In de riolen van INFERNO WATER DUISTERNIS EN VERWEERDE MUREN In deze achtste, tevens laatste, reportage in de serie „Polonaise '61", beschrijft Anthony van Kampen een tocht, die hij door de riolen van Warschau heeft gemaakt, teneinde zich persoon lijk op de hoogte te stellen van de omstandig heden, waaronder de laatste verzetsstrijders van het duldeloos lijdende Warschau zich bevonden. Onze medewerker geeft een beeld van dit ondergrondse front, dat even afschuwelijk als onmenselijk was. Wie daar leefde, vocht en (ver geefs) hoopte te ontkomen, had minder kans dan een muis in de val. Hoe weinigen zich aangetrokken voelen tot een bezoek aan de riolen van Warschau, blijkt even eens uit dit verhaal van Van Kampen. Dat hij er overigens in terecht kwam, hing aan een zijden draad. Waaraan hij zèlf hing leest u op deze pagina. SLOT rpOEN ik, op een der dagen van m'n A verblijf in Warschau, een relatie aldaar meedeelde, dat ik het op prijs zou -stellen een tocht door de riolen van War- schau te maken, was 's mans eerste reac tie er een, die erop wees, dat hij in de ver onderstelling verkeerde, dat ik hem voor de gek hield. Z'n tweede was er een van uiterste verbazing, en z'n derde een cate gorische ontkenning van de mogelijkheid lil lil van een dergelijk plan (hetwelk hij even VAN YUIL dwaas als onuitvoerbaar noemde). Ik wees hem erop, dat een dergelijke onderneming realiseerbaar moest zijn, om dat ik in Nederland een film had gezien, die zich voor het grootste gedeelte afspeel de in de riolen van Warschau. Hij ant woordde, dat hij die film ook gezien had, maar dat ik me niet met de illusie moest vleien, dat die film reëel was, dat deze w e r k e 1 ij k in de riolen was opgeno men. Hij voegde daaraan de sarcastische opmerking toe, of ik in volle ernst geloof de, dat men een film in riolen kon opne men. Ik zei hem dat ik dat inderdaad ge loofd had. Toen ik volhield, adviseerde hij me contact met de overheid op te nemen. Ik vroeg hem: met wie? Hij had er geen idee van, zei hij. OP DAT OGENBLIK herinnerde ik mij van de Poolse ambas- «aar sadeur in Nederland, Jan Balicki, een adres gekregen te hebben Ven gedeelte x voor 't geval, dat ik met betrekking tot 't verrichten van journa- ,-AIgelloten röWci... listiek werk in Warschau, voor problemen kwam te staan, ik De eerste voorbijgangers bleven ai stii- zocht de naam op tussen m'n papieren en vond hem: J. Cywiak, staan. Waarschijnlijk vermoedden ze directeur van de persafdeling van het ministerie van buitenlandse s|n eJe beid£epal|n "bevond, "an de zaken. Hij moest mijn man zijn. hand was. Een veronderstelling die Diezelfde dag meldde ik me bij de heer Cywiak, die me bij- klopte, zonder vriendelijk ontving, met belangstelling naar Nederland Een gemeente-werkman kwam informeerde, me goede koffie en slech- nn" jBSÊ Misschien werden die 500 kilometer plotseling een obsessie voor me, misschien was het een kwestie van een op komende benauwdheid, ik zal het nooit weten. Ik weet alleen, dat ik plotseling door en een hevige angst werd overvallen en dat ik de zekerheid had nooit graferen hier was, merkte ik meer uit dit riool vandaan te zullen komen. Dit was het einde, er was geen ontkomen meer aan. Als ik hier, op dit ogenblik m'n bewustzijn de problemen waarmee gedurende onze aanwezigheid in 't riolennet Tom So- biecki te maken had. Ondanks he* feit dat enkelen van de arbeiders hem ge volgd waren, was het een haast onmo gelijke taak voor hem de opnamen te maken. Omdat alles glad en glibberig s, omdat de lantaarns nooit stil hin- en omdat de hitte ondragelijk Maa*- vporal: omdat er geen ruimte was. De foto's die bij dit ver- Ik heb dit nooit eerder meegemaakt haal zijn opgenomen, zijn van Sobiecki. Ik heb zelden 'n man onder moeilij ker omstandigheden zien fotograferen. Voor het resultaat heb ik alleen maar de diepste bewondering. Hij moet een groot vakman zijn. verloor, zou geen sterveling ter wereld geljjke taak door elkaar en werkelijke doods- gen. angst maakte zich van me meester. en hoop 't ook nooit meer mee te Ik heb zelden lullen maken. Was dit de anfst, waarover men leest in de verslagen van grotonderzoekers? De angst die sommige mensen overvalt als ze voor 't eerst in 'n mijn komen? Een angst die ik niet verklaren kan, om dat ik alleen maar bewust angstig Hier gebeurde het En hier was het dus gebeurd, hier voor. Maar m'n doodsangst was een i'eit, dat zal ik nooit meer vergeten. precies is gebeurd in die verzetsgroepen van de reeds totaal verwoeste stad Warschau, afge speeld. Dit was dus de scène. Dit het toneel van het afgrijselijke hoorde ik, heel in de verte, de Een labyrint van ri- m'n riolen-plan be- aan gewend, i het plein bleek af- vlaggetjes fotograaf tekeer gaan tegen iemand wate en eiadde dip hem ziin aDDaraten achterna ooigangen, van water en giaoae ik. muren, bederf en rotting. De onder- de wereld. Hier hadden ze geleden, die hem zijn apparaten achterna bracht. Voor me zag ik 't aldoor flik kerende schijnsel van de lamp ik genoeg. In de eerste ge wanden van de koker speelde. gezicht verliezen, Het moest gebeuren ingenieur. Ineens hoorde ik hem i naam roepen. Ik schreeuwde terug en onze stemmen weerkaatsten afschu- welijk in die eindeloze gangen, tegen hpf_H ïdp watpr onder ons en de J de tweede plaats had ik zowat de de. Wilde ik de te sigaretten aanbood, en me tenslotte vroeg wat hij voor me doen kon. Ik herhaalde m'n wens: een tocht door de riolen van Warschau. De reacties van de heer Cywiak wa ren ongeveer gelijk aan die van de eerste man die ik in vertrouwen had genomen. Ook hij bleek de film te ken- i ook hij tej SU ta'. T'vïX' overheid aanvaardt natuurlijk geen kele aansprakelijkheid voor u". Is het dan gevaarlijk?" wees in de richting van beide trucks. Het bleek de be- die in gingen. Aldus De geschiedde. De man wees op uit. Zou ik an- dat moment tweede werkman een paar helft van de Warschause overheid actie gebracht, en tenslotte nooit meer kunnen ogen van de heer Cywiak. om van collega Malcuzynski maar te zwijgen. Ik moest de diepte in, de teerling was geworpen. En tenslotte: ik wilde toch zo graag de riolen in! ,.Dat zult u zelf wel ondervinden". De volgende dag belde hij Ditmaal op stel enorme lieslaarzen naar binnen. Toen ik een van die paren greep, Op het ogenblik dat ik me met de moed der wanhoop door de ope ning van het riool wilde heenwrin- dat alleen halverwege rtonen onder de doorboog of op m'n knieën ging kruipen. Ineens was me nu de functie van het plankje duidelijk: het riool, de koker, was pre cies een halve me ter breed, en het latje kon je dus 't 'stromende water onder vóór me volgen, halve boog van de gang en naast iaar mogelijk als Toen verdween de angst, erop. dat het alle- nieuw. Ditmaal om me te vertellen, bleek dit gebaar te vroeg gemaakt te maal ..lake", "trucage was geweest. Al- dat de zaak rond was. dat een com- zijn. Want ltehalve mijn schoenen leen de laatste beelden, die van de af- plete organisatie aan de gang was om ^,oest °°k, m n sokken uittrekken, gesloten opening van het riool naar de me in het riool te krijgen en dat ik Vervolgens m n pantalon. Daarna - Weichsel. waren authentiek. De reet de andere ochtend om negen was volledig in scène gezet. ..Fake". vorden afgehaald door^ Ik vroeg hem. niet zonder aandrang. me te willen hel- ^^^B ^B letten de dat ik Vervolgens uur zou iasje en overhemd. Aldus ontkleed, ingenieur drong het langzaam tet me door, dat i de stadsreiniging. Tenslotte is- het bezoeken War- Hij zei: „Waarom wilt u dat zo graag?" Ik antwoordde: „Om dat ik me dat nu eenmaal in m'n hoofd heb gehaald, omdat ik zèlf wil de laatste verzetshel den van Warschau zich verdedigden tegen de Duitsers. Ik wil zien wat dat voor 'n hel was. omdat ik erover ga schrijven. Hoe kon ik erover schrijven als ik het alle succes me te horen, bijzonder verheugd, dat het de riolen schau toch een niet zó eenvoudige zaak moest zfjn. Deson danks verloor ik in dit stadium m'n optimisme niet. Men hielp mij aankleden, en dat was wel nodig ook, gezien het feit wat ik aankreeg. Eerst werden er katoenen windsels benen gewonden. Vervolgens hees men mij in de lies laarzen die tot aan m'n buik reik- hoopte hij ten. Daarna volgde een overall, over deze kreeg ik een hoogsluitend jasje. DOORB AN KAM halve boog koker. En aan dat ongeveer stukje hout kon je je voortbewegen, door het steeds Beurtelings op knieën en dan half gebogen zelf niet gezien heb? Hij keek me lang ï.t 'kunnen ïon SSZZ. SST nu" 5 SSSTC*.' «VnoTe^'v.™ IS E&ÏÏEÏÏ&l,"' l0SSCn: EtTM-SS mensen meer m ue riolen verre m>n ha mijnwerkers- MUn' commentaar was: ..De Engelse voudige zaak. Geen enkele „normale lamp op m n borst. Eerst toen was 11c achrijver Somerset Maugham heeft fotograaf scheen het op prijs te stel- blijkbaar gekleed voor het "«ol- N®ar- eens aezegd dat het voor een schrijver len me te vergezellen. Tenslotte vond mate het uniform zich uitbreidde slonk of journalist die een varken wil be- men echter Tom Sobiecki, foto-repor- m'n optimisme. schrijven, niét nodig is dat hij het hc- ter van het weekblad -Motorbereid Geholpeni door eeni paarbehulpza; le beest oDeet maar wel dat hij een m'n avontuur te delen. Ik was be- me beambten van Warschau s gemeen SuSTta^de S£ta»de proeft'" nieuwd wat hij vooreen soort man tereiniging. zagikkansde ™kte Hli lachte dacht na en zei: Maar zou zijn. Waarschijnlijk was hij even verlaten en naar de plaats te lopen, het kan niet werkelijk niet U vraagt benieuwd naar de Hollander, die spe- waar ik de ingang van. het iet» onmogelijks Dcwilumet alle ge- ciaal naar Warschau scheen te zijn middels al vermoed had. Dat vermoe- SJgSThSpSi bij uw wertmaar u gekomen om in de riolen te verdwij- den bleek juist te zijn. met dien gen, werd ik tegengehouden door b1(;m een der arbeiders. Hij gaf plankje in de hand v een halve meter breed, bedoeling me volledig duister was. Er werd bij gezegd, dat ik het on der geen enkele omstandigheid los mocht laten, daar beneden. Zonder P1^ 't plankje was ik daar verloren. Een prettig afscheid. v lopend, begon ik Toen verdween ik in de koker, het Htocht. Achter stukje hout als een kostbaar kleinood tegen me aandrukkend. M'n voeten kregen hier en daar steun van een in de muur uitstekende ijzeren haak. maar verder was het alleen maar een kwestie van zwaaiend vieren. In de diepte onder me zag ik. bijna bij het water nu. de ingenieur. Halverwege de onder keek ik opnieuw naar beneden. Tot T> m'n verbijstering was er geen inge nieur meer te zien. Daar ik echter an dere dingen aan het hoofd had dan het lot van de man onder me (m'n eigen lot interesseerde me thans het meest!) zette ik de afdaling voort. Eenmaal iant4arn de tocht. Achter me hoorde ik de stem van de foto graaf. die blijk baar op een een voudiger passage had gehoopt. Het water stroom- voelde 't door de grote, leren handschoe nen heen. Ik zag 't water in het schijnsel schreeuwde ik hij zelf terugriep, of dat het de echo' van m'n eigen stem waren, kwam ik niet te weten. Tenslotte raakten water en tegelijk zag ik dat degelijk een vervolg aan het riool dat er onder deze verticale koker horizontale liep. Maar welk een ker! a. uuiMcuu. geel de ingenieur. Of grauw smerig, vol J.f U.l A» .,kn JfvaL De s(ank aangenaam en de laarzen het temperatuur op- wel vallend hoog. Na vas, de eerste 30 meter een voortgestrompeld te ko- hebben, met aldoor 't geroep van de ik tot ingenieur vóór me hier hun vodden van lichamen voortgesleept, hier nog gehoopt op het leven, dat ze ergens, ver weg, de Weichsel die ze ge loofden te kunnen bereiken, hetzij snel als via de ontsnapping door een koker naar boven, hoop ten te mogen voortzetten. Maar 5 geen hoop leve: de De situatie aan m'n middel in het water stond, dat snel en schuimend voorbij stroom- graaf achter de. Het werd enigszins verlicht door vroeg ik het schijnsel van de lamp op links i uur begon! Men siet hier de beide trucks, met daarvoor de plaats, an Kampen in het riool verdween. Dc man in het gut laat duidelijk de ingang is. In het midden van de groep onze medeiverker, de afdaling te beginnen, compleet met mijnwerkerslamp. Tweede van ir. Pawel Blaszczyk, die hem vergezelde op de onderaardse tocht. De overige figuren zijn arbeiders van de gemeente Warschau. moet geen dingen vragen die niet te nen. verweaenlijken zijn". „Waarom is het niet te verwezenlij ken. mijnheer Cywiak?" Hij lachte opnieuw, en hij zich verbaasde over m'n Hollandse koppigheid. Maar hij lachte niet alleen, hij stood ook op, jja Btf' |U| waarop In „het pak" De volgende morgen, kwart i stande. dat 't mij volstrekt onmogelijk teek. dat een mens via zon smal gat in de aarde kon afdalen. Ik informeer de of het dèèr nu werkelijk moest ge beuren. Ja. het moest dèar gebeuren. nog doordrong. Rechts af hoe dit a^les wel moest Uü ,.,ac ffplrnmpn Tk brulde door het spaarzame licht dat eindigen. Di' was dus het riool en ™J was ge paWel Blasz- de oppervlakte naar beneden het moest eindeloos zijn. Had de vroeg - 1 .pawe,..Blasz_ de gang ingenieur me niet verteld, _dat het czyk wilde vragen hoe lang stad-onder-e riolen van War schau. Waar z® waren, bevonden ze zich al in het voorportaal van de hel. Want de enkele, die kans zag het deksel van een der kokers te bereiken (door niets minder dan een wonder), die staarde, als hij het oplichtte, op het glanzend leer van Duitse laar zen. Laarzen, die zijn handen terugtrap ten zodat hij doodviel. Of han den die hem op- hesen en tegelijk voor het vuur peloton brachten. Wie daar was, daar vocht, daar hoopte, die vocht en hoopte in een muizenval. Ik zocht naar tekens op die mu ddingen, naar her inneringen die het kleine leger der gedoemden daar had nagelaten. Maar ik vond niets. Na tuurlijk niet! Al leen muren en wa ter, het schijnsel der lantaarns en de echo's van onze eigen stemmen. Geen regels van gedichten, geen na men. geen cijfers. Niets. Wat daar ge beurde was geen verhaal dat men in een boek leest, het was niet de stof voor een film, het was alleen gruw zame werkelijkheid, die niets mense lijks meer had. Een werkelijkheid, de lounge werd me bevestigd. Het stalen deksel boven het gat werd opgelicht en ik kon/" telefoon stond. Hij dit "bij voorbaat"wel"lm "afschrijven. "eder ging bellen. Ik geloof dat hij met drie, Een prij8_ dje ik voor het riool-av»"- vier instantie» telefoneerde. Precies tuur echter wel over meende te wee* ik dat niet. want »k kon er geen gen hebben. woord van verstaan. Tenslotte stond hij op, kwam naar me toe, en zei: „Er is een heel klei ne kans dat u de riolen in kunt, maar reken er niet te vast op. Ik heb zojuist gesproken met een collega van u hier Een riooldeksel als in Warschau, de redacteur Karol Mal cuzynski van de „Trybuna Ludu". de grootste en belangrijkste krant hier in Warschau. Hij is de broer van de be roemde Poolse pianist van die naam. waarover u zeker in Holland verno men zult hebben. Karol Malcuzynski weet nu van uw plan en heeft me be loofd u vanavond in hotel Bristol te te lefoneren". Ik bedankte hem en vertrok. Niet helemaal gerust over het verdere Om zes uur die avond ging de tele foon in m'n kamer van het hotel. En biecki We het was Karol Malcuzynski. Hij vroeg d Q Elk der drie part,jcn of het mogelijk was. dat hij me nu. r -i- direct, bezocht. Ik bevestigde de vraag en een kwartier later ontmoetten we elkaar in de bar. sprak*°enVerstond. M~aar de fotograaf We spraken een half uur samen, en kon zjch aard]g met Du^., en Engels toen wist ik dat m n kansen om in de redden manier van spreken, die ik riolen van Warschau te komen gunstig jater met de ingenieur toepaste, was atonden. Indien er een man was. die volgens bet internationaal uitstekend dit kon organiseren, din Malcuzynski^ werkende systeem van „spreken-met het kostuum, ik de minste waarde hechtte. ODReucni ell JM Ik had namelijk het voorgevoel, dat ik werpen. Op hetzelfde ogenblik j;» uil kon afwhrnven. wag m>n optjmiSme, dat toch al aan zienlijk geslonken was, tot nul geredu ceerd. Ik keek in een koker, waarin een niet té omvangrijk man net pas te, en die een tiental meters in de diepte verdween. Waar hij eindigde, zag ik water voorbijstromen. Snel en schuimend. De geur die uit de koker opsteeg was niet aangenaam en dat is dan zacht gezegd. Het ergste was echter dat ik ner gens een zijgang zag. Die /noést toch zijn. je" het water daar bene den bereikte? Ik vroeg het de inge nieur. maar die schudde treurig het hoofd. Er scheen wel een gang te zijn, maar die was hier aan de oppervlak te nog onzichtbaar. Er werd een plan de campagne op gemaakt. dat er als volgt uitzag: eerste I Pawel Blaszczyk afdalen, Precies op tijd arriveerden m'n toe- vervolgens de Hollander die komstige lotgenoten: de jeugdige Pa- riolen wilde tenslotte de foto- ging ae xeie- wei Blaszczyk en fotograaf "Tom So- graaf. Hoe de laatste kans zou zien z'n het hotel. En Kj.„Vi w» namen elkaar merkbaar omvangrijke foto-apparatuur (alles rtijen was moest met blitz opgenomen worden m de andere, de duisternis) naar beneden te trans- »rre moei- porteren, was me een raadsel. Maar lijkC daT P^awèl "Blaszczyk 'alleen Pools ik had ernstiger dingen aan m'n hoofd sprak cn verstond. Maar de fotograaf in die ogenblikken. De afdaling De afdaling begon en de ingenieur verdween. Ik vroeg hem niet te snel af te dalen, opdat ik een redelijke Uit alles bleek, dat hij grote invloed handen^n.Voeten". In ieder geval be- J bezat. Hetgeen niet wegnam, dat nu grepcn we elkaar in de uren die volg- kans zou hebben hem te kunnen vol- me had gezegd dat er minstens drie gen Ujtstekend gen. Hij verdween onder de rand van departementen aan te pas zouden moe- De auto van de fotograaf bracht ons het gat. gevierd aan een dik touw. dat ten komen. .naar een der grotere stadspleinen van met een musketonhaak om z'n middel Wat ik vroeg was zijns Inziens een warschau. Het was goed weer en de was geslagen en dat de werklieden bijna onmogelijke zaak. Het zou niet zon stxaalde aan de hemel. „Weer om van gemeentewerken stukje voor stuk- krij- naar buiten te trekken", zei de foto- je lieten vieren. Zwaaiend zag ik hem t graaf, „bepaald niet om in riolen af verdwijnen, in de richting mvoudig zijn toestemming gen yan alle autoriteiten, die i Hl maal bij een zaak als deze betrokken dalen". *HÏj"~scheen de hele affaire ter. tién meter onder hem. waren. Ik moest daarbij niet vergeten, n0gai dubieus te vinden en in dat op- Waaróm te verzwijgen, dat ik in die H' zicht was z'n intuïtie aanzienlijk dramatische momenten overwoog het vruchtbaarder dan de mijne. Maar dat hele plan maar op te geven? Ik zag bleek pas later. er niet het minste heil meer in. Inte- Er werd gestopt op het Królewska- gendeel. ik voelde met dat ik een buitenlands journalist 1 Ik vroeg of ik dan de éérste was, die ooit een dergelijk verzoek had in gediend. Karol Malcuzynski dacht ""Ër* werd gestopt op het Królewska- gendeel. ik voelde met aan zekerheid even na en antwoordde „Nee, de Djein Toen ik uitstapte zag ik langs grenzende waarschijnlijkheid, dat ik tweede. Jaren geleden was er eens bet trottoir twee trucks van gemeente- bezig was me in een afschuwelijk wes- een Amerikaans journalist die er ook wf>rken staan. Bij de trucks stonden pennest te steken, waarvan de gevol- in wilde". 2es werklieden, die ons met onverho- gen niet te overzien waren. En dit „Kwam hij er in'" vroeg ik met i«n aandacht opnamen, schrijver de- was pas het begin! Hoe moest dan •pperste belangstelling. >cs niet het minst. De uitdrukking op het einde zijn? gauw bun gezichten kwam me bekend voor Kon ik, met goed fatsoen nog terug- en verbazing. Maar keren? Was het mogelijk het hele uit. Ik trouwen», dat bet die verried i tegen elkaar. Toen hoorde ik 't verlossende nieuws: nog een meter of vijftig, dan wórdt 111CC1 liaUi het beter, dan komt een ruimere riool. die jedere fantasie overtrof. Ik kroop verder door de koker. Het duurde lang en het was een marteling. Ik kreeg een ongelooflijke dorst en ook de behoefte om weer boven te zijn, Men heeft, direct na de bevrijding van Warschau, wat wapens gevonden in de riolen. En lijken. Méér niet. De laatsten die daar waren, stierven j op dat plein onder de zon. Dat plein hun verwondingen die leek eindeloos ver, op deze plaats. Toen, na minuten die eindeloos le- a ken, naderde het einde van dit deel barbaren boven hen, de Duitsers, van 't riolen-net. Ik zag de ingenieur met z'n lantaarn zwaaien: het teken dat hij het einde had bereikt. Nog snel- middel toepasten om het riolenverzet zo snel mogelijk te breken: het mid- del dat carbid heet. Via de deksels Ier, met m'n laatste krachten, zette ik der riolen werd carbid in het water het plankje steeds een stukje uit. Als een invalide kroop ik daar door het water en het bleef een verre van plezierige bezigheid. Maar m'n angst was over. Wat niet wil zeggen fotografisch ii geworpen. Het laatste woord op het gebied van barbarisme. Ik kan niets noteren, maar dat is ook niet nodig. Wat ik zie, legt zich fotografisch in m'n herinnering vast. Nooit zal ik dit meer kunnen vergeten, dit gangencomplex, waar een Dante een deel van z'n Inferno zou hebben de koker kwam op kunnen situeren. Deze Hades, waar - geen Orpheus ooit speelde voor 'n Euridiee. Een sfeer voor een verhaal Dumas-père, een Hugo, een Zola. ■oor een Victoriaanse ghoststory. Een walmend schaduw-rijk waarin men de schimmen nog meent te zien van hen die er in omkwamen. En waarin 't telkens opnieuw oplichtend blitzlicht van Tom Sobiecki me aan de laatste salvo herinnert die door de laatste geweren van de allerlaat ste verzetshelden werd afgevuurd. Ik ben daar een uur geweest, mis- schien iets langer, misschien iets kor- Warschau ter. Ik weet het niet. Ik had geen be- de^ tijd. Op een ogen- dat ik me rustig voelde. Onrust, onbewuste vrees, bleef me volgen lang ik in de riolen verbleef. Het einde een plaats uit waar twee smalle len samenvloeiden en verder gingen als een breder en hoger riool. Het was in elk geval zo hoog. dat ik er met óf m'n hoofd gebogen in kon staan. Het leek me zo hoog als de Dom van Utrecht! Het ergste was achter de rug, te meer daar ik hoorde dat we niet de zelfde weg terug behoefden te gaan. Er was ergens verderop een gelegen heid om via een andere koker weer boven te komen. Dit was de meest heuglijke tijding die ik sinds blijf onder de aarde had elkaar gebleven, van verdwalen allesbehalve denkbeeldig faalde 1 gangen zijn we bij blik schreeuwde de ingenieur iets te- omdat het gevaar gen de fotograaf, die het voor me ver- aide of het zó genoeg was. Ja. zó was het genoeg, meer dan genoeg. Naar het licht Er opent zich ergens, aan 't einde m een gang, hoog boven me, 'n ri ool. Ik zie eerst 'n cirkel licht en even later een touw naar beneden komen. Met wellust heb ik het gegrepen en me naar boven laten takelen. En ter wijl ik het licht tegemoet ging, moest ik ineens denken aan het grote foto boek dat ik die dagen in 'n Warschau se boekwinkel had zien liggen, en dat gevuld was met platen, foto's uit de vier jaren dat Warschau werd ver woest. Er stond met vurige, vlammende le»ers een Engelse titel op. Deze- We have not forgotten". („We hebben niet vergeten"). (Voor vervolg zie pag. Want dit systeem riolen is een stad onder de stad. Honderden kilometers riool doorkruisen daar de aarde, en wie er niet bekend is. en zonder licht en gids. die moet in de kortst moge- van lijke tijd het spoor verliezen. Overal voorbijstromend water, soms snel en schuimend, soms traag. Met kleine draaikolken op de plaatsen waar twee of drie riolen samenkomen. Óver al aangevreten wanden, oude muren, met uitgebeten stenen, vol aangroeisel. vol schimmels en parasieten. Een onbeschrijfelijk griezelige sfeer, die me keer op keer aan de film „De Derde Man" deed denken. Hoezeer de verzetsfilm. spelend in deze riolen op „fake" op trucage berust, bleek mij ru. Geen sterveling zou in staat zijn daar te filmen, laat staan een speel film te maken. Hoe moeilijk als foto-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1962 | | pagina 6