Luchtverontreiniging in Randstad De forumleden zijn: VRAGEN AAN FORUM Naasi hinder ook gevaar voor mens? Westland valle niet ten offer Maatregelen nodig- Welke? 1961 „Nederland industrialiseert" is een motto dat reeds Maar de keerzijde is er ook. Eén aspect ervan is grotere luchtverontreiniging in de hand. vele jaren geleden ingang vond als een program. Een de luchtverontreiniging. Men begrijpe evenwel goed De invloed hiervan, nu en in de toekomst, alsmede belangrijk deel van dit program is thans uitgevoerd en niet alleen industrieconglomeraten, zoals dat van het de maatregelen die al werden en nog moeten worden de toen uitgesproken verwachting is waarheid geworden: Nieuwe Waterweggebied, zijn daar schuldig aan. Ook de genomen waren ditmaal onderwerp van gesprek. Het de voortgeschreden industrialisatie heeft onze welvaart verstedelijking of urbanisatie (huisbrand) en het toene- uiterst deskundige forumgezelschap heeft daarmee o.i. doen toenemen. mende motorische verkeer (uitlaatgassen) werken een belangrijk informatief werk verricht. Dr. J. G. TEN HOUTEN, te WaRcnincen. .tu.Irt.de biologie te Utrecht en promoveerde op rtn plantrnziektekundig onderwerp. H(j was achtereenvolgens werk zaam bij een Vezelproefslation bij Malang (Java), bü de biologische afdeling van het Kon. Shell Laboratorium te Amsterdam en is sinds 1941 directeur van het Instituut voor Plantrnziektekundig Onderzoek te Wageningen. Hij heeft z.'tmg in een M. H. L. WESTSTRATE, te Gaardingen, is wethouder voor financiën en volks- gezondheid aldaar. Van de plaatselijke commissie voor luchtverontreiniging is hy voorzitter, van de provinciale commissie lid. Voorts maakt hij deel uit van de zg. stuurgroep Nieuwe Waterweg (TNO) en van de technische commissie voor lucht- verontreiniging (TNO). P. E. JOOSTING. te Voorburg, arts. studeerde medicijnen te Leiden en Groningen, bekleedde vervolgens diverse a-si'tentschappen. Twee jaar was hij werkzaam b(j het Ned Instituut voor Praeventieve Geneeskunde te Leiden en sinds 1958 is hg arts in algemene dienst van hel Instituut voor Gezondheidstechniek TNO. «aar hg zich bezighoudt met de geneeskundige aspecten der zg. technische milieuverzorging. Ir. W. MAK, te Gaardingen, studeerde voor scheikundig ingenieu: aan de T.H. te Delft, was daarna verbonden aan het Rijksbureau voor Chemische Produkten en is thans chef-laboratorium E.N.C.K.: de Eerste Nederlaidse Coöperatieve Kunstmest- fabriek, te Gaardingen. De heer Mak maakt deel uit van diverse commissies lucht verontreiniging. Dr. H. DE GRAAF, te Rotterdam, was na zijn universitaire studie als assistent werkzaam hg de Staatsmijnen, vervolgens als assistent bij het Laboratorium voor Microbiologie te Delft en is sinds 1934 verbonden aan de Keuringsdienst voor Varen te Rotterdam, thans in de functie van hoofdscheikundige-bacterioloog. Dr. De Graaf is o.m. voorzitter van de werkcommissie in de Rotterdamse Commissie «.Bodem, Water, Lucht". ze Kwartet-bladen, was voorzitter pjnsequenties willen aansnijden, is het lïllicht het gemakkelijkste ons aankno- lingspunt te zoeken bij wat ,,de gewo- merkt en Dr. J. G. ten Houten, Wageningen M. H. L. Weststrate, Vlaardingen P. E. Joosting, aria. Voorburg Ir. W. Mak, Vlaardingen de Randstad oor luchtver- it dus in relatie tot raag: In hoeverre is i enken wij speciaal aar [olland van gevaar ïtreiniging sprake, nu omst? Misschien wil de heer West- :;ate als gekozen representant van die urgers daar de eerste opmerkingen ver maken? WESTSTRATE: Met genoegen. In gaardingen wordt de burger helaas on- iphoudelij-k geconfronteerd met de uchtverontreiniging. Daarbij is het in ie eerste plaats de stank die hem hin- isrt, die hem soms dwingt zijn slaap- amen te sluiten omdat hij an- ers niet slapen kan. Dat geelt een terk gevoel van onbehagen en daar- rt is er dan soms nog de hinder dof wordende ruiten. Daar klaagt wens niet alleen de 'burger over. ir ook de industrie. Soms is er ook zekere angst, zoals in november jl. men een bijzonder vreemde geur ook, die men niet kón thuisbrengen ij chemische fabrieken of olieraffina- erijen. Sommigen hebben toen zelfs de asfabriek opgebeld, bang voor gasver- iftiging. Maar al is de hinder dan rimair, de bevolking zegt ook vaak: Ze kunnen mij echt niet wijs maken, at al die stank gezond is voor een lens. Het moet voor de gezondheid >ch wel schadelijk zijn". En als zij n hoort van drama's in de Maasval- Londen of Californië, waar de lucht- erontreiniging tal van mensenlevens eeft geëist, dan is het echt niet zo reemd als ze concludeert: ..Daar gaat :t bij ons óók heen". Met die conclu- i ben Ik het echter niet eens. De tnstandighcden zijn in het Waterweg- ■bied nog veel gunstiger dan ln de Bloemde gebieden. We leven nog in m situatie dat we voorkomen kunnen tot het hier onleefbaar zou worden, nogmaals, uitermate hinderlijk is HAK: Ik geloof dat bij de beschou- an die hinder ook de aard van isen een rol speelt. Hierbij denk k bijv. aan de voortdurende aanvoer an ..nieuwelingen" in het Waterweg- lebied. Zij vooral behoren tot de kla- ers, zo is mijn ervaring. DE GRAAF: Een zeer belangrijke actor. Er is inderdaad een kenmer- ;end verschil tussen de autochtone- en e importbevolking. De eerste catego- ie is aan de ..luchtjes" gewend en leeft dit ongemak geaccepteerd, ie importbevolking weigert linder te aanvaarden. WESTSTRATE: Er gaan bij ons zelfs mensen om weg.... MAK: Zij hébben er ook meer last in dan de anderen.... DE 'GRAAF: Althans: gedurende een tekere tijd! JOOSTING: Komt daar ook met bij iet punt van motivatie? Iemand, die elf bij een (stankverwekkende) indus- betrokken is, zal zeggen: „Mmin, -uik hem weer, hij werkt goad" recies zoals we vroeger allemaal zei- den,,Het gaat ons goed. kijk maar naar al die rookpluimen boven de L rad". Dat betekende welvaart en L daar waren we gelukkig mee! Terwijl r we nu zeggen: ..Ja maar. zonder die look geloven wc óók wel dat het goed JL iaat... MAK: Toch heb ik het gevoel, dat W *e.e uitingen van hinder door stank Oo.-c iets kunstmatigs hebben. JOOSTING: Ik weet niet in hoeverre - van kunstmatigheid sprake is en in toeverre er verband bestaat met ver- khillende specifieke stanken. Ik vraag af: ontstaat het on'ustgevoelen zo- 4-5 dat bijv. in Gaardingen wordt waargenomen, ook wanneer men een foede mestvaalt ruikt? Toch evenzeer kn bijzonder penetrante geur, die door koereen als stank wordt waargeno men. maar.... die wordt herkènd en lanvaard als een plaatselijke concen tratie van een normaal biologisch ver- JJdUjnseL Bij uitlaatgassen ligt dat an- WESTSTRATE: Precies, maar dok- kr Joosting. van die mestvaalt kan ik *®Kjopen. Uit de „algemene" stank JOOSTING: U bedoelt de onontkoom baarheid. Ja, dat is een belangrijk Wnt. Als men er zich in verdiept hoe «n land als Rusland het probleem van -e luchtverontreiniging benadert, dan Jfaait daar alles om dit punt. Het is fflteressant in dit verband de benade- 'fflgswijze van Rusland en Amerika eens naast elkaar te zetten. Dan zien we dat Rusland stelt (ik ben mij er van bewust dat dit interessant klinkt!): men moet vrij zijn om lucht in te ade men, zoals men die zelf wil hebben. Verontreinigde lucht wordt beschouwd als een inbreuk op de persoonlijke vrij heid.... Men hanteert daarbij twee kri- teria. Het ene is: stank en de daaruit voortvloeiende hinder. Het andere: eventuele subtiele invloeden op de wer king van het menselijk lichaam, met name op het centrale zenuwstelsel, dat tegelijkertijd het meest kwetsbare èn het meest ontwikkelde van alle mense lijke orgaansystemen is. Men gaat in Rusland dus uit van een scherp om schreven norm, voor wat betreft het vaststellen van maximaal toelaatbare concentraties. De Amerikaanse benaderingswijze echter stelt de vraag: wat kost het ons aan technische voorzorgsmaatrege len (stofvangers, wasinstallaties e.d.) en daartegenover: ,at kost het ons aan mensenlevens, ziekte (dus verlet), aan schade bij dieren, planten en goe deren als we cr niets aan doen? Het dilemma^is derhalve: welke kosten zijn hoger, die door technische voorzorgs maatregelen, of die door verlies aan arbeidskracht en materiaal? Men zoekt dan naar het kruispunt van die twee ontwikkelingslijnen en gaat daar „tus senin zitten", omdat het daar het min ste kost: èn aan mensen èn aan technische voorzorgsmaatregelen. Hier geldt dus een economisch principe, het geen mijns inziens in dit verband een normloos uitgangspunt is. DE GRAAF" Maar u weet toch even goed als ik, dokter Joosting, dat u nu slechts één aspect van de Russische literatuur noemt, nl. het doel waar naar de Russen streven? Maar daar naast is er het andere aspect, dat ze eerlijkheidshalve daarnaast publiceren: de feitelijke situatie, die concentraties aangeeft welke honderd tot soms tien* duizendmaal hoger liggen. JOOSTING: Het verschil tussen deze twee visies is dat de Russen er naar streven de luchtverontreiniging onder een bepaalde maat te houden, waarbij gegarandeerd wordt dat er niets ge beurt. terwijl de Amerikanen er bij het vaststellen van hun, uiteraard hoger liggende, maximaal toelaatbare concen traties van uitgaan dat deze in genen dele overschreden mogen worden, aan gezien er dan zeker narigheden zullen ontstaan. VOORZITTER: Dokter Joosting sprak al over het gevaar van lucht verontreiniging voor de mens. Zou hij daar iets meer van kunnen zeggen? JOOSTING: Hierbij zult u om te be ginnen een onderscheid moeten maken tussen acute invloeden (bijv. mistram- pen in het buitenland, waardoor met name mensen met chronische ademha lingsaandoeningen aan de schadelijke gevolgen kunnen overlijden èn invloe den op langere termijn. In hoeverre de invloeden op langere termijn schadelijk inwerken op het menselijk organisme is een bijzonder moeilijk te onderzoe ken zaak. Ongetwijfeld moet men er mee rekenen dat deze invloeden op langere termijn er zijn, maar in hoe verre precies komt men pas te weten na een lange periode van vergelijkend onderzoek. Dan bent u er nog niet, want de mens van vandaag in zijn bi ologische verschijningsvorm, inclusief zijn aanpassingsvermogen, is een heel andere mens, dan die van een paar generaties terug. Alleen uit dien hoof de reeds is het erg moeilijk een verge lijkend onderzoek gedurende een lange periode (van meerdere generaties dus) te doen. Voeg daar dan nog bij, dat de algemene gezondheidstoestand van de hedendaagse mens door betere me dische verzorging enz. globaal op een hoger niveau is aangeland en u hebt een aardige indruk van dit research probleem. VOORZITTER: De luchtverontreini ging wordt door leken nogal eens in verband met kanker gebracht. Is daat reden toe" JOOSTING: Ook het onderzoek van dit probleem is niet eenvoudig. Bij de ze soort studies concludeert men altijd naar aanleiding - an overeenkomsten, analogieën. Immers: de mens kan men niet in het research-experiment betrek ken: men doet het dus met dieren, cel cultures en ook wel met wat men uit de plantenwereld leert. Zo kwam o.m. vast te staan dat er bepaalde bestand delen in de lucht worden aangetroffen, die een kwaadaardige weefselgroei kun nen opwekken of bevorderen. Waren er meer van die genoemde bestanddelen in de lucht, dan namen de kwaadaar dige verschijnselen (in het algemeen: kanker van de luchtwegen) toe. Daar uit is het aangenomen uitgangspunt (de hypothese) ontstaan: zijn het niet de ze bestanddelen welke we in de lucht verontreiniging vinden, de het ver meerderd ontstaan van deze kwaad aardige aandoeningen der luchtwegen veroorzaken? VOORZITTER: Bestaat er cijferma teriaal waaruit blijkt dat dit aangeno men verschijnsel in industriecentra grotere vormen heeft aangenomen dan op net platteland? JOOSTING: Ja. Voor longkanker is de verhouding stad-platteland, of: meer verontreinigde en praktisch niet ver ontreinigde lucht ongeveer 2 op 1. Uit het buitenland zijn resultaten van in tensieve onderzoekingen bekend, bijv. van Liverpool, waar de sterfte aan longkanker voor 50 pet. wordt toege schreven aan intensieve rookgewoonten er voor 35 pet. aan ingeademde kan kerverwekkende stoffen. De overige 15 pet. was ..onverklaard", waarbij be dacht moet worden dat men het leven zelf ook nog zijn kans moet geven om uit zichzelf te ontaarden. MAK: Ik zou erop willen wijzen dat deze gesprekswending bij de lezers een verkeerde tendens kan oproepen. De nu genoemde verschijnselen staan m.L niet zozeer in verband met luchtver ontreiniging door industrio als wel door urbanisatie: het toenemende verkeer VOORZITTER: ..„en de verontreini ging door huisbrand, niet te vergeten. JOOSTING: Dat ls juist. In het al gemeen zou men in dit verband als specifieke verwekkers kunnen noemen de produkten van onvolledige verbran ding. DE GRAAF: Het is als u de huis brand noemt speciaal de daarmee ge paard gaande roetvorming die schade lijk geacht zou kunnen worden. Wij hebben o.m. op de Botlekbrug een roet- meter staan Beziet men de metingen van het roet in de lucht aldaar, dan is deze in de winter evenzeer van de huisbrand, als van de industrie afkom stig. Hiermee is het effect van urba nisatie treffend gedemonstreerd. WESTSTRATE: Roetvorming wordt in het Waterweggebied bovendien rijke lijk geproduceerd door de 20.000 of meer schepen, die jaarlijks de Rotter damse haven binnenkomen en er weer uitgaan. Een niet te verwaarlozen ver- ontrem igingsha a rd". JOOSTING: Roet enerzijds en ander zijds uitlaatgassen van motorvoertui gen. alsmede de „blow-by" uit motor carters, mogen niet uitgesloten worden als oorzakelijke factoren bij het ont staan van kwaadaardige aandoeningen der luchtwegen. Het zou overigens te ver voeren hier dieper op in te gaan. TEN HOUTEN: Maakt u zich daar werkelijk zorgen over in ons Neder landse gebied? JOOSTING: Wanneer u die vraag aak de Rassenscheiding in V.S. op liaar retour? Amerikaanse hooggerechtshof gisteren in een arrest bepaald, dat "'middellijk een einde moet worden ge- ban de rassenscheiding, die in restaurant in Memphis, in de staat 'oinessee. wordt toegepast. JP" arrest is vermoedelijk van groot ;;g voor allé zuidelijke staten van "«Verenigde Staten voorzover daar Watselijke wetgeving de rassenschei- 2* m openbare etablissementen nog 7«staat. Het hof vernietigde met zijn rllkS een uitspraak van de federale Trl j Hk in Tennessee, die zich onbe- ..;;3a had verklaard kennis te nemen Ju1 een door een neger ingediende *an» aan w'e bediening in een restau- nt in Memphis geweigerd was. De fe- rale rechtbank had de klager naar n rechtbank van de staat Tennessee •«wezen, van welke uitspraak de kla- 1 "y het hof in beroep was gegaan. VOORZITTER: In hoeverre is er sprake van luchtverontreinigingsge vaar voor de tuinbouw? Misschien kunnen we de vraag eerst beter zó formuleren: wordt er in de cultuurge bieden van de Randstad Holland acuut besmette groente en fruit aange troffen? DE GRAAF: Beslist niet; een der gelijke klacht is bij onze commissie Bo dem. Water. Lucht nimmer geuit. Ik geloof dat met nadruk gesteld kan wor den: Er is geen sprake van dat in ons gebied plantaardige consumptiegoede ren door luchtverontreiniging zodanig worden besmet dat er daardoor ge vaar voor dc volksgezondheid zou out- WESTSTRATE: Maar 'n gevaar waar wél rekening mee gehouden dient te worden is dat het groeiproces van be paalde gewassen door luchtverontreini ging nadelig beïnvloed kan worden. Dat is eigenlijk HET probleem waar- van met name de Westlandse tuinders in de toekomst moeilijkheden duchten. TEN HOUTEN: En die gevoelige ge wassen zijn dan vooral sommige bloe misterij- en fruitprodukten, die het al lang hebben afgelegd voor de mens ook maar iets van luchtverontreiniging heeft bemerkt. In de afgelopen jaren zijn in Pernis en aan de rand van het Westland meer dan eens nadelige in vloeden op deze gewassen, o.m. op fre sia's en appels, geconstateerd. Het Westland ziet met angst Ln het hart de Industriële ontwikkeling langs het Wa terweggebied voortschrijden; men ziet daar in de toekomst een potentiële mo gelijkheid van zodanige schade dat het zijn of niet zijn van het Westland daar bij In het geding kan komen. VOORZITTER: Is de kans groot dat het die richting uitgaat? TEN HOUTEN: In de nabije toe komst niet. In de verre toekomst ho pen we dat een dusdanige ontwikke ling voorkomen kan worden. VOORZITTER: Heeft het Landbouw schap onlangs niet eens i.v.m. lucht- verontreinigingsschade aan de bel ge trokken? TEN HOUTEN: Inderdaad het ging erom dat geen enkele industrie in het gecompliceerde Waterweggebied eigenlijk bereid is te erkennen dat zij de enige is, die moeilijkheden veroor zaakt en daarom wil men gewoonlijk geen schadevergoedmg betalen Een van de moeilijkheden bij ..wie-moet- dat-betalen"-vragen is ook dat de in dustrie aan het Waterweggebied boven winds ligt t.o.v. het Westland. MAK: Bedoelt u dat er geen „goede wil" bij luchtverontreinigende indus trieën bestaat? TEN HOUTEN: Bepaald niet. be grijpt u mij alstublieft goed. Er zijn elders zeer bepaalde industrieën die duidelijk aangewezen kunnen worden als de schuldigen en bij wie schade vergoeding vlot verloopt. Maar in het Waterweggebied is de zaak zó complex met de talrijke industrieën, dat de ma te van schuld niet eenvoudig aantoon baar is. en dan ontstaat de situatie dat de ene industrie de andere de schuld toeschuift. MAK: Daar wil ik graag wat over zeggen. Terecht zei de heer Ten Houten: de industrie aan de Waterweg ligt bovenwinds t.o.v. het Westland. Maar dèt die industrie zich bevindt waar ze nu is aan het Waterwegge bied is een consequentie van (verkeer de?) planning geweest. TEN HOUTEN: Ongetwijfeld. MAK: Daarbij komen nu invloeden die vroeger niet voorzien waren. Een onderzoek van het KNMI heeft o.m. geleerd dat de windbeweging boven de olieraffinaderijen in Pernis abnormaal is; dit geeft op zijn beurt aanleiding tot abnormale gevolgen. Daarom is het nu zo ontzettend moeilijk bij eventuele schade in het Westland te zeggen welk industrieel bedrijf daar nu de schuld van is. Om bij ons bedrijf te blijven: als er in het Westland fluorschade is -T- in enorme verdunningen treedt na melijk al schade bij gevoelige gewas sen op dan ligt het voor de hand te zeggen: de kunstmestfabriek. Maar recente onderzoekingeh hebben aange toond dat er meer bronnen zijn. Ster ker nog: uit één van die onderzoeken bleek dat de tuinders hun glas schoon maakten met fluor-bevattende stoffen... TEN HOUTEN: Dat was incidenteel daa: TEN HOUTEN: Volkomen ten on rechte. natuurlijk. MAK: Ik wil alleen maar zeggen dat het niet simpel is om vast te stellen waar luchtverontreiniging vandaan komt. Daarom moeten we gezamenlijk tot richtlijnen komen. (Maar dat komt straks bii vraag 2). TEN HOUTEN. Allemaal akkoord, maar een feit blijft dat de grootste hoeveelheden fluor bevattende bestand delen toch van superfosfaatfabrieken komen. MAK: Dat is juist iets wat ik niet onderschrijf, want er is nog steeds een import van vijftig ton fluor per maand in ons land. een hoeveelheid die meer is dan wij per jaar de lucht insturen. Vraag: Waar blijft die fluor? VOORZITTER: Het is toch na te gaan waar die terechtkomt!" MAK: Neen. dit cijfer is uit de sta tistiek gehaald en de statistiek is zui ver ambtelijk. TEN HOUTEN: Overigens zou ik wil len opmerken, dat vóór er in het Wa terweggebied sprake van een industrie conglomeraat was, er in het Westland al ernstige schade aan gewassen werd geconstateerd In 1909 hebben 22 tuin ders al een request aan de minister gezonden in verband met schade door rookgassen van een superfosfaatfa- MAK: Niet de ENCK. want die be stond daar toen nog niet. TEN HOUTEN: Akkoord, maar doet dat er in dit verband veel toe? VOORZITTER: Mij intrigeert dit: is 't technisch mogelijk afgezien van kos ten dus een uitbreidend industrie complex zoals dat aan de Nieuwe Wa- Dr. H. de Graaf, Rotterdam aan het Kankerinstituut in Amsterdam zou stellen, hoorde u ongetwijfeld: Het is voor Nederland niet van belang. In de vakliteratuur over luchtverontreini ging komt men het probleem echter herhaaldelijk tegen. Dit is inderdaad actueler voor een land als Amerika, met name voor wat betreft de invloed van het verkeer. Voor mij is evenwel zeer zeker reëel de vraag: In hoeverre zal dit aspect ln ons land van beteke nis wórden? TEN HOUTEN: Als we denken aan een gebied in opkomst als dat langs de Nieuwe Waterweg en aan het zich enorm uitbreidende motorische verkeer geloof ik ook dat we hier in de toe komst zeker niet meer van een „aca demische vraag" mogen spreken. 1. a. In hoeverre en waar moet er in de Randstad Holland van luchtverontreiniging worden ge sproken b. Is er thans sprake van gevaar c. En in de toekomst 2. Welke maatregelen zijn nu en in de toekomst nodig om de luchtverontreiniging doeltreffend te kunnen bestrijden terweg zonder noemenswaardige scha de naast de tuinbouwcultuur in het Westland te laten voortbestaan? MAK: De combinatie industrie-tuin- bouw op de huidige plaatsen acht ik op de lange duur niet te handhaven in de bestaande vorm. VOORZITTER: Voigens u zal dus het Westland voor df zich steeds uit breidende industrie moeten wijken? MAK: Als men de industrie in het Waterweggebied wil handhaven en uit breiden, dan zie ik geen andere oplos sing; ik denk hier vooral aan de zeer gevoelige gewassen. JOOSTING: Waarom wilt u het West- land met zijn bij uitstek geschikte cul tuurgrond laten verdwijnen en waarom moet de industrie volgens u géén veer MAK: Ik geloof dat we elkaar niet goed begrijpen. Ik wil me namelijk niet uitspreken over de vraag of de in dustrie. dan wel de cultuur in het West- land weg moet. Ik spreek alleen naar aanleiding van de vraag van de voor zitter over mijn toekomstvisie wanneer men Westland en industrie beide zou willen handhaven. JOOSTING: Goed. maar dan moet u gaan wegen en prioriteiten gaan toe kennen. Een alternatief zou dan kun nen zijn dat die bij uitstek goede tuin- bouwgrond van het Westland elders in Nederland niet gevonden wordt, terwijl industrie als zodanig wél verplaatst kan worden. Als gemeenschap kunnen we ook zeggen: We blijven van het Westland af: we laten dit Natuur ten behoeve van Cultuur, die onszelf mede ten goede komt, want we eten er de groenten van.... TEN HOÜTEN: Misschien mag ik u enkele cijfers over het Westland noe men. Als u bedenkt dat daar een 300 ha groenten, bloemen en fruit onder glas liggen, met alleen al In het glas- bedrijf een Investering van veie tien tallen miljoenen guldens. Als u dan voorts bedenkt dat in het Westland jaarlijkse veilingomzcUen zijn die on geveer 200 miljoen gulden belopen, dan z(jn dat cijfers die zelfs ln Industriële ogen nog wel dc moeite waard zijn.... MAK: Inderdaad. Maar nogmaals: ik zeg helemaal niet dat het Westland weg moet.... TEN HOUTEN: Goed. goed. En daarom meen ik dat we alleen maar moeten trachten om de zaak zo ln de hand te houden dat helde, tuinbouw en Industrie, kunnen blijven voortbe staan. Momenteel is de schade nog altijd uiterst gering. Een enkele uit zondering daargelaten is de luchtver ontreiniging voor het hele Westland momenteel eigenlijk nog helemaal geen probleem! We kunnen volgens mij ook In de toekomst deze zaak In de hand houden. Veel wijst er gelukkig op. dat het deze richting uitgaat. Er behoeft voor het Westland NU geen on- rust te bestaan en het is onze taak «Ismcde die van andere deskundigen, daar in de toekomst, door tiidlg d'- vereiste maatregelen te nemen. ook geen enkele aanleiding toe te geven. VOORZITTER: Tijdig maatregelen nemen, stelde de heer Ten Houten te recht. Hier komen we dus aan vraag twee. Voor en goed begrip is het wel licht het beste om eerst te vragen naar wat tot nu toe aan onderzoek is ge daan en welke mogelijkheden er zijn om maatregelen te nemen. TEN HOUTEN: Om te beginnen heeft TNO een aantal jaren geleden een Commissie Luchtverontreiniging ingesteld, bestaande uit topmensen van TNO, overheid, inspecties e.d., die met de verschillende aspecten van luchtverontreiniging te maken hebben. Deze groep wordt bijgestaan door een Technische Commissie, bestaande uit figuren die leiding geven aan onder zoek, inspectie e.d. Het gaat hier om een zuiver „ambtelijk" contactlichaam (ambtelijk en TNO. wel te -verstaan). Daarnaast wordt getracht lokale be langen „om de ronde .tafel" te bepra ten in z.g. stuurgroepen, waar de stuurgroep Nieuwe Waterweg er één van is. Zoals we hier zitten, maken we daar allemaal deel van uit; verte genwoordigd zijn daarin derhalve: in dustrie, landbouw, tuinbouw, veeteelt, KNMI, gezondheidsorganisaties, ar beidsinspectie enz. Eenmaal per jaar heeft zo'n stuurgroep een soort hea ring, waar iedereen het zijne kan zeggen. JOOSTING: Niet alleen een hearing, maar ook een potentieel van kennis op dit gebied. De bedoeling is dat al dit commissiewerk met de praktijk als arbeidsveld leidt tot een zekere visie op het luchtverontreinigingsprobleem in Nederland. TEN HOUTEN: Voorzover het de invloed van luchtverontreiniging op gewassen betreft wordt intensief on derzoek verricht door een speciaal daartoe ingestelde afdeling van het In stituut voor Plantenziektekundig On derzoek te Wageningen. De onderzoe kers van die afdeling werken zowel met proefveldjes met gevoelige gewas sen in het schadegebied als met kunstmatige begas6ingskasjes te Wa geningen. Door chemische bladanaly ses wordt verder de aard van het schadelijke gas opgespoord. JOOSTING: Op het gebied van ge zondheid in samenhang met luchtver ontreiniging komt er van TNO-zijde dit jaar een afronding van een onderzoek te Geleen. Enerzijds verschaft dit ge gevens over de graad van verontreini ging en de verspreiding ervan in en om deze plaats; anderzijds (dank zij de medewerking van de huisartsen) gegevens over de verdeling van ziek ten in ruimte en tijd en het mogelijke verband dat er tussen die twee be- DE GRAAF: Er is in lokaal ver band sinds 1948 dank zij de commis sies Bodem. Water. Lucht, een pretti ge samenwerking ontstaan tussen over heid en bedrijfsleven. Eerst viel ..Vlaardingen" onder „Rotterdam", maar nu hebben we elk onze eigen commissie. Kort gezegd hebben wij als wettelijke achtergrond de Hinderwet. In de Rotterdamse commissie Bodem. Water, Lucht bespreken wij de conse quenties van o m. luchtverontreiniging. Voorts verrichten we metingen en an der onderzoek en trachten voorzover mogelijk en doenlijk in samenwerking en met medewerking van de bedrijven naar een oplossing te streven. VOORZITTER: Wat zijn zo de maat regelen die de industrie tegen lucht verontreinigingsgevaar neemt? MAK: Daar wil ik u wel enkele spre kende cijfers over geven, voorzover het de ENCK betreft In een bepaald onderdeel van de fosforzuurfabrick zit een investering van ruim een miljoen, aan apparatuur dus. Daarvan is 37 pet. voor de gaswassing. i.e. de lucht- vcrontreinigingsbestrijding. De hoge schoorsteen plus „aanhang" ten behoe ve van hetzelfde doel vergt 800.000. Ais deze schoorsteen klaar Is, zal 68 pet. van het elektrische energiever bruik worden besteed aan luchtveront- relnlglngsbcstrljdlng. Om u enig Idee te geven: voor dit onderdeel van ons bedrijf betalen wij jaarlijks 275.000 aan energie voor gaswassing. Met dc nieuwe schoorsteen erbij zal 64 pet. van onze investeringen besteed zijn aan de bestrijding van luchtverontrei niging. TEN HOUTEN: Dat is enorm. MAK: En aan die uitgaven is een grens. Want wij kunnen niet hebben dat 20 km ten zuiden van de Neder landse grens een soortgelijk bedrijf zijn gas maar vrij de lucht in kan slingeren en ons eventueel beconcur reert, terwijl wij miljoenen voor de bestrijding van luchtverontreiniging op tafel moeten leggen. Als we de lucht verontreiniging voor 100 pet. willen be '♦rijden, zal er derhalve op Intema- ionaal nlan gewerkt moeten worden. WESTSTRATE: Akkoord, maar had den we alvast maar een nationaal of regionaal plan. De heer Mak had het daarstraks over planning in het Wa terweggebied. Na de oorlog vooral hebben we daar een enorme industri ële ontwikkeling gekregen: Botlek. Eu ropoort. enz. Het was amper bij te houden. Dit was alles gevolg van plan ning. maar dan toch van een eenzijdi ge planning. Economisch prachtig, maar zonder rekening te houden met de volksgezondheid, die door de lucht verontreiniging bedreigd zou kunnen worden. En voor het Westland wordt het negéren van de narigheden der luchtverontreiniging in de planning toch ook weer een factor van econo mische betekenis. Hier was op zijn minst een planning op breder niveau nodig geweest. VOORZITTER: Zegt u maar gerust dat de planning een belangrilk aspect niet „gepland" heeft. WESTSTRATE: Zo zou men het ook kunnen zeggen. JOOSTING: En dus zouden we niet meer alleen moeten plannen vanuit pconomlsche motieven en wat daar mede samenhangt, maar óók op de weeajchaal moeten gaan leggen ge zondheid, comfort en algemeen welbe vinden, om dén te bezien: wat is ons het meeste waard? MAK: Ik wil die balans van de heer Joosting wel mee helpen hanteren, maar niet in eerste instantie willen kijken naar het welbevinden van de méns. Primo gaat het om het „welbe vinden" van de plant, die. zoals we weten veel eerder het loodje legt, dan het moment waarop de mens er ook maar last van gaat krijgen TEN HOUTEN: Volkomen juist. MAK: - Ik wil dus in ons gebied pri mair afwegen de belangen van het Westland en de belangen van de in dustrie. En als daarover de beslissing gevallen is dan de zaak gaan opbou wen. Het gaat derhalve om de vraag: Hoe moeten we ons bestaan handha- WESTSTRATE: De heer Mak bedoelt dus: hier liggen bepaalde belangen (Waterwegindustrie, enz. èn West- land). Vraag: moet scherp gezegd nu één van die twee wijken? Dat zou het Westland kunnen zijn, maar evengoed die industrie: die moet niet heel Rozenburg beslaan en straks nog verder gaan dan Voorne. we moeten die industrie naar andere plaatsen brengen. Ik zou zeggen; daar moeten we dan een orgaan voor hebben; we kunnen onder de huidige omstandigheden, die zuiver gemeente lijk bepaald zijn, niet efficient werken. Nietwaar: elke gemeente heeft slechts zeggenschap over zijn eigen territoir. Stel dat de verontreiniging in het Wa terweggebied de rode streep van het schadelijk-zijn voor de bevolking na dert en men gaat verder met de in dustriële uitbreiding, zodat de rode streep overschreden wordt, wie kan dan ingrijpen? VOORZITTER: Maar dan gaat u toch weer zuiver economisch te werk, waar dokter Joosting. als ik het goed begreep het niet bij zou willen laten.... WESTSTRATE: Neen, juist niet Ik be doel dat er een instantie moet zijn, die. lettende op de volksgezondheid, op de leefbaarheid in het gebied, moet kunnen zeggen: „die industrie kan er in dit gebied niet meer bij!" JOOSTING: Precies. Ik zou hlervoot afvragen: Willen we leven in kend land met een hoeveelheid schoor stenen. waarbij de kwanta schoorste nen en stank uitsluitend afhankelijk zijn van financiële balansen, of laten we, individucel en als gemeenschap, ook de overweging meespreken, dat we die vuile boel eenvoudig niet meer accepteren? Pas als we weten wat we wél willen en wat we niet willen, is het reëel naar een compromis te streven. Ik kan u wel zeggen dat men in de VS., waar eerst ook alleen het economisch motief werd gehanteerd. lijk welbevinden bestaat. Neem bijv. het verkeer op een gegeven mo ment kon men daar in een stadsstraat door de blauwe walm van het motori sche verkeer niet eens meer op de to renklok kijken Toen heeft men met de vuist op tafel geslagen en gezegd: dit willen we niet langer Noem dit voor mijn part ideologische motieven naast de economische, maar erken hel bestaan van die „Irrationele" motieven In Nederland In leder geval voor hel te laat is. WESTSTRATE Daar ben ik het roe rend mee eens Maar dan kom ik toch evengoed terecht bij de noodzaak van een orgaan, kortom, op de eis. dat effectieve maatregelen mogelijk moe ten zijn! VOORZITTER: U bedoelt wettelijke maatregelen? WESTSTRATE Inderdaad, want al leen dan zal er iets goeds tot stand kunnen komen Zoals gezegd: de Hin dorwet reeft wel ergens" een hand vat. maar de toepassing hiervan werkt onvoldoende, al was het alleen maar omdat ze alleen gemeentelijk toege past kan worden. Neem het geval dat in Maassluis een fabriek komt waar men ter plaatse geen last van heeft en in Vlaardingen wel, dan heeft Gaar dingen geen enkele zeggenschap. DE GRAAF: Maar er is toch wel in tergemeentelijk contact tussen ambte naren van de Hinderwet? WESTSTRATE: Daar heeft u gelijk in. Dit contact heeft ook wel nuttig effect maar formeel is cr in feite geen enke le bevoegdheid. Ik bedoel: landelijk ontbreekt toch elke basis? DE GRAAF; Dat is juist, Ja. WESTSTRATE: De ambtenaren van de Hinderwet doen er dus het hunne aan, maar anderzijds mogen we van deze ambtenaren toch niet blijven ver wachten dat zij, bij het vele andere dat ze al moeten doen, ook de lucht verontreiniging en zijn consequenties nog eens voor 100 pet. gaan bestrij den? Bovendien is het woord hinder een uitermate rekbaar begrip. Waar we dus heen moeten is naar een lucht- verontreinigingswet. Het akelige daar bij is dat zo'n wet alleen maar tot stand kan komen die tendens zit er wel heel sterk in als men op het departement tot de laatste komma weet wat er in moet staan. Maar als het zo moet, komen we te laat! DE GRAAF: U denkt nu zeker aan het door ons allen in 1960 bijgewoonde luchtverontreinigingscongres in Wies- WESTSTRATE: Ja, herinnert u het zich nog? Daar kwam ter sprake de pas Ingevoerde Duitse verordening (aan de Duitse WET wordt nog gedok terd) op de luchtverontreiniging, die niet tot in alle mogelijke details deze zaak regelde en.... goed bleek te func tioneren. Men ging eenvoudig uit van het principe: „Bedrijven zijn verplichl over de modernste zuiveringsappara- tuur te beschikken, alvorens zij mogen draaien". Naar zo'n wet moet hier ook gesticefd worden, het kan een raam wet zijn waardoor er organen kunnen komen die bevoegdheden hebben Want zonder bevoegdheden wordt het alleen maar praten en adviseren met alle nare gevolgen van dien. En ten slotte: wettelijke maatregelen helpen nóg niets als tr niet een cordiale sa menwerking tussen overheid en be drijfsleven ontstaat. Voor dit laatste ben ik niet bang, want die samenwer king ia er al vrijwillig en op een bij zonder prettige wijze. VOORZITTER: Wie betaalt de zui vering nu? WESTSTRATE: Voorzover het be treft het aanbrengen van voorzienin gen aan installaties, schoorstenen, enz. betalen de bedrijven dit zelf. Zoals de heer Mak al opmerkte, zijn hier be- j bedragen mee gemoeid. Maar de kosten van research, metin gen en opsporen van de verontreini ging moeten uit andere bronnen wor den betaald. In Gaardingen heeft da commissie voor de luchtverontreini ging in samenwerking met anderen, o.a. TNO, een plan opgezet de rese arch op groter schaal aan te pakken. Enkele bedrijven leveren hier ook technische, soms zelfs omvangrijke, medewerking -.'oorts is op het be drijfsleven een beroep gedaan om fi nanciële medewerking. Dat wachten we nog af De gemeente brengt jaar- liiks ook een p it oo zijn begroting. Maar indien de onderzoekingen om vangrijker worden, en zeker als men ook een geneeskundig onderzoek zou willen beginnen, worden de bedragen van dien aard, dat een middelgrote gemeente dit niet kan betalen. Het is trouwens nog een vraag of juist de ge meente dit zou moeten betalen. Daar om dient er een regeling op hoger ni veau te komen. Het rijk mag zich hier niet afzijdig houden naar mijn me- VOORZITTER: En nu praten we al leen nog maar ver het facet lucht verontreiniging door industrie... We hadden het nog niet eens over veront reiniging door huisbrand en motorvoer tuigen. MAK: We moeten natuurlijk ergens beginnen Waar kan het beter dan bij de industrie; zij vormt een geconcen treerde bron; die industrie heeft haar kennis, haar werkkrachten, kortom zij leent zich er het beste toe. De indus- trie is bereid tot het economisch mo gelijke te gaan met haar bestrijding, ook al omdat het. zoals u begrijpen zult. haar eigen belang is zulks te doen En dan hopen we maar dat „de rest" zal volgen. WESTSTRATE: In een „raamwet" ïp de luchtverontreiniging kunnen na- tuurlijk de nodige uitbreidingen ko men: maatregelen t.o.v. het verkeer, van het gebruik van huisbrand enz. TEN HOUTEN: Alleen HET punt: wanneer komt die wet? in arbeidswetgeving aan tie vullen op lat de allernoodzakelijkste voorzienin- ,fn getroffen konden worden. Zoiets is bij ons mogelijk maar dan via de Hin derwet waardoor aan een ..vacuum" ioveel mogeli'V ontkomen wordt. Dit zou een aanvaardbare voorziening-op korte-termijn op kunnen leveren.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1962 | | pagina 9