Een chirurg trok de jungle in FILMS ZONDER TITEL Jacht op groot wild (1) is als een boek zonder omslag ZATERDAG 31 MAART 1962 ante Reeds terstond na onze kennismaking zei hij nogal somber: „Kon ik er maar wéér naar toe. Wat moet je hier doen met zulk weer? Daar staan m'n dure apparaten, zonder dat ik ze gebruiken kan. Maar zo lang het in Afrika blijft rommelen aal er weinig anders opzitten dan rustig afwachten." De Zeeuwse chirurg dr. J. F O. Huese (70), die eind v0rig jaar het zwarte werelddeel verliet en sindsdien verblijf houdt op een hotelkamer in Goes, was er 15 jaar geleden met zijn echt genote een tandarts heengetrokken. Niet om te opereren of tanden te trekken, maar om er te gaan jagen op groot wild. Waarom? Hij had toch in Leiden medicijnen gestudeerd, was er assistent geweest van wijlen de bekende prof. dr. J. Schoemaker, was met zijn praktijk begonnen in een ziekenhuisje op Schouwen, zette die praktijk in 1926 voort in Goes, maar maakte tijdens de oorlog zo het een en ander mee en... rolde in 1946 radicaal zijn matten op. „De medische mentaliteit was óók zo veran derd. Alles werd zo in vakjes verdeeld. Voorheen was je als chirurg een halfgod. Nu ben je de één maakt dit voor je klaar, de ander dat een fabrieksarbeider... 'k Had er dus schoon ge noeg van... En nu was het jagen ons niet hele maal vréémd. Want zowel mijn vrouw als ik gin gen al jaren achtereen in de Zeeuwse polders op de hazenjacht overigens weinig emotioneel daar een haas je nooit aanvalt... Daarom trok in 1934 een advertentie in de krant m'n aandacht, waarin werd opgewekt tot jagen in Rusland: op beren, op lynxen en op vossen. Dat scheen me interessanter. Maar achteraf bleek het alleen maar om m'n dollars te doen te zijn geweest, 't Was je reinste oplichterij, 'k Ging naar huis met één haas- Maar wacht even... Wil je een sigaar? Heb je al koffie gehad? Jan, koffie!" „Ja dokter, we gaan net een vers bakje maken." „Warempel, we boffen... Als ik dat geluid nu hoor van die elektri sche koffiemolen, dat schurende geluid, is het precies dat van een olifant in de jungle... „Enfin, waar waren we geble ven? O ja, bij die nep in Rusland. Nou, toen kreeg ik een half jaar later een Zweed, die ik in het rijk van Stalin had ontmoet, de uitno diging eens in Zweden te komen jagen. Daar wemelde het van de elanden, zei hij. In werkelijkheid was het zó dunnetjes met die beesten gesteld, dat ik naar huis ging met twéé hazen... Neem me niet kwalijk, dat ik m'n colbertje uittrek, want het is hier om te stikken. En ik ben nou eenmaal niet zo erg vormelijk... Ziezo... en ne, toen ontmoette ik in 1938 in Deventer de wapenhandelaar Jan Visser. Die hoorde m'n weder- Ontmoeting met een leeuw in de waardigheden en zei ten slotte: „Man. ga eens kijken in Afrika, daar kan je vinden wat je zoekt... Naar Afrika 'k Dacht er niet lang meer over na, schafte een grote vrachtauto aan, liet er slaapplaatsen, een keukentje enz. in maken en stel de me als eerste doel Tsaad, een wilde streek bij het gelijknamige meer in Frans Equatoriaal Afri ka dat groter is dan Frankrijk zelf. Als punt van uitgang voor de jacht koos ik Fort Lamy. een stadje met 300 a 400 blanken, on der wie wat militairen. Daar kreeg ik de nodige papieren, reed toen verder naar een kleine ne derzetting van uitsluitend negers, waar ik contact opnam met het dorpshoofd voor het verkrijgen van een pisteur of spoorzoeker en een boy om m'n geweer te dra gen. Voorts pikte ik van de straat nog een negerjongen op om als kok te fungeren ze bestelen je toch allemaal, daar ze vinden dat die blanken van alles hebben en nu ging het op de zgn. Klei ne Savanne af om de eerste avonturen te beleven. Want je Antilopen TEERST MET EEN GEWEER, ~1 J^TOEN MET EEN CAMERA J Door de Fransen is dit wegbran den verboden. Niet in verband met de wildstand, doch omdat de kale Sahara een ernstige waar schuwing inhoudt. Nog elk jaar breidt die meedogenloze zandwoes tijn zioh vijftig meter naar het zuiden uit. Spoorzoekers Ja, die spoorzoekers zijn won derbaarlijke mensen, 't Lijkt wel of ze een zesde zintuig hebben om het wild op te sporen. Ze gaan bv. met je naar een bron, waar de dieren plegen te drinken. De spoorzoeker kijkt eens even rond en zegt dan tegen je: „Hier is nog niet lang geleden een kudde van veertig buffels geweest. Twee hele grote waren erbij." Ik vertel hem dan dat ik ach ter die twee gróte aan wil, want als 'je op jacht gaat moet je een paar werkelijke tegenstanders kiezen. Anders is het nóg flau wekul. Die spoorzoeker let dan letterlijk op alles. In de eerste plaats natuurlijk op dc voetaf drukken, die vaak uiterst vaag zijn op die harde aarde. Maar h ij ziet ze en pas als hij je zo n afdruk aanwijst zie je hem ook. Een paar gebroken takjes op de grond, of een lichte beschadiging van een boomtak bieden hèm even goed houvast, om de gezochte beesten te vinden. Ook als je een beest geschoten hebt en hij het voorlopig afdekt tegen de gieren, omdat we onze weg moeten ver volgen, is het voor de spoorzoeker geen bezwaar, de buit 's avonds weer terug te vinden. Zelfs niet, al waren we 15 kilometer verder getrokken. Het opmerken van het wild tussen gras en strui ken leer je op den duur wel, maar het opsporen moet je van kinds- Wanneer je op jacht gaat is het zaak, dat je vroeg begint Liefst zo om een uur of vijf, zes. Dan kun je het in elk geval tot circa 11 uur in de morgen uithouden. Daarna wordt het zo oerheet, dat zelfs de wilde dieren er niet meer tegenop kunnen. Ze zoeken schaduwplekken om er zich neer te vlijen en dat doe je zelf dan ook maar. En 's mid dags om 3 of 4 uur ga je weer voort. Op dat tijdstip kun je. evenals 's ochtends vroeg, nog wel eens een kudde buffels uit de verte bij een bron waarne men, daar ze op die uren gewend zijn te drinken. Maar nu gaat het erom zo'n kudde heel dicht te benaderen. Je moet dan in de eerste plaats zorgen dat je van de wind af komt te staan. Ze hebben nl. een prima reukor gaan. Dat van de wind afstaan betekent echter tevens, dat jij nu op jouw beurt die buffels gaat ruiken. En dat is een af schuwelijke lucht. Buffels stinken als een koeienstal. En als je dan al haast misselijk bent van de hitte hoef ik je niet uit te leggen, hoe je je in zulke ogenblikken voelen kunt. De hoop evenwel, dat je misschien uit die kudde straks zo'n reus onder schot kunt krijgen, doet de grootste moei lijkheden ove Binnen 20 meter Over het algemeen zijn wilde dieren niet gevaarlijk, behoudens aangevallen wor- Girnffen en zebra's, een coëxis tentie die zich slechts zeer zelden op de gevoelige plaat laat vast leggen, maar nat aan dr. Huese den. Wel is het altijd oppassen met die zg. solitairs, alleenlopen- de beesten, die door een of an dere oorzaak uit de kudde zijn gestoten. Dat ziin natuurlijk de felste tegenstanders, als ze ge waar worden dat jo het op hen gemunt hebt. Er zijn jagers die, om ze niet al te dicht behoeven te benaderen, zich van een ge weer met een kijker erop bedie nen. Dat heb ik nog nooit ge daan. Ik ben geen opsnijder wan neer ik zeg, dat ik de meeste wilde dieren geschoten heb bin nen een afstand van twintig me ter. Met hagel kun je natuurlijk niets beginnen. Dat beseft iede re leek en daarom denken ze, dat je op jacht gaat met geweren zoals de soldaten die hebben. Men veronderstelt dan bijvoor beeld. dat je daarmee tracht een buffel in het hart te treffen. Doch dat zou je weinig baten. Want wanneer zo'n gewone geweerko- gel een buffelhart raakt, loopt het beest nóg wel enkele dagen rond voordat het bezwijkt. Wij gebrui ken daarom zware éénloops Mau ser geweren, die vijfmaal repete ren. dus waarmee je vijf kogels achter elkaar kunt afvuren. Dat zijn kogels van 10,75 millimeter doorsnee, voorzien van een met lood gevulde kop. die uit elkaar springt zodra hij botst op het harde bot. Jagen op groot wild is nl. niet schieten in het hoofd of het hart, maar op het schou dergewricht. dat verbrijzeld moet worden. Dan kan een buffel niet meer blijven staan, doch tui melt voorover. Het op die plek incasseren van zo'n schot op 20 meter afstand komt nl. neer op een plotselinge druk van duizend kilogram. En daartegen is het sterkste beest niet bestand. Dat is trouwens maar goed ook, want o wee als je het eens niet goed raakt. Dan ben je onherroepelijk verloren. Buffels 'k Heb het één keer meege maakt dat het er uiterst beden kelijk voor me uit zag en, als m'n vrouw niet bij me was ge weest, ik al deze dingen nooit had kunnen vertellen. Dat was, toen we eens met z'n tweeën door de Kleine Savanne reden. Tijdens de rit ontdekte ik twee solitairs. Met een wijde bocht reed ik om ze heen om een zo gunstig moge lijke positie te kunnen kiezen. Toen stapten we uit, beslopen voorzichtig het tweetal en zoch ten dekking achter een reusach tige mierenheuvel. Op een gege ven ogenblik hoorde er één blijk baar wat geritsel van ons en werd nieuwsgierig. Dio knaap kwam langzaam maar zeker in onze richting stappen. We hielden de adem in. om ons niet te ver raden. 't Geweer hadden we in de aanslag. Op het juiste ogen blik gaf ik vuur. Het schot trof doel. Dc buffel wankelde nog n en viel toen ter aarde. Maar kwam ook nummer twee óp af, sneller en grimmig Op- ïw richtte ik, opnieuw vuurde ik op het goede moment, en ook deze knaap rolde voorover. Toen ik echter op die tweede afging, om hem eerst het genadeschot te geven als zijnde de meest indrukwekkende van het tweetal hoorde ik met verbijstering achter me tot vijfmaal toe een schot lossen, 'k Was er zo van geschrokken, dat ik m'n vrouw een hele reeks scheldwoorden naar het hoofd slingerde. Waar om die onzin?!Totdat ik tot m'n verbazing moest constateren, dat de eerste buffel toch nog weer overeind was geklauterd en ziedend van woede op me af had willen stormen. Als mijn vsouw dat niet had weten te verhinderen. had het beest me zonder pardon op de lange horens genomen, me een meter of zes de lucht in gegooid, me vóór zich laten neerkomen en me ten slotte net zo lang met de voorpoten vertrapt, dat ik volko men was vernietigd. Nu was hij dood en dat kwam me beter uit. En toch. als je je prooi een maal neergeschoten hebt, is alle lol eraf. 't Is juist het opsporen on het zo tactisch mogelijk bena deren van het wild, dat aan zulk een jacht zo'n onweerstaanbare aantrekkingskracht verleent Halfwas helden rond Baslogne Halfwas Helden rond Bes» tog-ne, door Richard Matheson. Uitgave Hollandia N.V., Baarn. Niet alleen de Duitsers hebben in de laatste wereldoorlog Jon gens van onder dc negentien aan het front gebracht, ook de geal lieerden wierpen „tcen-agers" in de strijd. De Amerikaanse journa list en schrijver Richard Mathe son verhaalt daarover in zijn nieuwste boek Halfwas Helden. Zelf heeft hij tot deze halfwas soldaten behoord (als 18-jarige streed hij mee in het offensief rond Bastogne) en hij vertelt dus uit ervaring. Boeiend beschrijft hij voor welke moeilijkheden juist deze jonge soldaten aan het front komen te staan. Soldaten, die alleen maar zichzelf meebrengen m de oor log en door de sergeant „zijn be waarschooltje" worden genoemd. Kinderen nog, die ook handelen als kinderen, worden gedreven door. hun eigen motieven en ang sten en daardoor dikwijls ook als gevolg van onvoldoende oefe ning onnodig slachtoffer wor- Een reëel verhaal dat duidelijk de verschrikkingen van de oor log laat zien en daarbij tevens wijst op de grote verantwoorde lijkheid die op de schouders van de legeraanvoerders rust bij het inzetten van onvolwassenen aan het front. moet je goed voorstellen: in het dichte oerwoud vind je geen wil de dieren van betekenis. En in het gebied dat daaraan grenst, de zgn. Grote Savanne, met óók nog veel bomen en struiken, evenmin. Je dringt dus niet zover in de wil dernis door, maar blijft hangen in de eerste zone. de Kleine Sa vanne. die een enorme vlakte is met hoogopgaand stug gewas, waarin hier en daar een boom opschiet. Hier stapten we uit onze wa gen. die we met „kokki" achter lieten en nu begon voorzichtig de terreinverkenning. Al gauw ontmoetten we duizen den antilopen, die daar net zo veelvuldig voorkomen als bij ons de konijnen in de duinen. Maar jagen op antilopen doe je niet. Dat is helemaal geen kunst, daar ze er niet tegenop zien, vlak bij je tent te komen grazen. Ze zijn bovendien gemakkelijk te herkennen aan hun twee puntige, maar niet vertakte horens. En daarom liet ik het maar aan eens een te schieten voor de con sumptie. Het vlees van de antilo pe smaakt nL uitstekend." „Nee, m'n vrouw en ik gingen niet samen op jacht. Zij ging met een pisteur en een boy haar eigen weg en ik de mijne. Ik hou er nl. niet van om met een bataljon in fanterie op stap te gaan, hoewel dat veel wordt gedaan. Dan gaan er blanken met je mee, die daar door en door thuis zijn en niets gen. Vaak organiseren blanken voor hun gasten hele expedities, wat is daar nu nog voor lol aan?! Buiten een spoorzoeker en een boy kun je echter niet. Je hebt er namelijk geen idee van hoe jc zwoegen moet in dit gebied. Al leen in het zweet des aanschijns kun je iets bereiken. Maar het is dan ook geweldig emotioneel, zo onverwachts oog in oog te staan met een buffel. Vijf heb ik er geschoten in die zes weken die Niet veel. denk je nu misschien, vooral als je weet. dat je de buf fels nogal eens kunt aantreffen in kudden van tien, veertig, honderd en soms wel van vierhonderd stuks. Het kan echter soms vele dagen duren, alvorens je iets van dien aard gewaar wordt. Je sjouwt dan maar voort in de brandende zon, in de hoop dat je de volgen de dag meer succes zult hebben. Ook het stof speelt je parten, daar je in dc natte tijd. van mei tot half september, onmogelijk kunt rijden in de Kleine Savanne. Maar in de droge tijd word je er zó vuil, dat je 's avonds amper bent. Öp bepaalde plaatsen heb je geen last van dat hoge. vuile ge was. omdat de inboorlingen het daar weggebrand hebben, waar schijnlijk ter bestrijding van het ongedierte. Maar waar geen ge was staat vind je weer geen wild. Het is maar een trieste zaak als we de vele films zien, die zonder enige aanduiding zo maar op het doek verschijnen. Sluierflarden en perforaties flitsen over het scherm cn dan ineens BOM, de film be gint. We weten het .knippen in de film" lijkt velen een on gelofelijk moeilijke zaak. Er moet een plakpersje aan te pas komen en een loep of viewer enz. enz. Maar dat we onze films niet van een titel of naam voorzien is toch eigenlijk te gek. Summum van een eenvoud, wij kunnen titels voor onze films kant en klaar kopen. Bij de fotohandel kunt u een lijstje krijgen, waarop een hele serie titels staan vermeld b.v. vakan tie 1961, een uitstapje naar de dierentuin etc. We plakken zo'n titel voor onze vakantiefilm en klaar is kees. Maar het is leu ker om de titels zelf te maken, het is zelfs een heel gezellig Titelapparaat Een titelapparaat is een heel voornaam onderdeel van het ti tels maken. In zijn allereenvou digste vorm is het een soort brugje van hout of metaal, dat de camera en de tekst in een vaste positie tegenover elkaar houdt. Handige knutselaars ma ken zo'n toestelletje zelf. maar ze zijn te kust en te keur in de fotohandel verkrijgbaar. allerlei mogelijk- het apparaat geschroefd titel of tekstbord bevindt zich daar tegenover, daarna filmen we gewoon de tekst. Filmt u bij daglicht, dan hoeft u geen lampen te gebruiken, 's avonds is dat wel nodig. Uw titelapparaat dient dus voorzien te zijn van lampen, zodat u. on geacht de tijd. altijd titels kunt filmen. U behoeft daarvoor geen speciale filmlampeu te nemen, u kunt fhet is zo'n korte afstand tussen camera en tekst. 40-50 cm) gerust toe met twee gewo ne melkglaslampen van 100-150 Fixfocuslens Camera's met een z.g. fixfo cuslens moeten voor deze korts afstanden voorzien worden van een voorzetlens. Voor een af stand van b.v. 40-50 cm. kunt u een voorzetlensje van 2 dioptric gebruiken. U kunt ze in alle ma ten bij de fotohandel verkrijgen, ook passend voor uw toestel. Uittesten Als wc een titelapparaat heb ben. zelfgemaakt of gekocht, moet u even kontroleron of tekst en camera zuiver tegen over elkaar staan zodat de tekst precies in het midden van uw beeld staat. Dit gaat erg ge makkelijk d.m.v. positieffilm. Dit is een weinig gevoelige filmsoort die in veel fotohan dels per meter 'ƒ0.38) wordt verkocht. De film is voorgeritst. waardoor de oorspronkelijke 16 mm. film heel simpel met de hand op 8 mm. gespleten kan worden. Bijzonder handig is dan nog het feit. dat deze film bij een rode donkere kamerlamp, dus door ons zelf, ontwikkeld kan worden. We wikkelen een stuk je film om een fles en zetten net met een elastiekje vast aan beide zijden. Deze fles draaien we langzaam rond in een gewone platte bak met papierontwikkelaar. Is de film goed zwart, dan spoelen wc de zaak even af in schoon water en fixeren het strookje film. Dit laatste is in ongeveer vier a vijf minuten voltooid. Be denk dat de film wit als zwart en zwart als wit weergeeft. U laadt de camera dus bij rood licht even met een strook positieffilm van b.v. 50 cm en filmt uw tekst. Daarna ontwik kelen. fixeren en drogen aan twee knijpers. Ook dat is in een kwartier gebeurd, als u het niet al te ver van de kachel took niet vlak bij) weghangt. Daar na plakken we de strook tot een band zonder eind aan el kaar en zetten die band in de projector. We kunnen nu in een oogopslag zien of het zaakje goed zat. Wie erg precies wil weten of en waar er afwijkin gen zitten gebruikt papier met een maatverdeling en cijfers. Hij kan dan direct zien in wel ke richting het tekstbord <of de verschoven moet wor- Die letters Tja. niet ledereen is als teke naar geboren en dus is het sa menstellen van een goede tekst een heel probleem. Maar troost u. er zijn uit tijdschriften of couranten letters te knippen die u op een stuk wit of zwart pa pier kunt plakken. Dan zijn er in dc fotohandel complete sets met plastic letters te koop en niet eens zo duur. Vrienden van drukkers laten een tekstje ..zet ten'' en op de proefpers even afdrukken. Er zijn dus moge lijkheden genoeg. Laat uw fan- Hoe lang Om te weten hoe lang een ti tel moet blijven „staan" op het doek, lezen wij de titel tijdens het opnemen langzaam drie keer hardop. We zijn dan zeker dat iedereen de film kan lezen Korte titels echter als. help of b.v. brand, moeten natuurlijk vrij kort staan en in dit geval is een projectieduur van 1 a l'i sekonde al voldoende. Te lange Kleur Kleurenfilm kunnen wij ook rustig voor titels gebruiken. Daglichtkleurenfilm moeten wij echter liever bij daglicht ver werken. daar bij kunstlicht de kleuren vals zouden worden Kunstlichtfilm kunt u rustig met lampen verfilmen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1962 | | pagina 15