BON Staat Nederland wel ten volle achter onze zaak? Europese hof houdt zich buiten koelkastenconflict Nieuw-Guinea nu zonder JUNGLE PIMPERNEL hi een. &o#tfce KiJ, Vervaardigen van atlassen SALARIS RIJKSPERSONEEL Minister Toxopeus heeft in een rondschrijven aan de ministers een uit voerige toelichting gegeven op de voorgenomen salarismaatregelen per 1 januari 1962 voor het rijkspersoneel. De minister tekent hierbij aan, dat de toekenning der nieuwe salarissen zolang ook niet de Eerste Kamer hoofdstuk 7a (binnenlandse zaken) zal hebben behandeld nog een voorlopig karakter zal dragen. De minister acht het echter van belang, dat de herziening van de salarissen zo snel mogelijk wordt voorbereid, opdat aan de belangheb benden zo enigszins mogelijk nog in april het hun over die maand toe komende salaris kan worden verleend. Gedeputeerde Staten der provincies en burgemeester en wethouders der gemeenten zijn door de minister van binnenlandse zaken uitgenodigd voor het bij hun organen in dienst zijnde personeel overeenkomstige voorzieningen te treffen. PRIJSINDEXCIJFERS FEBRUARI Het landelijk prijsindexcijfer van het levensonderhoud voor gezinnen van hand- en hoofdarbeiders, zoals dat maandelijks door het Centraal Bureau voor de Statistiek wordt samengesteld op basis 1951 100, onderging van medio januari tot medio februari 1962 een geringe wijzi ging. Het indexcijfer inclusief A.O.W./A.W.W. bleef staan op 130 en het indexcijfer exclusief A.O.W./A.W.W. steeg van 125 naar 126. Binnen de sector voeding gaven de indexcijfers voor aardappelen, fruit en eieren een daling te zien, terwijl het indexcijfer voor groenten steeg. De indexcijfers voor kleding en schoeisel vertoonden een stijging. Deze stijging houdt verband met hèt terugkomen der prijzen op het niveau van voor januari, in welke maand de uitverkopen plaatsvonden. GESPREKSKOSTEN TELEFOON Mej. mr. J. J. Th. ten Broecke Hoekstra, lid van de Tweede Kamer (lib.) heeft de minister van verkeer en waterstaat schriftelijke vragen gesteld over de telefoon-gesprekskosten op het platteland en in de kleine gemeenten. De vragenstelster zegt hierin onder meer dat de tele- foon-geabonneerden op het platteland en in de kleine steden volgens het geldend tarief aanmerkelijk hogere gesprekskosten moeten betalen dan de geabonneerden in de stad. Mej. Ten Broecke Hoekstra vraagt de bewindsman of het niet billijk is deze ongelijke tariefstelling te verbeteren of door een wijziging van de redactie voor het abonnementstarief of door het huidige tarief te hand haven en te bepalen, dat in elke sector volgens het lokale tarief zonder beperking van gespreksduur kan worden getelefoneerd. .•p-r/": Papoea s vragen zich af: Wie kan u verhinderen om deze krant een goede kran* te vinden? Wat dat betreft beslist u immers geheel zelf! Velen denken er over als u. Dat weet u. De ebr. krant neemt een positie in die ver boven vroeger ligt. Elke dag werken we er hard aan om dit zo te houden en nog te verstevigen. U hebt daar recht op. Zet u graag iemand op deze bon? Dan verdient u ter loops „Dat zit zo". (in envelop of op kaart geplakt verzenden U kunt noteren als nieuwe abonnee Datum van ingang BETALING PER WEEK/MAAND/KWARTAAL/GIRO Doorhalen wat niet van toepassing ls Zelf was ik al abonnee. Voor het aan brengen van bovenstaande nieuwe abon nee heb ik dus recht op DAT ZIT ZO Schrijf hier uw eigen naam en adres „Dat zit zo" 'n boek boordevol met ongelooflijk handige wenken i9 niet in de winkel te koop. Het Europese hof van justitie in Luxemburg acht het „niet uitgeslo ten", dat het verbod van de Duitse firma Bosch aan zijn afnemers in de Duitse bondsrepubliek om him koel kasten naar Nederland uit te voeren strijd is met de concurrentiere gels van het E.E.G.-verdrag, doch onthoudt zich van een principiële uit spraak daarover. Dit blijkt uit het arrest, dat gisteren door de Europese rechters is gewezen op verzoek van het gerechtshof in Den Haag, dat het vorige jaar een zaak te behandelen kreeg tussen twee Neder landse firma's. Het gaat hier om een geding tussen de N.V. van Rijn, die se dert 1903 de enige officjële importeur "<"i Bosch-koelkasten in Nederland is, de Rotterdamse onderneming De Geus en Uitdenbogerd, die in 1959 en 1960 koelkasten van hetzelfde merk in Nederland importeerde. Deze koelkasten waren betrokken van Duitse firma's, die tegenover de Bosch-fabrieken de verplichting op zich hadden genomen deze niet naar het buitenland te ex porteren. Deze verplichting is opgeno- in elk contract van Bosch met af- ïrs in Duitsland ter bescherming het alleen-verkooprecht van zijn vertegenwoordigers in het buitenland. In het arrest wordt de vraag van het Haagse gerechtshof, of dit export verbod onder de bepalingen van artikel an het E.E.G.-verdrag valt en dus Savannah voldoet aan verwachting De Savannah, het nieuwe Amerikaanse passagiers- en vrachtschip met kern voortstuwing is in de haven van York- town teruggekeerd met twee bezems in de mast, de ene voor het perfecte werken van de kernreactor en de andere voor het feit, dat de proeven ten aanzien van de wendbaarheid tot volle tevredenheid zijn verlopen. Bij de proeven heeft de Savannah, 's werelds eerste koopvaardijschip met kernvoortstuwing, de verwachtingen overtroffen. Op een gegeven ogenblik werd een snelheid van 24 knopen bereikt terwijl 20 knopen gecontracteerd was. >e 85-jarige J. H. van Haren ait Amsterdam is aan de gevolgen van gas vergiftiging overleden. Buren roken gas en waarschuwden de politie, die zich toegang tot zijn woning verschafte en hem bewusteloos aantrof. Later op de is hij overleden. Een scheurtje in de gasslang bleek de oorzaak van de vergiftiging. in strijd zou zijn met de concurrentie regels in de gemeenschap „niet als een zuivere vraag van uitlegging van het verdrag" genoemd. Voor de beantwoor ding van deze vraag zou het Europese hof een feitelijk onderzoek moeten in stellen, hetgeen volgens het arrest bui ten zijn bevoegdheden valt. Onder de ze omstandigheden moet het hof zich beperken tot de vaststelling dat het niet is uitgesloten, dat verboden tot exporte ren onder de omschrijving van artikel 85 vallen, waar wordt gesproken van overeenkomsten, die de handel tussen de lid-staten ongunstig kunnen beïnvloe- Werkloosheid op de Antillen is niet gering De resultaten van de volkstelling, die januari vorig jaar op Curagao, Bonaire en de Bovenwindse eilanden is gehou den zijn inmiddels bekend geworden. Op Aruba is in 1960 een eigen telling gehouden. De bevolking van Curagao nam var 1930 tot 1960 toe met honderdvijftig pro cent. Op 31 december 1960 bedroeg het totale aantal op Curagao woonachtige personen 125.200. Op Bonaire woonden op diezelfde datum 5800 personen. Ter wijl op Curagao 32 pet van de bevolking tot de beroepsbevolking kan worden ge rekend, is dit percentage voor Bonaire slechts 24 pet. Van de groep der eco nomisch actieven op Bonaire is 28 pet werkloos. De Bovenwinden: eind 1960 telde St Maarten 2700 personen, St. Eustatius er Saba resp. 466 en 444. De bevolkings- sterkte bleef de afgelopen dertig jaar op Bonaire en de Bovenwindse eilanden nagenoeg gelijk. Uit het rapport blijkt voorts, dat der tien procent van de totale beroepsbevol king van Curagao werk zoekt. Vooral onder de jongeren is de werk loosheid groot. Van de eigenlijke Antil liaanse beroepsbevolking op Curagao moet zeventien procent als werkloos worden beschouwd. Er blijken volgens het rapport slechts geringe mogelijkheden te bestaan thans werkende niet-Antillianen te vervangen door Antillianen. Met zekerheid kan wor den geconstateerd, dat vervanging van nite-Antillianen uitgesloten kan worden geacht in die beroepen, welke een mid delbare of hogere opleiding vereisen. In het rapport staat ook, dat vastge steld is, dat in de wetenschappelijke en verwante beroepen werkzame personen ruim de helft tot de Europese Neder landers behoort. Met name gaat het hier om onderwijzend personeel en tech nici. Ook in de leidinggevende functies worden veelal Europese Nederlanders aangetroffen, namelijk 35 procent van het totaal. Drink_^^ de enige echte voor mensen die kwaliteit verlangen t Argentijns kabinet is thans gereed President Jose Maria Guido heeft enige oppositie van militaire zijde tegen de be noeming van Federica Pinedo tot minis ter van economische zaken weten weg te praten. Het kabinet van acht ministers, dat de natie door de komende moeilijke tijden zal moeten heenloodsen, is thans gereed. Terzelfdertijd heeft ex-presiderut Arturo Frondizi zijn politieke aanhangers ver zocht te bedaren en de nieuwe regering geen strobreed meer in de weg te leggen. De 67 jaar oude Pinedo, een liberale economist die voorstander is van een vry handelsverkeer, zal de portefeuille van economische zaken, een van de belang rijkste van het kabinet, beheren. De militairen maakten bezwaar tegen de voorwaarden van Pinedo. dat hem de vrije hand gelaten diende te worden bij de keuze van zijn medewerkers. Nuttige diensten bewijst deze helikopter bij het in veiligheid brengen van bemanning en lading van het vrachtschip Chickasaw, dat in een felle nië is gelopen bij Santa Barbara. Bergingsspecialisten worden met deze helikopter aan boord van het wrak ge bracht en bemanningsleden mee terug genomen, terwijl ook delen van de lading naar een bergingsschip worden overgebracht. Maarschalk Konjef, commandant van de Russische strijdkrachten in Duits land, heeft zijn leedwezen betuigd over het incident van vorige maand, toen Oostduitse politie in de buurt van de Berlijnse sectorgrens op een Ameri kaanse militaire missie schoot. Dit is meegedeeld door de Amerikaanse op perbevelhebber in Europa, generaal Bruce Clarke. i Dr. J. V. de Bruyn, het hoofd van de afdeling bevolkingszaken van de dienst van binnenlandse zaken in Nederlands Nieuw- Guinea, beter bekend als „Jungle Pimpernel", heeft gisteren met zijn echtgenote Nieuw-Guinea voorgoed verlaten. Deze kenner bij uitstek van land en bevolking kwam reeds in 1939 naar het Ne derlandse gebiedsdeel, dus vlak voor de oorlog. Tijdens de oorlog bleef hij op eigen verzoek in het centrale bergland achter en als leider van de zogenaamde Oak- tree-party heeft hij de inlichtin gendienst onschatbare diensten bewezen. Zijn bijnaam, „Jungle Pimpernel", stamt uit die tijd. Naar zijn mening wordt de ontwik keling in Nieuw-Guinea het best ge typeerd door het feit, dat de Papoea's met steeds meer zelfvertrouwen de toekomst tegemoet gaan, terwijl dit bij de Nederlanders in deze onzeke re wereld juist steeds minder wordt. De heer De Bruyn vertelde, dat de verandering, die zich in de bevolking, in de 23 jaar dat hij er heeft ge werkt, heeft voltrokken indrukwek kend is. Als voorbeeld noemde hij een gebeur tenis uit '39, die nu onvoorstelbaar schijnt. Tijdens een inspectiereis in 1939 langs de zuidwest-kust zei een Mimi- kaan, terneergeslagen en zonder enig zelfrespect: „Kita orang bangsa Papoea sadja Wij zijn maar Papoea's". JAPANNERS Dezer dagen heeft dr. De Bruyn twee grote tamme varkens naar de Wis selmeren laten brengen als geschen- voor zijn vele vrienden onder, de Kapaukoes. Deze inlanders heb ben Jungle Pimpernel in de oorlogs jaren verschillende malen het leven gered. In mei 1943 bevonden de Ja panners zich op twee dagmarsen van de Wisselmeren, waar het hoofdkwartier van Jungle Pimper nel was. De Japanners wisten dat hij daar zat en sommeerden hem met zijn radio's naar de kust te komen. Uiteraard negeerde hij deze bevelen hij kon zich volkómen veilig voelen. want zijn Papoea's hielden hem con stant op de hoogte van de bewegingen der Japanners. Maar de Jappen hebben hem de gehele oorlog niet met rust ge laten. Voortdurend werd hij achterna gezeten. GEHARD Ondanks het gevaar breidde de groep van Jungle Pimpernel zich uit. Aanvan kelijk waren het alleen de Nederlanders Rudy Gout en Berger, samen met een ratjetoe van zes Indonesische rassen. Later werd de groep aangevuld met 28 Kapaukoes, berg-Papoea's, die uiterst gehard waren en driemaal zo snel kon den patrouilleren als Jungle Pimpernel en zijn mannen. Na de evacuatie ging dr. De Bruyn naar Australië, waar hij in 1944 com mandant werd van een eenheid van 300 man van de inlichtingendienst. In 1946 was hij weer terug in Biak. In 1950 en 1951 studeerde hij etnologie in Leiden. De studie, welke normaal drie jaar vergt, volbracht hij in tien maanden. In 1952 werd hij geplaatst op het kantoor voor bevolkingszaken in Hollandia, waarvan hij de laatste vijf jaren hoofd is geweest. Voor de laatste maal zal hij nu deze maand, samen met zijn vriend Nicolaas Jouwe, te New York Nieuw-Guinea ver tegenwoordigen op de dertiende zitting van de V.N.-commissie voor niet-zelfbe- sturende gebieden. Op 1 augustus zal hij te Noumea in Nieuw-Caledonia de func tie aanvaarden van het „Urbanisation Research Information Centre" van de Zuidpacificcommissie. (Van een onzer redacteuren) Hoe denkt de Papoea-gemeenschap die in Nederland voor studie-doel einden vertoeft over om het eens ambtelijk uit te drukken de hui dige stand van zaken met betrek king tot het vraagstuk Nieuw-Gui nea? Is er sprake van een eenheid in visie? Om met die laatste vraag te beginnen: ja, er is een op merkelijke eenheid in visie, die men geneigd moet zijn zelfs gematigder te noemen dan de gedachten die on getwijfeld in Nieuw-Guinea zélf Welnu, om maar met de deur in huis te vallen: bij het voortschrijden der ontwikkeling kan men zich in deze kring niet aan de indruk onttrekken dat men meer bevreesd moet zijn voor wat „Den Haag" gaat doen dan wat beoogd wordt in Djakarta, waarvan u al jarenlang wéét wat men heeft. Een vrees, die men grondt op de ontwikkeling zoals die tot op heden is gelopen in de kwestie Nieuw-Guinea en de houding die Ne derland daarbij heeft aangenomen. De angst namelijk dat Nederland tenslotte ten opzichte van het Papoea-belang zal retireren. Zij het niet „de jure" dan toch „de facto". Wat de overgrote meerderheid van de tot oordelen in staat zijnde Papoea- bevolking op dit ogenblik wil mag als bekend worden verondersteld: géén integratie van Nieuw-Guinea in de Indonesische Republiek. En men rede neert verder: wie dit toch zou menen te moeten bewerkstelligen, om welke redenen dan ook, stelt zich lijnrecht tegenover de wil van de bevolking. Men moge zich in Nederland uitputten door op wetenschappelijke wijze aller lei interpretaties van het zelfbeschik kingsrecht te geven, voor de Papoea's is er maar één interpretatie: wij en wij alleen willen ons staatkundige lot bepalen. Het zou voor Nederland inderdaad heel wat eenvoudiger zijn als de Papoea's werkelijk naar een samengaan met Indonesië verlangden, maar dat is nu eenmaal niet het geval. En daarbij: maakt Indonesië zo'n verlangen dan by de Papoea's wak ker? Het lijkt er niet erg op. Zo zijn de nuchtere feiten. Nu is daar inderdaad het bij her haling voor haar rekening genomen woord van de Nederlandse regering, dat zij de Papoeabevolking niet tegen haar wil aan een andere natie mag overdragen; dat de door haar toege zegde zelfbeschikking inderdaad richt snoer blijkt in de toekomst. Maar anderzijds meent de regering te moe ten onderhandelen met Indonesië, wat toch waarlijk niet alleen wil zeg gen dat zij gaat meedelen dat de Papoeabevolking geen aansluiting wénst. Dat is trouwens geen nieuws ook. Waaróm wil de Nederlandse rege ring onderhandelen met Indonesië over de toekomstige status van Nieuw-Guinea? Men ként de redene ring: omdat „de omstandigheden die Nederland nu eenmaal niet alleen in de hand heeft daartoe nopen", omdat „Nederland als kleine natie in feite in een onmogelijke positie verkeert met het probleem", omdat „Nederland voor wat het bepaald wel het liefst zou willen met Nieuw-Guinea, nl. dit land volledig voeren tot zelfstandig heid of zelfbeschikking, onvoldoende ssteun kan vinden bij en hulp kan ver wachten van het buitenland gezien de niet te negéren aanspraken die Indo nesië laat gelden". Vanwaar het gevoel van Nederland dat het vrij geïsoleerd staat in dezen? Terwijl het hele probleem van zelfbe schikking toch eigenlijk terug te bren gen is tot zeer eenvoudige proporties, want het gaat hier toch om een vol komen gerechtvaardigd verlangen van een volk, een verlangen dat interna tionale rechtsgrond heeft. Zou het kunnen zijn omdat Nederland zich daar van de aanvang af niet volledig met hart en ziel achter heeft gesteld? Heeft het ten opzichte van het buiten land in dezen wellicht een overbeschei- den houding aangenomen, ja, zelfs een zeker vertoon van angst ten toon ge spreid? Overdreven gezegd van: Blaas tegen ons en we vallen om? En zou dit alles er niet toe hebben kunnen leiden dat Nederland in die onmoge lijke positie is gaan verkeren, dat het op weinig hulp van het buitenland kon rekenen en. dat Indonesië een steeds agressiever houding ging aan- Nederland had namelijk ook zelfbe wust de wereld duidelijk kunnen ma ken dat het met alle haar ten dienste staande middelen de zelfbeschikking aan de Papoea's garandeerde, omdat déze taal in de wereld, met name ook I Een Schots onderwijs instituut heeft uit een en quête bij onderwijzers geconcludeerd, dat door de invloed van de televi sie de jongens op straat oneerlijk knokken. De jongens doen de ruwe en oneerlijke methoden, die zij op de t.v. zien, na en zij houden zich niet aan de oude en onge schreven regels van het gevecht op de vuist. Zelfs tegenstanders die op de grond liggen, wor den getrapt. I De zes wassen beelden uit Engeland, voorstel lende de zes vrouwen van Hendrik de Achtste, die volgende week naar Vancouver zouden vlie gen, krijgen plotseling haast „nu zij gehoord hebben, dat hun konink lijke echtgenoot zich vandaag al naar het vliegveld van Vancouver begeeft om hen af te ha len". I Het bakenlicht van het Empire State Building in New York zal van avond niet ontstoken worden en tot 1 juni ge doofd blijven om trekvo gels, die naar het noor den terugkeren, niet in de war te brengen. Aan getrokken door het licht zijn in het verleden veel vogels tegen het ge bouw gevlogen. I Wie lang bij de politie heeft gediend, kan veel verhalen. Dit bleek giste ren nog eens duidelijk op het hoofdbureau van po litie in Utrecht, waar een honderdtal gepensio neerden de gast was van het Utrechtse politie korps. De oud-gedienden vonden het bijzonder moeilijk om alles te be grijpen. In hun tijd was een auto een wonderding en nu stonden ze versteld van het wagenpark van de politie. De mobilo fooninstallatie ging hele maal boven hun petje en er waren velen die hun grijze hoofd meewarig schudden, toen men in de meldkamer een poli tieman hoorde spreken met een collega, die in een auto reed. De oudjes konden zich op één punt meten met hun jongere collega's; ze waren hen hierin zelfs de baas: het vertellen van sterke ver halen. I In de Europawijk te Mol in België zal donder dag de eerste steen wor den gelegd voor een Eu ropese school ten behoe ve van kinderen der Euratom functionarissen en andere buitenlanders, die werkzaam zijn in het atoomcentrum aldaar. I Gisteren is een serie van vier nieuwe zegels uitgekomen van het Va- ticaan. De postzegels zijn gewijd aan de bestrij ding van de malaria. Er zijn twee afbeeldingen: een malariamug en een moeraslandschap. I In 1961 consumeerden de Nederlanders in to taal 513.675 ton vlees, ruim 7000 ton meer dan in 1960. De consumptie per hoofd van de bevol king bleef echter bijna gelijk, namelijk 44.1 kilo gram. Varkensvlees werd minder gegeten, terwijl het gebruik van rundvlees steeg. Het vervaardigen van atlassen ls in onze eeuw een ongewisse bezig heid. Immers, wanneer de kaarten zijn gedrukt en alles keurig is inge bonden, is de kans geenszins denk beeldig dat een schreeuwerige en weinig presterende natie zich geroe pen voelt andere landen te gaan be vrijden, zodat na een korte spanne tijds allerlei grenzen anders komen te liggen. Trouwens, dit is geen ver schijnsel van onze tijd alleen, want de tsaar van Rusland, de koning van Pruisen en de keizer van Oos tenrijk waren ook geen voorstanders van de status quo. Wanneer deze he- vrede met elkaar verkeerden, deed voorstel een spelle tje te spelen. Dat spelletje heette de „Poolse deling", waarbij ze elkaar en zichzelf stukken van Polen toewe zen. Tot héél Polen was opgedeeld. Toen behoefde van die verdwenen natie geen landkaart meer te wor den gemaakt. Zó kunnen de proble men natuurlijk óók worden vereen voudigd. Laten we echter niet te ver afdwa len. We spraken over het ongewis se in de a tlassenindustrie. Van één ding kunnen de kaartentekenaars evenwel volkomen zeker zijn: zij hebben in het geheel slechts vier kleuren nodig om alle landen die aan elkaar grenzen een verschillen de kleur te geven. Er zijn verscheidene punten op aarde waar drie gebieden aan el kaar grenzen, zodat alleen al op die punten drie kleuren nodig zijn. La ten wc als voorbeeld eens de provin cie Utrecht nemen, ingesloten door Gelderland, Noordholland, Zuidhol land en een stukje IJselmeer. Hier grenzen drie provincies op twee ver schillende plaatsen aan elkaar. Des ondanks kan met vier kleuren wor- TOCH IS HET ZO! den volstaan. „Mis", zult u zeggen, „want als het IJselmeer nu eens geen water, maar een twaalfde pro vincie was (en we gaan daar hard naar toe), zou een vijfde kleur no dig zijn". Integendeel, die twaalfde provincie zou dan de kleur van Zuidholland kunnen krijgen, want die provincie grenst wel aan drie an dere, maar niet aan het IJselmeer. Kortom, nergens op aarde is een si tuatie te bedenken, waar voor aan grenzende landen méér dan vier kleuren ter onderscheiding op land kaarten noodzakelijk is. We kunnen u mo menteel twee ma nieren aan de hand doen om wereldbe roemd te worden. In de eerste plaats door een stelsel van landsgrenzen te tc- kenen waarvoor vier kleuren niet toereikend zouden z(jn (de sektoren van verschillende landen die elkaar in een punt aan de Zuidpool ontmoeten, vormen in dit punt natuurlijk geen grenzen, want dit punt heeft geen afmeting!) óf u kunt beroemd worden door theore tisch te bewijzen dat vier kleuren in derdaad voldoende zijn. Want. deze stelling die in de praktijk alge meen wordt toegepast, is tot op he den niet wiskundig bewezen kunnen worden. Wel heeft Euler het bewijs geleverd, dat vijf kleuren voldoende zijn, maar voor vier kleuren heeft nog niemand het bewijs kunnen le veren. Wie dus beroemd wil worden of zichzelf slapeloze nachten wil be zorgen, grijpe zijn kans! Over kans gesproken, weet u dat bU een groepje van 25 wille keurig bij elkaar gebrachte perso nen de kans groter ls dat van en kelen de verjaardagen samenvallen dan dat ieder op een andere dag Jarig is? Daarover een vo«#ende keer. Commentaar via E. A. Polansky Hedenavond vertrekt na vol tooiing van zijn 6tudie in de iiet-weMerse Metenschappen de trolri Zijn Nieuw-Guin plaats wordt de llaga-vallei, nog in ontwikkeling te brengen gebied in de binnenlanden, waar zijn huis voorlopig een tent zal zijn. „Ik blijf zo lang het maar kan, want ik houd van het land en zijn be woners", zo was zijn antwoord op de vraag wat hij van de toekomst dacht. De heer Polansky heeft tij dens zijn studieverblijf in Ne derland steeds een zeer intensief contact met de hier aanwezige Papoea's onderhouden; hij trok als het ware dagelijks met hen op. Vandaar dot we hem op de valreep hebben gevraagd nog standpunt van deze Papoea's bij de huidige stand van zaken in de kwestie Nieuw-Guinea. Een verzoek. Maar hij in een kort, kernachtig betoog gevolg aan heeft gegeven. Omdat er een zeker gevaar is dat te weinig aandacht wordt geschonken aan de stem van degenen die toch wel in de eerste plaats bij de ontwikke lingen rondom de toekomstige status van Nieuw-Guinea zijn betrokken, leek het ons van helung de voornaamste thans bestaande opvattingen, die in deze groep leven, te memoreren. Wellicht ten overvloede: opvat tingen, die uiteraard nog niet de onze behoeven te zijn. in Indonesië béter wordt verstaan. En het had metterdaad kunnen bewijzen dat het haar hiermee ernst was door bij de minste poging tot agressie, ook al uit nuttige preventie-overwegingen, aanzienlijke versterkingen naar Nieuw- Guinea te sturen en niet zo lang be vreesd te dralen als het nu heeft ge daan. Want bovendien: hoe kon Neder land in geval van nood rekenen op buitenlandse hulp als het zélf niet alles deed wat in zijn vermogen lag om het gebied en zijn bewoners waaronder n.b. 20.000 Nederlanders zo goed mogelijk te beschermen? Zo'n ferme, zelfbewuste houding had wel eens veel meer effect kunnen sorteren dan tot nu toe helaas het geval is geweest. Aan die gedachte geeft het recente verleden steun. Er is een land als Portugal dat met zijn nog immer ge voerde koloniale politiek dwars tegen de tijdgeest ingaat. In dit verband behoeft alleen maar Angola genoemd te worden en de houding die de Ver enigde Staten daartegenover op een gegeven ogenblik ging aannemen. Por tugal dat thans letterlijk het grootste ongelijk van de wereld heeft dreigde met sancties op de Azoren tegen de Amerikanen die aldaar bases hebben, met als gevolg een voor Portugal gunstige ontwikkeling. Hoeveel te meer had Nederland met een kloeke houding inzake de volkomen recht vaardige zaak Nieuw-Guinea niet kun nen bereiken? Want dat het Nederland in Nieuw-Guinea niet om „kolonialis me" gaat heeft het de wereld in ieder geval wél duidelijk gemaakt. Kort cn goed: de Papoea's zijn wel gedwóngen te neigen naar deze con clusie: Nederland interesseert zich in feite onvoldoende voor Nieuw-Guinea; het stelt zich niet serieus achter de eerlijke zaak Nieuw-Guinea. Volko men hiermee parallel loopt de steeds sterker wordende indruk bij de Pa poea's dat Nederland straks geneigd zal zijn met een formeel „elegante oplossing", met een oplossing die uit sluitend Nederlands gezicht kan red- ren, genoegen te nemen. Dit wat het regeringsbeleid betreft. De stemming in Nederland is, voor zover tenminste via de meeste publi citeitsmedia aan de dag treedt, zo mogelijk nog slechter. Wat de Pa poea's bijvoorbeeld diep heeft getrof fen is de afvaardiging van een aantal moeders van in Nieuw-Guinea verblij vende militairen naar paleis Soestdijk. De Pappoea's vragen: Wat zouden deze moeders ervan hebben gevonden als ouders van Canadese militairen die mede in ons land in 1945 moesten be vrijden. destijds betzelfde aan de hoogste gezagsdrager in Canada had den gevraagd? En zouden met het zelfde recht met opzet wordt dit geval even puur Nederlands bezien niet alle 20.000 Nederlanders in Nieuw-Guinea hun moeders, voorzo ver ze die nog bezitten, naar de Koningin hebben kunnen afvaardigen met de vraag waarom deze grote ge meenschap niet voldoende werd be schermd? En nu zegt men tegen het volk van Nieuw-Guinea zoveel als: Wees reëel en tracht u toch te schikken naar uw belangrijke nabuur Indonesië. Maar snijdt deze vraag hout, met hoeveel overtuigingskracht!?) zij ook wordt uitgesproken? Deze vraag kan Nieuw- Guinea nl. alleen maar beantwoorden met een wedervraag: Wanneer gaat Nederland dit beginsel ook prediken voor West-Berlijn? Heeft het Westen daar dan weUicht een „uitstalkast" als symbool van de vrijheid, omdat het dicht by huis is? Waarom lijkt het er dan op dat Nederland een onontwik keld volk. hetwelk, voorzover het spre- laten? Toch kunnen de Papoea's, al is er het netelige probleem waar zij zich mede door Nederland in achten ge manoeuvreerd. nog wel enig per spectief in de toekomst ontdekken. Ze nebben ondanks hun onbehagen, on danks hun kritiek, waarop in het bo venstaande met opzet de nadruk viel, zeer zeker eveneens begrip voor Ne derlands moeilijkheden. Ze zijn waar schijnlijk ook innerlijk, bereid het Nederlandse gouvernement uit op- portunitcitsredenen hoe node ook los te laten om voorlopige internatio nalisering van het landsbestuur te aanvaarden Er zijn zelfs redenen om aan te nemen dat zij óók geen over wegende bezwaren zouden maken te gen het toegang verlenen van Indone sië in hun land, uitsluitend met de bedoeling dat het zijn standpunt "van man tegenover man" uiteen kan zet ten. Maar dèn tenslotte de toepassing van het zelfbeschikkingsrecht' Onver kort. in volle vrijheid, riet alle moge lijke waarborgen omgeven. Een toege- Pi zelfbeschikkingsrecht welks uit slag. hoe die ook uit moge vallen, door Indonesië zal worden gerespecteerd!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1962 | | pagina 5