Heel de kerk en heel het volk Een kanttekening Oproep Wereldraad voor hulp aan Algerije Meningen van anderen Een woord voor vandaag C.M.B. komt op voor het gezag cler regering Chr. Metaalboiul op de bres voor werknemers 2 BEVOLKINGSGROEI EN ECONOMIE DEZER dagen lazen wij, dat er op 1 februari jl. 11.732.068 mensen in ons land waren. Het is een getal dat niet zo bijster meer aanspreekt, omdat bevolkingsdeskundigen rijkelijk gestrooid hebben met hogere cijfers voor de komende jaren: in 1981 zal ons land 14Vi miljoen inwoners hebben en in het jaar 2000 tegen de 18 a 20 miljoen- Het huidige cijfer van 11,7 miljoen krijgt wel kleur als wij het vergelijken met dat van 1839 2.8 miljoen oftewel een kwart. Het heeft zeventig jaar geduurd om precies te zijn tot 1909 voordat de bevolking was verdub beld tot 5,8 miljoen. 53 jaar geleden dus nog maar de helft van het huidige cijfer. Uitbreiding van de bevolking speelt economisch een grote rol. Hoe meer mensen er komen, hoe meer mensen er aan werk moeten geholpen worden j-je Wereldraad van Kerken m»ar ook boo moer monden or gevuld moeion worden. i dezer da„n een ODroeo Een grotere bevolking eist dus een grotere produktie van alle mogelijke con- n sumptiegoederen, maar ook van woningen', scholen, kerken, transportmidde-..Ult£aan ,voor .h™P aan len, sport- en recreatievelden. En om dit alles mogelijk te maken steeds] Algerije. H^ewel nog niat te OVer- meer produktiemiddelen (fabrieken, kantoren, wegen, centrales enz. enz.) jfift Sm om meer en beter te kunnen produceren. Pal na de tweede wereldoorlog had onze overheid er een hard hoofd in, of er voor de snel groeiende bevolking wel voldoende werkgelegenheid gevon den zou kunnen worden. Om hiervoor meer zekerheid te krijgen, werden industrialisatienota's opgesteld, waarin werd berekend wat er gedaan moest worden om de werkloosheid te bestrijden en nieuwe mensen aan nieuw werk te helpen. Dit alles doet nu een beetje lachwekkend aan. De werkgevers stropen bij wijze van spreken het land af om werkkrachten te vinden. Het aantal aan vragen van werkgevers bij de gewestelijke arbeidsbureaus is twee maal zo groot als het aanbod van werklozen. Een grotere produktie dwingt tot grotere investeringen en dit kan alleen als er geld gespaard is. De bevolkingsuitbreiding noodzaakt dus tot voortdu rend oplopende besparingen. Gelukkig zitten wij op dit terrein niet stil. In het afgelopen jaar werd er bij overheid, bedrijven en gezinnen ruwweg voor 9.000 miljoen gespaard, waarvan 1/6 via de spaarbanken. Er werd toen goed 23% van het nationale inkomen gespaard; in 1956 kwamen wij niet hoger dan 17L»% met een totaal aan besparingen van 514 miljard. Er zit aan bevolkingsuitbreiding dus wel het een en ander vast Voor de overheid: wat moeten wij doen om voldoende werkgelegenheid te scheppen en om voor voldoende huizen en opleidingsmogelijkheden te zorgen? Voor de bedrijven: wat moeten wij produceren, waar vinden wij voldoende kapi taal, aan wie en hoe kunnen wij meer verkopen? Zo op het oog zijn die allerlaatste vragen gemakkelijk te beantwoorden. Vergis?* men zich echter niet. De werkelijkheid is veel ingewikkelder, omdat de bevolking zich niet alleen uitbreidt, maar ook van samenstelling verandert. Neem de indeling naar leeftijdsgroepen. Eind 1909 was 34W% van de bevol king nog beneden de 15 jaar en 6% ouder dan 64 jaar. In 1940 was 28% beneden de 15 en 7% ouder dan 64. Maar in 1960 was 30% jonger dan 15 en 9% ouder dan 64. Dit laatste betekent, dat er in ons land ongeveer een mil joen mensen zijn van 65 en ouder. Hoe groter het aantal niet-werkenden, hoe meer de wel werkenden voor ons allen tezamen moeten opbrengen. Wel genieten velen op 65-jarige leeftijd een pensioen, maar er zijn nog genoeg mensen die blijven werken. Dank zij de stijgende welvaart en de AOW neemt hun aantal echter af. Het leger van de werkenden neemt toe, maar het groeit lang niet zo hard als de totale bevolking. Die totale bevolking groeide van 1947 tot 1959 met 18%, de beroepsbevolking daarentegen maar met 7%. En hierdoor zakte natuurlijk het aandeel van de beroepsbevolking: in 1959 maakte zij nog maar 37% van de totale bevolking uit tegen 40% in 1947. Die beroepsbe volking bestond in 1959 (latere cijfers zijn er nog niet) dus ruwweg uit 4J4 miljoen mensen. Het grootste deel hiervan eist de nijverheid op: 41% in 1959 tegen 35% in 1947. Op de tweede plaats komen handel en verkeer met 24% in 1959 tegen 21% in 1947. De totale groep diensten brengt het in 1959 tot 21% tegen 20% in 1947. Dan komt de landbouw tevoorschijn met een enorme achteruitgang: 11% in 1959 tegen 19% in 1947, terwijl tenslotte de huishou delijke diensten achteruit lopen tot 3% in 1959 tegen 5% in 1947. Er is dus nogal wat door elkaar geschud, waarbij vooral de landbouw in het oog valt. In 1947 nog 748.000 mensen in de landbouw en in 1959 niet meer dan 470.000. Diverse krachten zorgden voor deze daling. Het aantal mee werkende dochters en vrouwen zakte van 142.000 tot 25.000, het aantal werknemers van 221.000 tot 129.000 en het aantal meewerkende zoons van 111.000 tot 71.000- Deze aardverschuiving is in de stad veelal niet gemerkt; op het platteland echter des te meer. Sterk toegenomen is het aantal mensen dat in loondienst werkt. In 1947 waren dat er nog 2,5 miljoen, maar in 1959 ontvangen 3,2 miljoen mensen een loonzakje. Het opvallendst is echter nog, dat het aantal werknemers die als arbeiders betiteld plegen te worden van 63% in 1947 tot 58% in 1959 zakte. Het aantal employees de mensen zogenaamd met de witte boord steeg van 37% tot 42%. Er zijn nog veel meer cijfers over onze bevolking op tafel te leggen. Wij zullen het niet doen, omdat wij de overtuiging hebben, dat de cijfers die wij geëtaleerd hebben ruimschoots voldoende zijn om te bewijzen, dat er een nauw verband bestaat tussen de bevolking en onze economie. Uitbreiding en verandering van samenstelling zullen onherroepelijk haar sporen in ons economisch leven nalaten. Dat deze sporen niet ongunstig be hoeven te zijn, bewijst de weliswaar met ups en downs uiteindelijk toch verbeterde economische situatie in ons land. Dit is overigens nog geen garantie, dat stijgende bevolking steeds stijgende welvaart zal meebrengen. zien is hoe de toestand zich daar zal ontwikkelen, meent de Raad dat het wel duidelijk is, dat de kerken geroepen zijn tot ge zamenlijke dienst en getuigenis. Hulp is bijvoorbeeld nodig voor de Algerijnen in de zogenaamde ..centres de regroupement". die een nieuw be staan moeten opbouwen. Hun aantal wordt geschat op 2.400.000. Verder zijn er in de steden ongeveer 600.000 vluch telingen van het platteland, terwijl er bovendien in Frankrijk en Algerije naar schatting 55.000 politieke- en andere gevangenen zullen worden vrijgelaten. De wereldraad heeft plannen ge maakt voor gezondheidszorg door mid del van mobiele teams, poliklinieken voor lijders aan t.b.c.. trachoma en dergelijke, voor sociaal en opvoedkun dig werk. door middel van herscholing van vluchtelingen en landbouwontwik kelingsteams en voor het verlenen materiële hulp in de vorm van voed sel. kleding, medicijnen, gereedschap pen, zaden en vee. De Wereldraad verwacht, dat de ker ken hiervoor 1.400.000 dollar bijeen zul len brengen. Reeds jaren werkt Cimade, het oecu menisch hulporgaan, in Algerije. Er zijn nu zeven teams, bestaande uit in to taal 35 mensen. Dit aantal moet tot minstens honderd worden uitgebreid. De oproep van de Wereldraad be sluit met enkele richtlijnen. Het is niet in de eerste plaats de bedoeling, hulp van buiten in Algerije te brengen, maar de mensen te leren, zichzelf te helpen. Ook moet het, volgens de Raad. duide lijk zijn, dat de christenen willen die nen en dat niet de bedoeling is, bekeer lingen te maken. Paus bevestigde acht kardinalen Vandaag heeft paus Johannes aan acht van de tien onlangs benoemde kardina len de rode kardinaalshoed uitgereikt, die zij volgens traditie nimmer zullen dragen. Tijdens de plechtigheid ver klaarde de paus dat deze benoeming vooral van belang is in verband met het komende Tweede Vaticaans Concilie. Te vens is vandaag de paus een verzoek overhandigd om pater Damiaan, die in 1640 in België werd geboren, zalig te verklaren. Pater Damiaan heeft zijn le ven gegeven voor de melaatsen op Ha waii. Hij ging in een melaatsenkolonie wonen en kreeg zelf de gevreesde ziek te waaraan hij is gestorven. Advertentie Ook Delftse bezwaren tegen mammoetwet Een vijftigtal studenten aan de Tech nische Hogeschool te Delft, leden van de studentenvereniging ..Civitas Studio- sorum Reformatorumhebben in een schrijven aan de minister van onder wijs. kunsten en wetenschappen be zwaar gemaakt tegen het wetsontwerp op de regeling van het voortgezet on derwijs, de zogenaamde mammoetwet, die op het ogenblik in behandeling is. De studenten stellen dat de vrijheid van onderwijsrichting door het nader gewijzigd wetsontwerp zeer sterk wordt beperkt, namelijk tot het geven van twee lesuren godsdienstonderwijs per week. Dat dit wetsontwerp niet de bevoegdheden en verantwoordelijkheden bij de ouders en de gemeente- en schoolbesturen legt, maar deze ver schuift naar de staat en naar door de staat ingestelde organen en dat bij aan neming van dit wetsontwerp, in de toe komst de deuren worden geopend voor meer staatsbemoeiing met het onder wijs. waardoor de democratie en de uitvoering van de grondwet (pacificatie gedachte) in gevaar kunnen komen. De studenten, die ook bezwaar hebben te gen de bepaling dat vrijstelling van godsdienstonderwijs aan bijzondere scholen kan worden verkregen, verzoe ken de minister mc-t klem het wetsont werp zodanig te wijzigen, dat aan hun bezwaren tegemoet wordt gekomen. Af schriften van de brief zijn aan de le den van de Eerste en Tweede Ka mer gezonden. Ds. K. s7g. Zijlstra naar Zuid-Afrika Ds. K S. G. Zijlstra. koopvaardij- predikant in Rotterdam, vertrekt morgen voor circa drie maanden naar Kaapstad. Hij zal de geestelijke verzorging van de zeelieden in de Zuidnfrikaanse havens organiseren, in samenwerking met het Nederlands-Afrikaans zeemanscomité. GEREPATRIEERDEN In „De Kerkvoogdij", maand blad van de vereniging van kerk voogdijen in de Ned. Hero. Kerk, heeft de heer J. Adriaanse een ar tikel geschreven over het onder werp: „Heeft de Nederlands Her vormde Kerk een taak ten aan zien van de gerepatrieerden?" De heer Adriaanse schrijft: Verschillende instanties geven landse samenleving te vinden. De minister van sociale zaken gaf en geeft ook nu nog steeds blijk van haar warme belangstel ling in deze groep. Heel veel gerepatrieerden heb ben soms via omscholing hun maatschappelijke plaats. hun ..b.oodwinning" gevonden. Voor een groot gedeelte is dit mede te danken aan de thans welhaast on beperkte werkgelegenheid in ons land. Velen, hoewel in Indonesië soms aan werk van geheel andere aard gewend, hebben moedig de sprong in de arbeidss'eer van onze indus trie gewaagd en een levenssfeer aanvaard die sterk afwijkt van die, waarin ze zijn opgegroeid. De opname in de kerkelijke ge meenschap gaat over het algemeen moeilijker. Ligt de maatschappelij ke aanpassing grotendeels in het vlak van de practische noodzake lijkheden: bij de kerkelijke is men meer ..vrijblijvend". Op dit terrein speelt het sentiment een grote rol. Men heeft zo van allerlei teleur stellingen. Ik noem enkele daar van: Men wil de kerk bezoeken maar ervaart, dat men moet blij ven staan tot ergens een groen lampje gaat branden. De wijze waarop men wordt aan gekeken geeft eerder het gevoel een curiositeit te zijn dan een broe der of zuster. Kon men in Indonesië veelal per fiets naar de kerk gaan of een voertuig huren; hier is kou of re- 3en voor velen een beletsel om naar e kerk te gaan. Was men in Indonesië doorgaans gewend zijn bijdrage aan de Kerk vrijwillig zelf te mogen vaststellen: hier komt het niet zelden voor dat het allereerste contact met de Kerk wordt gevormd door de bezorging per post van een aanslagbiljet in dc kerkeliike belasting. Had de dominee, ouderling of dia ken in Indonesië ..tiid" voor ziin lidmaten: hier is dit 'vooral in grotere plaatsen) niet altijd het ge val. Soms blijkt dat een ..plichtma tig" bezoek van een dominee of ambtsdrager, waarbij telkens op het horloge gekeken wordt, meer verwijdering van dan toenade ring tot de Kerk tengevolge heeft. De bedoeling van dit artikel is geenszins, in een of andere vorm een schuldvraagstuk aan de orde te stellen. Eerder dan van „schuld" is hier sprake van „onwetendheid" die zo gemakkelijk een rol speelt daar waar twee groepen met elkaar te maken krijgen, die in wel zeer uiteenlopende omstandigheden zijn opgegroeid en gevormd. Wél is het de bedoeling, aan dacht voor deze dingen te vragen. Verschillende van de genoemde moeilijkheden treffen trouwens niet alleen de gerepatrieerden maar evenzeer diegenen onder de Neder landse lidmaten die min of meer aan de rand van ons kerkelijk be stel leven. Het is opvallend, hoe dikwijls van naar de Verenigde Staten geëmi greerde gerepatrieerden enthousias te brieven worden ontvangen over de wijze waarop zij door de Kerk in hun plaats van vestiging worden omringd met zorg en broederschap. Ongetwijfeld liggen deze zaken voor een groot gedeelte buiten on ze normale kerkvoogdelijke sfeer. Tóch met geheel Het komt mij voor dat ondervolgende zaken over weging verdienen: 1. Indien uw predikanten-dérma te overbelast zijn, dat er van rus tig contact met de lidmaten nau welijks sprake kan zijn: overweeg dan een betere werkverdeling, een splitsing van uw gemeente in wij ken. aanstelling van een speciale kracht voor de gerepatrieerden. 2. Indien uw kerk nog verhuurde plaatsen heeft: overweeg afschaf fing of beperking hiervan óf zorg tenminste, dat er iemand in de kerk is die „vreemdelingen" op vangt op zódanige wijze, dat zij zich welkom gevoelen. 3. Indien u het systeem van ..vrijwillige bijdragen" niet aan durft: overweeg eens. dit voor de !;erepatrieerden desnoods voor- opig wél toe te passen. 4 Tracht in elk geval te voorko men (en dit geldt evenzeer voor niet-gerepatrieerden) dat een aan slag in de kerkelijke belasting het eerste levensteken is, dat men van de zijde van de Kerk ervaart. 5. Als uw gemeente ..aangepast" is en u dus ook ouderling bent: wend uw invloed in de kerkeraad aan om te zorgen voor een hartelijk, meelevend contact met de gerepa trieerden Onder hen zal men ook mensen kunnen vinden, geschikt en bereid om een kerkelijk ambt te aanvaarden De Wereldraad meent, dat de rege ring in Algerije in deze tijd van ont wikkeling en opbouw buitenlandse des kundigen nodig zal hebben. De Raad vraagt daarom niet alleen geld giro 5261 van de stichting Oecumenische hulp in Utrecht maar ook mensen, doktoren, verpleegsters, landbouwers, technici en goedgeschoolde ervaren vak lieden die Frans s]« eken. Degenen die zich voor minstens een jaar be schikbaar willen stellen, kunnert zich schriftelijk melden bij de stichting Oe cumenische hulp, Aehter Sint Pieter 14 in Utrecht. Prof. dr.N. C.W. Hesse overleden In Utrecht is plotseling overleden prof. dr. N. C. W. Hesse, buitengewoon hoog leraar in de faculteit der diergenees kunde aan de Rijksuniversiteit te Utrecht. Prof. Hesse, die op 15 juni 1904 in Arn hem werd geboren, ontving de vorige maand zijn benoeming tot buitengewoon hoogleraar om onderwijs te geven in de klinische diagnostiek en de inwendige ziekten van het varken. Hij behaalde in 1927 het diploma van dierenarts en pro moveerde aan de Utrechtse universiteit in 1947. Van 1933 tot 1946 was hij als paardenarts in militaire dienst. Voor zijn benoeming tot hoogleraar gaf hij leiding aan het Instituut Buitenpraktijk van de diergeneeskundige faculteit in Utrecht. Dr. Visser t Hooft: Eenheid nog niet in deze generatie De secretaris-generaal van de Wereld raad van Kerkien, dr. W. A. Visser 't Hooft, heeft woensdag te Wenen ge zegd dat de algehele eenheid van de christelijke kerken nog geen kwestie van de huidige generatie is. Het is belangrijk, aldus dr. Visser "t Hooft op een persconferentie, dat er een einde wordt gemaakt aan het on vruchtbare getwist en dat de verschillen de geloven ertoe komen met elkaar over hun verschillen te spreken. „Echter geen van de 200 niet-katholieke kerken die tot de Wereldraad behoren, zullen het dog ma van de onfeilbaarheid van de paus aanvaarden", aldus de secretaris generaal. Er zit weinig schot in het verhoor van Jezus. Eerst valt het moeilijk, zelfs valse, getuigen te vinden, die steekhoudende argumenten naar voren brengen. En zijn ze gevonden, dan blijft Jezus zwijgen als van Hem een antwoord wordt ver langd. De hogepriester, naar men mag aannemen, begint zijn zelfbeheersing te verliezen, en geprikkeld, wellicht woedend, stelt hij de Heer de vraag, die nadien miljoenen mensen in allerlei toonaarden tot Hem hebben gericht: ,.Ik bezweer U bij de levende God, dat Gij ons zegt, of Gij zijt de Christus, de Zoon van God" (Mattheus 26 63). Het is, in wezen, de kreet van de mens-in-nood, van de mens, die alles om zich heen ziet wegzinken en nu hoopt op een laatste houvast. De hogepriester krijgt antwoord. Jezus verbreekt het stilzwij gen. „Gij hebt het gezegd. Doch Ik zeg u, van nu aan zult gij de Zoon des mensen zien, gezeten aan de rechterhand der Macht en komende op de wolken des hemels." Gezeten aan de rechterhand der Macht. Dat is de kroon die wacht aan het einde van het lijden, die komt na Golgotha. Advertentie) „SMADELIJKE AANTIJGINGEN" Kritiek op de socialisten (Van onze soc.-econ. redactie) De Christelijke Metaalbedrijf s- bond heeft een protest laten horen tegen de uitdrukkingen en ver dachtmakingen, waarvan de Alge mene Metaalbedrijfsbond zich in zijn orgaan De Metaalkoerier blijkt te bedienen om het huidige loon- beleid op felle wijze aan te vallen. De C.M.B. noemt de toon van de A.N.M.B. gezagsondermijnend. Ook al bevalt ons een samenstel ling of een beleid van een kabinet niet, dan blijft dit kabinet toch overheid, aan wie ieder eerbetoon en gehoorzaamheid verschuldigd is. In het licht van de goede samen werking, die de C.M.B. met de A.N.M.B. heeft, betreurt de bond de smadelijke aantijgingen van De Metaalkoerier. De Metaalkoerier schrijft over de loonpolitiek, dat wel mag worden aan genomen, dat heel weldenkend Neder land zich walgend van deze onmogelij ke regeringsknoeierij heeft afgewend. Het regeringsbeleid wordt voorts on waarachtig genoemd, tot uiting ko mend in een steeds irriterender ingrij pen. De regering zou moeten aftreden om zich in een stille omgeving te gaan bezinnen op de gemaakte blunders de trieste gevolgen daarvan. Kwetsend „Een regering op deze wijze van trouw en een staatssecretaris van I chelarij beschuldigen Is in hoge mate kwetsend", aldus Het Metaalbedrijf gaan van de C.M.B. Zakelijk gezien zijn de beschuldigin gen aan het adres van staatssecretaris Roolvink trouwens zonder grond, vervolgt het blad. De C.M.B. Iaat zich niet van de wijs brengen door allerlei geruchten propagandistische leuzen, alsof er ontzettends op loonpolitiek terrein in Nederland aan de hand zou zijn. Over een aantal weken (na de verkiezingen) zal het geschil wel weer opgelost zijn. Dan werken we gezamenlijk weer ver der, aldus de C.M.B., ondanks een loon matiging in 1962, waarbij toch nog be langrijke loonsverhogingen worden toe- De C.M.B. brengt voorts in herinne ring. dat in de jaren 1960 en 1961 de lo nen in de industriële bedrijfstakken met ongeveer 15 pet. zijn gestegen. Ook is in 1962 de 45-urige werkweek ingevoerd. De prijzen stegen slechts met 4 pet. sinds 1959. Dit betekent een reële stij ging van de welvaart met 10 pet. van de lonen. Daarbij moet nog in aan merking genomen worden een inmid dels geringere produktiviteitsstijging en een zeer krappe arbeidsmarkt. Bij te snelle grote loonsverhogingen dreigt thans een nieuwe overbesteding. De regering waakt echter voor een tweede bestedingsbeperking. De C.M.B. juicht deze regeringspolitiek toe, want bij een bestedingsbeperking worden juist de werknemers het kind van de rekening. Beroepingswerk NED. HERV. KERK Beroepen te Arnemuiden: E. J. Schim mel te Oud-Beyerland; te Nieuwpoort: J. Broekhuis, kandidaat te Barneveld. Beroepen te Nieuwerkerk a. d. IJssel: P. J. Bos te Sprang; te Hoogkarspel- Lutjebroek (toez.): P. Bijlefeld, kand. te Deventer. Aangenomen naar Warmenhuizen- Dirkshorn: W. P. E. van Kooten, vic. te Amstelveen, die bedankte voor Wit- marsum. Bedankt voor Bennekom (toez.): F. H. Blik te Doorwerth-Heelsum; voor Dor drecht (toez.): dr. C. Graafland te Woerden. GEREFORMEERDE KERKEN Beroepen te Katwijk aan Zee (vac. E. I. F. Nawijn): D. van Keulen te Olden- hoven. Beroepbaarstelling: De classis Alk- aar heeft prep. geëx. en beroepbaar verklaard de heer J. L. Bel. P. Plan- ciusstraat 26 te Den Helder, die terstond beroepbaar is. GEREFORMEERDE GEMEENTEN Beroepen te 's Gravenpolder: A. Hof man te Zeist. Bedankt voor Utrecht: Chr. van Dam te Rotterdam-Zuid. Bedankt voor Kampen: A. Vergunst te Rotterdam. EVANG. LUTH. KERK Drietal te Amsterdam (vac. G. Fafié) S. G. v. d. Haagen te Schiedam; J. A. Roskam te Beverwijk-Velsen en mej. da. O. Stol te Wildervank-Veendam. Afwijzing socialistische houding Wel c.a.o. voor kleinmetaal (Van onze soc.-econ. redactie) De Christelijke Metaalbedrijfs bond is bereid, indien het niet anders kan, de loonsverhoging van 10 cent per uur voor de werkne mers in de kleinmetaal te aanvaar den, evenals de andere verbeterin gen, die in de ontwerp-c.a.o. zijn voorgesteld en die reeds de goed keuring gekregen hebben van het College van Rijksbemiddelaars. De C.M.B. gaat dus niet op het stand punt staan van de Algemene Ne derlandse Metaal Bedrijfsbond, dat wanneer het college verdergaande voorstellen niet goedkeurt, men ook geen prijs meer stelt op de genoemde verbeteringen, die het college wel bereid is goed te keuren. De houding van de A.N.M.B die neerkomt op „alles of niets" betekent, dat wanneer men niet alles krijgt, ook de goedgekeurde 10 cent en de andere goedgekeurde punten verloren gaan voor duizenden werknemers. Daarbij zal dan ookhet hele sociale overleg worden gestagneerd, zoals dit plaats vindt in de vakraad voor de metaal, de diverse bedrijfscommissies, het v lenen van dispensaties op bepalingen in de c.a.o. zal stagneren, evenals de af handeling van werkclassificatie-rappor- Schadelijk De C.M.B. acht dit niet nodig en on verantwoord. De konsekwentie hiervan is dat alles wat de laatste jaren in de kleinmetaal Is opgebouwd, op losse schroeven komt tc staan en in een chaos kan veranderen. Wij kunnen ons niet voorstellen, al dus de C.M.B., dat de A.N.M.B. dit wenst en voor zijn verantwoordelijkheid wil nemen. De C.M.B. wil deze weg niet betreden, omdat hij dit schadelijk acht voor de werknemers en de werk- Mocht tengevolge van de tegenwer king van de A.N.M.B. geen c.a.o. kun- worden afgesloten, waarin genoem- •erbeteringen zijn opgenomen, dan wil de C.M.B. desnoods meewerken aan het opleggen van een bindende loonre geling van dezelfde Inhoud. Overigens blijft de C.M.B. hopen, dat gelet op dc reeds vergaande matiging de loonvoorstellen, behalve dc 10 loonsverhoging voor 1962 ook de 5 cent loonsverhoging per uur met ingang ran 1 januari 1963 zal worden goedge keurd. Afwijzing van de 5 cent zou een ongunstige positie van de kleinmetaal scheppen ten opzichte van de metaalin dustrie. Mocht de 5 cent niet goedge keurd worden, dan neemt de C.M.B. de gevolgen hiervan niet voor zijn verant woording. Het gaat de christelijke me taalbedrijfsbond echter te ver om dan meteen alles maar over boord tc gooien. De C.M.B. acht dit niet in het belang verknemers en hij distancieert zich daarom van het standpunt van de socialistische A.N.M.B. De C.M.B. doet tot slot nog dc sug gestie de 5 cent verhoging van de uur lonen per 1 januari 1963 goed te keu- 'oorwaarde, dat in 1963 de lo meer gematigd behoeven tc worden. Rotterdamse ouders: Ontsla onderwijzers van dienstplicht De ouderraad voor het openbaar lager onderwijs in Rotterdam, die ca 70.000 ouders van schoolgaande kinderen vertegenwoordigt, heeft er in een brief bij de minister van defensie op aangedrongen het aantal op te roepen dienstplichtige onderwijzers in 1962 en 1963 tot een uiterste minimum te beper ken, dan wel hen uitstel te verle nen tot 1964 of later. De aanleiding daartoe was de oproep voor eerste oefening in april van achttien jonge leerkrachten, welke het toch zeer grote tekort aan onderwijzers in Maasstad nog meer doet toenemen. De ouderraad zegt dat op het ogenblik bij liet openbaar lager onderwijs in Rotter dam wekelijks tenminste 3000 kinderen geen, of door noodcombinaties zeer on voldoende. onderwijs ontvangen. Zo de 18 onderwijzers in militaire dienst ten, wordt dat aantal 3650. Rotterdam heeft 70 min of meer per manente combinatie-klassen en maakt voorts gebruik van gepensioneerde on derwijzers en onbevoegden, hetgeen de raad op zichzelf al een onhoudbare toe stand acht. Ongeveer 15 procent der klas sen is samengesteld uit 50 of meer leer lingen (Amsterdam: 9 procent, Den Haag: 3 procent, Utrecht en Haarlem: 10 pro cent). Bij het bijzonder onderwijs in Rot terdam is de situatie iets gunstiger. Woningprobleem Een belangrijke factor, die in het ka der van de dienstplicht voor het Rotter damse onderwijzerscorps zwaar drukt, is de leeftijdsopbouw van het corps. Twee jaar geleden was 31,5 procent nog geen 30 jaar. De sterke verjonging in 1950 was het percentage nog slechts 9,5 is toe te schrijven aan de krachtige pogin gen van het gemeentebestuur om de afge studeerde leerlingen van de kweekschool te behouden voor de Maasstad, Maar vele jonge onderwijzers met huwelijksplannen hebben, gezien de woningnood in Rot terdam, al de neiging om naar betrek kingen in andere gemeenten te sollicite ren en het ligt voor de hand, dat na het vervullen van de dienstplicht de binding met het onderwijs in Rotterdam belang rijk minder wordt gevoeld. Een extra handicap is dat zich opnieuw door de woningnood geen nieuwe sollicitanten komen aanmelden. Deze situatie wordt nog geaccentueerd doordat in de naaste omgeving van Rotterdam de woningtoe wijzing blijkbaar vlotter verloopt. De raad verwacht, dat de situatie na 1963 iets gunstiger zal zijn. dank zij de na-oorlogse geboortegolf. De brief was ondertekend door de voorzitter van de ouderraad voor h'et openbaar lager on derwijs in Rotterdam, prof. mr. N. E. H. van Esveld, hoogleraar ill het arbeids recht, het sociaal recht en de sociaal-po litieke verhoudingen aan de Nederland- sche Enonomische Hoogeschool. tevens secretaris van de senaat en voorzitter van het curatorium van het Nederlands Pae- dagogisch Instituut voor het Bedrijfsleven. Het beroemde orthodoxe klooster in Ri- la in Bulgarije, dat uit de tiende eeuw stamt, komt nu aan de $taat. De Bulgaarse regering heeft meege deeld dat het klooster als touristen- centrum dienst zal gaan doen. JJUMOR maakt het leven dragelijk, maar het lost geen problemen op: de ouders bleven ge confronteerd met de armoede voorbij de achter- wal. Wat daartegen te doen? Ik kan twee lijnen onderscheiden waarlangs zich het denken van de vader bewogen heeft. De eerste is deze dat hij een jonger tijdgenoot en volgeling van Hoedemaker was. Hoedemaker is één van die bijzondere figuren geweest, die het in Nederland hebben opgenomen voor de zeer. ar men mannen, vrouwen en kinderen die in de fabrieken arbeidden. Hij behoort thuis in de rij van namen als Heldring, Pierson en anderen, die de ellendp te lijf gingen. Vreemd genoeg kent men hem thans zo minder dan als de theoloog van „heel de kerk en heel het volk", voorzover men hem tenminste zó nog kent. Hoedemaker werd met het vraagstuk geconfron teerd in de zeventiger jaren in Veenendaal, waar de fabrieksarbeid resulteerde in analphabetisme, al coholisme en algemene demoralisering. Te vuur en te zwaard bestreed hij deze kwade kwalen. Hij stichtte bepaalde scholen en verbeterde schaftloka len. Hij ruimde de arme broeder plaats in. En hij deed dat zeer bewust als een practisch uitvloei sel van ziin axioma dat het gaat om héél de kerk en om héél het volk. Woorden als „buitenkerkelij ken" zouden hem met ontsteltenis en verontwaardi ging vervuld hebben. Hij bleef ook de ongedoopte kleinkinderen van gedoopten ris verbondskinderen zien. Hij bleef cr aan vasthouden dat Gods beloften niet door de ontrouw van één geslacht of ook van meer dan één geslacht kunnen teniet gedaan wor den. Derhalve: die armen, die in kerk noch kluis komen hetzij omdat ze er geen kleren voor heb ben; hetzij om lat ze de moed ertoe verloren heb ben; hetzij omdat ze er geen tittel of jota meer van verstaan; hetzij om welke andere reden ook blijven in ieder geval onze broeders. En dus heeft de kerk deze broeders te aanvaarden en te helpen. Concreet betekende dit voor de vader een con flict met de liberale fabriekseigenaars In zijn ge meente cn een partij kiezen voor de arbeiders in hun strijd tegen allerlei misstanden. Het begin van deze eeuw is een onrustig begin geweest. Men kan geen nieuwe eeuw ingaan zonder alles te willen ver anderen. Ik denk alleen al aan de spoorwegstaking van 1903! Maar er hebben zich meer conflicten voorgedaan die niet zo'n grote faam hebben verwor ven. Dat de vader als zeer rechtzinnig, zeer bclijnd predikant daarin méedeed, heeft In dte gemeente overigens heel wat opzien gebaard. Er zijn er ge weest, die het hem nooit vergeven hebben: hij had al te veel zere tenen verpletterd. Er zijn er ook ge weest, die juist daardoor de weg terug naar het Evangelie hebben gevonden en die het als een ver rassing ervoeren dat dc kerk naar dc arme broe ders kijkt en het voor hen opneemt. Tegelijk was daar echter een geheel andere lijn. In die dagen woei er namelijk niet alleen een straffere maatschappelijke wind van over de gren zen Nederland binnen, óók bepaalde oowekkingsbe- wegingen werden hier uitgezaaid. Raar maar waar: opwekkingsbewegingen zijn in dommelig Ne derland maar al te vaak import. Wanneer we ons zelf ergens druk over maken, pleegt dat meestal uit te draaien op nieuwe splitsingen en versplinterin- gen. Slechts buitenlandse impulsen kunnen dan de vervreemden weer saamdrijven. ofschoon er altijd stijfkoppen blijven, die onmiddellijk met de pen in de weer zijn om elke vreemde invloed op schriftuur lijke gronden te v rdele-. Maar de vader liet zich door hen niet beïnvloeden, toen een reveil in Whales breed uitwaaierde over de wereld. Hij deed mee, en hoe! Eén gebeurtenis daaruit is hem zijn leven lang bijgebleven. Er was een meeting tot in keer en bekering gehouden. Na afloop werd een col lecte gehouden. Zo'n collecte is er nooit meer ge zien. De aanwezigen gaven letterlijk alles wat ze hadden. Geld. trouwringen, horloges, portefeuilles het kwam allemaal op de scheler, terecht. Maar" placht de vader er dan altijd bij te vertellen „dat jaar is achteraf het slechtste geweest van alle jaren wat collectes betreft. Want bij nader inzien miste iedereen een dierbaar pand en men ging gauw sparen om de nodige vervangingsschatten aan te schaffen. Men moet nooit meer vragen dan een mens géven kan! Milde, open handen voor de ar me broeder.... Het schijnt toch wel een héle kunst te zijn!" Nu ja het gèa' ons niet in dit verhaal om de oplossing van het probleem, "k geloof dat ieder daar zelf maar mee vechten moet. Ik vecht nu al meer dan veertien jaar in deze rubriek voor de arme broeder, maar ik pas wel op om er de zweep over te halen. Werkelijk: U moet daar zelf maar uitko men. Wat ik thans wilde zeggen is enkel maar dat eens een kind de strijd voor de arme broeder méé- kreeg! WIJKPREDIKANT

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1962 | | pagina 2