SPIEGELBEELD Oorlogvoering is in deze tijd een vuil zaakje west Pakis tan Christ, organisatie ook uiting lichaam Christus Een woord voor vandaag H O PI Q ^oor ^eze functie z'jn e«n groot organisatie-vermogen en een volledige Vactang.e£s 2 Prof. Diepenhorst tot studenten: (Van onze parlementsredactie) „QP DE OORLOGVOERING ir de nieuwere tijd is de beoor deling ,,een vuil zaakje" toepasse lijk." Met deze en andere stellin gen bracht prof. mr. dr. I. A. Diepenhorst de discussie op gang op de studentenconferentie, die de Arjos, de a.r. jongerenorganisa tie, gisteren en vandaag op De Witte Hei in Huis ter Heide hield. Het vraagstuk van de atoombe wapening vormde het centrale thema. Het vr_ het ogenblik in Nederland niet de be langstelling. waarop het recht heeft, meende prof. Diepenhorst. Te velen zijn onvoldoende op de hoogte van het geen NAVO en Wcsteuropese Unie mi litair betekenen. De historie heeft tot op heden uitge wezen. dat nimmer een wapen, omdat het te afgrijselijk was. ongebruikt bleef. De volkenrechtelijke leer over de geoorloofheid van de oorlog" krach tens wettig gezag vanwege een recht vaardige zaak met een zuivere bedoe ling en onder aanwending van gepaste middelen" heeft, aldus prof. Diepen horst aan bruikbaarheid ingeboet. De Amsterdamse hoogleraar sorak als zijn mening uit, dat de kerken zich niet kunnen onttrekken aan een beoordeling van de oorlog als zoda nig. Een dergelijk oordeel is een ge biedende eis. nu de atoomoorlog zo ingrijpend verschilt van de conven tionele oorlog. Toonde prof. Diepenhorst een uit weg? HU formuleerde zijn vLsle aldus: Wie atoombewapening afwijst, maakt het de onrechtvaardige staat mogelijk, te doen wat hij wenst. Wie atoombe wapening aanvaardt, heeft niet de recht aal dienen. De atoombewapening te verwerpen, zolang geen gewisheid over haar ongeoorloofdheid bestaat, Is In de toekomst zal in verband met de moderne oorlog het aan God meer gehoorzaam zijn dan aan mensen aan de belijdende christenen weer gro ter moeilijkheid brengen dan lange tijd het geval is geweest, meende prof. Diepenhorst. Prof. Diepenhorst besloot zijn refe raat met een uitspraak van Luther: Wij kunnen recht en liefde nooit op een volmaakte wijze verenigen. ..De zondigheid van de samenleving is daarvan de oorzaak. Wij komen met het oorlogsprobleem daarom niet uit. Wij kunnen alleen proberen door onze bijdrage tot de staat, onze bezinning op het oorlogsvraagstuk, ons streven naar betere internationale betrekkin gen. aan de jeugd een betere samen leving te verschaffen dan wij thans hebben. Over de afschaffing van de slavernij is negentien eeuwen gedaan. Moet dat dan tot wanhoop stemmen, dat^wij^op dit ogenblik nog tasten en Leidende figuren Het komt aan op de persoonlijke houding van de leidende figuren, zet prof. dr, C. van Peursen uit Leiden gisteravond, toen hij nader inging op het leven in het atoomtijdperk. Het denken zoekt beelden, aldus de Leidse hoogleraar. De waarheid moet. zowel in het bedrijf als in het internationale leven, wordt gedaan. Prof. Van Peursen meende, dat het ontdekken van de atoomkracht ligt in de lijn van dc wetenschappelijke ont wikkeling. Het zal te zijner tijd ook tot atoombewapening bij kleinere lan den leiden. Dit vergt nieuwe vormge ving van het Internationaal samenleven der volkeren. Nieuwe vormen van contact tussen de culturen zijn hierbij nodig. Men dient zich niet te funderen in de ..an tithese" van eigen taal, denken en houding. Een dergelijke mentaliteit is olitiek onbruikbaar en theologisch on- jist. De ontdekking van de atoomkracht betekent in vreedzaam verband tevens de definitieve overgang van een agra risch naar een industrieel levenspa troon. Tegenover een meer traditioneel denken dient het scheppend denken te worden bevorderd. Daarbij verplaatst het zwaartepunt zich van materiaal en personeelssterk te naar hot organisatievermogen. Prof. Van Peursen verwacht, dat tezamen met massificatie in politiek, arbeid en recreatie toch juist de persoonli'ke houding van de leidende figuren een groter rol zal spelen. Onderwijsbenoemingen Benoemd tot onderwijzeres aan de V.G.L.O. school te Opheusden: mevr. J. Mauritz v. d. Graaf te Opheusden Benoemd tot hoofd aan de Chr. Nat. School te Medemblik: IJ Mulder te Ter- naard (Fr.); Oranje Nassau school te Stadskanaal: H. van der Meer te Boer akker. Beroepingsicerk NED. HERV. KERK Beroepen te Bergambacht: E. J. Schim mel te Oud-Beijerland. GEREFORMEERDE KERKEN Aangenomen naait Winterswijk vac. J. E. Hendriks): J. A. van Netten te Groote- gast. Bedankt voor Boskoop: G. F. Hajer te Beilen. Examen. De classis Hardenberg heeft Eraep. geex. en beroepbaarverklaard de eer J. Jurgens te Ane, gemeente Grams- berge, kand. aan de Theologische Hoge school te Kampen. Beroepen te Klundert: H. Pestman te Appingedam (verb.). GEREFORMEERDE KERKEN (Vrfjg.) Beroepen te Pijnackcr: C. Bakker t< Twfjzel. Predikanten uit Amsterdam ivillen Nieuw-Guinea overdragen Drie Amsterdamse predikanten heb ben zich. mede uit naam van nog 53 predikanten en theologische hoogleraren uit hun stad. met een schrijven gericht tot de raad van ministers in Den Haag. De brief luidt: ..De ondergetekenden, predikanten en theologische hoogleraren te Amsterdam, leven met u mee in deze dagen van scanning en beseffen uw verantwoorde lijkheid ten aanzien van de verhouding Indonesië inzake Nieuw-Guinea. Wij ïen in dit korte schrijven twee pun- onder uw aandacht te moeten bren- waarmee wij u naar onze overtui ging in uw beslissingen dienen kunnen: 1. Niet zonder eigen schuld zijn wij in deze impasse geraakt. Allerlei kan sen zijn onbenut gebleven. Vele uit zicht ed*nde adviezen ziin terzijde gesteld. Wij noemen slechts het zelfs nog tot voor kort verworpen maar nu te laat gewenste open gesprek met Indonesië Nu is hpt zo dat een mili tair conflict tot de naastbljliggende mo"e!iikheden behoort. Hiermede zouden Papoea's. Hollanders en Indo nesiërs allerminst gediend zijn. 2. Wij menen in deze uitzonderlijke si- ti'it e van een regering diê een chris telijk sociaal beleid wil voeren daad te mogen vraeen die even zonderlijk als bevrijdend is. Wij z >eken u met gro'e ernst de Indone sische regering uit te nodigen tot een gesprek op basis van overdracht van N:euw-Guinea aan Indonesië waarin over het ..hoe" kan worden gespro ken en waardoor een gewapend con flict kan worden voorkomen. Alleen op deze wijze bestaat de mogelijkheid dat de Indonesische regering en het volk van Indonesië iets van Christus herkennen in deze laatste fase van onze Nederlandse Nieuw-Guinea poli tiek." Mr. Penning secretaris raad voor zending Tot secretaris van de raad voor de zending der Ned. Herv. Kerk is be noemd mr. H. I. Penning te Utrecht. Mr. Penning heeft de opdracht binnen kort mr. C. C W Uffelie als tweede thesaurier op te volgen. Mr. Penning, die werkzaam was bij de Ned. Spoor wegen heeft tijdens zijn arbeid daar kans gezien in zes jaar zijn juridische studiën te voltooien. Hij diende de herv. gemeente van Utrecht als ouderling en was ook secretaris van het presbyterie. Hij zal in het zendingshuis te Oegst- geest worden te werk gesteld. DEPUTATEN VOOR ALGEMENE DIAKONALE ARBEID VAN OE GEREFORMEERDE KERKEN IN NEDERLAND kannis kunda overtuiging Bekwame mensen, die op belangrijke posten in de wereld hulp willen bieden, kunnen thans uitgezonden worden naar West Pakistan. De volgende functionarissen zijn nodig: Leidster van te starten welfare-werk (praktische en theoretische vorming is noodzakelijk) Docent aan een Chr. Technische School t.b.v. de auto-afdeling (zeer praktisch ingesteld, en zo mogelijk H.T.S.-opleiding) Agrarisch econoom of agrarisch deskundige met economische belangstelling, voor opbouwwerk in drie dorpen (kunnende werken in teamverband opleiding Deventer of Wageningen) Leider van een werkplaats voor werkloze vluchtelingen (zeer praktisch ingesteld, kennis van hout- en/of leerbewerking. gevoel voor marktverhoudingen) Arbeidsvoorwaarden e.d. met betrokkenen te regelen Sollicitaties en inlichtingenKoningslaan 7, Utrecht, tel. 12405 Zuidafrikaan in dissertatie kerk en volk" (Van onze kerkredacteur) Opnieuw is een Zuidafrikaan gepromoveerd aan de Vrije Universiteit te Amsterdam en zijn proefschrift is een warme aanbeveling geworden van het christelijk organisatieleven. De belangrijkste conclusie van de nieuwe doctor in de letteren en wijsbegeerten Schalk Carl Willem Duvenage is wel: „Die kerklike instituut is slegs een van die baie vorme waarin die sig- bare kerk tot openbaring kom. Wie van die kerk wil praat alleen maar in die sin van die kerkelike instituut en nie ook alle ander christelijke samenlewingsvorme reken tot die openbaring van die liggaam van Christus nie, be land daarmee weer in die vaar waters van Rome wat „natuur" en „genade" onderskei as twee afsonderlike terreine." Deze jonge predikant met zijn Zeeuw se naam komt uit Middelburg, maat niet het Zeeuwse, maar Zuidafrikaanse Middelburg. Hij kwam naar Nederland om de Nederlandse problematiek rond om ..kerk" en ..volk" te bestuderen, om zo een bruikbare basis te vinden voor een studie van kerk, volk en jeugd. Zover is hij in dit proefschrift niet ge komen. Het is dan ook een van de wei nige wetenschappelijke dissertaties ge worden met het woord „deel I" op de titelpagina. Ds, nu dr. Duvenage is van plan een tweede deel uit te geven, waarin hij de conclusies van zijn eerste stu die gebruikt. Dat zal dan geheel ge wijd zijn aan de jeugd en In Zuid-Afri- ka worden uitgegeven. In dit eerste deel. waarmee hij zijn graad verdiende wijdt hij alleen aandacht aan de verhouding van kerk tot volk. Het proefschrift geeft een zeer uit voerige historische uiteenzetting dit probleem dat in de kerkgeschiede nis telkens opnieuw naar voren kwam. Het grootste deel is echter gewijd aai een confrontatie met wat deze Zuid afrikaan noemt de „hervormde" en de „gereformeerde" visie op deze probleemstelling. Daarmede heeft hij in zekere zin gekozen voor de beelden die hervormden en gereformeerden van elkaar hebben, want in zekere zin kunnen de beide inzichten die dr. Duvenage naar voren brengt al lang niet beschouwd worden als alleen maar „hervormd" of gereformeerdom dat de scheidslijn van inzichten door de beide kerken heenlopen. Nieuwe leerstoel aan R.K. Universiteit Aan de R.K. Universiteit te Nijme gen is een leerstoel ingesteld in de fa culteit der geneeskunde voor cytologie (leer der cellen) en histologie (leer der weefsels). Tot gewoon hoogleraar om onderwijs te geven in deze wetenschap pen is benoemd dr. Heinz von May- ersbach, thans werkzaam als chef de vaux aar. het instituut voor histolo- en embryologie aan de universiteit Lausanne. Ter voorziening in de vacature ontstaan door het ontslag van prof. magister dr. R. A. de Langhe, hebben de curatoren van de R K Universiteit tot lector be noemd pater dr. C. H. W. Brekelmans om onderwijs te geven in de Semitische taal en letterkunde. ..Pater Brekelmans doceert reeds een tiental jaren in het Oude Testament en Hebreeuws aan het groot seminarie van ziin congregatie te Oudenbosch en aan dat van de paters van het goddelijk woord te Teteringen. Ds. P. G. van Berge nooit gearresteerd geweest Bij het Zendingscentrum te Baarn is een officieel bericht ontvangen, waarin wordt meegedeeld, dat ds. P. G. van Berge, over wiens vermeende arresta tie allerlei verwarde persberichten de werk aan de Theologische School Makassar voortzet. Daarmee is aan ai- le onzekerheid over het lot van ds. van Berge definitief een einde gekomen. ste" betreft „doorbraaak" en ..volks kerk". die naar zijn inzicht rechtstreeks teruggaat op traditionele inzichten in de Hervormde kerk en vooral naar vo ren gebracht worden door de hooglera ren prof: dr. A. A. van Ruler en prof. dr. Th. L. Haitjema. De hervormde inzichten worden tegenwoordig aange vuld met beschouwingen over „solida- reteit" en inzichten over „apostolaat", die volgens de schrijver vooral naar voren gebracht zijn door prof. dr. H. Kramer. Dr. Duvenage heeft vooral kritiek op de apostolaatsbeschouwlng waarbij men zegt „die kerk Is vanweë die „aposto laat" in die wereld gestel.... Dit ls 'n onwettige versmalling van die Inhoud van die „apostolaat" volgens die getut- enis van die Nowe Testament.Deze Zuidafrikaan ziet twee aspecten van apostolaat, namelijk de missionaire ge richtheid, die zeker niet verwaarloosd mag worden, maar ook die van -.die lnnerlike opbou van die kerk self. In die Nu we Testament word die kerk self ook tot objekt van die apostolaat Geref. visie genove. stelt hij dan een analyse van de „gere formeerde" Inzichten, waarbij bijzonde re aandacht wordt geschonken aan de christelijke organisaties, waarbij hij met nadruk stelt: „Nie slegs midde in die volkslewe nie. om beywer... Met die spreuk 'In ons isolement 1* ons krag mag niks anders bedoel word as n' isolement van toerusting een vaardig maken vir die diens na buite nie." In dit verband komt de schrijver dan al tot zijn conclusie: Per slot van rekening gaan dit daarom dat die geinstitueerde kerk nie vereenselvlg kan word met die „corpus Christi" nie. Die liggaam van Christus is veel breër en kom tot openbaring oral waar gelowiges optree in hul amp (ambt) as gelowiges." In de „hervormde" visie ziet ds. Du venage vooral het bezwaar dat het al oude rooms-katholieke onderscheid tus sen „natuur" en „genade" weer om de hoek komt kijken. Wie de institutione le kerk al te zeer vereenzelvigt met het lichaam van Christus „sal of met Rome die christelike karakter van die nie institutêre kerklike lewe moet soek in 'n uitwendige binding aan die kerk like instituut, of die mening toegedaan raak dat „natuur" en „genade" 'n te- estelling vorm. en dan kom tot die ver- wêreldliking van He hele lewe bulte die kerklike Instituut en tot beperking van die koninskap van Christus enkel ie ins ke meer lijke wet conclusie 4 sluit alle christelike lewe. alle christe- ike aksie en alle resultate daarvan, omdat dit alles voortkom uit en gerig is op Hom. war nie slegs siele maar die wereld opneem in sy verlossings plan." Stellingen Het gevolg van deze visie, die bui tengewoon Interessant is, maar zeker geen algemene aanvaarding zal vinden, Is dan een stelling 'n Kerklike |eu*- vereniglng Is vanuit calvlnlstlese stand punt onaanvaardbaar. Deze woorden houding van kerk tot volk te be kom, moet radikaal afgesien word van die natuur-genade motief en moet beide kerk en volk gesien word in die perspektief van die koninkryk van Christus. ..De katholiek in het openbare leven van deze tijd" (Utrecht 1954), is enersyds 'n dringende oproep aan die katholieke volksdeel in Neder land tot eenheid en tot sluiting van eie geledere met erkenning van die kerklike gesag. Andersyda, egter, moet dit beskou word as 'n doelbe wuste poging van die Rooms Katho lieke Kerk om 'n stewiger greep te verkry op die Nederlandse volk in die proces van voortskrydende ver- roomsing. tDit is tans om prinsipiële en prak- tiese redes gebiedend noodsaoklik om die christelike vakbeweging in die Suid-Afrikaanse arbeidswêreld daadkragtig aan te pak. Het is, alsof de apostel Patiltis nog eens al hetgeen hij de christenen in Colosse heeft geschreven wil samenvatten met deze woorden: „Gedraagt u als wijzen ten opzichte van hen, die huiten staan, maakt u de gelegenheid ten nutte. Uw spre ken zij te allen tijde aangenaam, niet zouteloos; u moet weten hoe u aan ieder het juiste antwoord moet geven." Zeker twee dingen vallen hier op: christenen dienen wijs te zijn en ze moeten van de goede gelegenheid gebruik maken. Die wijs heid is iets volkomen anders dan betweterigheid: christenen moeten wèl bedenken, dat zij onuitstaanbaar kunnen worden door voortdurend gemoraliseer! Wijsheid heeft iets in zich van naast de ander gaan staan, hem proberen te volgen in zijn motieven en handelingen. Hetgeen óók weer iets anders is dan: alles begrijpen is alles vergevenEn het tweede punt: de gelegenheid ten nutte maken. De wijze kent tijd en wijze: de christen, die lééft naar Christus* gebod der naastenliefde, zal altijd weer trachten bij de juiste gelegenheid het juiste woord te spreken. Aangenaam, niet zouteloos, een juist antwoord niet volgens een nooit wisselend schema, maar zéér persoon lijk gericht. In navolging van da Meester, Die een farizeeër totaal anders benaderde dan een vrouw, die met haar geeste lijke en lichamelijke nood tot Hem kwam vluchten! 4NDERZIJDS DOMINEE EN SAMENLEVING Dr. A. Dondorp bespreekt tn „Eenigheid des Geloofs" de fi- guur van de dominee in de sa menleving en de moeilijkheden die hij uit hoofde van zijn ambt ondervindt. Hij schrijft: Een dominee is een zeer eigen aardige figuur in de samenleving. Niet alleen in het algemene pu blieke leven, maar ook in de z.g. christelijke kring. Men weet eigen lijk niet goed raad met hem. Ten minste niet met zijn eigenlijke po sitie. En vaak weet hij dat zelf ook niet. Predikant-zijn is een ambt Je bent het dus 24 uur per dag. Bo vendien heb Je levenslang gekre gen. HIJ moet midden in het gewo ne leven staan en toch ook weer net niet helemaal. Het is een wonderlijke figuur. Kijk maar naar de literatuur! In tientallen romans, ook in christelij ke romans, lopen wel heel vreem de predikanten rond. En we moe ten toegeven: je vindt onder ons ook in werkelijkheid een heel stel rare portretten. In de moeilijkheid om de predi kant te aanvaarden, (niet als een vlotte vent of gezellige causeur op visite met een zak vol sterke ver halen, maar als predikant) zien we iets van de onmogelijkheid om het Evangelie te „plaatsen" ln het wer kelijke leven of. zoals dat heet: om aan het Koninkrijk van God „gestalte" te geven. Hier ls niet al leen sprake van moeilijkheid. Maar ook van verzet. Veel mensen willen graag een dominee bij zich aan huis op bezoek hebben, maar dan moet hij niet te veel de dominee uithangen, d.w.z. niet praten over de beloften en de bevelen van de Here Jezus. Een dokter mag zijn eigenlijke dokterswerk doen. Graag zelfs. Maar het eigenlijke werk van een predikant d.i. preken, heeft als woord al een onaangename klank. .Hou op met dat gepreek". Natuurlijk hebben de dominees hier ook schuld. Ook zij zijn op de een of andere manier „status zoe kers". Ook zij zijn op zoek naar hun houding, proberen de van hun ,X'r? gen daarom sona. Daarmee Is op zichzelf niets ver keerds gezegd. Op ieder mens wordt door zijn werk of functie een stempel ge2et. Te gezicht gaat er naar staan. Je houding, stem. loop enz. ondergaat de invloed ervan. Ook al stel je je niet aan en ben Ie zo natuurlijk als 't maar kan, ie draagt een masker. Dat heeft niets met theater te maken. Voor zover tenminste ons leven niet één groot toneelstuk is, dat wij opvoe ren. Hoe werkt nu het „masker" van de predikant? Ik meen, dat ln de tegenwoordige tijd zijn personage remmend werkt. Zijn uiterlijk' op- treden is dat van de verstandige, vriendelijke vader, die met wijs heid weet te spreken en met be grip weet te luisteren. Als wijze maakt hij zich niet boos en heeft ook zijn meest on deugende kinderen lief. Je zou hier ook het „herder-mo tief' kunnen uitwerken, ware dit niet te oosters. Zelfs ln Drente zijn .geen herders meer. Bovendien is het herdermotief door de romantiek grondig bedorven en onmogelijk ge worden. Die vader-persona ls naar twee kanten zeer gevaarlijk- Voor de predikant zelf. Dat altijd vriende lijk en wijs moeten zijn, houd je niet vol, omdat je achter een ge duldige glimlach, Je zelf opvreet van ergernis en achter vriendelijke woorden enige lieden de nek om draait. Aan deze spanning ls menig pre dikant kapot gegaan. Hij is of een zacht eitje geworden of een huiche laar. Maar dit vaderlijke „personage" werkt ook verkeerd naar buiten. Wanneer de dominee zich helemaal faat identificeren met het „vader" eeld, dat de traditie voor hem ge reed heeft liggen, roept dat tweeër lei reactie op. Net eender als de reacties zijn van de meisjes en jongens in de puberteit tegenover hun vader. De reactie van hulpbehoevend heid. De mensen gaan op je steu nen en hebben je voor alles en nog wat nodig. Maar ook de onuitge sproken. meest onbewuste reactie van: hij weet er natuurlijk weer niets van; die oude heer is niet met zijn tijd meegegaan en snapt er niets van, waar we eigenlijk mee zitten. Wat weet hij op die preekstoel en in die studeerkamer ook van het leven af? Tenslotte wordt de „houding" van de predikant bemoeilijkt doordat iedereen in hem toch zo iets ziet of zien wil, als de vertegenwoordi ger van God, de representant van hoe het eigenlijk moet. Vooral voor buitenkerkelijken geldt hij als de man, die op de een of andere manier in verbinding met God staat, in ieder geval een heleboel van God afweet. Daarom hebben veel mensen toch altijd nog wel graag een do minee bij een oegrafenis of gebrui ken ze hem voor doopsbediening en huwelijkssluiting. Dat is het ge loof op „wieletjes". De wielen van de kinderwagen, het bruidskoetsje en de lijkwagen (d.w.z. aan de randen van het leven!) Je vindt dat ook in specifiek- christelijk gezelschap. Als er een dominee ter vergadering aanwezig is, wordt hij uitgenodigd de samen komst op de gebruikelijke manier te sluiten. Men heeft mij eens verteld, dat een relsvereniging dominees (man nen van naam natuurlijk) gratis meenam op buitenlandse reizen om aan de maaltijden „Voor" te gaan. Dit is toch eigenlijk een vorm van fetishisme. Het is ook niet uitgesloten, dat de sacrale sfeer, die men om de do minee vermoedt, onbewuste schuld- fievoelens wekt: wij zijn maar pro- ane mensen. Hij is de „geestelij ke". waar we niet aan tippen kun nen. Wij zijn immers niet zo gees telijk. Lang niet. Het verschijnen van een dominee in een gezelschap raakt de aanwezi gen op een verschillende maar fei telijk zeer eigenaardige manier. Soms werkt het als een beklem mend element en verstillend. De gesprekken verstommen en men vreest naar 'n heel andere versnel ling te moeten overschakelen. Waar de één zich tegen verzet en de ander zich toe opwerkt. Met al le tussenliggende nuances. Daarom zegt men wel eens in gezelschap als het gesprek op een dood punt is gekomen: „Er gaat zeker een dominee voorbij". Toch is de achtergrond van dit gezegde een andere. In onze ha venplaatsen en schippersdorpen heeft de dominee de taak het aan de betrokken gezinnen te gaan ver tellen als het schip, waar de vader of de zoon op varen „gebleven" is. De schippersvrouwen staan in de deur met elkaar te praten en ze zien de dominee aankomen. Ze houden hun hart vast en hun adem ln. Ze zwijgen tot hij om de hoek van de straat weer verdwenen is. Ze praten weer verder. Hun man of zoon is het blijkbaar niet. Wie zou het wel zijn? Dit is achtergrond van het be kende gezegde: „Er gaat een do minee voorbij". Een gezegde, dat velen bezigen, maar niet allen be grijpen «en zijn veer de wereldIn het kader van de wereldhulpactie wordt contact gezocht met zéér bekwaam organisator die een warme maaltijden-project voor kinderen in Hong Kong op bezielende wijze kan leiden. .y beheersing van de engelse taal (in woord en geschrift) l O li Q beslist nodig. Verder zijn vereistenige kennis van financiën en boekhouding. Arbeidsvoorwaarden e.d. worden in overleg met betrokkene geregeld. Voor inlichtingen en sollicitaties: Koningslaan 7 Utrecht telefoon 030-12405 Ocputatsn voor Algomtna Diakonale Arbeid van dt Gereformeerde Kerken in Nederland „Ja, vind je het geen schoonheid? Uitverkoop- je! Kijk er zit een vlekje op, daarom was hij ook zo afgeprijsd", zei mijn vriendin, terwijl ze liefkozend over de tas streek, die ik al maan den de mijne had willen maken. ,Je moet maar boffen", antwoordde ik, en ik hoopte tevergeefs dat zij de jalouzie niet hoor de. Het is erg vreemu, maar ik hoor nooit bij de uitverkoop-boffers. Ik kom met knopen thuis van een twijfelachtige kleur of met jarretelles, die dan, jaar in jaar uit, in de naaimand tlin oeren. Maar als nu duizenden vrouwen met Menen, hoeden en hele inventarissen thuisko mer moet er toch wel één keer ergens een koopje op mij wachten, dacht ik voor de zo veelste keer. Dddrom besloot ik dat ik hard aan een jurk toe was. Met drie grote zakdoeken van mijn man tn de tas, twee aspirines in mijn maag, mentholdrup- pels in mijn neus en een paraplu boven het ver kouden geheel ging ik bibberend op weg. In de eerste winkel paste ik jurken, die me prikten en waarin ik leek op iemand die drin gend naar een vacantiekolonie moest. In de vol gende zaak viel ik in handen van een opgewek te juffrouw, die me helemaal begreep dat zei ze tenminste. Ze wervelde weg om iets heel exclusiefs te halen. „Echt tets voor uw type", beweerde ze. Gelegenheid om te zien wat ze me aansjorde was er niet. uiant ze was me met snelle hand aan het kleden. Ze kneep een hele bobbel ruimte weg in de rug, omdat het lijfje berekend was op een meer vooruitstrevende vrouw dan ik ben. Toen mocht ik in de spiegel kijken en zag ik mezelf sfaan a's <**<t'ne ou de tante van een verarmde '»n lorgnet ontbrak nog. De juffrouw liet zich echter niet terneer staan; zij hees mij achtereenvolgens in een kostschool uniform, een bruidsmeisjesjurk, een positiepak en een soort hansop. Toen ik niezend tussen de rommel mijn trui weer zocht, klapte ze blij in haar handen en tjilpte: ..Eén momentje". Éven later verscheen ze met iets verblindends van zwart met gouden guirlandes. Ik kreeg geen kans om duidelijk te maken, dat dit het echt niet was, want ik werd als een willoos kind aan gekleed. Toen alle ritsen dicht waren en alle en pauze Aca Ik keek mezelf eens onderzoekend aan. „D Uerkouden tolpneus, dag, verpierde bleke Bet" r fluisterde ik. „Pardon?" vroeg de verkoopster, die het ™eterie( verstaan had. Ik zei, dat dit mijn genre nie^j. was. geh. „Maar mevrouw, dan maakt u het tot «Htudic genre, het staat u geweldig". joor Toen tk mezelf nog eens onderzoekend bekeek Aul, stak ik ineens een lange spitse tong uit tegeira: I die gedaante in het zwart met goud, die mijl Lei eigen spiegelbeeld toch was. jhtvo< „Maar mevrouw, wat doet u?" vroeg de jufD e i frouw geschrokken. „Ja, dat zag ik wel, maar... voelt u zich goed?" Ze keek me ongerust aan met heel jonge Ogen, die nog niet veel gezien hadden in de tcerVgdl reld. Ik voelde, dat zij er nog geen idee var Ier- had wat het betekende als een niet meer piep D e i jonge vrouw tegen zichzelf haar tong uitsteekfUr: Daarom heb ik het haar niet uitgelegd. Macrf?*"- misschien zal ze zich mij herinneren over of twintig jaar, als ze eens moe en douin voor.1?®111 de spiegel staat en als zij ook haar tong uim"51® f.A.n IIAA, Mi.1ndllt.0M n/Mt ie hat t.rflrt *»Ur: fliebers op hun plaats hingen werd ik via ds spiegel met mezelf geconfronteerd. Ik zou absoluut niet weten wanneer ik zo'n gewaad moest dragen, maar ik kon niet anders dan toegeven: dit was héél, héél mooi. Ik zag eruit als een filmdiva. Tenminste, als ik mijn hoo/d niet meerekende. Maar mijn hoofd liet zich niet zomaar wegcijferen, en daarom leek ik ook meer op een assepoester, bij taie de to verfee vergeten had dat bovenop zo'n jurk toch ook iets aantrekkelijks aanwezig moest zijn. Dilif hard, iaff zus!" betekent. Maar als ze dan een paar avonden vroeg nao bed te geweest en zich wat fitter voelt, zal r in diezelfde spiegel knipogen. Die knipoog be Casi tekent dan ook ,Je wordt oud, zus!" boord Maar tussen die tong en die knipoog ligt eer°Tndel wijde wereld; het is de toon, die de rnuzidgj^ - MINK VAN RIJSDIJtMera maakt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1962 | | pagina 2