JALOEZIE
Na-oorlogs wee
SHAKESPEARE,
RACINE en
PIRANDELLO
Wonderlijke wegen in de beeldende „kunst'
n
TWEE VERZENBUNDELS
wachten
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 10 FEBRUARI 1962
LEVEN
ZONDER
RUST
Evenmin als een oorlogsroman kan een
boek, dat na-oorlogse toestanden tekent, aan
gename lectuur bieden. Maatschappelijke en
geestelijke ontreddering, rouw- en onlustge
voelens in het overwonnen land zijn de com
ponenten van zulk een werk. De laatste ro
man van Pierre Gascar, Le fugitif, is
er een nieuw voorbeeld van, nog versterkt
door een volkomen gemis aan humor, die
over al deze trieste dingen nog enige licht-
sprankels zou kunnen werpen.
De titel „vluchteling" karakteriseert het
boek uitstekend. Het begint en het ein
digt met een vlucht en wat daartussen ligt,
is eveneens van onrust doortrokken.
Manslag
De Internationale groep
„ZERO" beoogt nieuw le1
de (kunst)brouwerij te
Na een inmiddels geëindigde ex
positie in de Haagse galerij
„Orez" (als men deze
omdraait komt men ook op „Ze
ro" (nul) terecht) zullen de
deelnemers weldra in het Stede
lijk Museum van Amsterdam
tonen welke wonderlijke wegen
men in de toekomst zal gaan
bewandelen in de beeldende
kunst. Ondanks de geleerde
woordenkraam die de lijvige ca
talogus bevat, bepaald niet
hoopgevend. Van een groep, die
zich instelt op het nulpunt en
in een „Proklamation" in die-
zelfvle catalogus zegt: Zero: wir
I 'MÊÉê
ander gegeven Is weer een dot
zwart bord, waarop lange meta
len draadjes met aan elk uiteinde
een klein métalen knopje en die
de beschouwer vriendelijk toewui
ven; dit alles gedreven door een
leben; Zero: wir sind für alles, electro-motortje.
thetisch In te ontdekken valt, gevolg is dat dit boekje
stellen, door dr. H. Faber.
gave Boekencentrum, 's-Graven-
hagc, in serie Practische theo
logische handboekjes.
In de hervormde serie „Prac
tische theologische handboekjes"
van het Boekencentrum is op
nieuw een werkje verschenen ge
wijd aan het pastorale werk van
de predikant. Het is een bundeling
van een aantal artikelen, geschre
ven door dr. H. Faber, nu weten
schappelijk hoofdambtenaar aan
de Rijksuniversiteit te Leiden. Het
De fantasie in de nieuwe ten- wat bij de meeste andere bijdra- gebleven van losse gedach-
mag men tenminste een gezon- a^'^lri^oSïtteUjk. f« "tlmno^èeS'êtLri
de dadendrang en het streven Wat te denken bijv. van een >s tenminste nog een zekere rein- k t doo'dsi;eieVen van jonge-
lecht) ei met zwarte vingerat- heid een zekere verzorgdheid, om ",De moderne ziekenhuis-
druk, kunstig in een houten kistje ™®t..i®„*eggen een stenllteit m te predikant". In het laatste hoofd
stuk „Peiling en perspectief" pro
beert dr. Faber een weg te wij-
dadendrang
naar vernieuwing verwachten.
Al eerder
houten kistje 'e zeggen
ïvat? Of van een gevuld sardi- ontwaren.
ïblikje? Ter completering van al dit
Dan zijn er verder nog gaatjes- schoons nog iets, dat er ongeveer voor de studie van de"pastora-
Wat echter het allereerst opvalt dingen die vroeger, of misschien uitziet als een groot bruidsbouquet psychologie. Hij constateert
?e inzendingen nog wel, gebruikt werden ten dien- (maar dan doorweven met rood- noEFaitljd e|n tekort aan scholing
lrnv,niin ste van het Fröbel-onderwijs en koperdraad) in plasticzak. Je praktijk in de opleiding
waarin gekleurde knikkertjes Wij vragen ons in gemoede af, van predikant en spreekt als
moesten worden" gedeponeerd. boevJ5r uit alles^ iets jne^t beel- zijn mening uit, dat we „moeten
Op de tocht
op de zucht 1
het vertrek, is wi
exempel van waai
bij het bezien
van de hand van Armando,
Fontana Hendrikse, tot en met
Weber, is, het gevoel een en an
der al eerder (zij het in andere
vorm) gezien te hebben. Men ont
moet er allerlei invloeden bijv.
van de Stijlgroep (Mondriaan,
Bart van der Lek enz.); kortom
men ontkomt niet aan de indruk,
dat bepaalde zaken al (da)-da ge-
Wat krijgt men nu ter verstevi
ging van het geloof in de moder
ne kunst alzo voorgeschoteld?
Paar grepen
Laten we te uwer oriëntering
voor het vaderland weg een
paar grepen doen.
Daar is allereerst dan van onze
landgenoot Henk Peeters een re-
aas-^s-sKJKS as-sSST-rs.
ting van een Wener stoel, maar
van nabij blijken de plekjes, die
men eerst voor de gaatjes aan
ziet, vlekjes te zijn, met zilverpoe
der op een witte ondergrond aan
gebracht.
Voorts van de hand van een
ander, iets wat het beste te ver
gelijken is met een kartonnen
eierdoosje zoals men dat wel bij
de zuivelhandelaar krijgt, maar
in dit geval dan meer bestemd
voor formaat duiveneitje.
Dan is er een inzending die op
het eerste gezicht lijkt op rood
geverfd golfcarton, maar bij na
der inzien uit „opgestroopte" verf
lagen blijkt te bestaan. Een heel
j zijn mening lui, uat
doen heeft, of- jjorpgp tot de een of andere
al te graag wil- van „cünical training" hetgeen
hier geconfron- njets anders wil zeggen dan een
teerd te zijn met het werk van tegelijk praktische en theoreti-
Een wit fond met hierin schots ernstige mensen, die intens met SChe vorming in het voeren van
en scheef geslagen spijkers is iets bezig zijn. pastorale gesprekken". Deze bun-
weer een ander „kunstwerk". Een Wie weet, waar deze „bedachte" del is met in de eerste plaats ge-
plankje met bladgoud bekleed en en cerebrale uitingen naar toe zul- schreven als naslagwerk voor de
waar in het midden de blaadjes len leiden? Wij in ieder geval niet. predikant. De artikelen willen dc
enigszins te weinig gehecht zijn daartoe missen we vermoedelijk lezer aan het denken zetten, opdat
en daardoor in voortdurende bc- een zintuig: we werden er niet door gezamenlijk overleg de juiste
weging (perpetuum mobile!) blij- heet of koud onder! weg wordt gevonden op het moei-
Paul. een Frans krijgsgevan-
Igene, tewerkgesteld in een
Beiers stadje, heeft in een twist
met een plaatselijk nazi-leider
I deze neergeslagen. De geallieer
den naderen, maar zijn nog niet
I in de nabijheid, zodat het vei
ligste is te vluchten. Heel goed
I beschrijft Gascar de dwaaltocht
door de nacht, die eindigt met
de aankomst bij een gebouwen
complex; het middelpunt van
een landgoed, waar paarden
worden gefokt en afgericht. De
l eigenaar, een partijman, wie de
grond onder de voeten te heet
I is geworden, is gevlucht; zijn
I dochter blijft achter met de
oude bedrijfsleider. Ze ontvangt
Paul vriendelijk en, zoals de
I moderne roman dat wil, weldra
ontstaat een liefdesverhouding
I tussen de twee jonge
Landgoedbezitter
I Hij bestuurt dus de bezitting
met Lena, de erfdochter, en de
I bedrijfsleider. Het contact met
de Amerikanen uit de naburige
stad komt tot stand met alle
I aangename gevolgen van dien.
Een gezelschap vluchtelingen
uit de Russische sector wordt
Iden. Daaronder
uitdagende figuur,
beeld Paul bijblijft, ook als ze
I is weggetrokken. Nog andere
I verwikkelingen blijven niet uit.
Maar een ding, dat alles veran-
Idert, is de niet meer verwachte
terugkeer van Lena's vader die
al zijn rechten herneemt. Gelei-
Idelijk aan voelt Paul zich uitge
sloten; de plaatselijke en regio-
Inale machthebbers komen op de
oude posten terug; zijn vrouw
denkt aan haar verstoten ver
loofde; zijn schoonvader bespot
Ien plaagt hem. Zo rijpt bij hem
een plan dit leven los te laten.
Een met-bedacht auto-ongeluk
I biedt hem daartoe de gelegen
heid.
Reizen en trekken
zijn begeerte
Maria terug te
vinden, die voor
hem het sym
bool wordt van
een bestaan met
lijkheden. De
vaag-filosofi-
sche dromerijen
van Paul, of zo
men wil, van
Gascar, zijn zo
nevelig, dat de
lezer er geen
houvast aan
heeft Onder-
de speurtochten
hem naar Neu
renberg en la
ter naar Berlijn.
Nachtclubs en
zwarte hande
laarsmilieus
hebben er een
in. Knoeierijen en ontucht in
alle vormen vullen de dagen en
nachten. In Berlijn gaat de weg
van West naar Oost en wordt de
Fransman ingeschakeld in de
communistische propaganda-
dienst Zoals hij uit Neurenberg
moest vluchten om de handel
in vervalste levensmiddelenkaar
ten en benzinebonnen, zo gaat
het ook in West-Berlijn vanwege
de relaties met de sovjet-sector.
Hij slaagt erin tijdig Berlijn
te verlaten en zal via Frank-
zijn vaderland terug-
vele wonden, voert naar het
landgoed. Als hij om het huis
doolt en roept om Lena, zijn
vrouw immers, treft hem de
kogel uit zijn schoonvaders
jachtgeweer, die een eind maakt
aan zijn leven, dat één vlucht
Tijdbeeld
PIERRE GASCAR
keren, waar weliswaar niemand
hem wacht, maar waarheen
toch veel hem trekt. Eerst wil
hij echter de streek weerzien,
waaraan zoveel herinneringen
hem binden. Maar zijn kwade
geweten speelt hem parten. Op
een bepaald moment meent hij
gezocht en herkend te worden;
dan begint een dolle vlucht, die
hem, door prikkeldraadversper
ringen en doornheggen heen. do
delijk vermoeid en bloedend uit
Gascar heeft een beeld wil
len geven van Duitsland, zoals
hij het gekend heeft na de in
eenstorting van '45. Acht jaar
heeft hij zonder onderbreking de
uniform gedragen; als soldaat in
de Maginotlinie, als deelnemer
aan de Franse expeditie naar
Noorwegen en na juni 1940 in
Duitse krijgsgevangenenkampen.
Twee mislukte ontsnappingspo
gingen brachten hem in een
strafkamp, diep in Polen. Door
de Russen bevrijd, heeft hij ge
heel Duitsland moeten doortrek
ken. Klaarblijkelijk berust veel
van wat hij beschrijft op eigen
ervaring uit de jaren '45 en '46.
Met het wijsgerig tintje, waar
door hij aan zijn verhaal een
diepere zin heeft willen geven,
is hij zijn doel voorbij gescho
ten. Hij is er ook niet in ge
slaagd daarmee zijn hoofdfi
guur sympathiek te maken. De
bijfiguren leiden een schimmig
bestaan. Daarentegen krijgen
sommige gestalten op de ach
tergrond leven door een typeren
de trek. De waarde van het
boek moet men zoeken in de te
kening van naoorlogse toestan
den in het Duisland van '45 en
'46 en daarnaast in de suggestie
ve kracht van verscheidene be
schrijvende gedeelten, waarin
ongetwijfeld eigen belevenis is
verwerkt.
Ten slotte nog dit: de schrij
ver, journalist van professie,
heeft hiermede zijn dertiende
boek gegeven. Onder de vooraf
gaande zijn enkele grote repor
tages, o.a. over Rood-China en
over verwaarloosde jeugd.
DR. M. C. v. d. PANNE.
Hendrik IV, eerste deel. Histo
riespel ln vijf bedrijven van
William Shakespeare. Vertaling
Bert Voeten. Uitgave De Bezige
Bij, Amsterdam. Literaire poc
ket i
62.
de tocht
heen koer-
GIJS KORDING lijke pad van de zielszorg.
Een doek van ferme afmetin
gen. beplakt met wat strookjes in
bijna-wit, wijst ons ook de weg:
De weg wellicht
uiting, ri
.collage", waarop alles
schijnt aangebracht wat men aan
kan treffen in het rommellaatje
van menig huishouden: een speen,
boekjes sigarettenvloei, oude kno
pen. versleten nagelborsteltje,
oude scheerkwast en zo maar
door. 't Is bepaald een vunzig
stofnest geworden, waar, met de njt het Frans vertaalde
beste wil van de wereld, niets es-
Magisch realisme terug in
van Fransman
Alain Robbe-Grillet
Een rubbermat met vierka
uit spar in pen kreeg de na
„Reliëf" van maker
J. Schoonhoven.
Jaloezie is de titel van een
et Frans vertaalde roman
Alain Robbe-Grillet. De
vertaling is verzorgd door C. N.
Lijsen en het boek is op de X??esjJ"ülenJS?
markt gebracht door de uitge
verij De Bezige Bij tc Amster- j^j'
dam. De
•spronkelijke titel
alles omtrent hem
met de grootste zorg weggewerkt.
Hij is alleen maar oog. doch dat
oog ziet dan ook met een scherp-
of een nachtmerrie). De tweede
reden kan zijn dat ook het mi
lieu. het landschap om het huis
heen door het kijken van de
hoofdfiguur met jaloezie en angst
wordt geladen. Zonder dat er een
woord aan verspild wordt, is al
les emotioneel gekleurd. Men
kan hier een vergelijking maken
met schilderijen van Willink, b.v.
De Brief, maar de beschrijvings
kunst van Robbe-Grillet is nog
strakker en volstrekt ontdaan van
romantiek.
IK. ,Jloe bloedig loert de zon
I daar over 't bos van gindse
heuvelrug! De dag verbleekt
I bij die verbolgenheid".
P. „Dc zuidenwind bazuint zijn
I plannen rond als een trompet
ter, en met zijn vals gefluit in
het geblaarte voorspelt hij
stormweer en een ruige dag."
Een Shakespeare-vertaling van
Bert Voeten te lezen is altijd weer
een feest. Thans is zijn vertaling
van het eerste deel van „Hendrik
IV" uitgekomen, het Nieuwjaars-
stuk 1962 van de Haagschc Come-
Neem bijv. zo'n begin-passage
van het vijfde bedrijf, als de ko
ning en de prins zich gereed ma
ken voor de slag bij Shrewsbury:
K. „Laat zijn gehuil dan de ver
liezers gelden, want niets komt
hun die winnen somber voor".
Experiment
jaloezie tegelijk minnenijd en
zonneblind. Inderdaad gaat de
roman over een jaloerse echt
genoot in wiens huis (in een
kundig ingenieur)waaraan geen
detail ontsnapt. Verder is de
hoofdfiguur die niet eens een
naam heeft lichaamloos. Zijn
wordt alleen maar met A.
ongenoemde tropische streek of aangeduid, terwijl de vriend vol
op een eiland, op het westelijk uit bij zijn voornaam wordt ge-
halfrond) zonneblinden onmis- noemd: Franck. Men ziet de con-
hare dinEen rijn die Lln We'
aan een jaloers man gelegen- hoeft niet te worden getwijfeld
heid tot kijken verschaffen; ongunstige zin wel te ver
met de irriterende bijkomstig- staan); de echtgenoot acht hem
heid dat het beeld in reepjes zonder een ogenblik aarzeling in
wordt verdeeld. staat tot het gevreesde bedrog.
Omtrent A..., de wouw van de
,i;_ »,iina rf„v,v,- hoofdfiguur, is geen zekerheid.
De titel, met zijn bijna dubbe- De twjjfel beweegt zich om haar
Christiane, die dus ook voluit bij
ÏS"sT"hrt bock bestaat alleen uit {JJJr vc'Xi™L
mentaar'en datgene wat waarge-
nomen wordt behoeft niets ver-
dachts te betekenen. De hoofdfi- KOO/CO/e QeeSt
guur bestaat alleen uit zijn obser-
•0**00000*0*0*000000*0000000!
■000000000000000000000000000000*00r0001
Men proeft in dit alles reeds
iets van de Franse radicale geest,
de consequentie waarmee het
ontwerp wordt uitgevoerd. Ik
moest denken aan Paul Cézanne. merkte.
We hebben hier te doen met
een meesterlijk uitgevoerd en in
teressant experiment. Onze le
zers zullen zich herinneren wat
onze bekwame medewerker voor
Franse literatuur, dr. M. C. v. d.
Panne, in het zondagsblad van
29 juli 1961 o.a. ook over onze
auteur heeft geschreven onder
de titel „Een nieuwe conceptie
van de roman".
Dr. v. d. Panne noemde Alain
Robbe-Grillet de meest naar vo
ren tredende figuur in een bewe
ging tot vernieuwing van de
Franse roman. Hij schreef o.a.
„De dingen ontvangen de volle
aandacht en worden nauwkeurig
beschreven, maar steeds gezien
en weergezien door de mens,
wiens gemoedsbewegingen ze me
de bepalen." Op de omslag van
het boek staat: „Het lijkt alsof
Alain Robbe-Grillet de wereld
door het oog van een insect be
kijkt." Een treffende vergelijking,
maar ze lijkt me niet juist, want
het „landschap" van de auteur
(landschap hier als filosofische
term genomen) is juist zo na
drukkelijk het landschap van een
zoals dr. v. d. Panne op-
telligent heeft volgehouden. Alain
Robbe-Grillet heeft geen schil-
dersblik. maar het oog van een
ingenieur. Hij beschrijft de bana-
Jozef Eyckmans heeft bij de met elke regel die tenminste nog Hier wordt kaneel bij het lood nentuin om het huis heen exact
een beetje begrijpelijk is en aar- gewogen, om met Staring te spre- en vo"'
dig is geformuleerd, zoals b.v. kcni want men heeft hier minder
.britten brevieren in hun baede- met en dan met poëtische staat
Vernieuwing
N.V. Uitgeverij Nijgh V-.:
mar, 's-Gravenhage-Rotterdam,
een bundeltje experimentele ge- ker'
dichten uitgegeven onder de titel
Intrek bij Oktober. Men weet dat
dit soort poëzie noga" gennan- de:
ccerd is, ook in die z dat het
element van redelijke verstaan
baarheid sterk wisselt. Eyckmans
verzen tenderen naar onverstaan
baarheid, die niet door nadenken
kan worden opgeheven, -ant wc
hebben hier niet tc doen met
diepzinnige poëzie, maar met an-
derszlnnige. d.w.s. de zin, de
functie van deze verzen "gt niet
ln het mededelen van een begrij
pelijke inhoud, maar ze willen de
lezer dichterlijk raken en actlve-
- ibl-. 8)- ua* krabbeltjes te doen: versjes
met inferieur werk te maken heb- A mavi.
ben. kan voor ieder duidelijk zijn
volledig, ook wat de kleuren
nen betreft en zo ont-
scherpgetekend totaal
beeld, dat herinnert aan het ma
gisch realisme in de schilder-
i vuui icMci uu.uc*. maal twee tot maximaal kunst. Men
fr agment* "als" het'volg'en'- twaaH korte regeltjes. De dichter- twisten, of de omgeving
lijke waarde lijkt mij hoger dan huis met een oven doord
bij Eyckmans; ook zijn deze no- ''H j"""
tities veel doorzichtiger en geen
wonder: de gedichtjes vormen
grammaticaal normaal lopende
zinnetjes, waaraan alleen hoofd-
kunnen
i het
Begroet het licht op wester-
bouwing
lome vrouwen zijn hier
pratend omgegaan
haar parasols
geheven
doordringende
blik moest worden geobserveerd
als het interieur met A.. en dc
vrijwel dagelijks binnenwippende
Franck. Het zou immers denk
baar zijn dat de auteur het
terieur
consequent had
mancnet van schuim
manchetten zorgen
een kijker bengelt aa
een .Iddelbaar heer
hij kon
het fin de siècle zijn
mijn vader
of iemand "Jit een stoomtrein
omzetten. „Zo ingetogen is
het eerste licht van deze lente
morgen. dat dc vogels nog niet iiicu nuiui imi.
voluit durven zingen." „Op de tuurlljk^'m^liëu' gezien. 00'angst
•venwel niet gedaan. Men kan
daarvoor twee redenen bedenken:
door het blikveld ruimer tc nc-
wordt het huis in zijn
Blijft de verwondering over het
feit dat een richting in de schil
derkunst, het magisch realisme
(waaraan verbonden zijn de na
men van Willink, Hynckes en P.
Koch), dat daar als verouderd
geldt, ruim dertig jaar na dato
opduikt in de Franse literatuur,
waarin het een vernieuwing voor
de roman wil betekenen. Ik heb
het boek gelezen als een Neder
landse roman en ben in die il
lusie nergens merkbaar gestoord,
wat mij een aanwijzing lijkt van
een goede vertaling (waarvan ik
de waarde overigens niet heb
gecontroleerd). Wel moet ik zeg
gen dat het boek mij heeft ge
fascineerd en dat ik het. ondanks
nijde-
Uw recensent vreest in dit laat.
•ie tekort geschoten te zijn. mis
schien ook door de overproduk-
tic van dit soort werk en door De and
een steeds meer groeiend besef Hussem ei
dat deze dichtwijze na een tien- Zee; hij vormt
Jarige mode zijn tijd zo ongeveer Haagse Cahiers
gehad heeft. Daarom is m
dijk in dc wind bloeit gras;
de voet in de luwte verschroeit met de situatie
het." „Wat dc maan je kan ver
tellen, dat heeft de zon gezegd."
„De spiegel van de wastafel vul
ik. Ik zie mij drinken. De ka
ontrouw heeft te maken
in het huis in
het landschap: een complex bana
nentuinen met een weg naar be
neden, naar de haven. Franck en
A... gaan op een keer samen
de stad en kunnen door
later ver^'cPt z'cb dubbelbeeld." pech niet op tijd terug zijn.
Is dit poëzie, of dichterlijk pro-
aclitt
ergens blijven ovcrnach-
dit aantekeningen ten. Dus heeft de ligging 1
huis in zijn omgeving 1
1 de veile? Want daarop lijkt het nog in het verhaal (dat
vermoedelijk niet gauw zal ver
geten. Alain Robbe-Grillet toont
hoc men gevoelens kan suggere
ren zonder gevoelens te noemen,
en dat veel sterker dan door uit
weiding en analyse. Dit is een
les die elk auteur ter harte dient
te nemen, gezien dc Nederland
se zucht tot ontrafeling van al
het psychische. En ieder die het
lezen wil beoefenen als een klei
ne privé-kunst. kan door een
werk als dit aan observatievermo
gen cn verbeeldingskracht alleen
ma n RIJNSDORP.
Voor U gelezen
Naar de grenzen van het heel
al, door E. Penkala. Uitgave
N.V. De Arbeiderspers, Am
sterdam.
Auteur Penkala heeft ons in
dit (gelijktijdig in het Engels,
Duits en Nederlands verschenen)
werk een prachtig inzicht gege
ven in wat dc ondertitel van zijn
als een kostbaar album uitgege
ven boek noemt: „De ontdekking
van de kosmos in het atoomtijd
perk".
Al op jeugdige leeftijd voelde
Penkala zich tot de astronomie
aangetrokken. Toen woonde hij
nog in zijn geboorteplaats Zagreb
in Joegoslavië. In 1938 vestigde
hij zich in Nederland en de be
studering van de kosmos bleef
een wetenschap, waaraan hij zijn
hart verpand had. Dat blijkt dui
delijk uit het boek, dat met 133
grote foto's (in zwart-wit en in
kleuren) is verlucht. Die foto's
zijn op zichzelf al uniek. We zien
schitterende opnamen van aller
lei hemelobjekten, zoals spiraal
nevels. bolvormige sterrenhopen,
van zonnevlekken, van de maan
cn van de jongste ontwikkelingen
op het gebied van de ruimtevaart.
Pcnkala's tekst, die voor de Ne
derlandse uitgave werd bewerkt
door dr. H. Groot en Piet Heil.
is ook voor de geïnteresseerde
leek (en wie is dat tegenwoordig
niet?) duidelijk en helder als de
sterrenhemel in een vriesnacht.
Bij het boek is een grammo
foonplaatje gevoegd van geluiden,
die uit de ruimte zijn opgevan
gen: het ruisen van de Melkweg,
seinen van diverse satellieten,
fluittoontjes van passerende me
teoorzwermen, stemmen van
ruimtevaarders, enz.
Wij huilden met de wolven In
Alaska, door Lols Crlsler. Uit
gave Ploegsma, Amsterdam.
In opdracht van Walt Disney
gaat Herb Crisler raar Alaska
voor het opnemen van films over
de nog niet opgehelderde trek der
kariboes en zijn vrouw Lois ver
gezelt hem op die avontuurlijke
tocht, die hen 18 maanden in het
hoge noorden zal houden. Me
vrouw Crisler heeft zeker geen
literatuur gecreëerd met haar
verslag van haar ervaringen als
vrouw in het bijna-pooigebicd.
maar wel weet zij er uitstekend
in tc slagen de lezer van bladzij
tot bladzij te doen meeleven met
het primitieve leven, dat dit ci-
neastcnechtpaar voor lief heeft
moeten nemen om enkele honder
den meters film vast te leggen op
het celluloid. De episode, die een
boeiende beschrijving geeft van
de „adoptie" van enkele wolfs-
jongen door Lois en Herb, is een
hoogtepunt in dit boek, dat voor
al de natuurliefhebbers van begin
tot eind in zijn ban zal houden.
Wat een voortreffelijke. com
pact gehouden lyriek. Sober, zake
lijk, én.... poëtisch tot en met.
Dat is vertalen.
Jcan Raelne: Procederen, ko
medie ln drie bedrijven. Verta
ling Victor E. van Vriesland.
Uitgave De Bezige Bij, Amster
dam. Literaire pocket nr. 74.
Toneelgroep Studio heeft niet
veel plezier van zijn opvoeringen
van Racine's enige komedie „Les
Plaideurs". Aanvankelijk dacht
men het gezelschap zelf erop aan
te moeten kijken, maar de boos
doener is nu gevonden: dr. Victor
E. van Vriesland. Hij heeft het
stuk nl. zo vakkundig vertaald
met alle alexandrijnen en wat er
meer aan moeilijkheden op en
aan zitten, dat het doodeenvoudig
niet in het Nederlands te volgen
ia.
Overigens een kunststuk zo
moeilijk te kunnen vertalen, maar
moderne oren kunnen zoiets niet
meer „bijbenen".
Lulgi Pirandello, door Max
Nord. Uitgave De Bezige BIJ,
Amsterdam. Literaire Reuzen
pocket nr. 26.
Over het leven van de vernieu
wer van het Italiaanse toneel, de
Siciliaan Luigi Pirandello heeft
Max Nord een buitengewoon inte
ressant boek geschreven. Het is
de eerste biografie van Pirandel
lo in onze taal. Eigenlijk is dat
geen wonder, want over Pirandel
lo als mens is niet zoveel mee te
delen. Hij had een moeilijk karak
ter en als het kan een nog moei
lijker leven met zijn geesteszieke
vrouw, die enkele jaren geleden
hoogbejaard is overleden.
Pirandello's betekenis bestond
niet in zijn leven, maar in zijn
Hét boek over hem, dat nog in
het Nederlands geschreven moet
worden, moet dan ook niet over
de man, maar over zijn werk han
delen.
Het boek van Max Nord stelt
derhalve teleur, dat kan Max
Nord niet helpen: zijn object liet
niet meer toe. Enige interessante
foto's verluchten deze literaire
reuzenpocket.
EV. G.
By DE BEUK, stichting voor
literaire publikatles te Amsterdam,
is een verzenbundel van Andra
Wiggers verschenen onder de titel
Het Wachten. Zowel uit de
Inhoud als uit de manier van dich
ten krUgt men de Indruk dat de
dichteres tot een oudere generatie
behoort. In het eerste het beste
vers. Zondag ln November, ver
neemt men de naklank van
Boutens
Dc mist sluit alles in
en dringt al dichter om het huis.
Ik voel mij in een nauwe kluis
is dit het traag begin
van slaap, van dood, van rust?
mijn vedel ligt nog onbespeeld.
ik heb nog niet genoeg gestreeld
en niet genoeg gekust.
één lied. één enkele kans
rondom de mist sluit het gordijn,
ontsteek het licht, breng bloemen,
nood mij ten dans.
Het is een gevoelig, beschaafd
en kundig liefhebberen. Dc dichte
res put niet onmiddellijk uit het
leven, maar ze herdicht genoten
poëzie. Er is een geheel van over
geleverde gedachten, vormen,
woorden, overgangen, manieren
van een vers te beginnen (b.T.
Opeens is alles weer terug), welk
dat tenslotte uit de bus komt. Ge
lukkig doet zich ook hier het bij
dergelijke secondaire figuren méér
voorkomende verschijnsel voor. dat
een enkel vers de modellenzone
doorbreekt. Hier is de dichteres
zichzelf en overtreft ze haar ge
modelleerde zelf. En zoals men
hoge waterstanden registreert,
soms met een gleuf gebeiteld in
een gedenksteen, zo behoort men
iemand naar zijn beste prestaties
te beoordelen. Het vers in kwes
tie heet
VREEMD LICHT
ik ben op onbekend terrein
ik vind geen wegwijzer geen gids
de struiken wachten in vreemd
licht
ik was hier nimmer nog te voor
geen schaduwen geen zon geen tijd
moet ik hier blijven moet ik gaan
er is geen voorkeur die mij leidt
geen stem of innerlUk 1
toch leef ik cn mijn adem leeft
mijn hart klopt met een dwars
mijn bloed pulseert en ik beweeg
een vuur dat waakt, voortdurend
Dit „onbekende terrein" kon wel
eens het hedendaagse levensgevoel
zUn. in welks ban ook de oudere
geraakt wanneer hij zijn verleden
voor een ogenblik kwijt is. Merk
waardig hoe ineens hoofdletters en
interpunctie zijn verdwenen, ter
wijl evenwel het rijm een taai
dressaat blijkt te zijn. Na de eer
ste rijmloze strofe proberen me
trum en rijm het verloren terrein
te herwinnen, wat bijna gelukt.
wat bijn
Maar de inzet is authentiek
beslist over het niveau
het