In de riolen van
INFERNO
WATER
DUISTERNIS
EN
VERWEERDE
MUREN
In deze achtste, tevens laatste, reportage in de
serie „Polonaise '61", beschrijft Anthony van
Kampen een tocht, die hij door de riolen van
Warschau heeft gemaakt, teneinde zich persoon
lijk op de hoogte te stellen van de omstandig
heden, waaronder de laatste verzetsstrijders van
het duldeloos lijdende Warschau zich bevonden.
Onze medewerker geeft een beeld van dit
ondergrondse front, dat even afschuwelijk als
onmenselijk was. Wie daar leefde, vocht en (ver
geefs) hoopte te ontkomen, had minder kans dan
een muis in de val.
Hoe weinigen zich aangetrokken voelen tot een
bezoek aan de riolen van Warschau, blijkt even
eens uit dit verhaal van Van Kampen. Dat hij er
overigens in terecht kwam, hing aan een zijden
draad. Waaraan hij zèlf hing leest u op deze
pagina.
SLOT
rpOEN ik, op een der dagen van m'n
A verblijf in Warschau, een relatie
aldaar meedeelde, dat ik het op prijs zou
-stellen een tocht door de riolen van War-
schau te maken, was 's mans eerste reac
tie er een, die erop wees, dat hij in de ver
onderstelling verkeerde, dat ik hem voor
de gek hield. Z'n tweede was er een van
uiterste verbazing, en z'n derde een cate
gorische ontkenning van de mogelijkheid lil lil
van een dergelijk plan (hetwelk hij even VAN YUIL
dwaas als onuitvoerbaar noemde).
Ik wees hem erop, dat een dergelijke
onderneming realiseerbaar moest zijn, om
dat ik in Nederland een film had gezien,
die zich voor het grootste gedeelte afspeel
de in de riolen van Warschau. Hij ant
woordde, dat hij die film ook gezien had,
maar dat ik me niet met de illusie moest
vleien, dat die film reëel was, dat deze
w e r k e 1 ij k in de riolen was opgeno
men. Hij voegde daaraan de sarcastische
opmerking toe, of ik in volle ernst geloof
de, dat men een film in riolen kon opne
men. Ik zei hem dat ik dat inderdaad ge
loofd had.
Toen ik volhield, adviseerde hij me
contact met de overheid op te nemen. Ik
vroeg hem: met wie? Hij had er geen
idee van, zei hij.
OP DAT OGENBLIK herinnerde ik mij van de Poolse ambas- «aar
sadeur in Nederland, Jan Balicki, een adres gekregen te hebben
Ven gedeelte x
voor 't geval, dat ik met betrekking tot 't verrichten van journa- ,-AIgelloten röWci...
listiek werk in Warschau, voor problemen kwam te staan, ik De eerste voorbijgangers bleven ai stii-
zocht de naam op tussen m'n papieren en vond hem: J. Cywiak, staan. Waarschijnlijk vermoedden ze
directeur van de persafdeling van het ministerie van buitenlandse s|n eJe beid£epal|n "bevond, "an de
zaken. Hij moest mijn man zijn. hand was. Een veronderstelling die
Diezelfde dag meldde ik me bij de heer Cywiak, die me bij- klopte,
zonder vriendelijk ontving, met belangstelling naar Nederland Een gemeente-werkman kwam
informeerde, me goede koffie en slech- nn" jBSÊ
Misschien werden die
500 kilometer plotseling
een obsessie voor me,
misschien was het een
kwestie van een op
komende benauwdheid,
ik zal het nooit weten.
Ik weet alleen, dat ik plotseling door en
een hevige angst werd overvallen en
dat ik de zekerheid had nooit graferen hier was, merkte ik
meer uit dit riool vandaan te zullen
komen. Dit was het einde, er was
geen ontkomen meer aan. Als ik hier,
op dit ogenblik m'n bewustzijn
de
problemen waarmee gedurende onze
aanwezigheid in 't riolennet Tom So-
biecki te maken had. Ondanks he* feit
dat enkelen van de arbeiders hem ge
volgd waren, was het een haast onmo
gelijke taak voor hem de opnamen te
maken. Omdat alles glad en glibberig
s, omdat de lantaarns nooit stil hin-
en omdat de hitte ondragelijk
Maa*- vporal: omdat er geen
ruimte was. De foto's die bij dit ver-
Ik heb dit nooit eerder meegemaakt haal zijn opgenomen, zijn van Sobiecki.
Ik heb zelden 'n man onder moeilij
ker omstandigheden zien fotograferen.
Voor het resultaat heb ik alleen maar
de diepste bewondering. Hij moet een
groot vakman zijn.
verloor, zou geen sterveling ter wereld geljjke taak
door elkaar en werkelijke doods- gen.
angst maakte zich van me meester.
en hoop 't ook nooit meer mee te Ik heb zelden
lullen maken. Was dit de anfst,
waarover men leest in de verslagen
van grotonderzoekers? De angst die
sommige mensen overvalt als ze
voor 't eerst in 'n mijn komen? Een
angst die ik niet verklaren kan, om
dat ik alleen maar bewust angstig
Hier gebeurde het
En hier was het dus gebeurd, hier
voor. Maar m'n doodsangst was een
i'eit, dat zal ik nooit meer vergeten.
precies is gebeurd in die
verzetsgroepen van de reeds totaal
verwoeste stad Warschau, afge
speeld. Dit was dus de scène. Dit
het toneel van het afgrijselijke
hoorde ik, heel in de verte, de
Een labyrint van ri-
m'n riolen-plan be-
aan gewend,
i het plein bleek af-
vlaggetjes
fotograaf tekeer gaan tegen iemand wate en eiadde
dip hem ziin aDDaraten achterna ooigangen, van water en giaoae
ik. muren, bederf en rotting. De onder-
de wereld. Hier hadden ze geleden,
die hem zijn apparaten achterna
bracht. Voor me zag ik 't aldoor flik
kerende schijnsel van de lamp
ik
genoeg. In de eerste ge wanden van de koker speelde.
gezicht verliezen, Het moest gebeuren
ingenieur. Ineens hoorde ik hem i
naam roepen. Ik schreeuwde terug en
onze stemmen weerkaatsten afschu-
welijk in die eindeloze gangen, tegen hpf_H
ïdp watpr onder ons en de J
de tweede plaats had ik zowat de de. Wilde ik de
te sigaretten aanbood, en me tenslotte
vroeg wat hij voor me doen kon. Ik
herhaalde m'n wens: een tocht door
de riolen van Warschau.
De reacties van de heer Cywiak wa
ren ongeveer gelijk aan die van de
eerste man die ik in vertrouwen had
genomen. Ook hij bleek de film te ken-
i ook hij tej
SU ta'. T'vïX'
overheid aanvaardt natuurlijk geen
kele aansprakelijkheid voor u".
Is het dan gevaarlijk?"
wees in de richting van
beide trucks. Het bleek de be-
die in gingen. Aldus
De geschiedde. De man wees op
uit. Zou ik an-
dat moment
tweede werkman een paar
helft van de Warschause overheid
actie gebracht, en tenslotte
nooit meer kunnen
ogen van de heer Cywiak. om van
collega Malcuzynski maar te zwijgen.
Ik moest de diepte in, de teerling was
geworpen. En tenslotte: ik wilde toch
zo graag de riolen in!
,.Dat zult u zelf wel ondervinden".
De volgende dag belde hij
Ditmaal
op
stel enorme lieslaarzen naar binnen.
Toen ik een van die paren greep,
Op het ogenblik dat ik me met
de moed der wanhoop door de ope
ning van het riool wilde heenwrin-
dat alleen
halverwege
rtonen onder de doorboog of op
m'n knieën ging
kruipen. Ineens was
me nu de functie
van het plankje
duidelijk: het riool,
de koker, was pre
cies een halve me
ter breed, en het
latje kon je dus
't 'stromende water onder
vóór me volgen, halve boog van de gang en naast
iaar mogelijk als Toen verdween de angst,
erop. dat het alle- nieuw. Ditmaal om me te vertellen, bleek dit gebaar te vroeg gemaakt te
maal ..lake", "trucage was geweest. Al- dat de zaak rond was. dat een com- zijn. Want ltehalve mijn schoenen
leen de laatste beelden, die van de af- plete organisatie aan de gang was om ^,oest °°k, m n sokken uittrekken,
gesloten opening van het riool naar de me in het riool te krijgen en dat ik Vervolgens m n pantalon. Daarna -
Weichsel. waren authentiek. De reet de andere ochtend om negen
was volledig in scène gezet. ..Fake". vorden afgehaald door^
Ik vroeg hem. niet zonder aandrang.
me te willen hel- ^^^B ^B
letten
de
dat ik Vervolgens
uur zou iasje en overhemd. Aldus ontkleed,
ingenieur drong het langzaam tet me door, dat
i de stadsreiniging. Tenslotte
is- het bezoeken
War-
Hij zei:
„Waarom wilt u
dat zo graag?" Ik
antwoordde: „Om
dat ik me dat nu
eenmaal in m'n
hoofd heb gehaald,
omdat ik zèlf
wil
de
laatste verzetshel
den van Warschau
zich verdedigden
tegen de Duitsers.
Ik wil zien wat dat
voor 'n hel was.
omdat ik erover
ga schrijven. Hoe
kon ik erover
schrijven als ik het
alle succes
me te horen,
bijzonder verheugd, dat het
de riolen
schau toch een niet
zó eenvoudige zaak
moest zfjn. Deson
danks verloor ik
in dit stadium m'n
optimisme niet.
Men hielp mij
aankleden, en dat
was wel nodig ook,
gezien het feit
wat ik aankreeg.
Eerst werden er
katoenen windsels
benen gewonden.
Vervolgens hees
men mij in de lies
laarzen die tot aan
m'n buik reik-
hoopte hij ten. Daarna volgde een overall, over
deze kreeg ik een hoogsluitend jasje.
DOORB
AN KAM
halve boog
koker. En aan dat
ongeveer stukje hout kon je
je voortbewegen,
door het steeds
Beurtelings op
knieën en dan
half gebogen
zelf niet gezien heb?
Hij keek me lang
ï.t 'kunnen ïon SSZZ. SST nu" 5 SSSTC*.'
«VnoTe^'v.™ IS E&ÏÏEÏÏ&l,"' l0SSCn: EtTM-SS
mensen meer m ue riolen verre m>n ha mijnwerkers-
MUn' commentaar was: ..De Engelse voudige zaak. Geen enkele „normale lamp op m n borst. Eerst toen was 11c
achrijver Somerset Maugham heeft fotograaf scheen het op prijs te stel- blijkbaar gekleed voor het "«ol- N®ar-
eens aezegd dat het voor een schrijver len me te vergezellen. Tenslotte vond mate het uniform zich uitbreidde slonk
of journalist die een varken wil be- men echter Tom Sobiecki, foto-repor- m'n optimisme.
schrijven, niét nodig is dat hij het hc- ter van het weekblad -Motorbereid Geholpeni door eeni paarbehulpza;
le beest oDeet maar wel dat hij een m'n avontuur te delen. Ik was be- me beambten van Warschau s gemeen
SuSTta^de S£ta»de proeft'" nieuwd wat hij vooreen soort man tereiniging. zagikkansde ™kte
Hli lachte dacht na en zei: Maar zou zijn. Waarschijnlijk was hij even verlaten en naar de plaats te lopen,
het kan niet werkelijk niet U vraagt benieuwd naar de Hollander, die spe- waar ik de ingang van. het
iet» onmogelijks Dcwilumet alle ge- ciaal naar Warschau scheen te zijn middels al vermoed had. Dat vermoe-
SJgSThSpSi bij uw wertmaar u gekomen om in de riolen te verdwij- den bleek juist te zijn. met dien
gen, werd ik tegengehouden door b1(;m
een der arbeiders. Hij gaf
plankje in de hand v
een halve meter breed,
bedoeling me volledig duister was.
Er werd bij gezegd, dat ik het on
der geen enkele omstandigheid los
mocht laten, daar beneden. Zonder P1^
't plankje was ik daar verloren.
Een prettig afscheid.
v lopend, begon ik
Toen verdween ik in de koker, het Htocht. Achter
stukje hout als een kostbaar kleinood
tegen me aandrukkend. M'n voeten
kregen hier en daar steun van een in
de muur uitstekende ijzeren haak.
maar verder was het alleen maar een
kwestie van zwaaiend vieren. In de
diepte onder me zag ik. bijna bij het
water nu. de ingenieur. Halverwege de onder
keek ik opnieuw naar beneden. Tot T>
m'n verbijstering was er geen inge
nieur meer te zien. Daar ik echter an
dere dingen aan het hoofd had dan het
lot van de man onder me (m'n eigen
lot interesseerde me thans het meest!)
zette ik de afdaling voort. Eenmaal iant4arn
de tocht. Achter
me hoorde ik de
stem van de foto
graaf. die blijk
baar op een een
voudiger passage
had gehoopt.
Het water stroom-
voelde
't door de grote,
leren handschoe
nen heen. Ik zag
't water in het
schijnsel
schreeuwde ik
hij zelf terugriep, of dat het de echo'
van m'n eigen stem waren, kwam ik
niet te weten.
Tenslotte raakten
water en tegelijk zag ik dat
degelijk een vervolg aan het riool
dat er onder deze verticale koker
horizontale liep. Maar welk een
ker!
a. uuiMcuu. geel
de ingenieur. Of grauw smerig, vol
J.f U.l A» .,kn JfvaL De s(ank
aangenaam en de
laarzen het temperatuur op-
wel vallend hoog. Na
vas, de eerste 30 meter
een voortgestrompeld te
ko- hebben, met aldoor
't geroep van de
ik tot ingenieur vóór me
hier hun vodden van lichamen
voortgesleept, hier nog gehoopt op
het leven, dat ze ergens, ver weg,
de Weichsel die ze ge
loofden te kunnen bereiken, hetzij
snel als via de ontsnapping door een koker
naar boven, hoop
ten te mogen
voortzetten. Maar
5 geen hoop
leve:
de
De situatie
aan m'n middel in het water stond,
dat snel en schuimend voorbij stroom- graaf achter
de. Het werd enigszins verlicht door vroeg ik
het schijnsel van de lamp op
links i
uur begon! Men siet hier de beide trucks, met daarvoor de plaats,
an Kampen in het riool verdween. Dc man in het gut laat duidelijk
de ingang is. In het midden van de groep onze medeiverker,
de afdaling te beginnen, compleet met mijnwerkerslamp. Tweede van
ir. Pawel Blaszczyk, die hem vergezelde op de onderaardse tocht. De
overige figuren zijn arbeiders van de gemeente Warschau.
moet geen dingen vragen die niet te nen.
verweaenlijken zijn".
„Waarom is het niet te verwezenlij
ken. mijnheer Cywiak?"
Hij lachte opnieuw, en
hij zich verbaasde over m'n Hollandse
koppigheid. Maar hij lachte niet alleen,
hij stood ook op, jja Btf' |U|
waarop
In „het pak"
De volgende morgen, kwart i
stande. dat 't mij volstrekt onmogelijk
teek. dat een mens via zon smal gat
in de aarde kon afdalen. Ik informeer
de of het dèèr nu werkelijk moest ge
beuren. Ja. het moest dèar gebeuren.
nog
doordrong. Rechts
af hoe
dit a^les wel moest Uü ,.,ac ffplrnmpn Tk brulde
door het spaarzame licht dat eindigen. Di' was dus het riool en ™J was ge paWel Blasz-
de oppervlakte naar beneden het moest eindeloos zijn. Had de vroeg - 1 .pawe,..Blasz_
de gang ingenieur me niet verteld, _dat het
czyk wilde vragen hoe lang
stad-onder-e
riolen van War
schau. Waar z®
waren, bevonden
ze zich al in het
voorportaal van
de hel. Want de
enkele, die kans
zag het deksel van
een der kokers te
bereiken (door
niets minder dan
een wonder), die
staarde, als hij
het oplichtte, op
het glanzend leer
van Duitse laar
zen.
Laarzen, die zijn
handen terugtrap
ten zodat hij
doodviel. Of han
den die hem op-
hesen en tegelijk
voor het vuur
peloton brachten.
Wie daar was,
daar vocht, daar
hoopte, die vocht
en hoopte in een
muizenval.
Ik zocht naar
tekens op die mu
ddingen, naar her
inneringen die het
kleine leger der
gedoemden daar
had nagelaten. Maar
ik vond niets. Na
tuurlijk niet! Al
leen muren en wa
ter, het schijnsel
der lantaarns en
de echo's van onze
eigen stemmen.
Geen regels van gedichten, geen na
men. geen cijfers. Niets. Wat daar ge
beurde was geen verhaal dat men in
een boek leest, het was niet de stof
voor een film, het was alleen gruw
zame werkelijkheid, die niets mense
lijks meer had. Een werkelijkheid,
de lounge werd me bevestigd.
Het stalen deksel boven het gat werd
opgelicht en ik kon/"
telefoon stond. Hij dit "bij voorbaat"wel"lm "afschrijven. "eder
ging bellen. Ik geloof dat hij met drie, Een prij8_ dje ik voor het riool-av»"-
vier instantie» telefoneerde. Precies tuur echter wel over meende te
wee* ik dat niet. want »k kon er geen gen hebben.
woord van verstaan.
Tenslotte stond hij op, kwam naar
me toe, en zei: „Er is een heel klei
ne kans dat u de riolen in kunt, maar
reken er niet te vast op. Ik heb zojuist
gesproken met een collega van u hier
Een riooldeksel als
in Warschau, de redacteur Karol Mal
cuzynski van de „Trybuna Ludu". de
grootste en belangrijkste krant hier in
Warschau. Hij is de broer van de be
roemde Poolse pianist van die naam.
waarover u zeker in Holland verno
men zult hebben. Karol Malcuzynski
weet nu van uw plan en heeft me be
loofd u vanavond in hotel Bristol te te
lefoneren".
Ik bedankte hem en vertrok. Niet
helemaal gerust over het verdere
Om zes uur die avond ging de tele
foon in m'n kamer van het hotel. En biecki We
het was Karol Malcuzynski. Hij vroeg d Q Elk der drie part,jcn
of het mogelijk was. dat hij me nu. r -i-
direct, bezocht. Ik bevestigde de vraag
en een kwartier later ontmoetten we
elkaar in de bar. sprak*°enVerstond. M~aar de fotograaf
We spraken een half uur samen, en kon zjch aard]g met Du^., en Engels
toen wist ik dat m n kansen om in de redden manier van spreken, die ik
riolen van Warschau te komen gunstig jater met de ingenieur toepaste, was
atonden. Indien er een man was. die volgens bet internationaal uitstekend
dit kon organiseren, din Malcuzynski^ werkende systeem van „spreken-met
het kostuum,
ik de minste waarde hechtte. ODReucni ell JM
Ik had namelijk het voorgevoel, dat ik werpen. Op hetzelfde ogenblik
j;» uil kon afwhrnven. wag m>n optjmiSme, dat toch al aan
zienlijk geslonken was, tot nul geredu
ceerd. Ik keek in een koker, waarin
een niet té omvangrijk man net pas
te, en die een tiental meters in de
diepte verdween. Waar hij eindigde,
zag ik water voorbijstromen. Snel en
schuimend. De geur die uit de koker
opsteeg was niet aangenaam en dat is
dan zacht gezegd.
Het ergste was echter dat ik ner
gens een zijgang zag. Die /noést
toch zijn.
je" het water daar bene
den bereikte? Ik vroeg het de inge
nieur. maar die schudde treurig het
hoofd. Er scheen wel een gang te zijn,
maar die was hier aan de oppervlak
te nog onzichtbaar.
Er werd een plan de campagne op
gemaakt. dat er als volgt uitzag:
eerste
I Pawel Blaszczyk afdalen,
Precies op tijd arriveerden m'n toe- vervolgens de Hollander die
komstige lotgenoten: de jeugdige Pa- riolen wilde
tenslotte de foto-
ging ae xeie- wei Blaszczyk en fotograaf "Tom So- graaf. Hoe de laatste kans zou zien z'n
het hotel. En Kj.„Vi w» namen elkaar merkbaar omvangrijke foto-apparatuur (alles
rtijen was moest met blitz opgenomen worden m
de andere, de duisternis) naar beneden te trans-
»rre moei- porteren, was me een raadsel. Maar
lijkC daT P^awèl "Blaszczyk 'alleen Pools ik had ernstiger dingen aan m'n hoofd
sprak cn verstond. Maar de fotograaf in die ogenblikken.
De afdaling
De afdaling begon en de ingenieur
verdween. Ik vroeg hem niet te snel
af te dalen, opdat ik een redelijke
Uit alles bleek, dat hij grote invloed handen^n.Voeten". In ieder geval be- J
bezat. Hetgeen niet wegnam, dat nu grepcn we elkaar in de uren die volg- kans zou hebben hem te kunnen vol-
me had gezegd dat er minstens drie gen Ujtstekend gen. Hij verdween onder de rand van
departementen aan te pas zouden moe- De auto van de fotograaf bracht ons het gat. gevierd aan een dik touw. dat
ten komen. .naar een der grotere stadspleinen van met een musketonhaak om z'n middel
Wat ik vroeg was zijns Inziens een warschau. Het was goed weer en de was geslagen en dat de werklieden
bijna onmogelijke zaak. Het zou niet zon stxaalde aan de hemel. „Weer om van gemeentewerken stukje voor stuk-
krij- naar buiten te trekken", zei de foto- je lieten vieren. Zwaaiend zag ik hem
t graaf, „bepaald niet om in riolen af verdwijnen, in de richting
mvoudig zijn toestemming
gen yan alle autoriteiten, die i Hl
maal bij een zaak als deze betrokken dalen". *HÏj"~scheen de hele affaire ter. tién meter onder hem.
waren. Ik moest daarbij niet vergeten, n0gai dubieus te vinden en in dat op- Waaróm te verzwijgen, dat ik in die
H' zicht was z'n intuïtie aanzienlijk dramatische momenten overwoog het
vruchtbaarder dan de mijne. Maar dat hele plan maar op te geven? Ik zag
bleek pas later. er niet het minste heil meer in. Inte-
Er werd gestopt op het Królewska- gendeel. ik voelde met
dat ik een buitenlands journalist 1
Ik vroeg of ik dan de éérste was,
die ooit een dergelijk verzoek had in
gediend. Karol Malcuzynski dacht ""Ër* werd gestopt op het Królewska- gendeel. ik voelde met aan zekerheid
even na en antwoordde „Nee, de Djein Toen ik uitstapte zag ik langs grenzende waarschijnlijkheid, dat ik
tweede. Jaren geleden was er eens bet trottoir twee trucks van gemeente- bezig was me in een afschuwelijk wes-
een Amerikaans journalist die er ook wf>rken staan. Bij de trucks stonden pennest te steken, waarvan de gevol-
in wilde". 2es werklieden, die ons met onverho- gen niet te overzien waren. En dit
„Kwam hij er in'" vroeg ik met i«n aandacht opnamen, schrijver de- was pas het begin! Hoe moest dan
•pperste belangstelling. >cs niet het minst. De uitdrukking op het einde zijn?
gauw bun gezichten kwam me bekend voor Kon ik, met goed fatsoen nog terug-
en verbazing. Maar keren? Was het mogelijk het hele
uit. Ik
trouwen», dat bet die verried i
tegen elkaar.
Toen hoorde ik 't verlossende nieuws:
nog een meter of vijftig, dan wórdt 111CC1 liaUi
het beter, dan komt een ruimere riool. die jedere fantasie overtrof.
Ik kroop verder door de koker. Het
duurde lang en het was een marteling.
Ik kreeg een ongelooflijke dorst en
ook de behoefte om weer boven te zijn,
Men heeft, direct na de bevrijding
van Warschau, wat wapens gevonden
in de riolen. En lijken. Méér niet. De
laatsten die daar waren, stierven j
op dat plein onder de zon. Dat plein hun verwondingen die
leek eindeloos ver, op deze plaats.
Toen, na minuten die eindeloos le- a
ken, naderde het einde van dit deel barbaren boven hen, de Duitsers,
van 't riolen-net. Ik zag de ingenieur
met z'n lantaarn zwaaien: het teken
dat hij het einde had bereikt. Nog snel-
middel toepasten om het riolenverzet
zo snel mogelijk te breken: het mid-
del dat carbid heet. Via de deksels
Ier, met m'n laatste krachten, zette ik der riolen werd carbid in het water
het plankje steeds een stukje
uit. Als een invalide kroop ik daar
door het water en het bleef een verre
van plezierige bezigheid. Maar m'n
angst was over. Wat niet wil zeggen fotografisch ii
geworpen. Het laatste woord op het
gebied van barbarisme.
Ik kan niets noteren, maar dat is
ook niet nodig. Wat ik zie, legt zich
fotografisch in m'n herinnering vast.
Nooit zal ik dit meer kunnen vergeten,
dit gangencomplex, waar een Dante
een deel van z'n Inferno zou hebben
de koker kwam op kunnen situeren. Deze Hades, waar
- geen Orpheus ooit speelde voor 'n
Euridiee. Een sfeer voor een verhaal
Dumas-père, een Hugo, een Zola.
■oor een Victoriaanse ghoststory.
Een walmend schaduw-rijk waarin
men de schimmen nog meent te zien
van hen die er in omkwamen. En
waarin 't telkens opnieuw oplichtend
blitzlicht van Tom Sobiecki me aan
de laatste salvo herinnert die door
de laatste geweren van de allerlaat
ste verzetshelden werd afgevuurd.
Ik ben daar een uur geweest, mis-
schien iets langer, misschien iets kor-
Warschau ter. Ik weet het niet. Ik had geen be-
de^ tijd. Op een ogen-
dat ik me rustig voelde. Onrust,
onbewuste vrees, bleef me volgen
lang ik in de riolen verbleef.
Het einde
een plaats uit waar twee smalle
len samenvloeiden en verder gingen
als een breder en hoger riool. Het was
in elk geval zo hoog. dat ik er met óf
m'n hoofd gebogen in kon staan. Het
leek me zo hoog als de Dom van
Utrecht!
Het ergste was achter de rug, te
meer daar ik hoorde dat we niet de
zelfde weg terug behoefden te gaan.
Er was ergens verderop een gelegen
heid om via een andere koker weer
boven te komen. Dit was de meest
heuglijke tijding die ik sinds
blijf onder de aarde
had
elkaar gebleven,
van verdwalen allesbehalve denkbeeldig faalde
1 gangen zijn we bij blik schreeuwde de ingenieur iets te-
omdat het gevaar gen de fotograaf, die het voor me ver-
aide of het zó genoeg was.
Ja. zó was het genoeg, meer dan
genoeg.
Naar het licht
Er opent zich ergens, aan 't einde
m een gang, hoog boven me, 'n ri
ool. Ik zie eerst 'n cirkel licht en even
later een touw naar beneden komen.
Met wellust heb ik het gegrepen en
me naar boven laten takelen. En ter
wijl ik het licht tegemoet ging, moest
ik ineens denken aan het grote foto
boek dat ik die dagen in 'n Warschau
se boekwinkel had zien liggen, en dat
gevuld was met platen, foto's uit de
vier jaren dat Warschau werd ver
woest.
Er stond met vurige, vlammende
le»ers een Engelse titel op. Deze-
We have not forgotten". („We hebben
niet vergeten").
(Voor vervolg zie pag.
Want dit systeem riolen is een stad
onder de stad. Honderden kilometers
riool doorkruisen daar de aarde, en
wie er niet bekend is. en zonder licht
en gids. die moet in de kortst moge- van
lijke tijd het spoor verliezen.
Overal voorbijstromend water, soms
snel en schuimend, soms traag. Met
kleine draaikolken op de plaatsen waar
twee of drie riolen samenkomen. Óver
al aangevreten wanden, oude muren,
met uitgebeten stenen, vol aangroeisel.
vol schimmels en parasieten.
Een onbeschrijfelijk griezelige sfeer,
die me keer op keer aan de film „De
Derde Man" deed denken. Hoezeer de
verzetsfilm. spelend in deze riolen op
„fake" op trucage berust, bleek mij
ru. Geen sterveling zou in staat zijn
daar te filmen, laat staan een speel
film te maken. Hoe moeilijk als foto-