De «18» streven naar Hervormd-Gereformeerde fusie
Hervormd Seminarium
HET BOEK VAN TRUI ALLEEN
GEEST EU Jl
LEVEN.
VOLGENDE WEEK IN EIGEN HUIS
Nog eens
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 20 JANUARI 1962
12 JAAR PRACTISCHE TOERUSTING VAN A.S. PREDIKANTEN
Nederigheid
Nederigheid is waarschijnlijk de moeilijkste karakter
trek. die er bestaat Dat ontdekte ik een paar maan
den geleden weer eens, toen ik op weg was naar een
..Madurodam"-kerkje in een ,,lilliputter"-dorp er-
f:ens in de wijde vlakten van ons kleine land. Ik
iep op met één van de twee ouderlingen. Toen wij
bijna bij het kerkje waren, kwam een gemeentelid
in zijn grote auto aanrijden. Onmiddellijk liet de ou
derling me met een „excuseer me even" in de steek,
en stevende met opgezette zeilen op de auto af. Eer
de chauffeur het portier nog maar had kunnen ope
nen. vroeg broeder-ouderling met een stem vol arg
waan: ..Wat bedoelde u vorige week met die opmer
king over de kerkdeur, die nog niet open was?"
Het was allemaal zo eenvoudig. De man was wat vroeg
komen aanrijden, want zijn horloge liep wat voor en
de koster had de deur nog niet open gedaan. Na een
Goeden morgen" had hij deze ouderling gevraagd:
„De deur nog niet open?" Maar deze meende in de
vraag een verborgen verzet te horen, als had de man
hem willen zeggen: „Jij bent ook altijd te laat." En
een week lang had hij zijn gekwetste lange tenen
met het voetpoeder van eigenwaan behandeld. En nu
hij de man zag moest het er uit: „Wat bedoelde je
er mee"' „Wat had je van me te zeggen?"
Wat hebben we vaak lange tenen, ook als we menen
dat we het al een heel eind gebracht hebben op de
weg van de heiligmaking en van de nederigheid. Een
vriend van me kon soms zeggen: Die of die heeft
net een nieuw boek gepubliceerd in de ..Doe het zelf-
reeks Het heet ..Nederigheid werd mijn deel in der
tig dagen". Het bevat zestien foto's.
Ik heb nog nooit iemand ontmoet, die er trots op was
dat hij lange tenen had. Ik heb wel mensen ontmoet,
die trots waren op hun nederigheid en die niet door
hadden, dat hun nederigheid alleen maar verkapte
hoogmoed was.
De argwaan wortelt diep in ons hart. We stappen een
kamer binnen en plotseling zwijgt iedereen en kijkt
(Van een onzer medewerkers)
Dominees zyn in ons land veelbesproken mensen. Weliswaar is
het gebruikelijk bij een stilte in een gesprek te zeggen, dat er een
dominee voorbij gaat, maar dat betekent bepaald niet, dat er over
hem niets gezegd wordt. Zelfs in het voorportaal van het glazen huis,
dat als pastorie in Holland staat, is de (a.s.) predikant al een druk-
besproken figuur. Want ook over zijn opleiding is veel te doen!
wat verlegen. We "weten,
van het gesprek zijn geweest en ti
eerste gedachte: ..Wat zouden ze
hebben?"
We wantrouwen de mensen om on:
onszelf terecht wantrouwen. Mense
zijn mensen, die weten dat zij son
niet willen erkennen. Het zijn mensen die een muur
van goedheid en gerechtigheid om zich heen hebben
opgericht, maar het is eigengerechtigheid, die voor
God niet kan standhouden en daarom voor de men
sen ook niet. Lange tenen zijn de uitstulpingen van
een oneerlijk hart. Nederigheid begint, waar wij eer-
mfiT onszelf gaan zien, zoals
het onderwerp
?n tegen één is de
over me gezegd
heen, omdat we
is falen, maar het
nieuue gcboitu ran hel Hervormd Seminarium nadert zijn voltooiing. Het t
vleugels, de kapel (op de voorgrondhet dienstgebouw, de werkruimten t
logiesflat met vier verdiepingen achter de kapel.
Om maar Iets te noemen: moet
het zijn een opleiding VAN predi
kant of een opleiding TOT pre
dikant?
Met andere woorden: is de we
tenschappelijke vorming alles
overheersend of Is er ook nog zo
Iets als een practlsche toerus
ting?"
Meestal is men het er wel over
eens, dat beide factoren tot hun
recht moeten komen. Maar bij
het overladen studie-progamma
van de universiteit moest de prak
tische opleiding meestal het theo
logische loodje leggenEn zo
zijn door de jaren heen honderden
theologische kandidaten zonder
enige overgang van universiteit
naar gemeente getrokken.
En toch voldeed het niemand.
Telkens weer opnieuw kwam de
opleiding in discussie. Nog maar
vorige week zaterdag schonk ds.
L. H. Ruitenberg op de predikan
ten-conferentie van de VPRO aan
dacht aan dit probleem. In deze
tijd, stelde hij. is een nieuw pre
dikantstype nodig.
En al veel eerder, tijdens de
opening van het Theologisch Se
minarium van de Hervormde
Kerk, merkte ds. H. J. F. Wes-
seldijk. de toenmalige voorzitter
van de synode op: „Sinds on
heuglijke tijden is de opleiding
van de aanstaande dienaren des
Woords een onderwerp van dis
cussie geweest. In deze discussie,
viel steeds in meerdere of min
dere mate de onbevredigdheid te
beluisteren met de opleiding, zo
wel naar vorm als inhoud. Men
-tt
VAN KERKEN TOT KERK
(Van een onzer redacteuren)
pINKSTEREN 1961 stuurden
achttien hervormde en ge
reformeerde predikanten een
oproep het land in. waarin zij
zeiden: „Bewogen door de ver
wachting van het Rijk Gods en
de opdracht der kerk in de we
reld, zijn wij er gezamenlijk
van overtuigd, dat naar eenwor
ding moet worden gestreefd."
Zij hadden elkaar ontmoet op
een vergadering, die niet in het
bijzonder belegd was om nu
eens te gaan spreken over een
fusie tussen de Hervormde Kerk
en Gereformeerde kerken.
Maar het gesprek was er toch
op gekomen. Toen hun oproep
in de pers verscheen, kregen
zij al spoedig de naam ,,dc
achttien". Allemaal doen ze niet
meer mee. Wika L. A. C. van
Ginkel is naar Australië ver
trokken en zijn plaats wordt nu
ingenomen door dr. K. Strijd.
En de hervormde predikant dr.
P. L. Schoonheim heeft zich te
ruggetrokken. Toch blijft het
,,de achttien", omdat ook een
ander voor hem zal worden ge
vonden en het worden niet meer
dan „de achttien", omdat er
nu eenmaal een niet al te gro
te groep moet zijn, die de ac
tie kan leiden. Zij zullen naar
huiten treden tijdens een con
gres dat op 26 april 1962 in de
Utrechtse Domkerk zal worden
belegd en waar onder meer
prof. dr. II. Berkhof en prof. dr.
W. F. de Gaay Fortman het
woord zullen voeren.
maar eens een dag vrijblijvend
bijeen te komen, maar iuist de
ontmoeting van hervormden en
gereformeerden in de plaats of
zelfs de straat waar zij Wonen.
Daartoe hebben zij met vereen
de krachten een boekje geschre
ven dat gebruikt kan worden als
een leidraad bij de gesprekken.
Het is keurig uitgegeven in de
Carillon-reeks van Ten Have on
der de titel „Van kerken tot
kerk".
De titel geeft aan wat deze
achttien predikanten willen. Zij
willen niet maar ten eeuwige da
gen langs elkaar heen leven. Zij
willen ook niet tot in het onein
dige met elkaar in gesprek zijn
over wat bindt en wat scheldt;
zij willen eenheid, een hervormd-
gcreformeerde fusie, zoals duide
lijk in het laatste hoofdstuk wordt
besproken.
Als motief voor de ontmoeting
wordt op een van de eerste blad-
weegreden tot fusie mag niet zijn
het feit dat men zich beiden be
dreigd gevoelt. Maar als een le
gitiem motief wordt wel de situa
tie van de wereld, waarin wij le
ven genoemd, omdat we ons in
deze wereld geen verdeeldheid
meer kunnen veroorloven. Zie het
gevaar van vernietiging van alle
leven in een atoomoorlog". Als
belangrijkste motief geldt even
wel het getuigenis van de bijbel.
Voorts worden genoemd de „ver
wachting en opdracht" en dan in
het bijzonder het feit dat gerefor
meerden en hervormden elkaar
toch al op verschillende punten
ontmoetten.
Waarom nu
Kennelijk heeft men beseft,
dat dit alles eigenlijk toch nog
niet voldoende is om te verkla
ren waarom hervormden en ge-
In de Carillon-reeks van de
uitgever Ten Have in Am
sterdam is het boekje ver
schenen „Van kerken tot
kerk", waarin achttien her
vormde en gereformeerde
predikanten de eis stellen der
hereniging.
Wij hebben een van onze
redacteuren gevraagd die
niet tot deze beide kerken
behoort om het boekje te be
spreken, omdat wij geloven
dat dit gesprek tassen her
vormden en gereformeerden
alle gelovigen van ons land
aangaat.
reformeerden elkaar juist nu,
op dit moment, ineens willen en
kunnen ontmoeten. Daarom wor
den nog een aantal achtergron
den genoemd, die eigenlijk even
goed zouden kunnen gelden voor
de ontmoeting van de gehele
„gereformeerde gezindte" in de
allereerste of allerruimste bete
kenis van het woord, of voor de
ontmoeting van vrij-evangeli-
schen en baptisten of welke
twee of meer kerken ook. Maar
als we verder lezen blijkt toch
niet helemaal duidelijk waarom
juist deze twee kerken elkaar nu
ontmoeten moeten.
Het boekje inaakt wel duidelijk
dat de ontmoeting van deze bei
de, grootste protestantse kerken,
die elkaar in grootte niet al te
zeer ontlopen als we ons richten
naar de aantallen werkelijk mee
levende leden, door innerlijke ont
wikkeling een mogelijkheid ge
worden is. De Hervormde Kerk
„is weer duidelijk een belijdende
kerk" geworden, schrijft men en
dat wordt dan vooral bewezen uit
de publicaties van die kerk. De
Gereformeerde Kerken zijn uit
hun isolement gerukt en hebben
door de crises van 1926 en 1944
ontdekt hoe problematisch het
voor hen zo bijzonder aangelegen
punt van de belijdenishandhavins
Met nadruk wordt in een vol
gend hoofdstuk geschreven ove»
de niet-theologische verschillen,
die „ontmaskerd dienen te woe
den". In de verdere hoofdstukken
(eigenlijk hoofdstukjes) wordt d»«
een typering gegeven van het her
vormde en het gereformeerde ge
meentelid, van de houding vat»
beide kerken ten opzichte van de
tucht en van beider inzicht, was*
het gaat om christelijk of alge
meen georganiseerd zijn. Er wordt
uiteengezet dat het voor of tegen
op dit punt a! lang niet meer be
paald wordt door het „lidmaat
schap" van de kerk. Voor- en te-
fenstanders ontmoeten elkaar
innen beide kerken.
Synoden samen
In een slothoofdstuk komt dan
de fusie aan bod en wordt al»
een voorstel geopperd dat de ker
ken een voorbeeld '-unnen nemen
aan de ftisie van de kerken van
dc Doleantie en de Afscheiding in
1892 toen de synoden zich verenig
den, maar de kerken nog als A
en B (of soms wel C) kerken
naast elkaar bleven bestaan. De
zending (er is ook al een begin).
Over: predikantsopleiding (her
vormde theologische hoogleraren
aan de Vrije Universiteit, gere
formeerde a.s predikanten naar
het Hervormd Seminarium)."
Verschillende andere onderwer
pen voor gezamenlijk gesprek
worden nog genoemd, zoals een
„gezamenlijk persbureau". Er
wordt zelfs de suggestie gemaakt
dat het blad Hervormd Nederland
een fusie zal aangaan met een ge
reformeerd weekblad, en dat er
één blad voor ambtsdragers komt.
Het boekje is niet vrij van een
zekere vorm van idealisme en dat
is goed. want realisten, die altijd
op de donkere bladzijden van het
levensboek kijken hebben nog
nimmer iets gepresteerd voor de
toekomst. Maar zullen sommigen
toch niet hier en daar wat erg
naief? Is het voldoende d* ,»niet-
theologische" verschillen alleen
maar te ontmaskeren en el
kaar op te roepen tot liefde, ge
duld cn verdraagzaamheid. Naast
theologische en niet-thcologische
verschillen staat er nog een der
de struikelblok op weg naar her
eniging. die in dit boekje buiten
het gezichtsveld blijft, namelijk
het bestaan van andere christelij
ke kerken, die bij een fusie wel
eens als vluchtheuvel dienst zou
den kunnen doen. In het slot
hoofdstuk wordt opgeroepen tot
gezamenlijke diensten en wat laat
dunkend wordt er aan toegevoegd:
..Men breke daarbij radicaal met
de onwaardige vertoning van ,.s»
menkomsten", waar men zichzelf
dc wereld probeert te mislei-
kon daarin vooral als naast
de theologen ook de gemeente
zelve in het gesprek betrokken
werd de meest uiteenlopende
inzichten horen bepleiten en
soms ook wel de meeste vreem
de desiderata horen uiten."
Toen was de beslissing al geval
len. Er was een leervicariaat in
gesteld van vier maanden en een
practische opleiding in internaats-
verband van nog eens vier maan
den.
Uitstel van bruiloft
De theologische studenten, die
zich in de naoorlogse jaren voor
bereiden op hun intrede in een
hervormde pastorie, vielen in die
periode wel van de éne schrik in
de andere... Eerst kwam er een
officieel voorstel ter tafel tot het
verplicht stellen van het doctoraal
examen. Voor de hervormde theo
logen, die studerend aan rijks-
en gemeente-universiteiten voor
de daaraan verbonden kerkelijke
hoogleraren als laatste etappe het
„kerkelijk voorbereidend examen"
hebben, zou dit een aanzienlijke
verlenging van hun studie beteke
nen. Het gevaar werd in studen
tenkringen dan ook druk bespro
ken en later tot veler opluchting
afgewend. De Generale Synode
bleek nl. in 1946 niet bereid een
verdere verzwaring van de weten
schappelijke vorming in te voeren.
Een jaar later werd echter een
ander besluit genomen, dat al
evenzeer in staat was de bruiloft
van de a.s. predikant en zijn do-
minese een jaar op te schuiven...
„Om de practische vorming der
aanstaande dienaren des Woords
beter tot haar recht te doen ko
men en aan te passen aan de
eisen, die op dit ogenblik als mi
nimaal moeten worden gezien",
kwam de synode tot 2 belangrijke
besluiten
a. Na hun universitaire studie
moeten de kandidaten eerst 4
maanden een soort stage doorlo
pen en als „lcervlcarls" dienen
onder een ervaren predikant.
b. Daarna hadden zij zich voor
een gelijke periode te begeven
naar het Theologisch Seminarium
om daar (zoals de kerkorde zegt:)
„een nadere voorbereiding te ont
vangen voor hun ambtelijke be
diening".
Kweekplaats
Er rees nogal wat oppositie!
Met de pastorie en de bruiloft in
zicht zagen de betrokkenen er in
eerste instantie alleen maar een
onaangenaam oponthoud in. Dat
leervicariaat was „nog wat" en
werd in ieder geval als ..werk"
gezien. Maar het semins
voor veler gevoel (ets
Hoe lang jtijdelijkkan duren, ont
dekten de curatoren van „Kerk en
Wereld", die nclit maanden van hel
jaar en twaalf jaar lang het „Etjk-
manhuis" te Driebergen afstonden
voor het uerk van het Hervormd
Seminarium. Eindelijk kan dit ge-
gehele jaar gebruikt
het nieuwe gebouu
de
twee synoden niet morgen samen
zouden kunnen vergaderen om te
spreken over een gemeenschappe
lijk dienstboek, psalmberijming,
gezangenbundel (eigenlijk gebeurt
dit al een beetje). Voorts over
Niet storen
Veel gereformeerden zullen de
ze zin niet prettig vinden, omdat
zij toch wel gronden menen te
hebben om geen officiële eredien
sten samen te beleggen, terwijl
zij wel willen meewerken aan sa
menkomsten. Maar hoe zullen an
dere kerken tegenover deze geza
menlijke diensten staan, vooral
als het diensten zijn voor bijzon
dere gelegenheden. Worden zij
voortaan buitengesloten? Of wor
den bedoeld normale erediensten
op zondag als andere kerken toch
hun eigen diensten hebben?
Toch zal ieder, die niet tot
deze beide kerken behoort, met
belangstelling willen volgen wat
het resultaat is van deze ont
moeting. Want een fusie tussen
hervormden en gereformeerden
gaat ook hen aan, omdat onmid
dellijk andere kerken als het wa
re in het kielzog op en neer zul
len deinen. Misschien zullen
sommigen zich wat buitengeslo
ten voelen nu de twee grote zus
sen aan het praten zijn, maar
het zal voor de goede orde beter
zijn zich niet in het gesprek te
mengen eer het gevraagd wordt,
ook al gelden de motieven voor
eenheid, die in de eerste bladzij
den naar voren gebracht worden
evenzeer voor de eenheid met
andere gelovigen als de eenheid
van hervormden en gereformeer
den.
er op beroemen de laatste semina
ristenlichting uit het Eijkmanhuis
te zijn. Doch gróter is de roem
van het 25ste semester, dat op
19 febr. aantreedt. Deze 30 semi-
naristen betreden nl. voor het
eerst het eigen huis, dat verrezen
is op het landgoed Hydepark, op
de grens van Driebergen en Doorn.
Op 27 januari wordt het nieuwe
gebouw, dat bijzonder functioneel
is ingericht, door de bouwcommis
sie overgedragen aan de generale
Nederlands-hervormde kazerne" synode. Net als ta 1950 zal dan
Mnate. uw. weer het woord gevoerd worden
door ds. Wesseldijk, nu echter j
niet als voorzitter van de synode,
Dr. Berkhof, dc eerste rector, maar van de bouwcommissie,
herinnerde er aan tn zijn openings- Daarna zal de officiële opening
rede. Met fijne humor wendde hij plaatsvinden. Daartoe zijn een
zich bij die eerste officiële plech- aantal leden cn niet-leden van de
tlgheid tot de studenten In de Herv. Kerk uitgenodigd, die be-
theologic. „Ik weet", aldus dr. trokken zullen worden bij het
Berkbof, „dat er onder u grote eerste beraad in het nieuwe huis.
waardering is voor dit nieuwe in- Een beraad over ..het predikant-
stituut".. En nadat het hoonge- schap in deze tijd" op een wij-
lach wat was weggeëbd, vervolg- ze, die zowel serieus als feestelijk
de hij: „Ik weet ook. dat deze is, die van critische zin getuigt
waardering In hoofdzaak gevonden maar ook inspireert tot het werk
wordt in de kringen van hen. die dat wacht,
vóór 1 december 1949 hun kerke-
lijk voorbereidend examen deden Dat werk is velerlei. Want dr.
en dus aan het seminarie zijn ont- J. M. do Jong en dr. A. A. Kool-
snapthaas, die tegenwoordig samen het
rectorium vormen, willen er niet
Dat was typisch Berkhof. De alleen dc aanstaande, maar even-
Generale Synode had hem niet eens de dienstdoende predikanten
voor niets eenstemmig tpt rector ontvangen. Naast „voorberei-
benoemd. De nieuwe rector was ding" óók: „nadere vorming,
een wijs en niet minder: een mild Direct na de Ingebruikneming
man. Hij was er niet op uit te op maandag. 29 februari zal
dwingen of te dresseren. Zijn met dit laatste begonnen wor-
piaats was temidden van de stu- den. Van de ruim 700 oud-scmi-
denten. die hij in moest leiden in naristen zuilen er dan 250 opko-
de menselijke verhoudingen, waar- men voor dc „werkconferenties",
in ze in de praktijk van het ge- Voor hen is het gebouw nieuw,
meenteleven te maken zouden heb- maar dc omgéving vertrouwd,
ben. Hij kón dat. omdat hij zijn Voor de predikanten, die niet op
lessen belééfde cn die beleving het seminarie zijn geweest, wordt
overdroeg op de seminaristen. Zo alles nieuw. Maar vertrouwdj
groeide er. tegen scepticisme en wordt, dat het nieuwe gebouw!
ongeduld in, een geméénschap, Voor alle hervormde predikantcnl
'wasriu mun.veêl vreugde, beleef- een „thuis" Zal worden!
de, maar ook eikaars nood leerdo
kennen. Er vond een ontmoeting
plaats, ook tussen de modaliteiten,
zoals die in de Hervormde Kerk
nog nooit had plaatsgevonden. Er
werden stokpaardjes bereden en
clichétermen gebruikt, maar er
werden ook ontdekkingen gedaan
en diepe waarheden gepeild. Er
was vriendschap en bemoediging.
En in die ontmoeting met elkaar
werd men soms heilzaam minder
zeker van eigen standpunt en ze
kerder van de opdracht.
Baas in eigen huis
Aanvankelijk was het de bedoe
ling, dat het seminarium in Den
Haag gevestigd zou worden, dicht
bij de centrale bestuurscolleges
van de Herv. Kerk. Deze plannen
zijn echter niet gerealiseerd. Het
directorium van „Kerk en Wereld"
in Driebergen bleek nl. bereid het
conferentieoord „Het Eijkman
huis „tijdelijk beschikbaar tc
stellen. Dat was een hele daad,
want daarmee was het Eijkman
huis practisch 8 maanden per jaar
niet te gebruiken als conferentie
oord. De directeuren van „Kerk
en Wereld" konden trouwens in
1950 niet voorzien, dat het semi
narium 12 jaar lang een beroep
op hun gastvrijheid zou doen
Maar nu is het leed dan ook ge
leden. Het 24ste semester, dat de
ze week is afgezwaaid, kan zich
Het gebeurde op een vergade
ring in dc Wesleyan-kerk te Kaai*
slad. De predikant cn dc ge-'
nieentcleden bespraken een plan
om geld bij elkaar ic brengen
voor noodzakelijke reparaties aan
liet gebouw. De voorzitter bad
rklaard wat er precies aan
kerk gedaan moest worden.
Dc rijkste man van de gemeent
stond toen op en zei: „Nu ik ge
hoord heb wat er allemaal gedaai
moet worden heb ik besloten 51
gulden voor dc reparaties t<
gevr
spoedig i
Toen by weer ging zitten viel
er een stuk van bel plafond
zijn hoofd. Dit voorval overtuigd?
licni ervan dat met de reparatie»
aogclijk een aanvanf
rst worden. Hy stond
op cn zoi: „Inplaats van 50 zal il
500 gulden g<
MMÉ icjj
(TROWEL AND SWORD!
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii!iiiiiii:!iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii>iiii<iiiiiiiiiiii"iiiiiiiiniiiiii!i]iiiiuiiiDiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii:iiiiiiiiiiiiiiii!:i
Van een medewerker ontvingen wij onderstaande bijdrage,
die een beeld geeft ran het leven van een onbekende 19de
eeuwse vrouw, uit haar kasboek springt dit leven van Geer-
truyd Ida ran Woerkom als een roman naar voren. Op het
etiket van het boek staat vermeld ..Boek ran Trui alleen" en
bij haar leven, dat in 1838 eindigde, zal niemand de kans
gekregen hebben er image van te krijgen. Meer dan een eeuw
later kwam het .Soek ran Trui alleen" weer tevoorschijn en
de inhoud er van geeft veel weer ran het Ieren tan deze
rrouio, die /inanciële voorspoed kende en wie het menselijk
verdriet niet bespaard bltef.
In een „heerenhuyzing, koe
pel, tuinmanswooning en stal
met- en benevens vier bun
ders, 45 roeden, 84 ellen
groot, zoo tuin- moes als
boschland, staande en gele
gen aan de Zwaagdijk",
woonde tussen 1806 en 1838
Geertruyd Ida van Workum.
Uit de vergetelheid kwam
een kasboek van deze Trui
te voorschijn, waarop een eti
ketje geplakt was, kunstig
oitgeknipt, en Trui schreef
er eigenhandig op: Boek van
Trui a'leen! En de volge
krabbelde bladzijden van
„uytgaaf" en „inkomst" ver
melden allerlei wetenswaar
digs uit die tijd en uit het
leven van Trui-alleen.
Het kasboek begint in 1806
en eindigt abrupt in 1838. Bij
de aanvang was Trui een jonk
vrouw van nauwelijks 18 lentes
en bezat ze een inkomen per
jaar van 1803 gulden. 10 stui
vers en 8 centen, aldus aan het
einde van 1806 geschreven:
..den geheelen ontvang be
draagt 1803.10.8, den geheelen
uytgaaf bedraagt 1646 8.6. dus
meerder ontvangen: 157.2.2.
Gezien de prijs van het le
vensmiddelenpakket, wat uit dit
kasboek valt op te maken, lang
geen slecht inkomen, want de
„booyen" (ze had er toenmaals
2. later 3) verdienden 40 en
50 per jaar, en de kosten
van het huishouden bedroegen
gemiddeld 10 per week. Be
halve dc ..booyen" had Trui
nog een tuinman-koetsier Evert,
die per ..vierendeels jaar ƒ15"
verdiende.
Rond nieuwjaar, kermis, sin
terklaas en dergelijke hoogtijda
gen staan in de reeks der ja
ren bepaalde uitgaven geboekt,
die er op duiden, dat de
..booyen" en dc tuinman-koet
sier nog andere emolumenten
genoten dan alleen het salaris.
„Voor nieuwejaar aan de booy
en ƒ9" boekt Trui precies in
haar kasboek om in september
te boeken „voor kermis aan de
mijden 4. vijf stuivers". Maar
ook komen er andere posten
voor. zoals ..jakkies voor de
mijden 14 6 stuivers" cn
..handschoenen voor de booyen
6.4 stuivers."
Erfenis
Trui opgelopen tot circa 3600
per jaar, terwijl in 1836 Trui
nauwkeurig in haar kasboek
schrijft aan het einde van dat
jaar: „Ontvang 19.674.51, Uyt
gaaf 19.346.74. over 328.434
wel een bewijs hoezeer het va
derlijk erfdeel het „bezit" van
Trui had doen toenemen.
Kennis
Trui blijkt een van de drie
gezusters te zijn geweest, die
een behoorlijk leven konden lel
den dank zij het kapitaal van
Ta van Workum, want als de
oude heer sterft, gaat bet Inko
men „van Trui alleen" met
sprongen omhoog, net zoala dat
van de beide gezusters.
In 1824 is het inkomen van
Het was op oudere leeftijd
dat Trui kennis krijgt aan een
„manspersoon." Hoe ze kennis
kreeg aan deze man en op
welke wijze ze hem leerde ken
nen, vermeldt het kasboek niet,
maar wel schrijft Trui in 1833
in „het boek van Trui alleen":
„Aan Stipp gegeven ƒ426 en 15
stuivers" en een paar weken
later „Aan Stipp ter hand ge
steld 150" en verder: voor
het translateeren van Stipp zijn
papieren negen gulden. 2 stui
vers" en in januari 1834 ver
meldt het kasboek: „Kosten
voor ons trouwen 30,-4 stui
vers". „voor idem aan de
dienders 3, „voor idem in de
armebos 6 zodat Trui met
Stipp'riaan) in januari 1834 ge
trouwd is.
Bruiloft
Vooraf geeft ze de .booyen
ieder een „bruidstuk van 25"
en ze koopt diverse paren
handschoenen, zowel voor haar
zelf als voor de „mijden", op
dat ze allemaal bij het trou
wen keurig gehandschoend aan
wezig kunnen zijn.
Trui gaat zich ook aan aller
lei inkopen te buiten, die voor
heen riet voorkwamen. Zo
schrijft ze in haar kasboek:
„een santuur 39", „een horlo-
sibandje ƒ3", „een jak ƒ34",
een pellerin 32" en omdat
Trui schijnbaar weelderige nei
gingen schijnt te krijgen, die
ze voorheen beslist niet bezat,
gaat ze ook met Stipp op hu
welijksreis en boekt nauwgezet
in haar kasboek: „voor de rij3
naar Haarlem en Amsterdam,
7 dagen logies ƒ54.14.3".
Het schijnt echter niet zo
best te vlotten met Stippriaan.
want behalve gen uitgaaf in het
kasboek van 40 centen voor ge
zegeld papier, ligt er tussen de
bladen een vergeeld document,
waarop het volgende geschre
ven is: en dat gedagtekend is
23 april 1834, dus nauwelijks
drie maanden na het trouwen:
„Ik. Stippriaan. zonder beroep,
wonende op de Zwaagdijk, ver-
klare bij deze van mijne echt-
genoote. vrouwe Geertruyd Ida
van Workum. te hebben ontvan
gen een som van zes duizend
gulden, ter voldoening van de
som. welke aan mij moet wor
den betaald na ons eerste ver
zoek aan een regtcr om echt
scheiding bij onderlinge toe
stemming, blijkens contract op
den 21e dezer maand april voor
de notarissengepasseerd en
behoorlijk geregistreerd Belo
vende ik om mijne echtgenote
wegens de gezegde som van
zes duizend gulden en mijn
aandeel in de tot de echtschei
ding gemaakte kosten te zullen
schadeloos stellen, ingeval de
zelve echtscheiding door mijne
weigering of verzuim geene
plaats mogt hebben."
Uitkoop
En dan komen in het „bock
van Trui alleen", een boek dat
ze waarschijnlijk in haar paar
maanden durende huwelijk
NOOIT aan Stippriaan heeft la
ten zien, nog een paar aandui
dingen voor. dat Stipp van
Trui toch nog wat losgepeuterd
had. nl.: „Aan Stipp ƒ125" en
„aan Stipp 25". maar in 1835
komt dan nog slechts éénmaal
dc naam Stipp in haar kas
boek voor, met de volgende om
schrijving: „Juny: door mil
aan Stipp moete geven 34.000
waarvoor ik heb moeten ver
knopen 1 plaats en erve groot
23 bunders 13.500. 7 oude rus-
se 10.000. 3 obligaties 1.000. 3
Wcnerbank 1.000. 1 uitgeloot
kansbiljet 511.15, Item uitgestel
de schuld 17,10 en Trui legde
de rest in contanten bij 'om
„Stipp" uit te kopen!
In 1836 en 1837, terwijl het
inkomen van Trui aangroeit,
ondanks het verlies van 34.000
plus 6.000 aan Stippriaan.
boekt ze aan het einde van dat
eerste jaar zonder Stipp: „Ont
vang van het geheele jaar
19.560,57 en daarachter met
potloodletters geschreven staat:
„van mijn alleen".
Een vrouwenleven
uit het kasboek van
n vrouwenleven te lezen,
i hoogtepunt vond
dieptepunt
i het
Trui i
dat et
trouwen,
de scheiding.
Maar Trui schijnt in 1836 en
1837 cn ook nog een deel van
1838 de brui te hebben gegeven
aan het zitten en wonen op
haar „heerenhuyzing" want ze
gaat grote reizen maken, hele
maal naar Brabant en Limburg
en onderwijl blijft ze aan de
diakonie en de kerk geven en
„aan dominee Herderschee voor
de arme 15" en „aan de kerk
voor de tekorten 6, en 5 stui
vers". maar de lonen van de
„mijden" blijven al die jaren
gelijk en de namen veranderen
niet in het kasboek, het zijn
nog altijd, net zoals in 1806
toen het kasboek begon: Mijn
tje. Ji Aartje.
In 1838 in de maand juny
eindigt het kasboek abrupt en
bliiven de overige bladen wit.
Trui is gestorven, 56 jaar
Een eenzaam, vrouwenleven is
beëindigd, een leven dat gere
geerd schijnt te zijn door geld,
dat even de illusie van ge
trouwd zijn kende en bitter be
drogen uitkwam.
Roman
n, dit „boek van
Met nauwkeurige
/an feiten en cij
fers. Want onder „voor item
aan de dienders staat getrou
welijk genoteerd: „aan bollc-
buissiespan 2.3.0" en „een
sakkam 0.1.24-
Een vrouw, die op de pen
ning was. maar ook schijnbaar
zichzelf wel rectificeerde, want
wat is het anders als er staat:
„Aan Coo gegeven ƒ4.50" en
vlak daaronder: „beter gedaan
10 stuivers" en „aan Piet Wor
tel voor vragt 10 stuivers" en
weer vlak daaronder: „beter
gedaan 5 stuivers"?
Ook een vrouw die haar so
ciale plichten tegenover de
maatschappij nakwam, want
als in 1830 de schutters zijn
uitgetrokken om (waarschijn
lijk) bij de 10-daagse veldtocht
tegen onze zuiderburen. te
„vechten" en de schuttersvrou-
wen hun inkomen moeten der
ven, boekt Trui in haar kas
boek: „voor de vrouwen van
de schutterije 5" en dat her
haalt zich iedere maand....
In april 1830 als inmiddels
van Speyk de lont in het kruit
geworpen heeft en het dankba
re vaderland de man wil eren
en daarvoor een collecte houdt:
vermeldt het kasboek „van
Trui alleen" „voor het gedenk
teken van Van Spijk 2".
Hoe lang Stippriaan van dc
rente van het aardige kapitaal
tje, dat hij de rijke oude juf
frouw Trui heeft „afgezet", ge
leefd heeft, Is niet uit te zoe
ken. flct doet er ook weinig
toe. Er zijn geen nakomelingen
van Stipp, noch van Trui.
Er Is alleen het vergeelde kas
boek: het boek van Trui alleen,
dat de feiten geeft, héél pre
cies. Sic Transit gloria.