JALOEZIE Na-oorlogs wee SHAKESPEARE, RACINE en PIRANDELLO Wonderlijke wegen in de beeldende „kunst' n TWEE VERZENBUNDELS wachten ZONDAGSBLAD ZATERDAG 10 FEBRUARI 1962 LEVEN ZONDER RUST Evenmin als een oorlogsroman kan een boek, dat na-oorlogse toestanden tekent, aan gename lectuur bieden. Maatschappelijke en geestelijke ontreddering, rouw- en onlustge voelens in het overwonnen land zijn de com ponenten van zulk een werk. De laatste ro man van Pierre Gascar, Le fugitif, is er een nieuw voorbeeld van, nog versterkt door een volkomen gemis aan humor, die over al deze trieste dingen nog enige licht- sprankels zou kunnen werpen. De titel „vluchteling" karakteriseert het boek uitstekend. Het begint en het ein digt met een vlucht en wat daartussen ligt, is eveneens van onrust doortrokken. Manslag De Internationale groep „ZERO" beoogt nieuw le1 de (kunst)brouwerij te Na een inmiddels geëindigde ex positie in de Haagse galerij „Orez" (als men deze omdraait komt men ook op „Ze ro" (nul) terecht) zullen de deelnemers weldra in het Stede lijk Museum van Amsterdam tonen welke wonderlijke wegen men in de toekomst zal gaan bewandelen in de beeldende kunst. Ondanks de geleerde woordenkraam die de lijvige ca talogus bevat, bepaald niet hoopgevend. Van een groep, die zich instelt op het nulpunt en in een „Proklamation" in die- zelfvle catalogus zegt: Zero: wir I 'MÊÉê ander gegeven Is weer een dot zwart bord, waarop lange meta len draadjes met aan elk uiteinde een klein métalen knopje en die de beschouwer vriendelijk toewui ven; dit alles gedreven door een leben; Zero: wir sind für alles, electro-motortje. thetisch In te ontdekken valt, gevolg is dat dit boekje stellen, door dr. H. Faber. gave Boekencentrum, 's-Graven- hagc, in serie Practische theo logische handboekjes. In de hervormde serie „Prac tische theologische handboekjes" van het Boekencentrum is op nieuw een werkje verschenen ge wijd aan het pastorale werk van de predikant. Het is een bundeling van een aantal artikelen, geschre ven door dr. H. Faber, nu weten schappelijk hoofdambtenaar aan de Rijksuniversiteit te Leiden. Het De fantasie in de nieuwe ten- wat bij de meeste andere bijdra- gebleven van losse gedach- mag men tenminste een gezon- a^'^lri^oSïtteUjk. f« "tlmno^èeS'êtLri de dadendrang en het streven Wat te denken bijv. van een >s tenminste nog een zekere rein- k t doo'dsi;eieVen van jonge- lecht) ei met zwarte vingerat- heid een zekere verzorgdheid, om ",De moderne ziekenhuis- druk, kunstig in een houten kistje ™®t..i®„*eggen een stenllteit m te predikant". In het laatste hoofd stuk „Peiling en perspectief" pro beert dr. Faber een weg te wij- dadendrang naar vernieuwing verwachten. Al eerder houten kistje 'e zeggen ïvat? Of van een gevuld sardi- ontwaren. ïblikje? Ter completering van al dit Dan zijn er verder nog gaatjes- schoons nog iets, dat er ongeveer voor de studie van de"pastora- Wat echter het allereerst opvalt dingen die vroeger, of misschien uitziet als een groot bruidsbouquet psychologie. Hij constateert ?e inzendingen nog wel, gebruikt werden ten dien- (maar dan doorweven met rood- noEFaitljd e|n tekort aan scholing lrnv,niin ste van het Fröbel-onderwijs en koperdraad) in plasticzak. Je praktijk in de opleiding waarin gekleurde knikkertjes Wij vragen ons in gemoede af, van predikant en spreekt als moesten worden" gedeponeerd. boevJ5r uit alles^ iets jne^t beel- zijn mening uit, dat we „moeten Op de tocht op de zucht 1 het vertrek, is wi exempel van waai bij het bezien van de hand van Armando, Fontana Hendrikse, tot en met Weber, is, het gevoel een en an der al eerder (zij het in andere vorm) gezien te hebben. Men ont moet er allerlei invloeden bijv. van de Stijlgroep (Mondriaan, Bart van der Lek enz.); kortom men ontkomt niet aan de indruk, dat bepaalde zaken al (da)-da ge- Wat krijgt men nu ter verstevi ging van het geloof in de moder ne kunst alzo voorgeschoteld? Paar grepen Laten we te uwer oriëntering voor het vaderland weg een paar grepen doen. Daar is allereerst dan van onze landgenoot Henk Peeters een re- aas-^s-sKJKS as-sSST-rs. ting van een Wener stoel, maar van nabij blijken de plekjes, die men eerst voor de gaatjes aan ziet, vlekjes te zijn, met zilverpoe der op een witte ondergrond aan gebracht. Voorts van de hand van een ander, iets wat het beste te ver gelijken is met een kartonnen eierdoosje zoals men dat wel bij de zuivelhandelaar krijgt, maar in dit geval dan meer bestemd voor formaat duiveneitje. Dan is er een inzending die op het eerste gezicht lijkt op rood geverfd golfcarton, maar bij na der inzien uit „opgestroopte" verf lagen blijkt te bestaan. Een heel j zijn mening lui, uat doen heeft, of- jjorpgp tot de een of andere al te graag wil- van „cünical training" hetgeen hier geconfron- njets anders wil zeggen dan een teerd te zijn met het werk van tegelijk praktische en theoreti- Een wit fond met hierin schots ernstige mensen, die intens met SChe vorming in het voeren van en scheef geslagen spijkers is iets bezig zijn. pastorale gesprekken". Deze bun- weer een ander „kunstwerk". Een Wie weet, waar deze „bedachte" del is met in de eerste plaats ge- plankje met bladgoud bekleed en en cerebrale uitingen naar toe zul- schreven als naslagwerk voor de waar in het midden de blaadjes len leiden? Wij in ieder geval niet. predikant. De artikelen willen dc enigszins te weinig gehecht zijn daartoe missen we vermoedelijk lezer aan het denken zetten, opdat en daardoor in voortdurende bc- een zintuig: we werden er niet door gezamenlijk overleg de juiste weging (perpetuum mobile!) blij- heet of koud onder! weg wordt gevonden op het moei- Paul. een Frans krijgsgevan- Igene, tewerkgesteld in een Beiers stadje, heeft in een twist met een plaatselijk nazi-leider I deze neergeslagen. De geallieer den naderen, maar zijn nog niet I in de nabijheid, zodat het vei ligste is te vluchten. Heel goed I beschrijft Gascar de dwaaltocht door de nacht, die eindigt met de aankomst bij een gebouwen complex; het middelpunt van een landgoed, waar paarden worden gefokt en afgericht. De l eigenaar, een partijman, wie de grond onder de voeten te heet I is geworden, is gevlucht; zijn I dochter blijft achter met de oude bedrijfsleider. Ze ontvangt Paul vriendelijk en, zoals de I moderne roman dat wil, weldra ontstaat een liefdesverhouding I tussen de twee jonge Landgoedbezitter I Hij bestuurt dus de bezitting met Lena, de erfdochter, en de I bedrijfsleider. Het contact met de Amerikanen uit de naburige stad komt tot stand met alle I aangename gevolgen van dien. Een gezelschap vluchtelingen uit de Russische sector wordt Iden. Daaronder uitdagende figuur, beeld Paul bijblijft, ook als ze I is weggetrokken. Nog andere I verwikkelingen blijven niet uit. Maar een ding, dat alles veran- Idert, is de niet meer verwachte terugkeer van Lena's vader die al zijn rechten herneemt. Gelei- Idelijk aan voelt Paul zich uitge sloten; de plaatselijke en regio- Inale machthebbers komen op de oude posten terug; zijn vrouw denkt aan haar verstoten ver loofde; zijn schoonvader bespot Ien plaagt hem. Zo rijpt bij hem een plan dit leven los te laten. Een met-bedacht auto-ongeluk I biedt hem daartoe de gelegen heid. Reizen en trekken zijn begeerte Maria terug te vinden, die voor hem het sym bool wordt van een bestaan met lijkheden. De vaag-filosofi- sche dromerijen van Paul, of zo men wil, van Gascar, zijn zo nevelig, dat de lezer er geen houvast aan heeft Onder- de speurtochten hem naar Neu renberg en la ter naar Berlijn. Nachtclubs en zwarte hande laarsmilieus hebben er een in. Knoeierijen en ontucht in alle vormen vullen de dagen en nachten. In Berlijn gaat de weg van West naar Oost en wordt de Fransman ingeschakeld in de communistische propaganda- dienst Zoals hij uit Neurenberg moest vluchten om de handel in vervalste levensmiddelenkaar ten en benzinebonnen, zo gaat het ook in West-Berlijn vanwege de relaties met de sovjet-sector. Hij slaagt erin tijdig Berlijn te verlaten en zal via Frank- zijn vaderland terug- vele wonden, voert naar het landgoed. Als hij om het huis doolt en roept om Lena, zijn vrouw immers, treft hem de kogel uit zijn schoonvaders jachtgeweer, die een eind maakt aan zijn leven, dat één vlucht Tijdbeeld PIERRE GASCAR keren, waar weliswaar niemand hem wacht, maar waarheen toch veel hem trekt. Eerst wil hij echter de streek weerzien, waaraan zoveel herinneringen hem binden. Maar zijn kwade geweten speelt hem parten. Op een bepaald moment meent hij gezocht en herkend te worden; dan begint een dolle vlucht, die hem, door prikkeldraadversper ringen en doornheggen heen. do delijk vermoeid en bloedend uit Gascar heeft een beeld wil len geven van Duitsland, zoals hij het gekend heeft na de in eenstorting van '45. Acht jaar heeft hij zonder onderbreking de uniform gedragen; als soldaat in de Maginotlinie, als deelnemer aan de Franse expeditie naar Noorwegen en na juni 1940 in Duitse krijgsgevangenenkampen. Twee mislukte ontsnappingspo gingen brachten hem in een strafkamp, diep in Polen. Door de Russen bevrijd, heeft hij ge heel Duitsland moeten doortrek ken. Klaarblijkelijk berust veel van wat hij beschrijft op eigen ervaring uit de jaren '45 en '46. Met het wijsgerig tintje, waar door hij aan zijn verhaal een diepere zin heeft willen geven, is hij zijn doel voorbij gescho ten. Hij is er ook niet in ge slaagd daarmee zijn hoofdfi guur sympathiek te maken. De bijfiguren leiden een schimmig bestaan. Daarentegen krijgen sommige gestalten op de ach tergrond leven door een typeren de trek. De waarde van het boek moet men zoeken in de te kening van naoorlogse toestan den in het Duisland van '45 en '46 en daarnaast in de suggestie ve kracht van verscheidene be schrijvende gedeelten, waarin ongetwijfeld eigen belevenis is verwerkt. Ten slotte nog dit: de schrij ver, journalist van professie, heeft hiermede zijn dertiende boek gegeven. Onder de vooraf gaande zijn enkele grote repor tages, o.a. over Rood-China en over verwaarloosde jeugd. DR. M. C. v. d. PANNE. Hendrik IV, eerste deel. Histo riespel ln vijf bedrijven van William Shakespeare. Vertaling Bert Voeten. Uitgave De Bezige Bij, Amsterdam. Literaire poc ket i 62. de tocht heen koer- GIJS KORDING lijke pad van de zielszorg. Een doek van ferme afmetin gen. beplakt met wat strookjes in bijna-wit, wijst ons ook de weg: De weg wellicht uiting, ri .collage", waarop alles schijnt aangebracht wat men aan kan treffen in het rommellaatje van menig huishouden: een speen, boekjes sigarettenvloei, oude kno pen. versleten nagelborsteltje, oude scheerkwast en zo maar door. 't Is bepaald een vunzig stofnest geworden, waar, met de njt het Frans vertaalde beste wil van de wereld, niets es- Magisch realisme terug in van Fransman Alain Robbe-Grillet Een rubbermat met vierka uit spar in pen kreeg de na „Reliëf" van maker J. Schoonhoven. Jaloezie is de titel van een et Frans vertaalde roman Alain Robbe-Grillet. De vertaling is verzorgd door C. N. Lijsen en het boek is op de X??esjJ"ülenJS? markt gebracht door de uitge verij De Bezige Bij tc Amster- j^j' dam. De •spronkelijke titel alles omtrent hem met de grootste zorg weggewerkt. Hij is alleen maar oog. doch dat oog ziet dan ook met een scherp- of een nachtmerrie). De tweede reden kan zijn dat ook het mi lieu. het landschap om het huis heen door het kijken van de hoofdfiguur met jaloezie en angst wordt geladen. Zonder dat er een woord aan verspild wordt, is al les emotioneel gekleurd. Men kan hier een vergelijking maken met schilderijen van Willink, b.v. De Brief, maar de beschrijvings kunst van Robbe-Grillet is nog strakker en volstrekt ontdaan van romantiek. IK. ,Jloe bloedig loert de zon I daar over 't bos van gindse heuvelrug! De dag verbleekt I bij die verbolgenheid". P. „Dc zuidenwind bazuint zijn I plannen rond als een trompet ter, en met zijn vals gefluit in het geblaarte voorspelt hij stormweer en een ruige dag." Een Shakespeare-vertaling van Bert Voeten te lezen is altijd weer een feest. Thans is zijn vertaling van het eerste deel van „Hendrik IV" uitgekomen, het Nieuwjaars- stuk 1962 van de Haagschc Come- Neem bijv. zo'n begin-passage van het vijfde bedrijf, als de ko ning en de prins zich gereed ma ken voor de slag bij Shrewsbury: K. „Laat zijn gehuil dan de ver liezers gelden, want niets komt hun die winnen somber voor". Experiment jaloezie tegelijk minnenijd en zonneblind. Inderdaad gaat de roman over een jaloerse echt genoot in wiens huis (in een kundig ingenieur)waaraan geen detail ontsnapt. Verder is de hoofdfiguur die niet eens een naam heeft lichaamloos. Zijn wordt alleen maar met A. ongenoemde tropische streek of aangeduid, terwijl de vriend vol op een eiland, op het westelijk uit bij zijn voornaam wordt ge- halfrond) zonneblinden onmis- noemd: Franck. Men ziet de con- hare dinEen rijn die Lln We' aan een jaloers man gelegen- hoeft niet te worden getwijfeld heid tot kijken verschaffen; ongunstige zin wel te ver met de irriterende bijkomstig- staan); de echtgenoot acht hem heid dat het beeld in reepjes zonder een ogenblik aarzeling in wordt verdeeld. staat tot het gevreesde bedrog. Omtrent A..., de wouw van de ,i;_ »,iina rf„v,v,- hoofdfiguur, is geen zekerheid. De titel, met zijn bijna dubbe- De twjjfel beweegt zich om haar Christiane, die dus ook voluit bij ÏS"sT"hrt bock bestaat alleen uit {JJJr vc'Xi™L mentaar'en datgene wat waarge- nomen wordt behoeft niets ver- dachts te betekenen. De hoofdfi- KOO/CO/e QeeSt guur bestaat alleen uit zijn obser- •0**00000*0*0*000000*0000000! ■000000000000000000000000000000*00r0001 Men proeft in dit alles reeds iets van de Franse radicale geest, de consequentie waarmee het ontwerp wordt uitgevoerd. Ik moest denken aan Paul Cézanne. merkte. We hebben hier te doen met een meesterlijk uitgevoerd en in teressant experiment. Onze le zers zullen zich herinneren wat onze bekwame medewerker voor Franse literatuur, dr. M. C. v. d. Panne, in het zondagsblad van 29 juli 1961 o.a. ook over onze auteur heeft geschreven onder de titel „Een nieuwe conceptie van de roman". Dr. v. d. Panne noemde Alain Robbe-Grillet de meest naar vo ren tredende figuur in een bewe ging tot vernieuwing van de Franse roman. Hij schreef o.a. „De dingen ontvangen de volle aandacht en worden nauwkeurig beschreven, maar steeds gezien en weergezien door de mens, wiens gemoedsbewegingen ze me de bepalen." Op de omslag van het boek staat: „Het lijkt alsof Alain Robbe-Grillet de wereld door het oog van een insect be kijkt." Een treffende vergelijking, maar ze lijkt me niet juist, want het „landschap" van de auteur (landschap hier als filosofische term genomen) is juist zo na drukkelijk het landschap van een zoals dr. v. d. Panne op- telligent heeft volgehouden. Alain Robbe-Grillet heeft geen schil- dersblik. maar het oog van een ingenieur. Hij beschrijft de bana- Jozef Eyckmans heeft bij de met elke regel die tenminste nog Hier wordt kaneel bij het lood nentuin om het huis heen exact een beetje begrijpelijk is en aar- gewogen, om met Staring te spre- en vo"' dig is geformuleerd, zoals b.v. kcni want men heeft hier minder .britten brevieren in hun baede- met en dan met poëtische staat Vernieuwing N.V. Uitgeverij Nijgh V-.: mar, 's-Gravenhage-Rotterdam, een bundeltje experimentele ge- ker' dichten uitgegeven onder de titel Intrek bij Oktober. Men weet dat dit soort poëzie noga" gennan- de: ccerd is, ook in die z dat het element van redelijke verstaan baarheid sterk wisselt. Eyckmans verzen tenderen naar onverstaan baarheid, die niet door nadenken kan worden opgeheven, -ant wc hebben hier niet tc doen met diepzinnige poëzie, maar met an- derszlnnige. d.w.s. de zin, de functie van deze verzen "gt niet ln het mededelen van een begrij pelijke inhoud, maar ze willen de lezer dichterlijk raken en actlve- - ibl-. 8)- ua* krabbeltjes te doen: versjes met inferieur werk te maken heb- A mavi. ben. kan voor ieder duidelijk zijn volledig, ook wat de kleuren nen betreft en zo ont- scherpgetekend totaal beeld, dat herinnert aan het ma gisch realisme in de schilder- i vuui icMci uu.uc*. maal twee tot maximaal kunst. Men fr agment* "als" het'volg'en'- twaaH korte regeltjes. De dichter- twisten, of de omgeving lijke waarde lijkt mij hoger dan huis met een oven doord bij Eyckmans; ook zijn deze no- ''H j""" tities veel doorzichtiger en geen wonder: de gedichtjes vormen grammaticaal normaal lopende zinnetjes, waaraan alleen hoofd- kunnen i het Begroet het licht op wester- bouwing lome vrouwen zijn hier pratend omgegaan haar parasols geheven doordringende blik moest worden geobserveerd als het interieur met A.. en dc vrijwel dagelijks binnenwippende Franck. Het zou immers denk baar zijn dat de auteur het terieur consequent had mancnet van schuim manchetten zorgen een kijker bengelt aa een .Iddelbaar heer hij kon het fin de siècle zijn mijn vader of iemand "Jit een stoomtrein omzetten. „Zo ingetogen is het eerste licht van deze lente morgen. dat dc vogels nog niet iiicu nuiui imi. voluit durven zingen." „Op de tuurlljk^'m^liëu' gezien. 00'angst •venwel niet gedaan. Men kan daarvoor twee redenen bedenken: door het blikveld ruimer tc nc- wordt het huis in zijn Blijft de verwondering over het feit dat een richting in de schil derkunst, het magisch realisme (waaraan verbonden zijn de na men van Willink, Hynckes en P. Koch), dat daar als verouderd geldt, ruim dertig jaar na dato opduikt in de Franse literatuur, waarin het een vernieuwing voor de roman wil betekenen. Ik heb het boek gelezen als een Neder landse roman en ben in die il lusie nergens merkbaar gestoord, wat mij een aanwijzing lijkt van een goede vertaling (waarvan ik de waarde overigens niet heb gecontroleerd). Wel moet ik zeg gen dat het boek mij heeft ge fascineerd en dat ik het. ondanks nijde- Uw recensent vreest in dit laat. •ie tekort geschoten te zijn. mis schien ook door de overproduk- tic van dit soort werk en door De and een steeds meer groeiend besef Hussem ei dat deze dichtwijze na een tien- Zee; hij vormt Jarige mode zijn tijd zo ongeveer Haagse Cahiers gehad heeft. Daarom is m dijk in dc wind bloeit gras; de voet in de luwte verschroeit met de situatie het." „Wat dc maan je kan ver tellen, dat heeft de zon gezegd." „De spiegel van de wastafel vul ik. Ik zie mij drinken. De ka ontrouw heeft te maken in het huis in het landschap: een complex bana nentuinen met een weg naar be neden, naar de haven. Franck en A... gaan op een keer samen de stad en kunnen door later ver^'cPt z'cb dubbelbeeld." pech niet op tijd terug zijn. Is dit poëzie, of dichterlijk pro- aclitt ergens blijven ovcrnach- dit aantekeningen ten. Dus heeft de ligging 1 huis in zijn omgeving 1 1 de veile? Want daarop lijkt het nog in het verhaal (dat vermoedelijk niet gauw zal ver geten. Alain Robbe-Grillet toont hoc men gevoelens kan suggere ren zonder gevoelens te noemen, en dat veel sterker dan door uit weiding en analyse. Dit is een les die elk auteur ter harte dient te nemen, gezien dc Nederland se zucht tot ontrafeling van al het psychische. En ieder die het lezen wil beoefenen als een klei ne privé-kunst. kan door een werk als dit aan observatievermo gen cn verbeeldingskracht alleen ma n RIJNSDORP. Voor U gelezen Naar de grenzen van het heel al, door E. Penkala. Uitgave N.V. De Arbeiderspers, Am sterdam. Auteur Penkala heeft ons in dit (gelijktijdig in het Engels, Duits en Nederlands verschenen) werk een prachtig inzicht gege ven in wat dc ondertitel van zijn als een kostbaar album uitgege ven boek noemt: „De ontdekking van de kosmos in het atoomtijd perk". Al op jeugdige leeftijd voelde Penkala zich tot de astronomie aangetrokken. Toen woonde hij nog in zijn geboorteplaats Zagreb in Joegoslavië. In 1938 vestigde hij zich in Nederland en de be studering van de kosmos bleef een wetenschap, waaraan hij zijn hart verpand had. Dat blijkt dui delijk uit het boek, dat met 133 grote foto's (in zwart-wit en in kleuren) is verlucht. Die foto's zijn op zichzelf al uniek. We zien schitterende opnamen van aller lei hemelobjekten, zoals spiraal nevels. bolvormige sterrenhopen, van zonnevlekken, van de maan cn van de jongste ontwikkelingen op het gebied van de ruimtevaart. Pcnkala's tekst, die voor de Ne derlandse uitgave werd bewerkt door dr. H. Groot en Piet Heil. is ook voor de geïnteresseerde leek (en wie is dat tegenwoordig niet?) duidelijk en helder als de sterrenhemel in een vriesnacht. Bij het boek is een grammo foonplaatje gevoegd van geluiden, die uit de ruimte zijn opgevan gen: het ruisen van de Melkweg, seinen van diverse satellieten, fluittoontjes van passerende me teoorzwermen, stemmen van ruimtevaarders, enz. Wij huilden met de wolven In Alaska, door Lols Crlsler. Uit gave Ploegsma, Amsterdam. In opdracht van Walt Disney gaat Herb Crisler raar Alaska voor het opnemen van films over de nog niet opgehelderde trek der kariboes en zijn vrouw Lois ver gezelt hem op die avontuurlijke tocht, die hen 18 maanden in het hoge noorden zal houden. Me vrouw Crisler heeft zeker geen literatuur gecreëerd met haar verslag van haar ervaringen als vrouw in het bijna-pooigebicd. maar wel weet zij er uitstekend in tc slagen de lezer van bladzij tot bladzij te doen meeleven met het primitieve leven, dat dit ci- neastcnechtpaar voor lief heeft moeten nemen om enkele honder den meters film vast te leggen op het celluloid. De episode, die een boeiende beschrijving geeft van de „adoptie" van enkele wolfs- jongen door Lois en Herb, is een hoogtepunt in dit boek, dat voor al de natuurliefhebbers van begin tot eind in zijn ban zal houden. Wat een voortreffelijke. com pact gehouden lyriek. Sober, zake lijk, én.... poëtisch tot en met. Dat is vertalen. Jcan Raelne: Procederen, ko medie ln drie bedrijven. Verta ling Victor E. van Vriesland. Uitgave De Bezige Bij, Amster dam. Literaire pocket nr. 74. Toneelgroep Studio heeft niet veel plezier van zijn opvoeringen van Racine's enige komedie „Les Plaideurs". Aanvankelijk dacht men het gezelschap zelf erop aan te moeten kijken, maar de boos doener is nu gevonden: dr. Victor E. van Vriesland. Hij heeft het stuk nl. zo vakkundig vertaald met alle alexandrijnen en wat er meer aan moeilijkheden op en aan zitten, dat het doodeenvoudig niet in het Nederlands te volgen ia. Overigens een kunststuk zo moeilijk te kunnen vertalen, maar moderne oren kunnen zoiets niet meer „bijbenen". Lulgi Pirandello, door Max Nord. Uitgave De Bezige BIJ, Amsterdam. Literaire Reuzen pocket nr. 26. Over het leven van de vernieu wer van het Italiaanse toneel, de Siciliaan Luigi Pirandello heeft Max Nord een buitengewoon inte ressant boek geschreven. Het is de eerste biografie van Pirandel lo in onze taal. Eigenlijk is dat geen wonder, want over Pirandel lo als mens is niet zoveel mee te delen. Hij had een moeilijk karak ter en als het kan een nog moei lijker leven met zijn geesteszieke vrouw, die enkele jaren geleden hoogbejaard is overleden. Pirandello's betekenis bestond niet in zijn leven, maar in zijn Hét boek over hem, dat nog in het Nederlands geschreven moet worden, moet dan ook niet over de man, maar over zijn werk han delen. Het boek van Max Nord stelt derhalve teleur, dat kan Max Nord niet helpen: zijn object liet niet meer toe. Enige interessante foto's verluchten deze literaire reuzenpocket. EV. G. By DE BEUK, stichting voor literaire publikatles te Amsterdam, is een verzenbundel van Andra Wiggers verschenen onder de titel Het Wachten. Zowel uit de Inhoud als uit de manier van dich ten krUgt men de Indruk dat de dichteres tot een oudere generatie behoort. In het eerste het beste vers. Zondag ln November, ver neemt men de naklank van Boutens Dc mist sluit alles in en dringt al dichter om het huis. Ik voel mij in een nauwe kluis is dit het traag begin van slaap, van dood, van rust? mijn vedel ligt nog onbespeeld. ik heb nog niet genoeg gestreeld en niet genoeg gekust. één lied. één enkele kans rondom de mist sluit het gordijn, ontsteek het licht, breng bloemen, nood mij ten dans. Het is een gevoelig, beschaafd en kundig liefhebberen. Dc dichte res put niet onmiddellijk uit het leven, maar ze herdicht genoten poëzie. Er is een geheel van over geleverde gedachten, vormen, woorden, overgangen, manieren van een vers te beginnen (b.T. Opeens is alles weer terug), welk dat tenslotte uit de bus komt. Ge lukkig doet zich ook hier het bij dergelijke secondaire figuren méér voorkomende verschijnsel voor. dat een enkel vers de modellenzone doorbreekt. Hier is de dichteres zichzelf en overtreft ze haar ge modelleerde zelf. En zoals men hoge waterstanden registreert, soms met een gleuf gebeiteld in een gedenksteen, zo behoort men iemand naar zijn beste prestaties te beoordelen. Het vers in kwes tie heet VREEMD LICHT ik ben op onbekend terrein ik vind geen wegwijzer geen gids de struiken wachten in vreemd licht ik was hier nimmer nog te voor geen schaduwen geen zon geen tijd moet ik hier blijven moet ik gaan er is geen voorkeur die mij leidt geen stem of innerlUk 1 toch leef ik cn mijn adem leeft mijn hart klopt met een dwars mijn bloed pulseert en ik beweeg een vuur dat waakt, voortdurend Dit „onbekende terrein" kon wel eens het hedendaagse levensgevoel zUn. in welks ban ook de oudere geraakt wanneer hij zijn verleden voor een ogenblik kwijt is. Merk waardig hoe ineens hoofdletters en interpunctie zijn verdwenen, ter wijl evenwel het rijm een taai dressaat blijkt te zijn. Na de eer ste rijmloze strofe proberen me trum en rijm het verloren terrein te herwinnen, wat bijna gelukt. wat bijn Maar de inzet is authentiek beslist over het niveau het

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1962 | | pagina 17