De «18» streven naar Hervormd-Gereformeerde fusie Hervormd Seminarium HET BOEK VAN TRUI ALLEEN GEEST EU Jl LEVEN. VOLGENDE WEEK IN EIGEN HUIS Nog eens ZONDAGSBLAD ZATERDAG 20 JANUARI 1962 12 JAAR PRACTISCHE TOERUSTING VAN A.S. PREDIKANTEN Nederigheid Nederigheid is waarschijnlijk de moeilijkste karakter trek. die er bestaat Dat ontdekte ik een paar maan den geleden weer eens, toen ik op weg was naar een ..Madurodam"-kerkje in een ,,lilliputter"-dorp er- f:ens in de wijde vlakten van ons kleine land. Ik iep op met één van de twee ouderlingen. Toen wij bijna bij het kerkje waren, kwam een gemeentelid in zijn grote auto aanrijden. Onmiddellijk liet de ou derling me met een „excuseer me even" in de steek, en stevende met opgezette zeilen op de auto af. Eer de chauffeur het portier nog maar had kunnen ope nen. vroeg broeder-ouderling met een stem vol arg waan: ..Wat bedoelde u vorige week met die opmer king over de kerkdeur, die nog niet open was?" Het was allemaal zo eenvoudig. De man was wat vroeg komen aanrijden, want zijn horloge liep wat voor en de koster had de deur nog niet open gedaan. Na een Goeden morgen" had hij deze ouderling gevraagd: „De deur nog niet open?" Maar deze meende in de vraag een verborgen verzet te horen, als had de man hem willen zeggen: „Jij bent ook altijd te laat." En een week lang had hij zijn gekwetste lange tenen met het voetpoeder van eigenwaan behandeld. En nu hij de man zag moest het er uit: „Wat bedoelde je er mee"' „Wat had je van me te zeggen?" Wat hebben we vaak lange tenen, ook als we menen dat we het al een heel eind gebracht hebben op de weg van de heiligmaking en van de nederigheid. Een vriend van me kon soms zeggen: Die of die heeft net een nieuw boek gepubliceerd in de ..Doe het zelf- reeks Het heet ..Nederigheid werd mijn deel in der tig dagen". Het bevat zestien foto's. Ik heb nog nooit iemand ontmoet, die er trots op was dat hij lange tenen had. Ik heb wel mensen ontmoet, die trots waren op hun nederigheid en die niet door hadden, dat hun nederigheid alleen maar verkapte hoogmoed was. De argwaan wortelt diep in ons hart. We stappen een kamer binnen en plotseling zwijgt iedereen en kijkt (Van een onzer medewerkers) Dominees zyn in ons land veelbesproken mensen. Weliswaar is het gebruikelijk bij een stilte in een gesprek te zeggen, dat er een dominee voorbij gaat, maar dat betekent bepaald niet, dat er over hem niets gezegd wordt. Zelfs in het voorportaal van het glazen huis, dat als pastorie in Holland staat, is de (a.s.) predikant al een druk- besproken figuur. Want ook over zijn opleiding is veel te doen! wat verlegen. We "weten, van het gesprek zijn geweest en ti eerste gedachte: ..Wat zouden ze hebben?" We wantrouwen de mensen om on: onszelf terecht wantrouwen. Mense zijn mensen, die weten dat zij son niet willen erkennen. Het zijn mensen die een muur van goedheid en gerechtigheid om zich heen hebben opgericht, maar het is eigengerechtigheid, die voor God niet kan standhouden en daarom voor de men sen ook niet. Lange tenen zijn de uitstulpingen van een oneerlijk hart. Nederigheid begint, waar wij eer- mfiT onszelf gaan zien, zoals het onderwerp ?n tegen één is de over me gezegd heen, omdat we is falen, maar het nieuue gcboitu ran hel Hervormd Seminarium nadert zijn voltooiing. Het t vleugels, de kapel (op de voorgrondhet dienstgebouw, de werkruimten t logiesflat met vier verdiepingen achter de kapel. Om maar Iets te noemen: moet het zijn een opleiding VAN predi kant of een opleiding TOT pre dikant? Met andere woorden: is de we tenschappelijke vorming alles overheersend of Is er ook nog zo Iets als een practlsche toerus ting?" Meestal is men het er wel over eens, dat beide factoren tot hun recht moeten komen. Maar bij het overladen studie-progamma van de universiteit moest de prak tische opleiding meestal het theo logische loodje leggenEn zo zijn door de jaren heen honderden theologische kandidaten zonder enige overgang van universiteit naar gemeente getrokken. En toch voldeed het niemand. Telkens weer opnieuw kwam de opleiding in discussie. Nog maar vorige week zaterdag schonk ds. L. H. Ruitenberg op de predikan ten-conferentie van de VPRO aan dacht aan dit probleem. In deze tijd, stelde hij. is een nieuw pre dikantstype nodig. En al veel eerder, tijdens de opening van het Theologisch Se minarium van de Hervormde Kerk, merkte ds. H. J. F. Wes- seldijk. de toenmalige voorzitter van de synode op: „Sinds on heuglijke tijden is de opleiding van de aanstaande dienaren des Woords een onderwerp van dis cussie geweest. In deze discussie, viel steeds in meerdere of min dere mate de onbevredigdheid te beluisteren met de opleiding, zo wel naar vorm als inhoud. Men -tt VAN KERKEN TOT KERK (Van een onzer redacteuren) pINKSTEREN 1961 stuurden achttien hervormde en ge reformeerde predikanten een oproep het land in. waarin zij zeiden: „Bewogen door de ver wachting van het Rijk Gods en de opdracht der kerk in de we reld, zijn wij er gezamenlijk van overtuigd, dat naar eenwor ding moet worden gestreefd." Zij hadden elkaar ontmoet op een vergadering, die niet in het bijzonder belegd was om nu eens te gaan spreken over een fusie tussen de Hervormde Kerk en Gereformeerde kerken. Maar het gesprek was er toch op gekomen. Toen hun oproep in de pers verscheen, kregen zij al spoedig de naam ,,dc achttien". Allemaal doen ze niet meer mee. Wika L. A. C. van Ginkel is naar Australië ver trokken en zijn plaats wordt nu ingenomen door dr. K. Strijd. En de hervormde predikant dr. P. L. Schoonheim heeft zich te ruggetrokken. Toch blijft het ,,de achttien", omdat ook een ander voor hem zal worden ge vonden en het worden niet meer dan „de achttien", omdat er nu eenmaal een niet al te gro te groep moet zijn, die de ac tie kan leiden. Zij zullen naar huiten treden tijdens een con gres dat op 26 april 1962 in de Utrechtse Domkerk zal worden belegd en waar onder meer prof. dr. II. Berkhof en prof. dr. W. F. de Gaay Fortman het woord zullen voeren. maar eens een dag vrijblijvend bijeen te komen, maar iuist de ontmoeting van hervormden en gereformeerden in de plaats of zelfs de straat waar zij Wonen. Daartoe hebben zij met vereen de krachten een boekje geschre ven dat gebruikt kan worden als een leidraad bij de gesprekken. Het is keurig uitgegeven in de Carillon-reeks van Ten Have on der de titel „Van kerken tot kerk". De titel geeft aan wat deze achttien predikanten willen. Zij willen niet maar ten eeuwige da gen langs elkaar heen leven. Zij willen ook niet tot in het onein dige met elkaar in gesprek zijn over wat bindt en wat scheldt; zij willen eenheid, een hervormd- gcreformeerde fusie, zoals duide lijk in het laatste hoofdstuk wordt besproken. Als motief voor de ontmoeting wordt op een van de eerste blad- weegreden tot fusie mag niet zijn het feit dat men zich beiden be dreigd gevoelt. Maar als een le gitiem motief wordt wel de situa tie van de wereld, waarin wij le ven genoemd, omdat we ons in deze wereld geen verdeeldheid meer kunnen veroorloven. Zie het gevaar van vernietiging van alle leven in een atoomoorlog". Als belangrijkste motief geldt even wel het getuigenis van de bijbel. Voorts worden genoemd de „ver wachting en opdracht" en dan in het bijzonder het feit dat gerefor meerden en hervormden elkaar toch al op verschillende punten ontmoetten. Waarom nu Kennelijk heeft men beseft, dat dit alles eigenlijk toch nog niet voldoende is om te verkla ren waarom hervormden en ge- In de Carillon-reeks van de uitgever Ten Have in Am sterdam is het boekje ver schenen „Van kerken tot kerk", waarin achttien her vormde en gereformeerde predikanten de eis stellen der hereniging. Wij hebben een van onze redacteuren gevraagd die niet tot deze beide kerken behoort om het boekje te be spreken, omdat wij geloven dat dit gesprek tassen her vormden en gereformeerden alle gelovigen van ons land aangaat. reformeerden elkaar juist nu, op dit moment, ineens willen en kunnen ontmoeten. Daarom wor den nog een aantal achtergron den genoemd, die eigenlijk even goed zouden kunnen gelden voor de ontmoeting van de gehele „gereformeerde gezindte" in de allereerste of allerruimste bete kenis van het woord, of voor de ontmoeting van vrij-evangeli- schen en baptisten of welke twee of meer kerken ook. Maar als we verder lezen blijkt toch niet helemaal duidelijk waarom juist deze twee kerken elkaar nu ontmoeten moeten. Het boekje inaakt wel duidelijk dat de ontmoeting van deze bei de, grootste protestantse kerken, die elkaar in grootte niet al te zeer ontlopen als we ons richten naar de aantallen werkelijk mee levende leden, door innerlijke ont wikkeling een mogelijkheid ge worden is. De Hervormde Kerk „is weer duidelijk een belijdende kerk" geworden, schrijft men en dat wordt dan vooral bewezen uit de publicaties van die kerk. De Gereformeerde Kerken zijn uit hun isolement gerukt en hebben door de crises van 1926 en 1944 ontdekt hoe problematisch het voor hen zo bijzonder aangelegen punt van de belijdenishandhavins Met nadruk wordt in een vol gend hoofdstuk geschreven ove» de niet-theologische verschillen, die „ontmaskerd dienen te woe den". In de verdere hoofdstukken (eigenlijk hoofdstukjes) wordt d»« een typering gegeven van het her vormde en het gereformeerde ge meentelid, van de houding vat» beide kerken ten opzichte van de tucht en van beider inzicht, was* het gaat om christelijk of alge meen georganiseerd zijn. Er wordt uiteengezet dat het voor of tegen op dit punt a! lang niet meer be paald wordt door het „lidmaat schap" van de kerk. Voor- en te- fenstanders ontmoeten elkaar innen beide kerken. Synoden samen In een slothoofdstuk komt dan de fusie aan bod en wordt al» een voorstel geopperd dat de ker ken een voorbeeld '-unnen nemen aan de ftisie van de kerken van dc Doleantie en de Afscheiding in 1892 toen de synoden zich verenig den, maar de kerken nog als A en B (of soms wel C) kerken naast elkaar bleven bestaan. De zending (er is ook al een begin). Over: predikantsopleiding (her vormde theologische hoogleraren aan de Vrije Universiteit, gere formeerde a.s predikanten naar het Hervormd Seminarium)." Verschillende andere onderwer pen voor gezamenlijk gesprek worden nog genoemd, zoals een „gezamenlijk persbureau". Er wordt zelfs de suggestie gemaakt dat het blad Hervormd Nederland een fusie zal aangaan met een ge reformeerd weekblad, en dat er één blad voor ambtsdragers komt. Het boekje is niet vrij van een zekere vorm van idealisme en dat is goed. want realisten, die altijd op de donkere bladzijden van het levensboek kijken hebben nog nimmer iets gepresteerd voor de toekomst. Maar zullen sommigen toch niet hier en daar wat erg naief? Is het voldoende d* ,»niet- theologische" verschillen alleen maar te ontmaskeren en el kaar op te roepen tot liefde, ge duld cn verdraagzaamheid. Naast theologische en niet-thcologische verschillen staat er nog een der de struikelblok op weg naar her eniging. die in dit boekje buiten het gezichtsveld blijft, namelijk het bestaan van andere christelij ke kerken, die bij een fusie wel eens als vluchtheuvel dienst zou den kunnen doen. In het slot hoofdstuk wordt opgeroepen tot gezamenlijke diensten en wat laat dunkend wordt er aan toegevoegd: ..Men breke daarbij radicaal met de onwaardige vertoning van ,.s» menkomsten", waar men zichzelf dc wereld probeert te mislei- kon daarin vooral als naast de theologen ook de gemeente zelve in het gesprek betrokken werd de meest uiteenlopende inzichten horen bepleiten en soms ook wel de meeste vreem de desiderata horen uiten." Toen was de beslissing al geval len. Er was een leervicariaat in gesteld van vier maanden en een practische opleiding in internaats- verband van nog eens vier maan den. Uitstel van bruiloft De theologische studenten, die zich in de naoorlogse jaren voor bereiden op hun intrede in een hervormde pastorie, vielen in die periode wel van de éne schrik in de andere... Eerst kwam er een officieel voorstel ter tafel tot het verplicht stellen van het doctoraal examen. Voor de hervormde theo logen, die studerend aan rijks- en gemeente-universiteiten voor de daaraan verbonden kerkelijke hoogleraren als laatste etappe het „kerkelijk voorbereidend examen" hebben, zou dit een aanzienlijke verlenging van hun studie beteke nen. Het gevaar werd in studen tenkringen dan ook druk bespro ken en later tot veler opluchting afgewend. De Generale Synode bleek nl. in 1946 niet bereid een verdere verzwaring van de weten schappelijke vorming in te voeren. Een jaar later werd echter een ander besluit genomen, dat al evenzeer in staat was de bruiloft van de a.s. predikant en zijn do- minese een jaar op te schuiven... „Om de practische vorming der aanstaande dienaren des Woords beter tot haar recht te doen ko men en aan te passen aan de eisen, die op dit ogenblik als mi nimaal moeten worden gezien", kwam de synode tot 2 belangrijke besluiten a. Na hun universitaire studie moeten de kandidaten eerst 4 maanden een soort stage doorlo pen en als „lcervlcarls" dienen onder een ervaren predikant. b. Daarna hadden zij zich voor een gelijke periode te begeven naar het Theologisch Seminarium om daar (zoals de kerkorde zegt:) „een nadere voorbereiding te ont vangen voor hun ambtelijke be diening". Kweekplaats Er rees nogal wat oppositie! Met de pastorie en de bruiloft in zicht zagen de betrokkenen er in eerste instantie alleen maar een onaangenaam oponthoud in. Dat leervicariaat was „nog wat" en werd in ieder geval als ..werk" gezien. Maar het semins voor veler gevoel (ets Hoe lang jtijdelijkkan duren, ont dekten de curatoren van „Kerk en Wereld", die nclit maanden van hel jaar en twaalf jaar lang het „Etjk- manhuis" te Driebergen afstonden voor het uerk van het Hervormd Seminarium. Eindelijk kan dit ge- gehele jaar gebruikt het nieuwe gebouu de twee synoden niet morgen samen zouden kunnen vergaderen om te spreken over een gemeenschappe lijk dienstboek, psalmberijming, gezangenbundel (eigenlijk gebeurt dit al een beetje). Voorts over Niet storen Veel gereformeerden zullen de ze zin niet prettig vinden, omdat zij toch wel gronden menen te hebben om geen officiële eredien sten samen te beleggen, terwijl zij wel willen meewerken aan sa menkomsten. Maar hoe zullen an dere kerken tegenover deze geza menlijke diensten staan, vooral als het diensten zijn voor bijzon dere gelegenheden. Worden zij voortaan buitengesloten? Of wor den bedoeld normale erediensten op zondag als andere kerken toch hun eigen diensten hebben? Toch zal ieder, die niet tot deze beide kerken behoort, met belangstelling willen volgen wat het resultaat is van deze ont moeting. Want een fusie tussen hervormden en gereformeerden gaat ook hen aan, omdat onmid dellijk andere kerken als het wa re in het kielzog op en neer zul len deinen. Misschien zullen sommigen zich wat buitengeslo ten voelen nu de twee grote zus sen aan het praten zijn, maar het zal voor de goede orde beter zijn zich niet in het gesprek te mengen eer het gevraagd wordt, ook al gelden de motieven voor eenheid, die in de eerste bladzij den naar voren gebracht worden evenzeer voor de eenheid met andere gelovigen als de eenheid van hervormden en gereformeer den. er op beroemen de laatste semina ristenlichting uit het Eijkmanhuis te zijn. Doch gróter is de roem van het 25ste semester, dat op 19 febr. aantreedt. Deze 30 semi- naristen betreden nl. voor het eerst het eigen huis, dat verrezen is op het landgoed Hydepark, op de grens van Driebergen en Doorn. Op 27 januari wordt het nieuwe gebouw, dat bijzonder functioneel is ingericht, door de bouwcommis sie overgedragen aan de generale Nederlands-hervormde kazerne" synode. Net als ta 1950 zal dan Mnate. uw. weer het woord gevoerd worden door ds. Wesseldijk, nu echter j niet als voorzitter van de synode, Dr. Berkhof, dc eerste rector, maar van de bouwcommissie, herinnerde er aan tn zijn openings- Daarna zal de officiële opening rede. Met fijne humor wendde hij plaatsvinden. Daartoe zijn een zich bij die eerste officiële plech- aantal leden cn niet-leden van de tlgheid tot de studenten In de Herv. Kerk uitgenodigd, die be- theologic. „Ik weet", aldus dr. trokken zullen worden bij het Berkbof, „dat er onder u grote eerste beraad in het nieuwe huis. waardering is voor dit nieuwe in- Een beraad over ..het predikant- stituut".. En nadat het hoonge- schap in deze tijd" op een wij- lach wat was weggeëbd, vervolg- ze, die zowel serieus als feestelijk de hij: „Ik weet ook. dat deze is, die van critische zin getuigt waardering In hoofdzaak gevonden maar ook inspireert tot het werk wordt in de kringen van hen. die dat wacht, vóór 1 december 1949 hun kerke- lijk voorbereidend examen deden Dat werk is velerlei. Want dr. en dus aan het seminarie zijn ont- J. M. do Jong en dr. A. A. Kool- snapthaas, die tegenwoordig samen het rectorium vormen, willen er niet Dat was typisch Berkhof. De alleen dc aanstaande, maar even- Generale Synode had hem niet eens de dienstdoende predikanten voor niets eenstemmig tpt rector ontvangen. Naast „voorberei- benoemd. De nieuwe rector was ding" óók: „nadere vorming, een wijs en niet minder: een mild Direct na de Ingebruikneming man. Hij was er niet op uit te op maandag. 29 februari zal dwingen of te dresseren. Zijn met dit laatste begonnen wor- piaats was temidden van de stu- den. Van de ruim 700 oud-scmi- denten. die hij in moest leiden in naristen zuilen er dan 250 opko- de menselijke verhoudingen, waar- men voor dc „werkconferenties", in ze in de praktijk van het ge- Voor hen is het gebouw nieuw, meenteleven te maken zouden heb- maar dc omgéving vertrouwd, ben. Hij kón dat. omdat hij zijn Voor de predikanten, die niet op lessen belééfde cn die beleving het seminarie zijn geweest, wordt overdroeg op de seminaristen. Zo alles nieuw. Maar vertrouwdj groeide er. tegen scepticisme en wordt, dat het nieuwe gebouw! ongeduld in, een geméénschap, Voor alle hervormde predikantcnl 'wasriu mun.veêl vreugde, beleef- een „thuis" Zal worden! de, maar ook eikaars nood leerdo kennen. Er vond een ontmoeting plaats, ook tussen de modaliteiten, zoals die in de Hervormde Kerk nog nooit had plaatsgevonden. Er werden stokpaardjes bereden en clichétermen gebruikt, maar er werden ook ontdekkingen gedaan en diepe waarheden gepeild. Er was vriendschap en bemoediging. En in die ontmoeting met elkaar werd men soms heilzaam minder zeker van eigen standpunt en ze kerder van de opdracht. Baas in eigen huis Aanvankelijk was het de bedoe ling, dat het seminarium in Den Haag gevestigd zou worden, dicht bij de centrale bestuurscolleges van de Herv. Kerk. Deze plannen zijn echter niet gerealiseerd. Het directorium van „Kerk en Wereld" in Driebergen bleek nl. bereid het conferentieoord „Het Eijkman huis „tijdelijk beschikbaar tc stellen. Dat was een hele daad, want daarmee was het Eijkman huis practisch 8 maanden per jaar niet te gebruiken als conferentie oord. De directeuren van „Kerk en Wereld" konden trouwens in 1950 niet voorzien, dat het semi narium 12 jaar lang een beroep op hun gastvrijheid zou doen Maar nu is het leed dan ook ge leden. Het 24ste semester, dat de ze week is afgezwaaid, kan zich Het gebeurde op een vergade ring in dc Wesleyan-kerk te Kaai* slad. De predikant cn dc ge-' nieentcleden bespraken een plan om geld bij elkaar ic brengen voor noodzakelijke reparaties aan liet gebouw. De voorzitter bad rklaard wat er precies aan kerk gedaan moest worden. Dc rijkste man van de gemeent stond toen op en zei: „Nu ik ge hoord heb wat er allemaal gedaai moet worden heb ik besloten 51 gulden voor dc reparaties t< gevr spoedig i Toen by weer ging zitten viel er een stuk van bel plafond zijn hoofd. Dit voorval overtuigd? licni ervan dat met de reparatie» aogclijk een aanvanf rst worden. Hy stond op cn zoi: „Inplaats van 50 zal il 500 gulden g< MMÉ icjj (TROWEL AND SWORD! iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii!iiiiiii:!iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii>iiii<iiiiiiiiiiii"iiiiiiiiniiiiii!i]iiiiuiiiDiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii:iiiiiiiiiiiiiiii!:i Van een medewerker ontvingen wij onderstaande bijdrage, die een beeld geeft ran het leven van een onbekende 19de eeuwse vrouw, uit haar kasboek springt dit leven van Geer- truyd Ida ran Woerkom als een roman naar voren. Op het etiket van het boek staat vermeld ..Boek ran Trui alleen" en bij haar leven, dat in 1838 eindigde, zal niemand de kans gekregen hebben er image van te krijgen. Meer dan een eeuw later kwam het .Soek ran Trui alleen" weer tevoorschijn en de inhoud er van geeft veel weer ran het Ieren tan deze rrouio, die /inanciële voorspoed kende en wie het menselijk verdriet niet bespaard bltef. In een „heerenhuyzing, koe pel, tuinmanswooning en stal met- en benevens vier bun ders, 45 roeden, 84 ellen groot, zoo tuin- moes als boschland, staande en gele gen aan de Zwaagdijk", woonde tussen 1806 en 1838 Geertruyd Ida van Workum. Uit de vergetelheid kwam een kasboek van deze Trui te voorschijn, waarop een eti ketje geplakt was, kunstig oitgeknipt, en Trui schreef er eigenhandig op: Boek van Trui a'leen! En de volge krabbelde bladzijden van „uytgaaf" en „inkomst" ver melden allerlei wetenswaar digs uit die tijd en uit het leven van Trui-alleen. Het kasboek begint in 1806 en eindigt abrupt in 1838. Bij de aanvang was Trui een jonk vrouw van nauwelijks 18 lentes en bezat ze een inkomen per jaar van 1803 gulden. 10 stui vers en 8 centen, aldus aan het einde van 1806 geschreven: ..den geheelen ontvang be draagt 1803.10.8, den geheelen uytgaaf bedraagt 1646 8.6. dus meerder ontvangen: 157.2.2. Gezien de prijs van het le vensmiddelenpakket, wat uit dit kasboek valt op te maken, lang geen slecht inkomen, want de „booyen" (ze had er toenmaals 2. later 3) verdienden 40 en 50 per jaar, en de kosten van het huishouden bedroegen gemiddeld 10 per week. Be halve dc ..booyen" had Trui nog een tuinman-koetsier Evert, die per ..vierendeels jaar ƒ15" verdiende. Rond nieuwjaar, kermis, sin terklaas en dergelijke hoogtijda gen staan in de reeks der ja ren bepaalde uitgaven geboekt, die er op duiden, dat de ..booyen" en dc tuinman-koet sier nog andere emolumenten genoten dan alleen het salaris. „Voor nieuwejaar aan de booy en ƒ9" boekt Trui precies in haar kasboek om in september te boeken „voor kermis aan de mijden 4. vijf stuivers". Maar ook komen er andere posten voor. zoals ..jakkies voor de mijden 14 6 stuivers" cn ..handschoenen voor de booyen 6.4 stuivers." Erfenis Trui opgelopen tot circa 3600 per jaar, terwijl in 1836 Trui nauwkeurig in haar kasboek schrijft aan het einde van dat jaar: „Ontvang 19.674.51, Uyt gaaf 19.346.74. over 328.434 wel een bewijs hoezeer het va derlijk erfdeel het „bezit" van Trui had doen toenemen. Kennis Trui blijkt een van de drie gezusters te zijn geweest, die een behoorlijk leven konden lel den dank zij het kapitaal van Ta van Workum, want als de oude heer sterft, gaat bet Inko men „van Trui alleen" met sprongen omhoog, net zoala dat van de beide gezusters. In 1824 is het inkomen van Het was op oudere leeftijd dat Trui kennis krijgt aan een „manspersoon." Hoe ze kennis kreeg aan deze man en op welke wijze ze hem leerde ken nen, vermeldt het kasboek niet, maar wel schrijft Trui in 1833 in „het boek van Trui alleen": „Aan Stipp gegeven ƒ426 en 15 stuivers" en een paar weken later „Aan Stipp ter hand ge steld 150" en verder: voor het translateeren van Stipp zijn papieren negen gulden. 2 stui vers" en in januari 1834 ver meldt het kasboek: „Kosten voor ons trouwen 30,-4 stui vers". „voor idem aan de dienders 3, „voor idem in de armebos 6 zodat Trui met Stipp'riaan) in januari 1834 ge trouwd is. Bruiloft Vooraf geeft ze de .booyen ieder een „bruidstuk van 25" en ze koopt diverse paren handschoenen, zowel voor haar zelf als voor de „mijden", op dat ze allemaal bij het trou wen keurig gehandschoend aan wezig kunnen zijn. Trui gaat zich ook aan aller lei inkopen te buiten, die voor heen riet voorkwamen. Zo schrijft ze in haar kasboek: „een santuur 39", „een horlo- sibandje ƒ3", „een jak ƒ34", een pellerin 32" en omdat Trui schijnbaar weelderige nei gingen schijnt te krijgen, die ze voorheen beslist niet bezat, gaat ze ook met Stipp op hu welijksreis en boekt nauwgezet in haar kasboek: „voor de rij3 naar Haarlem en Amsterdam, 7 dagen logies ƒ54.14.3". Het schijnt echter niet zo best te vlotten met Stippriaan. want behalve gen uitgaaf in het kasboek van 40 centen voor ge zegeld papier, ligt er tussen de bladen een vergeeld document, waarop het volgende geschre ven is: en dat gedagtekend is 23 april 1834, dus nauwelijks drie maanden na het trouwen: „Ik. Stippriaan. zonder beroep, wonende op de Zwaagdijk, ver- klare bij deze van mijne echt- genoote. vrouwe Geertruyd Ida van Workum. te hebben ontvan gen een som van zes duizend gulden, ter voldoening van de som. welke aan mij moet wor den betaald na ons eerste ver zoek aan een regtcr om echt scheiding bij onderlinge toe stemming, blijkens contract op den 21e dezer maand april voor de notarissengepasseerd en behoorlijk geregistreerd Belo vende ik om mijne echtgenote wegens de gezegde som van zes duizend gulden en mijn aandeel in de tot de echtschei ding gemaakte kosten te zullen schadeloos stellen, ingeval de zelve echtscheiding door mijne weigering of verzuim geene plaats mogt hebben." Uitkoop En dan komen in het „bock van Trui alleen", een boek dat ze waarschijnlijk in haar paar maanden durende huwelijk NOOIT aan Stippriaan heeft la ten zien, nog een paar aandui dingen voor. dat Stipp van Trui toch nog wat losgepeuterd had. nl.: „Aan Stipp ƒ125" en „aan Stipp 25". maar in 1835 komt dan nog slechts éénmaal dc naam Stipp in haar kas boek voor, met de volgende om schrijving: „Juny: door mil aan Stipp moete geven 34.000 waarvoor ik heb moeten ver knopen 1 plaats en erve groot 23 bunders 13.500. 7 oude rus- se 10.000. 3 obligaties 1.000. 3 Wcnerbank 1.000. 1 uitgeloot kansbiljet 511.15, Item uitgestel de schuld 17,10 en Trui legde de rest in contanten bij 'om „Stipp" uit te kopen! In 1836 en 1837, terwijl het inkomen van Trui aangroeit, ondanks het verlies van 34.000 plus 6.000 aan Stippriaan. boekt ze aan het einde van dat eerste jaar zonder Stipp: „Ont vang van het geheele jaar 19.560,57 en daarachter met potloodletters geschreven staat: „van mijn alleen". Een vrouwenleven uit het kasboek van n vrouwenleven te lezen, i hoogtepunt vond dieptepunt i het Trui i dat et trouwen, de scheiding. Maar Trui schijnt in 1836 en 1837 cn ook nog een deel van 1838 de brui te hebben gegeven aan het zitten en wonen op haar „heerenhuyzing" want ze gaat grote reizen maken, hele maal naar Brabant en Limburg en onderwijl blijft ze aan de diakonie en de kerk geven en „aan dominee Herderschee voor de arme 15" en „aan de kerk voor de tekorten 6, en 5 stui vers". maar de lonen van de „mijden" blijven al die jaren gelijk en de namen veranderen niet in het kasboek, het zijn nog altijd, net zoals in 1806 toen het kasboek begon: Mijn tje. Ji Aartje. In 1838 in de maand juny eindigt het kasboek abrupt en bliiven de overige bladen wit. Trui is gestorven, 56 jaar Een eenzaam, vrouwenleven is beëindigd, een leven dat gere geerd schijnt te zijn door geld, dat even de illusie van ge trouwd zijn kende en bitter be drogen uitkwam. Roman n, dit „boek van Met nauwkeurige /an feiten en cij fers. Want onder „voor item aan de dienders staat getrou welijk genoteerd: „aan bollc- buissiespan 2.3.0" en „een sakkam 0.1.24- Een vrouw, die op de pen ning was. maar ook schijnbaar zichzelf wel rectificeerde, want wat is het anders als er staat: „Aan Coo gegeven ƒ4.50" en vlak daaronder: „beter gedaan 10 stuivers" en „aan Piet Wor tel voor vragt 10 stuivers" en weer vlak daaronder: „beter gedaan 5 stuivers"? Ook een vrouw die haar so ciale plichten tegenover de maatschappij nakwam, want als in 1830 de schutters zijn uitgetrokken om (waarschijn lijk) bij de 10-daagse veldtocht tegen onze zuiderburen. te „vechten" en de schuttersvrou- wen hun inkomen moeten der ven, boekt Trui in haar kas boek: „voor de vrouwen van de schutterije 5" en dat her haalt zich iedere maand.... In april 1830 als inmiddels van Speyk de lont in het kruit geworpen heeft en het dankba re vaderland de man wil eren en daarvoor een collecte houdt: vermeldt het kasboek „van Trui alleen" „voor het gedenk teken van Van Spijk 2". Hoe lang Stippriaan van dc rente van het aardige kapitaal tje, dat hij de rijke oude juf frouw Trui heeft „afgezet", ge leefd heeft, Is niet uit te zoe ken. flct doet er ook weinig toe. Er zijn geen nakomelingen van Stipp, noch van Trui. Er Is alleen het vergeelde kas boek: het boek van Trui alleen, dat de feiten geeft, héél pre cies. Sic Transit gloria.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1962 | | pagina 14