Heel de kerk en heel het volk
Een kanttekening
Oproep Wereldraad voor
hulp aan Algerije
Meningen van anderen
Een woord voor vandaag
C.M.B. komt op voor het
gezag cler regering
Chr. Metaalboiul op de
bres voor werknemers
2
BEVOLKINGSGROEI EN ECONOMIE
DEZER dagen lazen wij, dat er op 1 februari jl. 11.732.068 mensen in ons
land waren. Het is een getal dat niet zo bijster meer aanspreekt, omdat
bevolkingsdeskundigen rijkelijk gestrooid hebben met hogere cijfers voor
de komende jaren: in 1981 zal ons land 14Vi miljoen inwoners hebben en
in het jaar 2000 tegen de 18 a 20 miljoen-
Het huidige cijfer van 11,7 miljoen krijgt wel kleur als wij het vergelijken
met dat van 1839 2.8 miljoen oftewel een kwart. Het heeft zeventig jaar
geduurd om precies te zijn tot 1909 voordat de bevolking was verdub
beld tot 5,8 miljoen. 53 jaar geleden dus nog maar de helft van het huidige
cijfer.
Uitbreiding van de bevolking speelt economisch een grote rol. Hoe meer
mensen er komen, hoe meer mensen er aan werk moeten geholpen worden j-je Wereldraad van Kerken
m»ar ook boo moer monden or gevuld moeion worden. i dezer da„n een ODroeo
Een grotere bevolking eist dus een grotere produktie van alle mogelijke con- n
sumptiegoederen, maar ook van woningen', scholen, kerken, transportmidde-..Ult£aan ,voor .h™P aan
len, sport- en recreatievelden. En om dit alles mogelijk te maken steeds] Algerije. H^ewel nog niat te OVer-
meer produktiemiddelen (fabrieken, kantoren, wegen, centrales enz. enz.) jfift Sm
om meer en beter te kunnen produceren.
Pal na de tweede wereldoorlog had onze overheid er een hard hoofd in, of
er voor de snel groeiende bevolking wel voldoende werkgelegenheid gevon
den zou kunnen worden. Om hiervoor meer zekerheid te krijgen, werden
industrialisatienota's opgesteld, waarin werd berekend wat er gedaan moest
worden om de werkloosheid te bestrijden en nieuwe mensen aan nieuw werk
te helpen.
Dit alles doet nu een beetje lachwekkend aan. De werkgevers stropen bij
wijze van spreken het land af om werkkrachten te vinden. Het aantal aan
vragen van werkgevers bij de gewestelijke arbeidsbureaus is twee maal zo
groot als het aanbod van werklozen.
Een grotere produktie dwingt tot grotere investeringen en dit kan alleen
als er geld gespaard is. De bevolkingsuitbreiding noodzaakt dus tot voortdu
rend oplopende besparingen. Gelukkig zitten wij op dit terrein niet stil.
In het afgelopen jaar werd er bij overheid, bedrijven en gezinnen ruwweg
voor 9.000 miljoen gespaard, waarvan 1/6 via de spaarbanken. Er werd
toen goed 23% van het nationale inkomen gespaard; in 1956 kwamen wij
niet hoger dan 17L»% met een totaal aan besparingen van 514 miljard.
Er zit aan bevolkingsuitbreiding dus wel het een en ander vast Voor de
overheid: wat moeten wij doen om voldoende werkgelegenheid te scheppen
en om voor voldoende huizen en opleidingsmogelijkheden te zorgen? Voor
de bedrijven: wat moeten wij produceren, waar vinden wij voldoende kapi
taal, aan wie en hoe kunnen wij meer verkopen?
Zo op het oog zijn die allerlaatste vragen gemakkelijk te beantwoorden.
Vergis?* men zich echter niet. De werkelijkheid is veel ingewikkelder,
omdat de bevolking zich niet alleen uitbreidt, maar ook van samenstelling
verandert.
Neem de indeling naar leeftijdsgroepen. Eind 1909 was 34W% van de bevol
king nog beneden de 15 jaar en 6% ouder dan 64 jaar. In 1940 was 28%
beneden de 15 en 7% ouder dan 64. Maar in 1960 was 30% jonger dan 15 en
9% ouder dan 64. Dit laatste betekent, dat er in ons land ongeveer een mil
joen mensen zijn van 65 en ouder.
Hoe groter het aantal niet-werkenden, hoe meer de wel werkenden voor ons
allen tezamen moeten opbrengen. Wel genieten velen op 65-jarige leeftijd
een pensioen, maar er zijn nog genoeg mensen die blijven werken. Dank zij
de stijgende welvaart en de AOW neemt hun aantal echter af.
Het leger van de werkenden neemt toe, maar het groeit lang niet zo hard
als de totale bevolking. Die totale bevolking groeide van 1947 tot 1959
met 18%, de beroepsbevolking daarentegen maar met 7%. En hierdoor zakte
natuurlijk het aandeel van de beroepsbevolking: in 1959 maakte zij nog
maar 37% van de totale bevolking uit tegen 40% in 1947. Die beroepsbe
volking bestond in 1959 (latere cijfers zijn er nog niet) dus ruwweg uit 4J4
miljoen mensen.
Het grootste deel hiervan eist de nijverheid op: 41% in 1959 tegen 35%
in 1947. Op de tweede plaats komen handel en verkeer met 24% in 1959
tegen 21% in 1947. De totale groep diensten brengt het in 1959 tot 21%
tegen 20% in 1947. Dan komt de landbouw tevoorschijn met een enorme
achteruitgang: 11% in 1959 tegen 19% in 1947, terwijl tenslotte de huishou
delijke diensten achteruit lopen tot 3% in 1959 tegen 5% in 1947.
Er is dus nogal wat door elkaar geschud, waarbij vooral de landbouw in het
oog valt. In 1947 nog 748.000 mensen in de landbouw en in 1959 niet meer
dan 470.000. Diverse krachten zorgden voor deze daling. Het aantal mee
werkende dochters en vrouwen zakte van 142.000 tot 25.000, het aantal
werknemers van 221.000 tot 129.000 en het aantal meewerkende zoons van
111.000 tot 71.000- Deze aardverschuiving is in de stad veelal niet gemerkt;
op het platteland echter des te meer.
Sterk toegenomen is het aantal mensen dat in loondienst werkt. In 1947
waren dat er nog 2,5 miljoen, maar in 1959 ontvangen 3,2 miljoen mensen
een loonzakje. Het opvallendst is echter nog, dat het aantal werknemers
die als arbeiders betiteld plegen te worden van 63% in 1947 tot 58% in
1959 zakte. Het aantal employees de mensen zogenaamd met de witte
boord steeg van 37% tot 42%.
Er zijn nog veel meer cijfers over onze bevolking op tafel te leggen.
Wij zullen het niet doen, omdat wij de overtuiging hebben, dat de cijfers
die wij geëtaleerd hebben ruimschoots voldoende zijn om te bewijzen, dat
er een nauw verband bestaat tussen de bevolking en onze economie.
Uitbreiding en verandering van samenstelling zullen onherroepelijk haar
sporen in ons economisch leven nalaten. Dat deze sporen niet ongunstig be
hoeven te zijn, bewijst de weliswaar met ups en downs uiteindelijk
toch verbeterde economische situatie in ons land. Dit is overigens nog geen
garantie, dat stijgende bevolking steeds stijgende welvaart zal meebrengen.
zien is hoe de toestand zich daar
zal ontwikkelen, meent de Raad
dat het wel duidelijk is, dat de
kerken geroepen zijn tot ge
zamenlijke dienst en getuigenis.
Hulp is bijvoorbeeld nodig voor de
Algerijnen in de zogenaamde ..centres
de regroupement". die een nieuw be
staan moeten opbouwen. Hun aantal
wordt geschat op 2.400.000. Verder zijn
er in de steden ongeveer 600.000 vluch
telingen van het platteland, terwijl er
bovendien in Frankrijk en Algerije naar
schatting 55.000 politieke- en andere
gevangenen zullen worden vrijgelaten.
De wereldraad heeft plannen ge
maakt voor gezondheidszorg door mid
del van mobiele teams, poliklinieken
voor lijders aan t.b.c.. trachoma en
dergelijke, voor sociaal en opvoedkun
dig werk. door middel van herscholing
van vluchtelingen en landbouwontwik
kelingsteams en voor het verlenen
materiële hulp in de vorm van voed
sel. kleding, medicijnen, gereedschap
pen, zaden en vee.
De Wereldraad verwacht, dat de ker
ken hiervoor 1.400.000 dollar bijeen zul
len brengen.
Reeds jaren werkt Cimade, het oecu
menisch hulporgaan, in Algerije. Er zijn
nu zeven teams, bestaande uit in to
taal 35 mensen. Dit aantal moet tot
minstens honderd worden uitgebreid.
De oproep van de Wereldraad be
sluit met enkele richtlijnen. Het is niet
in de eerste plaats de bedoeling, hulp
van buiten in Algerije te brengen, maar
de mensen te leren, zichzelf te helpen.
Ook moet het, volgens de Raad. duide
lijk zijn, dat de christenen willen die
nen en dat niet de bedoeling is, bekeer
lingen te maken.
Paus bevestigde
acht kardinalen
Vandaag heeft paus Johannes aan acht
van de tien onlangs benoemde kardina
len de rode kardinaalshoed uitgereikt,
die zij volgens traditie nimmer zullen
dragen. Tijdens de plechtigheid ver
klaarde de paus dat deze benoeming
vooral van belang is in verband met het
komende Tweede Vaticaans Concilie. Te
vens is vandaag de paus een verzoek
overhandigd om pater Damiaan, die in
1640 in België werd geboren, zalig te
verklaren. Pater Damiaan heeft zijn le
ven gegeven voor de melaatsen op Ha
waii. Hij ging in een melaatsenkolonie
wonen en kreeg zelf de gevreesde ziek
te waaraan hij is gestorven.
Advertentie
Ook Delftse bezwaren
tegen mammoetwet
Een vijftigtal studenten aan de Tech
nische Hogeschool te Delft, leden van
de studentenvereniging ..Civitas Studio-
sorum Reformatorumhebben in een
schrijven aan de minister van onder
wijs. kunsten en wetenschappen be
zwaar gemaakt tegen het wetsontwerp
op de regeling van het voortgezet on
derwijs, de zogenaamde mammoetwet,
die op het ogenblik in behandeling is.
De studenten stellen dat de vrijheid
van onderwijsrichting door het nader
gewijzigd wetsontwerp zeer sterk
wordt beperkt, namelijk tot het geven
van twee lesuren godsdienstonderwijs
per week. Dat dit wetsontwerp niet de
bevoegdheden en verantwoordelijkheden
bij de ouders en de gemeente- en
schoolbesturen legt, maar deze ver
schuift naar de staat en naar door de
staat ingestelde organen en dat bij aan
neming van dit wetsontwerp, in de toe
komst de deuren worden geopend voor
meer staatsbemoeiing met het onder
wijs. waardoor de democratie en de
uitvoering van de grondwet (pacificatie
gedachte) in gevaar kunnen komen. De
studenten, die ook bezwaar hebben te
gen de bepaling dat vrijstelling van
godsdienstonderwijs aan bijzondere
scholen kan worden verkregen, verzoe
ken de minister mc-t klem het wetsont
werp zodanig te wijzigen, dat aan hun
bezwaren tegemoet wordt gekomen. Af
schriften van de brief zijn aan de le
den van de Eerste en Tweede Ka
mer gezonden.
Ds. K. s7g. Zijlstra
naar Zuid-Afrika
Ds. K S. G. Zijlstra. koopvaardij-
predikant in Rotterdam, vertrekt morgen
voor circa drie maanden naar Kaapstad.
Hij zal de geestelijke verzorging van de
zeelieden in de Zuidnfrikaanse havens
organiseren, in samenwerking met het
Nederlands-Afrikaans zeemanscomité.
GEREPATRIEERDEN
In „De Kerkvoogdij", maand
blad van de vereniging van kerk
voogdijen in de Ned. Hero. Kerk,
heeft de heer J. Adriaanse een ar
tikel geschreven over het onder
werp: „Heeft de Nederlands Her
vormde Kerk een taak ten aan
zien van de gerepatrieerden?" De
heer Adriaanse schrijft:
Verschillende instanties geven
landse samenleving te vinden.
De minister van sociale zaken
gaf en geeft ook nu nog steeds
blijk van haar warme belangstel
ling in deze groep.
Heel veel gerepatrieerden heb
ben soms via omscholing hun
maatschappelijke plaats. hun
..b.oodwinning" gevonden. Voor
een groot gedeelte is dit mede te
danken aan de thans welhaast on
beperkte werkgelegenheid in ons
land.
Velen, hoewel in Indonesië soms
aan werk van geheel andere aard
gewend, hebben moedig de sprong
in de arbeidss'eer van onze indus
trie gewaagd en een levenssfeer
aanvaard die sterk afwijkt van die,
waarin ze zijn opgegroeid.
De opname in de kerkelijke ge
meenschap gaat over het algemeen
moeilijker. Ligt de maatschappelij
ke aanpassing grotendeels in het
vlak van de practische noodzake
lijkheden: bij de kerkelijke is men
meer ..vrijblijvend". Op dit terrein
speelt het sentiment een grote rol.
Men heeft zo van allerlei teleur
stellingen. Ik noem enkele daar
van: Men wil de kerk bezoeken
maar ervaart, dat men moet blij
ven staan tot ergens een groen
lampje gaat branden.
De wijze waarop men wordt aan
gekeken geeft eerder het gevoel
een curiositeit te zijn dan een broe
der of zuster.
Kon men in Indonesië veelal per
fiets naar de kerk gaan of een
voertuig huren; hier is kou of re-
3en voor velen een beletsel om naar
e kerk te gaan.
Was men in Indonesië doorgaans
gewend zijn bijdrage aan de Kerk
vrijwillig zelf te mogen vaststellen:
hier komt het niet zelden voor dat
het allereerste contact met de Kerk
wordt gevormd door de bezorging
per post van een aanslagbiljet in
dc kerkeliike belasting.
Had de dominee, ouderling of dia
ken in Indonesië ..tiid" voor ziin
lidmaten: hier is dit 'vooral in
grotere plaatsen) niet altijd het ge
val. Soms blijkt dat een ..plichtma
tig" bezoek van een dominee of
ambtsdrager, waarbij telkens op
het horloge gekeken wordt, meer
verwijdering van dan toenade
ring tot de Kerk tengevolge
heeft.
De bedoeling van dit artikel is
geenszins, in een of andere vorm
een schuldvraagstuk aan de orde
te stellen. Eerder dan van „schuld"
is hier sprake van „onwetendheid"
die zo gemakkelijk een rol speelt
daar waar twee groepen met elkaar
te maken krijgen, die in wel zeer
uiteenlopende omstandigheden zijn
opgegroeid en gevormd.
Wél is het de bedoeling, aan
dacht voor deze dingen te vragen.
Verschillende van de genoemde
moeilijkheden treffen trouwens niet
alleen de gerepatrieerden maar
evenzeer diegenen onder de Neder
landse lidmaten die min of meer
aan de rand van ons kerkelijk be
stel leven.
Het is opvallend, hoe dikwijls van
naar de Verenigde Staten geëmi
greerde gerepatrieerden enthousias
te brieven worden ontvangen over
de wijze waarop zij door de Kerk
in hun plaats van vestiging worden
omringd met zorg en broederschap.
Ongetwijfeld liggen deze zaken
voor een groot gedeelte buiten on
ze normale kerkvoogdelijke sfeer.
Tóch met geheel Het komt mij
voor dat ondervolgende zaken over
weging verdienen:
1. Indien uw predikanten-dérma
te overbelast zijn, dat er van rus
tig contact met de lidmaten nau
welijks sprake kan zijn: overweeg
dan een betere werkverdeling, een
splitsing van uw gemeente in wij
ken. aanstelling van een speciale
kracht voor de gerepatrieerden.
2. Indien uw kerk nog verhuurde
plaatsen heeft: overweeg afschaf
fing of beperking hiervan óf zorg
tenminste, dat er iemand in de
kerk is die „vreemdelingen" op
vangt op zódanige wijze, dat zij
zich welkom gevoelen.
3. Indien u het systeem van
..vrijwillige bijdragen" niet aan
durft: overweeg eens. dit voor de
!;erepatrieerden desnoods voor-
opig wél toe te passen.
4 Tracht in elk geval te voorko
men (en dit geldt evenzeer voor
niet-gerepatrieerden) dat een aan
slag in de kerkelijke belasting het
eerste levensteken is, dat men van
de zijde van de Kerk ervaart.
5. Als uw gemeente ..aangepast"
is en u dus ook ouderling bent:
wend uw invloed in de kerkeraad
aan om te zorgen voor een hartelijk,
meelevend contact met de gerepa
trieerden Onder hen zal men ook
mensen kunnen vinden, geschikt en
bereid om een kerkelijk ambt te
aanvaarden
De Wereldraad meent, dat de rege
ring in Algerije in deze tijd van ont
wikkeling en opbouw buitenlandse des
kundigen nodig zal hebben. De Raad
vraagt daarom niet alleen geld giro
5261 van de stichting Oecumenische
hulp in Utrecht maar ook mensen,
doktoren, verpleegsters, landbouwers,
technici en goedgeschoolde ervaren vak
lieden die Frans s]« eken. Degenen
die zich voor minstens een jaar be
schikbaar willen stellen, kunnert zich
schriftelijk melden bij de stichting Oe
cumenische hulp, Aehter Sint Pieter 14
in Utrecht.
Prof. dr.N. C.W.
Hesse overleden
In Utrecht is plotseling overleden prof.
dr. N. C. W. Hesse, buitengewoon hoog
leraar in de faculteit der diergenees
kunde aan de Rijksuniversiteit te
Utrecht.
Prof. Hesse, die op 15 juni 1904 in Arn
hem werd geboren, ontving de vorige
maand zijn benoeming tot buitengewoon
hoogleraar om onderwijs te geven in de
klinische diagnostiek en de inwendige
ziekten van het varken. Hij behaalde in
1927 het diploma van dierenarts en pro
moveerde aan de Utrechtse universiteit
in 1947. Van 1933 tot 1946 was hij als
paardenarts in militaire dienst. Voor zijn
benoeming tot hoogleraar gaf hij leiding
aan het Instituut Buitenpraktijk van de
diergeneeskundige faculteit in Utrecht.
Dr. Visser t Hooft:
Eenheid nog niet
in deze generatie
De secretaris-generaal van de Wereld
raad van Kerkien, dr. W. A. Visser
't Hooft, heeft woensdag te Wenen ge
zegd dat de algehele eenheid van de
christelijke kerken nog geen kwestie van
de huidige generatie is.
Het is belangrijk, aldus dr. Visser
"t Hooft op een persconferentie, dat er
een einde wordt gemaakt aan het on
vruchtbare getwist en dat de verschillen
de geloven ertoe komen met elkaar over
hun verschillen te spreken. „Echter geen
van de 200 niet-katholieke kerken die tot
de Wereldraad behoren, zullen het dog
ma van de onfeilbaarheid van de paus
aanvaarden", aldus de secretaris
generaal.
Er zit weinig schot in het verhoor van Jezus. Eerst valt het
moeilijk, zelfs valse, getuigen te vinden, die steekhoudende
argumenten naar voren brengen. En zijn ze gevonden, dan
blijft Jezus zwijgen als van Hem een antwoord wordt ver
langd. De hogepriester, naar men mag aannemen, begint zijn
zelfbeheersing te verliezen, en geprikkeld, wellicht woedend,
stelt hij de Heer de vraag, die nadien miljoenen mensen in
allerlei toonaarden tot Hem hebben gericht: ,.Ik bezweer U
bij de levende God, dat Gij ons zegt, of Gij zijt de Christus,
de Zoon van God" (Mattheus 26 63).
Het is, in wezen, de kreet van de mens-in-nood, van de mens,
die alles om zich heen ziet wegzinken en nu hoopt op een
laatste houvast.
De hogepriester krijgt antwoord. Jezus verbreekt het stilzwij
gen. „Gij hebt het gezegd. Doch Ik zeg u, van nu aan zult gij
de Zoon des mensen zien, gezeten aan de rechterhand der
Macht en komende op de wolken des hemels."
Gezeten aan de rechterhand der Macht. Dat is de kroon die
wacht aan het einde van het lijden, die komt na Golgotha.
Advertentie)
„SMADELIJKE AANTIJGINGEN"
Kritiek op de
socialisten
(Van onze soc.-econ. redactie)
De Christelijke Metaalbedrijf s-
bond heeft een protest laten horen
tegen de uitdrukkingen en ver
dachtmakingen, waarvan de Alge
mene Metaalbedrijfsbond zich in
zijn orgaan De Metaalkoerier blijkt
te bedienen om het huidige loon-
beleid op felle wijze aan te vallen.
De C.M.B. noemt de toon van
de A.N.M.B. gezagsondermijnend.
Ook al bevalt ons een samenstel
ling of een beleid van een kabinet
niet, dan blijft dit kabinet toch
overheid, aan wie ieder eerbetoon
en gehoorzaamheid verschuldigd
is. In het licht van de goede samen
werking, die de C.M.B. met de
A.N.M.B. heeft, betreurt de bond
de smadelijke aantijgingen van De
Metaalkoerier.
De Metaalkoerier schrijft over de
loonpolitiek, dat wel mag worden aan
genomen, dat heel weldenkend Neder
land zich walgend van deze onmogelij
ke regeringsknoeierij heeft afgewend.
Het regeringsbeleid wordt voorts on
waarachtig genoemd, tot uiting ko
mend in een steeds irriterender ingrij
pen. De regering zou moeten aftreden
om zich in een stille omgeving te gaan
bezinnen op de gemaakte blunders
de trieste gevolgen daarvan.
Kwetsend
„Een regering op deze wijze van
trouw en een staatssecretaris van I
chelarij beschuldigen Is in hoge mate
kwetsend", aldus Het Metaalbedrijf
gaan van de C.M.B.
Zakelijk gezien zijn de beschuldigin
gen aan het adres van staatssecretaris
Roolvink trouwens zonder grond,
vervolgt het blad.
De C.M.B. Iaat zich niet van de wijs
brengen door allerlei geruchten
propagandistische leuzen, alsof er
ontzettends op loonpolitiek terrein in
Nederland aan de hand zou zijn. Over
een aantal weken (na de verkiezingen)
zal het geschil wel weer opgelost zijn.
Dan werken we gezamenlijk weer ver
der, aldus de C.M.B., ondanks een loon
matiging in 1962, waarbij toch nog be
langrijke loonsverhogingen worden toe-
De C.M.B. brengt voorts in herinne
ring. dat in de jaren 1960 en 1961 de lo
nen in de industriële bedrijfstakken met
ongeveer 15 pet. zijn gestegen. Ook is
in 1962 de 45-urige werkweek ingevoerd.
De prijzen stegen slechts met 4 pet.
sinds 1959. Dit betekent een reële stij
ging van de welvaart met 10 pet. van
de lonen. Daarbij moet nog in aan
merking genomen worden een inmid
dels geringere produktiviteitsstijging
en een zeer krappe arbeidsmarkt.
Bij te snelle grote loonsverhogingen
dreigt thans een nieuwe overbesteding.
De regering waakt echter voor een
tweede bestedingsbeperking. De C.M.B.
juicht deze regeringspolitiek toe, want
bij een bestedingsbeperking worden
juist de werknemers het kind van de
rekening.
Beroepingswerk
NED. HERV. KERK
Beroepen te Arnemuiden: E. J. Schim
mel te Oud-Beyerland; te Nieuwpoort:
J. Broekhuis, kandidaat te Barneveld.
Beroepen te Nieuwerkerk a. d. IJssel:
P. J. Bos te Sprang; te Hoogkarspel-
Lutjebroek (toez.): P. Bijlefeld, kand. te
Deventer.
Aangenomen naar Warmenhuizen-
Dirkshorn: W. P. E. van Kooten, vic.
te Amstelveen, die bedankte voor Wit-
marsum.
Bedankt voor Bennekom (toez.): F. H.
Blik te Doorwerth-Heelsum; voor Dor
drecht (toez.): dr. C. Graafland te
Woerden.
GEREFORMEERDE KERKEN
Beroepen te Katwijk aan Zee (vac. E.
I. F. Nawijn): D. van Keulen te Olden-
hoven.
Beroepbaarstelling: De classis Alk-
aar heeft prep. geëx. en beroepbaar
verklaard de heer J. L. Bel. P. Plan-
ciusstraat 26 te Den Helder, die terstond
beroepbaar is.
GEREFORMEERDE GEMEENTEN
Beroepen te 's Gravenpolder: A. Hof
man te Zeist.
Bedankt voor Utrecht: Chr. van Dam
te Rotterdam-Zuid.
Bedankt voor Kampen: A. Vergunst te
Rotterdam.
EVANG. LUTH. KERK
Drietal te Amsterdam (vac. G. Fafié)
S. G. v. d. Haagen te Schiedam; J. A.
Roskam te Beverwijk-Velsen en mej. da.
O. Stol te Wildervank-Veendam.
Afwijzing socialistische houding
Wel c.a.o. voor
kleinmetaal
(Van onze soc.-econ. redactie)
De Christelijke Metaalbedrijfs
bond is bereid, indien het niet
anders kan, de loonsverhoging van
10 cent per uur voor de werkne
mers in de kleinmetaal te aanvaar
den, evenals de andere verbeterin
gen, die in de ontwerp-c.a.o. zijn
voorgesteld en die reeds de goed
keuring gekregen hebben van het
College van Rijksbemiddelaars. De
C.M.B. gaat dus niet op het stand
punt staan van de Algemene Ne
derlandse Metaal Bedrijfsbond, dat
wanneer het college verdergaande
voorstellen niet goedkeurt, men
ook geen prijs meer stelt op de
genoemde verbeteringen, die het
college wel bereid is goed te
keuren.
De houding van de A.N.M.B die
neerkomt op „alles of niets" betekent,
dat wanneer men niet alles krijgt, ook
de goedgekeurde 10 cent en de andere
goedgekeurde punten verloren gaan
voor duizenden werknemers. Daarbij
zal dan ookhet hele sociale overleg
worden gestagneerd, zoals dit plaats
vindt in de vakraad voor de metaal,
de diverse bedrijfscommissies, het v
lenen van dispensaties op bepalingen
in de c.a.o. zal stagneren, evenals de af
handeling van werkclassificatie-rappor-
Schadelijk
De C.M.B. acht dit niet nodig en on
verantwoord. De konsekwentie hiervan
is dat alles wat de laatste jaren in de
kleinmetaal Is opgebouwd, op losse
schroeven komt tc staan en in een
chaos kan veranderen.
Wij kunnen ons niet voorstellen, al
dus de C.M.B., dat de A.N.M.B. dit
wenst en voor zijn verantwoordelijkheid
wil nemen. De C.M.B. wil deze weg
niet betreden, omdat hij dit schadelijk
acht voor de werknemers en de werk-
Mocht tengevolge van de tegenwer
king van de A.N.M.B. geen c.a.o. kun-
worden afgesloten, waarin genoem-
•erbeteringen zijn opgenomen, dan
wil de C.M.B. desnoods meewerken aan
het opleggen van een bindende loonre
geling van dezelfde Inhoud.
Overigens blijft de C.M.B. hopen, dat
gelet op dc reeds vergaande matiging
de loonvoorstellen, behalve dc 10
loonsverhoging voor 1962 ook de 5
cent loonsverhoging per uur met ingang
ran 1 januari 1963 zal worden goedge
keurd. Afwijzing van de 5 cent zou een
ongunstige positie van de kleinmetaal
scheppen ten opzichte van de metaalin
dustrie. Mocht de 5 cent niet goedge
keurd worden, dan neemt de C.M.B. de
gevolgen hiervan niet voor zijn verant
woording. Het gaat de christelijke me
taalbedrijfsbond echter te ver om dan
meteen alles maar over boord tc gooien.
De C.M.B. acht dit niet in het belang
verknemers en hij distancieert
zich daarom van het standpunt van de
socialistische A.N.M.B.
De C.M.B. doet tot slot nog dc sug
gestie de 5 cent verhoging van de uur
lonen per 1 januari 1963 goed te keu-
'oorwaarde, dat in 1963 de lo
meer gematigd behoeven tc
worden.
Rotterdamse ouders:
Ontsla onderwijzers
van dienstplicht
De ouderraad voor het openbaar
lager onderwijs in Rotterdam, die
ca 70.000 ouders van schoolgaande
kinderen vertegenwoordigt, heeft
er in een brief bij de minister van
defensie op aangedrongen het
aantal op te roepen dienstplichtige
onderwijzers in 1962 en 1963 tot
een uiterste minimum te beper
ken, dan wel hen uitstel te verle
nen tot 1964 of later.
De aanleiding daartoe was de oproep
voor eerste oefening in april van achttien
jonge leerkrachten, welke het toch
zeer grote tekort aan onderwijzers in
Maasstad nog meer doet toenemen. De
ouderraad zegt dat op het ogenblik bij
liet openbaar lager onderwijs in Rotter
dam wekelijks tenminste 3000 kinderen
geen, of door noodcombinaties zeer on
voldoende. onderwijs ontvangen. Zo de
18 onderwijzers in militaire dienst
ten, wordt dat aantal 3650.
Rotterdam heeft 70 min of meer per
manente combinatie-klassen en maakt
voorts gebruik van gepensioneerde on
derwijzers en onbevoegden, hetgeen de
raad op zichzelf al een onhoudbare toe
stand acht. Ongeveer 15 procent der klas
sen is samengesteld uit 50 of meer leer
lingen (Amsterdam: 9 procent, Den Haag:
3 procent, Utrecht en Haarlem: 10 pro
cent). Bij het bijzonder onderwijs in Rot
terdam is de situatie iets gunstiger.
Woningprobleem
Een belangrijke factor, die in het ka
der van de dienstplicht voor het Rotter
damse onderwijzerscorps zwaar drukt, is
de leeftijdsopbouw van het corps. Twee
jaar geleden was 31,5 procent nog geen
30 jaar. De sterke verjonging in 1950
was het percentage nog slechts 9,5 is
toe te schrijven aan de krachtige pogin
gen van het gemeentebestuur om de afge
studeerde leerlingen van de kweekschool
te behouden voor de Maasstad, Maar vele
jonge onderwijzers met huwelijksplannen
hebben, gezien de woningnood in Rot
terdam, al de neiging om naar betrek
kingen in andere gemeenten te sollicite
ren en het ligt voor de hand, dat na het
vervullen van de dienstplicht de binding
met het onderwijs in Rotterdam belang
rijk minder wordt gevoeld. Een extra
handicap is dat zich opnieuw door de
woningnood geen nieuwe sollicitanten
komen aanmelden. Deze situatie wordt
nog geaccentueerd doordat in de naaste
omgeving van Rotterdam de woningtoe
wijzing blijkbaar vlotter verloopt.
De raad verwacht, dat de situatie na
1963 iets gunstiger zal zijn. dank zij de
na-oorlogse geboortegolf. De brief was
ondertekend door de voorzitter van de
ouderraad voor h'et openbaar lager on
derwijs in Rotterdam, prof. mr. N. E. H.
van Esveld, hoogleraar ill het arbeids
recht, het sociaal recht en de sociaal-po
litieke verhoudingen aan de Nederland-
sche Enonomische Hoogeschool. tevens
secretaris van de senaat en voorzitter van
het curatorium van het Nederlands Pae-
dagogisch Instituut voor het Bedrijfsleven.
Het beroemde orthodoxe klooster in Ri-
la in Bulgarije, dat uit de tiende
eeuw stamt, komt nu aan de $taat.
De Bulgaarse regering heeft meege
deeld dat het klooster als touristen-
centrum dienst zal gaan doen.
JJUMOR maakt het leven dragelijk, maar het
lost geen problemen op: de ouders bleven ge
confronteerd met de armoede voorbij de achter-
wal. Wat daartegen te doen?
Ik kan twee lijnen onderscheiden waarlangs
zich het denken van de vader bewogen heeft. De
eerste is deze dat hij een jonger tijdgenoot en
volgeling van Hoedemaker was. Hoedemaker is
één van die bijzondere figuren geweest, die het
in Nederland hebben opgenomen voor de zeer. ar
men mannen, vrouwen en kinderen die in
de fabrieken arbeidden. Hij behoort thuis in de
rij van namen als Heldring, Pierson en anderen,
die de ellendp te lijf gingen. Vreemd genoeg kent
men hem thans zo minder dan als de theoloog
van „heel de kerk en heel het volk", voorzover
men hem tenminste zó nog kent.
Hoedemaker werd met het vraagstuk geconfron
teerd in de zeventiger jaren in Veenendaal, waar
de fabrieksarbeid resulteerde in analphabetisme, al
coholisme en algemene demoralisering. Te vuur en
te zwaard bestreed hij deze kwade kwalen. Hij
stichtte bepaalde scholen en verbeterde schaftloka
len. Hij ruimde de arme broeder plaats in. En hij
deed dat zeer bewust als een practisch uitvloei
sel van ziin axioma dat het gaat om héél de kerk
en om héél het volk. Woorden als „buitenkerkelij
ken" zouden hem met ontsteltenis en verontwaardi
ging vervuld hebben. Hij bleef ook de ongedoopte
kleinkinderen van gedoopten ris verbondskinderen
zien. Hij bleef cr aan vasthouden dat Gods beloften
niet door de ontrouw van één geslacht of ook van
meer dan één geslacht kunnen teniet gedaan wor
den. Derhalve: die armen, die in kerk noch kluis
komen hetzij omdat ze er geen kleren voor heb
ben; hetzij om lat ze de moed ertoe verloren heb
ben; hetzij omdat ze er geen tittel of jota meer
van verstaan; hetzij om welke andere reden ook
blijven in ieder geval onze broeders. En dus heeft
de kerk deze broeders te aanvaarden en te helpen.
Concreet betekende dit voor de vader een con
flict met de liberale fabriekseigenaars In zijn ge
meente cn een partij kiezen voor de arbeiders in
hun strijd tegen allerlei misstanden. Het begin van
deze eeuw is een onrustig begin geweest. Men kan
geen nieuwe eeuw ingaan zonder alles te willen ver
anderen. Ik denk alleen al aan de spoorwegstaking
van 1903! Maar er hebben zich meer conflicten
voorgedaan die niet zo'n grote faam hebben verwor
ven. Dat de vader als zeer rechtzinnig, zeer bclijnd
predikant daarin méedeed, heeft In dte gemeente
overigens heel wat opzien gebaard. Er zijn er ge
weest, die het hem nooit vergeven hebben: hij had
al te veel zere tenen verpletterd. Er zijn er ook ge
weest, die juist daardoor de weg terug naar het
Evangelie hebben gevonden en die het als een ver
rassing ervoeren dat dc kerk naar dc arme broe
ders kijkt en het voor hen opneemt.
Tegelijk was daar echter een geheel andere
lijn. In die dagen woei er namelijk niet alleen een
straffere maatschappelijke wind van over de gren
zen Nederland binnen, óók bepaalde oowekkingsbe-
wegingen werden hier uitgezaaid. Raar maar
waar: opwekkingsbewegingen zijn in dommelig Ne
derland maar al te vaak import. Wanneer we ons
zelf ergens druk over maken, pleegt dat meestal uit
te draaien op nieuwe splitsingen en versplinterin-
gen. Slechts buitenlandse impulsen kunnen dan de
vervreemden weer saamdrijven. ofschoon er altijd
stijfkoppen blijven, die onmiddellijk met de pen in
de weer zijn om elke vreemde invloed op schriftuur
lijke gronden te v rdele-. Maar de vader liet
zich door hen niet beïnvloeden, toen een reveil in
Whales breed uitwaaierde over de wereld. Hij deed
mee, en hoe! Eén gebeurtenis daaruit is hem zijn
leven lang bijgebleven. Er was een meeting tot in
keer en bekering gehouden. Na afloop werd een col
lecte gehouden. Zo'n collecte is er nooit meer ge
zien. De aanwezigen gaven letterlijk alles wat ze
hadden. Geld. trouwringen, horloges, portefeuilles
het kwam allemaal op de scheler, terecht. Maar"
placht de vader er dan altijd bij te vertellen
„dat jaar is achteraf het slechtste geweest van alle
jaren wat collectes betreft. Want bij nader inzien
miste iedereen een dierbaar pand en men ging
gauw sparen om de nodige vervangingsschatten aan
te schaffen. Men moet nooit meer vragen dan een
mens géven kan! Milde, open handen voor de ar
me broeder.... Het schijnt toch wel een héle kunst
te zijn!"
Nu ja het gèa' ons niet in dit verhaal om de
oplossing van het probleem, "k geloof dat ieder daar
zelf maar mee vechten moet. Ik vecht nu al meer
dan veertien jaar in deze rubriek voor de arme
broeder, maar ik pas wel op om er de zweep over
te halen. Werkelijk: U moet daar zelf maar uitko
men. Wat ik thans wilde zeggen is enkel maar dat
eens een kind de strijd voor de arme broeder méé-
kreeg!
WIJKPREDIKANT