 12 MEI 1962 DE WERELD 25 JAAR GELEDEN door G. PUCHINGER „Voor de vrije en vreedzame samenliang van een geweldige en gevarieerde maatschappij zoals Engelond of Groot-Britannië of hel gehele Britse rijk. is liet van het eerste belang oni als voorwerp van gemeenschappelijke trouw epn persoon te hebben, die geen partij man is. noc minder dictator. Personen zijn meer geschikt dan ideeën om geestdrift t«- verwekken in het hart van het eenvoudige volk. Geen „Feest van dr Constitutie" zou zo warm gevierd zijn als een Koninklijk jubileum of een kroning. Dr Koning vertegenwoor digt ons alleen: hij is óns in onze verenigde hoedanigheid: maar hij is ook zichself: daar Prof. dr. G. M. TREVELYAN O.M. Coronation-nummer van de „Times" (11 mei 1937) „De ontroerende gevoelens waardoor het Engelsrhe volk en het volk van het Empire zullen worden be wogen bit de kroning van het Koningspaar, zullen gemakkelijk weerklank vinden in ons eigen volk. dat met even onwrikbare trouw en aanhankelijkheid rondom den troon der Oranjes staat als het Empire rondom den troon der Windsors." „Algemeen Handelsblad" (8 mei 1937) Twee grote gebeurtenissen «lechts onderbreken het Britse nationale leven: de dood van de monarch, en de kroning van de opvolgende souverein in de Westminster Abbey. Allen die zich de kroning her inneren van koningin Elizabeth II, op 2 juni 1953, weten dat deze plechtigheid een maanden lange voorbereiding vergde, niet alleen voor de er bij be trokken functionarissen en gas ten, maar ook voor het feest vierende volk, tot in de kleinste dorpen en gehuchten. Anglicaanse kerk Men moet enigermate op de hoogte zijn van de Engelse ge schiedenis en van de liturgie bin nen de Anglicaanse Kerk, om te verstaan wat hier plaats grijpt: een uniek gebeuren, dat zowej staatkundige als kerkelijke bete kenis heeft. Niet alleen een koning wordt gekroond, maar ook wordt mét de zalving en kroning het hoofd van de Anglicaanse kerk geïntro- niseerd. Want niet de aartsbisschop van Canterbury, maar de Engelse ko ningtin) Is het hoofd van de Anglicaanse kerk, en wie het ri tueel binnen deze kerk kent, haar liturgie en gebeden, weet welk «en sterk religieuze plaats de ko ningtin) inneemt in deze kerk, die zich tijdens het bewind van Hendrik VIII losmaakte van de Romeinse hiërarchie in Italië. Men doet er echter goed aan de insulaire reformatie van Enge land streng te onderscheiden van de continentale reformatie van het Europese vasteland, die vooral naar voorbeeld van Lu ther en Calvijn verliep. Insulaire reformatie De leiders van de Engelse (in sulaire) reformatie vreesden dat de continentale theologen te ver gingen in hun strenge poging de kerk van gebreken te zuiveren en daartoe te verlossen van al wat herinnerde aan de oude glorie van de door Rome geleide wereld kerk der middeleeuwen. Terwijl het vasteland, onder leiding van Luther, Calvijn en Zwingli. de re formatie radicaal ter hand nam, alles de deur wijzende wat niet strikt noodzakelijk was (maxima le reformatie!, wensten de insu laire reformatoren de band aan de historie in kerkbeheer en liturgie zoveel mogelijk té handhaven, cn helden over tot minimalisme: zo min mogelijk wensten zij te ver anderen in de kerk. mits maar de misslagen van bijgeloof en vreemde overmacht (pausdom) werden afgewezen. Het is daarom een ernstige fout in de theologische discussie steeds weer over ,.de" reformatie van de zestiende eeuw te spreken, en daarmee dan uitsluitend de continentale reformatie te bedoe len, die „maximaal" van aard Wil het der tiende ecuwse reformatie ver staan. ook in zijn diepste tegen stelling tot Rome. dan doet men er juist aan zich voor ogen te stellen, dat de zestiende eeuwse reformatie in twee gestalten is opgetreden: die van de maxima le reformatie van het Europese vasteland (continentale reforma tie),-én die van de minimale re formatie van Engeland (insulaire reformatie). Binnen deze ontwikkeling laat zich ook verstaan dat de Engelse kerk méér dan het vasteland heeft vastgehouden aan het sym bolisme, met dien verstande ech ter dat in haar sacramentsuitoe fening de symbolische handeling nimmer kracht uit zich zelve be zat: de Anglicaanse kerk hand haafde echter in haar sacraments uitoefening de symbolische hande lingen van de middeleeuwse kerk. Dit laatste veroorzaakt dat een continentale protestant vaak ten onrechte meent dat de Anglicaan se kerk ..rooms-katholiek" is in haar sacramentsopvatting. Zij is dit allerminst zij is het slechts in haar sacramentshandelingen. In dogmatisch opzicht laten de Anglicanen de consecratie voor wat deze is: een mógelijkheid, maar die niemand in dogmaticis wordt opgelegd, zoals bij Rome. De dogmatische visie van sacra ment en gebedendienst is bi) de Anglicanen eer puur Calvinistisch slechts de symbolische hande lingen blijven overgenomen van de oude Romeinse ritus, omdat de Anglicaanse kerk in haar litur gie en sacramentshandelingen christelijk-historlsch wenst te zijn en te blijven. Cranmer over de zalving Iets dergelijks v-alt te zeggen van de Engelse kroning, die een onmetelijke rijkdom van liturgi sche handelingen bevat, die eeu wen oud zijn, en die de insulaire reformatoren binnen de Engelse Kerk niet hebben willen prijsge- Het is leerzaam wat de geniale samensteller van het Engelse Ge bedenboek, aartsbisschop Cranmer bij de kroning van de jonge Ed ward VI in 1547 sprak over de symbolische handeling van de zalving: „De plechtige riten van de kro ning hebben hun doel en nut. maar geen directe kracht of nood zaak: ze zijn een goede aanspo ring om Koningen hun plicHt tot God in gedachte te brengen, maar ze zijn geen vermeerdering van hun waardigheid: want Koningen zijn Gods gezalfden niet ter wille van de olie die de bisschop gebruikt, maar uit hoofde van hun macht, welke is verordineerd; van hun zwaard, dat is gewettigd; van hun persoon, die door God is uitverkoren en begiftigd met de gaven van Zijn Geest om des te beter dit volk te regeren en te leiden. De olie, indien toegevoegd, is slechts een ceremonie: indien de olie ontbreekt, dan is die Ko ning desniettegenstaande toch een volmaakt monarch en Gods Ge zalfde evengoed als ware hij met olie gezalfd." De strekking'van deze woorden zijn even typisch angliaans als anti-rooms: reële betekenis werd aan de zalving ontzegd, maar de ze is desondanks als symbolische handeling gehandhaafd! Het daaraan mógelijk verbon den bijgeloof werd afgewezen, maar de symbolische handelingen werden als zichtbare prediking voor koning en volk vertoond. Deze uitspraak van de gezag volle Cranmer zou men een sleu tel kunnen noemen tot de Angli caanse eredienst, althans tot haar liturgie en ceremoniën, waarvan al te vaak continentale protes tanten vermoed en gezegd heb ben dat deze „rooms-katholiek" waren, zoals ook de koning-stad houder Willem III na zijn kro ning als ras-echt continents al-pro testant meende, toen hij bij zijn terugkeer in het paleis de ver maarde woorden tot een der Am sterdamse burgemeesters sprak: ..Wat zegt gij wel van die zotte paapse ceremoniën?" Laat niemand inmiddels denken dat énige Engelsman in de Kro ning een uitsluitend religieuze han deling ziet: deze is evenzeer staatsrechtelijk en werelds. Maar dit neemt niet weg dat niemand de Engelse kroningsliturgie ver staat. zonder zich rekenschap tt grondt mén alleen wanneer een juiste visie heeft op de wer kelijke levenssfeer van de Angli caanse Kerk in haar evenwichti ge afkeer van romanisme én pu ritanisme. Muzikale Vinder® vangen, door Johan de Molenaar, l'itga- ve A. W. Bruna en Zn, Utrecht. In serie Zwarte Beertjes. Johan de Molenaar heeft zijn hele leven in de muziek gezeten, zoals dit heet. Als pianist en oud directeur van het Utrechts Stede lijk Orkest maakte hij dagelijks het muzikale wel en wee mee en dat dit voor hem meer „wel dan wee" heeft opgeleverd, bewijst dit aardige boekje „Muzikale Vin ders vangen". Daarin heeft hij vele muzikale anecdotes verza meld, deels uit wat hij zelf hoor de, deels uit de rijke overlevering. Musici staan er immers om be kend, dat zij van grappen en «rappenmakerijen houden. Elk or kest heeft wel iemand, die „bons mots", dwaze zinspelingen en woordverdraaiingen verzint, en de slagvaardige antwoorden of punti- 5e opmerkingen van vermaarde irigenten en solisten doen in al le muzikale kringen de ronde. Of deze het allemaal in werkelijk heid zo gezegd hebben, is vers hvee. Dezelfde verhalen b.v. over de onleesbare kurketrekkerslag van Koussewitzky die Johan de Molenaar opdist, zijn ook over Furtwangler bekend. Maar ach men vermaakt zich kostelijk met de typische muziekgrapjes, al hadden wij persoonelijk wat m in die solisten plegen te maken, zijn hoogst amusant. De humor is ge lukkig nog lang niet dood. En misschien laat Johan de Molenaar &0g een tweede deeltje volgen. T)e liefde is de brug. door Richard Yaughan. Uitgave Ad. M. C. Stok Zuid-Iïollandscbe Uitgevers-Maatschappij, Den Haag. In de bekende Cultuurserie van Stok is een roman verschenen. ..Moulded in earth". vertaald door P. A. H. van der Harst on der de titel „De liefde is de brug". Eigenlijk geeft de oor spronkelijke titel beter de sfeer van het werk weer: een familie vete tussen boerenfamilies in Wales van zo'n vijftig jaar gele den. Deze mensen, geladen met alle vooroordelen en bijgelovigheden van een afgesloten gemeenschap, zijn niet grote liefde getekend. De schrijver moet welhaast uit deze streken afkomstig zijn. zo levend zijn de natuurbeschrijvin gen en zo sterk is ook de karak tertekening van de leden van de families Peele en EUis. Onwillekeurig dringt zich een vergelijking op met het genre streekroman, dat in zovele series over ons volk is uitgestort. Wij komen dan tot de conclusie, dat waar in ons land de auteur blijft steken in een al of niet goed ver teld verhaal. Vaughan literatuur heeft geschapen. De grenzen hier tussen kunnen niet nauwkeurig worden aangegeven, maar reeds na de eerste bladzijden wordt het de lezer duidelijk, dat hier een auteur van formaat aan het Een bijzonder woord van hulde komt dc vertaler toe. die het idioom van Wales prachtig in on ze taal heeft overgezet. Dit is be paald geen sinecure geweest. Van tijd tot tijd geeft hij dan ook ge dichten weer in het Welsh, met de letterlijke vertaling, zodat men toch klank en ritme op zich kan laten inwerken. Een enkel bezwaar: Williams is zo'n dichterlijke natuur dat hij de boerenzoons in zijn roman evéneens een „dichterlijke" in houd heeft gegeven. Dit lijkt tan ontspanning alleen. Dc familie Bonnard, door Allee M. Ekert-Rotholz. Uitga ve Bigot en Van Rossum, Bla- kalcidoscopisch boek. Het voert de lezer naar vele wind streken. En dat niet geforceerd, want de familie waartoe de races- te hoofdpersonen behoren, bezit hotels in Londen, Parijs, Bang kok en Zürich en de familie Es- kelund, die aan dc Bonnards ver want is door het mislukte huwe lijk van de schone Marie met de kille socioloog Erik woont in Stockholm. Ofschoon de uitwei dingen van de schrijfster we) eens aan de lange kant zijn. hoeft zij toch het onmiskenbare ver mogen haar lezers op plezierige wijze niet als oppervlakkige toe risten in vreemde landen en ste den te laten toeven maar als in geburgerde gasten. En zo brengt zij ook de karakters van haar verhaal tot leven. Uit haar be schrijvingen van landen, perso nen en toestanden spreken behal ve een scherp waarnemings- en uitdrukkingsvermogen ook levens wijsheid en liefde voor en bewo genheid met de mensen. Voorbereidingen De nieuwe koning George VI sprak minder tot de volksverbeel ding dan zijn enige maanden ge leden afgetreden broer. Edward VIII. de thans nog in leven zijn de hertog van Windsor. Maar wat onafhankelijk van de persoon wél tot dc verbeel ding van het volk sprak, was de luisterrijke plechtigheid in de Westminster Abbey. Men moet misschien deze kerk bezocht hebben, om te verstaan hoe de gehele Engelse geschiede nis in dit kerkgebouw spreekt: konjngen, staatslieden en kunste- Ook tot dit kerkgebouw is het verwijt gericht, dat het eer een museum dan een kerk is. Wel licht ten onrechte: alle eeuwen hebben hun sporen in deze kerk achtergelaten, en de gelovige An glicaan ziet dit niet in tegenstel ling tot het Huis des Gebeds <wat het anglicaanse kerkgebouw In de allereerste plaats is) maar ge voelt zich in deze kerk eerder sterk verbonden aan alle gelo- vigen. die door de eeuwen heen „God en de Koning" gediend heb- Hoewel de Westminster Abbey niet de hoofdkerk van Londen is (dat is de St. Paul's Cathedral zijn hier sinds 1068 de koningen van Engeland gekroond door de aartsbisschop van Canterbury, de primaat van de Engelse Staats kerk. Vijfentwintig jaar geleden viel deze taak toe aan Cosmo Gor don Lang. die van 1928 tot 1942 aartsbisschop van Canterbury was. Hoezeer de kroning in de volks verbeelding leefde, bleek bij de veroordeling van een boosdoener, die in april 1937 voor de Engel- se rechter terecht stond. Hij vroeg met aandrang aan de rech ter om niet meer dan 24 dagen gevangenisstraf. Toen de rechter hem vroeg waarom hij dit aan tal dagen noemde, antwoordde hij: „omdat ik dan de kroning nog kan meemaken." De boos doener kreeg desondanks een half jaar maar zijn verzoek is type rend voor het feit, dat iedere sociale klasse in Engeland met de kroning meeleefde. Een schitterende stoet van vor sten en staatslieden uit welhaast alle landen van Europa en daar buiten' maakte zich begin mei 1937 op om naar Londen te rei zen. om deze plechtigheid mee te maken. In„*Pr'i ™37 vonden dagelijks repetities plaats voor de diverse plechtigheden; begin mei werd in de Westminster Abbey dagelijks Kroningsdag Op woensdag 12 mei vond de grote plechtigheid plaats. Hoewel de zalving de centrale handeling is van deze liturgische plechtig heid. was het grootste moment aangebroken, toen de kroon op het hoofd van George VI werd ge plaatst, terwijl de aartsbisschop van Canterbury de woorden sprak: „God krone U met een kroon van glorie en rechtschapenheid; dat door de toediening van deze onze zegen, Gij, zijnde van het ware geloof en door menige vracht van goede werken, de kroon van een eeuwigdurend Koninkrijk zult verkrijgen, door de gave van Hem, wiens Koninkrijk voor Immer duurt." De verslaggever van het „Al gemeen Handelsblad" seinde die dag naar Nederland: „Het ogen blik. dat het langst in mijn her innering zal zijn gegrift, is dat waarop de aartsbisschop langzaam en plechtig de kroon plaatste op het hoofd van den koning, en eensklaps een machtige kreet door de Kerk weerklonk: God save the King." Om 12.31 uur bulderde het ge schut van de Tower: Engelands nieuwe koning was gekroond. In de Abbey weerklonk het Venl Creator Spiritus, de gezangen van Purcell, en tot slot hief men het Te Deum Laudamus aan. gemeen Handelsblad" schreef die dag: „Het is een schouwspel van bijna onwezenlijke, middeleeuw- sche praal... Is de Engelschman koud en flegmatiek? Men zou het niet zeggen als men hoort hoe pveral waar de gouden koets langs rfjdt. de daverende toejui chingen zich voortplanten, hoe men zich de keelen hèesch schreeuwt en hoe uitbundig de menigte zwaait met de tallooze heeffvïoS' Waarvan men zich Diezelfde avond sprak voor het eerst een gekroonde vorst aan de avond van zijn kroningsdag voor de radio zijn volk toe, aan vangende met de woorden: „Het is met grote ontroering dat ik hedenavond het woord tot u richt Nog nooit is het een pas ge- kroonde Koning gegeven op den dag van de kroning te kunnen spreken tot al zijn onderdanen in hun huis...." De gehele wereld leefde met de Engelse kroning op woensdag 12 mei 1937 mee. Onder de gasten bevonden zich ook het kroonprin selijk paar van Nederland. Slechts Italië, dat hevig verbol gen was. omdat ook een vertegen woordiger van de verbannen kei zer van Abessinië was uitgeno digd gaf in de Italiaanse per* slechts met één korte zin kennis van het gebeuren: „Heden had te Londen de kroning plaats van ko ning George van Engeland." Onder de vele gelukwenstele- •arr - één" dolt De koning beantwoordde de ge lukwens met een publiek dankte- legram: „Ik dank U, mijnheer de rijkskanselier, voor uw vriende- lijke adres van gelukwens naar aanleiding van mijn kroning. Ik waardeer in het bijzonder uw goe de wensen voor mij. mijn Ko ninklijk Huis en mijn volk. en ik deel ten volle en geheel en al in uw hoop. dat mijn regering zich moge kenmerken door het gedij en van de vrede en de goede ka meraadschap onder de naties der wereld, een doel waaraan ik steeds al mijn krachten zal wij den. George R.I." Maar juist jegens Hitier kon de pas gekroonde monarch het woord aanhalen dat maandelijks in de Engelse kathedralen geboden wordt: „Ik werk voor de vrede, maar wanneer ik daarvan tot hen spreek, maken zij zich gereed voor de krijg." r-vt wa, „pn vredesvorst, maar hii zou geroepen worden één der bitterste oorlogen te voe ren die Engeland heeft meege maakt. Maar nog hoopte men in 1937 op vrede, begrip en samen werking. al erkenden de staats lieden dat de vredeskansan steeds slechter werden.... Om te beginnen willen we u enkele reac ties op ons artikel „Ons lichaam een tem pel" voorzetten. De heer J. Overkamp uit Den Haag schrijft onder meer, dat het li chaam onder geen voorwaarde een rook- tempel mag worden en dat we dat met de hulp van Christus kunnen voorkomen. wordt door het slechte voorbeeld, dat hem met name door zijn vader wordt gegeven Het is moeilijk, aldus Henk. om dan zelf ook niet in een wandelende schoorsteen te veranderen. Dc optimist, die nauwelijks in dit rijtje thuis hoort, is de heer G. K. uit Delft. In felle bewoordingen keerde hy zich tegen „de door zekere instantie gezaaide paniek" en deed vervolgens een beroep op de veel aangehaalde eigen verantwoordelijkheid. Deze week geeoi oudere aan het woord, maar niemand minder dan B. van B. uit W. die schryft dat hij naar de bioscoop had willen gaan, totdat hy merkite dat het de Stille zaterdag was. Hy gaat dan verder; „Afyn, ik besluit geen kaartjes te halen. Zaterdag naar m'n vriendin, we lopen gezellig de deur uit en tóen zei ik dat we om die en die reden niet naar de bioscoop gingen. Ruzie, dat spreekt. „We kunnen de nieuwsgierige lezer meedelen, dat het even later in de brief weer goed komt, maar dan zegt B: „Maar nu lees ik de Nieuwe Haagsche Courant cn zie daar een artikel over een jazzconcert van Count Basie, dat op de avond van Stille zaterdag is gege ven. De NHC is een christelyke krant die m.i. het door mü ingenomen standpunt w b. de Stille week wel zal delen. Of had ik zaterdag wel gezellig naar de film kunnen gaan?" "r. I .1 De heer Van B, roert hier een probleem aan, dat nauw verwant is aan de zondags heiliging. Hu werpt dan ook meteen de vraag op tafel: „Mag ik dat wel of mag ik niet?" Een vraag die de laatste tyd bijna klassiek aan het wouden is. Men is het er inmiddels over eens dat op zondag gefietst mag wofden, maar veel verder moet het dan ook niet gaan. Goede Van B„ je mag alles, als je daarby maar niet een aantal belangryke zaken vergeet. Daar is de naasteliefde, je geweten, en zeker niet in de laatste plaats de bijbel. Het hoeft geen betoog, dat de opvoeding bij dit alles een grote rol speelt. De hou ding van de ouders is in hoge mate bepalend voor die van de jongeren en kan vooral, als de laatsten zo'n jaar of achttien zyn, de oorzaak van wrijving worden. Overigens had je je vriendin wel eens eerder kunnen inlichten dat het feest niet gaan! Als je haar eerst in de arm had genomen (deze keer figuurlyk) had je l—misschien zelfs wel het hele probleem bespaard. Het lijkt ons. dat jezelf een"ruzie de goede afloop niet helemaal is geweest. Wanneer ik mij neerzet om de kwestie aan te roeren, welke mij zozeer vervult en dienovereenkomstig wordt ontwrocht uit het diepste mijner ziel. geloof ik, mijne lieve lezeressen, dat ik door dit probleem met beide handen te omvatten, wat meer is: door te dringen tot de kern dezer alleen zo hachelijke zaak, een dringende behoefte. Ofschoon deze wetenschap mij kracht geeft, is het nochtans met enige schroom, dat ik de pen ter hand heb genomen om u te schrijven. Immers, datgene wat ik met u ga doornemen is een der meest de licate problemen dezer eeuw. Het vervult mij met innige schaamte, dat wij zo niet de oorzaak, dan toch de aanleiding zijn geweest van deze onhoudbare toestand. Maar laat ik u eerst een voorval verha len, hetwelk mij overkwam op de hoek van de Valkenboskade. Ik spoedde mij huiswaarts 'verschoon _:i --,veej jn detail mocht treden) toen mijn oog viel op twee jes en een jongen. slorJ'~ tiektrap leunend. slordig tegen por- dern, zo niet opzichtig gekleed. Mijn he mel, laat ons over de jongen zwijgen. Hij was het type van „den bleuen bloodaard" met nauwsluitende spijkerbroek en streep- Rulmtc voor jou. Dit keer is het Clae- sien de Niet (16 jaar) uit Scheveningen, die deze hoek van ruimte vult met de noodkreet jesjas, rode sokken en blauw suéde schoe nen. Boven zijn lip vertoonde zich iets rossigs harigs, het geheel leek mij nogal kleverig. Ik haastte mij er langs, toen ik het ene meisje (die met de rode jas) met de grootste arrogantie hoorde zeggen: ..Zeg jij. ik zie je liever mét een brom mer dan zonder Ik geloof dat ik met dit voorval te ver halen de kern van de znak in zijn diep ste wezen heb aangepakt. Ach lieve lieve lezeressen, hoe diep zijn wij gezonken. Ontzet en met diepe afkeer denk ik aan dit voorval terug. Welk een schande dat het zover met ons is gekomen. Daar gaan wij, geëmancipeerde vrouwen, frank en vrij, gaan en staan waar we willen, heb ben stem- en kiesrecht: dies wijzen wij met souvereine minachting allen af die zich verstouten ons te benaderen. Ach. is het onze schuld dat wij zo diep gezonken zijn? Zie hen daar liggen, de nelden, de ridders, de jongens van stavast. Hoe weinig lijkt deze jongen op een zoon van Jan Kordaat; de snippers van zijn huwelijksaanzoek hangen nog in zijn met zorjf gefokte baard. Met een slip van zijn trui droogt hij tranen af, waar een kroko dil zich niet voor zou schamen. En hij daar, klaag'lijk wenend, voortkruipend over de grond, zijn vieze snotneus herhaal delijk ophalend. Men zou geneigd zijn hem een papieren zakdoek te geven. Ziet u hem. het type van dc kunstenaar, die zijn geliefde tracht over te halen in een literair produktsel. waarin snoes rijmt op poes en schat op kat. Meent hij dat ze een Sinterklaascadeautje Is? Hoe dorst mijn ziel naar dc vervoerende gezangen, waarin dc schoonheid ener maagd bezongen werd. Naar de maan nachten en oprechte minnekozerij. Hoe verlangt mijn hart naar de ridder die een- voudig zijn bruid komt halen en niets en niemand ontziet om dat doel te bereiken. Ziet gij uzelve zitten. lieve vriendinnen, schrijlings ter paard gezeten zijnde, uw hoofd rustend tegen de brede, warme borst uwer onoverwinnelijke? Eilaas, het enige waar u zich op neer kunt zetten ls een stalen fietsstang. die bijzonder ongeriefe lijk zit en ook brede borsten behoren tot het verleden. Met smart en weemoed zie ik naar het produkt, dat voor ^en Romeo moet doorgaan. Eerder zou ik aan de evo lutie gaan geloven. Nee kloekheid cn dapperheid zijn woor den uit een verleden met grijze haren en het ritje naar het stadhuis op de hoek kan men nauwelijks vergelijken met het als gade gevankelijk meegevoerd worden uit Het Ledroeft mij het i te moeten beken nen: Amor wordt oud en dc pijlenkoker van Cupido is aangevreten door ae tand de* tijds. Ons is ccn leven beschoren, waarin een gehuurde kamer de plaats van het kas teel inneemt (waarin zelfs hel venster ont breekt) het zachte paardenlijf is verwis seld met een bankje in het pnrk en dc held onzer dromen in veranderd in een puiste rige snotneus. Het zij zo. Laten wij man moedig ondergaan Maar uit het diepste onzer ziel wringt zich een smartelijke klacht los en wij roe pen vertwijfeld: „Wij willen geen vriend, geen vrijer, noch een knul, stoot, stuk, peer of bonk: Wij willen een MAN I CLAESIEN DE NIET

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1962 | | pagina 19